EXTRA. 25 Brainstormtechnieken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EXTRA. 25 Brainstormtechnieken"

Transcriptie

1 EXTRA 25 Brainstormtechnieken A. Kennismakingstechnieken en energizers A.1 Foto-introductie A.2 De sleutelbos A.3 Volgordespel A.4 Opgestaan is plaats vergaan A.5 De vuilniszak A.6 Energizers B. Brainstormtechnieken om te divergeren B.1 Spontane braindump B.2 Vooronderstellingen B.3 SCAMPER B.4 Bloemassociatie B.5 Natuuranalogie B.6 Stripheldanalogie B.7 Gekke dingen B.8 Insightspel B.9 Kruip in de huid van C. Brainstormtechnieken om te convergeren C.1 Groeperen van ideeën C.2 Selecteren van ideerichtingen C.3 Sambal bij? C.4 Peper en zout C.5 Montwikkelen (Minpunten ontwikkelen) C.6 Multicriteria selecteren van conceptboards C.7 I love you D. Overige technieken D.1 TRIZ D.2 SIT D.3 Zes denkhoeden

2 De new product brainstorm is opgebouwd volgens de principes van de klassieke brainstorm. De aanpak kent een divergerende en een convergerende fase. De technieken zijn ingedeeld naar de fase waarin je ze kunt gebruiken. Deel A geeft een toelichting van twee hulptechnieken: manieren om de kennismaking bij de start te faciliteren en enkele fysieke oefeningen om weer meer energie in de groep te krijgen, de zogenaamde energizers. Deel B beschrijft negen technieken voor de divergentiefase, deel C zeven voor de convergentiefase. Tot slot worden in deel D drie overige technieken gepresenteerd. De brainstormtechnieken worden toegelicht aan de hand van vijf vragen: 1. Wat: wat is het voor brainstormtechniek? 2. Waarom: waarom gebruik je deze techniek? 3. In welke gevallen: in welke gevallen is deze techniek bruikbaar? 4. Waar: waar in het brainstormproces is deze techniek effectief? 5. Hoe: hoe voer je deze techniek uit? o hoelang duurt het toepassen van de techniek? o met hoeveel deelnemers kun je de techniek uitvoeren? o welke stappen doorloop je als facilitator? Twee overige technieken zijn TRIZ en SIT. Dit zijn van origine geen brainstormtechnieken want ze dienen voor systematische innovatie. Toch leert de ervaring dat onderdelen van beide technieken heel goed bruikbaar zijn in een new product brainstorm. Daarom zijn ze hier opgenomen. Ze worden beschreven op basis van hun toepassing in een new product brainstorm. Natuurlijk zijn deze technieken ook goed bruikbaar in brainstorms over hele andere onderwerpen of doelstellingen. In de praktijk zal dat weinig verschil uitmaken.

3 A.1 Foto-introductie minuten deelnemers. Op een tafel langs de kant ligt een bonte verzameling van honderd tot tweehonderd foto s/plaatjes. De facilitator vraagt iedereen een foto uit te kiezen die iets over hem/haar persoonlijk vertelt. De deelnemers kiezen een foto uit en gaan weer zitten. De facilitator kiest een extravert persoon die zich duidelijk al op zijn gemak voelt om als eerste iets over zichzelf te vertellen aan de hand van de foto. Daarna volgen de anderen. Effectieve variant: Je kunt ook de deelnemers vragen zelf een foto te maken en mee te nemen. Het is leuk en effectief om dit te koppelen aan de innovatieopdracht. In een new product brainstorm over nieuwe reisproducten kun je de deelnemers bijvoorbeeld bij de uitnodiging vragen een foto mee te nemen van hun favoriete vakantie. Of bij een brainstorm over nieuwe simulatiesoftware voor autobotsproeven kun je de deelnemers vragen zichzelf voor te stellen aan de hand van een foto van hun eigen auto. A.2 De sleutelbos Alle deelnemers hebben altijd sleutels bij zich. Die vormen een prachtig opstapje om inzicht te krijgen in iemands leven: de sleutel van een tweede huisje, de sleutel van de buren, de sleutel van het huis van inmiddels uitwonende kinderen, de sleutel van het bureau, de sleutel van de auto. Deze techniek leidt ook altijd vrij snel tot een lacherig, relaxte sfeer als iedereen zich herkent in de persoon die vertelt dat hij niet weet waarvoor een bepaalde sleutel is! minuten deelnemers. De facilitator vraagt elke deelnemer zich persoonlijk voor te stellen aan de hand van een sleutel uit de eigen sleutelbos. Wat voor sleutel is het? Waarom draag je hem bij je? De facilitator kiest een extravert persoon die zich duidelijk al op zijn gemak voelt om als eerste iets over zichzelf te vertellen aan de hand van zijn sleutelbos. Daarna volgen de anderen. Effectieve variant: In plaats van de sleutelbos kun je de deelnemers vragen zich voor te stellen aan de hand van de inhoud van de portefeuille of portemonnee. Vaak bevatten deze foto s van partners en kinderen en een bonte verzameling aan bankpasjes, klantenkaarten en verenigingspasjes. Voor een new product brainstorm in sectoren als autoleasing, retail, banken of verzekeringsmaatschappijen leg je bovendien direct een link naar de innovatieopdracht. A.3 Volgordespel Direct na een voorstelrondjes met foto s, sleutelbos of portemonnee kun je de deelnemers in beweging krijgen met een volgordespel. Je zorgt hiermee dat ze in beweging komen, direct moeten samenwerken en bovendien nog meer over elkaar te weten komen. 10 minuten.

4 12 16 deelnemers. De facilitator vraagt de deelnemers ruimte te maken en bij elkaar te gaan staan om gezamenlijk eens te bekijken hoe snel ze kunnen samenwerken. De facilitator geeft opdrachtjes en de groep voert ze uit. De opdrachtjes luiden als volgt. Ga op volgorde staan naar: o Lengte o Leeftijd o Aantal kinderen o Afstand tot de brainstormlocatie o Aantal gereden kilometers met huidige auto Tip: Laat de deelnemers als ze op volgorde staan hardop de getallen opnoemen. Zo komen ze meer over elkaar te weten en kun je checken of ze het als groep goed hebben gedaan. A.4 Opgestaan is plaats vergaan Dikwijls zie je dat bij binnenkomst de deelnemers naast personen gaan zitten die ze kennen. En dat ze die stoel, als je er niets aan zou doen, als een soort vaste plaats gaan beschouwen. Het is goed deze vaste patronen direct te doorbreken. Deelnemers van buiten het bedrijf voelen zich dan sneller opgenomen in de groep. Een heel simpel regeltje is: opgestaan is plaats vergaan. De facilitator zegt dat iedereen die opstaat (om koffie te halen of na een oefening) vervolgens op een andere plaats moet gaan zitten. Hanteer deze regel bijvoorbeeld alleen op de ochtend van de eerste brainstormdag. Vaak is de groepsvorming daarna al zodanig dat de regel zichzelf overbodig heeft gemaakt. A.5 De vuilniszak Deelnemers aan een new product brainstorm hebben wellicht heel negatieve ervaringen in the fuzzy front end. Als je als facilitator aanvoelt dat dit speelt in een organisatie en dat dit het huidige creatieve proces negatief kan beïnvloeden, is het goed deze ervaringen een plek te geven. Het gaat wat ver om ze op dat moment allemaal te gaan bespreken. Toch kun je ze gemakkelijk een plek geven. Een fysieke plek. In dit geval: de vuilniszak. 10 minuten deelnemers. De facilitator vraagt de deelnemers of zij negatieve ervaringen hebben met eerdere productontwikkelprojecten en brainstormworkshops. De facilitator vraagt de deelnemers deze één voor één op een geeltje te noteren en zegt dat deze ervaringen niet zullen worden besproken met de groep. De facilitator pakt vervolgens een grijze vuilniszak en vraagt alle deelnemers hun geeltjes daarin te doen. Om op die manier alle negatieve ervaringen achter zich te laten. De facilitator bindt de vuilniszak dicht en zet hem buiten de ruimte. Vaak ontstaat dan een wat lacherige sfeer en merk je dat de spanning is doorbroken. A.6 Energizers Tijdens een new product brainstorm zakt soms het energieniveau van de groep. Brainstormen is mentaal behoorlijk uitputtend. Zeker vlak na de lunch of aan het einde van de middag verslapt de concentratie vaak behoorlijk. Zulke momenten vragen om een activiteit. Natuurlijk is het goed om dan allereerst gebruik te maken van de mogelijkheden die de brainstormlocatie zelf biedt. Ga naar buiten. Ga bijvoorbeeld wandelen, kanoën, roeien of fietsen. Soms heb je daar de tijd of de mogelijkheden

5 niet voor. Dan is het heel effectief om als de groep daaraan toe is het brainstormprogramma te onderbreken voor een zogenaamde energizer. Dit is een korte fysieke oefening in de brainstormruimte waardoor je weer energie krijgt. Hieronder volgen drie energizers die je kunt inzetten. A.6.1 De paardenrace 10 minuten deelnemers. Bij de paardenrace doen de deelnemers alsof zij meedoen in een echte paardenrace op een renbaan. De facilitator speelt de rol van verslaggever van de race (voor de kenners onder ons: zoals Hans Eijsvogel de races op renbaan Duindigt placht te becommentariëren). De deelnemers gaan in een kring dicht naast elkaar op hun knieën zitten. Zodra de race start, beginnen ze met twee vlakke handen op de vloer te kloppen. Ze bootsen het hoefgetrappel na. En terwijl ze continu op de vloer blijven kloppen, reageren ze op het commentaar van de facilitator door vijf bewegingen: o de paarden zijn onderweg: kloppen op de vloer; o de paarden gaan door de waterbak: kloppen op de bovenbenen; o bocht naar links: iedereen leunt naar links; o bocht naar rechts: iedereen leunt naar rechts; o voor de tribune: iedereen doet de wave! Het is de kunst en de lol om het tempo steeds verder op te voeren en de bewegingen steeds sneller te laten afwisselen. Het is een aanslag op de conditie. Zeker op die van de facilitator. A.6.2 Swingen op muziek 10 minuten deelnemers. Zet de stoelen aan de kant. De facilitator vraagt of iedereen in het midden komt staan. Hij kondigt aan met alle deelnemers te gaan bewegen en swingen op verschillende soorten muziek. Kies de muziek zorgvuldig uit en bouw het op van rustig naar snel. Bijvoorbeeld in de volgorde: newagemuziek, klassieke muziek, ballads, rock- n-roll en technohouse. Het is belangrijk dat de facilitator meedoet en het goede voorbeeld geeft. Sommigen zullen namelijk schroom hebben om zomaar uit hun dak te gaan. Kondig van tevoren dan ook aan dat alles goed is. Of je nu snel en flitsend swingt of langzaam wat mee staat te bewegen. Zorg dat het tempo en het volume van de muziek oplopen en eindigen met een mooie apotheose. Bron: Marcel Karreman (2002). Warming-ups & energizers. Zaltbommel: Thema. A.6.3 In touch Naast het creëren van energie zorgt deze oefening ervoor dat de deelnemers letterlijk met elkaar in contact komen. 15 minuten.

