Beoordeling van de competenties stage bovenbouw

Transcriptie

1 Beoordeling van de competenties stage bovenbouw Hierbij vinden jullie een lijst met competenties die van belang zijn voor de stage bovenbouw. De lijst is bestemd voor de student en de mentor van de stageschool. Doel van het invullen van de competenties is reflecteren op de ontwikkeling die is doorgemaakt tijdens de stage. Dit betekent dat de student: o in staat is om aan de hand van de competenties zijn ontwikkeling gedurende de stage, van begin tot einde, te beschrijven. o aan de hand van voorbeelden zichtbaar maakt op welk niveau hij geëindigd is. Aan het einde van de stage vult de student de competentielijst digitaal in en geeft er een beknopte toelichting op. In de toelichting wordt uitgelegd waaruit de competentie wel of niet blijkt. Dan vult de mentor de lijst in en geeft een beknopte toelichting op de waargenomen ontwikkeling van competenties van de student en ondertekent de competentielijst. Bij het afsluitende gesprek met de mentor kan dit een leidraad zijn. Vervolgens stuurt de student de ingevulde competentielijst toe aan de stagebegeleiders van de opleiding. Bij de beoordeling op de opleiding wordt de competentielijst gebruikt om de stage af te sluiten of om op basis van nog niet voldoende ontwikkelde competenties tot een passende vervolgactie te komen waarin de competenties alsnog aangetoond kunnen worden. Bij iedere competentie vinden jullie een balk met vijf niveaus. 1 op de schaal betekent onvoldoende of nog niet competent, 2 betekent nog in ontwikkeling maar nog niet voldoende, 3 betekent voldoende, is startbekwaam, 4 goed en competent 5 op de schaal betekent zeer goed of excellent.

2 COMPETENTIES: stage onderbouw 1. (Vak)didactisch vermogen en operationaliserend vermogen Kun je vakinhoudelijke doelstellingen formuleren, uitvoeren in de les inzetten bij beoordelingen? x voorbeeld doelstelling 1b: De lln kennen drie kleurcontrasten, slag en eigen schaduw en kunnen deze toepassen in hun eigen werk. Doelstelling behaald wanneer: lln de kleurcontrasten kunnen benoemen in beeld (klassikaal in ppt. Later na herhaling kan dit eventueel getoetst worden me SO) kunnen: terug te zien in het werk van de lln. In de les: Theorie les met duidelijke uitleg omtrent doelstelling. Interactie. Weergeven in beeld. Algemeen: Ik had in meer lessen duidelijke doelstellingen kunnen formuleren, ik heb dit een enkele keer bij 3 havo gedaan. Verder beperkte ik mij hier meer mee tot de onderbouw. Misschien komt dit omdat ik in de onderbouw een eigen opdracht had met de leerlingen en in de bovenbouw meer lessen overnam. Maar alsnog had ik dan duidelijke doelstellingen voor mij zelf en de leerlingen kunnen formuleren X Voor onderbouw heb ik dit niet gezien, BOO heeft dat besproken. Voor bovenbouw is het de aankomende jaren in het onderwijs belangrijk je doelstellingen te formuleren voor jezelf en voor de leerling en na een aantal jaren leservaring formuleer je de doelstellingen vooral voor de leerlingen. Dit ontwikkel je dus nog verder. Door de korte periode van 8 weken was het moeilijk een eigen opdracht te starten, door te lopen en te beoordelen. Nu bleef het meer bij een individuele les. Kun je lessen: structureren plannen in tijd organiseren Ik denk dat het grootste en het meest zeggende voorbeeld de projectweek is. Hierbij moest zoveel georganiseerd, gepland en gestructureerd worden. Een

