4.2-3 Een methodiek voor het uitwerken van kenmerkende beroepssituaties

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "4.2-3 Een methodiek voor het uitwerken van kenmerkende beroepssituaties"

Transcriptie

1 4.2-3 Een methodiek voor het uitwerken van kenmerkende beroepssituaties drs. M. Goes-Daniëls, drs. M. Dresen & dr. M. van der Klink

2 Drs. M. (Miriam) Goes is AIO bij het Ruud de Moor Centrum van de Open Universiteit Nederland. Zij verricht onderzoek naar de competentiegerichtheid van opleidingen in de BVE-sector en zij was de evaluator van de methodiek die in dit hoofdstuk wordt beschreven. Mevr. M. (Marieke) Dresen is werkzaam als projectleider Competentiematrix bij het Ruud de Moor Centrum van de Open Universiteit Nederland. Daarnaast is zij als lerarenopleider werkzaam bij Fontys Lerarenopleidingen te Sittard. Dr. M. (Marcel) van der Klink is universitair hoofdleraar bij het Onderwijstechnologisch Expertisecentrum van de Open Universiteit Nederland. Tot medio 2006 was hij programmamanager Assessment bij het Ruud de Moor Centrum van de Open Universiteit. 2

3 1. Inleiding Kenmerkend voor competentiegerichte opleidingen is dat ze doorgaans zijn opgebouwd uit een set van leertaken. Zulke taken zetten studenten aan tot handelen en reflectie. De vorm waarin dergelijke taken worden gegoten kan in de praktijk erg variëren: van projectonderwijs en probleemgestuurd onderwijs (pgo), tot case-based learning, een vorm die aan het MIT (Massachusetts Institute of Technology) wordt gehanteerd. Een belangrijke overeenkomst is echter dat dergelijke leertaken (zie Janssen-Noordman en Van Merriënboer, 2002) worden gedefinieerd als realistische situaties die aan de beroepspraktijk zijn ontleend. Zeker voor beginnende studenten zijn taken uit de beroepspraktijk doorgaans te ingewikkeld om ze tot een goed einde te brengen. Daarvoor is noodzakelijk dat de complexiteit gereduceerd wordt, maar wel met behoud van de essentie en zodanig dat de taken nog steeds als realistisch getypeerd kunnen worden. Van belang is dat leertaken hele taken blijven, dat wil zeggen dat alle basiskenmerken en omstandigheden zoals die in de beroepspraktijk voorkomen in de leertaken gerepresenteerd blijven, al is dat soms op gesimplificeerde wijze. Het ontwerpen van opleidingen waarin leertaken centraal staan is geen sinecure. Een aanpak hiervoor wordt door De Croock en Van Merriënboer (2003) elders in dit handboek beschreven. In hun bijdrage (zie hoofdstuk 5.1-4) zetten de auteurs op hoofdlijnen uiteen wat er allemaal aan ontwerpactiviteiten noodzakelijk is om tot een blauwdruk van een competentiegerichte opleiding te komen. In onze bijdrage willen we inzoomen op een specifiek aspect van het ontwerpen van competentiegericht onderwijs dat doorgaans onderbelicht blijft in ontwerpmodellen maar wel essentieel is, namelijk de analyse van beroepssituaties welke informatie moet opleveren die als input kan fungeren voor het ontwerpen van de leertaken. We presenteren een methodiek die we ontwikkeld hebben voor het analyseren en beschrijven van kenmerkende beroepssituaties van onderwijsgevenden. Eerst besteden we in paragraaf 2 enige aandacht aan de verschillende methoden die er zoal bestaan ten behoeve van de analyse van beroepspraktijken. In de paragrafen 3 en 4 wordt vervolgens ingegaan op de uitgangspunten en de werkwijze die we hebben gehanteerd in onze methodiek. Deze methodiek is op verschillende manieren geëvalueerd. De manieren waarop dat is gebeurd, alsmede de meest belangrijke uitkomsten van die evaluaties, worden in paragraaf 5 beschreven. Tot slot trekken we in paragraaf 6 een aantal conclusies en geven we aanbevelingen voor de verdere toepassing van de methodiek. 2. Verschillende methoden voor de analyse van de beroepspraktijk Over de analyse van beroepen en taken verschijnen regelmatig nieuwe publicaties maar niet alle inzichten die daarin gepresenteerd worden zijn relevant voor het ontwerpen van opleidingen. Veel analysemethodieken zijn bedoeld om HRM-instrumenten te ontwikkelen, bijvoorbeeld op het gebied van selectie, beloning en loopbaanbegeleiding, en zullen daardoor niet altijd die informatie opleveren die noodzakelijk is voor een opleidingsontwerp. Daarbij geldt als aanvullende eis voor competentiegericht opleiden dat de analysemethodieken niet alleen de essentiële kenmerken van het beroep, de taken en de competenties moeten beschrijven, maar dit ook op een zodanige wijze moet 3

4 doen dat er geen onnodig lange lijst met benodigde kennis, vaardigheden en houdingen wordt opgeleverd. Dergelijke lijsten hebben als nadeel dat de onderlinge samenhang uit het zicht verdwijnt en integratie van kennis, vaardigheden en attituden alsmede de hele leertaken naar het tweede plan worden verschoven. Op basis van publicaties van Fletcher (1997), Van der Klink en Boon (2001), Ruysseveldt, Vander Meeren en Syroit (2006) wordt in tabel 1 een beknopt overzicht gegeven van bestaande methoden voor de analyse van beroepen en taken. Methode Zelf uitvoeren van de taken Toelichting Voordelen: Geeft goed, gedetailleerd en betrouwbaar inzicht in de taakuitvoering, de samenhang tussen de taken, relaties en communicatie met anderen. Nadelen: kost veel tijd, voor risicovolle beroepen is deze methode ongeschikt, geeft geen inzicht in hoe verschillende werknemers eenzelfde taak uitvoeren Observatie van taakuitvoerders Voordelen: Zeker indien gebruik wordt gemaakt van een voorgestructureerd observatieformulier kan een gedetailleerd beeld van taken worden verkregen. Nadelen: Alleen geschikt voor waarneembaar gedrag, mentale processen blijven buiten beschouwing. Kost veel tijd. Dag- of logboek Voordelen: Kost weinig tijd en is eenvoudig uit te voeren. Nadelen: Bijhouden door werknemers kan op problemen stuiten. Gevaar van sociaal wenselijke opmerkingen is aanwezig. Interview Voordelen: Biedt mogelijkheid via combinatie van open en gesloten vragen, en doorvragen bij onduidelijkheden goed inzicht in taken te verwerven. Door groepsinterviews of interviews met functievervullers én hun leidinggevenden kan een vollediger en meer betrouwbaar beeld van taken worden verkregen. Groepsinterviews bieden mogelijkheid om individuele variatie in taakuitvoering in kaart te brengen. Nadelen: Het interviewen en het rapporteren van de interviewgegevens stellen de nodige eisen aan de uitvoerder. Vragenlijsten Voordelen: Dit is een relatief goedkope manier om grote groepen respondenten te bevragen. De verkregen gegevens zijn gemakkelijk te kwantificeren en statistisch te verwerken. Vergelijkingen met andere taken, beroepen of respondentgroepen zijn hierdoor eenvoudig uit te voeren. Nadelen: Vragenlijsten leveren alleen antwoorden op de gestelde vragen op. Doorgaans leiden vragenlijsten tot relatief weinig inzicht in de concrete werkcontext. Antwoorden kunnen mede worden ingegeven vanuit sociale wenselijkheid. Expertconferentie Voordelen: Dit levert in relatief korte tijd veel gedetailleerde en concrete informatie op. Nadelen: Met name de selectie van de experts vraagt de 4