6 12 16 deelnemers. Zet de stoelen aan de kant. De facilitator vraagt of iedereen in het midden komt staan. De facilitator kondigt aan dat het team een oefening gaat doen die nergens toe dient. Alleen maar om weer even wat te bewegen. Vraag iedereen om door de ruimte te gaan lopen. Niet in rondjes keurig achter elkaar aan, maar volkomen door elkaar heen. Op commando van de facilitator dan weer sneller en dan weer langzamer. Zodra de facilitator een lichaamsdeel noemt, maken de deelnemers via dat lichaamsdeel contact met elkaar met iedereen die ze onderweg tegenkomen. Begin met de handen: dat is gemakkelijk. Daarna bijvoorbeeld met de achterkant van je hoofd. Tenen is ook leuk. Je kunt ook verdergaan, met bijvoorbeeld heupen, neuzen en wangen. Laat de deelnemers daarbij hun eigen grenzen aangeven en stop op tijd. Bron: Marcel Karreman (2002). Warming-ups & energizers. Zaltbommel: Thema. B.1 Spontane braindump De spontane braindump is in de divergentiefase van elke new product brainstorm de starttechniek om de eerste spontane ideeën op te vangen. De deelnemers dumpen hun eerste ideeën. In de vertrek- en ontdekfase is er alles aan gedaan om het creatieve proces in de geest op gang te brengen. Veel deelnemers hebben dus al voordat de brainstorm in de ontwikkelfase terechtkomt veel ideeën gekregen. Ze willen deze dan ook snel kwijt. Een spontane braindump organiseer je bij alle brainstorms. Het beste moment is tijdens de start van de divergentiefase. In de VOORT methode is hier al enkele weken naartoe gewerkt. Nu mogen de deelnemers helemaal los gaan en al hun ideeën op een apart geeltje noteren. Het bijkomende gunstige effect hiervan is dat ze weer ruimte in hun hoofd krijgen om zich tijdens de brainstorm open te stellen voor nieuwe inzichten en ideeën. Zolang het duurt... Meestal met deelnemers circa 45 minuten. Meestal deelnemers. 1. De facilitator leest nog een keer de zojuist toegelichte innovatieopdracht voor en vraagt de deelnemers hun eerste ideeën in een paar steekwoorden op een geeltje te noteren (één idee per geeltje). 2. De facilitator oogst de ideeën. o De deelnemers lezen zelf één voor één al hun geeltjes voor en geven ze vervolgens aan de facilitator die ze op de muur voor de groep plakt. o De facilitator vraagt de andere deelnemers goed te luisteren en nieuwe ideeën weer op geeltjes te beschrijven. o De facilitator gaat door totdat er geen nieuwe ideeën meer zijn. Tip: In de new product brainstorm participeren zowel deelnemers van binnen als van buiten de organisatie. Enkelen van hen zijn pas sinds de ontwikkelfase bij het proces betrokken. Het merendeel van de deelnemers heeft al etappe 1 en 2 doorlopen. Het is meestal zeer effectief om bij de spontane braindump de oogst van de geeltjes te beginnen bij de deelnemers die pas net bij het bedenkproces zijn betrokken. Je zult merken dat zij daardoor hele andere ideerichtingen inbrengen dan degenen die al langer betrokken zijn. Als de deelnemers goed op elkaar reageren, zie je dan ook dat er een idee-

7 explosie ontstaat door de kruisbestuiving van enkele nieuwe deelnemers en degenen die al langer bij het bedenkproces zijn betrokken. B.2 Vooronderstellingen Een creatieve techniek om de impliciete aannamen bij een opdracht/uitdaging zichtbaar te maken, ter discussie te stellen en uit te schakelen. In bestaande markten gaan producten na verloop van tijd steeds meer op elkaar lijken. Dat komt doordat concurrenten elkaar zeer nauwlettend in de gaten houden. En iedereen uiteindelijk de productsuccessen van elkaar kopieert. Zonder dat je er erg in hebt, ontstaan er vaste patronen die zijn gebaseerd op de werkelijkheid van vandaag. Door deze patronen en impliciete aannamen te benoemen en uit te schakelen, krijgen geheel nieuwe invalshoeken een kans. Deze kunnen weer leiden tot out of the box productideeën. De vooronderstellingentechniek is toepasbaar in veel new product brainstorms. Vaak aan het begin van de divergentiefase, om juist de gebruikelijke conventies in een productmarktcombinatie of binnen het bedrijf eens op z n kop te zetten. Ook de hierna genoemde technieken TRIZ en SIT werken in feite op dezelfde wijze en zijn zeer goed bruikbaar als aanjager bij het genereren van productideeën. Het beste moment is aan het begin van de divergentiefase in de new product brainstorm, direct na de opdracht en de eerste spontane braindump. Zolang het duurt... Meestal met deelnemers circa 30 minuten. Meestal deelnemers. 1. Facilitator vraagt: o Wat zijn de kernbegrippen in de opdracht? o Laat de deelnemers de kernbegrippen voor zichzelf opschrijven. o Laat de deelnemers de kernbegrippen opnoemen. o Kies de belangrijkste 3-5 kernbegrippen 2. Genereer ideeën door het uitschakelen van vooronderstellingen bij elk van de kernbegrippen. o De facilitator inventariseert de vooronderstellingen per kernbegrip. o De facilitator vraagt de deelnemers de vooronderstelling uit te schakelen. o De facilitator vraagt de deelnemers nieuwe productideeën te bedenken als de vooronderstelling er niet zou zijn en deze weer op geeltjes te noteren. o De facilitator gaat door totdat er geen nieuwe ideeën meer zijn. 3. Ga door met het volgende kernbegrip totdat de oogst uitgeput raakt. B.3 SCAMPER SCAMPER is een acroniem, bestaande uit de eerste letters van de zeven invalshoeken die je kunt gebruiken om een nieuw product te veranderen. Deze techniek is ontwikkeld door Bob Eberle, Amerikaans auteur van vele boeken over creativiteit. SCAMPER is zeer bruikbaar voor brainstorms over nieuwe producten. Het is eigenlijk een met vooronderstellingen vergelijkbare techniek die zich in de praktijk veel gemakkelijker laat toepassen voor nieuwe producten. Alle impliciete kenmerken van een product komen naar boven.

8 SCAMPER stelt zeven vragen over het product. Brainstormen op elk van de zeven invalshoeken leidt tot nieuwe out of the box productideeën. SCAMPER is heel eenvoudig in te passen in veel new product brainstorms. Vaak aan het begin van de divergentiefase, om juist eens te sjorren aan productkarakteristieken die al jarenlang hetzelfde zijn. Ook de hierna genoemde technieken TRIZ en SIT werken op dezelfde wijze en zijn zeer goed bruikbaar als aanjager bij het genereren van productideeën. Het beste moment is aan het begin van de divergentiefase in de new product brainstorm, direct na de opdracht en de eerste spontane braindump. Zolang het duurt... Meestal met deelnemers circa 1 uur. Meestal deelnemers. SCAMPER stelt zeven invalshoeken centraal: S = Substitute. Wat kan ik in de samenstelling, het materiaal, het uiterlijk, de grootte van het product et cetera vervangen? C = Combine. Wat kan ik met het product combineren zodat het veel beter wordt? A = Adapt. Kan ik het product aanpassen aan iets anders of kan ik iets kopiëren uit andere sectoren? M = Magnify/Minimize/Modify? Wat kan ik bij het product enorm vergroten, verkleinen of veranderen? P = Put to other uses. Kan ik dit product ergens anders voor gebruiken? E = Eliminate. Wat kan ik weglaten? R = Reverse/Rearrange. Kan ik iets omdraaien? Binnenstebuiten keren? Of in een andere volgorde doen? Genereer ideeën door de vragen bij de zeven invalshoeken van SCAMPER stuk voor stuk te behandelen. 1. De facilitator noemt per invalshoek alle vragen. 2. De facilitator vraagt de deelnemers nieuwe productideeën te bedenken en deze weer op geeltjes te noteren. 3. De facilitator gaat door met de volgende invalshoek en oogst de geeltjes. B.4 Bloemassociatie Het basisprincipe van associëren is dat de ene gedachte de andere oproept. Een bloemassociatie is de eerste verkenning van de context rond een bepaald kernbegrip uit de opdracht. Het helpt de deelnemers de eerste stappen te zetten om verwijderd te raken van de meest logische richting door elementen te benoemen die men associeert met het kernbegrip. Een bloemassociatie is een in heel veel brainstorms inzetbare basistechniek om het terrein eens te verkennen en de context in beeld te krijgen. Deze techniek is dan ook goed bruikbaar in de new product brainstorm om de ingesleten gedachtepatronen te identificeren rond bijvoorbeeld het productaanbod, het distributiekanaal, de doelgroep, het koop- en/of gebruiksgedrag. Een bloemassociatie is veelal een van de eerste creatieve technieken in de divergentiefase na de

9 vooronderstellingen en spontane braindump. Maar ook tussentijds kun je prima een bloemassociatie inzetten. Meestal met deelnemers en verschillende bloemen circa minuten. Meestal deelnemers. 1. Bepaal kernbegrippen. o Wat zijn de kernbegrippen in de opdracht of in de markt? o Laat de deelnemers de kernbegrippen voor zichzelf opschrijven. o Laat de deelnemers de kernbegrippen opnoemen. o Kies de belangrijkste 3-5 kernbegrippen. 2. Doe de bloemassociatie. o Vraag: Wat associeer je met (dit begrip)? Wat voor aspecten heeft (dit begrip)? Wat schiet je te binnen bij (dit begrip)? o Schrijf alle woorden (als bloemblaadjes) rondom het begrip dat in het midden staat (vandaar bloemassociatie). 3. De facilitator vraagt welke nieuwe productideeën de deelnemers kunnen bedenken rond (noem woord)? De facilitator oogst na een momentje te hebben gewacht de ideeën. o De deelnemers lezen zelf hun idee voor. De facilitator haalt de geeltjes op en vraagt de deelnemers nieuwe ideeën weer op geeltjes te noteren o De facilitator gaat door totdat er geen nieuwe ideeën meer zijn. 4. De facilitator doet de volgende begrippen uit de bloem, en vervolgens de volgende bloemassociatie. B.5 Natuuranalogie Twee dingen zijn analoog als ze iets gemeenschappelijks hebben. Bij de natuuranalogie ga je op zoek naar iets in onze omgeving wat lijkt op een kernbegrip uit de opdracht. Dat kan bijvoorbeeld een dier, boom of natuurverschijnsel zijn. Een terugkoppeling aan de hand van de eigenschappen van het analoge onderwerp vormt de inspiratiebron voor nieuwe productideeën. We proberen verrassende nieuwe mogelijkheden te verkennen die leiden tot out of the box productideeën door een uitstapje te maken naar de dingen die ons omringen en vervolgens terug te keren naar de opdracht. De natuuranalogie is eenvoudig toepasbaar in veel new product brainstorms, om eens te kijken op welke gedachten de dingen uit onze biotoop ons kunnen brengen. Niet aan het begin van de divergentiefase, maar ergens in het midden of aan het einde. Zolang het duurt... Meestal met deelnemers circa 30 minuten. Meestal deelnemers. 1. De facilitator vraagt:

10 o Als je de opdracht (of het product, of de klant) als vertrekpunt neemt, aan wat voor soort ding of dier moet je dan denken? o De facilitator schrijft de dingen/dieren op. 2. De facilitator kiest een dier/ding uit. Kies iets wat de gehele groep kent en wat inspiratie geeft. 3. Koppel terug naar nieuwe productideeën op basis van de eigenschappen. o Wat zijn de eigenschappen van dit ding/dier? o Gebruik de eigenschappen als inspiratiebron voor nieuwe productideeën en vraag de deelnemers deze weer op een geeltje op te schrijven. o De facilitator gaat door totdat er geen nieuwe ideeën meer zijn. o Ga door met de volgende eigenschap totdat de oogst uitgeput raakt. B.6 Stripheldanalogie In stripverhalen kan alles. De helden worden niet gehinderd door de vaste patronen uit de werkelijkheid. Sterker nog, in stripverhalen worden de vaste patronen juist doorbroken, de grenzen verlegd. En daar zijn we nu precies naar op zoek in de new product brainstorm. We stimuleren onze eigen fantasie door in de huid te kruipen van onze favoriete (strip)held uit onze jeugd. En ons vervolgens af te vragen welke nieuwe productideeën hij/zij zou bedenken. We proberen verrassende nieuwe mogelijkheden te verkennen die leiden tot out of the box productideeën door een uitstapje te maken naar de fantasiewereld en vervolgens terug te keren naar de opdracht. De stripheldanalogie is eenvoudig toepasbaar in veel new product brainstorms, om eens te kijken op welke gedachten de striphelden uit onze jeugd ons kunnen brengen. Niet aan het begin van de divergentiefase, maar ergens in het midden of aan het einde. Deze techniek is goed bruikbaar na de natuuranalogie. Zolang het duurt... Meestal met deelnemers circa 30 minuten. Meestal deelnemers. 1. De facilitator vraagt: Wat was de favoriete (strip)held uit jouw jeugd? 2. Koppel terug naar het onderwerp via de fantasieheld. o Leef je in jouw stripheld in. Welke nieuwe productideeën zou bijvoorbeeld Asterix of Guus Flater in dit geval bedenken? Vraag de deelnemers deze weer op geeltjes te noteren. o De facilitator gaat door totdat er geen nieuwe ideeën meer zijn. Tip: Als de deelnemers weinig hebben met striphelden kun je ze ook vragen naar sprookjesfiguren of filmsterren uit hun jeugd. B.7 Gekke dingen Met deze creatieve techniek confronteer je de deelnemers met een voorwerp dat volkomen buiten de context/het thema van de new product brainstorm ligt. Bijvoorbeeld een tuinkabouter, rammelaar of verrekijker. Een terugkoppeling aan de hand van de eigenschappen van het voorwerp geeft inspiratie voor nieuwe productideeën.

