Hoe verhoudt de Nederlandse regelgeving met betrekking tot longstay TBS zich met artikel 5 EVRM?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoe verhoudt de Nederlandse regelgeving met betrekking tot longstay TBS zich met artikel 5 EVRM?"

Transcriptie

1 Hoe verhoudt de Nederlandse regelgeving met betrekking tot longstay TBS zich met artikel 5 EVRM? Sabine Loopik ANR Universiteit van Tilburg Master Rechtsgeleerdheid, accent strafrecht Datum: 12 maart 2010, 16.00u 17.00u Begeleidsters: Mevrouw mr. S.B.G. Kierkels Mevrouw mr. S.R.B. Walther

2 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave 2 Lijst met afkortingen 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1 TBS en de longstay-afdeling De maatregel TBS De geschiedenis van de maatregel De voorwaarden voor het opleggen van een TBS-maatregel Gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens Veiligheid van anderen dan wel algemene veiligheid van personen of goederen Delicten Verschillende vormen van TBS TBS met dwangverpleging TBS met voorwaarden Duur, verlenging en beëindiging van de TBS De longstay-afdeling De criteria voor plaatsing op een longstay-afdeling De longstay TBS in cijfers 20 Hoofdstuk 2 De eisen van art 5 EVRM aan nationale wetgeving Artikel 5 EVRM Beperking van persoonlijke vrijheid Law Court Lawful detention Artikel 5 lid 4 EVRM; beroep op de rechter Lawfulness Court Speedily 29 2

3 Hoofdstuk 3 Jurisprudentie inzake de TBS regeling en artikel 5 EVRM De beroepscommissie van de RSJ Jurisprudentie Conclusie De Nederlandse rechter Jurisprudentie Conclusie Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens Jurisprudentie Conclusie 50 Hoofdstuk 4 Conclusie en aanbevelingen 51 Literatuurlijst 58 3

4 Lijst met afkortingen Bvt EVRM GGz Hof IDFA ITZ LAP lfz MI OM PBC RSJ Sr Sv TBR TBS TBSa WBOPZ WODC Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens Geestelijke Gezondheidszorg Europees Hof voor de Rechten van de Mens International Documentary Film Festival Amsterdam Afdeling Individuele TBS-Zaken van het Ministerie van Justitie Landelijke Adviescommissie Plaatsing longstay forensische zorg Dr. F.S. Meijers Instituut Openbaar Ministerie Pieter Baan Centrum Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming Wetboek van Strafrecht Wetboek van Strafvordering Ter Beschikking van de Regering Terbeschikkingstelling Ter beschikking stelling met aanwijzingen Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen Wetenschappelijke Onderzoek- en Documentatiecentrum 4

5 Inleiding De strafrechtelijke maatregel TBS is regelmatig in het nieuws, en vaak op negatieve wijze. Het is meer dan eens voorgekomen dat een TBS er zich tijdens zijn verlof ontrokken heeft aan zijn begeleider en een strafbaar feit heeft gepleegd. Een voorbeeld hiervan is de ontsnapte TBS er Satyanand B. die zich tijdens zijn ontsnapping in 2006 binnen 11 uur schuldig maakte aan verkrachting, diefstal met geweld en poging tot doodslag. Mijn interesse voor TBS is ontstaan tijdens een opdracht die ik gemaakt heb in het kader van het vak Strafrecht en Mensenrechten. In deze opdracht stond de longstay TBS in verhouding met het recht op vrijheid en veiligheid van artikel 5 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna EVRM) centraal. Uit deze opdracht bleek dat de longstay TBS zoals deze in Nederland geregeld is, niet vanzelfsprekend in overeenstemming is met artikel 5 van het EVRM. Een TBS er die na twee behandelpogingen in twee verschillende inrichtingen nog steeds als delictgevaarlijk voor de maatschappij beschouwd wordt, loopt de kans op een longstayafdeling geplaatst te worden. Een plaatsing op deze afdeling houdt in dat er geen tot weinig resocialiserende activiteiten meer ondernomen worden, maar dat er gewerkt wordt aan een leven binnen de inrichting en stabilisatie van de psychische stoornis. De mogelijkheid bestaat dat de TBS er levenslang in een inrichting zal verblijven en daar zelfs zal sterven. Omdat Europese regelgeving steeds meer van belang is voor onze nationale wetgeving is het van belang om te onderzoeken of onze regelgeving voldoet aan de eisen die het EVRM stelt aan nationale wetgeving. Ik heb voor artikel 5 van het EVRM gekozen omdat dit artikel gaat over het recht op vrijheid en veiligheid. Indien deze vrijheid rechtmatig beperkt wordt door detentie, moet een gedetineerde de mogelijkheid hebben om de rechtmatigheid van de opgelegde vrijheidsbeneming te laten toetsen door een court. In het kader van mijn onderzoek moet een TBS-gestelde die verblijft op een longstay-afdeling de rechtmatigheid van dit verblijf kunnen laten toetsen door een court. De toetsende instantie dient niet alleen het nationale, maar ook het internationale recht te betrekken bij zijn onderzoek. Artikel 3 EVRM, het verbod op foltering en onmenselijke behandeling, zou eventueel ook betrekking kunnen hebben op het verblijf in een longstay-afdeling. Dit is echter een geheel andere problematiek, daarom zal ik dit artikel niet betrekken bij mijn onderzoek. 5

6 Om de longstay TBS te onderzoeken heb ik de volgende centrale onderzoeksvraag opgesteld: Hoe verhoudt de Nederlandse regelgeving met betrekking tot longstay TBS zich met artikel 5 van het EVRM? Deze centrale onderzoeksvraag heb ik opgedeeld in subonderdelen en verdeeld over vier hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk van deze scriptie zal ik de nationale TBS-regeling uiteen zetten door eerst een beschrijving te geven van de maatregel TBS in het algemeen. Ik zal de relevante vormen van TBS beschrijven en de duur, verlenging en beëindiging van TBS bespreken. Vervolgens zal ik de procedure beschrijven die gevolgd moet worden om een TBS er op een longstay-afdeling te kunnen plaatsen. In het tweede hoofdstuk zal ik aan de hand van literatuur onderzoeken wat artikel 5 EVRM inhoudt, welke eisen het stelt aan nationale wetgeving en hoe dit artikel uitgelegd wordt. In hoofdstuk drie zal ik vervolgens nationale en internationale jurisprudentie onderzoeken, die relevant is voor mijn onderzoeksvraag. In het laatste hoofdstuk van deze scriptie zal ik een conclusie trekken uit mijn onderzoek en mijn centrale onderzoeksvraag beantwoorden. Tevens zal ik in dit hoofdstuk aanbevelingen doen om (mogelijke) strijdigheden met artikel 5 EVRM op te lossen. Dit onderzoek is wetenschappelijk en maatschappelijk relevant omdat vaak alleen naar de beveiliging van de maatschappij wordt gekeken als het om TBS gaat, en niet naar de rechtspositie van de TBS er. Er is dan ook veel meer literatuur te vinden die TBS bekijkt vanuit het perspectief dat de maatschappij beschermd dient te worden tegen deze mensen, dan literatuur waarin de rechtspositie van de TBS er onderwerp van onderzoek is. Om meer begrip te krijgen voor de TBS er, is het noodzakelijk om ook eens vanuit zijn rechtspositie naar de TBS te kijken. Dit is recentelijk gedaan door Meral Uslu en Maria Mok die een documentaire hebben gemaakt over de longstay-tbs, die op het IDFA-festival in november 2009 in première is gegaan. In deze documentaire wordt er gekeken naar de mens in de TBS, en niet het monster in de TBS, zoals de samenleving hen vaak ziet. 6

