De invloed van mobiele prijsvergelijkingstoepassingen voor offline retailers op aankoopintentie en prijsgevoeligheid
|
|
- Filip Mulder
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 De invloed van mobiele prijsvergelijkingstoepassingen voor offline retailers op aankoopintentie en prijsgevoeligheid Universiteit van Tilburg Communicatie- en Informatiewetenschappen Specialisatie: Bedrijfscommunicatie en Digitale Media Eelco van de Wiel Begeleidend docent: Dr. Harold Miesen
2 Running head: MOBIELE PRIJSVERGELIJKINGSTOEPASSINGEN De invloed van mobiele prijsvergelijkingstoepassingen voor offline retailers op aankoopintentie en prijsgevoeligheid Eelco van de Wiel Communicatie- en Informatiewetenschappen Universiteit van Tilburg
3 Samenvatting In dit onderzoek wordt onderzocht wat de invloed is van mobiele toepassingen die het mogelijk maken om lokale offline retailers te vergelijken op basis van prijzen en servicekwaliteit, op aankoopintentie en prijsgevoeligheid. Aan de hand van een mixed experimenteel ontwerp wordt de situatie zonder mobiele applicatie vergeleken met een situatie waarin respectievelijk een mobiele applicatie met prijsvergelijking en een mobiele applicatie met prijs- en servicekwaliteitsvergelijking beschikbaar is. Dit wordt gecombineerd met verschillende prijs- en kwaliteitsniveaus. De bevindingen van dit onderzoek breiden eerder onderzoek naar prijs-kwaliteit relaties en prijsgevoeligheid uit en laten zien dat het gebruik van een mobiele vergelijkingsapplicatie ervoor kan zorgen dat zowel de prijsgevoeligheid als de aankoopintentie verandert. Sleutelwoorden: mobiele applicaties, prijsvergelijking, prijsgevoeligheid, aankoopintentie 3
4 Inleiding Dit onderzoek richt zich op de invloed van mobiele toepassingen die de mogelijkheid bieden om een vergelijking te maken van prijzen en servicekwaliteit van lokale retailers die homogene producten aanbieden, op prijsgevoeligheid en aankoopintentie van consumenten. Hierbij zal in een experimentele opzet het prijsniveau en kwaliteitsniveau gemanipuleerd worden, evenals de aanwezigheid en functionaliteit van de mobiele toepassing. Dit onderzoek breidt het bestaande onderzoek naar online informatiezoekgedrag en de prijs-kwaliteit-waarde relatie uit door bestaande theorieën toe te passen op een prijsvergelijkingstoepassing op de smartphone en dit experimenteel te toetsen. De uitkomsten van deze studie zijn praktisch toepasbaar voor retailers waarvoor de opkomst van de vernoemde mobiele toepassingen een mogelijke bedreiging vormt. De bevindingen van dit onderzoek kunnen deze retailers helpen een passende strategie te ontwikkelen als reactie op de huidige ontwikkelingen in de mobiele technologie. In deze studie staan mobiele toepassingen centraal omdat de erg snelle opkomst van smartphones met mobiel internet als gevolg heeft dat de consument altijd en overal productinformatie kan opzoeken waardoor de zoekkosten naar product- en prijsinformatie in de offline wereld afnemen. Hierdoor zal op den duur het informatiezoekgedrag onder offline consumenten meer en meer lijken op dat van online consumenten. De ontwikkelingen zullen razendsnel aan invloed winnen binnen het retailveld, zoals bijvoorbeeld al blijkt uit de verkoopcijfers van Amazon die laten zien dat in 2010 Amazon voor meer dan 1 miljard dollar aan mobiele bestellingen ontving (Brohan, 2010). Dat de opkomst van de smartphone grote proporties aanneemt laten onder andere de cijfers van onderzoeksbureau GfK Retail en Technology zien (GfK, 2010). Deze cijfers laten zien dat het aantal verkochte smartphones in Nederland is verdubbeld in 2009 naar stuks en dat er eind miljoen smartphone gebruikers in Nederland zijn (ANP, 2010). Dit gegeven, in combinatie met een grote toename van gebruik en beschikbaarheid van mobiel internet, zorgt ervoor dat online data altijd en overal beschikbaar is. Zo is het mobiele internetgebruik in Nederland in 2010 verdrievoudigd (Tweakers, 2010). Om optimaal gebruik te maken van de functionaliteiten van de smartphone, wordt gebruik gemaakt van applicaties - kleine toepassingen op de smartphone die data verwerken. Zo worden er per dag 1,8 miljoen mobiele applicaties gedownload via de itunes AppStore van vooraanstaand fabrikant Apple (Wauters, 2010). Onderzoeksbureau Gartner verwacht dat het totaal aantal downloads van mobiele 4
5 applicaties in 2010 uitkomt op 4,5 miljard, groeiend naar 21,6 miljard in 2013 (Gartner, 2010). Er komen steeds meer mobiele toepassingen beschikbaar die de consument helpen bij de keuze van het juiste product, de retailer en het merk. Dit blijkt onder andere uit verschillende recente lanceringen van applicaties door vooraanstaande e-commerce partijen. Enkele voorbeelden daarvan zijn de ontwikkeling van de Amazon prijsvergelijkingtoepassing (Galante, 2010), Google Shopper (Switkin & Shamsi, 2010) en de overname van prijsvergelijkingtoepassing Red Laster door ebay (Dignan, 2010). Deze mobiele toepassingen maken het mogelijk om retailers, producten en merken te selecteren op basis van prijs, producteigenschappen en kwaliteit. Dit wordt ondersteund door technieken die het mogelijk maken om de barcode van een product te scannen of een foto van het product te maken waarna direct prijzen van concurrenten worden weergegeven voor ditzelfde homogene product. De adoptie van technologie voor mobiele prijsvergelijking door de online giganten als Amazon, Google en ebay laat zien dat er een potentiële markt is voor mobiele commercie. De mogelijkheid om prijzen en producten te vergelijken is op zichzelf niets nieuws aangezien dit ook al online mogelijk is door middel van zogenaamde shopbots (Brynjolfsson & Smith, 2000). Aangezien deze shopbots een bron vormen van externe referentieprijzen (Winer, 1986), vergroten ze de prijsgevoeligheid (Smith & Brynjolfsson, 2001) en kunnen ze zorgen voor lagere prijzen (Brown & Goolsbee, 2002). Desondanks geven consumenten toch de voorkeur aan e-tailers met wie ze ervaring hebben (Smith & Brynjolfsson, 2001) en zorgt een te groot aanbod in de shopbot voor negatieve ervaringen (Montgomery, Hosanagar, Krishnan, & Clay, 2004). Het grote verschil tussen mobiele- en online prijsvergelijking is dat met mobiele toepassingen een consument prijs- en productinformatie real-time op kan zoeken tijdens het winkelen bij een traditionele (offline) retailer. Zo kan een shoppende consument door middel van een plaatsbepaling met GPS een alternatieve lokale retailer of webshop vinden die goedkoper is en/of een betere servicekwaliteit aanbiedt. Mobiele prijsvergelijkingsapplicaties maken het mogelijk om in enkele minuten tientallen producten en retailers te vergelijken op basis van prijs, kwaliteit, gebruikerservaringen en andere producteigenschappen, terwijl offline consumenten maar zelden meer dan één of twee retailers bezoeken wanneer ze duurzame goederen kopen (Newman & Staelin, 1972). Om diezelfde reden werd de grootschalige opkomst van internet in de jaren 90 door retailers als een grote bedreiging gezien. Bakos (1997) stelt dat de meest significante verandering in internetmarkten de drastische afname in zoekkosten van consumenten is, wat leidt tot meer 5