5 nodige aandacht om tot een goede dekking van alle inzichten en opvattingen te komen. De kwantificeerbaarheid van de informatie blijft een punt van zorg. Critical-incident-techniek (CIT) Voordelen: Biedt goed inzicht in die aspecten van taken waarvan een succesvolle uitvoering essentieel is voor de functievervulling. Geeft mogelijkheden om achterliggende cognitieve operaties en overwegingen in kaart te brengen. Geeft inzicht in relatie tussen handelingen en resultaten (succes) en welke handelingen voor succes noodzakelijk zijn. Nadelen: Focust doorgaans op beperkt deel van de taken (en dus niet op de hele functie of het beroep). Selectie van de groep functievervullers en leidinggevenden is een punt van zorg, evenals de kwantificeerbaarheid van de gegevens. Desktop research (analyse van documenten en databestanden) Voordelen: Is snel en relatief eenvoudig uit te voeren. Nadelen: Volledigheid en actualiteit van de informatie kunnen onvoldoende zijn, zeker wanneer het gaat om snel veranderende taken. Tabel 1: Gangbare methoden voor de analyse van taken, functies en beroepen Er is niet gestreefd naar volledigheid, maar wel zijn de meest gehanteerde methoden in tabel 1 opgenomen. Doorgaans wordt aanbevolen om meer dan één methode in te zetten zodat de nadelen van de ene methode gecompenseerd kunnen worden door de voordelen van de andere methode. Bij de keuze van de methoden zijn de volgende overwegingen relevant: - Bepaal vooraf de mate van gedetailleerdheid van de informatie die noodzakelijk is. Voor opleidingsdoeleinden moet de informatie doorgaans tamelijk gedetailleerd zijn. - Zorg voor voldoende samenhang. Methoden die sterk focussen op het analyseren en beschrijven van afzonderlijke kennis- en vaardigheidselementen zijn niet geschikt voor het ontwerpen van competentiegericht opleiden waarin het leren wordt gestuurd door een set van leertaken. Lange lijsten bestaande uit afzonderlijke elementen van competenties ontnemen het zicht op de onderlinge samenhang. - Bedenk dat taken en beroepen in de loop van de tijd veranderen. Veel methoden besteden geen aandacht aan toekomstige veranderingen in beroepen en taken. Informatie die ouder is dan twee tot drie jaar kan hierdoor minder bruikbaar zijn voor het ontwerpen van een opleiding. 3. Uitgangspunten voor het ontwerp van onze methodiek In de volgende paragrafen wordt de door ons ontworpen en gehanteerde methodiek om kenmerkende beroepssituaties te analyseren en te beschrijven gepresenteerd. Deze methodiek is ontwikkeld en toegepast om leerwegonafhankelijke formatieve on-line assessments te ontwikkelen die onderwijsgevenden (in opleiding) kunnen benutten om een beeld te krijgen van hun eigen competentieontwikkeling. Bij de ontwikkeling van de methode hebben we de volgende uitgangspunten gekozen. 5

6 - Onder kenmerkende beroepssituaties verstaan wij situaties waarmee een beroepsbeoefenaar regelmatig te maken heeft, die van de beroepsbeoefenaar handelen vragen en die kenmerkend zijn voor het beroep (Fontys, 2005). Kenmerkende beroepssituaties zijn niet altijd kritische beroepssituaties (Flanagan, 1954). Een kritische beroepssituatie is complex van aard en bij onprofessioneel handelen zijn er majeure negatieve consequenties. Een dergelijke situatie stelt de beroepsbeoefenaar voor keuzes, problemen, dilemma's, spanningsvelden en kansen en is daarmee complex van aard. Kritische beroepssituaties zijn de situaties waar het om draait in het beroep. Dit zijn altijd kenmerkende beroepssituaties, maar niet alle kenmerkende beroepssituaties zijn kritische beroepssituaties. Het is naar ons idee ongewenst om in een initiële opleiding voor professionals alleen te focussen op de kritische beroepssituaties. Dat levert een te smalle basis op voor de verdere competentieontwikkeling. - Met betrekking tot het ontwerp van de methodiek hebben we gekozen voor een combinatie van eerdere gehanteerde methodieken zoals het groepsinterview, de expertconferentie en de vragenlijst. De Critical Incident Techniek heeft ons doordrongen van het feit dat het belangrijk is om door te vragen op wat noodzakelijk is voor succes, voor het resultaat dat wordt nagestreefd. - Tot nu toe werden onderwijsgevenden zelf lang niet altijd betrokken in discussies over beroepssituaties en competenties (Sluijsmans, 2002). In dit project is gekozen voor een actieve betrokkenheid van het veld bij het analyseren van beroepssituaties. - De beschrijvingen van kenmerkende situaties moeten duidelijk maken wat de taak van de leraar is. Het gaat in de beschrijvingen om het handelen van leraren op de werkplek. Bij competenties gaat het immers over het vermogen om in een authentieke beroepssituatie adequaat te handelen, waarbij integratie van kennis, vaardigheden en attitudes wordt verlangd. De competenties in dit project zijn de SBL-competenties (SBL staat voor: Samenwerkingsorgaan Beroepskwaliteit Leraren) zoals geformuleerd voor de wet BiO (Beroepen in het Onderwijs). Deze zijn te vinden op - Voor de beschrijving van de kenmerkende situaties is aangesloten bij het eerder genoemde 4C/ID-model dat in een bijdrage van De Croock en Van Merriënboer (2003) elders in dit handboek is opgenomen. De beschrijving van een kenmerkende situatie geeft antwoord op een drietal vragen. Ten eerste de vraag naar het resultaat. Wat moet de situatie opleveren? Wat is een bevredigend eindstadium? Ten tweede de vraag naar het gedrag. Welk gedrag wordt van de leraar gevraagd om dat resultaat te bereiken? Ten derde de vraag naar de complexiteitsfactoren. Welke factoren in de situatie maken het bereiken van de resultaten moeilijk of eenvoudiger?in paragraaf 4 beschrijven we de methodiek uitvoeriger. Door de antwoorden op deze vragen in de beschrijving van de kenmerkende situatie op te nemen, wordt het voorwerk verricht dat noodzakelijk is om tot het ontwerp van leertaken te komen conform de stappen in het 4C/IDmodel. 4. Beschrijving van de methodiek In deze paragraaf beschrijven het doel van methodiek en de stappen die worden gezet bij het hanteren van de methodiek. Per stap wordt een aantal aanbevelingen gedaan. 6

7 4.1 Doel van de methodiek De methodiek is bestemd om te komen tot beschrijvingen van kenmerkende beroepssituaties waarin tot uitdrukking komen: - De gewenste resultaten. - Het daarvoor vereiste gedrag in de situatie. - De complexiteitsfactoren die de situatie meer of minder gemakkelijk hanteerbaar maken. - De noodzakelijke competenties om dat gedrag te vertonen. 4.2 De stappen in de methodiek De methodiek omvat een drietal stappen, te weten de voorbereiding, de expertsessie zelf en de verwerking na afloop van de sessie. In figuur 1 zijn stappen en hun onderdelen schematisch weergegeven. Voorbereiding Expertsessie Verwerking 1.1. Het werven van de experts 2.1. De eerste kennismaking 3.1. Verslag maken en templates van de sessie bijwerken 1.2. Het maken van de voorbereidingsopdracht 1.3. Het verwerken van de voorbereidingsopdracht 2.2. Resultaten beschrijven 2.3. Situaties ordenen op basis van complexiteitsfactoren 3.2 Verslag en templates versturen naar coördinator 1.4. Organisatie van de sessie 2.4. Gedragingen abstraheren 2.5 Competenties scoren 3.3 Competentiekaart maken 3.4 Materiaal digitaliseren en op het web publiceren 2.6. Evaluatie sessie Figuur 1: De opbouw van de methodiek. Hierna werken we de genoemde stappen en hun onderdelen nader uit De voorbereiding De voorbereiding bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Het werven van de experts: Het werven van de experts kan op verschillende manieren geschieden. Het is bijvoorbeeld voorgekomen dat onderwijsinstellingen zelf contact opnamen 7