3 ontzettend grote uitdaging met veel verantwoording over 2 of meer klassen tegelijk, drie dagen achter elkaar, acht uur lang. In die drie dagen moest een 6- delig decor en outfits voor spelers in elkaar gezet worden. Per dag heb ik een planning gemaakt wat af moest, soms moesten dingen radicaal anders en was er een andere organisatie nodig dan van te voren bedacht, dit bracht ook weer verandering in de tijdsplanning maar door soms impulsieve acties is dit meer dan goed gekomen. Ik denk dat ik mijn eigen organisatievermogen goed heb mogen ontdekken toen op woensdag de techniekdocent afwezig was en ik opeens twee klassen met mannen voor me had die wilde puur en alleen met techniek bezig wilden zijn. Nou, zet ze maar aan de slag. Ik heb ze allemaal eerst voor het bord plaats laten nemen om zo in een keer duidelijk uit te leggen wat de bedoeling is en wat er gedaan moest worden. Samen met de leerlingen heb ik de taken verdeeld en iemand (de handyman) het overzicht gegeven. Op dat moment had ik twee klaslokalen waar ik overzicht over moest houden. Een (niet geheel verwachte) uitdaging die ontzettend goed is gelukt! Tijdens de projectweek is het decor prima in elkaar gezet. Opmerkingen tijdens de projectweek werden meegenomen en verwerkt, alles kwam samen in het decor en stond op het podium als een geheel. Een grote groep leerlingen werd aan het werk gezet en gehouden gedurende deze projectweek. Een intensieve maar zeer leerzame ervaring, waarbij Eline het door leerlingen en met collega s vormgeven van het decor goed onder controle had. Kun je in lessen op een adequate manier een relatie leggen tussen maken en beschouwen? Leerlingen laten reflecteren op hun eigen werk (tops en volgende stappen) maar ook op het werk van anderen. Dit heb ik bijvoorbeeld in een brugklas gedaan door tijdens de les werk van verschillende leerlingen op te hangen en door middel van open vragen reageren klasgenoten op wat zij zien. Zo weten de leerlingen waar zij nog op moeten letten maar ook wat erg goed gaat en ik denk ook dat zij dan meer inzicht krijgen op waar zij mee bezig zijn. Tijdens een 4havo les had Claudia al de leerlingen de opdracht gegeven hun werk op een tafel te leggen. Ik ben de les gestart (claudia was nog even afwezig) door de leerlingen tops over hun eigen werk te vertellen en wat hun volgende stappen zouden kunnen zijn. Ik vroeg ze ook om op elkaar te reageren met tips en tops. Feedback geven is een moeilijk onderdeel voor ons vak, het is lastig. Leerlingen leggen soms erg persoonlijk werk neer en daar moet een docent op reageren. Eline liet de leerlingen tops noemen, waardoor ze de positieve onderdelen gingen benoemen. Dit werk stimulerend.

4 Maak je bewust gebruik van verschillende werkvormen en zet je deze adequaat in? x 5. Dit vind ik een duidelijk punt waarin ik mij ontwikkeld heb. Ik weet dat ik mijn eerste theorieles begon met een docentgestuurde les, ik vertel de leerlingen maken aantekeningen. De les had wel interactieve stukken maar meer afwisseling was er niet echt. Een volgende theorieles wilde ik uitproberen of de leerlingen in groepjes konden discussieren over een bepaald beeld, dus de leiding wat meer uit handen geven. Nu aan het einde van mijn stage gebruik ik verschillende werkvormen in een les. Zo begin ik met een gesprek, gebruik ik een ppt voor een gedeelte dat zij uit het boek moeten weten. Het theoriegedeelte is erg interactief. Ik geef mogelijkheid om even in tweetallen te overleggen, hardop waarna we klassikaal weer verder gaan. Vervolgens zijn zij zelfstandig aan het werk met schilderen. Wanneer een leerling een vraag heeft en ik heb net daarvoor eenzelfde iets uitgelegd aan een andere leerling vraag ik die te komen en het uit te leggen aan zijn of haar klasgenoot. Ik zie dan gelijk of mijn uitleg is begrepen. Ik heb vooral docent gestuurde lessen gezien in 3H en 4H en meer met en tussen de leerlingen tijdens de projectweek. In een volgende stage zou Eline nog meer kunnen proberen op welke manier een les gegeven kan worden, waarbij de leerling nog meer uitgedaagd wordt om zelf aan het werk te gaan/zijn. Nu gaf zij vooral aan wat er nog moest gebeuren en was ze toch vooral de docent voor de klas. Kun je op adequate wijze materialen, gereedschappen en technieken inzetten? x Toelichting student aan de hand van voorbeelden uit de Een voorbeeld uit 1b is de schilderles. Het voordoen van diverse schildertechnieken en deze benoemen. Zowel individueel als klassikaal. Ik denk dat ik in mijn gehele stage meer met 'persoonlijke' begeleiding materialen, gereedschappen en technieken heb ingezet dan klassikaal. Behalve in de projectweek, daar heb ik heel erg ingespeeld op het inzetten van materialen en technieken en dergelijke. Zowel met kostuums als decor x Binnen de HKU is er onvoldoende aandacht voor technieken. Hoe werk je met de verschillende materialen en hoe benoem je de beeldaspecten kunnen daar veel meer aandacht krijgen. Eline heeft een les gips masker maken geintroduceerd, maar had dit zelf nog