6 prijsgevoeligheid, toenemende concurrentie en lagere prijzen. Homogene markten gaan zo steeds meer lijken op de het klassieke marktmodel van Bertrand (Bertrand, 1883 in Clemons, Hann & Hitt, 2002). Dit model laat het ideale geval van prijscompetitie zien waarin alle producten homogeen zijn, er geen zoekkosten zijn en consumenten dus op de hoogte zijn van alle prijzen. Er is dan uitsluitend competitie op basis van prijs, waardoor op den duur de prijzen bij de verschillende retailers gelijk zullen worden en de marges geminimaliseerd zullen worden (Spulber, 1995). Salop en Stiglitz (1982) en Varian (1980) hebben onderzoek gedaan naar de invloed van deze zoekkosten. Zij vonden dat consumenten die volledig geïnformeerd zijn over de prijsverschillen, kopen bij de retailer met de laagste prijs. De niet geïnformeerde consument koopt een product dat onder de prijs ligt die op voorhand voor de aankoop is gereserveerd. Er is in de jaren 90 en daarna al veel onderzoek verricht naar de bovengenoemde theorieën door de verschillen tussen de online en offline retailers te bestuderen op het gebied van prijselasticiteit (o.a. Degeratu, Rangaswamy, & Wu, 2000), prijsverschillen (o.a.bailey, 1998) en prijsgevoeligheid (Sotgiu & Ancarani, 2005). Deze begrippen hangen nauw met elkaar samen en worden bepaald door de zoekkosten naar informatie (Smith, Bailey, & Brynjolfsson, 2000). Ze verschillen echter inhoudelijk van elkaar daar prijselasticiteit de verandering in vraag is bij een prijsverandering (Gillespie, 2007), lage prijsverschillen duiden op een grotere prijscompetitie in de markt (Pan, Ratchford, & Shankar, 2004) en prijsgevoeligheid, dat naast dat het als synoniem voor prijselasticiteit wordt gebruikt (Smith, et al., 2000), ook gemeten kan worden als een psychologisch construct op basis van de attitude en gedrag van de consument (Shankar, Rangaswamy, & Pusateri, 1999). De studies naar online prijsgevoeligheid, prijselasticiteit, prijsniveau en prijsverschillen laten wisselende resultaten zien. Voor wat betreft de prijselasticiteit toonden Cortese & Stepanek (1998) en Degeratu et al. (2000) aan dat in veel gevallen en in verschillende productcategorieën de prijselasticiteit kleiner is online dan offline, wat dus duidt op een lagere prijsgevoeligheid online. De vergelijkingen van prijsverschillen in de cd-markt door Lee & Gosain (2002), in de boeken- en cd-markt door Bailey (1998), in de online travel industrie door Clemons, Hann & Hitt (1999) en in de vitamine-industrie door Erevelles, Rolland & Srinivasan (2001), laten alle zien dat er online dezelfde of zelfs hogere prijsverschillen waren dan in de traditionele markten. Dit duidt op een minder sterke prijscompetitie in online markten. Onderzoek naar de online prijsgevoeligheid door Shankar et al. (1999) laat zien dat 6
7 mensen online meer de neiging hebben om te zoeken op prijs, maar minder belang hechten aan prijs. De hierboven genoemde resultaten ondersteunen dus niet de theorie van Bakos (1997) die stelt dat lagere online zoekkosten leiden tot een grotere prijsgevoeligheid waardoor de prijselasticiteit groter zou moeten worden en prijsverschillen kleiner zouden moeten worden. Dit kan op verschillende manieren worden verklaard. Een eerste verklaring kan worden afgeleid uit het onderzoek van Baye, Morgan & Scholten (2004) en Ratchford, Pan, and Shankar (2003) die de online prijsverschillen over een langere periode onderzochten. Beide studies laten zien dat in de loop van de tijd de prijsverschillen kleiner zijn geworden. Dit toont aan dat de markt zichzelf heeft ontwikkeld door de jaren heen en dat prijscompetitie is toegenomen. Een tweede verklaring kan zijn dat de onderzoeken meestal twee verschillende populaties vergelijken doordat online shoppers een andere populatie beslaat dan offline shoppers (Rohm & Swaminathan, 2004). Een derde verklaring voor de lagere online prijsverschillen wordt gegeven door Brynjolfsson & Smith (2000). Deze onderzoekers tonen aan dat de kwaliteit van de service een belangrijk attribuut is, zelfs voor homogene fysieke goederen. Het onderzoek van Lynch en Ariely (2000) wijst dan ook uit dat het aanbieden van meer informatie over kwaliteit de prijsgevoeligheid vermindert. De aanwezigheid van kwaliteitsinformatie is dus een mediërende variabele tussen de zoekkosten naar prijs en prijsgevoeligheid. Ondanks dat de resultaten van de verschillende aangehaalde studies erg wisselend zijn, is het onomstreden dat een medium als het internet van invloed is op de prijselasticiteit, de prijsgevoeligheid en het hieraan gekoppelde aankoopgedrag. Het medium dat door de consument gebruikt wordt, kan het zoeken naar informatie namelijk beïnvloeden (Beatty en Smith, 1987) en heeft als zodanig ook invloed op de zoekkosten en uiteindelijk dus op de aankoopintentie. Het onderhavige onderzoek zal zich richten op de invloed die mobiele prijsen kwaliteitvergelijkingtoepassingen hebben op de prijsgevoeligheid en de aankoopintentie van de consument. In het volgende hoofdstuk zal worden ingegaan op het theoretisch perspectief van waaruit naar deze relatie wordt gekeken. 7
8 Theoretische verdieping Het conceptuele raamwerk van deze studie is ontleend aan studies naar informatiezoekgedrag en prijsgevoeligheid en aan de studies die zich op prijs-kwaliteitwaarde relaties richten. In dit onderzoek wordt de link tussen beide theoretische kaders gelegd om het consumentengedrag als gevolg van de opkomst van een prijsvergelijking via mobiele toepassingen te voorspellen. Allereerst zal ingegaan worden op het begrip prijsgevoeligheid gevolgd door de aankoopintentie. Na het bespreken van de basisbegrippen zal per factor bekeken worden hoe de factor invloed heeft op de prijsgevoeligheid en de aankoopintentie. Prijsgevoeligheid Onderzoek van Shankar et al (1999) wijst uit dat prijsgevoeligheid uiteenvalt in twee elementen namelijk: (1) prijsbelang: het belang wat de consument toekent aan de prijs van een product of dienst bij het nemen van de aankoopbeslissing en (2) prijszoekgedrag: de neiging van consumenten om te gaan zoeken naar betere prijzen. Het betreft hier twee verschillende concepten waarbij het kan zijn dat consumenten die een hoog prijsbelang hebben, toch niet de tijd nemen om de laagste prijs te zoeken omdat de zoekkosten naar prijsinformatie te hoog zijn. Hetzelfde geldt andersom wanneer consumenten die prijs niet zo belangrijk vinden, toch naar een lagere prijs op zoek gaan omdat de prijs hoger is dan de referentieprijs (Winer, 1986). De referentieprijs is het prijsniveau of de prijsrange die de consument voor het betreffende product of categorie ervaart, dan wel hanteert, en wordt gevormd door informatie die de consument in het verleden tot zich heeft genomen (Chang & Wildt, 1994). De prijsgevoeligheid is het netto effect van de kosten en baten van het zoeken naar informatie (Srinivasan & Ratchford, 1991). De zoekkosten worden gezien als de moeite die het kost om te zoeken naar prijsinformatie en andere producteigenschappen van een product of dienst (Shankar, et al., 1999). Deze zijn lager wanneer de tijd nodig om te zoeken lager is (Irwin & Smith, 1957). De baten van het zoeken naar informatie zijn economische voordelen (Stigler, 1961) zoals het vinden van een goedkoper product en niet-economische voordelen zoals winkelplezier (Marmorstein, Grewal, & Fishe, 1992). Wanneer de zoekkosten lager zijn zullen mensen meer informatie gebruiken bij het evalueren van alternatieven (Stigler, 1961), wat zorgt voor meer prijszoekgedrag. Daarnaast krijgt eenduidige informatie die eenvoudig gevonden kan worden een groter gewicht in het beslisproces (Alba et al., 1997). Wanneer er eenduidige informatie beschikbaar is over de 8
