Minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens *

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens *"

Transcriptie

1 C 290 E/86 Publicatieblad van de Europese Unie NL gelet op artikel 251, lid 5 van het EG-Verdrag, gelet op artikel 65 van zijn Reglement, gezien het verslag van zijn delegatie in het bemiddelingscomité (A6-0026/2006), 1. hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke ontwerptekst; 2. verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 254, lid 1 van het EG-Verdrag te ondertekenen; 3. verzoekt zijn secretaris-generaal het besluit te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie; 4. verzoekt zijn Voorzitter deze wetgevingsresolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie. P6_TA(2006)0053 Minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens (COM(2005)0221 C6-0190/ /0099(CNS)) (Raadplegingsprocedure) Het Europees Parlement, gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2005)0221) ( 1 ), gelet op artikel 37 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0190/2005), gelet op artikel 51 van zijn Reglement, gezien het verslag van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A6-0017/2006), 1. hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement; 2. verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen; 3. verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen; 4. wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie; 5. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie. ( 1 ) Nog niet in het PB gepubliceerd.

2 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 290 E/87 Amendement 1 Overweging 1 bis (nieuw) (1 bis) Om een hoog niveau van dierenwelzijn te bereiken dienen resultaatsverbintenissen te worden vastgelegd. Het scoresysteem voor sterfte en voetzooldermatitis geeft aan of een afdoende niveau van dierenwelzijn is bereikt. Momenteel worden via wetenschappelijk onderzoek andere passende indicatoren ontwikkeld, die in aanmerking moeten worden genomen zodra zij beschikbaar zijn. Amendement 2 Overweging 9 (9) Personen die belast zijn met de zorg voor vleeskuikens moeten op de hoogte zijn van de relevante voorschriften inzake dierenwelzijn en een passende opleiding krijgen om hun taken uit te voeren. (9) Personen die belast zijn met de zorg voor vleeskuikens moeten op de hoogte zijn van de relevante voorschriften inzake dierenwelzijn en een passende opleiding krijgen om hun taken uit te voeren. Ontbreekt een opleiding, dienen de bevoegde instanties na te gaan of de beroepservaring van de betrokken personen voldoende is. Amendement 3 Overweging 10 (10) Bij de vaststelling van voorschriften voor de bescherming van vleeskuikens moet een evenwicht worden gevonden tussen de verschillende aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, namelijk dierenwelzijn en diergezondheid, economische en sociale overwegingen en gevolgen voor het milieu. (10) Bij de vaststelling van voorschriften voor de bescherming van vleeskuikens moet een evenwicht worden gevonden tussen de verschillende aspecten waarmee rekening moet worden gehouden, namelijk dierenwelzijn en diergezondheid, economische en sociale overwegingen en gevolgen voor het milieu. Overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap mogen economische en sociale overwegingen echter geen voorrang hebben boven dierenwelzijn en diergezondheid. Amendement 4 Overweging 12 (12) In verschillende lidstaten bestaan al vrijwillige regelingen voor de etikettering van kippenvlees dat is geproduceerd in overeenstemming met normen inzake dierenwelzijn en andere parameters. (12) In verschillende lidstaten bestaan al vrijwillige regelingen voor de etikettering van kippenvlees dat is geproduceerd in overeenstemming met normen inzake dierenwelzijn en andere parameters. Deze regelingen verdienen krachtige ondersteuning door de producentenorganisaties, de bevoegde instanties in de lidstaten en de Commissie, omdat zij beantwoorden aan een steeds sterkere wens van de consumenten. Als duidelijke informatie wordt verstrekt, kan bij de aankoop een verantwoorde keuze worden gemaakt, hetgeen in het belang van de dierenhouder, de consument en de dieren is. Amendement 5 Overweging 13 (13) In het licht van de ervaring die met dergelijke vrijwillige etiketteringsregelingen is opgedaan, is het wenselijk dat de Commissie een rapport opstelt over de eventuele invoering van een specifieke, geharmoniseerde en verplichte etiketteringsregeling (13) In het licht van de ervaring die met dergelijke vrijwillige etiketteringsregelingen is opgedaan, is het wenselijk dat de Commissie uiterlijk zes maanden na de vaststelling van deze richtlijn een rapport opstelt over de eventuele invoering van een