5 nooit gedaan. Ze redde zich wel, maar dit is een minpunt in de HKU opleiding. Eigenlijk moeten studenten/docenten alle opdrachten en technieken eerst zelf maken om ze daarna als les te geven. Zet je op adequate wijze apparatuur in en weet je bij problemen met apparatuur voor een alternatief te zorgen? x 5. Toelichting student aan de hand van voorbeelden uit de In mijn stage heb ik voornamelijk gewerkt met de beamer. Zo heb ik diverse powerpoint presentaties voorbereid en verwerkt in mijn lessen en daarbij gebruik gemaakt van de internetbron Youtube. Ook heb ik gewerkt met dvdspeler (1b van Gogh) en sheets (projectweek) Gelukkig of helaas heb ik geen problemen gehad met de apparatuur. Ik controleerde minimaal een uur van te voren of alles werkte. Omdat ik zelf op een mac werk en op mijn stage met PC wil het weleens zijn dat mijn ppt niet op de computer van de stageschool op kan starten, dit controleerde ik dan ook ruim (meer dan een dag) van te voren. De computer werd prima benut. Hierbij waren geen problemen. Houd je rekening met het niveau van de leerlingen m.b.t.: schooltype, leeftijd, vakinhoud, taalgebruik. Ja, dat kan ik zeker zien nu ik in zowel een eerste als een vierde klas lesgeef. Vooral in de eerste klas let ik op mijn woorden en wanneer ik een moeilijk begrip gebruik vraag ik of zij weten wat het betekend of ik geef een synoniem/ uitleg. Eline houdt rekening met haar taalgebruik. Ze wil het graag goed doen en zeggen zoals het hoort als docent voor de klas. Het niveau inschatten is ook een kwestie van ervaring, dit herkennen ontwikkel je in de loop der jaren.