9 prijzen van producten zal dit een groter gewicht krijgen in het beslisproces, waardoor er een groter prijsbelang zal ontstaan. Dit is niet alleen het geval bij informatie over prijs, maar eveneens bij andere informatie die eenvoudig gevonden kan worden en waarmee een eenduidig onderscheid gemaakt kan worden. Wanneer er bijvoorbeeld een duidelijke kwaliteitsrating beschikbaar is, kan het resultaat zijn dat er meer belang toegekend wordt aan kwaliteit wat weer resulteert in minder prijsbelang. Een afname van de zoekkosten naar prijs- en kwaliteitsinformatie zorgt ervoor dat consumenten referentiewaardes ter beschikking krijgen (Smith & Brynjolfsson, 2001) waardoor ze een andere prijs- en kwaliteitsperceptie krijgen. Deze prijs- en kwaliteitsperceptie zijn van invloed op de aankoopintentie (Chang & Wildt, 1994). In de volgende paragraaf zal ingegaan worden op de relatie tussen prijs, kwaliteit en aankoopintentie. Aankoopintentie Aankoopintentie wordt gezien als een indicator voor een daadwerkelijke aankoop en wordt gevormd door het waardeoordeel (perceived value) wat aan een product of dienst wordt gegeven (Chang & Wildt, 1994). Het waardeoordeel wordt gevormd door de prijs- en nonprijs informatie (Zeithaml, 1988). In de literatuur wordt doorgaans een relatie gehanteerd waarin de prijs- en kwaliteitsperceptie samen het waardeoordeel vormen (Monroe, 1990). De waarde die een consument toekent aan een product of dienst wordt dus hoger bij een positief ervaren prijs of positief ervaren kwaliteit. Ondanks dat het waardeoordeel de relatie tussen de gepercipieerde prijs, gepercipieerde kwaliteit en de aankoopintentie medieert, laat het onderzoek van Chang & Wildt (1994) zien dat er ook een direct verband bestaat tussen de gepercipieerde prijs en gepercipieerde kwaliteit op de aankoopintentie. Dit onderzoek richt de aandacht op deze directe relatie, waarbij het waardeoordeel als mediërende variabele tussen de gepercipieerde prijs en kwaliteit en aankoopintentie niet nader in beschouwing wordt genomen. De reden daarvoor is dat de primaire interesse bij dit onderzoek ligt bij de gedragsintenties van consumenten en de waardeperceptie slechts een tussenliggend construct is. De gepercipieerde prijs kan worden gezien als de conceptuele representatie of subjectieve perceptie van de objectieve prijs van een product (Olson & Jacoby, 1972). De gepercipieerde prijs wordt gevormd door de objectieve prijs in relatie tot de referentieprijs (Chang & Wildt, 1994). De referentieprijs is het prijsniveau of de prijsrange die de consument voor het 9
10 betreffende product of categorie ervaart. De objectieve prijs is de prijs die een product daadwerkelijk kost in de aankoopsituatie (hierna voor de duidelijkheid bronprijs genoemd). Het onderzoek van Chang & Wildt (1994) laat zien dat de gepercipieerde prijs positief beïnvloed wordt door de objectieve prijs en negatief door de referentieprijs. Ter illustratie, wanneer de consument eerder heeft gehoord dat een product 500 euro kost (referentieprijs) en in de winkel blijkt het product 400 euro te kosten dan zal de prijs als laag worden ervaren. De gepercipieerde kwaliteit is een optelsom van productattribuut-informatie (Olson & Jacoby, 1972) en draagt bij aan het waardeoordeel voor het product en hiermee aan de aankoopintentie. Zeithaml (1988) stelt dat er een positieve relatie tussen prijs en gepercipieerde kwaliteit bestaat waardoor consumenten dus bij een product met een hoge prijs ook een hogere kwaliteit verwachten. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van een homogeen product, waarbij de productkwaliteit constant blijft. Echter, doordat er verschillende retailers in beschouwing worden genomen door de respondent, is de servicekwaliteit verschillend onder de verschillende aanbieders. Gronroos (1983) stelt dat er twee types servicekwaliteit zijn, te noemen: technische servicekwaliteit, wat de uitkomst van de serviceverlening is (wat) en functionele servicekwaliteit, wat de manier is waarop de service wordt geleverd (hoe). Voor dit onderzoek wordt aangenomen dat de gepercipieerde servicekwaliteit eenzelfde relatie heeft in het prijs-kwaliteit-waarde raamwerk als dat de gepercipieerde kwaliteit dat heeft. Met andere woorden, ook servicekwaliteit zal op positieve wijze bijdragen aan de aankoopintentie en de gepercipieerde prijs zal van invloed zijn op de servicekwaliteitsperceptie. Aangezien de aankoopintentie gevormd wordt door de prijs- en kwaliteitsperceptie en beiden beïnvloed worden door de prijsgevoeligheid zal prijsgevoeligheid indirect negatief van invloed zijn op de gemiddelde aankoopintentie. Meer prijszoekgedrag zorgt er immers voor dat consumenten meer (lage) referentieprijzen ter beschikking hebben waardoor de gepercipieerde prijs zal worden beïnvloed. Daarnaast zal iemand die meer prijsgevoelig is, sterker reageren op prijsverschillen (Tellis, 1988). Dit kan verklaard worden doordat een grotere prijsgevoeligheid zorgt voor hoger prijsbelang, wat betekent dat prijs een groter gewicht krijgt in het beslissingproces waardoor het gewicht van prijs in de prijs-kwaliteitwaarde relatie sterker wordt. Zoals in de voorgaande paragrafen is beschreven, zal de consument zijn prijsgevoeligheid en aankoopintentie veranderen als gevolg van de informatie over prijs en servicekwaliteit die 10
11 de mobiele applicatie ontsluit. In dit onderzoek zullen vier factoren beschouwd worden die van invloed worden geacht op prijsgevoeligheid en aankoopintentie, te noemen de aanwezigheid van prijs- en kwaliteitsinformatie in de mobiele applicatie en daarnaast het daadwerkelijke prijs- en kwaliteitsniveau. Voor deze factoren werd gekozen omdat de beschikbaarheid van informatie over kwaliteit of prijzen de prijsgevoeligheid kan vergroten en de verschillende prijs- en kwaliteitsniveaus de gepercipieerde prijs en kwaliteit direct kunnen beïnvloeden. Deze factoren worden in de volgende paragrafen nader besproken. Beschikbaarheid van de mobiele prijsvergelijking Een mobiele prijsvergelijkingsapplicatie maakt het mogelijk om binnen een korte tijd de prijzen van verschillende retailers te vergelijken, waar de consument anders andere winkels zou moeten bezoeken om dezelfde informatie te verkrijgen. Er valt dus te verwachten dat mensen het als eenvoudiger ervaren om te zoeken naar prijzen met de mobiele applicatie, op voorwaarde dat het bedienen van de applicatie als eenvoudig wordt ervaren. Aangezien de tijd die het kost om te zoeken naar informatie korter wordt, zijn de ervaren zoekkosten lager en zal de hoeveelheid informatie die men gebruikt voor het evalueren van alternatieven toenemen (Stigler, 1961). Hierdoor zal eveneens het prijszoekgedrag toenemen. Eerder werd al gesteld dat informatie die eenvoudig gevonden kan worden en waarmee een eenduidig onderscheid gemaakt kan worden, een groter gewicht in het beslisproces van de consument zal krijgen (Alba et al., 1997). De mobiele applicatie maakt het mogelijk eenvoudig eenduidige prijsinformatie te vinden wat zal resulteren in een groter gewicht van deze informatie en hiermee zal zorgen voor een groter prijsbelang. Hoewel onderzoek van Shakar et al. (1999) in een online setting geen significant bewijs opleverde dat prijsbelang toenam als gevolg van de lagere zoekkosten waarvan in de online setting sprake is, wordt in dit onderzoek de hypothese opnieuw getoetst. Op basis van de hierboven gemaakte aannames wordt de volgende subhypothese opgesteld: H1.1: De beschikbaarheid van een mobiele applicatie waarmee een prijsvergelijking gemaakt kan worden, zorgt ervoor dat de ervaren eenvoud van het zoeken naar prijs, het prijszoekgedrag en het toegekende prijsbelang hoger zijn dan bij de afwezigheid van de betreffende mobiele applicatie. 11