11 We proberen verrassende nieuwe verbanden te leggen die leiden tot echte out of the box productideeën door de deelnemers te confronteren met iets wat totaal buiten de context valt en dit vervolgens terug te koppelen naar de opdracht. De gekke dingen techniek is eenvoudig toepasbaar in veel new product brainstorms, om eens te kijken op welke gedachten eigenaardige voorwerpen ons kunnen brengen. Als je dit te vroeg doet in het divergentieproces loop je het risico dat hele nuchtere, rationele denkers afhaken: Ik heb wel wat beters te doen dan met een tuinkabouter in de hand een geeltje vol te schrijven. Doe dit dus niet aan het begin van de divergentiefase, maar ergens in het midden of aan het einde. Na twee of drie andere divergentietechnieken leid je de groep gemakkelijker naar associaties die verder verwijderd zijn van de huidige werkelijkheid. Meestal met deelnemers circa 30 minuten. Meestal deelnemers. 1. De facilitator geeft de deelnemers volstrekt willekeurige voorwerpen die helemaal niets met het product of de markt te maken hebben. De facilitator deelt deze vreemde voorwerpen uit aan iedereen. 2. De deelnemers bestuderen het voorwerp. De facilitator vraagt ze na te denken over specifieke eigenschappen hiervan. 3. Koppel terug naar het product of de markt uit de opdracht op basis van de eigenschappen. o Wat zijn de eigenschappen van dit voorwerp? o Gebruik de eigenschappen als inspiratiebron voor nieuwe productideeën en vraag de deelnemers deze weer op geeltjes te beschrijven. o De facilitator gaat door totdat er geen nieuwe ideeën meer zijn. Tip: Een box met vreemde voorwerpen is zo samengesteld. Ga naar een Blokker en pak vervolgens uit elk schap het derde product dat je ziet. Binnen tien minuten heb je een doos vol met vijfentwintig gekke dingen. B.8 Insightspel Een insightspel is een divergentietechniek waarbij nieuwe productideeën worden gegenereerd rond de belangrijkste insights (die zijn gevonden tijdens de klantbezoeken in de ontdekfase) in combinatie met de eigen sterkten van de organisatie. In deze techniek wordt gebruikgemaakt van een bordspel dat ter plekke nog kan worden aangepast. Er wordt gewerkt in groepjes van drie of vier deelnemers. De combinatie van de opgedane customerinsights in de ontdekfase met de eigen sterkten van de organisatie vormt een prachtige inspiratiebron voor innovatie. Door het speciaal gemaakte bordspel te gebruiken en in groepjes te werken biedt dit ook een welkome afwisseling van de gebruikte werkvormen. Een insightspel is zinvol als zoals opgenomen in de VOORT methode voorafgaand aan de new product brainstorm externe inspiratiebronnen zijn bezocht in de relevante markten en vervolgens op basis van deze bezoeken insights zijn gegenereerd in de ontdekfase. Het beste moment voor het insightspel is tijdens de divergentiefase van de new product brainstorm.

12 Op dat moment zijn er waarschijnlijk ook verschillende nieuwe deelnemers die zelf geen klantbezoeken hebben afgelegd in de ontdekfase. Het spel is een effectieve manier om hen alsnog te betrekken bij de nieuwe inzichten. Flexibel: 1 2 uur. Deelnemers die de inspiratiebronnen in stap 2 zelf hebben bezocht. Externe deelnemers die de inspiratiebronnen zelf niet hebben bezocht. Maximaal 16 deelnemers, minimaal 12. Insights kiezen. Alle customerinsights uit de bronbezoeken hangen aan de muur. Alle deelnemers krijgen vier stickertjes en plakken die op de insights die ze het meest kansrijk vinden in het licht van de opdracht. Interne deelnemers krijgen een andere kleur stickers dan externe, zodat eventuele verschillen tussen de interne en externe blik opvallen en, indien nodig, nog even besproken kunnen worden. Sterkten kiezen. Alle deelnemers krijgen groene geeltjes waarop ze maximaal vier sterkten van de organisatie schrijven die voordeel kunnen opleveren in het kader van de opdracht. De facilitator plakt de briefjes op de muur. Alle deelnemers krijgen vier stickertjes en plakken die op de sterkten die ze het meest kansrijk vinden in het licht van de opdracht. Interne deelnemers krijgen een andere kleur stickers dan externe, zodat eventuele verschillen tussen de interne en externe blik opvallen en, indien nodig, nog even besproken kunnen worden. Het bordspel spelen. o De facilitator verdeelt de deelnemers in groepjes van drie of vier. Elke groep krijgt een spelbord, een dobbelsteen, een pion en een set ideekaarten. o Speler 1 gooit met de dobbelsteen en gaat het gegooide aantal ogen vooruit. Hij landt dan op een veldje dat een combinatie is van een insight en een sterkte. De spelers brainstormen samen over die combinatie en noteren hun ideeën op gele briefjes. o Als de brainstorm doodbloedt, trekken de spelers een ideekaart en kijken of die toevoeging tot nieuwe ideeën leidt. Die schrijven de spelers opnieuw op gele briefjes. o Als de brainstorm doodbloedt, gooit speler 2 met de dobbelsteen en herhaalt het spel zich. o De combinaties die gespeeld zijn streep je weg totdat alle zestien vakjes als prikkel zijn gebruikt. o Aan het einde van het spel kiezen de spelers het vakje dat de meeste aantrekkelijke nieuwe productideeën genereert. o Na afloop van het spel lezen de deelnemers alle gele briefjes voor en de facilitator plakt die op de ideeënmuur. Tip: Gebruik extra brainstormtechnieken. B.9 Kruip in de huid van Bij deze brainstormtechniek worden ideeën gegenereerd door je goed in te leven in een echt mens van vlees en bloed (uit de doelgroep). Als de deelnemers zich goed hebben ingeleefd, worden er in die rol nieuwe productideeën bedacht. Door je in te leven in een mens (van vlees en bloed) uit de doelgroep creëer je andere invalshoeken die je op nieuwe ideeën brengen. De techniek helpt in brainstorms voor business-to-consumermarkten omdat plotseling abstracte consumenten dan echte consu-mensen blijken te zijn. Maar ook in brainstorms voor business-to-businessmarkten doet zich iets soortgelijks voor. In dat geval worden in de ogen van de deelnemers de rationeel geachte managers plotseling onzekere mensen in een lastig beslissingsproces.

13 Kruip in de huid van is zinvol als een concrete doelgroep is benoemd die niet al te ver weg staat van degenen die zelf brainstormen. Een goed moment voor kruip in de huid van is tijdens de divergentiefase. De deelnemers hebben in de ontdekfase veelal zelf ook klanten bezocht en gesproken. Ze kunnen dan ook goed putten uit hun eigen ervaringen. Flexibel: 1/2 1 uur. Deelnemers die de inspiratiebronnen in stap 2 zelf hebben bezocht. Externe deelnemers die de inspiratiebronnen zelf niet hebben bezocht deelnemers. Vraag de deelnemers, bijvoorbeeld in de vorm van een bloemassociatie, wat voor typen of karikaturen in de doelgroep te onderscheiden zijn. o Voor consumentenmarkten bijvoorbeeld: de (ogenschijnlijk) onverschillige tiener; de linkse Greenpeace-idealiste; de 24/24 Xbox-gamer; de bierzuipende brommerrijder uit Doetinchem (met alle respect). o Of voor business-to-businessmarkten: de radeloze inkoper die grote risico s loopt bij stijgende energieprijzen; de fabrieksmanager voor wie alleen continuïteit belangrijk is; de controller die voor kostprijscalculaties geen enkele variatie wil; de directeur/eigenaar die geen cent te veel aan energie wil uitgeven. Vraag de individuele deelnemers of groepjes van drie à vier personen om in de huid te kruipen van een concreet persoon, compleet met naam, woonplaats, dagelijkse activiteiten, werk, hobby s et cetera. Stimuleer dat de deelnemers het typetje ook imiteren. Gebruikmaken van karikaturen vergemakkelijkt het inleven enorm, levert veel plezier op en is door de overdrijving vaak een zeer effectieve invalshoek voor nieuwe ideeën. Vraag de individuele deelnemers vervolgens (als ze uitgelachen zijn) om door de bril van deze persoon nieuwe productideeën te bedenken en deze op een geeltje te beschrijven. Oogst de geeltjes. C.1 Groeperen van ideeën Met deze techniek start de convergentiefase. De hele wand hangt vol geeltjes, zinnige en onzinnige; vele honderden. Wees niet verbaasd als aan het einde van dag 1 van de new product brainstorm tussen de geeltjes aan de muur hangen. Met deze techniek zorg je ervoor dat geeltjes die iets met elkaar te maken hebben, worden gegroepeerd tot één richting. Met groeperen schep je de eerste orde in de chaos. Identieke productideeën of met een sterke onderlinge relatie komen zo bij elkaar. Het doel is om de verschillende richtingen van alle ideeën goed in kaart te brengen. Met deze techniek wordt dus niet gekozen, alleen gegroepeerd. Groeperen doe je om een eerste inzicht te krijgen in de verschillende richtingen van de ideeën. Vaak start de convergentiefase met deze techniek.