6 2. Pedagogisch vermogen Reageer je adequaat op gedrag van leerlingen? x 4. x 5. 4 havo,bv, Walter. Nors en opstandig, vind het allemaal onzin en heeft er geen zin in. Ik probeer samen naar een oplossing te zoeken, hem mogelijkheden aan te bieden en vragen wat hij dan wilt en wat hij kan doen wat wel binnen het kader van de opdracht past. 4 havo,ckv, Mels: Maakt grapjes, is luidruchtig en verstoort de les een beetje. Leerlingen zijn zelfstandig aan het werk. Ik ga een gesprek aan met Mels en vraag hem hierbij wat hij voor tips heeft voor mij als jonge, nieuwe stagiaire. Tips over hoe ik het beste leerlingen als hij aan kan pakken. Dit op een vriendelijke en zelfs humoristische wijze. Waar ik nog wel aan moet werken is wanneer een hele klas mij uitprobeert, hoe ga ik daar mee om, hoe reageer ik als docent zijnde. Hier moet ik misschien nog een weg in vinden, het is maar bij een klas waar de leerlingen klassikaal niet zo heel fijn zijn maar individueel zijn de leerlingen anders en prettig in de omgang x 3.x Bij 3HE waren leerlingen wat opstandig naar Eline toe, dit trok zij zich erg persoonlijk aan, wat heel begrijpelijk is. Als een leerling of klas niet doet wat jij wilt, hoe ga je daar dan mee om, zonder dat het je zelf in de weg gaat zitten. Dat het jou kwetst. Afstand nemen en niet alles persoonlijk aantrekken kan Eline nog ontwikkelen. Hoe kan je een negatieve reactie van een klas omkeren naar een positieve reactie/ervaring. Signaleer je probleemgedrag van individuele leerlingen? Ja. Sommige leerlingen hebben duidelijk probleemgedrag, bij anderen merk je het wat minder snel. Een toelichting hoe ik dit signaleer is misschien moeilijk te geven. Het valt me gewoon op door een manier van handelen, een manier van praten of een manier van (positieve of negatieve) aandacht trekken door een leerling. (vb: Zoë, Lotte, Margriet, Mounir, Jinne, etc)

7 Er zijn altijd leerlingen met gedragsproblemen en in hoeverre je daar in een stage periode van 8 weken echt de vinger op kunt leggen is zeer de vraag. Eline ging altijd het gesprek aan met de leerling, waarom doe je wat je doet? Toch is een confrontatie niet altijd nodig en hoeft niet alles achteraf buiten het lokaal uitgesproken te worden en kan je bijvoorbeeld ook meteen reageren dat je iets niet prettig vindt of iets signaleert. Soms lost iets ook vanzelf wel op. Weet je goed contact te maken met je leerlingen en creëer je een prettige werksfeer? Ja, in alle klassen behalve in één 3havo klas. Klassikaal probeer ik het overzicht te houden, dit vind ik nu nog erg fijn als er stilte is. Wanneer de leerlingen zelf aan de slag gaan vind ik langslopen en alle leerlingen proberen individueel aan te spreken belangrijk, ik wil weten waar zij mee bezig zijn. In alle klassen had ik voor mijn gevoel een prettige werksfeer waar ruimte was voor onderling praten tijdens werk. Ook was er ruimte voor muziek. Ik denk dat ik door afwisseling van werkvormen, een beetje humor en persoonlijk contact een prettige werksfeer heb gecreëerd. Nu was dit heel anders in een 3havo klas, maandag het 7e en het 8e uur. Dit was voor mij geen prettige werksfeer. De leerlingen testten mij uit en zij voelden aan dat ik de controle kwijt zou kunnen raken (of misschien al was). Ik ging met een ontzettend naar gevoel de klas in en dat kon de klas denk ook aan mij merken. Ik heb in deze klas veel vaker mijn stem moeten verheffen, ik ben zelfs boos geworden. Ik heb leerlingen apart moeten nemen, maatregelen moeten treffen (bijv: puntenaftrek tijden SO voor iedereen die nog praatten). In mijn andere klassen was het zelfs beter dan het tegenovergestelde van deze klas. De andere klassen gaf ik met plezier les en er was respect van twee kanten. Dat miste ik bij de 3havo klas op maandagmiddag. Bovenstaand verhaal is herkenbaar. In de bovenbouw ging Eline even kletsen met leerlingen en ontstond er makkelijk contact. In de 3 e klas verliep dit stroever en Eline kon die negatieve ervaring moeilijk van zich afzetten. Bij een eigen klas moet je de confrontatie met zo n klas uiteindelijk wel aangaan. Je moet een oplossing vinden om samen prettig te kunnen werken. Leerling en docent moeten zich veilig in het lokaal voelen. 3. Vermogen tot inzetten van vakinhoudelijke kennis en vaardigheden 3a.Inzetten van creërend vermogen Ben je in staat om wat je geleerd hebt op het gebied van beeldend onderzoek, vormgeving en materiaal en technieken in te zetten voor het onderwijs?