12 Prijsvergelijkingen zijn een externe bron van referentieprijzen voor consumenten (Winer, 1986). Er kan dus verwacht worden dat een mobiele applicatie met een prijsvergelijking prijzen verstrekt die zullen dienen als externe referentieprijs. De gepercipieerde prijs wordt gevormd door de objectieve prijs bij de bronretailer in relatie tot de referentieprijs en is medebepalend voor de aankoopintentie (Chang & Wildt, 1994). De nieuwe referentieprijzen zullen de gepercipieerde prijs negatief beïnvloeden aangezien de kans dat er een lagere referentieprijs ter beschikking komt wordt vergroot en doordat, zoals eerder gesteld, de prijsgevoeligheid vergroot wordt door prijsvergelijkingen (Smith & Brynjolfsson, 2001). Op basis van deze aannames kan de volgende subhypothese worden opgesteld: H1.2: De beschikbaarheid van een mobiele applicatie waarmee een prijsvergelijking gemaakt kan worden zal leiden tot een negatiever ervaren prijs en tot een lagere aankoopintentie bij een aanbod van de bronretailer, dan wanneer de mobiele applicatie afwezig is. Prijsniveau Een tweede factor die van invloed wordt geacht op de prijsperceptie is de hoogte van de objectieve prijs, oftewel het prijsniveau (Chang & Wildt, 1994). Eerder werd gesteld dat de prijsperceptie wordt beïnvloed door de externe referentieprijs in relatie tot de objectieve prijs. Indien de consument door middel van een prijsvergelijking via de mobiele applicatie vaststelt dat het niveau hoog is in vergelijking met concurrerende retailers (en de consument dus extern een expliciete referentieprijs krijgt aangeboden) zal de consument de prijs als hoog beschouwen en zal de gepercipieerde prijs dus hoog zijn. Eveneens verwacht ik dat de gepercipieerde servicekwaliteit hoger zal zijn bij een hoge prijs, omdat prijs de beste indicator is van kwaliteit wanneer kwaliteit moeilijk te detecteren is of wanneer er sprake is van veel prijsvariatie (Zeithaml, 1981). De gepercipieerde prijs en servicekwaliteit wordt daarom verondersteld hoger te zijn in een conditie met een hoge prijs. Aangezien prijs meer dan kwaliteit van invloed is op aankoopintentie (Chang & Wildt, 1994), zal de aankoopintentie lager worden als gevolg van een hoger ervaren prijs. Op basis van deze redenering formuleer ik de volgende subhypothese: H2.1: Wanneer de mobiele applicatie voor bezochte retailer een bronprijs toont die hoog is in vergelijking met andere getoonde referentieprijzen, zullen de gepercipieerde prijs 12
13 en gepercipieerde servicekwaliteit hoger zijn en zal de aankoopintentie lager zijn, dan wanneer de prijs die de mobiele applicatie voor de bezochte retailer toont laag is in vergelijking met andere getoonde referentieprijzen. Zoals in de voorgaande hypothese werd gesteld, zal de gepercipieerde prijs hoger zijn wanneer een mobiele applicatie een bronprijs toont die relatief hoog is in vergelijking tot de referentieprijzen die de mobiele applicatie weergeeft. De theorie die de negativiteit-bias beschrijft (Kanouse, 1984) en de risico vermijding theorie (Tversky & Kahneman, 1991) stellen dat negatieve informatie een groter gewicht krijgt in een beslisproces dan positieve informatie. Aangezien een hoge gepercipieerde prijs als negatief wordt ervaren zal prijs een groter gewicht krijgen wat zou moeten resulturen in een groter prijsbelang. Daarentegen zal het prijszoekgedrag niet veranderen met de verschillende prijsniveaus omdat dit een proces is wat voorafgaat aan het vergelijken van de prijzen. Op basis van deze aanname kan de volgende subhypothese worden opgesteld: H2.2 Wanneer de mobiele applicatie voor de bronretailer een bronprijs toont die hoog is in vergelijking met andere getoonde referentieprijzen, zal het prijsbelang groter zijn dan wanneer de prijs die de mobiele applicatie voor de bronretailer toont laag is in vergelijking met andere getoonde referentieprijzen. Aanwezigheid van servicekwaliteitsinformatie Naast informatie over prijs kan ook een eenduidige weergave van informatie over (service)kwaliteit het gedrag van de consument beïnvloeden. Zo laat het onderzoek van Lynch & Ariely (2000) naar de online wijnmarkt zien dat de prijselasticiteit lager is bij consumenten die informatie beschikbaar hadden over zowel kwaliteit als prijs, dan bij consumenten die alleen informatie over prijs hadden. Aangezien prijselasticiteit en prijsgevoeligheid nauw samenhangen, kan een soortgelijk effect voor prijsgevoeligheid verwacht worden. Dit kan ook verwacht worden op grond van de theorie omtrent de zoekkosten, die stelt dat informatie die eenvoudig gevonden kan worden een groter gewicht krijgt in het beslisproces (Alba, et al., 1997). Wanneer de mobiele toepassing het eenvoudiger maakt om kwaliteitsinformatie te vergelijken en hiervoor een eenduidige maat toont, zal kwaliteitsinformatie een groter gewicht krijgen in het beslisproces ten opzichte van prijsinformatie met als gevolg dat het prijsbelang 13
14 zal afnemen. Dit wordt ook door het eerder aangehaalde onderzoek van Lynch & Ariely (2000) gesugereerd. Op basis van deze onderbouwing stel ik de volgende subhypothese op: H3.1 De beschikbaarheid van een mobiele applicatie waarmee prijzen én servicekwaliteit vergeleken kunnen worden, zal leiden tot een lager prijsbelang dan wanneer in de mobiele applicatie uitsluitend prijsinformatie wordt weergegeven. Parasuraman, Valerie, Zeithaml en Berry (1988) bepalen in hun SERVQUAL-schaal de servicekwaliteit door het verschil tussen de ervaren en verwachtte servicekwaliteit te meten. Deze verwachtingen worden gevormd door eerdere ervaringen, mond-tot-mond reclame, meningen van experts en publiciteit (Parasuraman, Berry, & Zeithaml, 1991). Hieruit valt op te maken dat de servicekwaliteitsperceptie, net zoals bij prijs het geval is, afhankelijk is van een referentiewaarde. Dit zorgt ervoor dat servicekwaliteit als negatief kan worden ervaren in het geval dat er betere vergelijkbare alternatieven beschikbaar zijn. Ik verwacht dat de aanwezigheid van kwaliteitsinformatie gemiddeld genomen negatieve invloed heeft op de aankoopintentie aangezien de weergegeven servicekwaliteitsniveaus via de mobiele applicatie ook een referentieniveau verschaffen, die de gepercipieerde kwaliteit verlaagt. Door een negatievere evaluatie van de servicekwaliteit zal ook de aankoopintentie lager worden. Dit leidt tot de volgende subhypothese: H3.2 De beschikbaarheid van een mobiele applicatie waarmee zowel prijzen als servicekwaliteit vergeleken kunnen worden, zal leiden tot een lagere gepercipieerde servicekwaliteit en een lagere aankoopintentie bij de bezochte retailer dan wanneer de mobiele applicatie uitsluitend prijsinformatie weergeeft. Prijs- en kwaliteitsniveau De laatste factor die van invloed wordt geacht op het gedrag van consumenten, is het kwaliteitsniveau van de bronretailer en zijn concurrenten wat weergegeven wordt in een mobiele applicatie. Zoals in de vorige paragraaf werd gesteld worden verwachtingen van de servicekwaliteit gevormd door onder meer mond-tot-mond reclame en meningen van experts (Parasuraman, et al., 1991). Wanneer de mobiele applicatie een servicekwaliteitsrating weergeeft op basis van klantreviews, kan dit gezien worden als een vorm van mening van een expert of mond-tot-mond reclame. Hierdoor zal de servicekwaliteitsperceptie aangepast 14
