Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Aanwijzing inzake de invordering van rijbewijzen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Aanwijzing inzake de invordering van rijbewijzen"

Transcriptie

1 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Nr mei 2011 Aanwijzing inzake de invordering van rijbewijzen Categorie: Opsporing, vervolging Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat: Hoofden van de parketten / Directeur CVOM Registratienummer: 2011A006 Datum vaststelling: Datum inwerkingtreding: Geldigheidsduur: Publicatie in Stcrt: PM Vervallen: Aanwijzing inzake de invordering van rijbewijzen (2008A015) Relevante beleidsregels: Handleiding administratieve verwerking van de ontzegging bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen (2011H003) Aanwijzing OM-afdoening (2011A001) Wetsbepalingen: Art. 164 Wegenverkeerswet 1994 Bijlage(n): 2 1. Samenvatting Deze aanwijzing bevat een algemene bespreking van de vordering op grond van artikel 164 Wegenverkeerswet Daarnaast worden de gevallen besproken waarin de overgifte van het rijbewijs moet worden gevorderd en de gevallen waarin de overgifte van het rijbewijs kan worden gevorderd, alsmede de procedure voor de vordering overgifte en de invordering. Verder geeft de aanwijzing aan in welke gevallen van rijden onder invloed en snelheidsovertredingen de officier van justitie het rijbewijs kan inhouden en wat de procedure is bij inhouding door de officier van justitie. Tot slot geeft de aanwijzing aan wanneer het rijbewijs door de officier van justitie kan c.q. moet worden teruggegeven. De overgifte van het rijbewijs moet worden gevorderd, wanneer tegen de houder van het rijbewijs proces-verbaal wordt opgemaakt ter zake van in de aanwijzing onder opgesomde misdrijven ter zake van rijden onder invloed. Daarnaast moet de overgifte van het rijbewijs worden gevorderd, wanneer de bestuurder van een motorrijtuig is staande gehouden en er proces-verbaal wordt opgemaakt ter zake van een met een motorrijtuig gepleegde snelheidsovertreding, terwijl de verdachte met dat motorrijtuig, anders dan een bromfiets, de toegestane maximumsnelheid met 50 km/h of meer heeft overschreden. Tenslotte moet het rijbewijs worden ingevorderd, als de bestuurder van een bromfiets wordt staande gehouden en de toegestane maximumsnelheid met 30 km/h of meer is overschreden. De overgifte van het rijbewijs kan worden gevorderd, wanneer tegen de houder van het rijbewijs een proces-verbaal wordt opgemaakt ter zake van een met een motorrijtuig gepleegde overtreding van een bij of krachtens de WVW 1994 vastgesteld voorschrift, mits door deze overtreding de veiligheid op de weg ernstig in gevaar is gebracht. In de aanwijzing wordt nader uitgewerkt wanneer er sprake is van ernstig in gevaar brengen van de veiligheid op de weg. 2. Achtergrond Deze aanwijzing is vanwege de invoering van de OM-strafbeschikking uitgebreid met nieuwe begrippen. Tevens is de aanwijzing aangepast vanwege de opdracht aan de CVOM om vanaf 1 april 2007 een begin te maken met de gefaseerde invoering van de landelijke verwerking van kale artikel 8 WVW 1994 zaken, inclusief de bevoegdheid om te beslissen over inhouding of teruggave van door de politie ingevorderde rijbewijzen. Per 1 maart 2011 is hier een nieuwe zaakstroom bijgekomen (de feitgecodeerde overtredingen), waardoor de CVOM ook bevoegd is geworden om te beslissen over de inhouding of teruggave van rijbewijzen die door de politie zijn ingevorderd in verband met een excessieve snelheidsovertreding. Op deze veranderingen van werkwijze bij de CVOM en de gevolgen daarvan voor de (regio)parketten en de politie gaat deze aanwijzing in. Tot slot is in deze aanwijzing aandacht besteed aan de gevolgen van de invoering van het alcoholslotprogramma voor de strafrechtelijke mogelijkheden tot invordering en inhouding van het rijbewijs. 1 Staatscourant 2011 nr mei 2011

2 3. Opsporing 3.1 Beslissing tot invordering van het rijbewijs door de politie krachtens artikel 164 WVW Algemeen Door het doen van de vordering krachtens artikel 164, eerste lid, WVW 1994 (vordering tot overgifte) wordt voor de betrokken bestuurder de verplichting in het leven geroepen tot overgifte 1 van het hem afgegeven Nederlandse rijbewijs, het hem door het daartoe bevoegde gezag buiten Nederland afgegeven rijbewijs en, indien hem daar een internationaal rijbewijs is afgegeven, dat rijbewijs. Een zogenaamd internationaal rijbewijs kan nooit afzonderlijk worden ingevorderd van het aan dat rijbewijs ten grondslag liggende nationale rijbewijs. Een internationaal rijbewijs is slechts een officiële vertaling van het nationale rijbewijs. Het is van belang onderscheid te maken tussen de vordering tot overgifte enerzijds en de invordering anderzijds. De invordering is namelijk pas voltooid indien na de vordering tot overgifte het rijbewijs in handen is gekomen van een in artikel 141 of 142 van het Wetboek van Strafvordering bedoeld persoon Door de politie te volgen procedure tot invordering van het rijbewijs De politie moet nadrukkelijk de overgifte van het rijbewijs vorderen. Daarbij dient de verdachte erop te worden gewezen dat hij zich schuldig maakt aan het misdrijf van artikel 9, zevende lid, WVW 1994, indien hij nadien een motorrijtuig op de weg gaat besturen. De wetgever heeft geen koppeling aangebracht tussen het besturen van een bepaald motorrijtuig en het daarvoor eventueel benodigde rijbewijs. Daarom kan de vordering tot overgifte worden gedaan ten aanzien van de bestuurder van elke categorie motorrijtuigen. 2 De vordering tot overgifte is niet beperkt tot het tijdstip waarop en de plaats waar de (verdachte) bestuurder is aan- of staande gehouden, maar kan ook daarna nog worden gedaan. Nadat het proces-verbaal van overtreding/misdrijf is voorzien van een datum van sluiting, vervalt de bevoegdheid tot het doen van de vordering tot overgifte. Indien na de vordering tot overgifte geen andere bestuurder beschikbaar is of de verdachte niet aanstonds voldoet aan de vordering tot overgifte van het rijbewijs, kan de politie het motorrijtuig onder toezicht stellen. Wanneer een wegsleepregeling van kracht is en de politie dat nodig acht, kan het motorrijtuig in bewaring worden gesteld (art. 164, zevende lid, WVW 1994). De teruggave van het motorrijtuig vindt, tegen een ondertekend bewijs van ontvangst, plaats door de politie. Het motorrijtuig wordt pas teruggegeven, nadat de verdachte heeft voldaan aan de vordering tot overgifte van het rijbewijs of indien de officier van justitie zich niet langer verzet tegen teruggave van het motorrijtuig (b.v. bij aangifte van vermissing of diefstal). Indien de vordering tot overgifte niet heeft geleid tot een invordering van het rijbewijs (verdachte heeft volgens informatie uit het rijbewijzenregister wel een rijbewijs, maar kan het niet aan de verbalisant verstrekken), dient het proces-verbaal van overtreding/misdrijf zo spoedig mogelijk, maar niet later dan na zes weken, te worden ingezonden aan de officier van justitie met een aanbiedingsbrief waarin op duidelijke wijze melding wordt gemaakt van het feit dat de vordering tot overgifte niet heeft geleid tot een invordering. De inzendtermijn van vijf dagen bij het proces-verbaal van de overtreding of het misdrijf aan de CVOM (zie paragraaf 3.1.5) is niet van toepassing, omdat geen fysieke invordering van het rijbewijs heeft plaatsgevonden. Deze regeling is getroffen teneinde: de officier van justitie erop te attenderen dat de vordering tot overgifte heeft plaatsgevonden, maar dat de invordering van het rijbewijs achterwege is gebleven, en de verwijdering van de registratie uit het Centraal Register Rijbewijzen (rijbewijzenregister) bij de afdoening van deze zaken te kunnen bewaken. De officier van justitie is er verantwoordelijk voor dat onverwijld de registratie in het rijbewijzenregister wordt beëindigd of de teruggave van het rijbewijs wordt geregistreerd in de onder genoemde gevallen, alsmede in de gevallen waarin de zaak om andere redenen niet verder zal worden vervolgd. Uiteraard kan de vordering tot overgifte niet worden geëffectueerd ten opzichte van een bestuurder, die in het geheel niet in het bezit is van een rijbewijs. De politie zal hierbij altijd ook het rijbewijzenregister moeten raadplegen. 1 De woorden Op de eerste vordering... verplicht tot overgifte impliceren dat er sprake moet zijn van een contact tussen de persoon die de overgifte van het rijbewijs vordert en de verdachte zodat de vordering niet mogelijk is, indien en zolang de bestuurder buiten bewustzijn is (HR 13 november 1962, NJ 1963, 26). 2 Dus ook ten aanzien van een bestuurder van een landbouwtrekker. 2 Staatscourant 2011 nr mei 2011