7 Hoofdstuk 1 TBS en de longstay-afdeling 1.1 De maatregel TBS Het Nederlandse sanctiestelsel bestaat uit straffen en maatregelen. Het verschil tussen deze twee is het doel waarmee ze opgelegd worden. Het doel van een straf is het vergelden van schuld en leedtoevoeging voor de gepleegde strafbare feiten. De opgelegde straf moet proportioneel zijn in verhouding tot de gepleegde feiten. Maatregelen worden niet opgelegd met het doel van vergelding en leedtoevoeging, zij worden opgelegd omdat het belang van een veilige samenleving zwaarder weegt dan het belang van de gedetineerde om vrij te zijn. De maatregel behoeft niet proportioneel te zijn in verhouding met de gepleegde feiten, omdat de maatregel niet wordt gelimiteerd door schuld. 1 De huidige TBS-maatregel is in werking getreden op 1 september Om de maatregel goed te kunnen begrijpen, is het noodzakelijk om eerst naar de geschiedenis te kijken. Hieronder zal het ontstaan van de TBR-maatregel besproken worden en hoe de TBRmaatregel zich ontwikkeld heeft tot onze huidige TBS-maatregel De geschiedenis van de TBR-maatregel Het Nederlandse Wetboek van Strafrecht (hierna Sr) uit 1886 telde slechte één maatregel voor volwassenen, namelijk de strafrechtelijke plaatsing in een krankzinnigengesticht. 2 Deze maatregel kon voor maximaal 1 jaar worden opgelegd. Het sanctiestelsel was in deze tijd erg eenvoudig omdat men van menig was dat dit de vergelijkbaarheid ten goede zou komen en er hierdoor een sanctie kon worden opgelegd die in verhouding met het gepleegde strafbare feit was. De wetgever van 1886 was de mening toegedaan dat een dader toerekeningsvatbaar was of niet, er was geen tussenvorm mogelijk. Deze maatregel kon dan ook alleen opgelegd worden als de dader geheel ontoerekeningsvatbaar was. Daders die verminderd toerekeningsvatbaar waren kwamen niet in een krankzinnigengesticht, echter bij deze daders werd rekening gehouden met hun verminderde toerekeningsvatbaarheid in de strafmaat. 1 Muller & Vegter 2009, p Hofstee 2003, p. 1. 7

8 Al snel na de invoering van het eenvoudige sanctiestelsel van 1886 werd duidelijk dat de maatregel niet voldoende was voor daders met psychische problemen. 3 De maatregel was opgesteld naar de leer van de klassieke richting 4, de strafmaat stond centraal en was maximaal één jaar. De moderne richting 5 was van mening dat het sanctiepakket uitgebreid moest worden. Niet langer stond de strafmaat centraal bij het bepalen van de duur van de maatregel, maar het gevaar dat van een dader uitging. Omdat de duur van de gevaarlijkheid van een dader moeilijk in te schatten is, wilde de nieuwe richting een maatregel waarbij de duur van tevoren niet vast staat. De maatregel zal pas beëindigd worden als er geen gevaar meer uitgaat van de dader. In november 1928 werd de nieuwe maatregel TBR ingevoerd. Deze maatregel kon zowel op ontoerekeningsvatbare als verminderd toerekeningsvatbare daders worden toegepast. 6 De nieuwe maatregel had twee doelen; ten eerste diende de maatregel TBR de maatschappij te beschermen tegen de gestoorde dader. Daarnaast was de TBR gericht op de resocialisatie van de dader, zodat deze uiteindelijk na behandeling terug kon keren in de maatschappij. De maatregel moest wel gezien worden als een ultimum remedium, als er een minder ingrijpende mogelijkheid was om het gewenste resultaat te bereiken, moest deze opgelegd worden. De TBR kon in twee vormen worden opgelegd, namelijk in de voorwaardelijke en onvoorwaardelijke variant. De voorwaardelijke TBR kon bij bepaalde delicten opgelegd worden indien er sprake was van een psychische stoornis, die bestond op het moment dat het strafbare feit gepleegd werd. De algemene voorwaarde voor de voorwaardelijke TBR hield in dat de dader zich binnen zijn proeftijd niet schuldig mocht maken aan nieuwe strafbare feiten. Naast deze algemene voorwaarde kon de rechter ook nog bijzondere voorwaarden opleggen, zoals het voldoen van een schadevergoeding of het volgen van een behandeling voor de aandoening. Voordat de onvoorwaardelijke TBR opgelegd kon worden, moest er voldaan zijn aan een aantal criteria. Ten eerste moest er sprake zijn van een psychische stoornis, die bestond op het moment dat het strafbare feit gepleegd werd. Ten tweede kon de maatregel TBR slechts opgelegd worden bij bepaalde delicten. De laatste voorwaarde was dat de oplegging van de 3 Hofstee 2003, p De klassieke richting beoogt met het strafrecht de burger te beschermen tegen een te grote willekeur van de overheid, hoe meer er vastgelegd is in de wet, hoe meer rechtszekerheid de burger heeft. 5 De moderne richting legt meer de nadruk op het beschermen van de maatschappij tegen criminaliteit. 6 Hofstee 2003, p. 7. 8

9 TBR in het belang van de openbare orde moest zijn. Deze voorwaarde stond in de zogenaamde Stopwet en werd in 1933 aan artikel 37a Sr toegevoegd omdat de Nederlandse rechter zeer veelvuldig gebruik maakte van de nieuwe maatregel TBR. Binnen vijf jaar na de invoering van de maatregel waren alle beschikbare plaatsen bezet 7, en ontstond er een passantenproblematiek. De Stopwet voldeed aan zijn doel, namelijk het verminderen van het aantal TBR-gestelden. Een bijkomend effect was echter wel dat de daders die nog wel TBR opgelegd kregen, behoorden tot de categorie zware gevallen bestaande uit gewelds- en zedendelinquenten. Gevolg hiervan was dat de inrichtingen beter beveiligd moesten worden, de behandelingen aangepast moesten worden aan de zwaardere problematiek en een TBR-gestelde gemiddeld langer in de inrichting verbleef. Om de doorstroom toch op gang te houden, werden TBR-gestelden soms eerder ontslagen uit de inrichting dan verantwoord was. Het gevolg hiervan was dat de recidive weer omhoog ging en de rechterlijke macht het vertrouwen in de TBR-maatregel verloor. De Stopwet werd in 1947 weer ingetrokken 8 en het aantal TBS-gestelden nam weer toe, er ontstond wederom een capaciteitsprobleem en het aantal passanten nam weer toe. Rond 1950 ontstond de Utrechtse school. Deze stroming heeft een nieuwe manier ontwikkeld om mensen te beoordelen op hun gedrag. Tot dan toe bekeek Justitie en de Psychiatrie altijd van buitenaf naar een dader. De Utrechtse school was meer geïnteresseerd in hoe daders zelf dachten over hun situatie. Belangrijke namen uit deze stroming zijn Willem Pompe, Gerrit Kempe en Pieter Baan. Zij ontwikkelden samen ideeën en brachten deze vervolgens in de praktijk. Een belangrijk resultaat van een van deze ontwikkelingen dat nog steeds bestaat is het Pieter Baan Centrum (hierna PBC), waar een verdachte geobserveerd kan worden teneinde de rechter een advies te geven inzake de geestelijke gesteldheid van de verdachte. Door een wetswijziging in 1988 veranderde de TBR in de TBS. Een van de grootste veranderingen was het aantal delicten waarvoor TBS opgelegd kon worden. Voortaan was TBS alleen een mogelijkheid indien op het strafbare feit een strafbedreiging van vier jaar gevangenisstraf of meer stond. 7 Feldbrugge 2007, p Hofstee 2003, p

10 1.2 De voorwaarden voor het opleggen van een TBS-maatregel De maatregel TBS kan niet zondermeer worden opgelegd. Artikel 37a Sr stelt drie eisen, wetende een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens tijdens het begaan van het feit, gevaar voor de veiligheid van anderen dan wel de algemene vrijheid van personen of goederen en het strafbare feit moet bedreigd zijn met een gevangenisstraf van vier jaar of meer dan wel behoren tot de artikelen genoemd in artikel 37a lid 1 sub 1 Sr. Deze drie eisen zullen hieronder apart behandeld worden Gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens Om te kunnen bepalen of iemand een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens had tijdens het begaan van het strafbare feit, moet eerst duidelijk zijn wat precies verstaan wordt onder een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens. In kamerstukken van wordt voor een omschrijving van deze begrippen verwezen naar de Memorie van Antwoord inzake de vervanging van de krankzinnigenwet uit 1884 door de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen 10 (hierna WBOPZ). In deze kamerstukken staat dat onder een gebrekkige ontwikkeling wordt verstaan: de uit een aanlegstoornis of beschadiging van de hersenen voortvloeiende diepere vorm van zwakzinnigheid: idiotie en imbecillitas mentis. Het gaat hier om een aangeboren of op zeer jeugdige leeftijd verworven ernstige belemmeringen in de ontwikkeling van de geestvermogens. Onder een ziekelijke stoornis wordt verstaan: als de geestvermogens na een kortere of langere periode van ontwikkeling tijdelijk of blijvend gestoord raken. Hier moge worden herhaald dat altijd biologische, psychische en sociale factoren zij het in onderling wisselende mate een rol bij het ontstaan en het voortduren van de stoornis kunnen spelen. Er moet wel rekening gehouden worden met het feit dat deze omschrijvingen opgesteld zijn voor de WBOPZ, waar de psychische aandoening meer centraal staat dan het gevaar dat uitgaat van een dader. Echter deze omschrijvingen zijn duidelijk genoeg om ook voor de TBS van toepassing te kunnen zijn. 9 Kamerstukken II 1980/ , nr. 5, p Kamerstukken II 1979/ , nr. 12, p