14 Meestal met deelnemers circa 45 minuten, afhankelijk van het aantal geeltjes. Meestal met deelnemers. 1. De facilitator vraagt de deelnemers om de muur van geeltjes goed te bestuderen, legt uit dat alle ideeën aan het einde van deze stap nog steeds meedoen in de brainstorm en vraagt om per persoon twee geeltjes uit te kiezen van productideeën met de meeste potentie. Geef de deelnemers zeker vijf tot tien minuten om de indrukwekkende wand goed te bestuderen. 2. De facilitator vraagt alle deelnemers één voor één de geeltjes voor te lezen. Vervolgens kiest de groep gezamenlijk een naam voor de richting die dit idee vertegenwoordigt. Elke ideerichting krijgt een titel. De naam van de richting wordt dus op een flip-overvel geschreven en opgehangen aan de muur. Het oorspronkelijke geeltje wordt eronder gehangen. Zo gaat de facilitator alle geselecteerde geeltjes af. Als twee geeltjes onder dezelfde richting vallen, hang je ze gewoon bij elkaar. De facilitator gaat door totdat de groep de indruk heeft dat alle mogelijke ideerichtingen zijn benoemd. Bij een new product brainstorm zijn twintig à vijfentwintig richtingen geen uitzondering. Benoem ook altijd een richting Overig. 3. De facilitator vraagt de deelnemers om vervolgens zelf alle geeltjes van de wand op die flipovervellen met richtingen te plakken, waar ze volgens hen thuishoren. 4. Het eindresultaat is een wand vol twintig à vijfentwintig flip-overvellen met ideerichtingen. C.2 Selecteren van ideerichtingen Deze techniek volgt vaak op het groeperen. De hele wand hangt nu vol ideerichtingen. Met deze techniek zorg je ervoor dat de richtingen met de meeste potentie worden geselecteerd voor verdere uitwerking tot conceptboards in de hierna volgende stap. Tijdens dag 2 van de new product brainstorm is er geen tijd of capaciteit om twintig à vijfentwintig richtingen uit te werken tot conceptboards. Met twaalf à zestien deelnemers kunnen op de ochtend van dag 2 twaalf nieuwe productideeën tot conceptboards worden uitgewerkt. In vier groepen van drie of vier deelnemers wordt dan aan elk concept een uur gewerkt. En dit wordt drie keer herhaald. De praktijk laat zien dat na het uitwerken van drie nieuwe productideeën bij de deelnemers de pijp leeg is. Door op dag 1 al te selecteren, focus je alle aandacht in het vervolg van de brainstorm op de twaalf ideerichtingen met de meeste potentie in de ogen van de deelnemers. In alle gevallen selecteer je de beste ideerichtingen. De richtingen die afvallen blijven bewaard. Ze worden in dit brainstormproces niet verder uitgewerkt. Toch kunnen ze nog waardevol zijn. Zo blijven de flip-overvellen met de niet-geselecteerde ideerichtingen gewoon aan de muur hangen. Wellicht zorgen ze nog voor inspiratie bij de uitwerking van de conceptboards op dag 2. Of zijn ze nog waardevol in het vervolgontwikkelproces na de brainstorm. Het selecteren van de ideerichtingen gebeurt na het groeperen van de ideeën in de convergentiefase. Meestal met deelnemers circa 30 minuten, afhankelijk van het aantal richtingen. Meestal deelnemers. De facilitator deelt aan de deelnemers een aantal stickers uit met de vraag om er eentje te plakken op de flip-overvellen met de meeste potentie. Dus bij die ideerichtingen die de

15 deelnemer zelf het liefst verder op dag 2 wil uitwerken tot een concreet productidee. Elke deelnemer mag per flip-overvel maximaal 1 sticker opplakken. Nadat alle deelnemers hun stickers hebben opgeplakt, bepaalt de facilitator samen met hen welke richtingen de meeste potentie hebben. Het principe van de meeste stickers werkt in bijna alle gevallen het beste. Mochten bepaalde richtingen gelijk eindigen waardoor het maximum van twaalf richtingen wordt overschreden dan moet er alsnog gekozen worden. Begeleid als facilitator de groep bij het maken van die keuze. De twaalf gekozen ideerichtingen worden op dag 2 een eerste spade diep tot conceptboard uitgewerkt. Tip: Het aantal stickers hangt af van het aantal richtingen. De ervaring leert dat bij twintig à vijfentwintig richtingen, zeven stickers per deelnemer een goede scheiding geeft tussen ideerichtingen met meer en minder potentie. C.3 Sambal bij? De productconcepten worden toegelicht in een elevator pitch, een korte mondelinge toelichting van twee minuten. Met deze techniek wordt geprobeerd een in een elevator pitch gepresenteerd concept nog beter te maken. Om de deelnemers aan de brainstorm die niet bij het maken van het concept betrokken waren, toch de gelegenheid te bieden met hun goede ideeën het concept te verbeteren. Als je het gevoel hebt dat de deelnemers die niet bij het conceptidee betrokken waren ook hele waardevolle suggesties hebben. Aan het einde van de convergentiefase, om ook tijdens de presentatie van de conceptideeën ze nog beter te maken. Meestal met deelnemers circa 2 minuten per productidee. Meestal deelnemers. 1. De facilitator vraagt een van de deelnemers om het conceptboard in een paar minuten aan de gehele groep te presenteren. 2. De facilitator vraagt de deelnemers vervolgens of de andere deelnemers ideeën hebben om het concept nog sterker te maken. En vraagt hen dit idee op een geeltje te schrijven. 3. De facilitator bespreekt het additionele idee en legt dit voor aan de groep die het conceptboard heeft opgesteld. Deze groep mag kiezen of ze het concept wel of niet met het extra idee wil verrijken. Zo ja, dan plakt de facilitator het extra geeltje met het idee op het conceptboard. Zo nee, dan blijft het conceptboard ongewijzigd. Laat als facilitator hierbij niet veel ruimte voor uitgebreide discussies. Het proces herhaalt zich met een volgend idee. 4. De facilitator gaat verder met het volgende conceptboard; dit proces herhaalt zich totdat alle concepten zijn gepresenteerd. De oorspronkelijke bedenker van de Sambal bij techniek is Richard Stomp, opdrachtgever voor het maken van een aanpak voor de ideationfase bij de ANWB. C.4 Peper en zout Met deze techniek wordt tijdens de convergentiefase geprobeerd een goed basisidee nog beter te maken door het hoofdingrediënt op smaak te brengen met peper en zout (ideeën) die tijdens dag 1 van de brainstorm niet zijn geselecteerd maar mogelijk wél interessante toevoegingen bevatten.

16 Een idee is eigenlijk nooit af. Ook niet aan het einde van de new product brainstorm. Door het uitgewerkte productidee ook in de convergentiefase te combineren met andere ideeën ontstaat wellicht een nog veel aantrekkelijker productidee. Deze techniek kun je aan het programma toevoegen als je het gevoel hebt dat nadat de beste ideeën zijn geselecteerd en uitgewerkt op conceptboards er nog steeds veel kwaliteit aan de muur hangt bij de afgevallen ideeën. Door de uitgewerkte conceptboards verder te kruiden met de overige ontstaan vaak hele lekkere gerechten. Zalm met kerrie bijvoorbeeld. Aan het einde van de convergentiefase, om goede ideeën nog beter te maken.. Meestal met deelnemers circa minuten per productidee. Het kost dus behoorlijk wat tijd. Spring er daarom selectief mee om. Meestal deelnemers. 1. De facilitator kiest in overleg met de groep één van de uitgewerkte concepten waarin naar ieders gevoel nog veel ruimte voor verbetering zit en vraagt een van de deelnemers het idee toe te lichten. 2. De facilitator vraagt de deelnemers vervolgens om langs de geeltjesmuur te lopen en één idee te kiezen dat als peper en zout kan fungeren voor het originele idee: Kies een idee dat dit idee beter kan maken. 3. Alle deelnemers lichten hun peper en zout idee toe. De groep kiest al discussiërend welke elementen worden toegevoegd en welke niet. 4. Het proces herhaalt zich met een volgend idee. Tip: Geef de groep die het conceptboard heeft uitgewerkt het recht te kiezen welke ideeën wel en welke niet worden toegevoegd. Op die wijze blijft de groep zichtbaar eigenaar van het idee. Dit vergemakkelijkt bovendien het besluitvormingsproces. C.5 Montwikkelen (Minpunten ontwikkelen) Met deze techniek wordt geprobeerd om een uitgewerkt productidee beter te maken door snel de plusen minpunten op een rijtje te zetten en voor de minpunten alternatieven te ontwikkelen. Deze techniek lijkt op peper en zout, maar in dit geval worden de plussen en minnen van het concept expliciet benoemd. Deze kunnen bijvoorbeeld ook voortkomen uit kwalitatief conceptonderzoek bij klanten in etappe 4, Reflecteren. Om een uitgewerkt productconcept nog beter te maken. Als je bij de presentatie van de conceptboards aan de groep duidelijk merkt dat men vindt dat er aan de uitgewerkte productideeën ook nog veel minpunten zitten en je snel een verbeterslag wilt maken. Als uit kwalitatief marktonderzoek blijkt dat de twaalf ontwikkelde nieuwe productconcepten kunnen worden verbeterd. In het midden van de convergentiefase, om de eerste geselecteerde ideeën nog beter te maken. Na kwalitatief marktonderzoek van de nieuwe productconcepten bij de doelgroep.

17 Meestal met deelnemers circa minuten per productidee. Meestal deelnemers. 1. De facilitator kiest in overleg met de groep één van de uitgewerkte productideeën en vraagt een deelnemer dit idee toe te lichten. 2. De facilitator vraagt de deelnemers vervolgens de Min- (M) en Pluspunten (P) te noemen. 3. De deelnemers bedenken vervolgens manieren voor het ombuigen van de minpunten (Minpunten ontwikkelen) en het productidee als geheel sterker te maken. De facilitator schrijft de nieuwe ideeën op terwijl hij met de gehele groep staat rond een flip-overvel. Dit flip-overvel wordt bij het uitgewerkte conceptboard gevoegd als eerste verbeterslag. 4. Het proces herhaalt zich met een volgend productidee. C.6 Multicriteria selecteren van conceptboards Met deze techniek wordt de uiteindelijke rangorde bepaald van de twaalf op de conceptboards uitgewerkte productideeën. Het gaat erom aan het einde van de new product brainstorm die productideeën te kiezen die volgens de deelnemers het beste voldoen aan de in de opdracht genoemde criteria, met de meeste potentie. In alle gevallen betrek je de twaalf uitgewerkte conceptboards bij de selectie. Het gaat om het bepalen van een rangorde. Alle op de conceptboards uitgewerkte productideeën gaan mee naar de volgende fase van de VOORT methode. Wellicht wijzigt het oordeel van de deelnemers over de aantrekkelijkheid van de uitgewerkte ideeën nog in het vervolgproces, na de reflectie op de concepten door klanten en het eigen management. Deze techniek wordt toegepast aan het einde van de convergentiefase om de uiteindelijke rangorde van aantrekkelijkheid te bepalen. Meestal met deelnemers circa 60 minuten bij 12 conceptboards. Meestal deelnemers. Vooraf heb je al beoordelingsboards gemaakt. Alle conceptboards met productideeën staan op de tafels langs de muren. Voor elk conceptboard ligt een eigen beoordelingsboard. De facilitator toont het beoordelingsboard en bespreekt de wijze van beoordelen met de deelnemers. Dit is een belangrijk moment dus neem alle tijd die ervoor nodig is. Het is goed om de deelnemers te laten merken dat over de wijze van beoordelen vooraf goed is nagedacht. En dat de criteria van tevoren ook met de opdrachtgever zorgvuldig zijn afgestemd. 1. De facilitator legt uit dat elk uitgewerkt productidee wordt beoordeeld op vijf criteria. Per criterium hebben de deelnemers de mogelijkheid het idee 0 tot 5 punten (stickers) te geven. 0 = weinig; 5 = hoog. Per criterium worden de categorieën toegelicht op het beoordelingsbord. 2. De facilitator deelt de stickervellen uit, met de vraag om elk uitgewerkt productidee te beoordelen op elk van de vijf criteria. 3. Nadat alle deelnemers alle conceptboards hebben beoordeeld, wordt op het signaal van de facilitator het aantal stickers per board opgeteld. De facilitator krijgt als eerste inzicht in de rangorde van aantrekkelijkheid van de uitgewerkte productideeën. Hij houdt de uitslag natuurlijk nog even geheim.