3 C 290 E/88 Publicatieblad van de Europese Unie NL op communautair niveau voor kippenvlees en producten en bereidingen daarvan, die gebaseerd is op de naleving van de normen inzake dierenwelzijn. In dat rapport moet ook aandacht worden besteed aan de mogelijke sociaal-economische implicaties, de gevolgen voor de economische partners van de Gemeenschap en de overeenstemming van een dergelijke etiketteringsregeling met de regels van de Wereldhandelsorganisatie. specifieke, geharmoniseerde en verplichte etiketteringsregeling op communautair niveau voor kippenvlees en producten en bereidingen daarvan, die gebaseerd is op de naleving van de normen inzake dierenwelzijn. In dat rapport moet ook aandacht worden besteed aan de mogelijke sociaal-economische implicaties, de gevolgen voor de economische partners van de Gemeenschap en de overeenstemming van een dergelijke etiketteringsregeling met de regels van de Wereldhandelsorganisatie. Amendement 6 Overweging 14 (14) Het is wenselijk dat de Commissie op basis van nieuwe wetenschappelijke informatie en rekening houdend met nader onderzoek en praktijkervaring een rapport opstelt om het welzijn van vleeskuikens, inclusief de ouderdieren daarvan, verder te verbeteren, met name op het gebied van aspecten die niet onder deze richtlijn vallen. In dat rapport moet specifiek worden ingegaan op de invloed van genetische parameters op geconstateerde afwijkingen die het welzijn van vleeskuikens ondermijnen. (14) Het is wenselijk dat de Commissie op basis van nieuwe wetenschappelijke informatie en rekening houdend met nader onderzoek en praktijkervaring een rapport opstelt om het welzijn van vleeskuikens, inclusief de ouderdieren daarvan, verder te verbeteren, met name op het gebied van aspecten die niet onder deze richtlijn vallen. In dat rapport moet specifiek worden ingegaan op de invloed van genetische parameters op geconstateerde afwijkingen die het welzijn van vleeskuikens ondermijnen. In het rapport moet tevens worden ingegaan op de kosten die het neutraliseren van de negatieve impact van genetische parameters met zich brengt. Amendement 7 Overweging 14 bis (nieuw) (14 bis) De ontwikkeling van nieuwe technieken voor het meten van het welzijn van vleeskuikens dient te worden gevolgd en het belang van deze technieken moet worden geëvalueerd, ten einde de in aanmerking te nemen parameters duidelijk te definiëren en de kosten van maatregelen tot een minimum te beperken. Amendement 8 Overweging 15 (15) De lidstaten moeten sancties vaststellen voor inbreuken op de bepalingen van deze richtlijn en moeten ervoor zorgen dat deze sancties worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. (15) De sanctieregelingen die gelden voor inbreuken op de bepalingen van deze richtlijn, moeten tussen de lidstaten worden geharmoniseerd en de lidstaten moeten ervoor zorgen dat deze sancties worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig, progressief en afschrikkend zijn. Tevens moeten controles worden uitgevoerd en indien nodig de invoer van vleeskuikens uit derde landen worden verboden indien deze afkomstig zijn uit inrichtingen die niet aan soortgelijke normen inzake het welzijn van vleeskuikens voldoen als die welke in het Gemeenschapsrecht worden vastgesteld. Amendement 9 Overweging 15 bis (nieuw) (15 bis) De Commissie dient in de onderhandelingen binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) het belang van dierenwelzijn krachtig te verdedigen, om een mondiale consensus over dit vraagstuk tot stand te brengen. Een hoog niveau van dierenwelzijn is onmisbaar voor een duurzame landbouw en eerbiediging van het dierenwelzijn moet een volwaardig criterium zijn in het overleg over niet-handelsaspecten (non trade concerns NTC).