11 Een ander punt dat van belang is bij deze voorwaarde, is de daadwerkelijke vaststelling van de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Niet alle verdachten zijn bereid om mee te werken aan een onderzoek naar hun geestvermogens. Betekent dit dat een weigerende observandus de maatregel TBS niet opgelegd kan krijgen? Uit jurisprudentie van de Hoge Raad 11 blijkt dat de maatregel TBS niet opgelegd kan worden indien de rechter niet vast kan stellen dat de verdachte ten tijde van het begaan van het strafbare feit, een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens had. Dit is immers één van de voorwaarden voor de oplegging van TBS. Toch is het mogelijk om de maatregel TBS op te leggen als een verdachte weigert mee te werken aan het onderzoek. Ten eerste is het mogelijk om een rapport op te maken omtrent de redenen van verdachte om niet mee te werken aan een onderzoek. 12 De weigering op zich kan al een beeld geven van de geestvermogens van de verdachte en voldoende zijn voor het opstellen van een rapport. De wet vereist niet dat een verdachte zijn medewerking heeft verleend aan een dergelijk rapport. Ten tweede kan de rechter gebruik maken van rapportages die ouder zijn dan een jaar inzake de verdachte indien het niet mogelijk is een recente rapportage te gebruiken in verband met de weigering tot medewerking van de verdachte. De maatregel TBS kan dus wel opgelegd worden als de verdachte weigert mee te werken aan een onderzoek naar zijn geestvermogens, echter er moet voor de rechter wel vast staan dát de verdachte een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens had ten tijde van het begaan van het strafbare feit en dat deze gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens in causaal verband staat met het gepleegde strafbare feit Veiligheid van anderen dan wel algemene veiligheid van personen of goederen De tweede voorwaarde voor het opleggen van de maatregel TBS is dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen dit vereist, ook wel het gevaarscriterium genoemd. Op het eerste gezicht is het misschien vreemd dat de veiligheid van goederen genoemd wordt in dit artikel. De wetgever heeft dit gedaan om bewijstechnische problemen te voorkomen, indien het gevaar voor personen niet te onderscheiden is van het gevaar voor goederen HR 9 januari 2001, NJ 2001, 112, r.o Kamerstukken II 1992/ , nr. 3, p Kamerstukken II 1982/ , nr. 10, p

12 Het is immers goed denkbaar dat een misdrijf gericht op goederen escaleert en vervolgens ook een misdrijf tegen personen wordt, zoals brandstichting. Over de veiligheid van de dader zelf wordt niet gesproken in dit artikel. Dit komt omdat het gevaar voor zichzelf niet onder artikel 37a Sr valt, maar onder artikel 37 Sr. Krachtens dit artikel kan een dader die een gevaar vormt voor zichzelf voor de termijn van een jaar geplaatst worden in een psychiatrisch ziekenhuis. Omdat artikel 37 Sr en het gevaar voor zichzelf niet onder het bereik van deze scriptie vallen, zullen deze onderwerpen niet verder besproken worden. Bij de veiligheid van anderen moet gedacht worden aan personen in de omgeving van de dader, terwijl bij de algemene veiligheid van personen gedacht moet worden aan willekeurige personen die los staan van de dader Delicten Zoals in lid 1 sub 1 van artikel 37a Sr is omschreven, kan TBS slechts opgelegd worden voor een beperkt aantal delicten. Dit is zo bepaald, omdat TBS gezien moet worden als een laatste middel, een ultimum remedium 14, aangezien de maatregel erg ingrijpend is. Ten eerste kan TBS opgelegd worden als het om een misdrijf gaat waar vier jaar gevangenisstraf of meer voor staat, en waarvoor voorlopige hechtenis toegestaan is. Vervolgens worden nog diverse delicten opgesomd in het artikel, zoals opiumdelicten en bedreiging met bepaalde delicten. 1.3 Verschillende vormen van TBS De TBS-maatregel kan in verschillende vormen worden opgelegd. De Maatregel kan ten eerste in een voorwaardelijke vorm worden opgelegd. De vorm die echter het meest voorkomt is de TBS met dwangverpleging. 15 Deze vorm is weer onder te verdelen in een beperkte en onbeperkte variant. Hieronder zullen enkele vormen en varianten besproken worden TBS met dwangverpleging De artikelen 37a en 37b Sr vormen de basis voor TBS met dwangverpleging. De eerste variant van deze maatregel is die met een onbeperkte duur. De maatregel wordt in beginsel voor twee jaar opgelegd en kan vervolgens onbeperkt verlengd worden door de rechter met 14 Zie hoofdstuk Kelk 2008, p

13 één of twee jaren 16, indien dit nodig is in verband met het gevaar dat (nog steeds) van de dader uit gaat. Indien deze vorm van TBS wordt opgelegd, gaat het om een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Het gevaar dat van een dader uitgaat prevaleert hier boven de proportionaliteit tussen het gepleegde strafbare feit en de sanctie, omdat het proportionaliteitsbeginsel geen doorslaggevende rol speelt bij de maatregel TBS. Indien er sprake is van een minder ernstig geweldsmisdrijf of een strafbaar feit waarbij geen ernstig geweld is gebruikt, dan kan de maatregel enkel voor een beperkte duur van maximaal vier jaar opgelegd worden krachtens artikel 38e Sr. Er is hier voor een beperkte duur gekozen omdat de gepleegde feiten niet zo zwaar zijn dat zij een onbeperkte TBS kunnen legitimeren. Hier gaat het proportionaliteitsbeginsel boven het gevaar dat van een dader uit kan gaan. 17 Om een goed beeld te kunnen vormen van de TBS met dwangverpleging, is het van belang dat het begrip dwangverpleging duidelijk is en onderscheiden wordt van het begrip dwangbehandeling. Onder dwangbehandeling moet volgens de wetgever worden verstaan 18 : een proces van hulpverlening dat erop gericht is een patiënt in staat te stellen zodanig aan zich zelf te werken, dat hij te zijner tijd weer zonder ontoelaatbare schade voor de samenleving of zich zelf aan het vrije maatschappelijke verkeer zal kunnen deelnemen. Met name gaat het erom die condities te beïnvloeden, te cureren of te elimineren die hem voorheen (mede) tot ernstige of aanhoudende strafbare gedragingen hebben gebracht. Het streven is daarbij de behandelde persoon, als ook zijn omgeving, de tot stand gebrachte verandering te doen ervaren als een verbetering. Omdat deze behandeling een inbreuk maakt op het recht op onaantastbaarheid van het lichaam 19, kan een dergelijke behandeling alleen plaats vinden als de TBS-gestelde daar vrijwillig mee in stemt. 20 Onder verpleging moet worden verstaan: de beveiliging, de verzorging, en de bejegening voor zover deze niet onder de omschrijving van behandeling vallen met dien verstande dat, voor zover een therapeutisch milieu wordt aangeboden, verpleging en behandeling in een vloeien. 16 Artikel 38d Sr. 17 Hofstee 2003, p Kamerstukken II 1982/ nr. 10, p Artikel 11 Grondwet. 20 Kamerstukken II 1982/ nr. 10, p