18 Tip: Met zestien deelnemers en twaalf conceptboards is elk conceptboard bezet. Deelnemers lopen kriskras door elkaar naar elk volgend board dat vrijkomt. Stel voor dat iedereen zijn handtekening zet op het selectieboard dat hij heeft gestickerd. Zo ziet iedereen of hij het concept al heeft beoordeeld of niet. Het is bovendien handig als controle voor de facilitator om achteraf na te gaan of alle deelnemers ook daadwerkelijk elk productidee hebben beoordeeld. C.7 I love you Deze leuke techniek geeft extra magic aan de voorafgaande techniek, waarmee het finale oordeel wordt bepaald over de op conceptboards uitgewerkte productideeën. Met een I love you-sticker in de vorm van een rood hartje kun je als deelnemer jouw favoriete idee extra steun geven bij de eindbeoordeling. Soms word je verliefd op een productidee en laat dit je nooit meer los. Je hebt als het ware je hart eraan verpand. En toch kan het zomaar gebeuren dat door het rationele karakter van de voorgaande multiselectietechniek dit idee slechts in de middenmoot of zelfs in de achterhoede eindigt. Maar waarom zouden we behalve de ratio ook het (onderbuik)gevoel geen rol laten spelen? Als je als facilitator het rationele eindproces ook wat speelsheid wilt meegeven. Een kleine, welgemeende kwinkslag om aan het einde van een serieus brainstormproces ook het gevoel een bewuste rol te geven. Aan het einde van de convergentiefase, tegelijkertijd met de multicriteriaselectie. Meestal met deelnemers, tegelijkertijd met de voorgaande techniek. De ervaring leert dat dit nauwelijks extra tijd vergt. Meestal deelnemers. 1. De facilitator deelt aan iedere deelnemer slechts één I love you -sticker uit, met de vraag om openlijk jouw liefde te verklaren aan het uitgewerkte productidee dat jouw hart gestolen heeft. 2. De deelnemers plakken hun hartjes samen met de stickers op het selectieboard van hun keuze. 3. Bij de presentatie van de uiteindelijke rangorde besteedt de facilitator niet alleen aandacht aan het aantal geplakte stickers van de voorgaande techniek: als check wordt ook gekeken naar de concepten waarop hartjes zijn geplakt. Tip: In veel gevallen gaan de harten naar de concepten die hoog eindigen. Als dit niet het geval is, wijs dan de groep op dit fenomeen en probeer de reden hiervan te achterhalen: hoe komt het dat de conceptboards die wel harten hebben gekregen toch zo laag hebben gescoord? De deelnemersgroep heeft natuurlijk alle vrijheid om de rangorde op basis van een inhoudelijke discussie te wijzigen, zeker als daarvoor steekhoudende argumenten zijn. De oorspronkelijke bedenker van de I love you -techniek is Richard Stomp, opdrachtgever bij de ANWB. D.1 TRIZ TRIZ is een Russisch acroniem van Teoriya Resheniya Izobreatatelskikh Zadatch, wat in het Engels betekent: Theory of Inventive Problem Solving. De grondlegger van TRIZ is de Russische ingenieur Genrich Altshuller. In 1946 begon Altshuller met de ontwikkeling van de theorie tijdens zijn werk bij het octrooibureau van de Russische marine. Daar werd hij enorm geboeid door de vraag hoe een uitvinding eigenlijk tot stand komt. Zijn uitvindingen unieke, geniale invallen? Zijn het toevallige

19 vondsten? Of liggen er systematische patronen aan ten grondslag? Altshuller geloofde niet in de trialand-errormethode waarom onder andere Tomas Edison bekendstaat ( Innovation is 1 per cent inspiration and 99 per cent transpiration ) en ging op zoek naar een efficiëntere en systematische methode. Hij raakte ervan overtuigd dat aan uitvindingen systematische patronen ten grondslag liggen.om dit aan te tonen heeft Altshuller honderdduizenden octrooien bestudeerd op gemeenschappelijkheden en zich herhalende patronen. Inmiddels hebben TRIZ wetenschappers gezamenlijk meer dan twee miljoen octrooien geanalyseerd. Tegen het einde van de jaren tachtig ontwikkelden TRIZ wetenschappers onder leiding van Altshuller een hele reeks bijzonder krachtige maar ook zeer complexe instrumenten. Vaardigheid in het gebruik hiervan, die men nu de Klassieke TRIZ noemt, vereiste langdurige training en oefening. Na het openen van het IJzeren Gordijn kregen het onderzoek en de in TRIZ ontwikkelde theorie ook in de westerse wereld steeds meer aandacht. In het begin van de jaren negentig verplaatste TRIZ zich van Rusland naar de Verenigde Staten en West-Europa. De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek zijn dat alle innovaties te herleiden zijn tot een aantal principes en dat de evolutie van technologische vooruitgang volgens een aantal voorspelbare patronen verloopt. TRIZ autoriteiten van het eerste uur, Boris Zlotin en Alla Zusman van Ideation Inc., hebben enkele honderden van dergelijke evolutiepatronen in kaart gebracht. Klassieke TRIZ is erg krachtig maar ook complex en niet gemakkelijk toegankelijk voor mensen zonder technische achtergrond. In Europa zijn TRIZ kenner Darrell Mann uit Engeland en het in TRIZ gespecialiseerde adviesbureau CREAX uit België erg verdienstelijk geweest in het toegankelijker maken daarvan. In de Verenigde Staten zijn Zlotin en Zusman er na jaren van onderzoek in geslaagd om de instrumenten van de Klassieke TRIZ te verenigen in één geïntegreerd systeem, genaamd I- TRIZ. Dit systeem is nog krachtiger en tegelijkertijd veel toegankelijker en gebruiksvriendelijker door de software die ervoor is ontwikkeld. In de loop der jaren zijn andere van TRIZ afgeleide systematische innovatietechnieken ontstaan. Die zijn wat eenvoudiger toe te passen, zoals SIT (zie de toelichting onder D.2). Onderstaande tabel geeft een beschrijving van de veertig TRIZ principes uit de Klassieke TRIZ, met een korte uitleg en een praktisch voorbeeld waarin je de toepassing ervan kunt herkennen. 40 TRIZ principes als inspiratiebron voor nieuwe productideeën Nr. Principe Beschrijving Productvoorbeeld 1. Segmenteren, Splits het product op in delen om zodoende een nuttige Shop-in-the-shop fragmenteren of splitsen. of schadelijke eigenschap af te zonderen of te integreren. winkelconcept. 2. Wegnemen, weglaten, scheiden, afzonderen. Laat een of meer storende of schadelijke delen of eigenschappen weg en/of gebruik het enige noodzakelijke deel of de eigenschap. Cafeïnevrije koffie. 3. Locale kwaliteit. Verander op een specifieke plaats (locaal) de eigenschappen van een product om een gewenste functie te krijgen. 4. Asymmetrie, symmetrie Maak een product asymmetrisch of vergroot de verandering. asymmetrie ervan. 5. Samenvoegen, combineren, Breng functies, eigenschappen of delen van een product in ruimte of tijd samen zodat ze een nieuw, gewenst of consolideren, integreren. uniek resultaat opleveren. 6. Universaliteit, Maak een product meer uniform, universeel, uitgebreid multifunctionaliteit. en multifunctioneel. Nestbare producten passen tegen, bij of in elkaar. 7. Matrushkapoppen, nesten. Easy opening in een pak vruchtensap. Speciale vaas voor tulpen. Mobiele telefoon met navigatiesysteem. Boormachine waarmee je ook kunt schroeven. Terrasstoelen die opgestapeld minder ruimte innemen. 8. Tegengewicht. Compenseer een negatieve eigenschap van het product Hovercraft. met een tegengestelde kracht uit de omgeving (en creëer een uniforme verdeling). 9. Proactieve tegenactie. Analyseer op voorhand wat er fout zou kunnen gaan en Zonnebrandolie neem acties om dit te elimineren, te verminderen of te voorkomen. 10. Proactieve actie. Voer een actie uit vóór een andere actie of gebeurtenis. Locale verdoving Doe iets op voorhand. 11. Op voorhand beschermen. Weet dat niets perfect betrouwbaar is en neem op voorhand beschermingsmaatregelen. Autowas om lak te beschermen. 12. Verwijder Zorg dat er geen spanningen in of rond een systeem zijn, Antirimpelcrème.

20 spanningsvelden. of maak ze overal gelijk. 13. Draai het om. Pas een tegengestelde of omgekeerde actie toe. Draai het ondersteboven of binnenstebuiten. Heinz knijpflacon. 14. Gebogen of bolvormig. Vervang lineaire kenmerken (bijv. vorm, beweging, krachten) door gebogen of bolvormige eigenschappen. 15. Dynamiseren. Maak een product, toestand of eigenschap kortstondig, tijdelijk, beweegbaar, aanpasbaar, flexibel of veranderbaar. 16. Een beetje meer of Gebruik een beetje meer van een actie of substantie minder, gedeeltelijke of dan nodig is, ga daarna om met de resultaten. Gebruik overdadige acties. een beetje minder van een actie of substantie dan nodig is, ga daarna om met de resultaten. 17. Een andere dimensie. Verander de oriëntatie van een lineair (rechtlijnig) product van verticaal naar horizontaal, van horizontaal naar diagonaal, van horizontaal naar verticaal et cetera. Werk in een andere dimensie of in meerdere lagen. 18. Mechanische trillingen. Gebruik trillingen, vibraties of slingeringen om een positief effect of een gewenste functie te krijgen. 19. Periodieke acties. Vervang continue acties door periodieke of pulserende acties. Verander de manier waarop een actie wordt uitgevoerd. 20. Continuïteit van nuttige Creëer een continue stroom (doorstroming) en/of acties. verwijder alle nutteloze, tussentijdse en onproductieve bewegingen om de efficiëntie te verhogen. 21. Haasten, doorjagen. Als iets bij een bepaalde snelheid fout gaat, doe het dan (veel) sneller. 22. Elk nadeel heeft zijn voordeel. 23. Feedback, terugkoppeling. 24. Intermediair, bemiddelaar. Zoek manieren om nadelen nuttig te gebruiken om waarde toe te voegen. Maak van een nadeel een voordeel. Koppel de output van een systeem als input terug in het systeem om de controle van de output te verbeteren. Bemiddel een tijdelijke verbinding tussen onverenigbare partijen, functies, gebeurtenissen of condities. Gebruik een tijdelijke drager, barrière of een tijdelijk proces dat gemakkelijk verwijderd kan worden. Black & Decker Mouse schuurapparaat. Korting voor vroegboekers. Unox extra gevulde soep. Koekjes met meerdere laagjes Powerplate. Philips Sonic elektrische tandenborstel. Internetboeking zonder tickets. Breedbandinternet. Slowfoodrestaurant. Klachtentelefoon nummer op een verpakking Verpakking van een magnetronmaaltijd. 25. Zelfbediening. Stel een object of systeem in staat om zelf functies uit te Online beleggen. voeren of zichzelf te organiseren. 26. Kopiëren. Gebruik een kopie, replica of model in plaats van iets wat TNO te waardevol, kwetsbaar of onbeschikbaar is om te gebruiken. botsproefsimulaties in de computer. 27. Goedkope objecten met korte levensduur. 28. Vervanging van een mechanisch systeem. 29. Pneumatisch en hydraulisch. 30. Flexibele schillen en dunne films. Gebruik goedkopere, eenvoudigere of wegwerpbare objecten om de kosten te verminderen, het gebruiksgemak te verhogen et cetera. Vervang mechanische interacties door fysische velden of door andere vormen, acties en toestanden. Dit principe gaat eigenlijk over het veranderen of vervangen van het werkingsprincipe van een systeem. Vervang de componenten of functies van een systeem door pneumatische (lucht) of hydraulische (water) componenten of functies. Vervang traditionele constructies door constructies van dunne films of flexibele/plooibare membranen. Isoleer een object van zijn omgeving door middel van dunne films of flexibele/plooibare membranen. Wegwerpservies. Sparta-met: fiets met elektrische hulpmotor. Fiets met verende voorvork. Hansaplast vloeibare pleister. 31. Poreuze materialen. Verander de eigenschappen of functies van een object, systeem of materiaal (vast, vloeibaar of gas) door het Poreuze luchtdoorlatende meer poreus te maken. Creëer holten en voeg er dan een pleister met jodium. nuttige substantie of functie aan toe. 32. Verander optische Verander de kleur of de andere optische eigenschappen Tefalpan met rode punt. eigenschappen. van een object of systeem om de waarde van het systeem te vergroten of problemen te ontdekken. 33. Homogeniteit, Als twee of meer objecten of substanties op elkaar Schooluniformen

Brainstormdummy. Nick Kuijpers, Jeroen Dumoulin, Arthur van Alphen Advanced Business Creation E-Fase VJ12

Brainstormdummy. Nick Kuijpers, Jeroen Dumoulin, Arthur van Alphen Advanced Business Creation E-Fase VJ12 Brainstormdummy Een dummy met een aantal verschillende kennismakingstechnieken, energizers, divergerende brainstormtechnieken en convergerende brainstormtechnieken Nick Kuijpers, Jeroen Dumoulin, Arthur

Nadere informatie

De 13 beste manieren om ideeën te verzinnen (en 8 om ze daarna beter te maken)

De 13 beste manieren om ideeën te verzinnen (en 8 om ze daarna beter te maken) De 13 beste manieren om ideeën te verzinnen (en 8 om ze daarna beter te maken) 11/07/2016 Zonder nieuwe, verrassende ideeën geen innovatie. Dit zijn de 21 brainstormtechnieken die bewezen resultaat leveren.