8 x 4. x 5. Ja: In 4havo zijn de leerlingen aan de slag gegaan met een beeldend onderzoek naar vervorming van een model. Zo heb ik met de leerlingen hun beeldend onderzoek klassikaal (kleine groep) besproken. Ik gaf hen de mogelijkheid te reflecteren op hun eigen werk zoals wij dat op de academie doen. Vb: een top en een volgende stap. Gaande weg reflecteerden de leerlingen ook op elkaars werk. Ik merkte hoe goed de technieken van tekenen van pas kwamen in mijn stage. Een van de belangrijkste: Analytisch kijken (maar ook kleine studies): dit kon ik zowel toepassen in plat als ruimtelijke opdrachten. VB1: mevrouw, hoe schilder ik de zee? Zoek een duidelijke afbeelding en probeer eerst maar eens kleine studies te maken. Gebruik je je kwast of penceel, veel of weinig water? Hoe laat je kleuren in elkaar overlopen? VB2: mevrouw, hoe maak ik een droevig/geschrokken/blij etc. Gezicht? Misschien wil jij het even voordoen (naam klasgenoot) of kijk eens in de spiegel, maak een foto of kijk in je verslag. Benoem dan maar eens wat je ziet, wat maakt het dat je gezicht nu boos/blij/droevig of geschrokken staat? Nu heb ik ook lessen gegeven waarvan ik zelf nog niets heb geleerd op de academie, bijvoorbeeld: een masker van gips maken. Deze kennis miste ik ontzettend tijdens mijn stage, gelukkig konden we leren van onze stagebegeleidster. Ditzelfde met technieken en beeldaspecten. Ik heb twee keer een theorieles in 3havo en één keer een theorieles in de brugklas gegeven en ik merkte hoe nihil mijn kennis hierover was. Ik heb mij er zelf enorm in moeten verdiepen en zodoende ook nieuwe dingen geleerd. Ontzettend interessant maar ook ontzettend jammer dat we deze kleine dingen niet bespreken op de academie. Eline weet door haar ervaring op de HKU leerlingen te laten zoeken naar beeldende oplossingen. Je merkt dat je als docent/stagiair een hoger niveau dan de leerlingen hebt en daardoor misschien niet elke technische oplossing weet, maar wel een beeldende oplossing zichtbaar kunt maken aan de leerling. Kun je begrippen, terminologie en beschouwingswijzen toepassen op beeldend werk van leerlingen? Ja maar welke begrippen en termen ik gebruik is soms wel afhankelijk van welke klas ik op dat moment lesgeef. Complementair contrast kan ik zowel in de brugklas als in een vier havo klas gebruiken. Wanneer ik reflecteer op het werk van de leerlingen komen beeldende begrippen sowieso vaak naar voren zonder dat ik er echt bij nadenk.