15 worden. Omdat, zoals eerder beschreven werd, de gepercipieerde (service)kwaliteit positief van invloed op aankoopintentie (Chang & Wildt, 1994) verwacht ik dat een hogere servicekwaliteitsrating van de bronretailer resulteert in een hogere servicekwaliteitsperceptie, wat op zijn beurt weer zorgt voor een grotere aankoopintentie. Op grond van deze redenering kan de volgende subhypothese worden opgesteld: H4.1: In een mobiele applicatie waarin zowel de prijs als kwaliteit van de bronretailer met concurrenten vergeleken kunnen worden zal een hoge servicekwaliteitsrating van de bronretailer ten opzichte van referentieretailers resulteren in een hogere gepercipieerde servicekwaliteit met een hogere aankoopintentie als gevolg, ten opzichte van een mobiele applicatie waarlangs een lage kwaliteitsrating voor de bronretailer wordt weergegeven. Zoals eerder vermeld, stelt de theorie die de negativiteit bias beschrijft (Kanouse, 1984) en de risico vermijding theorie (Tversky & Kahneman, 1991) dat negatieve informatie een groter gewicht krijgt in een beslisproces dan positieve informatie. Ik verwacht op basis daarvan dat bij een lage servicekwaliteit van de bronretailer de servicekwaliteit een groter gewicht krijgt in het beslisproces, resulterend in een lager prijsbelang. Dit leidt tot de volgende subhypothese: H4.2 Wanneer de mobiele applicatie een servicekwaliteitsniveau bij de bronretailer toont dat laag is in vergelijking met de referentieretailers zal het prijsbelang kleiner zijn dan wanneer de mobiele applicatie een hoog servicekwaliteitsniveau weergeeft voor de bronretailer in in vergelijking met de referentieretailers. Het onderzoek van Chang & Wildt (1994) laat zien dat prijs meer van invloed is op de aankoopintentie dan dat kwaliteitsinformatie dit is. Ik ga er van uit dat ook bij de weergave van prijs- en kwaliteitsinformatie in de mobiele applicatie de prijsinformatie belangrijker is dan de kwaliteitsinformatie bij het maken van de aankoopbeslissing. Hieruit volgt de volgende subhypothese: H4.3 De prijsinformatie die in de mobiele applicatie wordt weergegeven heeft een grotere invloed op de aankoopintentie dan dat servicekwaliteitsinformatie dat heeft. 15
16 Methode Proefpersonen Een totaal van 130 werkende respondenten heeft deelgenomen aan het onderzoek waarvan 53% man en 47% vrouw. Van de respondenten heeft 86% een HBO of universitaire studie afgerond of is deze op dit moment aan het volgen. De gemiddelde leeftijd is 32 jaar met een standaardafwijking van 12,3 jaar. Opvallend is dat de leeftijd van de proefpersonen niet normaal verdeeld is. Bestudering van de plots laat zien dat de steekproef bij benadering een normaalverdeling bevat bij jonge mensen (met de modus op 25 jaar) in combinatie met een ondervertegenwoordiging aan ouderen. Er is echter geen significant verschil naar leeftijd binnen de verschillende condities (F(3,125)=0.454). De respondenten is per gevraagd aan dit onderzoek deel te nemen. Materiaal Het onderzoek werd online uitgevoerd, op een speciaal daarvoor ontwikkelde website. De proefpersonen kregen een scenario te lezen waarin hen werd gevraagd een TV te kopen. In dit scenario bevond de proefpersoon zich binnen een offline retailer die gespecialiseerd is in elektronica. Voor deze branche is gekozen omdat de consumentenelektronicamarkt wordt gedomineerd door een klein aantal grote leveranciers (Alba, et al., 1997), waardoor er veel homogene producten bestaan in de elektronicamarkt en er dus eenvoudig vergeleken Figuur 1: virtuele mobiele applicatie kan worden op basis van prijs en kwaliteitsinformatie. Voor met prijs en kwaliteitsvergelijking mogelijke invloeden van factoren zoals de tijdsdruk, de gereserveerde prijs voor de aankoop en de adviesprijs wordt gecontroleerd in dit scenario. In het vervolg van het onderzoek wordt voor de manipulatie een mobiele applicatie gebruikt aan de hand van een virtuele gsm op de website waarop het onderzoek wordt afgenomen. Een afbeelding van deze applicatie is terug te vinden in Figuur 1, waarbij de proefpersoon zich in dit illustratieve geval in de hoge prijs en hoge servicekwaliteit conditie 16
17 bevindt. De mobiele applicatie kan met de muis en het toetsenbord worden bediend. Er is niet voor een lab setting met een fysieke snartphone gekozen om te voorkomen dat respondenten die geen smartphone bezitten een negatieve evaluatie van de eenvoud van het zoeken naar prijs geven als gevolg van onbekendheid met het touch screen. In de applicatie wordt gebruik gemaakt van een prijsvergelijking met verschillende prijsniveaus. Om relevante prijsverschillen te bepalen zijn de prijsverschillen van een willekeurige sample van 30 verschillende TV s onder de 1000 euro van de prijsvergelijkingwebsite Kieskeurig.nl genomen uit de 1253 verschillende tv s die op die betreffende website weergegeven werden. Binnen deze 30 producten is de gemiddelde afwijking van de gemiddelde prijs 6,63%. Het verschil tussen de hoogste en de laagste prijzen is een prijsrange van 27,70% van de gemiddelde prijs. Deze prijsrange is gebruikt in de applicatie om relevante prijsverschillen weer te geven. Ontwerp In dit onderzoek werd gebruik gemaakt van een experimenteel ontwerp met 3x2x2 mixed factorial design. De eerste factor is de drie level binnen-proefpersoon variabele mobiele applicatie, welke geen mobiele applicatie kan zijn, een mobiele applicatie met prijsvergelijking en een mobiele applicatie met prijs- en kwaliteitsvergelijking. De tweede factor is de tussen-proefpersoon variabele prijsniveau, welke zowel laag (tweede op de ranglijst van vijf retailers) als hoog (vierde op de ranglijst van vijf retailers) kan zijn. De derde factor is servicekwaliteit, welke de niveaus laag (tweede op de ranglijst van vijf retailers) of hoog (vierde op de ranglijst van vijf retailers) kan hebben. Deze twee tussen-proefpersoon variabelen vormen daarmee vier condities. In dit onderzoek wordt de binnen-proefpersoon variabele in drie fases gemeten. In Fase 1 wordt uitsluitend de adviesprijs als referentieprijs getoond, in Fase 2 wordt de proefpersoon een mobiele applicatie met daarin uitsluitend prijsvergelijking getoond en in Fase 3 krijgt de respondent een mobiele applicatie ter beschikking met zowel prijsinformatie als informatie over servicekwaliteit van de retailer. Om te voorkomen dat het onderzoek te lang wordt, is ervoor gekozen om de situatie met uitsluitend een servicekwaliteitsvergelijking, niet toe te passen. Hierdoor wordt servicekwaliteit uitsluitend gezien als mediërende variabele. 17
18 Instrumentatie De volgende afhankelijke variabelen worden geoperationaliseerd: Eenvoud waarmee naar prijs gezocht kan worden. Deze schaal werd gemeten aan de hand van één item. Dit item wordt gemeten aan door middel van een vijfpuntsschaal variërend van heel eenvoudig tot heel lastig en is gebaseerd op onderzoek van Shankar et. al. (1999). De volgende stelling werd gebruikt: Ik vind het zoeken naar prijzen voor dit product bij verschillende retailers eenvoudig. Gepercipieerd prijsbelang. Het gepercipieerde prijsbelang werd bevraagd aan de hand van het belang van prijs ten opzichte van vier andere factoren. Deze methode is afgeleid van Shankar et al. (1999) en aangepast aan de retailcontext. De respondent krijgt de stelling Geef voor elk van de onderstaande items aan hoe belangrijk het criterium is bij de keuze voor een elektonicawinkel en geeft vervolgens voor vijf factoren het belang aan bij het nemen van de aankoopbeslissing. Deze factoren zijn: bekendheid van de elektronicawinkel, imago van de elektronicawinkel, servicekwaliteit van de elektronicawinkel en personeel van de elektronicawinkel. De vijf items worden aan de hand van een vijfpuntsschaal gemeten variërend van Niet van belang tot Erg van belang. Het gepercipieerde prijsbelang wordt bepaald door het verschil tussen het belang van prijs en het gemiddelde van de vier andere factoren te berekenen. Prijszoekgedrag. Dit construct betreft de houding ten opzichte van kosten en baten bij het zoeken naar prijs. Deze schaal is afgeleid van Shankar et al. (1999) en vertaald naar het Nederlands. Een voorbeeldvraag was: Ik vind de tijd die het kost om te zoeken naar lagere prijzen bij andere retailers de moeite waard. De drie items worden gemeten op een vijfpuntsschaal variërend van Helemaal niet mee eens naar Helemaal mee eens. In de drie fases van dit onderzoek heeft dit construct achtereenvolgens een alpha van α=.89, α=.90, α=.95 en is hiermee betrouwbaar te noemen. Gepercipieerde prijs. Dit item meet de gepercipieerde prijs door de respondent te laten oordelen over de volgende stelling: De prijs die Electrowereld voor de TV rekent vind ik. Het item wordt gemeten op een vijfpuntsschaal variërend van Erg laag naar Er hoog. Deze methode is identiek aan die van Chang & Wildt (1994) behalve dat zij een negenpuntsschaal gebruiken. 18