8 om zich aan te melden, maar onderwijsinstellingen werden ook actief door ons benaderd, hetzij op bestuursniveau hetzij op niveau van het team van leraren 2. Het maken van de voorbereidingsopdracht: Om tijdens de expertsessie het juiste detailniveau in de beschrijving van de kenmerkende situaties te realiseren en te zorgen voor goed gefundeerde input voor de discussie, maken de deelnemers vooraf een voorbereidingsopdracht over één kenmerkende beroepssituatie. De voorbereidingsopdracht bestaat uit vier onderdelen, die stapsgewijs doorlopen worden: - Stap 1 Resultaten - Stap 2 Situatiebeschrijvingen - Stap 3 Moeilijkheidsfactoren - Stap 4 Gedragingen De deelnemers geven bij de vooraf bepaalde beroepssituatie aan welke resultaten ze willen bereiken en welke gedragingen ze uitvoeren om die resultaten te behalen. Tevens geven ze per kenmerkende beroepssituatie drie beschrijvingen van voorbeelden die ze zelf in de praktijk hebben meegemaakt (zie Dresen, Joosten-ten Brinke, Goes, Van Ingen en Verstappen, 2005). De voorbereiding kost de deelnemers doorgaans veel tijd. 3. Het verwerken van de voorbereidingsopdracht: De (per ) ingeleverde voorbereidingsopdrachten worden door de gespreksleider en de co-gespreksleider bijeengebracht en verwerkt in overzichtelijke templates (die een schematische weergave bieden van de verzamelde informatie). 4. De organisatie van de sessie: De organisatie betreft het regelen van materiaal, locatie, programma e.d Aanbevelingen met betrekking tot de voorbereiding: - Zorg binnen de school voor een vaste contactpersoon, die de deelnemende leraren kent en eventueel zelf ook deelneemt. Dit kan de samenwerking en de kwaliteit van de output verbeteren. - Werk met (groepen) leraren uit een zelfde onderwijssector. Dit bevordert de communicatie omdat er reeds een gemeenschappelijke taal is. Een voorbeeld: de dagelijkse werkelijkheid van leraren uit primair en voortgezet onderwijs verschilt te veel. Bij te grote verschillen blijven de expertsessies steken in algemeenheden en oppervlakkige uitwisseling van ervaringen. - Werk met een groep van tien tot twaalf deelnemers. Dan is er voldoende variatie in achtergronden en opvattingen en kunnen alle deelnemers ook een actieve inbreng in de discussie hebben. - Selecteer de deelnemende leraren zodanig dat er voldoende variatie is in ervaring. Dit zorgt voor een betere uitwisseling. Een mix van beginners en ervaren leraren zorgt ervoor dat men kritisch bevraagt en doorvraagt. - Met betrekking tot de organisatie van de methodiek wordt aanbevolen om voorafgaand aan de eerste expertsessie een informatiemiddag te beleggen. Tijdens deze informatiemiddag staat de kennismaking met de groep en de uitleg over de methodiek van de sessie centraal De uitvoering van de expertsessie De expertsessie bestaat uit de volgende onderdelen: 8

9 1. De stand van zaken: Toegelicht wordt bijvoorbeeld de uitwerking van de vorige stap of van de vorige sessie. Ook kunnen lopende zaken worden besproken. 2. Resultaten beschrijven: De uitwerkingen van de huiswerkopdracht die de experts individueel voorafgaand aan de sessie hebben gemaakt zijn bij elkaar in een template verwerkt. De experts krijgen alle genoemde resultaten te zien en bespreken de volledigheid en de omschrijving. De rol van de gespreksleider zit met name in het volledig krijgen van de beschrijving van de kenmerkende situatie en in het verkrijgen van goede omschrijvingen van de resultaten, in het ervoor zorgen dat alle relevante gewenste resultaten in de beroepssituatie bekend worden en door de groep van experts gedeeld worden. Dit betekent dat elk resultaat besproken moet worden in de groep. Het resultaat van deze stap is een set van maximaal vijf resultaten behorende bij de besproken kenmerkende situatie. 3. Situaties ordenen op basis van moeilijkheidsfactoren: In dit onderdeel is het de bedoeling dat de experts een aantal (zes tot zeven) situaties op volgorde leggen van makkelijk naar moeilijk. De beschrijvingen van deze situaties zijn in de voorbereidingsopdracht door de experts zelf aangeleverd en door de co-gespreksleider gekopieerd naar A-4. Bij de bespreking van de ordening is het van belang dat vastgesteld wordt welke moeilijkheidsfactoren bepalen of een situatie makkelijk dan wel moeilijk is. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de moeilijkheidsfactoren die in de voorbereidingsopdracht zijn aangeleverd. Het resultaat van deze stap is een lijst van moeilijkheidsfactoren (meestal tussen vijf en zeven) 4. Gedragingen abstraheren: Dit is nodig om aan te geven welk gedrag tot welk resultaat kan leiden. Het is hierbij niet de bedoeling dat er een afvinklijst komt voor de onderwijsgevende die een gevoel van zo moet het en niet anders uitstraalt. Het doel van dit onderdeel is het verkrijgen van een set gedragingen die in de beroepssituatie vertoond moeten worden om de gewenste resultaten te bereiken. Hiervoor worden de gedragingen die de experts beschreven hebben in hun voorbereidingsopdracht besproken. De gedragingen dienen aan de volgende eisen te voldoen: concreet omschreven, herkenbaar, eenduidig en meetbaar. Tot slot wordt de lijst met gedragingen nogmaals goed doorgenomen en wordt gekeken of hiermee het gewenste resultaat behaald wordt. Het resultaat van deze stap is een lijst met belangrijke gedragingen die leiden tot het gewenste resultaat. 5. Koppelen van de gedragingen aan de competenties: Aan het einde van de sessie vragen wij de deelnemers om individueel in een template aan te geven welke competenties in die beroepssituatie aan bod komen. De bedoeling is tevens dat de deelnemers inzicht krijgen in de relatie gedrag/competentie. Het resultaat van deze stap is een overzicht van de twee belangrijkste competenties voor deze kenmerkende beroepssituatie. 6. Evaluatie van de sessie: Aan het einde van elke sessie evalueert de (co-)gespreksleider de sessie op informele wijze met de groep. De co-gespreksleider verwerkt de evaluatie in het verslag van de sessie (Dresen, Joosten-ten Brinke, Goes, Van Ingen en Verstappen, 2005). Na afloop van de reeks expertsessies vindt er een uitgebreide schriftelijke evaluatie plaats (zie paragraaf 5). Aanbevelingen met betrekking tot de uitvoering: 9