9 Eline weet de beeldaspecten en de gevolgen van het gebruik van een bepaald beeldaspect toe te passen op. Door HKU leer je wel beschouwen, maar dit moet wel vertaald worden naar de leerlingen op een middelbare school Ben je op de hoogte van de kerndoelen voor de kunstvakken en de methodes die hiervoor ontwikkeld zijn en welke rol spelen deze in het onderwijs dat je hebt gegeven? Lastige vraag. Ik ben op de hoogte van de vijf kerndoelen van de kunstvakken en ik zie sommige doelen ook duidelijk terug op mijn stageschool. (projectweek, presentaties en cultuurbezoeken ckv) zelf heb ik mij gefocused op het reflecteren van eigen werk en van derden. Ik vind het belangrijk dat leerlingen zelf kunnen praten over eigen werk maar ook over andermanswerk en dat van kunstenaars. In de 1b klas heb ik van Gogh als uitgangspunt genomen en heb ik soms klassikaal, soms in groepjes de leerlingen laten reflecteren op werk van klasgenoten. Tijdens de les hang ik dan werk op van enkele leerlingen en dan geef ik even de leerlingen 5 tot 10 minuten de kans om het werk dat er hangt te bespreken, zonder dat zij echt weten wiens werk er hangt. Ook heb ik de leerlingen een schilderij van van Gogh laten bespreken met elkaar en daarna klassikaal. Dit ging overigens wel meer over de beeldaspecten (contrasten) dan de vormgeving zelf. Kerndoel 1 miste ik achteraf wel wat in mijn stage en daar had ik achteraf misschien wel meer mee willen doen. Eline kent de kerndoelen, dat weten weinig stagiaires, maar wat je daar nu allemaal mee kunt doen, welke methodes er allemaal zijn en hoe de politieke stand van zaken is, komt tijdens deze stage niet aan bod. 4. Communicatief vermogen Kun je je mondeling en schriftelijk helder uitdrukken? Mits ik een goede voorbereiding tref kan ik mij mondeling helder uitdrukken. Ik weet van mijzelf dat ik hier nog wat moeite mee heb om dingen kort maar duidelijk te zeggen. Hier heb ik aan geprobeerd te werken. Het is mij zelf niet

10 duidelijk opgevallen of dit nu makkelijker gaat dan eerst maar wanneer ik mij goed verdiep en weet waar ik het over heb ben ik ook helder en duidelijk. Eline kan iets uitleggen, zodat een leerling het snapt en als een leerling het niet snapt, past ze zich aan en legt iets op een andere manier uit, zodat ze het wel snappen. Bij de beeldaspecten heeft ze dit bijvoorbeeld goed kunnen uitleggen aan de 3 e klassen. Kun je samen met anderen lesmateriaal ontwikkelen en/of excursies organiseren? Dit is voor mij een grote ontwikkeling geweest in mijn stage. Daarom geef ik mijzelf een vier op ontwikkelingsniveau. Ik vind het ontzettend moeilijk om samen te werken, en hierbij neem ik als voorbeeld even Lisette. Ik vertrouw mijn eigen kunnen vaak meer dan die van een ander. (ervaringsdeskundige als bv mijn stagementor even buiten beschouwing gelaten!) In het begin van de stage wilde ik alle touwtjes zelf in handen hebben en vertrouwde ik Lisette niets toe. Dit veranderde langzaam maar beetje en ik denk dat het toppunt qua samenwerking is bereikt tijdens de projectweek. Lisette en ik hebben samen heel veel voorbereid, en dan ook echt samen. Plan van aanpak, wie doet wat, wat doen wij, wat doen de leerlingen. We hebben onze taak van deze week samen georganiseerd en samen uitgevoerd. Daarnaast heb ik ook heel goed samen kunnen werken met techniek docent Jaques. We hebben samen afspraken gemaakt over het decor voor het theaterstuk en een takenverdeling gemaakt. Ik vond het erg fijn om met een ervaren persoon samen te werken die mij ook vrijheid gaf en die ideeën van mij aannam en waarvan ik ontzettend veel heb kunnen leren x Eline heeft goed overleg gevoerd met collega Rob Jacques, zij hebben het decor samen ontwikkeld, dit ging uitstekend. Met Lisette moest de samenwerking in het begin even gevonden of ontdekt worden, maar tijdens de projectweek kwam dat allemaal op zijn pootjes terecht. Maak je gebruik van de feedback van je stagementor? Voorbeeld: Op maandag heb ik twee 3havo klassen en deze lopen qua lesschema zo goed als gelijk. Zo gaf ik aan beide klassen een zelfde theorieles op een dag. De feedback die ik van Claudia op mijn eerste les heb gekregen heb ik geprobeerd toe te passen in de tweede.