19 Gepercipieerde servicekwaliteit: Het onderzoek van Sweeney, Soutar en Jonhson (1997) onderzoekt de technische en functionele servicekwaliteit aan de hand van items van de SERVQUAL-schaal die opgesteld is door Zeithaml, Parasuraman & Berry (1990). Deze methode werd ook in dit onderzoek gebruikt. Hierbij zijn de items naar het Nederlands vertaald en aangepast op de context. De functionele servicekwaliteit werd gemeten aan de hand van vijf items uit de responsitiviteit, empathie en vriendelijkheid dimensies van de SERVQUAL-schaal. Een voorbeeld stelling is: Electrowereld heeft het beste met klanten voor. De technische servicekwaliteit werd gemeten aan de hand van drie items uit de competentiedimensie van de SERVQUAL schaal. Alle items maken gebruik van een vijfpuntsschaal variërend van Helemaal niet mee eens tot Helemaal mee eens. De functionele servicekwaliteit blijkt een te lage alpha te hebben. De alpha voor dit construct zijn achtereenvolgens voor de drie fases van het onderzoek α=.11 ; α=.30 ; α=.30. De eerste twee vragen van deze schaal zijn in het onderzoek dubbel ontkennend gesteld en de gemiddelden laten zien dat hierdoor verwarring ontstaat. Daarom is ervoor gekozen om deze twee vragen uit te sluiten voor dit construct. Daarnaast is ervoor gekozen een nieuw construct getiteld Gepercipieerde servicekwaliteit te introduceren waarin zowel functionele als technische servicekwaliteit zijn opgenomen. De alpha van dit construct is in de drie fases van het onderzoek betrouwbaar, met een waarde van achtereenvolgens α=.88, α=.91, α=.94. Gepercipieerde productkwaliteit. De gepercipieerde productkwaliteit werd gemeten aan de hand van vier items, waaronder: De kwaliteit van deze TV is naar verwachting. De items worden gemeten op een vijfpuntsschaal variërend van Zeer slecht tot Zeer goed. Deze methode is afgeleid van het onderzoek van Garvin (1984) waarna de items in het Nederlands zijn vertaald en aan de context zijn aangepast. De alpha van dit construct is in de drie fases van het onderzoek achtereenvolgens α=.81, α=.84, α=.87 en is hiermee betrouwbaar te noemen. Aankoopintentie. De aankoopintentie werd bevraagd met behulp van drie items waarin onder andere de volgende stelling aan de respondent werd voorgelegd: De waarschijnlijkheid dat ik de TV bij ElectroWereld zou aanschaffen is. De respondenten dienden te antwoorden op een vijfpuntsschaal variërend van Zeer klein naar Zeer groot. Deze methode is afgeleid van Dodds et al (1991). De alpha van dit construct is in de drie fases van het onderzoek betrouwbaar, met een waarde van achtereenvolgens α=.90, α=.95, α=
20 Procedure De proefpersonen zijn at random toegekend aan de conditie. In Fase 1 kregen alle proefpersonen eerst een scenario te lezen waarin werd geschetst dat ze op zoek zijn naar een nieuwe TV waarbij ook een referentieprijs werd vernoemd. De respondenten dienden het scenario aandachtig te lezen. Om dit te forceren werd een tijdsbalk weergegeven met de tijd die de respondenten ter beschikking hadden voor het onderzoek. Na het verstrijken van de minimumtijd werd de respondenten gevraagd de onderzoeksvragen te beantwoorden. In Fase 2 van het onderzoek werd een mobiele toepassing geïntroduceerd welke de mogelijkheid biedt eenvoudig de prijzen van het betreffende product op te zoeken bij de lokale retailers. In de mobiele toepassing werd een ranglijst getoond van de prijzen bij de retailer waarin de respondent zich bevindt alsook de prijzen bij vier lokale concurrenten. Hierbij werd de plaats in de ranglijst gemanipuleerd waarbij de retailer, afhankelijk van het prijsniveau, de tweede of de vierde plaats innam. De bronprijs bleef hierbij gelijk aan de bronprijs in de vorige fase. De respondenten werd gevraagd dezelfde vragenlijst als in Fase 1 nogmaals in te vullen. In Fase 3 werd wederom de mobiele applicatie via de webapplicatie weergegeven maar nu werd hier, naast het prijsniveau, een kwaliteitsindicatie aan toegevoegd. De kwaliteitsindicatie werd weergegeven aan de hand van sterren (1-5 sterren) die een indicatie van de servicekwaliteit van de retailer geven op basis van reviews door andere eindconsumenten. In de lage servicekwaliteitscondities kreeg de retailer twee sterren, in de hogere servicekwaliteitscondities kreeg de retailer vier sterren. De bronprijs en de plaats op de ranglijst bleven gelijk ten opzichte van de tweede fase. De proefpersonen dienden vervolgens een derde maal de vragenlijst in te vullen, die identiek is aan de twee eerdere vragenlijsten in de voorgaande fases. Resultaten Aan de hand van een ANOVA werden de afhankelijke variabelen van deze studie geanalyseerd, met als binnen-proefpersoon factor de drie fases (Fase 1 geen mobiele applicatie, Fase 2 mobiele applicatie met prijsvergelijking en Fase 3 mobiele applicatie met prijs en kwaliteitsinformatie) in combinatie met paarsgewijze vergelijkingen. Bij deze paarsgewijze vergelijkingen werd voor het toetsen van de hypotheses de LSD methode 20
Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties
Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de
Nadere informatieSamenvatting Inleiding hoofdstuk 1
Samenvatting Inleiding In hoofdstuk 1 wordt een voorbeeld gegeven over John die een boek wil kopen. Hij denkt na over de vraag of hij het boek via zijn lokale boekhandel of via de website van Amazon wil
Nadere informatieSamenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld
Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,
Nadere informatieDe invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention
De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van
Nadere informatieDe sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid
Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen
Nadere informatieInvloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting
xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het
Nadere informatieHoe ouder, hoe trouwer Switchen & behouden in de 50-plusmarkt
WHITEPAPER Hoe ouder, hoe trouwer Switchen & behouden in de 50-plusmarkt Onderzoek van het (een initiatief van Bindinc) toont aan dat onder 50-plussers merktrouw vaker voorkomt dan onder 50- minners. Daarbij
Nadere informatie5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens
5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze
Nadere informatieRapport voor deelnemers M²P burgerpanel
Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie
Nadere informatieManagement Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars
Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieInzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak
Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak 1 Achtergrond van het onderzoek Bedrijven vertrouwen meer en meer op social media om klanten te betrekken
Nadere informatieLinking the Customer Purchase Process to E-commerce
Samenvatting Elektronische handel verandert fundamenteel de manier waarop consumenten goederen en diensten kopen. E-commerce is het kopen en verkopen van producten of diensten via elektronische systemen
Nadere informatieDe smartphone gaat de retail redden.