3 3.1.3 Vermiste of gestolen rijbewijzen Een aantal bestuurders van motorrijtuigen kan na de vordering tot overgifte door de politie geen rijbewijs afgeven, omdat het rijbewijs vermist is of gestolen is. In dit geval moet een kopie van de aangifte van vermissing/diefstal of een door de verbalisant bevestigde opmerking van aangifte/ vermissing bij het proces-verbaal van de vordering tot overgifte worden gevoegd, dan wel moet van deze omstandigheid melding worden gemaakt in het relaas van het proces-verbaal van de vordering tot overgifte. Voor deze vermiste of gestolen rijbewijzen geldt de volgende procedure: 1. Bij niet-voltooide vorderingen tot overgifte moet een proces-verbaal van de vordering tot overgifte worden opgemaakt en binnen 3 dagen worden opgestuurd naar de officier van justitie van het (regio)parket. In zaken bestemd voor de CVOM (kale 8 WVW 1994 en snelheidsovertredingen) dient het proces-verbaal van de vordering tot overgifte, samen met het eindproces-verbaal van overtreding/misdrijf, binnen 5 dagen na de vordering tot overgifte van het rijbewijs te zijn ontvangen bij de CVOM. 2. Als de verdachte in de categorie teruggave rijbewijs (paragraaf 4.1.8) valt, dan laat de officier van justitie zo spoedig mogelijk nadat het proces-verbaal is ontvangen, de melding in het rijbewijzenregister vervallen Recidivegevaar Indien het rijbewijs is ingevorderd, wint de politie op korte termijn inlichtingen in over eventueel recidivegevaar ten aanzien van de verdachte wiens rijbewijs is ingevorderd, zoals: a. eerdere processen-verbaal c.q. veroordelingen 3 ter zake van alcoholdelicten gedurende een periode van vijf jaar voorafgaande aan de datum van invordering 4 ; b. de omstandigheid dat de verdachte bekend staat als een notoir gebruiker van alcohol, drugs of andere stoffen die de rijvaardigheid kunnen verminderen. Deze of andere relevante informatie dient te worden vermeld in het proces-verbaal van invordering. De politie verstrekt de recente recidivegegevens aan de officier van justitie Inzendtermijnen voor het rijbewijs, het proces-verbaal van invordering en het proces-verbaal van overtreding/misdrijf aan de CVOM of de (regio)parketten Algemeen Het proces-verbaal van invordering dient altijd in enkelvoud te worden aangeboden. Dit geldt voor wat betreft de CVOM in het geval van de kale artikel 8 WVW 1994 en de snelheidsovertredingen en bij de (regio)parketten voor de andere zaken waarin een rijbewijs is ingevorderd. Door de politie wordt zowel van de vordering tot overgifte als van de invordering onverwijld melding gemaakt in het rijbewijzenregister. Dit is vooral van belang in verband met de controle op de naleving van het verbod gesteld in artikel 9, zevende lid, WVW 1994 om niet te rijden na een vordering tot overgifte of een invordering van het rijbewijs. CVOM Bij een zogenaamde kale 8 WVW 1994-zaak en bij snelheidsovertredingen dienen het ingevorderde rijbewijs, het proces-verbaal van invordering en het eindproces-verbaal van overtreding/misdrijf door de politie gelijktijdig aan de CVOM te worden gestuurd. Binnen een termijn van vijf dagen na het moment van invordering van het rijbewijs dient de CVOM de processen-verbaal en het rijbewijs te ontvangen. In een tabel kunnen de werkzaamheden van de CVOM ten aanzien van de kale artikel 8 WVW 1994-zaken als volgt van die van de (regio)parketten worden onderscheiden: Tabel 1. Werkproces kale 8 WVW 1994 Omschrijving werkproces CVOM (Regio)parket Artikel 8 of 163 WVW Strafrechtelijk meerderjarig Ja Nee 3 Daar waar in deze aanwijzing het woord veroordeling is gebruikt, wordt daaronder tevens een strafbeschikking verstaan. 4 Zie voor de mogelijkheid tot inbeslagneming van het motorvoertuig: de Aanwijzing inbeslagneming, bijlage 2. 3 Staatscourant 2011 nr mei 2011

4 Omschrijving werkproces CVOM (Regio)parket Artikel 8 of 163 WVW Sr meerderjarig + aanrijding met omschrijving verbalisant dat sprake is van een eenvoudige aanrijding Ja Nee Artikel 8 of 163 WVW Sr minderjarig Nee Ja Artikel 8 WVW 1994 en beslag Ja Nee Artikel 8 WVW en 9 WVW 1994 Nee, in het geval van 1 proces-verbaal Ja, in het geval van 1 proces-verbaal 1 Artikel 8 WVW en 9 WVW 1994 Ja, in het geval van 2 afzonderlijke pv s; alleen artikel 8 WVW 1994 Ja, in het geval van 2 afzonderlijke pv s; alleen artikel 9 WVW Bij constatering van een overtreding van zowel artikel 8 als artikel 9 WVW 1994 verdient het de voorkeur om beide feiten op te nemen in één proces-verbaal, omdat de verdachte voor feiten geconstateerd op dezelfde pleegdatum dan één keer en niet twee keer wordt vervolgd en zich ten overstaan van één instantie in rechte kan verantwoorden. In die gevallen waarin de politie heeft verzuimd om beide feiten in één proces-verbaal op te nemen, dient te worden voorkomen dat dossiers tussen de CVOM en de (regio)parketten worden overgedragen. Daarom prevaleert slechts in die uitzonderingsgevallen een afdoening voor artikel 8 WVW 1994 door de CVOM en artikel 9 WVW 1994 door het (regio)parket. (Regio)parketten Bij de ingevorderde rijbewijzen die voor de (regio)parketten zijn bestemd, geldt dat het rijbewijs, evenals het proces-verbaal van invordering, uiterlijk de derde dag na de dag waarop het rijbewijs is ingevorderd in het bezit dient te zijn van de officier van justitie. 3.2 Inhoudelijke criteria waarbij de overgifte van het rijbewijs door de politie moet worden gevorderd (artikel 164, lid 2 WVW 1994) Rijden onder invloed (artikel 164 lid 2, onder a, b en c, WVW 1994) De overgifte van een rijbewijs moet worden gevorderd 5 door één van de in artikel 141 en 142 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde personen, wanneer deze tegen de houder van dat rijbewijs een proces-verbaal opmaakt ter zake van een verdenking van een gepleegde overtreding met een motorrijtuig: a. artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a, WVW 1994, terwijl uit het resultaat van de ademanalyse blijkt dat het alcoholgehalte van de adem van de bestuurder hoger is dan 570 µg/l; b. artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b, WVW 1994, terwijl uit het resultaat van het bloedonderzoek blijkt dat het alcoholgehalte van het bloed van de bestuurder hoger is dan 1,3 promille; c. artikel 8, eerste lid, WVW 1994, terwijl het resultaat van de ademanalyse of het bloedonderzoek ontbreekt een ernstig vermoeden bestaat dat het alcoholgehalte van de adem van de bestuurder hoger is dan 570 µg/l, onderscheidenlijk het alcoholgehalte van het bloed van de bestuurder hoger is dan 1,3 promille; d. artikel 8, derde lid, aanhef en onder a, WVW 1994, terwijl uit het resultaat van de ademanalyse blijkt dat het alcoholgehalte van de adem van de beginnende bestuurder van een rijbewijsplichtig motorrijtuig, inclusief de bromfiets, hoger is dan 350 µg/l; e. artikel 8, derde lid, aanhef en onder b, WVW 1994, terwijl uit het resultaat van het bloedonderzoek blijkt dat het alcoholgehalte van het bloed van de beginnende bestuurder van een rijbewijsplichtig motorrijtuig, inclusief de bromfiets, hoger is dan 0,8 promille; f. artikel 8, eerste lid, WVW 1994, terwijl het resultaat van de ademanalyse of het bloedonderzoek ontbreekt een ernstig vermoeden bestaat dat het alcoholgehalte van de adem van de beginnende bestuurder van een rijbewijsplichtig motorrijtuig, inclusief de bromfiets, hoger is dan 350 µg/l, onderscheidenlijk het alcoholgehalte van het bloed van die bestuurder hoger is dan 0,8 promille; g. artikel 8, vierde lid, aanhef en onder b, WVW 1994, terwijl uit het resultaat van de ademanalyse blijkt dat het alcoholgehalte van de adem van de bestuurder aan wie deelname aan het alcoholslotprogramma is opgelegd, hoger is dan 350 µg/l; h. artikel 8, vierde lid, aanhef en onder b, WVW 1994, terwijl uit het resultaat van het bloedonderzoek blijkt dat het alcoholgehalte van het bloed van de bestuurder aan wie deelname aan het alcoholslotprogramma is opgelegd, hoger is dan 0,8 promille; i. artikel 8, eerste lid, WVW 1994, terwijl het resultaat van de ademanalyse of het bloedonderzoek ontbreekt een ernstig vermoeden bestaat dat het alcoholgehalte van de adem van de bestuurder aan wie deelname aan het alcoholslotprogramma is opgelegd, hoger is dan 350 µg/l, onderschei- 5 Dit kan zijn enig rijbewijs waarover de verdachte beschikt. 4 Staatscourant 2011 nr mei 2011

5 denlijk het alcoholgehalte van het bloed van die bestuurder hoger is dan 0,8 promille; j. artikel 163, tweede lid, WVW 1994; k. artikel 163, zesde lid, WVW 1994; l. artikel 163, achtste lid, WVW 1994; m. artikel 163, negende lid, WVW 1994; n. artikel 6 jo. artikel 175, derde lid, WVW 1994, mits tevens proces-verbaal wordt opgemaakt ter zake van een hierboven onder a. tot en met m. genoemd misdrijf Excessieve snelheidsovertredingen (artikel 164, lid 2, onder d en e, WVW 1994) De overgifte van het rijbewijs moet worden gevorderd door één van de in artikel 141 en 142 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde personen, wanneer deze de bestuurder van een motorrijtuig heeft staande gehouden en hij tegen de bestuurder een proces-verbaal opmaakt ter zake van verdenking van een snelheidsovertreding met een motorrijtuig, terwijl de verdachte met dat motorrijtuig, anders dan een bromfiets, de ter plaatse toegestane maximumsnelheid met 50 km/h of meer heeft overschreden. Daarnaast moet het rijbewijs worden ingevorderd, als de bestuurder van een bromfiets op grond van het gestelde in lid 2, onder e, wordt staande gehouden en de toegestane maximumsnelheid met 30 km/h of meer is overschreden. 3.3 Inhoudelijke criteria waarbij de overgifte van het rijbewijs kan worden gevorderd (artikel 164, lid 3 WVW 1994) In gevaar brengen van de veiligheid op de weg De overgifte van het rijbewijs kan worden gevorderd, wanneer tegen de houder van het rijbewijs een proces-verbaal wordt opgemaakt ter zake van een met een motorrijtuig gepleegde overtreding van een bij of krachtens de WVW 1994 vastgesteld voorschrift, mits door deze overtreding de veiligheid op de weg ernstig in gevaar is gebracht. Dit geldt zowel ten aanzien van delicten gelegen binnen de sfeer van het rijden onder invloed 6 als ten aanzien van andere delicten. Bij de inwerkingtreding van de Wegenverkeerswet 1994 werd invorderingsbevoegdheid gecreëerd ten aanzien van die bestuurders die zich schuldig maken aan verkeersgevaarlijk gedrag. Volgens de Memorie van Toelichting moet daarbij gedacht worden aan gevallen van dood of zwaar lichamelijk letsel door schuld waarbij de bestuurder niet onder invloed verkeerde (zie artikel 6 WVW 1994) of aan ernstige overschrijdingen van de maximumsnelheid op plaatsen waar dit tot bijzondere gevaarzetting leidt, zoals binnen de bebouwde kom. 7 Noch de Memorie van Toelichting, noch de Wegenverkeerswet 1994 geeft een limitatieve opsomming van de hieronder vallende overtredingen. Ten aanzien van de excessieve snelheidsovertredingen kan verwezen worden naar paragraaf ( Excessieve snelheidsovertredingen ). Voor de overige overtredingen is het echter moeilijk om een vastomlijnde leidraad te geven. Belangrijk is dat de overtredingen een zwaarwegend gevaarzettend karakter hebben. De enkele omstandigheid dat een ongeval heeft plaatsgevonden, is niet bepalend of er sprake is van gevaarzettend gedrag. Criteria kunnen worden gegeven, maar een en ander blijft natuurlijk afhankelijk van de casuïstiek: er dient sprake te zijn van een samenloop van twee of meer overtredingen (in een dergelijk geval hoeft er geen sprake te zijn van een verkeersongeval), dan wel er dient sprake te zijn van één zeer ernstige overtreding, waarbij niet sprake is van slechts hinder, maar van geconcretiseerde ernstige gevaarzetting. Uitgangspunt bij het doen van een vordering tot overgifte blijft, dat er een inschatting moet worden gemaakt of de officier van justitie tijdens de terechtzitting een onvoorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen zal vorderen, dan wel deze ontzegging op grond van art. 257a Sv in een strafbeschikking zal opleggen. In de gevallen waarbij de veiligheid op de weg ernstig in gevaar is gebracht, wordt, voordat de vordering tot overgifte wordt gedaan, eerst overlegd met de hulpofficier van justitie. 8 6 Indien er bijvoorbeeld proces-verbaal wordt opgemaakt terzake van overtreding van artikel 8 WVW 1994, terwijl uit het resultaat van de ademanalyse niet blijkt dat het alcoholgehalte van de adem van de bestuurder hoger is dan 570 µg/l (350 µg/l BB of deelnemer ASP), of, bij het ontbreken van een dergelijk onderzoek, er geen ernstig vermoeden bestaat dat het alcoholgehalte van de adem van de bestuurder hoger is dan 570 µg/l (350 µg/l BB of deelnemer ASP), of er een redelijk vermoeden bestaat van het gebruik van andere de rijvaardigheid verminderende stoffen, kan onder de voorwaarde dat door deze overtreding de veiligheid op de weg ernstig in gevaar is gebracht de overgifte van het rijbewijs eveneens worden gevorderd. 7 Zie Kamerstukken II , , nr. 3, p Het enkele feit dat de hulpofficier van justitie niet direct (lijfelijk dan wel telefonisch) beschikbaar is, rechtvaardigt geen aanhouding van de verdachte. 5 Staatscourant 2011 nr mei 2011