4 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 290 E/89 Amendement 10 Overweging 15 ter (nieuw) (15 ter) De Commissie dient een bepaling voor te stellen volgens welke exporteurs die kippenvlees op de Europese markt brengen aan dezelfde vereisten inzake dierenwelzijn moeten voldoen als producenten van binnen de Europese Unie. Amendement 11 Artikel 3, lid 1 1. De lidstaten zorgen ervoor dat de eigenaar of houder de voorschriften van bijlage I naleeft. 1. De lidstaten zorgen ervoor dat de eigenaar of houder de voorschriften van bijlage I naleeft. Bij de beoordeling van de naleving van deze voorschriften door inrichtingen met een hoge hoeveelheid vleeskuikens per vierkante meter nuttige oppervlakte ( bezettingsdichtheid ) en inrichtingen met een lage bezettingsdichtheid wordt rekening gehouden met de verschillende productiestadia, enerzijds, en de verschillende klimatologische omstandigheden en gebruikte methodes, anderzijds. Amendement 12 Artikel 3, lid 2 2. De lidstaten zorgen ervoor dat de hoeveelheid vleeskuikens per vierkante meter nuttige oppervlakte ( bezettingsdichtheid ) in inrichtingen of afzonderlijke eenheden van een inrichting niet meer dan 30 kg levend gewicht bedraagt. 2. De lidstaten zorgen ervoor dat de hoeveelheid vleeskuikens per vierkante meter nuttige oppervlakte ( bezettingsdichtheid ) in inrichtingen of afzonderlijke eenheden van een inrichting niet meer dan 30 kg levend gewicht bedraagt. De maximale bezettingsdichtheid wordt bepaald als gemiddelde van de drie laatste koppels. In geval van nood is een marge van twee dagen toegestaan. De bezettingsdichtheid van een koppel mag echter nooit hoger zijn dan 32 kg levend gewicht. Amendement 13 Artikel 3, lid 3, alinea 1 3. In afwijking van punt 2 kunnen de lidstaten bepalen dat vleeskuikens mogen worden gehouden met een bezettingsdichtheid van maximaal 38 kg levend gewicht in inrichtingen of afzonderlijke eenheden van een inrichting, op voorwaarde dat de eigenaar of houder niet alleen de voorschriften van bijlage I maar ook de voorschriften van bijlage II naleeft. 3. In afwijking van punt 2 kunnen de lidstaten bepalen dat vleeskuikens mogen worden gehouden met een bezettingsdichtheid van maximaal 38 kg levend gewicht in inrichtingen of afzonderlijke eenheden van een inrichting, op voorwaarde dat de eigenaar of houder niet alleen de voorschriften van bijlage I maar ook de voorschriften van bijlage II naleeft. De maximale bezettingsdichtheid wordt bepaald als gemiddelde van de drie laatste koppels. In geval van nood is een marge van twee dagen toegestaan. De bezettingsdichtheid van een koppel mag echter nooit hoger zijn dan 40 kg levend gewicht. Vanaf 1 januari 2013 mag de bezettingsdichtheid niet hoger zijn dan 34 kg levend gewicht. Deze maximale bezettingsdichtheid wordt bepaald als gemiddelde van de drie laatste koppels. In geval van nood is een marge van twee dagen toegestaan. De bezettingsdichtheid van een koppel mag echter nooit hoger zijn dan 36 kg levend gewicht.

5 C 290 E/90 Publicatieblad van de Europese Unie NL Amendement 14 Artikel 3, lid 3, alinea 2, inleidende formule In dat geval zorgen de lidstaten ervoor dat: Het toezicht wordt uitgebreid tot alle inrichtingen die onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen. Ook in inrichtingen met een lagere bezettingsdichtheid moet op het welzijn van vleeskuikens worden toegezien. Een lage bezettingsdichtheid is immers geen garantie voor het welzijn van de dieren, dat door talrijke andere factoren wordt beïnvloed. Er dient derhalve voor te worden gezorgd dat: Amendement 15 Artikel 3, lid 3, alinea 2, letter b) bis (nieuw) b bis) en de kosten voor de officiële inspecties door de bevoegde autoriteit worden gedragen. Amendement 16 Artikel 4, lid 3 3. De lidstaten zorgen ervoor dat er een systeem voor de controle en goedkeuring van de cursussen wordt opgezet. De eigenaar of houder van de vleeskuikens heeft een door de bevoegde autoriteit van de lidstaat erkend certificaat waaruit blijkt dat hij dergelijke cursussen heeft gevolgd of gelijkwaardige ervaring heeft opgedaan. 