De smartphone gaat de retail redden. Natuurlijk er wordt steeds meer op internet gekocht en deze ontwikkeling zal nog veel verder doorgaan. Maar tegelijkertijd zien we ook dat winkels en winkelgebieden
Nadere informatieGeven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.
Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van
Nadere informatieSeksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie
Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond
Nadere informatieVoorbeeld Performance Monitor
Voorbeeld Performance Monitor pagina 1 De Performance Monitor Leveranciers in de X-branche 2014 is een uitgave van: Van Es Marketing Services Doelenstraat 4 7607 AJ Almelo tel (+31) 0546 45 66 62 fax (+31)
Nadere informatieNederlandse samenvatting (summary in Dutch)
Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Relatiemarketing is gericht op het ontwikkelen van winstgevende, lange termijn relaties met klanten in plaats van het realiseren van korte termijn transacties.
Nadere informatieBEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk
Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk BEGRIP VAN BEWIJS Herman Schalk Vragenlijst Toelichting bij de vragenlijst p. 3 Vragen bij de elementen van begrip van bewijs p. 4 vrije Universiteit amsterdam
Nadere informatieRobuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid
Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De
Nadere informatieZowel online als offline
Zowel online als offline reclame creëren online interesse in een merk Volgens bepaalde experts dient reclame tegenwoordig slechts een enkel doel: de consument naar de website van het betrokken merk lokken
Nadere informatieInnovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.
Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden
Nadere informatieVerdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen
1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Het is een uitdaging om ouderen te identificeren die baat kunnen hebben bij een interventie gericht op de preventie van beperkingen in het dagelijks leven op het moment dat dergelijke
Nadere informatieEnkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden
Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd
Nadere informatieEssays on Multichannel Customer Management
RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN Essays on Multichannel Customer Management Samenvatting Proefschrift door Umut Konuş Samenvatting Inleiding Multikanaal klantmanagement is een belangrijk vraagstuk bij veel
Nadere informatieNederlandse samenvatting (Summary in Dutch)
(Summary in Dutch) Omgaan met Informatie over Complexe Onderwerpen: De Rol van Bronpercepties In het dagelijkse leven hebben mensen een enorme hoeveelheid informatie tot hun beschikking (bijv. via het
Nadere informatie- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.
Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten
Nadere informatieInnovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid.
Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid. In het kader van het project Innovatie van dienstverlening doet ICOON onderzoek naar de vraag onder welke omstandigheden
Nadere informatieBij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R
14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten
Nadere informatiePrijsmeter. Achtergrond prijsstelling
Prijsmeter De prijs van een product of dienst is één van de belangrijkste elementen binnen de marketingmix. De prijsmeter methode (ook wel: methode van Westendorp) is speciaal ontwikkeld om de waardeperceptie
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale
Nadere informatieSamenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting
Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting
Nadere informatieWHITEPAPER HEALTH 51% VAN NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR NIEUWE AANBIEDERS VAN GEZONDHEIDS PRODUCTEN
WHITEPAPER HEALTH NEDERLANDERS ZIJN GEEN VOORLOPERS OP HET GEBIED VAN GEZONDHEIDS- PRODUCTEN 51% VAN NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR NIEUWE AANBIEDERS VAN GEZONDHEIDS PRODUCTEN Vrouwen zijn meer geïnteresseerd
Nadere informatieonline winkelomgeving minder in staat is affectieve responsen te initiëren en de drang tot kopen te stimuleren. Daarom werd verondersteld dat online
Samenvatting Tegenwoordig is het internet sterk geïntegreerd in bijna elke dagelijkse activiteit, van het lezen van een krant tot het regelen van bankzaken en ook het doen van onze aankopen (CBS, 2006b).
Nadere informatieHuiswerk, het huis uit!
Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting
Nadere informatieTilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems
TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems RapportEvaluatie Online Mediation in Echtscheidingszaken Aanleidingvoorhetonderzoek In 2008 heeft Juripax in opdracht
Nadere informatie8. Nederlandse Samenvatting
8. Nederlandse Samenvatting 164 Chapter 8: Nederlandse Samenvatting Marketeers hebben over het algemeen veel moeite met het verdedigen van de marketinguitgaven, ze ontbreken de kunde of de wil om de impact
Nadere informatieStatistiek in de alfa en gamma studies. Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018
Statistiek in de alfa en gamma studies Aansluiting wiskunde VWO-WO 16 april 2018 Wie ben ik? Marieke Westeneng Docent bij afdeling Methoden en Statistiek Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht
Nadere informatieProeftuinplan: Meten is weten!
Proeftuinplan: Meten is weten! Toetsen: hoog, laag, vooraf, achteraf? Werkt het nu wel? Middels een wetenschappelijk onderzoek willen we onderzoeken wat de effecten zijn van het verhogen cq. verlagen van
Nadere informatieSamenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming
Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar
Nadere informatieSamenvatting. Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s
Samenvatting Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s 166 Het doel van dit proefschrift was inzicht te krijgen in de vroege ontwikkeling van het gebruik van visuele informatie voor
Nadere informatiegegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden
een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats
Nadere informatieMeervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden
Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd
Nadere informatieMoral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz
Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.
Nadere informatieConsument minder ver dan retailer denkt De 10 retailtrends van 2013
Consument minder ver dan retailer denkt De 10 retailtrends van 2013 accepteren en adapteren nieuwe diensten en technologieën steeds sneller. Zij zien vooral veel in het gebruik van een zelfscankassa, Click
Nadere informatieOnderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving
Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van
Nadere informatieWat motiveert u in uw werk?
Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u
Nadere informatieDraagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016
Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen
Nadere informatieInhoudsopgave. Onderzoeksvragen p. 3 Afleiding van het model en daaruit resulterende vergelijkingsmogelijkheden p. 3 Theoretisch kader p.
Inhoudsopgave Inleiding p. 1 Onderzoeksvragen p. 3 Afleiding van het model en daaruit resulterende vergelijkingsmogelijkheden p. 3 Theoretisch kader p. 5 Methode p. 6 Procedure en respondenten p. 6 Meetinstrument
Nadere informatieM-commerce, sociale media en veranderend winkelgedrag beïnvloeden de ontwikkelingen in de globale retailmarkt. Dat blijkt uit de enquête
DigitasLBi presenteert nieuwe enquête over wereldwijd winkelgedrag en onthult enkele belangrijke trends voor Belgische markt Brussel, 24 april, 2014 M-commerce, sociale media en veranderend winkelgedrag
Nadere informatieConsumententrends: ROPO is essentieel deze kerst
Consumententrends: ROPO is essentieel deze kerst Deze feestdagen zal 85% van de consumenten hun aankopen deels online doen. We kiezen massaal voor online shoppen vanwege de grote verscheidenheid aan producten
Nadere informatiePopulaties beschrijven met kansmodellen
Populaties beschrijven met kansmodellen Prof. dr. Herman Callaert Deze tekst probeert, met voorbeelden, inzicht te geven in de manier waarop je in de statistiek populaties bestudeert. Dat doe je met kansmodellen.
Nadere informatieSamenvatting. (Summary in Dutch)
(Summary in Dutch) Impulsieve keuzes voor aantrekkelijke opties zijn doorgaans geen verstandige keuzes op de lange termijn (Hofmann, Friese, & Wiers, 2008; Metcalfe & Mischel, 1999). Wanneer mensen zich
Nadere informatieDe veranderende markt
De veranderende markt 1 De veranderende markt Vanaf 2000 is de detailhandel sterk veranderd door de opkomst van de computer. Als verkoper kun je de kennis over de geschiedenis en de toekomst van de detailhandel
Nadere informatieSamenvatting (Dutch summary)
Samenvatting (Dutch summary) Deze studie onderzocht seksueel risicogedrag van homoseksuele mannen in vaste relaties, voornamelijk onder mannen die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studies onder Homoseksuele
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining
Nadere informatieONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING
ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire
Nadere informatieWHITEPAPER. De mystiek van Mystery shopping ontrafeld. De visie van PIM
WHITEPAPER De mystiek van Mystery shopping ontrafeld De visie van PIM De mystiek van Mystery shopping ontrafeld Naar een objectieve meting van klanttevredenheid '95% van de klanten die ontevreden zijn
Nadere informatieDEFINITIEVE ANTWOORDEN
DEFINITIEVE Vragen bij Het waarom en hoe van F-commerce Vraag 1 (10 punten) Geef aan wat de verschillen zouden kunnen zijn tussen een reguliere E-commerce website en een winkel die gebruik maakt van F-Commerce.