11 Bovenstaand is herkenbaar. Ben je betrokken geweest bij het brede palet aan werkzaamheden van een docent? (Docentvergaderingen, rapportvergaderingen, mentoruren, sectievergaderingen, festiviteiten, ouderavonden) aanwezig geweest op sectievergaderingen, elke dinsdag. Aanwezig geweest vergadering ter voorbereiding op projectweek. Geen rapportenvergaderingen bijgewoond. Op een avond van een voorstelling zijn wij ook uitgenodigd om te komen kijken, helaas kon ik deze ook niet bijwonen door werk, ik was al aan het werk toen ik hoorde dat we mee konden. Eline heeft de sectieoverleggen meegemaakt, maar er was niet zo veel ruimte voor ouderavonden of rapportvergaderingen, omdat ik bijna geen ouderavond heb gehad en een rapportvergadering over een klas die je nog niet kent, niet zo praktisch is. 5. Omgevingsgerichtheid In hoeverre heeft jouw visie op het vak zich gedurende de stage ontwikkeld en welke rol speelt daarin de visie van de school en de stagementor? Voordat ik de stage inging was een punt van mijn visie op het vak veel vrijheid, laat het vanuit de leerling zelf komen, weinig sturing. Dit is tijdens de stage wel iets veranderd. Mede door gesprekken met mijn stagementor. Nu vind ik dat de opdrachten in mijn stage klassen nog erg gestuurd zijn waarin de vrijheid en het uitbuiten van eigen proces nog niet geheel tot uiting kunnen komen. Dit zie ik wel al iets meer in 4havo waarin leerlingen een proces doorlopen. Ik ben nu ook van mening dat er enige richtlijnen en sturing moet zijn maar ik zal zelf de afweging graag anders willen zien. Wat ik ontzettend fijn vond om mee te maken is de projectweek, een

12 interdisciplinair project waaraan alle leerlingen uit 4havo deelnemen. Zij kunnen zich verdelen over theater, decor, techniek, dans, kostuum. Daarnaast nemen zij ook deel aan andere vakken, bijvoorbeeld Engels, die qua stof ook aansluiten op de projectweek. Ik zie nu wel in hoe belangrijk maar ook hoe leuk het kan zijn om verschillende vakken samen te brengen in een project. Dus interdisciplinair werken blijft in mijn visie en ik zou graag onderzoeken hoe je dit kan uitbuiten, tot hoever je kan gaan met een groep en wat je er allemaal in kan betrekken. Ik herken bij Eline het punt van haar visie op het vak met veel vrijheid en het uit de leerling laten komen met weinig sturing niet zo in haar. Ik vind juist dat Eline in haar stage veel sturing en richtlijnen heeft gegeven en dat ze het allemaal onder controle wilde hebben. Ik had de afweging zoals Eline noemt in bovenstaande tekst wel graag willen zien in haar stage. Ben je op de hoogte van de discussies over onderwijs en kunsteducatie in de media en welke rol speelt dat in de ontwikkeling van je visie? Nee, ik volg de ontwikkelingen wel af en toe maar dit speelt niet direct een rol in mijn visie. Ik ben een stille dromer en maak daadwerkelijk waar wat ik echt waar wil maken en daar heb ik gewoon (oprecht) nog niet over nagedacht

13 Opmerkingen of advies stagementor: Eline is een goede stagiaire en ik denk dat ze prima in het onderwijs zou kunnen functioneren. Ze moet (voor haar zelfbehoud) wel aandacht hebben voor haar reactie op een vervelende klas. Eline wil het graag goed doen en daarin doet ze de dingen zoals zij denkt dat het binnen de school of klas hoort. Iets meer van wie Eline is en hoe zij denkt over het vak en onderwijs mag in een volgende stage wel meer zichtbaar worden gemaakt. Laat maar zien wie je bent en waar je voor staat, want je hebt veel interessants te vertellen. Datum: 28 januari 2012 Naam stagementor: Claudia van Putten Handtekening stagementor: Bdr/tgk/mei09