3. De lidstaten zorgen ervoor dat er een systeem voor de controle en goedkeuring van de cursussen wordt opgezet. De eigenaar of houder van de vleeskuikens heeft een door de bevoegde autoriteit van de lidstaat erkend certificaat, waaruit blijkt dat hij over de nodige bekwaamheid beschikt wat betreft de in bijlage V omschreven aspecten. Amendement 17 Artikel 5, alinea 1 Uiterlijk twee jaar na de vaststelling van deze richtlijn dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een rapport in over de eventuele invoering van een specifieke, geharmoniseerde en verplichte etiketteringsregeling op communautair niveau voor kippenvlees en producten en bereidingen daarvan, die gebaseerd is op de naleving van de normen inzake dierenwelzijn. Uiterlijk zes maanden na de vaststelling van deze richtlijn dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een rapport in over de eventuele invoering van een specifieke, geharmoniseerde en verplichte etiketteringsregeling op communautair niveau voor kippenvlees en producten en bereidingen daarvan, die gebaseerd is op de naleving van de normen inzake dierenwelzijn, met inbegrip van duidelijke informatie over de productienormen en aanduiding van de oorsprong van het product. Op het etiket moet met name de bezettingsdichtheid in de kippenhouderij worden vermeld, evenals de leeftijd van het dier en andere criteria die door de consument als wenselijk worden beschouwd. Amendement 42 Artikel 5 bis (nieuw) Artikel 5 bis Stimulering van zelfregulerend gedrag De Commissie organiseert activiteiten om de EU-importeurs van kippenvlees ervan te overtuigen om van hun leveranciers de naleving van dezelfde voorschriften op het gebied van dierenwelzijn te verlangen.

6 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 290 E/91 Amendement 18 Artikel 6, lid 1, alinea 1 1. Uiterlijk vijf jaar na de vaststelling van deze richtlijn dienen de lidstaten bij de Commissie een samenvatting in van de gegevens die zijn verzameld zoals bepaald in de punten 1 en 2 van bijlage IV. 1. Uiterlijk twee jaar na de vaststelling van deze richtlijn dienen de lidstaten bij de Commissie een samenvatting in van de gegevens die zijn verzameld zoals bepaald in de punten 1 en 2 van bijlage IV. Amendementen 19 en 50 Artikel 6, lid 1, alinea 2 Op basis van die gegevens en een wetenschappelijk advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een rapport in over de invloed van genetische parameters op geconstateerde afwijkingen die het welzijn van vleeskuikens ondermijnen. Dat rapport gaat indien nodig vergezeld van passende wetgevingsvoorstellen. Op basis van een wetenschappelijk advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid dient de Commissie uiterlijk vier jaar na de vaststelling van deze richtlijn bij het Europees Parlement en de Raad een rapport in over de invloed van genetische parameters op geconstateerde afwijkingen en alle andere gezondheidsaspecten die het welzijn van vleeskuikens in kippenhouderijen ondermijnen, alsmede over de teloorgang van de biodiversiteit in de kippenhouderij, met inbegrip van een kosten-batenanalyse van het gebruik van verschillende kippenrassen met betrekking tot diergezondheid, resistentie tegen dierziekten en de noodzaak van het gebruik van biociden en diergeneesmiddelen. Dat rapport wordt uiterlijk 30 maanden na de vaststelling van deze richtlijn ingediend en gaat vergezeld van passende wetgevingsvoorstellen. In deze voorstellen wordt het beginsel geëerbiedigd dat genetische selectie het potentiële welzijn van de dieren niet mag beperken, verminderen of bemoeilijken. Tevens moeten de negatieve gevolgen van eerdere genetische selecties ongedaan worden gemaakt. Amendement 20 Artikel 6, lid 1, alinea 2 bis (nieuw) In het rapport en de wetgevingsvoorstellen wordt zowel aandacht besteed aan de genetica van vleeskuikens als aan de welzijnsomstandigheden waarin de ouderdieren worden gehouden, en komen ook mogelijkheden aan bod zoals het kweken van soorten van een erkend traag groeiend ras, beperkingen op de maximale dagelijkse groei, de invoering van een minimumleeftijd voor het slachten of een verbod op het gebruik van vleeskuikens van ouderdieren die beperkt gevoederd moeten worden. Amendement 21 Artikel 6, lid 2 bis (nieuw) 2 bis. Binnen de twee jaar na de vaststelling van deze richtlijn evalueert de Commissie de gevolgen van de richtlijn voor het welzijn van vleeskuikens en de economische consequenties van de richtlijn in elke lidstaat.