10 - Werk bij de begeleiding van de expertsessies met duo s: een gespreksleider en een cogespreksleider. Het synthetiseren van de informatie uit de voorbereidingsopdrachten, alsmede de begeleiding gedurende de sessies zelf is tamelijk intensief en doorgaans voor één gespreksleider te belastend. Ook wordt door het werken in duo s bevorderd dat er beter nagedacht kan worden over de interpretatie van de gegevens uit de voorbereidingsopdracht. Dit geldt ook voor de verwerking van de gegevens die na de sessie plaatsvindt. Van belang is dat de gespreksleider voldoende voeling heeft met de dagelijkse werkelijkheid van de deelnemers aan de sessies. Onze ervaring is dat de rol van gespreksleider goed vervuld kan worden door een ervaren leraar van de lerarenopleiding. - De methodiek verloopt in zijn oorspronkelijke vorm met vaststaande inhoudelijke onderdelen (templates) en vaststaande werkvormen. Wilt u de motivatie bevorderen, werk dan met variatie in de werkvormen. Dit bevordert de motivatie. - Lever maatwerk afhankelijk van de doelstelling van de desbetreffende beroepsinstelling. Naast variatie in werkvormen zijn ook keuzes mogelijk. Als voorbeeld kunnen we noemen: een aantal sessies gehouden bij een school voor primair onderwijs die alleen gericht waren op het onderdeel rekenen Na de expertsessie De stap na de expertsessie bestaat uit drie onderdelen, te weten: 1. Verslag maken van de sessie: Het is van belang dat er een goede verslaglegging plaatsvindt van de expertsessies. Dit betekent dat de gespreksleider of de co-gespreksleider deze rol op zich moet nemen. Het verslag kan na de sessie gemaakt worden op basis van aantekeningen en materialen, bijvoorbeeld flap-overs. 2. De templates bijwerken en een competentiekaart maken: Op basis van de input van de experts worden de templates bijgewerkt (definitief gemaakt), waarna de gegevens worden ingebracht in een competentiekaart. Een competentiekaart laat in een opslag aan de lezer zien wat de situatie inhoudt, welke competenties met name aan bod komen, welk gedrag dit vereist van de leraar en wat de moeilijkheidsfactoren van de situatie zijn. Deze wordt de eerstvolgende sessie aan de experts uitgedeeld en men kan er desgewenst via e- mail naar de gespreksleider op reageren. Daarna wordt deze competentiekaart definitief gemaakt. Deze is te vinden op: (zie figuur 2). 10

11 Figuur 2: Screendump van digitale competentiematrix 5. Evaluatie van de methode en validering van de opbrengst De methodiek is uitgevoerd met groepen leraren met gemiddeld tien deelnemers uit één schooltype onder leiding van een gespreksleider en een co-gespreksleider. De leraren waren afkomstig uit alle typen onderwijs en waren meer of minder ervaren. Doorgaans hebben de groepen vijf sessies met elkaar gewerkt, waarna de groep werd ontbonden. Naar de methodiek voor het uitwerken van kenmerkende beroepssituaties is onderzoek verricht bij de eerste zes groepen deelnemers. Tijdens de laatste sessie is met iedere groep een groepsinterview gehouden en daarnaast vulden alle deelnemers individueel een vragenlijst in. Aanvullend zijn er gesprekken gevoerd met de gespreksleiders en de ontwerpers van de methodiek, en is achtergrondinformatie bestudeerd, zoals verslagen van de sessies. De belangrijkste conclusies worden hieronder toegelicht. Meer gedetailleerde informatie over de evaluatie is te vinden in een publicatie van Goes, Dresen en Van der Klink (2005): 1. Deelnemers en gespreksleiders ervaren de methodiek als zinvol. Wat deelnemers het meeste aanspreekt is het feit dat men wordt geprikkeld om na te denken over het eigen handelen (zelfreflectie) en dat er sprake is van daadwerkelijke uitwisseling van kennis, ervaringen en complexiteitsfactoren met vakgenoten. Werken met deelnemers uit eenzelfde school heeft een positief effect op de teamontwikkeling. 2. De aansturing van de voorbereidingsopdrachten en de sessies is een punt van aandacht. De deelnemers gaven aan dat men meer variatie in de sessies zou willen waardoor het levendiger wordt. Tevens moet vooraf duidelijker informatie aan de deelnemers worden gegeven over het tijdsbeslag en de inhoud van de opdrachten. Naast een evaluatie onder deelnemers aan de sessies en anderen die bij dit project zijn betrokken, heeft ook een validering van de beschrijving van de kenmerkende beroepssituaties plaatsgevonden 11

12 met een groep externe leraren en lerarenopleiders (n = 77). De valideringsgroep vond de situaties herkenbaar en kenmerkend. Bovendien gaf de groep aan dat de beschrijvingen bruikbaar waren voor zowel lerarenopleidingen als scholen (Dresen, Goes en Smeets, 2006). 6. Tot besluit In de voorgaande paragrafen zijn we ingegaan op de methodiek voor het beschrijven van kenmerkende beroepssituaties, een methodiek die we hebben ontwikkeld en toegepast voor het in kaart brengen van kenmerkende beroepssituaties van onderwijsgevenden. Wat we met de methodiek beogen is de benodigde kennis van de beroepsbeoefenaren, in dit geval onderwijsgevenden, optimaal in kaart te brengen. We zijn ons er van bewust dat onze methodiek niet uniek is, maar dat we schatplichtig zijn aan de vele practici en theoretici die zich bezig houden met het vraagstuk van de analyse van beroepen, taken en competenties. Deels hebben we dit tot uitdrukking willen brengen in paragraaf 2 waarin we de meest gangbare analysemethoden hebben gepresenteerd. In die paragraaf hebben we geconstateerd dat het inzetten van één methode doorgaans niet effectief is omdat iedere methode naast voordelen ook nadelen kent. In onze methodiek hebben we daarom gekozen voor triangulatie. Dat wil in dit geval zeggen dat we eerst via gerichte vragen in de voorbereidingsopdracht deelnemers individueel hebben laten nadenken over kenmerkende beroepssituaties (1). In de sessies hebben we vervolgens gestreefd naar consensus over gedrag, resultaten, complexiteitsfactoren en noodzakelijke competenties door middel van groepsinterviews (2) en rondetafelconferenties (3). Juist de voorbereidingsopdracht bereidt de deelnemers gedegen voor op een betekenisvolle groepsdiscussie over het handelen in beroepssituaties. Sessies zonder een dergelijke voorbereidingsopdracht zijn naar onze mening veel minder zinvol. Om voldoende medewerking te verkrijgen van het onderwijsveld hebben we er voor gekozen om de methodiek zo veel mogelijk in te zetten in settings waar reeds een zekere ontvankelijkheid bestond voor innovatie en teamontwikkeling. Als er sprake is van meervoudige opbrengsten (voor het uitwerken van de situaties én voor de desbetreffende onderwijsinstelling) is de animo om te participeren vanzelfsprekend beduidend groter. Voorts willen we het belang van evaluatie benadrukken. Door systematisch te evalueren én de resulterende inzichten ook daadwerkelijk te benutten kan in een relatief korte tijd het aantal kinderziekten in een methodiek snel worden verminderd. In ons geval bleken de evaluatiegegevens vooral te wijzen op de wens een aantal randvoorwaardelijke en organisatorische zaken aan te pakken, zoals het beter vooraf informeren van de deelnemers en de scholen, te zorgen voor een gespreksleider met voldoende voeling met de dagelijkse werkzaamheden van de onderwijsgevenden en meer variatie in de werkvormen tijdens de expertsessies aan te brengen. Naast dergelijke evaluaties die gericht zijn op het optimaliseren van de methodiek moet er echter ook altijd worden geïnvesteerd in het evalueren van de output die met de methodiek wordt gerealiseerd (valideren). Is die volledig, bruikbaar, herkenbaar en gedetailleerd genoeg? Immers het toepassen van 12