Nadere informatie

Tijd voor creativiteit

Tijd voor creativiteit Tijd voor creativiteit 7/2/2015 Tijd voor creativiteit De beste ideeën ontstaan: 63% Onder de douche, in bad, op de toilet 51% In bed: in slaap vallen, dromen, ontwaken 42% Onderweg: auto, fiets, file

Nadere informatie

maandag 9.30-12.30 dinsdag 9.30-12.30, 11.00-14.00, 19.30-22.30 woensdag 19.30-22.30 donderdag 9.30-12.30

maandag 9.30-12.30 dinsdag 9.30-12.30, 11.00-14.00, 19.30-22.30 woensdag 19.30-22.30 donderdag 9.30-12.30 Workshops! Meer creativiteit in je werk Interactieve bijeenkomsten vormgeven Ideeën voor promotie van jouw onderneming Nieuwe producten voor jouw bedrijf Creatieve werkvormen (serie van 4 workshops) Wegens

Nadere informatie

Creatief. brainstorm sessie draaiboek. Facilitators Gideon Swart Amy Brekelmans Marion Venmans Lisa van de Sande

Creatief. brainstorm sessie draaiboek. Facilitators Gideon Swart Amy Brekelmans Marion Venmans Lisa van de Sande Creatief brainstorm sessie draaiboek Facilitators Gideon Swart Amy Brekelmans Marion Venmans Lisa van de Sande Voorbereiding De voorbereiding van de workshop bestaat uit acht stappen 1. Formuleer een vraagstelling

Nadere informatie

SPELVARIANTEN. Heb je vragen, feedback of wil je op weg geholpen worden, neem contact met ons op. info@talentengenerator.nl.

SPELVARIANTEN. Heb je vragen, feedback of wil je op weg geholpen worden, neem contact met ons op. info@talentengenerator.nl. SPELVARIANTEN Je ontdekt meer in een uur spelen dan in een jaar converseren Plato Het klinkt zo simpel we gaan bouwen aan het vertrouwen maar is het wel zo simpel? Zomaar vanuit het niets het thema vertrouwen

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

SPELVARIANTEN. Bonus: Ondertussen oefen je met het geven en ontvangen van feedback en bouw je aan het vertrouwen in jouw team.

SPELVARIANTEN. Bonus: Ondertussen oefen je met het geven en ontvangen van feedback en bouw je aan het vertrouwen in jouw team. SPELVARIANTEN Wil jij weten waar je in jouw huidige werk goed in bent? Hoe jij communiceert en je gedraagt en vooral hoe de ander dat ziet? En wil jij dit graag uitwisselen met je teamgenoten zodat jullie

Nadere informatie

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL Bij werken, zowel betaald als vrijwillig, hoort leiding krijgen of leiding geven. De vraag wat effectief leiderschap is houdt dan ook veel mensen bezig. De meningen hierover

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

Spelregels voor de kaarten Beroepskwaliteiten en Leerpunten. Het Beroepskwaliteitenspel

Spelregels voor de kaarten Beroepskwaliteiten en Leerpunten. Het Beroepskwaliteitenspel Het Beroepskwaliteitenspel Het Beroepskwaliteitenspel is een leermiddel voor de loopbaanoriëntatie van mensen in de leeftijd van twaalf jaar en ouder. Het spel heeft als doel de speler bewust te maken

Nadere informatie

MEDMEC01 Q1 JAAR 1. THEMA: het creatieve proces MODULEWIJZER Mediaencreativiteit.pbwiki.com VAKGROEP MEDIA EN CREATIVITEIT

MEDMEC01 Q1 JAAR 1. THEMA: het creatieve proces MODULEWIJZER Mediaencreativiteit.pbwiki.com VAKGROEP MEDIA EN CREATIVITEIT MEDMEC01 Q1 JAAR 1 THEMA: het creatieve proces MODULEWIJZER Mediaencreativiteit.pbwiki.com VAKGROEP MEDIA EN CREATIVITEIT Vandaag Wat is er in het nieuws? Dummy: show us what you got! Convergerende technieken

Nadere informatie

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar 4 t/m 6 jaar 4 t/m 6 jaar 4 t/m 6 jaar Hoe vraag je aan iemand om met je te spelen? Wat speel je graag op het schoolplein? Jij kan al goed helpen hè. Wie help jij graag? Wat doe je dan? van 4 t/m 6 jaar

Nadere informatie

De bruistablet. Creatief zoeken naar

De bruistablet. Creatief zoeken naar De bruistablet Creatief zoeken naar sprankelende oplossingen Op de jeugddienst word je dagdagelijks geconfronteerd met kleine en/of grote problemen, vraagstukken, uitdagingen die een antwoord van je vragen.

Nadere informatie

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Leeftijd: 12-16 jaar Tijdsduur: 1 uur Doelen - De jongeren denken na over de betekenis van de muur tussen Israël en de Palestijnse gebieden in het dagelijks

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

MEDMEC01 Q1 JAAR 1. THEMA: het creatieve proces MODULEWIJZER Mediaencreativiteit.pbwiki.com VAKGROEP MEDIA EN CREATIVITEIT

MEDMEC01 Q1 JAAR 1. THEMA: het creatieve proces MODULEWIJZER Mediaencreativiteit.pbwiki.com VAKGROEP MEDIA EN CREATIVITEIT MEDMEC01 Q1 JAAR 1 THEMA: het creatieve proces MODULEWIJZER Mediaencreativiteit.pbwiki.com VAKGROEP MEDIA EN CREATIVITEIT Vandaag Wat is er in het nieuws? Dummy: show us what you got! Convergerende technieken

Nadere informatie

Spreekbeurt, en werkstuk

Spreekbeurt, en werkstuk Spreekbeurt, krantenkring en werkstuk Dit boekje is van: Datum spreekbeurt Datum krantenkring Inleverdatum werkstukken Werkstuk 1: 11 november 2015 Werkstuk 2: 6 april 2016 Bewaar dit goed! Hoe bereid

Nadere informatie

http://www.kidzlab.nl/index2.php?option=com_content&task=vi...

http://www.kidzlab.nl/index2.php?option=com_content&task=vi... Veelvlakken De perfecte vorm Plato was een grote denker in de tijd van de Oude Grieken. Hij was een van de eerste die de regelmatige veelvlakken heel bijzonder vond. Hij hield ervan omdat ze zulke mooie,

Nadere informatie

Kindervergadering Zo gaat het bij ons!

Kindervergadering Zo gaat het bij ons! Pedagogisch kader kindercentra 4 13 jaar Kindervergadering Zo gaat het bij ons! Introductie voor de groepsleiding Is kinderinspraak belangrijk? Denken vanuit de groep is logisch en praktisch, maar toch

Nadere informatie

Verslag Creatief Denken en Pitchen

Verslag Creatief Denken en Pitchen Verslag Creatief Denken en Pitchen Jeroen Dusseldorp 2041664 PM1DV Leraar: Serge verwiel 1 Voorwoord Korte evaluatie van trainingen De beroepsvaardigheden trainingen vond ik dit blok toch wel het leukste

Nadere informatie

Time management - logboekanalyse en Eisenhowerschema

Time management - logboekanalyse en Eisenhowerschema pag.: 1 van 5 Time management - logboekanalyse en Eisenhowerschema Tijd is een schaars goed. U heeft als inkoper slechts een beperkte hoeveelheid tijd tot uw beschikking om uw taken uit te voeren. Deze

Nadere informatie

Het stappenplan om snel en goed iets nieuws in te studeren

Het stappenplan om snel en goed iets nieuws in te studeren Studieschema voor goed en zelfverzekerd spelen Page 1 of 5 Het stappenplan om snel en goed iets nieuws in te studeren Taak Een nieuw stuk leren zonder instrument Noten instuderen Opname beluisteren Notenbeeld

Nadere informatie

HANDLEIDING AAN DE SLAG MET TRENDS

HANDLEIDING AAN DE SLAG MET TRENDS HANDLEIDING AAN DE SLAG MET TRENDS ORGANISEER EEN TRENDSESSIE MET DE TRENDPUBLICATIE IEDEREEN AAN ZET DOEL Met deze set kun jij samen met anderen de gevolgen van trends voor de communicatie van de Rijksoverheid

Nadere informatie

Sessieplan Ideeteams Dag 2 Innovatie driedaagse Gemeente Rotterdam

Sessieplan Ideeteams Dag 2 Innovatie driedaagse Gemeente Rotterdam Sessieplan Ideeteams Dag 2 Innovatie driedaagse Gemeente Rotterdam Wat: Dag 2 van de ideeteams die tijdens de Innovatie driedaagse aan de slag gaan bij de gemeente Rotterdam Doelen dag 1: Het bepalen van

Nadere informatie

PeerEducatie Handboek voor Peers

PeerEducatie Handboek voor Peers PeerEducatie Handboek voor Peers Handboek voor Peers 1 Colofon PeerEducatie Handboek voor Peers december 2007 Work-Wise Dit is een uitgave van: Work-Wise info@work-wise.nl www.work-wise.nl Contactpersoon:

Nadere informatie

INNOVATIETOOLKIT IDEEÊN KIEZEN

INNOVATIETOOLKIT IDEEÊN KIEZEN CONVERGENTIEFASE Na de ideeëngeneratie is het tijd om keuzes te maken. Eindelijk mogen de ideeënmoordenaars terug bovengehaald worden om ideeën te beoordelen, met elkaar te vergelijken en te kiezen. Net

Nadere informatie

Communiceren is teamwork

Communiceren is teamwork Communiceren is teamwork Je werkt vaak zelfstandig, maar blijft altijd onderdeel van je team. Samen met je collega s zorg je zo goed mogelijk voor jullie cliënten. Samenwerken vereist veel communicatie.

Nadere informatie

1. Veerkracht: wat? Hoe? 2. Brainstorm veerkracht verhogen

1. Veerkracht: wat? Hoe? 2. Brainstorm veerkracht verhogen 1. Veerkracht: wat? Hoe? 2. Brainstorm veerkracht verhogen Veerkracht en weerbaarheid wat? - Weerbaarheid = opkomen voor jezelf zonder daarbij een ander te schaden - Het zelfvertrouwen is belangrijk voor

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Materiaal Voorwerpen. Werkvellen Het is groen en het (=A4 verdeeld in 3 x 4 = 12 vierkantjes).