14 TBS met voorwaarden De TBS met voorwaarden behoort sinds 2 oktober tot een van de mogelijkheden van het Nederlandse sanctiepakket. Haar voorganger was de TBS met aanwijzingen, de TBSa genoemd, die de voorwaardelijke TBR heeft vervangen in Artikel 38 Sr is de huidige wettelijke basis voor deze vorm van TBS. De TBS-gestelde krijgt de maatregel TBS opgelegd, maar hoeft geen verpleging in een TBS-inrichting te ondergaan. In plaats hiervan stelt de rechter voorwaarden waar de voorwaardelijk TBS-gestelde zich aan moet houden. Deze voorwaarden kunnen tijdens de looptijd van de beperkte TBS ambtshalve, op verzoek van het Openbaar Ministerie (hierna OM) of op verzoek van de TBS-gestelde of diens raadsman nog gewijzigd of aangevuld worden. 23 Indien de TBS-gestelde zich niet aan een van de voorwaarden houdt dan kan de rechter op verzoek van het OM beslissen dat de voorwaardelijk TBS-gestelde alsnog TBS met dwangverpleging krijgt en binnen een justitiële inrichting verpleging zal moeten ondergaan. 24 De TBS met voorwaarden zal hier niet verder besproken worden aangezien een voorwaardelijk TBS-gestelde in beginsel 25 niet in aanmerking komt voor een plaatsing op een longstay-afdeling. 1.4 Duur, verlenging en beëindiging van de TBS Hoe lang een TBS-maatregel duurt, wanneer er verlengd kan worden en welke eisen aan de beëindiging van TBS worden gesteld, verschilt per vorm van TBS. 26 Hieronder zal per vorm aangeven worden hoe bovenstaande zaken geregeld zijn. De duur van de TBS is selectief gemaximeerd, dit houdt in dat in beginsel de maatregel een maximum duur heeft, behalve als het om een ernstig geweldsdelict gaat. Indien het om een ernstig geweldsdelict gaat, heeft de TBS geen maximum duur. De selectieve maximering is een compromis tussen de voorstanders van een absolute maximering 27, en tegenstanders van absolute maximering. Argumenten voor een absolute maximering houden voornamelijk in dat de onzekerheid over de duur van de opgelegde TBS extra leed oplevert. Bovendien hangt de beoordeling voor verlenging voor een groot deel af van een psychiatrische voorspelling, en deze is lang niet altijd juist. 21 Bij wet van 25 juni 1997, Stb. 1987, nr Hofstee 2003, p Artikel 38i Sr. 24 Kamerstukken II 1994/ , nr. 3, p. 9-10, en Artikel 38c Sr. 25 Dit zou enkel het geval kunnen zijn als de TBS met voorwaarden omgezet wordt in een TBS met dwangverpleging, in geval van het niet naleven van de gestelde voorwaarden. 26 Zie Hoofdstuk De duur van de TBS is vooraf bekend. 14

15 Tegenstanders voeren daarentegen aan dat er een speciaal-preventieve 28 werking uitgaat van een duur die niet van te voren vaststaat. Dit zorgt er voor dat daders die nog steeds delictgevaarlijk zijn niet terugkeren in de maatschappij. De last tot TBS wordt voor minimaal twee jaar opgelegd. Dit geldt zowel voor de TBS met dwangverpleging, als de TBS met voorwaarden. 29 Een verlenging van de maatregel is verder alleen mogelijk in hele jaren, zo heeft het Gerechtshof Arnhem beslist. 30 Indien het OM een verzoek tot verlenging van de TBS-maatregel wil indienen, kan zij dit op zijn vroegst twee maanden en uiterlijk een maand voor het einde van de TBS-maatregel doen. 31 Er is in dit wetsartikel voor het woord kan gekozen, omdat het OM niet verplicht is om een verlenging te verzoeken. Indien er geen verlengingsverzoek komt, dan zal de TBSmaatregel van rechtswege eindigen. Het OM dient de minister in dit geval zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen van de beslissing om geen verlengingsverzoek in te dienen. 32 De TBS zal tevens van rechtswege eindigen als het OM niet-ontvankelijk wordt verklaard, omdat de termijn waarvoor de TBS is opgelegd verlopen is en er geen nieuwe termijn door de rechter opgelegd is. De beperkte TBS met dwangverpleging kan slechts eenmaal met twee jaar of tweemaal met één jaar worden verlengd. Na deze vier jaar wordt de TBS in beginsel van rechtswege beëindigd. De TBS met dwangverpleging kan telkens met één of twee jaren worden verlengd, indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen deze verlenging vereist. 33 Dit kan inhouden dat een TBS-gestelde de rest van zijn leven in een inrichting verblijft, indien zijn delictgevaarlijkheid niet afneemt. Indien het OM een verlenging van de TBS verzoekt, dient zij hierbij de stukken te overleggen die genoemd zijn in artikel 509o lid 2 Wetboek van Strafvordering (hierna Sv). Ten eerste dient er een recent met redenen omkleed advies te zijn van het hoofd van de inrichting waar de TBS-gestelde verblijft. Indien het hoofd van de inrichting echter zelf geen psychiater is, 28 Kelk 2005, p. 29. Speciaal preventief kan een straf of maatregel werken op drie wijzen, namelijk afschrikking van de dader, verbetering van de dader of door onschadelijkmaking van de dader. 29 Artikel 38d Sr. 30 Cleiren & Nijboer 2004, p Artikel 509o lid 1 Sv. 32 Artikel 51 lid 1 sub a RVT. 33 Artikel 38e lid 2 Sr. 15

16 dan zal er tevens een advies overlegd moeten worden van een psychiater die verbonden is aan de inrichting. 34 Ten tweede dient er een afschrift van de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de TBS-gestelde overlegd te worden. Deze aantekening bevatten opmerkingen over het gedrag van de TBS-gestelde, zijn houding ten opzichte van andere TBS-gestelden en het personeel van de inrichting en zijn medicatiegebruik. Deze aantekeningen kunnen de rechter helpen bij het nemen van een beslissing op het verlengingsverzoek van het OM. Na een TBS-termijn van zes jaar wordt er een zwaardere toets uitgevoerd met betrekking tot het verlengingsverzoek van het OM, die vervolgens iedere zes jaar plaatsvindt. 35 Deze toets kan al plaats vinden na 5 jaar, indien er dan een verlenging van twee jaar verzocht wordt door het OM, en hiermee de termijn van zes jaar overschreden wordt. Deze toetst is zwaarder, omdat er een recent multidisciplinair advies overlegd dient te worden van twee gedragsdeskundigen. Een van deze deskundigen dient een psychiater te zijn en de tweede is vaak een forensisch psycholoog of een medewerker van de reclassering met veel ervaring. Om de objectiviteit en onafhankelijkheid tijdens dit belangrijke onderzoek te kunnen garanderen, mogen de twee gedragsdeskundigen niet aan de inrichting waar de TBS-gestelde verblijft verbonden zijn op het moment dat zij onderzoek doen naar de TBS-gestelde. Voordat de rechter een beslissing neemt op de verlengingsvordering van het OM, moet de TBS-gestelde eerst gehoord worden. 36 Deze hoorplicht is opgenomen door de wetgever naar aanleiding van de zaak Winterwerp. 37 Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (hierna Hof) heeft in deze zaak beslist dat iemand die van zijn vrijheid is beroofd, het recht op toegang tot een rechter heeft om de rechtmatigheid van zijn detentie te laten toetsen. De hoorplicht wordt zo essentieel geacht, dat een verlenging dan ook niet uitgesproken kan worden indien het niet mogelijk is de TBS-gestelde te horen, bijvoorbeeld als deze voortvluchtig is. 38 Indien de TBS-gestelde niet gehoord kan worden, dan zal de beslissing omtrent de verlenging aangehouden moeten worden tot het moment dat er wel gehoord kan worden. Het gevolg van het aanhouden van een beslissing omtrent de verlenging kan zijn dat de beslissingstermijn overschreden wordt. Betekent dit dat er dan helemaal geen verlenging 34 Artikel 46 lid 3 RVT. 35 Artikel 509o lid 4 Sv. 36 Artikel 509s lid 3 Sv. 37 EHRM 24 oktober 1979, Publ. ECHR series A, vol. 33, NJ 1980, Kamerstukken II 1992/ , nr. 3, p