13 deze methodiek is een kostbare zaak, gelet op de inzet van en gespreksleider én een cogespreksleider. Alleen enthousiaste reacties van deelnemers zijn niet genoeg om de kosten te verantwoorden! Een punt van aandacht is dat de methodiek tamelijk veel tijd vereist, zeker in vergelijking met andere methodieken (zie bijvoorbeeld Den Boer e.a., 2004). Echter naarmate er meer expertsessies plaats hadden gevonden merkten we dat de tijdsduur voor de verwerking van het huiswerk en het verwerken van de resultaten van de sessie langzamerhand afnam. Zolang er gewerkt wordt in settings waarin er sprake is van meervoudige opbrengsten (voor de uitwerking van beroepssituaties én voor de onderwijsinstelling/team) weet deze methodiek naar onze opvatting een acceptabele balans tussen kosten en baten te realiseren. Naar onze mening is deze methodiek ook geschikt voor het in kaart brengen van kenmerkende beroepssituaties van andere beroepsgroepen dan onderwijsgevenden. Te denken valt aan beroepen in de gezondheidszorg, de sociaal-pedagogische hulpverlening etc. Daarvoor is wel noodzakelijk dat aan de voorwaarden voor de toepassing van de methodiek is voldaan, namelijk dat er wel al een set competenties en kenmerkende beroepssituaties voor het beroep is geïndiceerd. Immers, de methodiek die we hier hebben beschreven is vooral bedoeld om tot een verdere concretisering en detaillering van situaties te komen. Mochten beroepssituaties en competenties nog niet op hoofdlijnen zijn vastgesteld, dan verdient het aanbeveling dit eerst te doen. Zie hiervoor bijvoorbeeld de methodiek die door Van der Klink en Boon (2001) in hoofdstuk van dit handboek is beschreven. Daarnaast willen we benadrukken dat de beschrijvingen die via deze methodiek worden opgeleverd beperkt houdbaar zijn. Zeker in het onderwijsveld waarin de snelheid van de ontwikkelingen in het beroep behoorlijk groot is, is het aanbevelenswaardig om regelmatig de beschrijvingen te reviseren. Een revisie na een periode van zo n drie jaar lijkt ons dan ook gewenst. Tot slot willen we opmerken dat het houden van expertsessies een zeer zinvolle manier is om leraren onderling gestructureerd te laten discussiëren over het eigen handelen. Zelfs los van de doelstelling van het verkrijgen van input voor opleidingsdoeleinden, is deze methodiek naar onze mening zinvol om teams uit te nodigen tot het doordenken en reflecteren op het eigen professionele handelen. Omdat het leiden van expertsessies geen sinecure is, hebben we onze ervaringen hiermee vastgelegd in een handleiding die voor geïnteresseerden bij het Ruud de Moor Centrum is op te vragen (zie Dresen, Joosten-ten Brinke, Goes, Van Ingen en Verstappen, 2005). Literatuur Boer, P. den, R. Klarus, G. Tijssen & E. ter Wee (2004). Levensechte verhalen als basis voor het competentieprofiel. Ervaring met ervaringen verzamelen. Wageningen, Stoas. Croock, M.B.M. de, & J.J.G. van Merriënboer (2003). Een trainingsblauwdruk voor het leren van complexe cognitieve vaardigheden: het 4C/ID-model. Handboek Effectief Opleiden,

14 Dresen, M., M. Goes & A. Smeets, (2006). Resultaten Pilot Competentiematrix, Interne publicatie Ruud de Moorcentrum. Heerlen, Open Universiteit. Dresen, M., D. Joosten-ten Brinke, M. Goes, S. van Ingen & I. Verstappen, (2005). Handleiding gespreksleiders expertsessie. Heerlen, Open Universiteit Nederland, Ruud de Moorcentrum. Flanagan, J.C. (1954). The critical incident technique. Psychological Bulletin, 41, pp Fletcher, S. (1997). Analysing competence: tools and techniques for analysing jobs, roles and functions. London: Kogan Page. Fontys (2005). Biloba op weg naar assessments. Notitie voor Fontys-medewerkers, Eindhoven: Fontys. Goes, M., M. Dresen, & M.van der Klink, (2005). Zonder leraren geen meesterlijke ontwikkeling. Het uitwerken van kenmerkende beroepssituaties. Working Paper. Heerlen: Open Universiteit Nederland, Ruud de Moorcentrum. Janssen-Noordman, A.M.B. & J.J.G. van Merriënboer (2002). Via leertaken naar complexe vaardigheden. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff. Klink, M.R. van der & J. Boon, (2001). Het ontwikkelen van beroepsprofielen. Handboek Effectief Opleiden, Den Haag, Elsevier. Merriënboer, J.J.G. van, (2004). Competentiegericht opleiden, presentatie voor het Onderwijskundig Netwerk UT, 8 november Ruysseveldt, J. van, W. Van der Meeren & J. Syroit, J. (2006). Functieanalyse. In: Open Universiteit Nederland, Cursus Selectiepsychologie: selectie en assessment, pp Heerlen: Open Universiteit Nederland. Sluijsmans, D.M.A. (2002). Student involvement in assessment (Academisch Proefschrift). Heerlen: Open Universiteit Nederland. Urls:

Zonder leraren geen meesterlijke ontwikkeling

Zonder leraren geen meesterlijke ontwikkeling WORKING PAPER Miriam Goes, Marieke Dresen, Marcel van der Klink Zonder leraren geen meesterlijke ontwikkeling Het uitwerken van kenmerkende beroepssituaties Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Beeldvorming als Leidraad voor Leiderschap

Beeldvorming als Leidraad voor Leiderschap Beeldvorming als Leidraad voor Leiderschap in de reflectie zie je de bron Effectief Leiderschap.. een persoonlijke audit U geeft leiding aan een team, een project of een afdeling. U hebt veel kennis, u

Nadere informatie

Michiel Kroon & Stijn Hulshof

Michiel Kroon & Stijn Hulshof IJBURGCOLLEGE.NL Profielproduct Verantwoording & 02-06-2012 Activiteiten Voor het tot stand komen van dit profielproduct zijn de volgende stappen doorlopen (zie ook figuur 1): 1. Literatuuranalyse van

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Innovatief onderwijs ontwerpen

Innovatief onderwijs ontwerpen Innovatief onderwijs ontwerpen De ontwerpprincipes van het 4CID-model Bert Hoogveld Ameike Janssen-Noordman Jeroen van Merriënboer Eerste druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten 264199_Book.indb 3 4

Nadere informatie

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

ZAKELIJKE COMMUNICATIE. Schriftelijk. Handleiding competentiegerichte assessments. Diddo van Zand

ZAKELIJKE COMMUNICATIE. Schriftelijk. Handleiding competentiegerichte assessments. Diddo van Zand ZAKELIJKE COMMUNICATIE Schriftelijk Handleiding competentiegerichte assessments Diddo van Zand Inleiding Schriftelijk communiceren is en blijft een belangrijke competentie voor alle hogere beroepsgroepen.