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en discussie
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit
Nadere informatieAutobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief
Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,
Nadere informatieWerk aan de winkel! 5 stappen naar de belevenisgerichte winkel. Atty Halma
Werk aan de winkel! 5 stappen naar de belevenisgerichte winkel Atty Halma Werk aan de winkel! 5 stappen naar de belevenisgerichte winkel Steeds meer aankopen worden online gedaan, terwijl de aankopen en
Nadere informatieMobile & Shopping on demand. De nieuwe rol van de mobiele telefoon. tradedoubler.com
Mobile & Shopping on demand De nieuwe rol van de mobiele telefoon tradedoubler.com Mobiele kanalen voor affiliate marketing vernieuwen de winkelervaring in Europa, door de connected consumers (online actieve
Nadere informatieLekenpraatje. Advanced Econometric Marketing Models Geavanceerde econometrische marketing modellen. 6 november 2003
Lekenpraatje Advanced Econometric Marketing Models Geavanceerde econometrische marketing modellen 6 november 2003 Meneer de rector, hooggeachte commissie, highly learned opponent, dames en heren. Zoals
Nadere informatieWERKGELEGENHEIDSBAROMETER VIERDE KWARTAAL 2014
INDICATOREN VOOR WERKGELEGENHEIDSREALISATIE EN -VERWACHTINGEN, 2009-2014 In januari 2014 vond de vierde meting plaats van de Arbeidsmarktmonitor Metalektro 2014. Metalektrobedrijven keken hierin onder
Nadere informatie1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.
Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van
Nadere informatieEen onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7
Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding
Nadere informatieFACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?
FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die
Nadere informatieHoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen
Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen 3.1 Schatten: Er moet een verbinding worden gelegd tussen de steekproefgrootheden en populatieparameters, willen we op basis van de een iets kunnen zeggen over de ander.
Nadere informatieSummary in Dutch. Samenvatting
Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.
Nadere informatieDUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING 205 Het is niet zonder reden dat autoriteiten wereldwijd aandacht besteden aan programma s en interventies om mensen meer te laten bewegen. Sportactiviteiten van gemiddelde tot
Nadere informatieMobile Augmented Media
Mobile Augmented Media The Future of Bricks-and-Mortar Samenvatting Mark Slijkhuis MSc > Introductie onderzoek Commercieel vertrekpunt Drievoudige onderzoeksdoelstelling Het gerenommeerde Marketing Science
Nadere informatieHet effect van doelstellingen
Het effect van doelstellingen Inleiding Goalsetting of het stellen van doelen is een van de meest populaire motivatietechnieken om de prestatie te bevorderen. In eerste instantie werd er vooral onderzoek
Nadere informatie01/05. Websites Nederland over. Mobile marketing. Whitepaper #03/2013. Mabelie Samuels internet marketeer
01/05 Websites Nederland over Mobile marketing Mabelie Samuels internet marketeer 02/05 Mobile marketing Kunt u zich uw eerste mobiele telefoon nog herinneren? Die van mij was een Motorola, versie onbekend,
Nadere informatieEvaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013
Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.
Nadere informatieVoorwoord. Uitkomsten enquête 19-06-2011
Voorwoord In mijn scriptie De oorlog om ICT-talent heb ik onderzoek gedaan of Het Nieuwe Werken als (gedeeltelijke) oplossing kon dienen voor de aankomende vergrijzing. Hiervoor werd de volgende onderzoeksvraag
Nadere informatieKlantonderzoek: statistiek!
Klantonderzoek: statistiek! Statistiek bij klantonderzoek Om de resultaten van klantonderzoek juist te interpreteren is het belangrijk de juiste analyses uit te voeren. Vaak worden de mogelijkheden van
Nadere informatieLandelijk cliëntervaringsonderzoek
Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3
Nadere informatieThe Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands
The Effectiveness of Community Schools: Evidence from the Netherlands Proefschrift Marieke Heers (gepromoveerd 3 oktober in Maastricht; promotoren prof.dr. W.N.J. Groot en prof.dr. H. Maassen van den Brink)
Nadere informatieOver Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten
1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor
Nadere informatieInformatie over de deelnemers
Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals
Nadere informatieANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN
ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...
Nadere informatieSHIFT HAPPENS. OOK IN EINDHOVEN..
1 SHIFT HAPPENS. OOK IN EINDHOVEN.. JAN-WILLEM JANSSEN 9 JANUARI 2014 2 WAT IS EEN SHIFT? EEN KORTE UITLEG EEN SHIFT IS EEN FUNDAMENTELE GEDRAGSVERANDERING, DIE MEESTAL MOGELIJK WORDT GEMAAKT DOOR INTRODUCTIE
Nadere informatieOperationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)
Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie
Nadere informatieUitgangspunt van het model is de marktpositie van de retailer, uitgedrukt in het marktaandeel.
HET VOORSPELLEN VAN MARKTPOSITIES IN DE FASHION MARKT De wereld van fashion retail is drastisch aan het veranderen. Consumenten geven minder uit aan kleding en schoenen en doen dit vaker online. Nieuwe
Nadere informatieRapportage Ervaringsonderzoek WOT's
Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar
Nadere informatieIn contact met het merk: merkbelevingsmonitor
In contact met het merk: merkbelevingsmonitor Het meten van de effectiviteit van marketing- en communicatie-inspanningen is en blijft een hot issue. Marketing intelligence van KPN ontwikkelde samen met
Nadere informatieSummary in Dutch 179
Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse
Nadere informatieCase 4: Consultancy KC Tennis
Case 4: Consultancy KC Tennis Projectgroep 6 Jordy Bakker Bas Heijnen Bart Janssen 21 april 2015 Arlon Biemans 1 Inhoudsopgave 1. Hoofddoel: Analyse m.b.t. strategie... 3 1.1 Verschillen doelgroep online
Nadere informatieWerkbelevingsonderzoek 2013
Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:
Nadere informatieTHE WEB 3.0 CLOTHING BUYING EXPERIENCE. Masterproef Propositie
THE WEB 3.0 CLOTHING BUYING EXPERIENCE Masterproef Propositie Tom Knevels Communicatie & MultimediaDesign 2011-2012 KERNWOORDEN Online in combinatie met offline kopen, beleving/ervaring, vertrouwen, kledij
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Wereldwijd zijn meer dan 3 miljard mensen afhankelijk van biomassa brandstoffen zoals hout en houtskool om in hun dagelijkse energie behoefte te voorzien. Het gebruik van deze
Nadere informatieTuinHulp.com, Nieuwe Webservice voor Hoveniersbedrijven 2014
Even voorstellen: Mijn naam is Marcel van Leeuwen, ben van oorsprong hovenier, en tuincentrum deskundige. Sinds eind jaren negentig ontwerp en publiceer ik ook websites. Nadat ik ben overgestapt naar Wordpress
Nadere informatieZeven virtuele shophulpjes :27
Zeven virtuele shophulpjes 29-01-2016 11:27 Er is veel online te koop, heel veel. Zo veel, dat je soms door de bomen het bos niet meer ziet. Daarom zijn er steeds meer digitale shopping assistenten, die
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor
Nadere informatieVisuele informatie voor perceptie in bewegingshandelingen
Visuele informatie voor perceptie in bewegingshandelingen Het algemene doel van het in dit proefschrift gepresenteerde onderzoek was om verder inzicht te krijgen in de rol van visuele informatie in bewegingscontrole
Nadere informatieDeterminanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit
SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit
Nadere informatieW H I T E P A P E R I N 5 M I N U T E N J U N I 2 0 1 3. 07. De app in een goede mobiele strategie
W H I T E P A P E R I N 5 M I N U T E N J U N I 2 0 1 3 07. De app in een goede mobiele strategie Introductie We ontwikkelden de afgelopen jaren verschillende consumenten apps. De wens van bedrijven om
Nadere informatie