7 C 290 E/92 Publicatieblad van de Europese Unie NL Amendement 22 Artikel 6, lid 2 ter (nieuw) 2 ter. Binnen de vijf jaar na de vaststelling van deze richtlijn dient de Commissie een evaluatierapport in over de optimalisering van de keuze van welzijnsparameters voor vleeskuikens en passende technieken voor het meten van het welzijn, in het bijzonder gedragsparameters en parameters betreffende stofwisselings- en skeletproblemen. In de evaluatie wordt in het belang van de kippenhouder en de consument ingegaan op de wijze van invoering en de kosten van de technieken voor het meten van het welzijn. Binnen zes maanden na publicatie van deze evaluatie worden in voorkomend geval voorstellen ingediend tot aanpassing van de bijlagen bij deze richtlijn. Amendement 23 Artikel 7 De lidstaten stellen de regels vast voor de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de krachtens deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op [1 december 2006] in kennis van die bepalingen en delen eventuele latere wijzigingen daarop zo spoedig mogelijk mee. De lidstaten stellen de regels vast voor de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de krachtens deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. Met uitzondering van aperte gevallen van verwaarlozing of mishandeling die onmiddellijk optreden vereisen, zijn de sancties gradueel van aard. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op [1 december 2006] in kennis van die bepalingen en delen eventuele latere wijzigingen daarop zo spoedig mogelijk mee. Amendement 55 Bijlage I, punt 2 2. De vleeskuikens moeten permanent bij het voer kunnen; het voer mag niet meer dan 12 uur vóór de geplande slachttijd bij de vleeskuikens worden weggenomen. 2. De vleeskuikens moeten permanent bij het voer kunnen of op vaste tijdstippen worden gevoederd; het voer mag niet meer dan 12 uur vóór de geplande slachttijd bij de vleeskuikens worden weggenomen. Amendement 56 Bijlage I, punt 3, alinea 1 bis (nieuw) Nadat een gebouw is ontruimd, moet al het strooisel worden verwijderd en moet de inrichting afdoende worden schoongemaakt (gereinigd en ontsmet). Nieuwe vleeskuikens moeten nieuw strooisel krijgen. Amendement 25 Bijlage I, subtitel en punt 4 Ventilatie en verwarming 4. De ventilatie moet voldoende zijn om oververhitting te voorkomen en, indien nodig in combinatie met verwarmingssystemen, vocht te verwijderen. Ventilatie-, verwarmings- en koelsystemen 4. Bij de vaststelling van de vereisten inzake ventilatie en verwarming wordt rekening gehouden met het productiestadium, de klimatologische omstandigheden en de gebruikte methode.

8 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 290 E/93 De eigenaar of houder garandeert dat elke eenheid van een inrichting is uitgerust met ventilatie-, koel- en verwarmingssystemen die zo zijn ontworpen en gebouwd en zo functioneren dat: a) de NH 3 -concentratie niet hoger is dan 20 ppm en de CO 2 - concentratie niet hoger is dan ppm, gemeten ter hoogte van de kop van de vleeskuikens; b) de ventilatie voldoende is om oververhitting te voorkomen en, indien nodig in combinatie met verwarmingssystemen, vocht te verwijderen; c) de binnentemperatuur de buitentemperatuur met niet meer dan 3 C overschrijdt wanneer het buiten in de schaduw warmer is dan 30 C; d) de relatieve vochtigheid in de eenheid van de inrichting niet hoger is dan 70 % wanneer de buitentemperatuur minder dan 10 C bedraagt. De inspectie van het ventilatie-, het koel- en het verwarmingssysteem vindt plaats met de regelmaat die is aangegeven in de documentatie die vereist is krachtens bijlage II, punt 2. Amendement 26 Bijlage I, punt 6 6. In alle gebouwen moet de lichtintensiteit tijdens de lichtperiode op de hele vloer ten minste 20 lux bedragen, gemeten op ooghoogte van de dieren. Een tijdelijke vermindering van het verlichtingsniveau is toegestaan als dat volgens de dierenarts noodzakelijk is. 6. Alle gebouwen moeten uitgerust zijn met flikkervrije lichtbronnen. Tijdens