6 3.4 Overige aandachtspunten voor de politie bij de invordering van het rijbewijs in de gevallen van rijden onder invloed Ontbreken van een resultaat van de ademanalyse Het ernstig vermoeden dat het alcoholgehalte van de adem van de bestuurder hoger is dan 350 µg/l (beginnende bestuurder of deelnemer ASP) of 570 µg/l wordt onder meer aanwezig geacht, indien ten tijde van de ademtest het selectieapparaat de waarde fail 9 aangeeft. Bij het ontbreken van een dergelijk onderzoek kan een zodanig vermoeden worden gebaseerd op de toestand en het gedrag van de bestuurder 10, alsmede op verklaringen omtrent de door hem/haar genuttigde hoeveelheid alcoholhoudende drank. De politie dient de bevindingen omtrent het ernstig vermoeden dat het alcoholgehalte van de adem van de bestuurder hoger is dan 350 µg/l (beginnende bestuurder of deelnemer ASP) of 570 µg/l duidelijk in het proces-verbaal van invordering te omschrijven Bloed- c.q. urineproef Indien er sprake is van een bloed- of urineonderzoek, doet de politie het monster terstond per post toekomen aan het Nederlands Forensisch Instituut. Het monster zal begeleid moeten worden door een kopie van het proces-verbaal van invordering rijbewijs. De uitslag van het onderzoek wordt door het Nederlands Forensisch Instituut binnen zeven dagen na de datum van de bloed- of urineafname bij voorkeur per fax doorgegeven aan de officier van justitie onder vermelding van het nummer van het proces-verbaal, naam, geboortedatum en -plaats van de verdachte, opdat de officier van justitie binnen tien dagen kan beslissen tot inhouding dan wel teruggave van het rijbewijs. Daarnaast geeft het Nederlands Forensisch Instituut de uitslag schriftelijk door aan de politie. Deze procedure geldt niet voor de bloedproef als tegenonderzoek op verzoek van de verdachte Deelname aan het alcoholslotprogramma11 12 Bij samenloop van een strafrechtelijke invordering van het rijbewijs (artikel 164, lid 2 WVW 1994) en een gelijktijdige (in gang te zetten) ongeldigverklaring van het ASP -rijbewijs (artikel 132, lid 2 WVW 1994), gaat het fysieke rijbewijs met het proces-verbaal van het misdrijf naar het OM. Nadat het OM de strafzaak heeft afgerond, geleidt het OM het ASP -rijbewijs door naar degene bij wie de houder dat rijbewijs had dienen in te leveren, te weten het CBR (artikel 164, lid 6 WVW 1994 of artikel 180, lid 5 WVW 1994). Bij het gelijktijdig van toepassing zijn van zowel een strafrechtelijke als een bestuursrechtelijke invordering van het rijbewijs zal ten aanzien van het fysieke rijbewijs eerst voorrang worden gegeven aan de strafrechtelijke invordering. Dit betekent dat het rijbewijs naar het OM moet worden gestuurd. Artikel 164, lid 2 WVW 1994 bepaalt wanneer de opsporingsambtenaar tot strafrechtelijke invordering van het rijbewijs moet overgaan. Toegepast op deelnemers ASP betekent dit een strafrechtelijke invordering in geval van overtreding van: a. artikel 8, lid 4, aanhef en onder b, WVW 1994 (rijden onder invloed) met bewijs of verdenking dat AAG > 350 µg/l of BAG > 0,8 promille; b. artikel 163, lid 2, lid 6, lid 8 of lid 9 WVW 1994 (weigeren ademanalyse, weigeren bloedproef, weigeren urineonderzoek of weigeren (achteraf) toestemming te geven voor onderzoek afgenomen bloed. 13 Artikel 130, lid 2 WVW1994 jo. artikel 5, aanhef en onderdeel o, Regeling maatregelen rijvaardigheid 9 De aanduiding fail duidt erop dat het ademtestresultaat bij een geslaagde ademanalyse waarschijnlijk meer dan 650 µg/l bedraagt. De waarde A van het ademtestresultaat duidt op een waarde tussen 300 en 650 µg/l. 10 Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een constatering van dranklucht, onzekere gang en belemmerde spraak. 11 Aan de houder van een buitenlands rijbewijs, die in Nederland woonachtig is (en in de GBA staat ingeschreven) kan ook deelname aan het ASP worden opgelegd, terwijl dan tegelijkertijd dat buitenlandse rijbewijs in Nederland ongeldig wordt verklaard. De ASP-codering moet op het rijbewijs worden vermeld. Dit brengt mee dat de buitenlander het in een andere EG/ EER-staat afgegeven rijbewijs moet omwisselen tegen een Nederlands rijbewijs met ASP code 103 in veld 12 op het rijbewijs. 12 Bij het verstrekken van het ASP rijbewijs B met code 103 wordt automatisch ook de categorie AM toegevoegd. Voor de categorie AM (bromfiets, snorfiets en brommobiel) geldt de ASP-beperking niet, omdat voor categorie AM geen geschiktheidseisen gelden. 13 Het weigeren van een voorlopig ademonderzoek (artikel 160, lid 5 WVW 1994) en het niet-meewerken aan het tonen van het alcoholslot of het niet-meewerken aan het uitvoeren van een blaastest op het in het motorrijtuig aanwezige alcoholslot (artikel 160, lid 6 WVW 1994) zijn geen gevallen van niet-meewerken als bedoeld in artikel 132, lid 2 WVW 1994 jo. de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid Overtreding van artikel 160 WVW 1994 (alle onderdelen) is nu strafbaar gesteld in artikel 177, lid 1 WVW De delictkwalificatie is dat het feit een overtreding is (artikel 178, lid 2 WVW 1994). De overtreding wordt uiteindelijk opgenomen in de bijlage bij de WAHV. Wanneer de wijziging van de WVW 1994 strekkende tot invoering van het ASP eerder in werking treedt dan de wijziging van de bijlage bij de WAHV, volgt mogelijk eerst een strafrechtelijke aanpak en daarna afdoening als WAHV-feit. 6 Staatscourant 2011 nr mei 2011