Materiaal Voorwerpen. Werkvellen Het is groen en het (=A4 verdeeld in 3 x 4 = 12 vierkantjes). Het is groen en het Voorwerpen. Werkvellen Het is groen en het (=A4 verdeeld in 3 x 4 = 12 vierkantjes). Neem een voorwerp. Welke (elementaire) eigenschappen heeft het, welke functionaliteiten heeft het?

Nadere informatie

WELKOM BIJ BOMBERBOT! LES 2: SEQUENTIES I LES 2: SEQUENTIES I WAAR GAAT DEZE LES OVER? INTRODUCTIE

WELKOM BIJ BOMBERBOT! LES 2: SEQUENTIES I LES 2: SEQUENTIES I WAAR GAAT DEZE LES OVER? INTRODUCTIE WELKOM BIJ BOMBERBOT! Bij onze lessen horen ook nog een online game, waarin de leerlingen de concepten die ze geleerd krijgen direct moeten toepassen, en een online platform, waarin u de voortgang van

Nadere informatie

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten.

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten. Werkvorm 1 Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten. Stap 2 Vervolgens formuleren ze vragen over wat ze

Nadere informatie

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de

Nadere informatie

Hoe stel je een Ledenreis op?

Hoe stel je een Ledenreis op? Hoe stel je een Ledenreis op? Jullie hebben voor één van de doelgroepen een Ledenprofiel aangemaakt. Om dit lid nog beter te leren kennen is het van belang om goed na te denken hoe dit lid zijn lidmaatschap

Nadere informatie

Brainstorm gelijke kansen vrijetijdsparticipatie

Brainstorm gelijke kansen vrijetijdsparticipatie Brainstorm gelijke kansen vrijetijdsparticipatie Vrijetijdsparticipatie?? Vrije tijd? Sport cultuur ontmoeten Georganiseerd niet-georganiseerd Participatie? deelhebben (mede-eigenaar) deelnemen (als gebruiker)

Nadere informatie

CREATIEF CONCEPTEN OP BASIS VAN CREATIVITEIT HOE? ZO!

CREATIEF CONCEPTEN OP BASIS VAN CREATIVITEIT HOE? ZO! CREATIEF CONCEPTEN OP BASIS VAN CREATIVITEIT HOE? ZO! INHOUDSOPGAVE STARTFASE VOORAF - IS HET EEN ONDERWERP VOOR CREATIVITEIT? - ANALYSEVRAGEN - BRIEFING MET PROBLEEMEIGENAAR DE CREATIEVE SESSIE - SPELREGELS

Nadere informatie

Hoofdstuk 18 Bouwen aan organisatie met de netwerkmultiloog

Hoofdstuk 18 Bouwen aan organisatie met de netwerkmultiloog Hoofdstuk 18 Bouwen aan organisatie met de netwerkmultiloog Anne-Marie Poorthuis en Sjanneke Werkhoven De netwerkmultiloog is een methode om veel mensen in een organisatie te betrekken bij een organisatiethema

Nadere informatie

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen. Bijlage 11 Voorbeeld informatie VHT: Bouwstenen voor geslaagd contact Informatie Video - hometraining Belangrijke begrippen initiatieven herkennen volgen ontvangstbevestiging beurt verdelen leidinggeven

Nadere informatie

HOOFDSTUK 9 DE ROL VAN CREATIVITEIT

HOOFDSTUK 9 DE ROL VAN CREATIVITEIT HOOFDSTUK 9 DE ROL VAN WAT IS? Creativiteit: het vermogen om perspectieven, paden, oplossingen, mogelijkheden en ideeën te zien die anderen niet kunnen of willen zien. Innovativiteit vereist creativiteit.

Nadere informatie

E-book. 5 werkvormen voor een krachtig actieplan. Mastering Change

E-book. 5 werkvormen voor een krachtig actieplan. Mastering Change E-book 5 werkvormen voor een krachtig actieplan Mastering Change 5 werkvormen voor een krachtig actieplan Door Stefan op de Woerd en Jochem Aubel Het is een grote uitdaging voor veel trainers is om ervoor

Nadere informatie

Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde http://vetkillerworkout.nl/index2.php

Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde http://vetkillerworkout.nl/index2.php Vet-killer 320 Workout Introductie (eerste deel) Door: Jesse van der Velde http://vetkillerworkout.nl/index2.php Copyright 2011 Jesse van der Velde Alle rechten voorbehouden. 1 Introductie Welkom bij de

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

Communiceren met de achterban

Communiceren met de achterban 1 Communiceren met de achterban Je wilt weten hoe je het beste communiceert met de achterban. Je wilt direct aan de slag en snel resultaten. Je hebt een hoe-vraag. Zoals iedereen. Maar als je werkelijk

Nadere informatie

Researchverslag: rituelen Joanna Siccama GAR1-B 11-10-2014 leraar: Harald Warmelink

Researchverslag: rituelen Joanna Siccama GAR1-B 11-10-2014 leraar: Harald Warmelink Researchverslag: rituelen Joanna Siccama GAR1-B 11-10-2014 leraar: Harald Warmelink Inleiding Om onderzoek te doen naar rituelen is het in eerste plaats belangrijk om te definiëren wat een ritueel is.

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Creatief denken ontwikkelen bij Nederlands

Creatief denken ontwikkelen bij Nederlands Creatief denken ontwikkelen bij Nederlands Talen Conferentie havo vwo 28 september 2015 Geppie Bootsma g.bootsma@aps.nl Naam Datum 21 e eeuwse vaardigheid: creativiteit Het bedenken van nieuwe ideeën en

Nadere informatie

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties Presenteren vmbo-4 Presenteren is aan de ene kant een kunst de één is er beter in dan de ander maar aan de andere kant valt of staat elke presentatie met een goede voorbereiding en veel oefening. Bij presenteren

Nadere informatie

Lesbrief voor leerlingen: hoe ontwerp je een omslag voor een boek

Lesbrief voor leerlingen: hoe ontwerp je een omslag voor een boek Lesbrief voor leerlingen: hoe ontwerp je een omslag voor een boek KIEZEN Een goed begin is het kiezen van het juiste boek. Er zijn zo veel mooie verhalen waardoor het soms lastig is om een goede keuze

Nadere informatie

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de afgelopen weken hebben we veel teksten gelezen. Deze teksten hebben we samengevat, we hebben vragen erbij gesteld, gekeken

Nadere informatie

SPEELWIJZE WERKPLEZIER SPEL - Bladzijde 1 / 11

SPEELWIJZE WERKPLEZIER SPEL - Bladzijde 1 / 11 SPEELWIJZE WERKPLEZIER SPEL - Bladzijde 1 / 11 SPEELWIJZE Werkplezier Spel Heb je plezier in je werk? Dat is een vraag die regelmatig wordt gesteld. Is je antwoord ja, dan is de kunst dit zo te houden.

Nadere informatie

CREATIVITEIT & BRAINSTORMEN

CREATIVITEIT & BRAINSTORMEN CREATIVITEIT & BRAINSTORMEN Brainstormen De essentie van brainstormen? Splits je creatieve proces op in twee fasen: 1) de divergentie = ideeën bedenken 2) de convergentie= ideeën selecteren, evalueren

Nadere informatie

Creatie-bordspel. Deze zichtversie geeft een indruk van het totale boekje dat uit 15 pagina s bestaat.

Creatie-bordspel. Deze zichtversie geeft een indruk van het totale boekje dat uit 15 pagina s bestaat. Creatie-bordspel Deze zichtversie geeft een indruk van het totale boekje dat uit 15 pagina s bestaat. 2 Wat is de Tzolkin Het is één van de kalenders uit de Mayacultuur. De Tzolkin is een creatiekalender.

Nadere informatie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN COMMUNICEREN VANUIT JE KERN Wil je duurzaam doelen bereiken? Zorg dan voor verbonden medewerkers! Afgestemde medewerkers zijn een belangrijke aanjager voor het realiseren van samenwerking en innovatie

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

SPELFICHE: WIE ZIT ER IN DE LEERLINGENRAAD?

SPELFICHE: WIE ZIT ER IN DE LEERLINGENRAAD? SPELFICHE: WIE ZIT ER IN DE LEERLINGENRAAD? 5 minuten of meer onbeperkt 10 tot 50 8 tot 20 Praten Praten Praten, schrijven niksnadanoppes! bingoblaadje en schrijfgerief groot papier en schrijfgerief onbeperkt

Nadere informatie

Feedback. in hapklare brokken

Feedback. in hapklare brokken Feedback in hapklare brokken Jan van Baardewijk Zorgteamtrainer Op zorgteamtraining.nl is de meest recente versie van feedback gratis beschikbaar. Mocht je willen weten of je de meest recente versie hebt,

Nadere informatie

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN Gratis PDF Beschikbaar gesteld door vlewa.nl Geschreven door Bram van Leeuwen Versie 1.0 INTRODUCTIE Welkom bij deze gratis PDF! In dit PDF

Nadere informatie

Perspectief 3 e editie 3 hv Project duurzaamheid

Perspectief 3 e editie 3 hv Project duurzaamheid Perspectief 3 e editie 3 hv Project duurzaamheid 1. Start Duurzaam leven is belangrijk. Als we dat niet doen, is de aarde in de toekomst niet meer leefbaar. De gevolgen van onze leefstijl zijn nu al te

Nadere informatie

Werkvorm groepsgesprek professionals

Werkvorm groepsgesprek professionals Werkvorm groepsgesprek professionals Creëren van een stimulerende werkomgeving en het vergroten van professionele autonomie Deze werkvorm kan worden gebruikt om met medewerkers van Justitiële Jeugdinrichtingen

Nadere informatie

vaardigheden - 21st century skills

vaardigheden - 21st century skills vaardigheden - 21st century skills 21st century skills waarom? De Hoeksteen bereidt leerlingen voor op betekenisvolle deelname aan de wereld van vandaag en de toekomst. Deze wereld vraagt kinderen met

Nadere informatie

Stimuleer jouw strategieimplementatieproces

Stimuleer jouw strategieimplementatieproces Stimuleer jouw strategieimplementatieproces workshop format Dit document is onderdeel van een set ondersteunend materiaal dat ter download wordt aangeboden aan kopers van Strategiehelden door Jeroen De

Nadere informatie

2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot.

2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot. Fase.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot. 1 1 Lees onderstaande tekst. Daarna ga je zelf een soortgelijke tekst schrijven.

Nadere informatie

Intuïtief Website Stappen Plan voor een Doorlopende Stroom Klanten

Intuïtief Website Stappen Plan voor een Doorlopende Stroom Klanten Intuïtief Website Stappen Plan voor een Doorlopende Stroom Klanten 2015 Annie Massop Hart en Ziel Marketing - Alle rechten voorbehouden - 1 Inleiding Dit stappenplan sluit aan op de workshop Hoe je intuïtief

Nadere informatie

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken Effectieve samenwerking: werken in driehoeken Werken in driehoeken is een wijze van samenwerking die in elke organisatie, projectteam en netwerk mogelijk is. Het maakt dat we kunnen werken vanuit een heldere

Nadere informatie

Vincent-stripverhaal MAKEN VOELEN SAMENWERKEN KIJKEN. Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.