17 meer kan plaatsvinden? Het antwoord op deze vraag is nee. Het Hof heeft in een latere zaak 39 tegen Nederland een uitzondering gemaakt voor TBS-gestelden die voortvluchtig zijn en hierdoor niet gehoord kunnen worden. Het is immers de rechtbank niet aan te rekenen dat de TBS-gestelde niet gehoord kan worden. Volgens het Hof moet in dergelijke gevallen voorrang gegeven worden aan een speedily beslissing, de hoorplicht komt in deze gevallen op de tweede plaats. De TBS kan eindigen door het verstrijken van de maximale termijn, er wordt geen verlenging verzocht door het OM, het OM is niet-ontvankelijk in zijn verzoek of de rechter beslist negatief op het verlengingsverzoek. TBS kan echter ook op andere wijzen eindigen, zoals door een nieuwe last tot TBS. Indien de TBS-gestelde opnieuw de maatregel TBS krijgt opgelegd door de rechter, zowel een lichtere als een zwaardere variant, dan vervalt de oude TBS en dient de nieuwe TBS ten uitvoer te worden gelegd. 40 De mogelijkheid tot het verzoeken van gratie bestaat ook voor de TBS-gestelde, vaak in relatie tot ouderdom of een (terminale) ziekte, dit is echter geen rechtsmiddel De longstay-afdeling Een longstay afdeling zoals wij die nu kennen is een relatief nieuw fenomeen in het Nederlandse strafrecht en bestaat sinds de jaren negentig. Er zijn echter altijd al TBSgestelden geweest die niet terug konden keren in de maatschappij en hierdoor langdurig in een inrichting verbleven. Op een longstay-afdeling verblijven TBS-gestelden waarbij geen tot zeer weinig behandelsucces is geboekt, die een hoog beveiligingsniveau hebben en zeer waarschijnlijk nog lang in een TBS-inrichting zullen moeten verblijven. In 1995 werd het al duidelijk dat er meer longstay-plaatsen nodig waren in Nederland, omdat het aantal TBS-gestelden die een longstay-plaats nodig hadden groeide. Kamerleden Bremmer en Rehwinkel dienen een motie 42 in waarin zij aangeven dat er plaatsen moeten komen voor chronisch delictgevaarlijke TBS ers, omdat zij nu plaatsen innemen die gebruikt kunnen worden voor TBS-gestelden voor wie wel behandelperspectieven bestaan. Naar aanleiding van deze motie wordt de Commissie-Zorg voor voortdurend delictgevaarlijke verpleegden ingesteld. Het belangrijkste aspect van het rapport is een eigen 39 Koendjbiharie v. The Netherlands, EHRM 25 oktober 1990, Application no / Artikel 38l lid 1 Sr. 41 Artikel 558 lid 3 Sv. 42 Kamerstukken II , nr

18 beveiligingsniveau voor de longstay TBS en een aangepast programma voor de behandelingen zorgbehoefte. Naar aanleiding van het rapport van de commissie legt de minister van Justitie in een brief aan de Tweede Kamer nogmaals duidelijk uit hoe de behandeling er uit komt te zien op een longstay-afdeling, en welke kansen TBS-gestelden hebben op een dergelijke afdeling. Zo is overplaatsing naar een minder beveiligde afdeling mogelijk, en uiteindelijk is zelfs een terugkeer naar de maatschappij niet uitgesloten, mits de delictgevaarlijkheid van de TBS-gestelde dit toestaat. 43 In 2001 buigt de Commissie Kosto zich over de longstay-tbs en zij komt tot de conclusie dat de groep longstay TBS-gestelden op te delen is in twee groepen; de verpleegden die zorg nodig hebben, zoals psychotische verpleegden, en verpleegden die minder behoefte hebben aan zorg. De zorgbehoeftigen kunnen het best geplaatst worden bij de Geestelijke Gezondheidszorg (hierna GGz), hierdoor komen plaatsen vrij in de TBS-inrichtingen voor verpleegden die meer kans op een succesvolle behandeling hebben. Verpleegden die geen of minder zorg nodig hebben, kunnen volgens de commissie zowel in de GGz geplaatst worden, als in een TBS-inrichting. 44 In opdracht van de minister van Justitie, doet het Wetenschappelijke Onderzoek- en Documentatiecentrum (hierna WODC) in 2004 opnieuw onderzoek naar de longstay TBS. In dit onderzoek wordt een verschil gemaakt tussen longcare en longstay verpleegden. Het verschil tussen deze twee groepen is dat de longcare-verpleegden minder beveiliging nodig hebben dan de longstay-verpleegden, beide groepen worden echter gezien als blijvend delictgevaarlijk. 45 Naar aanleiding van het onderzoek van het WODC komt de minister in 2005 met een nieuw beleid ten aanzien van de longstay-tbs. De belangrijkste punten van het nieuwe beleid zijn de criteria voor de plaatsing op een longstay-afdeling. Het nieuwe uitgangspunt is dat alle behandelmogelijkheden uitgeput moeten zijn voordat een verpleegde in aanmerking komt voor een longstay-plaatsing. Voorheen waren twee behandelpogingen van drie jaar in twee verschillende klinieken voldoende. Tevens komt er een nieuwe plaatsingsprocedure waarbij voortaan geadviseerd zal worden door de Landelijke Adviescommissie Plaatsing (hierna LAP). Over deze procedure volgt later meer. 43 Kamerstukken II 1998/ , nr Hofstee 2003, p Kamerstukken II 2005/ , nr. 5, p

19 1.5.1 De criteria voor plaatsing op een longstay-afdeling Het verblijf op een longstay-afdeling betekent een minder intensieve behandeling voor de TBS-gestelde en kan daarom niet zomaar opgelegd worden. Krachtens artikel 2 Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (hierna Bvt) dient de verpleging zoveel mogelijk dienstbaar gemaakt te worden aan de behandeling van de TBS-gestelde, een behandeling kan daarom niet zomaar ontzegd worden. Hieronder zal uiteen gezet worden aan welke voorwaarden voldaan moet zijn om een TBS-gestelde op een longstay-afdeling te kunnen plaatsen. De afdeling Individuele TBS-Zaken (hierna ITZ) van het ministerie van Justitie neemt de beslissing of een TBS-gestelde op een longstay-afdeling geplaatst wordt. Hiervoor hebben zij de volgende voorwaarden gesteld 46 : 1. De tbs-gestelde is blijvend delictgevaarlijk, hetgeen blijkt uit een risicotaxatie die niet ouder is dan een jaar; 2. De tbs-gestelde heeft conform «de state of the art» alle behandelingsmogelijkheden ondergaan, bij voorkeur in twee behandelsettingen, zonder dat dit heeft geleid tot een substantiële vermindering van het delictgevaar; 3. Er is geen mogelijkheid tot plaatsing in de geestelijke gezondheidszorg vanwege het vereiste hoge beveiligingsniveau. Indien er voldaan is aan deze drie voorwaarden, dan kan de kliniek aan de ITZ adviseren om de TBS-gestelde op een longstay-afdeling te plaatsen. De kliniek zal bij dit advies een rapport moeten overleggen waarin staat welke behandelingen de TBS-gestelde heeft ondergaan en welke resultaten hiermee behaald zijn. Tevens dient de kliniek aan te geven hoeveel zorg en beveiliging de TBS-gestelde zal moeten hebben op de longstay-afdeling. Zodra de ITZ van mening is dat een TBS-gestelde naar een longstay-afdeling verplaatst moet worden, dan laat zij zich adviseren door de LAP. Deze multidisciplinaire commissie bestaat uit zes leden, waarvan ten minste twee leden een leidende functie als psychiater en psycholoog dienen te hebben bij een GGz-centrum of een particuliere forensische psychiatrische kliniek. De overige leden zijn deskundigen op het gebied van de forensische psychiatrie. Aan de hand van rapporten over de TBS-gestelde gaat de commissie onderzoeken of daadwerkelijk alle mogelijke behandelingen aangewend zijn om de TBS-gestelde te 46 Kamerstukken II 2008/ , nr. 98, p

20 behandelen. Indien zij van mening is dat er nog behandelmogelijkheden zijn, dan zal zij het advies geven om deze mogelijkheden te benutten. Indien alle mogelijkheden naar haar mening al benut zijn, dan zal de commissie het ITZ het advies geven om de TBS-gestelde op een longstay-afdeling te plaatsen. De plaatsing op een longstay-afdeling is zeer ingrijpend voor de TBS-gestelde, er bestaat dan ook de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen deze beslissing. De TBS-gestelde kan dit doen bij de beroepscommissie van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (hierna RSJ). 47 Zodra de TBS-gestelde op een longstay-afdeling komt, betekent dit niet per definitie dat hij hier levenslang zal moeten verblijven. De rechter toetst ieder jaar, of iedere twee jaar of de verlenging van de TBS noodzakelijk is De longstay TBS in cijfers Om een beter beeld te krijgen van de omvang van de groep TBS-gestelden die op een longstay-afdeling verblijven, zullen hieronder enkele statistieken met betrekking tot de longstay worden besproken. Zoals eerder al besproken in dit hoofdstuk zijn het aantal longstay-plaatsen snel gestegen in de afgelopen jaren. Uit de bovenste tabel blijkt dat in er in 2006 bijna zeven maal meer TBSgestelden op een longstay-afdeling verbleven dan in 2000 en dat de longstay-afdeling een steeds groter deel uit maakt van de totale TBS-groep. De onderste tabel betreft het te verwachten aantal benodigde longstay-plaatsen. 47 Longstay, 2008, p Artikel 509t lid 1 Sv. 20