de lichtperiode moet de lichtintensiteit op de hele vloer ten minste 50 lux bedragen, gemeten op ooghoogte van de dieren. Een tijdelijke vermindering van het verlichtingsniveau is toegestaan als dat volgens de dierenarts noodzakelijk is. Amendement 27 Bijlage I, punt 7 7. Binnen drie dagen nadat de vleeskuikens in het gebouw zijn geplaatst tot drie dagen vóór de geplande slachttijd moet de verlichting een 24-uurschema volgen en donkerperiodes omvatten die in totaal ten minste acht uur duren, met ten minste één ononderbroken donkerperiode van ten minste vier uur. 7. Binnen zeven dagen nadat de vleeskuikens in het gebouw zijn geplaatst tot drie dagen vóór de geplande slachttijd moet de verlichting een 24-uurschema volgen en donkerperiodes omvatten die in totaal ten minste zes uur duren, met ten minste één ononderbroken donkerperiode van ten minste vier uur. Amendement 28 Bijlage I, punt 8 8. Alle vleeskuikens die in de inrichting worden gehouden, moeten ten minste tweemaal per dag worden geïnspecteerd. De houder moet een procedure opstellen waarbij de persoon die de inspectie uitvoert alle vleeskuikens op maximaal drie meter passeert. 8. Alle vleeskuikens die in de inrichting worden gehouden, moeten ten minste tweemaal per dag worden geïnspecteerd, of, wanneer de inrichting is uitgerust met een geavanceerd monitoringsysteem (computergestuurd cameratoezicht) waarin een verscheidenheid aan gedrags- en gezondheidsparameters in aanmerking wordt genomen, ten minste eenmaal per dag. Er dient in het bijzonder te worden gelet op symptomen die duiden op een verminderd welzijn van de dieren (met inbegrip van de diergezondheid). Zo nodig dient contact te worden opgenomen met een dierenarts.

9 C 290 E/94 Publicatieblad van de Europese Unie NL Amendement 29 Bijlage I, punt 9 bis (nieuw) 9 bis. De bevoegde autoriteit voert ten minste eens per jaar een inspectie uit. Amendement 60 Bijlage I, punt De delen van gebouwen, uitrusting of gereedschap die met de vleeskuikens in contact komen, moeten na elke ontruiming grondig worden gereinigd en ontsmet vóór nieuwe dieren in de eenheid worden binnengebracht. 10. De delen van gebouwen, uitrusting of gereedschap die met de vleeskuikens in contact komen, moeten na elke ontruiming grondig worden gereinigd en ontsmet vóór nieuwe dieren in de eenheid worden binnengebracht. All in/all out-systemen, waarbij de eenheid tussen opeenvolgende groepen dieren wordt schoongemaakt, worden ten zeerste aanbevolen. Amendement 30 Bijlage I, punt 11, letter b) b) de oorsprong van de vleeskuikens; b) de oorsprong en het ras van de vleeskuikens; Amendement 31 Bijlage I, punt 12, alinea 2 Om pikkerij en kannibalisme te voorkomen, kunnen de lidstaten echter het inkorten van snavels toestaan bij vleeskuikens jonger dan tien dagen, mits dat uitgevoerd wordt door gekwalificeerd personeel. Bovendien kunnen lidstaten castratie van mannelijke vleeskuikens toestaan. Castratie mag uitsluitend onder toezicht van een dierenarts worden uitgevoerd door personeel dat een specifieke, door de bevoegde autoriteit erkende opleiding heeft gekregen. Schrappen. Amendement 32 Bijlage II, punt 3 Voorschriften voor de inrichtingen en het personeel Schrappen. 3. De eigenaar of houder garandeert dat elke eenheid van een inrichting is uitgerust met ventilatie-, koel- en verwarmingssystemen die zo zijn ontworpen en gebouwd en zo functioneren dat a) de NH 3 -concentratie niet hoger is dan 20 ppm en de CO 2 - concentratie niet hoger is dan ppm, gemeten ter hoogte van de kop van de vleeskuikens; b) de binnentemperatuur de buitentemperatuur met niet meer dan 3 C overschrijdt wanneer het buiten in de schaduw warmer is dan 30 C; c) de relatieve vochtigheid in de eenheid van de inrichting niet hoger is dan 70 % wanneer de buitentemperatuur minder dan 10 C bedraagt. De inspectie van het ventilatie-, het koel- en het verwarmingssysteem vindt plaats met de regelmaat die is aangegeven in de documentatie die vereist is krachtens punt 2, onder c).