7 en geschiktheid 2010 bepaalt wanneer de opsporingsambtenaar tot een bestuursrechtelijke invordering van het rijbewijs moet overgaan. Toegepast op deelnemers ASP betekent dit een bestuursrechtelijke invordering in geval van overtreding van: c. Artikel 8, lid 4, aanhef en onder b, WVW 1994 (rijden onder invloed) met bewijs of verdenking dat AAG > 88 µg/l of BAG > 0,2 promille; d. Artikel 9, lid 9 WVW Op basis van de WVW 1994 kan de politie ook een rijbewijs strafrechtelijk invorderen op andere gronden dan rijden onder invloed. De mogelijkheid bestaat immers ook bij excessieve snelheidsovertredingen of bij situaties waarbij de verkeersveiligheid in het geding is (lid 3 van artikel 164 WVW 1994). De strafrechtelijke invordering van het rijbewijs wordt door de politie in het rijbewijzenregister verwerkt. Vanzelfsprekend mag een bestuurder gedurende de invordering geen motorrijtuig besturen waarvoor een rijbewijs vereist is. Indien dit het rijbewijs van een ASP-bestuurder betreft en dit betekent dat deze bestuurder niet aan alle voorwaarden (spelregels) van het ASP-programma kan voldoen, dient de betrokken ASPbestuurder dit zelf te melden aan het CBR. Indien door een ASP-bestuurder zowel artikel 8 als artikel 9, lid 9 WVW 1994 wordt overtreden, zal door de politie een proces-verbaal worden opgemaakt voor beide feiten, dat geheel aan het (regio)parket moet worden gezonden. Indien de politie per abuis niet één, maar twee afzonderlijke processenverbaal heeft opgemaakt, zal artikel 8 WVW 1994 door de CVOM en artikel 9 WVW 1994 door het (regio)parket worden afgedaan. Om administratieve redenen moet in dat laatste geval worden voorkomen dat alsnog tussen de CVOM en een (regio)parket processen-verbaal worden overgedragen Afronden alcoholslotprogramma Na het succesvol afronden van het ASP wordt het alcoholslotprogramma beëindigd en kan betrokkene een nieuw rijbewijsdocument aanvragen voor alle categorieën waarover hij vóór het ASP beschikte. Deze aanvraag kan enige dagen in beslag nemen, mede omdat het initiatief daartoe bij de betrokkene ligt. Indien uit de evaluatie blijkt dat betrokkene heeft voldaan aan alle voorwaarden van het ASP (d.w.z. het ASP-programma succesvol heeft doorlopen), geeft het CBR een VvG (verklaring van geschiktheid) af. De deelnemer kan nu naar de gemeente om zijn rijbewijs met code ASP om te wisselen voor een schoon rijbewijs. Bij afgifte van dit rijbewijs wordt het rijbewijs met code ASP ongeldig. Voor iemand die op reguliere wijze het ASP heeft beëindigd, maar nog niet het nieuwe rijbewijs zonder codering bezit, zal met het oog op de handhaving een aantal van de spelregels van toepassing blijven. Zo zal voor deze persoon gelden, dat het slot ook na beëindiging van het programma moet werken en de limiet van 0,2 promille / 88 µg/l van toepassing is. De persoon heeft echter geen uitleesplicht meer. Als ASP succesvol wordt afgerond, is uitbouw van het slot niet verplicht. Het rijbewijs met code ASP blijft geldig. Betrokkene is verantwoordelijk voor de omzetting van zijn rijbewijs naar een rijbewijs zonder code. Zolang dat nog niet is gebeurd, blijft betrokkene, voor wat de handhaving door de politie betreft, vallen onder de ASP-regels en geldt vooral voor hem 0,2 promille. De rijbewijsstatus bepaalt dus de alcoholgrenswaarde! Bovendien mag de deelnemer alleen rijden in het motorrijtuig waarin hij het slot heeft laten inbouwen. Om die reden komt er een koppeling tussen het gekentekende motorrijtuig van de ASP-deelnemer en het rijbewijzenregister. 4. Vervolging 4.1 Beslissing tot inhouding van het rijbewijs door het Openbaar Ministerie Algemeen Uitsluitend de officier van justitie kan het rijbewijs inhouden (HR 23 september 2003, LJN AG3621) Procedure De officier van justitie beslist zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen tien dagen na de dag van invordering over de inhouding van het rijbewijs. E.e.a. met inachtneming van de Algemene Termijnen- 7 Staatscourant 2011 nr mei 2011

8 wet. 14 De beslissing wordt genoteerd en gedateerd op het daarvoor bestemde gedeelte van het proces-verbaal van invordering. Daarbij wordt tevens de maximum termijn aangegeven gedurende welke het rijbewijs kan worden ingehouden. Ter bepaling van die termijn geldt als uitgangspunt de te verwachten duur van (het onvoorwaardelijke deel van) de ontzegging van de rijbevoegdheid. Ingevorderde rijbewijzen worden door de politie met het proces-verbaal onverwijld aan het OM gezonden. In het geval de officier van justitie bij de CVOM tot inhouding bevoegd is, dient het proces-verbaal van invordering, het ingevorderde rijbewijs en het proces-verbaal van overtreding/ misdrijf binnen vijf dagen na het moment van invordering bij de CVOM te zijn ontvangen. Ten aanzien van het verkrijgen van recidivegegevens dient gebruik te worden gemaakt van de justitiële documentatie, evenals van actuele gegevens van het rijbewijzenregister. Tevens wordt rekening gehouden met de gegevens die door de politie worden aangeleverd (zie ook par ). Van de beslissing tot inhouding wordt door een medewerker van het (regio)parket of de CVOM melding gemaakt in het rijbewijzenregister Inhoudelijke gronden tot inhouding van het rijbewijs bij rijden onder invloed (artikel 164, lid 4 WVW 1994) De officier van justitie kan tot inhouding van het rijbewijs beslissen, indien: a. uit het resultaat van de ademanalyse blijkt dat het alcoholgehalte van de adem van de bestuurder hoger is dan 570 µg/l, onderscheidenlijk uit het resultaat van het bloedonderzoek blijkt dat het alcoholgehalte van het bloed van de bestuurder hoger is dan 1,3 promille, of b. bij het ontbreken van het resultaat van een ademanalyse of bloedonderzoek, een ernstig vermoeden bestaat dat het alcoholgehalte van de adem van de bestuurder hoger is dan 570 µg/l, onderscheidenlijk het alcoholgehalte van het bloed van de bestuurder hoger is dan 1,3 promille, of c. uit het resultaat van de ademanalyse blijkt dat het alcoholgehalte van de adem van de beginnende bestuurder van een rijbewijsplichtig motorrijtuig (inclusief de bromfiets) of van de bestuurder aan wie deelname aan het alcoholslotprogramma is opgelegd, hoger is dan 350 µg/l, onderscheidenlijk uit het resultaat van het bloedonderzoek blijkt dat het alcoholgehalte van het bloed van die bestuurder hoger is dan 0,8 promille, of d. bij het ontbreken van het resultaat van een ademanalyse of bloedonderzoek, een ernstig vermoeden bestaat dat het alcoholgehalte van de adem van de beginnende bestuurder van een rijbewijsplichtig motorrijtuig (inclusief de bromfiets) of van de bestuurder aan wie deelname aan het alcoholslotprogramma is opgelegd, hoger is dan 350 µg/l, onderscheidenlijk het alcoholgehalte van het bloed van die bestuurder hoger is dan 0,8 promille, of e. er op grond van andere feiten of omstandigheden ernstig rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat de bestuurder opnieuw een feit als bedoeld in het tweede lid of het derde lid van artikel 164 WVW 1994 zal begaan (recidivecriterium) Overige aandachtspunten voor het OM bij de beslissing tot inhouding bij rijden onder invloed De officier van justitie bij de CVOM kan na de beslissing om een rijbewijs al of niet in te houden en op verzoek van de officier van justitie bij een (regio)parket de strafzaak overdragen aan het (regio)parket dat andere alcoholgerelateerde misdrijven dan kale artikel 8 WVW 1994-zaken in behandeling heeft. Het enkele weigeren van medewerking aan de ademanalyse, de bloedproef of de urineproef is onvoldoende grond om het rijbewijs in te houden. Het ernstige vermoeden dat het alcoholgehalte van de adem van de bestuurder hoger is dan 350 µg/l (beginnende bestuurder of deelnemer ASP) of 570 µg/l, kan worden onderbouwd met de uitslag van het bloed- of urineonderzoek en met de omschrijving van de toestand van de verdachte in het proces-verbaal van invordering. Aan het recidivecriterium wordt in elk geval 15 geacht te zijn voldaan, indien de bestuurder binnen een periode van vijf jaar, voorafgaande aan de datum van invordering: a. een OM-transactie ter zake van een alcoholdelict heeft voldaan, of b. een aan hem ter zake van een alcoholdelict uitgevaardigde strafbeschikking onherroepelijk is geworden, of 14 Artikel 1, lid 1 Algemene Termijnenwet: Een in een wet gestelde termijn die op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag eindigt, wordt verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is. Artikel 3, lid 1 Algemene Termijnenwet: Algemeen erkende feestdagen in de zin van deze wet zijn: de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag, de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd en de vijfde mei. Artikel 3, lid 2 Algemene Termijnenwet: Voor de toepassing van deze wet wordt de Goede Vrijdag met de in het vorige lid genoemde dagen gelijkgesteld. 15 Het geval waarbij korte tijd na een eerdere teruggave van het rijbewijs wederom datzelfde rijbewijs is ingevorderd, voordat van de eerdere situatie een proces-verbaal is opgemaakt, leent zich in beginsel ook voor een beslissing tot inhouding van het rijbewijs. 8 Staatscourant 2011 nr mei 2011

9 c. (on)herroepelijk is veroordeeld ter zake van een alcoholdelict 16, of d. twee of meermalen eerder is geverbaliseerd ter zake van een alcoholdelict, of e. als verdachte bekend staat als frequent gebruiker van alcohol, drugs of andere stoffen die de rijvaardigheid kunnen verminderen. Bestuursrechtelijke invordering ex artikel 130 WVW 1994 Het rijbewijs kan door de politie ook worden ingevorderd op grond van het bepaalde in artikel 130 WVW Dit is het geval als de houder van een rijbewijs vermoedelijk onvoldoende rijvaardig dan wel onvoldoende lichamelijk of geestelijk geschikt is. Dit is onder meer het geval, wanneer de bestuurder deelnemer is aan het alcoholslotprogramma en hij het misdrijf van artikel 8, lid 4, aanhef en onder b, WVW 1994 of artikel 9, lid 9 WVW 1994 begaat. Bij situaties van samenloop van de bestuursrechtelijke invordering en de strafrechtelijke invordering bij deelname aan het alcoholslotprogramma, bijvoorbeeld als het AAG meer dan 350 µg/l is, stuurt de politie het rijbewijs altijd aan het OM. Buiten de gevallen van de strafrechtelijke invordering stuurt de politie het rijbewijs direct naar het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Binnen het OM is het van belang dat de reden en de gronden in het proces-verbaal van invordering worden vergeleken met de grond van invordering die de politie in het rijbewijzenregister heeft opgenomen. Het kan namelijk voorkomen dat de politie in het proces-verbaal als grond voor invordering ten onrechte artikel 164 WVW noemt, doch het rijbewijs op grond van artikel 130 WVW aan het CBR heeft gestuurd. De keuze voor een invordering dient door de politie echter ondubbelzinnig te worden gemaakt. Zodra daarvan uit de stukken niet blijkt, dient het (regio)parket hierover met het CBR (Divisie Vorderingen) af te stemmen. Wanneer het rijbewijs is ingevorderd op grond van het bepaalde in artikel 130 WVW 1994, kan de officier van justitie niet tot inhouding overgaan en geldt de aftrek van de periode van invordering respectievelijk inhouding ex artikel 179, lid 6 WVW 1994 niet. Het OM dient daarmee in de vordering ter terechtzitting voor wat betreft de duur van de OBM rekening te houden. Op grond van het bepaalde in artikel 164, lid 6 WVW 1994 geldt dat in die gevallen waarin het OM besluit tot teruggave van het rijbewijs, altijd eerst de status van het rijbewijs aan de hand van informatie uit het rijbewijzenregister moet worden gecontroleerd. Als daaruit volgt dat voor het rijbewijs maatregelen van het CBR gelden, volgt altijd doorzending aan het CBR. Zoals eerder is opgemerkt, gaat de strafrechtelijke invordering van het rijbewijs vóór de bestuursrechtelijke Inhoudelijke gronden voor het OM bij de beslissing tot inhouding bij snelheidsovertredingen (artikel 164, lid 4 WVW 1994) De officier van justitie kan het rijbewijs inhouden, indien: a. de ter plaatse toegestane maximumsnelheid met een motorrijtuig anders dan een bromfiets met 50 km/h of meer is overschreden, of b. de ter plaatse toegestane maximumsnelheid met 30 km/h of meer is overschreden door een bestuurder van een bromfiets, of c. er op grond van andere feiten of omstandigheden ernstig rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat de bestuurder opnieuw een feit als bedoeld in het tweede lid of het derde lid van artikel 164 WVW 1994 zal begaan (recidivecriterium) Overige aandachtspunten voor het OM bij de beslissing tot inhouding bij snelheidsovertredingen Aan het recidivecriterium wordt geacht te zijn voldaan, indien de bestuurder binnen een periode van twee jaar na onherroepelijke afdoening van een vorige snelheidsovertreding 17, de snelheidsovertreding begaat waarvoor de overgifte van het rijbewijs wordt gevorderd Inhouding als de veiligheid op de weg ernstig in gevaar is gebracht Op grond van het gestelde in artikel 164, derde lid, WVW 1994 bestaat voor een politieambtenaar een invorderingsbevoegdheid als door een overtreding de veiligheid op de weg ernstig in gevaar is gebracht. 16 Hierbij kan worden gedacht aan artikel 8, artikel 163 en artikel 6 jo. 175, derde lid, WVW 1994 en de artikelen 426 en 453 van het Wetboek van Strafrecht. 17 Snelheidsovertredingen die als gedraging in de zin van de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften zijn gekwalificeerd, wegen niet mee bij de recidivebeoordeling. 9 Staatscourant 2011 nr mei 2011