21 Hoofdstuk 2 De eisen van art 5 EVRM aan nationale wetgeving Het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (hierna EVRM) is op 3 september in werking getreden en is inmiddels door 47 landen geratificeerd. 50 In Nederland is het verdrag op 31 augustus 1954 in werking getreden, en het individuele klachtrecht is op 24 mei 1960 erkend. Verdragsbepalingen die een ieder verbindend zijn, behoeven in Nederland niet eerst omgezet te worden in nationale wetgeving om rechtskracht te hebben, hier zorgt artikel 93 Grondwet voor. De rechter kan een ieder verbindende bepaling dus direct toepassen. Artikel 94 Grondwet bepaalt dat in het geval de nationale wetgeving strijdig is met een verdragsbepaling, de verdragsbepaling voor gaat. Dit is van belang voor de toepasselijkheid van het EVRM in de Nederlandse rechtspraak. Hieronder zal eerst het doel van artikel 5 EVRM aan bod komen, namelijk het beschermen van het recht op vrijheid en veiligheid. Omdat dit recht in sommige gevallen beperkt mag worden, zal vervolgens zal naar voren komen aan welke eisen voldaan moet zijn om dit recht te mogen beperken. 2.1 Artikel 5 EVRM Artikel 5 EVRM behelst het recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid, één van de belangrijkste fundamentele beginselen van een democratische samenleving en daarom erg belangrijk binnen het EVRM. Het artikel is opgebouwd in drie delen, ten eerste het fundamentele recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid 51, vervolgens de situaties waarin de overheid bevoegd is dit recht te beperken 52, en als laatste de procedurele rechten die een persoon heeft indien hij van zijn vrijheid is beroofd. 53 Om een goed beeld te krijgen van het recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid, is het van belang dat de definitie van vrijheidsontneming bekend is. Een dergelijke definitie wordt echter niet door het verdrag zelf geven, en ook het Europese Hof voor de Rechten van de 49 Harteveld e.a. 2004, p European Court of Human Rights 2009, p Artikel 5 lid 1 EVRM. 52 Artikel 5 lid 1 sub a t/m f EVRM. 53 Artikel 5 leden 2 t/m 5 EVRM. 21

22 Mens (hierna Hof) is nog niet met een duidelijke definitie gekomen. In de zaak Guzzardi v. Italy 54 is wel duidelijk geworden dat het Hof zich laat leiden door de concrete situatie en daarbij onder andere rekening houdt met de aard, de duur, de gevolgen, de uitvoeringsmodaliteiten en de manier waarop de al dan niet vrijheidsberovende maatregel wordt genomen Beperking van persoonlijke vrijheid Artikel 5 lid 1 EVRM geeft limitatief aan welke uitzonderingen er bestaan op het verbod van vrijheidsontneming, in de volgende situaties zijn beperkingen toegestaan; a. Rechtmatige detentie na veroordeling door een bevoegde rechter; b. gijzeling; c. voorarrest in afwachting van behandeling door de rechter; d. minderjarigen ter opvoeding, of om hem voor een bevoegde rechter te brengen; e. personen die een besmettelijke ziekte kunnen verspreiden, geestelijk zieken, verslaafden en landlopers; f. ter voorkoming dat iemand onrechtmatig het land binnen komt of ter uitlevering. Indien er sprake is van een van de bovenstaande situaties, kan het recht op persoonlijke vrijheid niet zondermeer beperkt worden, hier worden eisen aan gesteld. Deze algemene eisen gelden in iedere situatie, en zullen hieronder uiteengezet worden Law De vrijheidsbeneming moet in alle gevallen geschieden volgens een door het recht beschreven procedure (in accordance with a procedure prescribed by law) en op het recht berusten (lawful), dit is dus een dubbele eis die gesteld wordt door het artikel. De woorden law en lawful zijn niet de vertalingen van het Nederlandse woord wet, omdat de begrippen meer omvatten dan alleen nationale wetgeving. Zo vallen ook het ongeschreven recht, jurisprudentie, overheidsbeleid en het verdrag zelf en de daaraan ten grondslag liggende beginselen onder deze begrippen. Het bereik van de bepaling wordt hiermee groter dan enkel de nationale wetgeving. 54 EHRM 6 november 1980, Application no. 7367/ Vander Lanotte & Haeck 2004, p

23 Het is echter maar de vraag of in het geval van de longstay-tbs aan deze voorwaarde wordt voldaan. De procedure om iemand op een longstay-afdeling te plaatsen is niet in de wet vastgelegd 56, enkel in een beleidskader van het ministerie van Justitie, die berust op de TBSwetgeving. Nu is vastlegging in een wet niet vereist, omdat het woord law meer omhelst dan alleen de wet, zoals hierboven al uiteen gezet is, echter vastlegging in een wet biedt meer rechtszekerheid, dan enkel een beleidskader. Echter moet de vraag gesteld worden of longstay-tbs wel een vorm van TBS is en hierdoor op de TBS-wetgeving berust. 57 Zoals eerder 58 al genoemd, is het doel van TBS tweeledig, namelijk beveiliging van de maatschappij én resocialisatie. Bij de longstay-tbs wordt het tweede doel, de resocialisatie, geheel weggehaald uit de maatregel. De behandeling is niet langer gericht op resocialisatie en een terugkeer in de maatschappij, maar op een leven binnen de inrichting en stabilisatie van de psychische stoornis. Zelfs de RSJ heeft in haar advies 59 aan de minister aangegeven dat de longstay-tbs zo wezenlijk verschilt van de TBS dat dit geen welkom verschijnsel is. Toch valt de longstay-afdeling volgens de staatssecretaris van Justitie gewoon onder de TBSwetgeving en is er geen sprake van een andere maatregel. 60 Longstay-TBS is een externe differentiatie van de TBS-maatregel die in eerste instantie opgelegd is door de rechter, en valt derhalve ook onder de TBS-wetgeving Court Uit artikel 5 lid 1 sub a EVRM blijkt dat iemand rechtmatig van zijn vrijheid mag worden beroofd, nadat hij tot detentie is veroordeeld door een rechter (court). Hoewel het woord court niet per definitie een rechter of rechtbank behoeft te zijn, zijn er wel eisen waaraan voldaan moet zijn, wil er sprake zijn van een court. Zo dient het gerecht onafhankelijk te zijn van de uitvoerende macht en diens bevoegdheid moet berusten op het recht. 62 Uit EHRM De Wilde, Ooms en Versyp v. Belgium 63 blijkt tevens dat het woord court ook met zich mee brengt dat bij behandeling door de rechter zekere procedurele garanties geboden moeten worden. Wat de procedurele garanties precies inhouden is niet duidelijk, maar het Hof eist dat ze adequaat zijn. 56 Ook al wordt hier door respondenten wel om verzocht. Kamerstukken II 2008/ , nr. 118, p Zie ook Boksem 2007, p Zie p. 7 van deze scriptie. 59 Longstay, 2008, p Kamerstukken II 2007/ , nr. 92, p.6 en Kamerstukken II 2008/09, , nr. 118, p In hoofdstuk vier zal ik mijn mening hierover ventileren. 62 Harteveld e.a. 2004, p EHRM 18 juni 1971, Application no. 2832/66; 2835/66; 2899/66,

24 De procedurele garanties zullen opgemaakt moeten worden uit artikel 6 EVRM, de beginselen die ten grondslag liggen aan artikel 5 EVRM en het verdrag zelf. In artikel 5 lid 1 sub a EVRM wordt voor de eerste keer het woord court gebruikt en er wordt hier gedoeld op het court die de vrijheidsberoving oplegt. In dit geval gaat het dus om de Nederlandse rechter die de maatregel TBS oplegt. Zoals hierboven beschreven, dient een court aan een aantal eisen te voldoen voordat er gesproken kan worden van een court in de zin van het EVRM. De Nederlandse rechter is onafhankelijk van de uitvoerende macht 64 en is bevoegd om iemand te veroordelen tot TBS 65, er kan dus gesproken worden van een court in de zin van het verdrag. Verder is het Nederlandse strafproces, waarin de maatregel TBS opgelegd kan worden, omgeven met voldoende procedurele garanties, welke terug te vinden zijn in het Wetboek van Strafvordering Lawful detention Artikel 5 lid 1 sub a EVRM gaat er van uit dat er een aantal garanties geboden worden voor een eerlijk proces 66 en vereist dat de vrijheidsberoving lawful is. Het woord lawful is in dit artikel gekoppeld aan de detentie, niet aan de veroordeling. Het gaat hier dus om de vraag of de vrijheidsberoving die is opgelegd door een court rechtmatig is. De vraag of het proces eerlijk verlopen is, zal aan de hand van artikel 6 EVRM getoetst moeten worden. Aangezien artikel 6 EVRM buiten het bereik van de probleemstelling van deze scriptie ligt, zal hier niet verder op ingegaan worden. Om de vraag te beantwoorden of de vrijheidsbeneming lawful is, zal er eerst gekeken worden naar de eisen die de nationale wetgeving stelt. Vervolgens zal er naar het verdrag gekeken worden en de beginselen die ten grondslag liggen aan het verdrag. Indien een detentie niet meer als lawful aan te merken is, dient hij opgeheven te worden. Voor de longstay-tbs er betekent dit dat indien zijn verblijf op een longstay-afdeling niet meer te rechtvaardigen is, bijvoorbeeld door het afnemen van zijn gevaarlijkheid of een nieuwe behandelmogelijkheid die zou kunnen bijdragen aan de vermindering van zijn psychische stoornis, dat zijn TBS beëindigd dient te worden of dat hij teruggeplaatst dient te worden naar een behandelafdeling. 64 In Nederland geldt de machtenscheiding van Montesquieu. 65 Artikel 37 lid 1 Sr. 66 Er wordt gesproken over een competent court. 24