10 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 290 E/95 Amendement 33 Bijlage III, punt 1, inleidende formule 1. De bevoegde autoriteit voert inspecties uit om de volgende elementen te controleren: 1. De bevoegde autoriteit voert in alle inrichtingen met vleeskuikens (lagere en hogere bezettingsdichtheid) ten minste één jaarlijkse inspectie in de vorm van een niet aangekondigde steekproef uit om de volgende elementen te controleren: Amendement 34 Bijlage III, punt 2 Wanneer bij een inspectie blijkt dat de voorschriften van bijlage II niet zijn nageleefd of bij ontvangst van een kennisgeving krachtens punt 3 van bijlage IV met de melding van een ernstige tekortkoming of de tweede kennisgeving van een tekortkoming die voor dezelfde inrichting al eerder werd gemeld, kan de bevoegde autoriteit bovendien een vermindering van de maximale bezettingsdichtheid in de desbetreffende inrichtingen of eenheden van inrichtingen opleggen tot een niveau waarmee de tekortkoming wordt hersteld, normaliter tot een bezettingsdichtheid van 30 tot 38 kg levend gewicht. De bevoegde autoriteit deelt de eigenaar of houder de beslissing mee, en met name het tijdstip waarop de vermindering van de bezettingsdichtheid ingaat. De bevoegde autoriteit kan evenwel een vermindering van de maximale bezettingsdichtheid in de desbetreffende inrichtingen of eenheden van inrichtingen opleggen tot een niveau waarmee de tekortkoming wordt hersteld. De omvang van de vermindering berust op het gemiddelde van de bij drie opeenvolgende koppels uitgevoerde tellingen van de sterfte en de gevallen van voetzooldermatitis overeenkomstig de bepalingen in bijlage IV, punten 3 en 4. Voor de aantallen afwijkingen in een koppel moeten drie categorieën worden gehanteerd: Categorie 1: geen of weinig afwijkingen (van 0 tot een derde op de overeenkomstig bijlage IV, punten 3 en 4 opgestelde schaal). In dit geval geldt alleen het in de eerste alinea van dit punt vermelde vereiste. Categorie 2: een matig aantal afwijkingen (van een derde tot twee derde op de overeenkomstig bijlage IV, punten 3 en 4 opgestelde schaal). Indien het op de constatering volgende koppel geen verbetering te zien geeft die een terugkeer naar categorie 1 mogelijk maakt, wordt de pluimveehouder ertoe verplicht de maximale bezettingsdichtheid voor het volgende koppel met 1 kg/m 2 te verminderen. Deze vermindering blijft gehandhaafd, zolang de score van de pluimveehouderij niet terug is op het voor categorie 1 bepaalde niveau. Categorie 3: een groot aantal afwijkingen (van twee derde tot het maximum op de overeenkomstig bijlage IV, punten 3 en 4 opgestelde schaal). De pluimveehouder wordt ertoe verplicht de maximale bezettingsdichtheid voor het op de constatering volgende koppel met 1 kg/m 2 te verminderen. Indien de houder niet overeenkomstig bijlage III, punt 3, om herziening heeft verzocht, moet tussen de 90e en de 120e dag na de tenuitvoerlegging van de in bovenstaande alinea bedoelde vermindering een nieuwe inspectie plaatsvinden. Indien de situatie niet is verbeterd, wordt een bijkomende vermindering met 1 kg/m 2 toegepast. Deze procedure wordt herhaald zolang de score van de pluimveehouderij niet terug is op het voor categorie 1 bepaalde niveau. De bevoegde autoriteit deelt de eigenaar of houder de beslissing mee, en met name het tijdstip waarop de vermindering van de bezettingsdichtheid ingaat.