Nadere informatie

Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingsschool

Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingsschool Werkplekleren Werkplekleren: het han Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingsschool Miranda Timmermans en Bas van Lanen Beide auteurs zijn verbonden aan de Hogeschool Arnhem en Nijmegen, Faculteit

Nadere informatie

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding Inleiding Het LEOZ (Landelijk Expertisecentrum Onderwijs en Zorg) is een samenwerkingsproject van: Fontys Hogescholen, Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg,

Nadere informatie

Voorbeeldmateriaal cursus O.23.4.1.1: Ontwerpen van onderwijs en opleidingen

Voorbeeldmateriaal cursus O.23.4.1.1: Ontwerpen van onderwijs en opleidingen Voorbeeldmateriaal cursus O.23.4.1.1: Ontwerpen van onderwijs en opleidingen Cursusintroductie Inhoud van de cursus In de cursus Ontwerpen van onderwijs en opleidingen, gaat u met behulp van het door van

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraren

Bekwaamheidseisen leraren Concept eindversie 20 mei 2004 Bekwaamheidseisen leraren Stichting Beroepskwaliteit Leraren en ander onderwijspersoneel Inleiding Wat goed onderwijs is, wordt bepaald door de samenleving. Die stelt zich

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Wijdemeren

Rekenkamercommissie Wijdemeren Rekenkamercommissie Wijdemeren Protocol voor het uitvoeren van onderzoek 1. Opstellen onderzoeksopdracht De in het werkprogramma beschreven onderzoeksonderwerpen worden verder uitgewerkt in de vorm van

Nadere informatie

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Voorstellen voor onderzoekspresentaties Mbo Onderzoeksdag Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Indienen van een voorstel kan tot en met 15 mei 2015 via e-mailadres:

Nadere informatie

Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1

Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1 Weblogs 1 Het weblog als instrument voor reflectie op leren en handelen: Een verkennende studie binnen de eerste- en tweedegraads lerarenopleiding 1 Iwan Wopereis Open Universiteit Nederland Peter Sloep

Nadere informatie

Het Sectorwerkstuk. Naam leerling

Het Sectorwerkstuk. Naam leerling Het Sectorwerkstuk Nakijkboekje: Naam leerling Naam docent Titel werkstuk Het werkstuk wordt nagekeken met behulp Van de formulieren in dit boekje door de begeleider en eventueel (afspreken!) een andere

Nadere informatie

Vraagje. Een honkbalknuppel met bal kost 1,10 De knuppel kost één euro meer dan de bal Hoe duur is de bal? Wat komt er als eerste op in je hoofd?

Vraagje. Een honkbalknuppel met bal kost 1,10 De knuppel kost één euro meer dan de bal Hoe duur is de bal? Wat komt er als eerste op in je hoofd? Vraagje Een honkbalknuppel met bal kost 1,10 De knuppel kost één euro meer dan de bal Hoe duur is de bal? Wat komt er als eerste op in je hoofd? Voorstellen Marike Hendriks Erica Baarends Achtergrond:

Nadere informatie

Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek. Prof. dr. Perry den Brok

Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek. Prof. dr. Perry den Brok Nieuwe didactiek vwo 2 en 3 Connect College: resultaten van een onderzoek Prof. dr. Perry den Brok Betrokkenen Connect College (opdrachtgever) Kennisnet (subsidie onderzoek) Technische Universiteit Eindhoven

Nadere informatie

CST: Leergroep rond samenwerkend leren via on line discussiegroepen

CST: Leergroep rond samenwerkend leren via on line discussiegroepen CST: Leergroep rond samenwerkend leren via on line discussiegroepen Tammy Schellens & Bram De Wever Vakgroep Onderwijskunde Universiteit Gent Hoe gebruiken we online discussiegroepen als didactische werkvorm?

Nadere informatie

PILOTONDERZOEK SOCIALE KWALITEIT. Alphons Laudyschool

PILOTONDERZOEK SOCIALE KWALITEIT. Alphons Laudyschool PILOTONDERZOEK SOCIALE KWALITEIT Alphons Laudyschool Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 14UA OKE 02 VSO Onderzoeksnummer : 254088 Datum onderzoek : 16-17 december 2013 Datum vaststelling : 20 februari 2014

Nadere informatie

Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning

Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning Helder &Wijzer Mijn opdrachten In een kort, blended programma In het kort Voor wie docenten/trainers die blended opdrachten willen leren ontwerpen en ontwikkelen

Nadere informatie

Meten is weten: Inzicht krijgen in de opbrengsten van jouw inspanningen in de buurt

Meten is weten: Inzicht krijgen in de opbrengsten van jouw inspanningen in de buurt Meten is weten: Inzicht krijgen in de opbrengsten van jouw inspanningen in de buurt Vandaag Vandaag Reden voor Monitoring en Evaluatie: M&E Wat is M&E? Monitoren en evalueren: theorie en praktijk Tips

Nadere informatie

LEOZ Generiek competentieprofiel leraar Passend Onderwijs: de ontwikkelscan

LEOZ Generiek competentieprofiel leraar Passend Onderwijs: de ontwikkelscan LEOZ Generiek competentieprofiel leraar Passend Onderwijs: de ontwikkelscan Juni 2013 Erica de Bruïne (Hogeschool Windesheim) Hans van Huijgevoort (Fontys OSO) Hettie Siemons (Hogeschool Utrecht, Seminarium

Nadere informatie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie

Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Begrippenkader Studieloopbaanbegeleiding en Reflectie Kariene Mittendorff, lectoraat Innovatief en Effectief Onderwijs Studieloopbaanbegeleiding Binnen scholen wordt op verschillende manieren gewerkt aan

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 1 e herziene druk: november 2013 ISBN:

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

Methodiek Actieonderzoek

Methodiek Actieonderzoek Methodiek Actieonderzoek C O M M U N I T Y D E V E L O P M E N T College 4 17 september 2012 Docent: Elly Hellings Leerdoel college 4 Leerdoel: meer kennis over de verschillende methodieken van actieonderzoek

Nadere informatie

2013-2017. Huiswerkbeleid

2013-2017. Huiswerkbeleid 01-017 Huiswerkbeleid Inhoudsopgave Beschrijving doelgroep Visie op onderwijs Basisvisie Leerinhouden/Activiteiten De voor- en nadelen van het geven van huiswerk Voordelen Nadelen Richtlijnen voor het

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

Liesbeth Baartman & Raymond Kloppenburg, Hogeschool Utrecht, januari 2013

Liesbeth Baartman & Raymond Kloppenburg, Hogeschool Utrecht, januari 2013 KIT: KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s in beroepsgericht onderwijs Zelfevaluatie-instrument voor docenten Website: www.kwaliteit-toetsprogramma.nl conceptversie 14-03-2013 In onderstaand schema vindt

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12 Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12 Naam student: Studentnummer: Naam beoordelende docent: Datum: Toets code Osiris: Algemene eisen (voor een voldoende beoordeling van het

Nadere informatie

1.5. Susan Beckers en Linda Verheijen 3 : De nieuwe rol van de slb er op de werkplek.

1.5. Susan Beckers en Linda Verheijen 3 : De nieuwe rol van de slb er op de werkplek. HOOFDSTUK 1: CURRICULUM 1.5. Susan Beckers en Linda Verheijen 3 : De nieuwe rol van de slb er op de werkplek. Susan Beckers en Linda Verheijen beschreven onderzoek naar de veranderende rol van de slb er

Nadere informatie

Wiskunde en informatica: innovatie en consolidatie Over vragen in het wiskunde- en informaticaonderwijs

Wiskunde en informatica: innovatie en consolidatie Over vragen in het wiskunde- en informaticaonderwijs Tijdschrift voor Didactiek der β-wetenschappen 22 (2005) nr. 1 & 2 53 Oratie, uitgesproken op 11 maart 2005, bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Professionalisering in het bijzonder in het onderwijs

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Training IPMA PMO. Nóg sterker worden binnen het vak van PMO. www.winpmoopleidingen.nl

Training IPMA PMO. Nóg sterker worden binnen het vak van PMO. www.winpmoopleidingen.nl Training IPMA PMO Nóg sterker worden binnen het vak van PMO Training van WIN PMO. De IPMA PMO opleiding Sinds 2015 is het mogelijk om een IPMA PMO certificaat te behalen bij IPMA Certificering NL (voormaling

Nadere informatie

Job Aid: Hoe kun je een responsiecollege vormgeven?