10 De officier van justitie kan deze grond voor invordering alleen dan ten grondslag leggen aan een inhouding van het rijbewijs in het geval van recidivegevaar. Artikel 164, vierde lid, onder e, WVW 1994 spreekt immers van: opnieuw een feit als bedoeld in het tweede of derde lid zal begaan. Als een rijbewijs op grond van artikel 164, derde lid, WVW 1994 is ingevorderd, is de verdachte voor een periode van maximaal 10 dagen zijn rijbewijs kwijt. Gedurende die periode dient het OM te bepalen of grond voor inhouding bestaat in het geval van recidivegevaar. Als er geen sprake is van recidivegevaar, dient het rijbewijs door het OM te worden teruggegeven Teruggave van het rijbewijs door de officier van justitie 18 Het rijbewijs wordt door de officier van justitie onverwijld teruggegeven, indien: a. het rijbewijs ten onrechte is ingevorderd, of b. de officier van justitie niet binnen tien dagen na de dag van invordering over de inhouding heeft beslist (met inachtneming van de Algemene Termijnenwet 19 ), of c. binnen een termijn van zes maanden na de dag van invordering geen strafbeschikking is uitgevaardigd, dan wel binnen deze termijn van zes maanden het onderzoek van de zaak op de terechtzitting niet is aangevangen, of d. ernstig rekening dient te worden gehouden met de mogelijkheid dat geen onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid wordt opgelegd, of e. ernstig rekening dient te worden gehouden met de mogelijkheid dat een kortere onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid zal worden opgelegd dan de tijd gedurende welke het rijbewijs ingevorderd of ingehouden is geweest, dan wel f. de door de officier van justitie vastgestelde inhoudingtermijn is verstreken. Teruggave van het rijbewijs aan de houder vindt echter niet plaats, indien het OM op grond van artikel 164, zesde lid, WVW 1994 een doorzendplicht heeft. In dat geval wordt het rijbewijs doorgeleid naar de instantie bij wie de houder het rijbewijs had dienen in te leveren. Bij de onder d. en e. genoemde gevallen moet vooral worden gedacht aan rijbewijzen van verdachten die nooit eerder een ontzegging van de rijbevoegdheid hebben gekregen en die om klemmende redenen van persoonlijke aard hun rijbewijs niet kunnen missen. Het rijbewijs blijft ingehouden totdat de door de officier van justitie bepaalde inhoudingtermijn verstreken is. Het ingehouden rijbewijs wordt, in geval de rijontzegging bij strafbeschikking is opgelegd, niet teruggegeven als verzet is gedaan. Daarbij moet worden aangetekend dat bij misdrijven zoals genoemd in artikel 164 WVW 1994 het onderzoek ter terechtzitting uiterlijk binnen zes maanden na de dag van invordering dient te zijn aangevangen (artikel 164, lid 6 WVW 1994). Voor overtredingen geldt een termijn van 4 maanden. 20 De officier van justitie dient in ieder geval het rijbewijs terug te geven na het verstrijken van de termijn als aangegeven bij de beslissing tot inhouding. Indien de officier van justitie of de rechter (in eerste aanleg) een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid heeft opgelegd, dient bij het instellen van verzet c.q. hoger beroep het rijbewijs pas te worden teruggegeven als de termijn van deze ontzegging is verstreken (artikel 164, lid 4 WVW 1994). De beslissing over de teruggave wordt namens de officier van justitie door de rijbewijsmedewerker op het (regio)parket onverwijld gemeld in het rijbewijzenregister. De houder van het rijbewijs wordt ten spoedigste schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing tot teruggave en van de mogelijkheid het rijbewijs ten parkette in ontvangst te nemen, tenzij doorzending moet volgen op grond van het bepaalde in artikel 164, lid 6 WVW 1994; bij de CVOM onverwijld gemeld in het rijbewijzenregister. De houder van het rijbewijs wordt ten spoedigste van de beslissing tot teruggave schriftelijk per aangetekende post in kennis gesteld. Het rijbewijs wordt bij deze kennisgeving gevoegd, tenzij doorzending moet volgen op grond van het bepaalde in artikel 164, lid 6 WVW In dit verband zij nog verwezen naar artikel 164, achtste lid, WVW (artikel 164, lid 6 WVW 1994) 19 Artikel 1, lid 1 Algemene Termijnenwet: Een in een wet gestelde termijn die op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag eindigt, wordt verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is. Artikel 3, lid 1 Algemene Termijnenwet: Algemeen erkende feestdagen in de zin van deze wet zijn: de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag, de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd en de vijfde mei. Artikel 3, lid 2 Algemene Termijnenwet: Voor de toepassing van deze wet wordt de Goede Vrijdag met de in het vorige lid genoemde dagen gelijkgesteld. 20 De termijn waarbinnen het onderzoek ter zitting moeten zijn aangevangen, is bij wet bepaald op een periode van maximaal 6 maanden. Binnen het OM wordt ervoor gekozen om een overtreding eerder, nl. binnen 4 maanden, ter zitting te behandelen, omdat de duur van de te vorderen OBM bij veel overtredingen korter is dan 6 maanden. 10 Staatscourant 2011 nr mei 2011

11 4.1.9 Hoger beroep: afstemming tussen het ressortsparket en het (regio)parket en/of de CVOM Na de uitspraak in eerste aanleg en dus ook in geval van het instellen van hoger beroep door de officier van justitie of de veroordeelde past de rijbewijsmedewerker bij het (regio)parket of de CVOM de inhoudingstermijn aan, aan de in eerste aanleg opgelegde (on-)voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid. Het rijbewijs van de veroordeelde blijft onder de officier van justitie. 21 Indien door het verloop van tijd de aangepaste inhoudingstermijn verstrijkt, wordt het rijbewijs namens de advocaatgeneraal 22 door de officier van justitie teruggegeven. Deze beslissing moet in het geval van het rechtsmiddel hoger beroep worden gemeld aan het ressortsparket. Na een onherroepelijk arrest van het gerechtshof verstrekt het ressortsparket een extract van het arrest aan het (regio)parket of de CVOM. De aanpassing van het rijbewijzenregister geschiedt op het (regio)parket of de CVOM. De berekende begin- en einddatum van de ontzegging van de rijbevoegdheid worden door het (regio)parket of de CVOM aan het ressortsparket medegedeeld teneinde aan de executie van de (on-)voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid uitvoering te kunnen geven (zie de Handleiding administratieve verwerking van de ontzegging bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen). 5. Overgangsrecht Deze aanwijzing is geldig met onmiddellijke ingang van de datum van inwerkingtreding. 21 De ressortsparketten zijn niet altijd voorzien van een aansluiting op het rijbewijzenregister. Bovendien kan in dit register slechts één parketnummer per zaak worden geregistreerd. 22 De advocaat-generaal blijft echter wel verantwoordelijk voor de executie van de (on)voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid. 11 Staatscourant 2011 nr mei 2011

12 BIJLAGE 1 Model proces-verbaal van invordering Korps Landelijke Politiediensten, proces-verbaal nr. (proces-verbaalnummer) Regiopolitie (naam regiokorps), District (naam district), proces-verbaal nr. (proces-verbaalnummer) Koninklijke Marechaussee District (naam district), proces-verbaal nr. (proces-verbaalnummer) PROCES-VERBAAL Ik/wij, (naam verbalisant(en)) van het Korps Landelijke Politiediensten / Regiokorps (naam regiokorps) / Koninklijke Marechaussee, relateer/relateren het volgende. Op (dag), (datum), omstreeks (tijdstip) uur is, naar aanleiding van overtreding van artikel 20/21/22 dan wel artikel 62 jo. bord A1/A3 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, artikel 5/6 van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 8/163 van de Wegenverkeerswet 1994, anders, namelijk (artikel) Gepleegd op (dag), (pleegdatum), te (pleegplaats) het rijbewijs ingevorderd van:... (naam verdachte)... (adres)... (woonplaats)... (geboorteplaats/-datum)... (beroep) Het betreft een op verdachtes naam gesteld rijbewijs met nummer (rijbewijsnummer), dat voor de categorie(ën) (categorieën), op (datum) is afgegeven door: de burgemeester van de gemeente (naam gemeente) de Dienst Wegverkeer Het rijbewijs werd ingevorderd, omdat bovengenoemd persoon verdacht wordt van overtreding van: artikel 20/21/22 dan wel artikel 62 jo. bord A1/A3 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, waarbij het feit werd gepleegd binnen de bebouwde kom buiten de bebouwde kom waarbij deze verdachte met een (soort voertuig) met een gecorrigeerde snelheid van (gecorrigeerde snelheid) km/h heeft gereden, zulks terwijl slechts een snelheid van (toegestane snelheid) km/h was toegestaan. artikel 5/6 van de Wegenverkeerswet 1994 waarbij het overige verkeer ernstig in gevaar werd gebracht, immers (korte omschrijving waarbij de gevaarzetting duidelijk aangetoond wordt) Tot de vordering tot overgifte is besloten na overleg met... (hulpofficier van justitie) artikel 8/163 van de Wegenverkeerswet 1994: Ik/wij, verbalisant(en) en/of getuige(n), heb/hebben verdachte daadwerkelijk zien rijden. Andere omstandigheden waaruit bleek dat verdachte het voertuig heeft bestuurd: Uit de ademanalyse bleek dat het ademalcoholgehalte hoger was dan 570 µg/l, namelijk (aantal) µg/l. Uit de ademanalyse bleek dat het ademalcoholgehalte van de beginnende bestuurder van een rijbewijsplichtig motorrijtuig of de bestuurder aan wie deelname aan het alcoholslotprogramma is opgelegd, hoger was dan 350 µg/l, namelijk (aantal) µg/l. 12 Staatscourant 2011 nr mei 2011