Vincent-stripverhaal MAKEN VOELEN SAMENWERKEN KIJKEN. Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po. Vincent-stripverhaal Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs Vincent-stripverhaal Een opdracht voor groep 5 of 6 gericht op inleven en maken. Leerlingen maken samen een stripverhaal, gebaseerd

Nadere informatie

2014 Kioppe, Arnhem Pedagoge drs. Marleen Kerstens www.bewustekinderopvang.nl

2014 Kioppe, Arnhem Pedagoge drs. Marleen Kerstens www.bewustekinderopvang.nl Dit e-book is een gratis uitgave van: Kioppe voor Bewuste Kinderopvang en is onderdeel van Procesgericht Vergaderen in de Kinderopvang De eerste titel uit deze vergadermethode is 'Iedereen doet mee!' Kioppe,

Nadere informatie

Stap 6. Stap 6: Deel 1. Changes only take place through action Dalai Lama. Wat ga je doen?

Stap 6. Stap 6: Deel 1. Changes only take place through action Dalai Lama. Wat ga je doen? Stap 6. Changes only take place through action Dalai Lama Wat ga je doen? Jullie hebben een ACTiePlan voor het experiment gemaakt. Dat betekent dat je een nieuwe rol en andere ACTies gaat uitproberen dan

Nadere informatie

OR & VERGADEREN VARIATIE EN VERRASSING HOUDEN DE. Richard Broer trainer/adviseur VERGADERAARS ALERT!

OR & VERGADEREN VARIATIE EN VERRASSING HOUDEN DE. Richard Broer trainer/adviseur VERGADERAARS ALERT! 1 OR & VERGADEREN VARIATIE EN VERRASSING HOUDEN DE VERGADERAARS ALERT! Richard Broer trainer/adviseur IS VERGADEREN HET JUISTE INSTRUMENT? 2 Ja! Iedereen tegelijk op de hoogte Korte tijd nodig Synergetische

Nadere informatie

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Leerstijlentest van David Kolb Mensen, scholieren dus ook, verschillen nogal in de wijze waarop ze leren. Voor

Nadere informatie

plan facilitators Werkvorm: problemen verbinden

plan facilitators Werkvorm: problemen verbinden Werkvorm: problemen verbinden Problemen helder formuleren helpt al vaak om een oplossing te vinden, maar meestal hebben we te maken met een hele berg problemen die allemaal om een oplossing schreeuwen.

Nadere informatie

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht I Lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen worden zich meer bewust van eigen talenten en eigenschappen en ontwikkelen een positief zelfbeeld. Kinderen kunnen

Nadere informatie

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie heet vragen stellen. We gaan

Nadere informatie

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: > Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,

Nadere informatie

Energizers. (On)bewust in beweging, toolkit om bewegen en sport te stimuleren voor ROC s

Energizers. (On)bewust in beweging, toolkit om bewegen en sport te stimuleren voor ROC s 36 Vijf energizers die onbewust doorwerken Wat is een energizer? Een energizer is een korte oefening, die je doet samen met een groep. Het wordt ingezet als onderbreking van het programma. Een goede energizer

Nadere informatie

Hoe ga ik dit verwerken? (Begrip maken) Dit volume is goed, dit moet ik zo houden.

Hoe ga ik dit verwerken? (Begrip maken) Dit volume is goed, dit moet ik zo houden. Wie Citaat feedback Wat? (Interpreteren) Hoe ga ik dit verwerken? (Begrip maken) Wat & waarom? (Vervolg vraag) Goed volume in je stem. Het volume van mijn stem is zodanig dat de informatie goed te horen

Nadere informatie

Werkvorm voor gesprek middenkader

Werkvorm voor gesprek middenkader Creëren van een stimulerende werkomgeving en het vergroten van professionele autonomie Deze werkvorm kan worden gebruikt om met medewerkers van Justitiële Jeugdinrichtingen het gesprek aan te gaan over

Nadere informatie

Waar een wil is, is een Weg!

Waar een wil is, is een Weg! 5 tips om moeiteloos voor jezelf te kiezen en een stap te zetten. Waar een wil is, is een Weg! - Lifecoach http://www.facebook.com/arlettevanslifecoach 0 Je bent een ondernemende 40+ vrouw die vooral gericht

Nadere informatie

Methodieken en werkvormen Module 11: Evalueren van activiteiten - Diverse werkvormen om te evalueren

Methodieken en werkvormen Module 11: Evalueren van activiteiten - Diverse werkvormen om te evalueren Methodieken en werkvormen Module 11: Evalueren van activiteiten - Diverse werkvormen om te evalueren Maker: Diverse regio s en 101werkvormen Functie: N.v.t. Datum van productie: 3 maart 2015 Module 11

Nadere informatie

Webdesign voor ondernemers

Webdesign voor ondernemers e-boek Webdesign voor ondernemers Veelgestelde vragen over het laten maken van een website Bart van den Bosch Inhoud 1. Zelf doen of uitbesteden? 4 2. Webdesigners 7 3. Wat is Wordpress 10 4. Maken van

Nadere informatie

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen! 1 Wil je wel leren? Opdracht 1a Wat heb jij vanzelf geleerd? 7 Opdracht 1b Van externe naar interne motivatie 7 Opdracht 1c Wat willen jullie graag leren? 8 2 Kun je wel leren? Opdracht 2a Op wie lijk

Nadere informatie

geweldig efficiënte tips voor werk en thuis! Marieke Anthonisse 2011 www.efficiencyfactor.nl https://twitter.com/trainencoachen

geweldig efficiënte tips voor werk en thuis! Marieke Anthonisse 2011 www.efficiencyfactor.nl https://twitter.com/trainencoachen 27 geweldig efficiënte tips voor werk en thuis! Inhoudsopgave Time Management 3 Email Management 3 Werkplekorganisatie 3 Gewoontevorming 4 Teambuilding 4 Gezinnen met kinderen 5 Administratie en Financiën

Nadere informatie

Je doel behalen met NLP.

Je doel behalen met NLP. Je doel behalen met NLP. NLP werkt het beste als al je neurologische niveaus congruent zijn. Met andere woorden: congruent zijn betekent wanneer je acties en woorden op 1 lijn zijn met je doelen, overtuigingen,

Nadere informatie

Ontdekken hoe je je tijd goed kunt beheren, bestaat voor. Jezelf voorbereiden op succes. Hoofdstuk 1. Leer jezelf kennen.

Ontdekken hoe je je tijd goed kunt beheren, bestaat voor. Jezelf voorbereiden op succes. Hoofdstuk 1. Leer jezelf kennen. Hoofdstuk 1 Jezelf voorbereiden op succes In dit hoofdstuk: Een solide timemanagementsysteem opbouwen De grootste uitdagingen van timemanagement het hoofd bieden Het verband zien tussen doelen stellen

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie

Waarde-volle zorg is ook nog JONG!

Waarde-volle zorg is ook nog JONG! Waarde-volle zorg is ook nog JONG! LOC maakte een nieuwe visie op de zorg. Die heet Waarde-volle zorg. Allerlei mensen herkennen zich daar in. Dat komt doordat die gaat over dingen die voor ons allemaal

Nadere informatie

Knabbel en Babbeltijd.

Knabbel en Babbeltijd. Knabbel en Babbeltijd. (zorg ervoor dat je deze papieren goed leest, uitprint en meeneemt naar de VBW) Het thema van deze VBW-week is Zeesterren. Het thema is de titel van de week (dus geen kreet of korte

Nadere informatie

Let s Ynnovate! Let s Ynnovate! LET S YNNOVATE! OVER FLEUR & ESTHER FLEUR PULLEN & ESTHER VAN DER STORM

Let s Ynnovate! Let s Ynnovate! LET S YNNOVATE! OVER FLEUR & ESTHER FLEUR PULLEN & ESTHER VAN DER STORM LET S YNNOVATE! Als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg, riep Einstein al een dikke eeuw geleden. Wil je innoveren, dan zul je uit je routine moeten stappen. Maar hoe kun je succesvol

Nadere informatie

CLIL Toolkit voor het basisonderwijs

CLIL Toolkit voor het basisonderwijs CLIL Toolkit voor het basisonderwijs Auteurs: Alessandra Corda, Eke Krijnen, Wibo van der Es Redactie: Jan Willem Chevalking, Tine Stegenga 2012 Expertisecentrum mvt, Leiden Een digitale versie van deze

Nadere informatie

IDEE > PLAN > PITCH. In 3 stappen van idee { naar financiering

IDEE > PLAN > PITCH. In 3 stappen van idee { naar financiering In 3 stappen van idee { naar financiering Inhoud 1. Inleiding 2. De stappen 3. Stap 1: Het idee 4. Stap 2: Het plan 5. Stap 3: De pitch 6. Tips en Adressen Inleiding Je hebt een idee voor een nieuw bedrijf.

Nadere informatie

Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie

Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie Afasie en logopedie informatie voor naasten/familie Inhoud Afasie, wat is dat en hoe kunt u er mee om gaan? 5 Taalproblemen 6 Hoe ervaren afasiepatiënten de moeilijkheden zelf? 7 Hoe kunt u het beste omgaan

Nadere informatie

Tekst lezen en vragen stellen

Tekst lezen en vragen stellen 1. Lees de uitleg. Tekst lezen en vragen stellen Als je een tekst leest, kunnen er allerlei vragen bij je opkomen. Bijvoorbeeld: Welke leerwegen zijn er binnen het vmbo? Waarom moet je kritisch zijn bij

Nadere informatie

Hele fijne feestdagen en een gezond en vrolijk 2017! Raymond Gruijs. BM Groep ARBO West Baanzinnig

Hele fijne feestdagen en een gezond en vrolijk 2017! Raymond Gruijs. BM Groep ARBO West Baanzinnig De tijd vliegt voorbij en voor je weet zijn we al weer een jaar verder. Ik zeg wel eens: mensen overschatten wat je in een jaar kunt doen, maar onderschatten wat je in 3 jaar kan realiseren. Laten we naar

Nadere informatie

Checklist. De 8 must haves voor een succesvol blogartikel

Checklist. De 8 must haves voor een succesvol blogartikel Checklist De 8 must haves voor een succesvol blogartikel Veerle Metten, Mettenta Ga je graag door het leven met een goed geweten? Neem dan niet zomaar stukken uit deze checklist over zonder bronvermelding.

Nadere informatie

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Linda Willemsen www.klasvanjuflinda.nl www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Spelenderwijs rijmen Tekst & vormgeving: Linda Willemsen 2014 www.klasvanjuflinda.nl Linda Willemsen

Nadere informatie

Werkvormen: Basis 6.1 Kwaliteiten van een vriend Reflectie Subgroepen 30 min 6.2 Hyves-profiel Reflectie Subgroepen (digi) 20 min.

Werkvormen: Basis 6.1 Kwaliteiten van een vriend Reflectie Subgroepen 30 min 6.2 Hyves-profiel Reflectie Subgroepen (digi) 20 min. Les 6: Gezocht: een vriend Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen weten wat ze belangrijk vinden in een vriendschap; Kinderen kunnen een aantal kenmerken en voorwaarden benoemen waar een vriendschap aan moet

Nadere informatie

Het maken van een werkstuk

Het maken van een werkstuk Het maken van een werkstuk Deze papieren geven informatie over: A. De verzorging : Hoe hoort een werkstuk er uit te zien? B. De indeling : Hoe wordt een werkstuk ingedeeld? C. Het onderwerp : Waarover

Nadere informatie

SPEELWIJZE INSPIRATIESPEL

SPEELWIJZE INSPIRATIESPEL SPEELWIJZE INSPIRATIESPEL De bedoeling van het Inspiratiespel is mensen met elkaar in gesprek te brengen over hetgeen hen inspireert, van binnen uit motiveert. Meer zicht krijgen op essentiële drijfveren

Nadere informatie

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten. Ik wil EmoKnallen. Sjoelen en uiten van emoties en gevoelens met jongeren en volwassenen. Benodigdheden: een sjoelbak en sjoelschijven. Te spelen op school, in jongeren en opvangcentra, in het gezin, bij

Nadere informatie