Job Aid: Hoe kun je een responsiecollege vormgeven? Job Aid: Hoe kun je een responsiecollege vormgeven? Doel van een responsie college Het is een plenaire bijeenkomst (PB) waar studenten vragen over de leerstof kunnen stellen. Zij moeten zich hiervoor altijd

Nadere informatie

Procesevaluatie Effectief Actief 2013. Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof

Procesevaluatie Effectief Actief 2013. Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof Procesevaluatie Effectief Actief 2013 Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof VOORWOORD Effectief Actief (EA) is een programma geïnitieerd door het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB). Het heeft als doel

Nadere informatie

Leergang Deelnemeradministraties

Leergang Deelnemeradministraties DEFINITIEF Leergang Deelnemeradministraties 1/9 21 november 2013 PBLQ HEC - Leergang Deelnemeradministraties Leergang Deelnemeradministraties Plan van Aanpak versie 1.0 datum 21 november 2013 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Samenwerking & Bedrijfsvoering

Samenwerking & Bedrijfsvoering Samenwerking & Bedrijfsvoering Plan van Aanpak Plan van aanpak: Themaonderzoek Samenwerking en Bedrijfsvoering Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk opdrachtgever Naam projectleider T.C.C. den Braanker C.A.

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

Resonans geletterdheidsmodules

Resonans geletterdheidsmodules Resonans geletterdheidsmodules Provinciaal Onderwijs Vlaanderen 8 mei 2014 Inhoud 1. Wat 2. Ontwikkeling 3. Stand van zaken 4. Mogelijkheden en beperkingen 5. Organisatie 6. Vragenronde 7. Inhoudelijke

Nadere informatie

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten Beoordeling Te behalen Behaald 1. Past het onderwerp/ontwerp bij het vak/de vakken? 1 Herkenbaarheid van het vak of de vakken. Past het onderwerp

Nadere informatie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie Toetsvormen Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie 1 Waarom wordt er getoetst? Om te beoordelen in hoeverre de student in staat is te handelen zoals op academisch

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift HOGESCHOOL ROTTERDAM Pedagogisch didactisch getuigschrift Pedagogisch Didactisch Getuigschrift Handleiding voor de coach Instituut voor Lerarenopleidingen Versie 24.11.16 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3

Nadere informatie

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK R.K.B.S. "SINT MAARTENSCHOOL"

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK R.K.B.S. SINT MAARTENSCHOOL RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK R.K.B.S. "SINT MAARTENSCHOOL" School : r.k.b.s. "Sint Maartenschool" Plaats : Bolsward BRIN-nummer : 16UZ Onderzoeksnummer : 88793 Datum schoolbezoek : 12 december 2006 Datum

Nadere informatie

Herregistratie-eisen EIF en voor ICT groepen

Herregistratie-eisen EIF en voor ICT groepen Herregistratie-eisen EIF en voor ICT groepen A L G E M E N E I N F O R M A T I E D O O R A L E T T E B R U N E T D E R O C H E B R U N E + T H E S R A H I L T E - O L D E S C H E P E R, B E I D E N A R

Nadere informatie

Thema 1: Het leren (bevorderen) 19

Thema 1: Het leren (bevorderen) 19 I nhoud Voorwoord 5 Inleiding 15 Thema 1: Het leren (bevorderen) 19 1 Het leerproces van studenten 21 1.1 Waarom het leerproces van studenten? 21 1.2 Het leerproces volgens Biggs 22 1.3 Leeractiviteiten

Nadere informatie

Het onderzoeken van Persoonlijke Kwaliteiten

Het onderzoeken van Persoonlijke Kwaliteiten Het onderzoeken van Persoonlijke Kwaliteiten De Leeuw Consult Leerdam Persoonlijke kwaliteiten zijn bepalend voor succes De kwaliteiten en mogelijkheden (capaciteiten, persoonlijkheid en vaardigheden)

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

Werkdocument 1 Opleidingsconcept

Werkdocument 1 Opleidingsconcept Samenvatting De basis van de samenwerking binnen Samenscholing.nu is de gezamenlijke visie op de eisen waaraan onderwijskrachten in Rotterdam moeten voldoen. De aard van de opleiding is afgestemd op het

Nadere informatie

Handreiking zelfevaluatie functioneren van het bestuur

Handreiking zelfevaluatie functioneren van het bestuur Handreiking zelfevaluatie functioneren van het bestuur Met onderstaande handreiking wil OPF aangesloten ondernemingspensioenfondsen helpen bij het organiseren van de zelfevaluatie van het functioneren

Nadere informatie

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen Begrippenlijst Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden Register Zorgprofessionals Uitvoeringsregelingen Vastgesteld door het College Kwaliteitsregister V&V en Register Zorgprofessionals op 10

Nadere informatie

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties

Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Zelfdiagnostische vragenlijst verandercompetenties Het gaat om de volgende zeven verandercompetenties. De competenties worden eerst toegelicht en vervolgens in een vragenlijst verwerkt. Veranderkundige

Nadere informatie

Het opstellen van competentieprofielen Competentieontwikkeling

Het opstellen van competentieprofielen Competentieontwikkeling Het opstellen van competentieprofielen Competentieontwikkeling Deze nota heeft tot doelstelling enige handvaten te geven bij de sessies rond het opstellen van competentieprofielen. In een competentieprofiel

Nadere informatie

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training

Doel training. Programma Programma Voordelen voor de kandidaat. Uitgangspunten EVC. Assessoren en EVC-begeleiders training Assessoren en EVC-begeleiders training 19 februari 2009 en 15 januari 2010 Desirée Joosten-ten Brinke, CELSTEC, Open Universiteit Nederland Doel training Aan het einde van deze training weten de deelnemers:

Nadere informatie

WELKOM. Dorien Gerards (Zuyd hogeschool)

WELKOM. Dorien Gerards (Zuyd hogeschool) WELKOM Dorien Gerards (Zuyd hogeschool) Klinisch redeneren in het fysiotherapie onderwijs TMO okt. 2011, vol 30 nr 5 programma Fysiotherapie Klinisch redeneren Aspecten van 4C-ID Onderzoek Discussie Fysiotherapie

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Opdrachten

Nadere informatie

Professionalisering ontwikkelteam NID Duaal

Professionalisering ontwikkelteam NID Duaal Professionalisering ontwikkelteam NID Duaal Heerlen, 4 oktober 2011, Hogeschool Zuyd, Heerlen Dr. Bert Hoogveld, Open Universiteit, CELSTEC Drs. Diny Ebrecht, Open Universitieit, CELSTEC. Visionen für

Nadere informatie

Inleiding. Projectonderwijs.slo.nl 1/5

Inleiding. Projectonderwijs.slo.nl 1/5 Inleiding Deze handleiding informeert lerarenopleiders en onderwijsondersteuners over de cursus waarmee zij docenten kunnen professionaliseren in het ontwikkelen van projectonderwijs. Na een korte verantwoording

Nadere informatie

Om te beginnen. Waarom dit boek?

Om te beginnen. Waarom dit boek? Om te beginnen Waarom dit boek? Leraren in alle onderwijssectoren zijn continu bezig om hun werk onderwijs verzorgen op de best mogelijke manier te doen. Ze hebben hart voor hun leerlingen, hun vak, hun

Nadere informatie

Bijlage 2: Oorspronkelijke vragenlijst kwaliteit stage

Bijlage 2: Oorspronkelijke vragenlijst kwaliteit stage Bijlage 2: Oorspronkelijke vragenlijst kwaliteit stage Deze vragenlijst is de integrale vragenlijst zoals ze letterlijk werd overgenomen uit het werk Leren en beoordelen op de werkplek van Piet Hendriks

Nadere informatie

Zelfgestuurd leren kun je niet zelfgestuurd leren. Emmy Vrieling

Zelfgestuurd leren kun je niet zelfgestuurd leren. Emmy Vrieling Zelfgestuurd leren kun je niet zelfgestuurd leren Emmy Vrieling Overzicht presentatie Wat is zelfgestuurd leren? Aanleiding Doelen Zeven ontwerpprincipes Diagnostisch instrument Interventies op basis van

Nadere informatie

Beoordelen in het HBO

Beoordelen in het HBO Beoordelen in het HBO Eef Nijhuis Saxion Joke van der Meer HAN RIZO 12 maart 2013 Competentiegericht leren Competenties bepalen de inhoud van leren en toetsen Leren en beoordeling zijn gericht op effectief

Nadere informatie

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn 2015-2016 Stageopdracht Effectief leren 1 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Werken aan competenties... 3 Praktijkopdracht Effectief leren... 3 Bijlage 1: Beoordelingsformulier...