13 Bij het ontbreken van het resultaat van een ademanalyse bestond een ernstig vermoeden dat het ademalcoholgehalte hoger was dan 570 µg/l, hetgeen bleek uit: (omschrijf de omstandigheden) Bij het ontbreken van het resultaat van een ademanalyse bestond een ernstig vermoeden dat het ademalcoholgehalte van de beginnende bestuurder van een rijbewijsplichtig motorrijtuig of de bestuurder aan wie deelname aan het alcoholslotprogramma is opgelegd, hoger was dan 350 µg/l, hetgeen bleek uit: (omschrijf de omstandigheden) De verdachte weigerde medewerking te verlenen aan een onderzoek als bedoeld in artikel 163, tweede, zesde, achtste of negende lid van de Wegenverkeerswet Het resultaat van het voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht. Na beëindiging van de test verscheen op het apparaat de indicatie fail (+ 650 µg/l). Omstandigheden gelegen in de persoon van de verdachte: (omschrijf de omstandigheden) De ademanalyse heeft, ondanks verdachtes medewerking, niet geleid tot een voltooid ademonderzoek, waarna is overgegaan tot een Bloedonderzoek Urineonderzoek Het bloed- of urinemonster is overeenkomstig het bepaalde in de Regeling bloed- en urineonderzoek verzonden aan het Nederlands Forensisch Instituut te Rijswijk. Een kopie van dit proces-verbaal is als bijlage gevoegd bij het bloed- of urineblok. Bij navraag bleek dat tegen de verdachte wel/niet eerder proces-verbaal is opgemaakt ter zake van overtreding van artikel 8/163/6 jo. 175, lid 3 van de Wegenverkeerswet 1994, namelijk: (beschrijf de recidive) Verder zijn er ten aanzien van het alcohol- c.q. drugsgebruik van de verdachte wel/geen andere relevante gegevens bekend. (Zo ja, welke?) Het rijbewijs wordt tezamen met dit proces-verbaal onverwijld overgedragen aan c.q. opgestuurd naar de officier van justitie te (naam arrondissement). Van de invordering is melding gemaakt in het Centraal Register Rijbewijzen te Veendam. 13 Staatscourant 2011 nr mei 2011

14 Indien een passage met een is aangeduid, maakt deze deel uit van dit proces-verbaal, indien daarin een kruis is gezet. Hiervan heb ik / hebben wij, (naam verbalisant(en)), op ambtseed/ambtsbelofte opgemaakt dit proces-verbaal te (plaats), op (datum). Handtekening verbalisant BESLISSING VAN HET OPENBAAR MINISTERIE INHOUDEN (art. 164, lid 4 WVW 1994) Uiterlijk tot... TERUGGEVEN / DOEN TOEKOMEN AAN VERDACHTE ANDERS DAN AAN VERDACHTE, namelijk... Datum beslissing:... De officier van justitie (handtekening) DIT PROCES-VERBAAL INDIENEN BIJ DE OFFICIER VAN JUSTITIE. 14 Staatscourant 2011 nr mei 2011

15 BIJLAGE 2 Model proces-verbaal van een vordering tot overgifte (zonder overgifte van het rijbewijs) Korps Landelijke Politiediensten, proces-verbaal nr. (proces-verbaalnummer) Regiopolitie (naam regiokorps), District (naam district), proces-verbaal nr. (proces-verbaalnummer) Koninklijke Marechaussee District (naam district), proces-verbaal nr. (proces-verbaalnummer) PROCES-VERBAAL Ik/wij, (naam verbalisant(en)) van het Korps Landelijke Politiediensten / Regiokorps (naam regiokorps) / Koninklijke Marechaussee, relateer/relateren het volgende. Op (dag), (datum), omstreeks (tijdstip) uur is, naar aanleiding van overtreding van artikel 20/21/22 dan wel artikel 62 jo. bord A1/A3 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, artikel 5/6 van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 8/163 van de Wegenverkeerswet 1994, anders, namelijk (artikel) Gepleegd op (dag), (pleegdatum), te (pleegplaats) het rijbewijs ingevorderd van:... (naam verdachte)... (adres)... (woonplaats)... (geboorteplaats/-datum)... (beroep) De overgifte van het op zijn naam staand rijbewijs gevorderd. Het betreft een rijbewijs met nummer (rijbewijsnummer), dat voor de categorie(ën) (categorieën), op (datum) is afgegeven door: de burgemeester van de gemeente (naam gemeente) de Dienst Wegverkeer De vordering tot overgifte werd gedaan, omdat bovengenoemd persoon verdacht wordt van overtreding van: artikel 20/21/22 dan wel artikel 62 jo. bord A1/A3 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, waarbij het feit werd gepleegd binnen de bebouwde kom buiten de bebouwde kom waarbij deze verdachte met een (soort voertuig) met een gecorrigeerde snelheid van (gecorrigeerde snelheid) km/h heeft gereden, zulks terwijl slechts een snelheid van (toegestane snelheid) km/h was toegestaan. artikel 5/6 van de Wegenverkeerswet 1994 waarbij het overige verkeer ernstig in gevaar werd gebracht, immers (korte omschrijving waarbij de gevaarzetting duidelijk aangetoond wordt) Tot de vordering tot overgifte is besloten na overleg met... (hulpofficier van justitie) artikel 8/163 van de Wegenverkeerswet 1994: Ik/wij, verbalisant(en) en/of getuige(n), heb/hebben verdachte daadwerkelijk zien rijden. Andere omstandigheden waaruit bleek dat verdachte het voertuig heeft bestuurd: Uit de ademanalyse bleek dat het ademalcoholgehalte hoger was dan 570 µg/l, namelijk (aantal) µg/l. 15 Staatscourant 2011 nr mei 2011

16 Uit de ademanalyse bleek dat het ademalcoholgehalte van de beginnende bestuurder van een rijbewijsplichtig motorrijtuig of de bestuurder aan wie deelname aan het alcoholslotprogramma is opgelegd, hoger was dan 350 µg/l, namelijk (aantal) µg/l. Bij het ontbreken van het resultaat van een ademanalyse bestond een ernstig vermoeden dat het ademalcoholgehalte hoger was dan 570 µg/l, hetgeen bleek uit: (omschrijf de omstandigheden) Bij het ontbreken van het resultaat van een ademanalyse bestond een ernstig vermoeden dat het ademalcoholgehalte van de beginnende bestuurder van een rijbewijsplichtig motorrijtuig of de bestuurder aan wie deelname aan het alcoholslotprogramma is opgelegd, hoger was dan 350 µg/l, hetgeen bleek uit: (omschrijf de omstandigheden) De verdachte weigerde medewerking te verlenen aan een onderzoek als bedoeld in artikel 163, tweede, zesde, achtste of negende lid van de Wegenverkeerswet Het resultaat van het voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht. Na beëindiging van de test verscheen op het apparaat de indicatie fail (+ 650 µg/l). Omstandigheden gelegen in de persoon van de verdachte: (omschrijf de omstandigheden) De ademanalyse heeft, ondanks verdachtes medewerking, niet geleid tot een voltooid ademonderzoek, waarna is overgegaan tot een Bloedonderzoek Urineonderzoek Het bloed- of urinemonster is overeenkomstig het bepaalde in de Regeling bloed- en urineonderzoek verzonden aan het Nederlands Forensisch Instituut te Rijswijk. Een kopie van dit proces-verbaal is als bijlage gevoegd bij het bloed- of urineblok. Bij navraag bleek dat tegen de verdachte wel/niet eerder proces-verbaal is opgemaakt ter zake van overtreding van artikel 8/163/6 jo. 175, lid 3 van de Wegenverkeerswet 1994, namelijk: (beschrijf de recidive) Verder zijn er ten aanzien van het alcohol- c.q. drugsgebruik van de verdachte wel/geen andere relevante gegevens bekend. (Zo ja, welke?) Verdachte verklaart niet in staat te zijn het rijbewijs over te geven, immers hij/zij heeft reeds aangifte gedaan van verlies/diefstal van het rijbewijs. hij/zij heeft ter plekke aangifte gedaan van verlies/diefstal van het rijbewijs. hij/zij heeft geen aangifte gedaan en wil dat ook niet ter plekke doen. 16 Staatscourant 2011 nr mei 2011

17 Van de vordering tot overgifte is melding gemaakt in het Centraal Register Rijbewijzen te Veendam. Indien een passage met een is aangeduid, maakt deze deel uit van dit proces-verbaal, indien daarin een kruis is gezet. Hiervan heb ik / hebben wij, (naam verbalisant(en)), op ambtseed/ambtsbelofte opgemaakt dit proces-verbaal te (plaats), op (datum). Handtekening verbalisant BESLISSING VAN HET OPENBAAR MINISTERIE MELDING HANDHAVEN MELDING VERWIJDEREN Datum beslissing:{{{{{{{{{{{{{{{{ De officier van justitie (handtekening) DIT PROCES-VERBAAL INDIENEN BIJ DE OFFICIER VAN JUSTITIE 17 Staatscourant 2011 nr mei 2011

Aanwijzing inzake de invordering van rijbewijzen

Aanwijzing inzake de invordering van rijbewijzen JU Aanwijzing inzake de invordering van rijbewijzen Categorie: Opsporing, vervolging Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO Afzender: College van procureursgeneraal Adressaat: Hoofden

Nadere informatie

Aanwijzing inzake de invordering van rijbewijzen

Aanwijzing inzake de invordering van rijbewijzen JU Aanwijzing inzake de invordering van rijbewijzen Categorie: Opsporing, vervolging Afzender: College van procureursgeneraal Adressaat: Hoofden van de parketten Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel

Nadere informatie

College van procureurs-generaal Aanwijzing inzake de invordering van rijbewijzen

College van procureurs-generaal Aanwijzing inzake de invordering van rijbewijzen College van procureurs-generaal Aanwijzing inzake de invordering van rijbewijzen Circulaire aan de Hoofden van de parketten 6 oktober 1998/nr. 1998A011 Categorie: opsporing, vervolging Rechtskarakter:

Nadere informatie

Uit: Staatscourant 29 september 2006, nr. 190 / pag. 20 1

Uit: Staatscourant 29 september 2006, nr. 190 / pag. 20 1 JU Aanwijzing inzake de invordering van rijbewijzen Categorie: opsporing, vervolging Rechtskarakter: aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO Afzender: College van procureursgeneraal Adressaat: Hoofden

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Aanwijzing invordering bewijzen van bevoegdheid in het kader van de wet luchtvaart

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Aanwijzing invordering bewijzen van bevoegdheid in het kader van de wet luchtvaart STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1588 27 januari 2012 Aanwijzing invordering bewijzen van bevoegdheid in het kader van de wet luchtvaart Categorie: Opsporing,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Aanwijzing (doen) besturen tijdens ontzegging e.d. (art.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Aanwijzing (doen) besturen tijdens ontzegging e.d. (art. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9414 31 mei 2011 Aanwijzing (doen) besturen tijdens ontzegging e.d. (art. 9 WVW 1994) Categorie: Opsporing, vervolging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende straf

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 433 Wet van 24 oktober 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een recidiveregeling voor ernstige verkeersdelicten

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1997 1998 Nr. 239 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende

Nadere informatie

VERSIE TEN BEHOEVE VAN DE INTERNETCONSULTATIE

VERSIE TEN BEHOEVE VAN DE INTERNETCONSULTATIE VERSIE TEN BEHOEVE VAN DE INTERNETCONSULTATIE Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het laten vervallen van de verplichting een proces-verbaal van aangifte bij de politie op te maken in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 324 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een puntenstelsel rijbewijzen Nr. 13 VOORSTEL VAN WET ZOALS HET LUIDT

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 23694 23 december 2011 Richtlijn rijden onder invloed, artt. 8 leden 2 t/m 4, 162 en 163 WVW 1994 (polarisnummer 5.22)

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr Richtlijn voor strafvordering rijden onder invloed van alcohol en/of drugs en rijden tijdens een rijverbod.

STAATSCOURANT. Nr Richtlijn voor strafvordering rijden onder invloed van alcohol en/of drugs en rijden tijdens een rijverbod. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4432 19 februari 2015 Richtlijn voor strafvordering rijden onder invloed van alcohol en/of drugs en rijden tijdens een

Nadere informatie

32 539 Wijziging van de Scheepvaartverkeerswet en de Binnenvaartwet in verband met de invoering van de ontzegging van de vaarbevoegdheid

32 539 Wijziging van de Scheepvaartverkeerswet en de Binnenvaartwet in verband met de invoering van de ontzegging van de vaarbevoegdheid TWEEDE KAMER DER 2 STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2010-2011 32 539 Wijziging van de Scheepvaartverkeerswet en de Binnenvaartwet in verband met de invoering van de ontzegging van de vaarbevoegdheid Nr. 2

Nadere informatie

1.1 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (uittreksel)

1.1 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (uittreksel) 1. WETTEN 9 1.1 Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (uittreksel) Hoofdstuk I Begripsbepalingen Artikel 1 [Definities] 1 In deze wet wordt verstaan onder: Onze Minister: Onze

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17958 1 juli 2015 Richtlijn voor strafvordering rijden onder invloed van alcohol en/of drugs en rijden tijdens een rijverbod

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8472 30 maart 2015 Richtlijn voor strafvordering rijden onder invloed van alcohol en/of drugs en rijden tijdens een rijverbod

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35679 31 december 2013 Richtlijn voor strafvordering rijden onder invloed (art. 8 lid 2 e.v. WVW 1994) Rechtskarakter:

Nadere informatie

Wijziging Polaris-richtlijnen per 1 oktober 2006

Wijziging Polaris-richtlijnen per 1 oktober 2006 JU Wijziging Polarisrichtlijnen per 1 oktober 2006 Op 1 oktober 2006 zal een wetswijziging van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 in werking treden. Op diezelfde datum zal ook de strafmaatrichtlijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 324 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een puntenstelsel rijbewijzen Nr. 2 VOORSTEL VN WET Wij eatrix, bij

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 46384 18 december 2015 Aanwijzing feitegcodeerde misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen Rechtskarakter: Aanwijzing

Nadere informatie

f)verheid.ni Wegenverkeerswet BWBR wetten.nl - Regeling pagina 1 van 1

f)verheid.ni Wegenverkeerswet BWBR wetten.nl - Regeling pagina 1 van 1 De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden f)verheid.ni Artikel 170 1 Tot de bevoegdheid van burgemeester en wethouders tot oplegging van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat het Openbaar Ministerie te Utrecht uitgaat van een onjuiste datum waarop een hem door de rechter opgelegde ontzegging van de rijbevoegdheid voor de periode

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 42315 25 juli 2017 Aanwijzing feitgecodeerde misdrijven, overtredingen en muldergedragingen Rechtskarakter: Aanwijzing

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19141 31 oktober 2011 Aanwijzing paspoortsignalering Categorie: opsporing Rechtskarakter: Aanwijzing in de zin van artikel

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 830 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de implementatie van de derde rijbewijsrichtlijn

Nadere informatie

Regeling OM-afdoening

Regeling OM-afdoening JU Regeling OM-afdoening Regeling van de Minister van Justitie van 16 januari 2008, nr. 5525695/08, tot wijziging van enkele ministeriële regelingen in verband met de invoering van de Wet OM-afdoening

Nadere informatie

Aanwijzing inbeslagneming bij verkeersdelicten

Aanwijzing inbeslagneming bij verkeersdelicten JU Aanwijzing inbeslagneming bij verkeersdelicten Categorie: opsporing, vervolging Rechtskarakter: aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO Afzender: College van procureursgeneraal Adressaat: Hoofden

Nadere informatie

feitomschrijvingen zijn vastgesteld Deze richtlijn omvat: 1. De bijlage van de Wet administratiefrechtelijke

feitomschrijvingen zijn vastgesteld Deze richtlijn omvat: 1. De bijlage van de Wet administratiefrechtelijke JU Richtlijn voor strafvordering tarieven en feitomschrijvingen voor misdrijven, overtredingen en gedragingen als bedoeld in de wet administratieve handhaving verkeersvoorschriften Categorie: Strafvordering

Nadere informatie

: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 27, vijfde lid, van de Landsverordening wegverkeer (AB 1997 no.

: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 27, vijfde lid, van de Landsverordening wegverkeer (AB 1997 no. Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 27, vijfde lid, van de Landsverordening wegverkeer (AB 1997 no. 18) Citeertitel: Landsbesluit onderzoek alcoholgehalte

Nadere informatie

Deze richtlijn omvat: 1. De bijlage van de Wet administratiefrechtelijke

Deze richtlijn omvat: 1. De bijlage van de Wet administratiefrechtelijke JU Richtlijn voor strafvordering tarieven en feitomschrijvingen voor misdrijven, overtredingen en gedragingen als bedoeld in de wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften Categorie:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 693 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van begeleid rijden Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 693 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van begeleid rijden A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 26 september

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14542 22 mei 2014 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 19 mei 2014, nr. IENM/BSK-2013/259431 houdende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en overtredingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en overtredingen STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11378 29 april 2013 Richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en en Categorie: Strafvordering Rechtskarakter:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2491 14 maart 2011 Rectificatie Aanwijzing OM-afdoening Op 1 maart 2011 is de Aanwijzing OM-afdoening (2011A001) in werking

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 182 Wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (wijzigingen naar aanleiding van evaluatie, nascholing beroepschauffeurs, bestuursrechtelijke

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4251 18 februari 2015 Richtlijn vliegen onder invloed Rechtskarakter: aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO Van:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 830 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de implementatie van de derde rijbewijsrichtlijn

Nadere informatie

Openbaar ministerie Richtlijn voor strafvordering

Openbaar ministerie Richtlijn voor strafvordering Openbaar ministerie Richtlijn voor strafvordering Rijden onder invloed, artt. 8 lid 2, 162 en 163 WVW 1994 Categorie: strafvordering Rechtskarakter: aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO Afzender:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 29101 2 oktober 2015 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 11 september, nr. IENM/BSK-2015/148123,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2963 26 februari 2010 Richtlijn voor strafvordering tarieven en feitomschrijvingen voor misdrijven, en en gedragingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 322 Wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs Wij Beatrix, bij de

Nadere informatie

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1 Intitulé : LANDSVERORDENING van 18 juli 2013 houdende regels over de aanleg, het beheer en het onderhoud van spoorwegen en de daarbij behorende infrastructuur, alsmede over het vervoer met spoorvoertuigen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9415 31 mei 2011 Aanwijzing onderzoek rijden onder invloed Categorie: opsporing, vervolging, strafvordering Rechtskarakter:

Nadere informatie

Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van het begeleid rijden

Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van het begeleid rijden Concept ten behoeve van internetconsultatie juni 2016 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van het begeleid rijden Allen, die deze zullen zien of horen lezen,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 10750 17 juli 2009 Regeling van de Minister van Justitie van 10 juli 2009, nr. 5610455, houdende wijziging van de Regeling

Nadere informatie

Samenvatting. 1 Letterlijk: Ontzegging van de Bevoegdheid Motorrijtuigen te besturen.

Samenvatting. 1 Letterlijk: Ontzegging van de Bevoegdheid Motorrijtuigen te besturen. Op 24 juni 1998 is de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) gewijzigd. Deze wijziging komt voort uit de wens van de Tweede Kamer om te komen tot een strengere aanpak van gevaarlijk rijgedrag in het verkeer.

Nadere informatie

Richtlijn inbeslagneming bij verkeersdelicten

Richtlijn inbeslagneming bij verkeersdelicten College procureurs-generaal Richtlijn inbeslagneming bij verkeersdelicten Vastgesteld in de vergadering van het college van procureurs-generaal d.d. 20 december 1995 Inwerkingtreding d.d. 1 maart 1996

Nadere informatie

Aanwijzing onderzoek rijden onder invloed

Aanwijzing onderzoek rijden onder invloed JU Aanwijzing onderzoek rijden onder invloed Categorie: opsporing, vervolging, strafvordering Rechtskarakter: aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO Afzender: College van procureursgeneraal Adressaat:

Nadere informatie

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 18 juli 2013 houdende regels over de aanleg, het beheer en het onderhoud van spoorwegen en de daarbij behorende infrastructuur, alsmede over

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1985-1986 16972 Wijziging van de Wegenverkeerswet (Verlenging geldigheidsduur en decentralisatie afgifte rijbewijzen) Nr. 13 HERDRUK NADER GEWIJZIGD VOORSTEL

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22858 22 december 2011 Beleidsregels OM Bijlage 2 bij de AANWIJZING INBESLAGNEMING (artikel 94 WvSv), registratienummer

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 460 Wet van 25 november 2015 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van

Nadere informatie

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen te Rijswijk gegrond.