25 2.3 Artikel 5 lid 4 EVRM; beroep op de rechter Lid 4 van artikel 5 EVRM is een belangrijke bepaling in dit artikel. Het geeft de gedetineerde de mogelijkheid om de rechtmatigheid (lawfulness) van zijn vrijheidsbeneming binnen een korte termijn (speedily) door een rechter (court) te laten toetsen. Mocht de vrijheidsbeneming niet meer rechtmatig zijn, dan dient de invrijheidstelling bevolen te worden. In Nederland heeft een TBS-gestelde verschillende mogelijkheden om de rechtmatigheid van zijn verblijf in een inrichting te laten toetsen door een rechter of een andere instantie. Ten eerste kan de TBS-gestelde in beroep gaan bij de beroepscommissie van de RSJ tegen de beslissing om hem op een longstay-afdeling te plaatsen. 67 Ten tweede kan de TBS-gestelde bij de jaarlijkse of tweejaarlijkse verlengingszitting aan de rechter kenbaar maken dat hij van mening is dat hij niet op een longstay-afdeling thuishoort. De verlengingsrechter heeft geen directe invloed op de plaatsing van de TBS-gestelde, maar kan wel indirect invloed uitoefenen. 68 Ten slotte voert de LAP vanaf 2009 driejaarlijks controles uit op de rechtmatigheid van een verblijf op de longstay-afdeling. 69 Ook artikel 5 lid 4 EVRM heeft drie algemene eisen waaraan voldaan moet worden, deze zijn lawfulness, speedily en court. Deze drie eisen zullen hieronder uitgewerkt worden Lawfulness Een ieder die van zijn vrijheid is beroofd heeft het recht op toegang tot een court. Indien de vrijheidsberoving niet lawful is, dient de gedetineerde in vrijheid te worden gesteld. De court waar de gedetineerde toegang tot heeft dient daarom wel de bevoegdheid te hebben om verandering te brengen in de situatie van de gedetineerde, mocht deze niet rechtmatig zijn. De toetst van lid 4 is eigenlijk een extra toets, bovenop de jaarlijkse of tweejaarlijkse verlengingstoets, om te bezien of de bevolen detentie (nog steeds) lawful is. Niet alleen naar nationaal recht, zoals bij het opleggen van de detentie 70, maar ook naar het recht van het EVRM. Niet alleen de rechtsgang wordt hier beoordeeld, maar ook de uitkomst van deze procedure wordt getoetst op zijn juistheid. Uit een eerdere zaak 71 van het Hof zou afgeleid kunnen worden dat er na een gerechtelijke veroordeling geen plaats meer is voor een nieuwe 67 Zie hoofdstuk Zie hoofdstuk Zie p. 39 van deze scriptie. 70 Zie law bij EHRM De Wilde, Ooms en Versyp v. Belgium, 18 juni 1971, Application no. 2832/66; 2835/66; 2899/66, 76 25

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Longstay, getoetst aan het resocialisatiebeginsel en bezien in het licht van de artikelen 3 en 5 EVRM.

Longstay, getoetst aan het resocialisatiebeginsel en bezien in het licht van de artikelen 3 en 5 EVRM. Longstay, getoetst aan het resocialisatiebeginsel en bezien in het licht van de artikelen 3 en 5 EVRM. Shanna Visser December 2012 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1. Historie TBS 5 1.1 Krankzinnigenwetgeving

Nadere informatie

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest K.P.M.A. Muis L. van der Geest Samenvatting en conclusies in hoofdpunten In 2008 en 2009 is er sprake van een opvallende daling van het aantal tbs-opleggingen met bevel tot verpleging. Het is onwaarschijnlijk

Nadere informatie

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden)

Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) Q&A s Levenslange gevangenisstraf (vragen en antwoorden) 1. Hoeveel levenslanggestraften zijn er nu in NL? Op dit moment zijn er 33 mensen onherroepelijk veroordeeld tot levenslang. Dat betekent dat zij

Nadere informatie

TBS longstay, geen resocialisatie betekent geen vrijheid?

TBS longstay, geen resocialisatie betekent geen vrijheid? TBS longstay, geen resocialisatie betekent geen vrijheid? _ Een toetsing aan het resocialisatiebeginsel en artikel 3 EVRM. door Rob Verstappen (ANR 32.05.99) scriptie in de strafrechtswetenschappen te

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2013 Onderwerp Weigerende observandi

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2013 Onderwerp Weigerende observandi 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 32 398 Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg) G BRIEF

Nadere informatie

Saby Samura 12 juli TBS-Longstay

Saby Samura 12 juli TBS-Longstay Saby Samura 12 juli 2012 TBS-Longstay TBS-Longstay TBS-Longstay beschouwd in het licht van de resocialisatiegedachte en de artikelen 3 en 5 EVRM Naam: Saby Samura Inleverdatum: 12 juli 2012 Adres: Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Scriptie Open Universiteit Nederland, Faculteit Rechtswetenschappen Datum: 3 september 2013

Scriptie Open Universiteit Nederland, Faculteit Rechtswetenschappen Datum: 3 september 2013 Gemaximeerde TBS: het einde in zicht? De impact van de uitspraak van het EHRM in de zaak Van der Velden tegen Nederland op de Nederlandse jurisprudentie ten aanzien van de maximering van de TBS met dwangverpleging

Nadere informatie

Longstay beschouwd in het licht van het Nederlandse resocialisatiebeginsel en de eisen voortvloeiend uit het EVRM

Longstay beschouwd in het licht van het Nederlandse resocialisatiebeginsel en de eisen voortvloeiend uit het EVRM Longstay beschouwd in het licht van het Nederlandse resocialisatiebeginsel en de eisen voortvloeiend uit het EVRM Stéphanie Lakenman Januari 2012 0 Inhoudsopgave Inleiding / 3 1: De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. Over TBS

Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. Over TBS Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden Over TBS In deze folder vertellen wij u graag meer over Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden en in het bijzonder over tbs. De Kijvelanden behandelt

Nadere informatie

Wie zijn onze patiënten?

Wie zijn onze patiënten? In deze folder vertellen wij u graag wat meer over Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. De Kijvelanden behandelt mensen met een psychiatrische stoornis. De rechter heeft hen tbs met bevel tot

Nadere informatie

Levenslang toezicht? Het wetsvoorstel langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking in het licht van het EVRM

Levenslang toezicht? Het wetsvoorstel langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking in het licht van het EVRM Levenslang toezicht? Het wetsvoorstel langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking in het licht van het EVRM Naam: Gazjbin Hakim ANR: U1243327 Datum: 06 oktober 2013 Begeleidster: mevr.

Nadere informatie

Langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking

Langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking 33.816 Langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking Naam : Joni Schenk Opleiding : HBO Rechten Scriptiebegeleider : Mevr. Bharos-Jadoenathmisier Studiejaar : 2014-2015 1 Samenvatting Op

Nadere informatie

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren

De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren De gevolgen van een strafrechtelijke afdoening voor de verblijfsrechtelijke positie van jongeren Dit document beoogt de strafrechtelijke consequenties voor de verblijfsrechtelijke positie van een vreemdeling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 500 Wet van 6 december 2007 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde

Nadere informatie

De maatregel Terbeschikkingstelling en de incidentenpolitiek die daarmee gepaard lijkt te gaan.