Nadere informatie

Rapport enquête en workshop (Bio Vak Zwolle 2012) Locale rassen; het juiste ras locatie teler concept Bertus Buizer & Kitty de Jager, december 2012

Rapport enquête en workshop (Bio Vak Zwolle 2012) Locale rassen; het juiste ras locatie teler concept Bertus Buizer & Kitty de Jager, december 2012 Rapport enquête en workshop (Bio Vak Zwolle 2012) Locale rassen; het juiste ras locatie teler concept Bertus Buizer & Kitty de Jager, december 2012 Inleiding: De veredeling van gewassen heeft onder andere

Nadere informatie

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein Cultuursurvey Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT Maaike Ketelaars Ton Klein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 2 Eerste voorstel voor de aanpassing van de vragenlijst... 7 2.1 Oorspronkelijke

Nadere informatie

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40 ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3 Code Ad3 Lestijden 40 Studiepunten n.v.t. Ingeschatte totale 120 studiebelasting (in uren)

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Doel van het onderzoek

Doel van het onderzoek Op weg naar JOB-monitor 2016 JOB, de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs is de belangenbehartiger van een half miljoen mbostudenten. JOB voert in 2016 voor de negende keer onderzoek uit naar de tevredenheid

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/41478 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hei, Miranda de Title: Collaborative learning in higher education : design, implementation

Nadere informatie

Profiel lid Raad van Toezicht

Profiel lid Raad van Toezicht Profiel lid Raad van Toezicht De huidige Raad van Toezicht (RvT) bestaat uit zes leden. De RvT streeft naar een maatschappelijk heterogene samenstelling van leden die herkenbaar en geloofwaardig zijn in

Nadere informatie

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal 360 GRADEN FEEDBACK Jouw competenties centraal Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Over gedrag en de... 4 3. Totaalresultaten... 5 4. Overzicht scores per competentie... 7 5. Overschatting-/onderschattinganalyse...

Nadere informatie

SROI Quick Scan als basis voor contractinnovatie

SROI Quick Scan als basis voor contractinnovatie SROI Quick Scan als basis voor contractinnovatie Het contracteren van de juiste zorg op de juiste plek Vitaal Thuis is een veldcoalitie: van en voor veldpartijen. Samen zetten we met de Werkgroep Structurele

Nadere informatie

Rapport over het werkprofiel van Accountmanager

Rapport over het werkprofiel van Accountmanager Rapport over het werkprofiel van Accountmanager Identificatienummer: Publicatiedatum: 9 april 2015 Leeswijzer Dit rapport omschrijft het werkprofiel van 'Accountmanager' zoals die door Torck International

Nadere informatie

Themaboek IBL2 Beleidsadviseur 5

Themaboek IBL2 Beleidsadviseur 5 Project Balanced Scorecard Vakcode 56012 Verantwoordelijke dhr. H. Kevelham ECTS 6 Kwartiel 1.3 en 1.4 Competenties IBL1, IBL2, IBL3, IBL7 Prestatie-indicatoren 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 2.1, 2.2, 2.3,

Nadere informatie

Professionalisering ontwikkelteam NID Duaal

Professionalisering ontwikkelteam NID Duaal Professionalisering ontwikkelteam NID Duaal Heerlen, 13 sep 2011, Hogeschool Zuyd, Heerlen Dr. Bert Hoogveld, Open Universiteit, CELSTEC Drs. Diny Ebrecht, Open Universitieit, CELSTEC. Visionen für die

Nadere informatie

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk werk Samenwerkingsvaardigheden. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk werk Samenwerkingsvaardigheden. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Module Code Lestijden Studiepunten Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot Graduaat Maatschappelijk werk Samenwerkingsvaardigheden AC2 40 n.v.t.

Nadere informatie

Deze presentatie. Context. Visie. Bedoeling. Asynchroon medium

Deze presentatie. Context. Visie. Bedoeling. Asynchroon medium Deze presentatie Samenwerken in asynchrone discussiegroepen: ontwerpprincipes en praktijkervaringen in onderwijskunde en stage pediatrie. Tammy Schellens & Bram De Wever Vakgroep Onderwijskunde Universiteit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Hoofdstuk 1 vormt de algemene inleiding van het proefschrift. In dit hoofdstuk beschrijven wij de achtergronden, het doel, de relevantie en de context van het onderzoek, en de

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

Verspreiden en borgen: werkwijze om andere locaties binnen de organisatie veilig te maken

Verspreiden en borgen: werkwijze om andere locaties binnen de organisatie veilig te maken Verspreiden en borgen: werkwijze om andere locaties binnen de organisatie veilig te maken Dat men zich bewust is van een probleem en een mogelijke oplossing (een verbetertraject) leidt niet automatisch

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL

Nadere informatie

Steeman HRD Assessment Centers

Steeman HRD Assessment Centers Steeman HRD Wijk bij Duurstede www.steemanhrd.com info@steemanhrd.com tel: +31 (0)6 2367 1321 Steeman Human Resource Development ondersteunt individuele medewerkers, teams en organisaties bij het formuleren,

Nadere informatie

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren NVAO 17 augustus 2010 Inhoud 1 Certificering 3 2 Taken en competenties 3 2.1 Rapport 3 2.2 Procesgang 4 2.3 Vaardigheden 5 3 Gedragscode

Nadere informatie

Praktijkplein Titel: Toepassing: Koppeling met het Operational Excellence Framework: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen.

Praktijkplein Titel: Toepassing: Koppeling met het Operational Excellence Framework: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen. Praktijkplein Titel: Implementatiemethodieken: ontwerpen en ontwikkelen. Toepassing: Beknopte samenvatting van twee implementatiemethodieken en hun toepassing bij het implementeren van een operational

Nadere informatie

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren Het forum AOS docentonderzoek Rapporteren en presenteren Wanneer is je onderzoek geslaagd? Evalueren en beoordelen Oefening 4 (pagina 316 of 321) Rapporteren en presenteren Verspreiding van resultaten

Nadere informatie

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO 21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs Maaike Rodenboog, SLO m.rodenboog@slo.nl SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Onafhankelijke, niet-commerciële positie als

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

BEGELEIDINGSNOODZAAK

BEGELEIDINGSNOODZAAK SAMENVATTING VASTSTELLEN BEGELEIDINGSNOODZAAK IN DE PRAKTIJK Maria J.E. Schouten MSc., dr. Karen Nieuwenhuijsen, drs. Saskia Andriessen, Stefan van der Veen MSc, prof. dr. Monique H.W. Frings- Dresen Financiering

Nadere informatie

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen Begrippenlijst Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden Register Zorgprofessionals Uitvoeringsregelingen Vastgesteld door het College Kwaliteitsregister V&V en Register Zorgprofessionals op 10

Nadere informatie

Op weg naar JOB - Monitor 2014

Op weg naar JOB - Monitor 2014 Op weg naar JOB Monitor 2014 JOB, de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs, belangenbehartiger van een half miljoen mbostudenten, voert voor de achtste keer onderzoek uit naar de tevredenheid van studenten

Nadere informatie