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen te Rijswijk gegrond. Rapport Over de handelwijze van het CBR in een situatie waarin de beperkte geldigheid van een rijbewijs vervalt kort nadat een alcoholslotprogramma is opgelegd Oordeel Op basis van het onderzoek vindt

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 428 Wet van 24 oktober 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 op een aantal punten van uiteenlopende aard alsmede wijziging van de Wet

Nadere informatie

Wijzigingen in versie 1.1 ten opzichte van versie 1.0 (d.d. 21 juni 2016) van de toetstermen voor Wettelijke Kaders Milieu Specifiek:

Wijzigingen in versie 1.1 ten opzichte van versie 1.0 (d.d. 21 juni 2016) van de toetstermen voor Wettelijke Kaders Milieu Specifiek: Wijzigingen in versie 1.1 ten opzichte van versie 1.0 (d.d. 21 juni 2016) van de toetstermen voor Wettelijke aders Milieu Specifiek: Tijdsduur: De tijdsduur is verlengd van 70 naar 80 minuten. Cesuur:

Nadere informatie

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 JU Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat:

Nadere informatie

Examencommissie Milieu Status: Vastgesteld. Kennisonderdeel Toetsvorm Hulpmiddelen Duur Cesuur

Examencommissie Milieu Status: Vastgesteld. Kennisonderdeel Toetsvorm Hulpmiddelen Duur Cesuur ennisonderdeel Toetsvorm Hulpmiddelen Duur Cesuur Wettelijke aders Milieu Specifiek Gesloten vragen Geen 70 minuten 55% + gokkans Deze toetstermen worden zo mogelijk specifiek bevraagd Onderwerp Artikel/begrip

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 10909 22 juni 2011 Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 15 juni 2011, nr. 5700090/11, houdende wijziging

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8279 25 maart 2014 Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet Rechtskarakter: Aanwijzing in de zin van art.

Nadere informatie

De voortschrijdende bestuurlijke handhaving van het verkeerssanctierecht

De voortschrijdende bestuurlijke handhaving van het verkeerssanctierecht De voortschrijdende bestuurlijke handhaving van het verkeerssanctierecht J.W. van der Hulst 1 1. Inleiding Van oudsher wordt het strafrecht toegepast op normschendingen in het verkeer. Daarbij zijn strafrechtelijke

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 16-05-2013) Besluit van 5 juli 1997, houdende nadere regels omtrent de wijze van uitvoering van de artikelen 160, vijfde lid, en 163 van de Wegenverkeerswet 1994 (Besluit alcoholonderzoeken)

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 2015, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. ;

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 2015, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. ; -` Besluit van houdende wijziging van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 2015, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. ; Gelet

Nadere informatie

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek walificatiedossier: Domein II Milieu Toetsvorm: 50 Gesloten vragen ennisonderdeel: Wettelijke aders Milieu Specifiek Toetsduur: 80 minuten Cesuur: 67% (55% met correctie voor de gokkans) Deze toetstermen

Nadere informatie

Privacyregeling Centraal Rijbewijzen- en Bromfietscertificatenregister

Privacyregeling Centraal Rijbewijzen- en Bromfietscertificatenregister Privacyregeling Centraal Rijbewijzen- en Bromfietscertificatenregister VW «Wegenverkeer 1994» 14 mei 1996/RV 218639 Hoofddirectie van de Waterstaat Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken De Minister

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 15 1 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 14 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende straf van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 392 Besluit van 14 oktober 2015 tot wijziging van het Reglement rijbewijzen in verband met enkele wijzigingen van technische aard betreffende

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18598 3 juli 2014 Bijlage 2 bij de Aanwijzing inbeslagneming (artikel 94 WvSv) (2012A008) is gewijzigd. Datum inwerkingtreding:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende straf

Nadere informatie

Rapport. Datum: 6 april 2006 Rapportnummer: 2006/136

Rapport. Datum: 6 april 2006 Rapportnummer: 2006/136 Rapport Datum: 6 april 2006 Rapportnummer: 2006/136 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen de vorderingsprocedure op grond van de artikelen 130-134a van de Wegenverkeerswet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit houdende regels over de onderzoeken die kunnen worden ingezet op Bonaire, Sint Eustatius en Saba ter vaststelling van het gebruik van alcohol of andere stoffen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden

Nadere informatie

Programma Feitgecodeerde Zaken Project: Eisen aan de Processtukken Steller: Janneke Visser Looijen Datum: 11 april 2013 Status: Definitief

Programma Feitgecodeerde Zaken Project: Eisen aan de Processtukken Steller: Janneke Visser Looijen Datum: 11 april 2013 Status: Definitief Programma Feitgecodeerde Zaken Project: Eisen aan de Processtukken Steller: Janneke Visser Looijen Datum: 11 april 2013 Status: Definitief Blad 2 van 9 Deze notitie is geschreven in het kader van het deelproject

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA0056

ECLI:NL:RBGEL:2013:CA0056 ECLI:NL:RBGEL:2013:CA0056 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 07-05-2013 Datum publicatie 14-05-2013 Zaaknummer 06-880059-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Wegsleepverordening gemeente Leeuwarden 2014

Wegsleepverordening gemeente Leeuwarden 2014 Wegsleepverordening gemeente Leeuwarden 2014 Artikel 1: Begrippen In deze verordening wordt verstaan onder: a. RVV 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990; b. Wet: de Wegenverkeerswet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 477 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een bromfietsrijbewijs Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:5187

ECLI:NL:RBOVE:2016:5187 ECLI:NL:RBOVE:2016:5187 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 29-12-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 08/955001-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

BESLUIT OM EEN EDUCATIEVE MAATREGEL ALCOHOL EN VERKEER (EMA) OP TE LEGGEN

BESLUIT OM EEN EDUCATIEVE MAATREGEL ALCOHOL EN VERKEER (EMA) OP TE LEGGEN Datum 1 mei 2014 Nummer 0000000000 Onderwerp Vorderingsprocedure volgens de artikelen 130-134a Wegenverkeerswet 1994 BESLUIT OM EEN EDUCATIEVE MAATREGEL ALCOHOL EN VERKEER (EMA) OP TE LEGGEN De heer ,

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Breda Nr. 25478 4 februari 2019 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda Bekendmaking Burgemeester

Nadere informatie

Citeertitel: Landsbesluit bewaring inbeslaggenomen voorwerpen =====================================================================

Citeertitel: Landsbesluit bewaring inbeslaggenomen voorwerpen ===================================================================== Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de bewaring van inbeslaggenomen voorwerpen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 489 Wet van 6 december 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten strekkende tot aanpassing van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 896 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de aanpassing van de vorderingsprocedure en de invoering van het alcoholslotprogramma

Nadere informatie

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Reglement rijbewijzen wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1, onderdeel i, vervalt.

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Reglement rijbewijzen wordt als volgt gewijzigd: Artikel 1, onderdeel i, vervalt. Besluit van Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van, nr. IenM/BSK-, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Gelet op de artikelen 111, eerste lid, onderdeel b, en 118,

Nadere informatie

Besluit. Wegsleepverordening Skarsterlân. Vergadering 19 december 2012 Nummer 117. Wegsleepverordening Skarsterlân

Besluit. Wegsleepverordening Skarsterlân. Vergadering 19 december 2012 Nummer 117. Wegsleepverordening Skarsterlân Besluit Vergadering 19 december 2012 Nummer 117 Wegsleepverordening Skarsterlân De raad van de gemeente Skarsterlân; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 november 2012, nummer 117/2012;

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35062 17 december 2013 Aanwijzing bijstand van tolken en vertalers bij de opsporing en vervolging van strafbare feiten

Nadere informatie

videosurveillance minder doden en gewonden

videosurveillance minder doden en gewonden videosurveillance Een groep automobilisten en motorrijders rijdt véél te hard op de Nederlandse wegen. Daar blijft het vaak niet bij. Ze maken zich vaak ook schuldig aan bumperkleven, agressief rijden,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 25 april 2005 Rapportnummer: 2005/134

Rapport. Datum: 25 april 2005 Rapportnummer: 2005/134 Rapport Datum: 25 april 2005 Rapportnummer: 2005/134 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Brabant Zuid-Oost op 24 april 2003 informatie over een aan verzoeker

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 685 Regeling van DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en overtredingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en overtredingen STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 30123 30 oktober 2013 Richtlijn voor strafvordering feitgecodeerde misdrijven en en Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v.

Nadere informatie

4. Het CBR wees het verzoek om een betalingsregeling op 6 juni 2008 af. Het CBR stelde:

4. Het CBR wees het verzoek om een betalingsregeling op 6 juni 2008 af. Het CBR stelde: Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (verder: CBR) zijn verzoek om een betalingsregeling te treffen heeft afgewezen en daarvoor geen motivering heeft

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor Strafvordering Wet wegvervoer goederen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor Strafvordering Wet wegvervoer goederen STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 67910 13 december 2018 Richtlijn voor Strafvordering Wet wegvervoer goederen Rechtskarakter: Aanwijzing in de zin van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 99 Wet van 13 maart 2008 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met het aanmerken van het kentekenregister als basisregistratie

Nadere informatie

Leidraad voor het nakijken van de toets

Leidraad voor het nakijken van de toets Leidraad voor het nakijken van de toets STRAFPROCESRECHT 14 OKTOBER 2011 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

RDW Centrum voor voertuigtechniek en informatie Privacyreglement Centraal Rijbewijzenen Bromfietscertificatenregister

RDW Centrum voor voertuigtechniek en informatie Privacyreglement Centraal Rijbewijzenen Bromfietscertificatenregister RDW Centrum voor voertuigtechniek en informatie Privacyreglement Centraal Rijbewijzenen Bromfietscertificatenregister 9 november 1999 De algemeen directeur van de Dienst Wegverkeer; Gelet op de artikelen

Nadere informatie

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam

Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam Klachtenregeling rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam De besturen van de rechtbanken Amsterdam, Den Haag en Rotterdam Artikel 1 Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. een klacht:

Nadere informatie

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling: 1-2-3 Aangiftewijzer Geweld, bedreiging en belediging tegen de gerechtsdeurwaarder Soms heeft de gerechtsdeurwaarder te maken met agressie en geweld. Helaas worden strafbare feiten niet altijd en automatisch

Nadere informatie