11 C 290 E/96 Publicatieblad van de Europese Unie NL Amendement 35 Bijlage III, punt 3 3. De eigenaar of houder van de inrichting kan om een herziening van de in punt 2 genoemde opgelegde vermindering van de maximale bezettingsdichtheid verzoeken op voorwaarde dat a) de twee vorige koppels aan de in punt 3 van bijlage IV genoemde grenswaarden voldeden; en b) de dierenarts van de inrichting in kwestie een positief advies over het verzoek heeft gegeven. 3. Op verzoek van de eigenaar of houder van de inrichting wordt de in punt 2 genoemde opgelegde vermindering van de maximale bezettingsdichtheid door de bevoegde autoriteit met onmiddellijke ingang volledig opgeheven op voorwaarde dat a) het vorige koppel aan de in punt 3 van bijlage IV genoemde grenswaarden voldeed; en b) de dierenarts van de inrichting in kwestie een positief advies over het verzoek heeft gegeven. De bevoegde autoriteit beslist over het verzoek op basis van een inspectie van de inrichting, inclusief een beoordeling van de overeenkomstig de punten 1 en 2 van bijlage II ingediende documentatie. Amendement 36 Bijlage IV, punt 1, alinea 1 1. In het slachthuis wordt een representatief monster van ten minste 200 vleeskuikens van elke zending onder toezicht van de officiële dierenarts onderzocht op voetzooldermatitis, waarbij overeenkomstig punt 4 scores worden gegeven. 1. In het slachthuis wordt een representatief monster van 100 vleeskuikens van elke zending onder toezicht van de officiële dierenarts onderzocht op voetzooldermatitis, waarbij overeenkomstig punt 4 scores worden gegeven. Amendement 37 Bijlage IV, punt 4, alinea 2 bis (nieuw) Er worden door de Commissie gedetailleerde schriftelijke beschrijvingen, aangevuld met foto's van verwondingen in groep 1 en 2, opgesteld om in heel de Europese Unie tot een uniforme classificatie te komen. Amendement 38 Bijlage IV, punt 4, alinea 2 ter (nieuw) Er wordt een overgangsperiode van ten minste twee jaar toegestaan voor de toepassing van de beoordeling en het scoresysteem met betrekking tot voetzooldermatitis. Amendement 39 Bijlage V, letter b) b) de fysiologie, met name de drink- en voederbehoeften, diergedrag en het begrip stress; b) de fysiologie, met name de drink- en voederbehoeften, diergedrag, inclusief tekenen van normaal gedrag, abnormaal gedrag en angst, en het begrip stress;

12 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 290 E/97 Amendement 40 Bijlage V, letter c) c) de praktische aspecten van de omgang met vleeskuikens, inclusief het vangen en transporteren; c) de praktische aspecten van de zorgzame omgang met vleeskuikens, inclusief het vangen en transporteren; Amendement 41 Bijlage V, letter d) d) eerste hulp voor vleeskuikens, noodslachten en doden. d) herkenning van ziektesymptomen en passende behandeling, eerste hulp voor vleeskuikens, noodslachten en doden. P6_TA(2006)0054 Hervorming staatssteunbeleid Resolutie van het Europees Parlement over de hervorming van het staatssteunbeleid (2005/2165(INI)) Het Europees Parlement, gezien het raadplegingsdocument van de Commissie Actieplan staatssteun Minder en beter gerichte staatssteun: een routekaart voor de hervorming van het staatssteunbeleid ( ) (actieplan staatssteun) (COM(2005)0107), gezien de mededeling van de Commissie Raadplegingsdocument inzake staatssteun voor innovatie (COM(2005)0436), gezien Beschikking 2005/842/EG van de Commissie van 28 november 2005 betreffende de toepassing van artikel 86, lid 2 van het Verdrag op staatssteun in de vorm van compensaties voor de openbare dienst die wordt toegekend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen ( 1 ), gezien Richtlijn 2005/81/EG van de Commissie van 28 november 2005 tot wijziging van Richtlijn 80/723/EEG betreffende de doorzichtigheid in de financiële betrekkingen tussen lidstaten en openbare bedrijven en de financiële doorzichtigheid bij bepaalde bedrijven ( 2 ), gezien het werkdocument van de Commissie over een communautaire kaderregeling inzake staatssteun in de vorm van compensaties voor de openbare dienst, in de versie zoals ter advies aan het Parlement voorgelegd op 8 september 2004, gezien de ontwerpmededeling van de Commissie van 21 december 2005 Richtsnoeren voor regionale steun van de lidstaten in de periode , gezien de doelstellingen van de strategie van Lissabon, gezien de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Barcelona van 15 en 16 maart 2002 en van de Europese Raad van Göteborg van 15 en 16 juni 2001, met name de bepalingen op grond waarvan de lidstaten zijn overeengekomen het niveau van de staatssteun in de EU te verlagen en deze te richten op horizontale doelstellingen van gemeenschappelijk belang, gelet op de artikelen 2, 5, 16, 73, 86, 87 en 88 van het EG-Verdrag, ( 1 ) PB L 312 van , blz. 67. ( 2 ) PB L 312 van , blz. 47.