De maatregel Terbeschikkingstelling en de incidentenpolitiek die daarmee gepaard lijkt te gaan. De maatregel Terbeschikkingstelling en de incidentenpolitiek die daarmee gepaard lijkt te gaan. Naam: A.A.C.H.M. (Tamara) Muijen Anr: 875612 Begeleider: Prof. Dr. T.I. Oei Voorwoord Voor u ligt mijn afstudeerscriptie

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 maart 2007 binnengekomen klacht van: A, verblijvende te B, k l a g e r,

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Inleiding. 1 Strafrecht

Inleiding. 1 Strafrecht Inleiding 1 Strafrecht Plaats van het strafrecht Het strafrecht is, net als bijvoorbeeld het staatsrecht en het bestuursrecht, onderdeel van het publiekrecht. Het publiekrecht regelt de betrekkingen tussen

Nadere informatie

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

ADVIES. Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling ADVIES Conceptwetsvoorstel wijziging regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling aan de Minister voor Rechtsbescherming naar aanleiding van het verzoek daartoe bij brief d.d.

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 460 Wet van 25 november 2015 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en Wetboek van Strafvordering in verband met het laten vervallen van

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regeling inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 832 Vragen van het lid

Nadere informatie

Een beoordeling van de rechtspositie van de longstay-geplaatste in het

Een beoordeling van de rechtspositie van de longstay-geplaatste in het De tenuitvoerlegging van de longstay Een beoordeling van de rechtspositie van de longstay-geplaatste in het licht van het resocialisatiebeginsel en artikel 3 en 5 EVRM Masterscriptie Anna G. Zandbergen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond en doelstelling

Samenvatting. Achtergrond en doelstelling Samenvatting Achtergrond en doelstelling 01 Binnen het Nederlandse strafrecht heeft de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) een bijzondere positie. Binnen een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) krijgt

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 12 augustus 2015

betreft: [klager] datum: 12 augustus 2015 nummer: 15/800/TR betreft: [klager] datum: 12 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij

Nadere informatie

TOEZICHT TOT IN DEN TREURE. De wet Langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking bekeken in het licht van de beginselen van het EVRM

TOEZICHT TOT IN DEN TREURE. De wet Langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking bekeken in het licht van de beginselen van het EVRM TOEZICHT TOT IN DEN TREURE De wet Langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking bekeken in het licht van de beginselen van het EVRM Simcha Plas Student no: 6067409 Master Strafrecht Begeleider:

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal erste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 980 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De dadelijke uitvoerbaarheid van tbs met voorwaarden in het licht van de onschuldpresumptie

De dadelijke uitvoerbaarheid van tbs met voorwaarden in het licht van de onschuldpresumptie De dadelijke uitvoerbaarheid van tbs met voorwaarden in het licht van de onschuldpresumptie Door: K.M. Arons ANR 161245 Scriptie in de strafrechtswetenschappen Te verdedigen ten overstaan van de Examencommissie

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Taskforce TBS Den Haag, december 2012

Onderzoeksrapport Taskforce TBS Den Haag, december 2012 Onderzoeksrapport TaskforceTBS2012 DenHaag,december2012 TaskforceTBS: dhr.mr.r.g.a.beaujean,stafbureaulovs mw.mr.k.bruil,gerechtshofarnhem mw.mr.c.a.m.eijgenraam,arrondissementsparket sgravenhage dhr.mr.a.m.vangorp,rechtbankarnhem

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 498 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

Samenvatting. Aanleiding onderzoek Samenvatting Aanleiding onderzoek In Nederland kan aan individuen met een psychische stoornis die een ernstig misdrijf hebben gepleegd, de maatregel terbeschikkingstelling (tbs) worden opgelegd. Indien

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K. Advies

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K. Advies Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak Advies inzake Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de maatregel van terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Wet Maatregel Wie bevoegd? In welke gevallen? Wetboek van

Wet Maatregel Wie bevoegd? In welke gevallen? Wetboek van Bijlage 1 Wet Maatregel Wie bevoegd? In welke gevallen? Wetboek van Officier van justitie Strafvordering Toepassing bijzondere opsporingsbevoegdheden: o.m. observatie, infiltratie en stelselmatige informatieinwinning

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017-2018 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2017:3349

ECLI:NL:RBZWB:2017:3349 ECLI:NL:RBZWB:2017:3349 Instantie Datum uitspraak 02-06-2017 Datum publicatie 02-06-2017 Zaaknummer 02/801428-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Strafrecht

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting door een scholier 1842 woorden 10 november 2010 5,4 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 2: Geen willekeur,

Nadere informatie

Terbeschikkinggestelden tussen wal en schip

Terbeschikkinggestelden tussen wal en schip Terbeschikkinggestelden tussen wal en schip M.A.M. Wolters * Toen mij ongeveer een half jaar geleden werd gevraagd een lezing te houden met als onderwerp "De geestelijk gestoorden tussen wal en schip",

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 975 Voorstel van wet van het lid Van der Staaij tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

Datum 25 augustus 2016 Onderwerp Uitvoering motie voorlopige hechtenis terrorismeverdachten (29 754, nr. 379)

Datum 25 augustus 2016 Onderwerp Uitvoering motie voorlopige hechtenis terrorismeverdachten (29 754, nr. 379) 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Longstay. Aanvulling op het advies Longstay d.d. 1 februari Advies d.d. 29 april 2008

Longstay. Aanvulling op het advies Longstay d.d. 1 februari Advies d.d. 29 april 2008 Longstay Aanvulling op het advies Longstay d.d. 1 februari 2008 Advies d.d. 29 april 2008 De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming draagt er door middel van rechtspraak en advies toe bij

Nadere informatie

Het wetsvoorstel Langdurig toezicht en vrijheidsbeperking, bezien in het licht van het beginsel van resocialisatie, minimale beperkingen en het EVRM

Het wetsvoorstel Langdurig toezicht en vrijheidsbeperking, bezien in het licht van het beginsel van resocialisatie, minimale beperkingen en het EVRM Het wetsvoorstel Langdurig toezicht en vrijheidsbeperking, bezien in het licht van het beginsel van resocialisatie, minimale beperkingen en het EVRM (Schijn)veiligheid? Universiteit van Tilburg Master

Nadere informatie

advies. Strekking wetsvoorstellen

advies. Strekking wetsvoorstellen Datum 20 maart 2014 De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten en De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Uw kenmerk 447810 en 447811

Nadere informatie

over specialisten op het gebied van internationaal

over specialisten op het gebied van internationaal NIEUWSBRIEF TBS 20 November 2006 - Nummer 1 STR A FR ECHT INHOUD Cleerdin & Hamer is het grootste strafrechtadvocatenkantoor van Nederland. Onze strafrechtspecialisten houden zich uitsluitend bezig met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1336 Vragen van het lid

Nadere informatie

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken Informatie voor onderzochte de rechter. ook zij bedoeld. i. Als in deze brochure wordt gesproken over hij wordt daarmee Terminologie: gaat maken.

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

Cijfers & bijzonderheden 2018

Cijfers & bijzonderheden 2018 Cijfers & bijzonderheden 218 1 Wat is TBS Nederland? TBS Nederland is een initiatief van de forensisch psychiatrische centra en klinieken in Nederland. In een forensisch psychiatrisch centrum (fpc) en

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 15 december 2010

betreft: [klager] datum: 15 december 2010 nummer: betreft: [klager] datum: 15 december 2010 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 13 februari 2017

betreft: [klager] datum: 13 februari 2017 nummer: 16/3931/TA en 16/3975/TA betreft: [klager] datum: 13 februari 2017 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 No. 43 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelende de samenwerking tussen Nederland, Aruba,

Nadere informatie

VAN PIJ NAAR TBS. Naam: A.H.J.P. Albers Titel afstudeerscriptie: Van PIJ naar TBS Scriptiebegeleider: Professor Vlaardingerbroek Studentnummer:

VAN PIJ NAAR TBS. Naam: A.H.J.P. Albers Titel afstudeerscriptie: Van PIJ naar TBS Scriptiebegeleider: Professor Vlaardingerbroek Studentnummer: VAN PIJ NAAR TBS Naam: A.H.J.P. Albers Titel afstudeerscriptie: Van PIJ naar TBS Scriptiebegeleider: Professor Vlaardingerbroek Studentnummer: 575902 1 Inhoudsopgave Inleiding...3 Hoofdstuk 1 Het jeugdstrafrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 575 Wet van 20 december 2007, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het

Nadere informatie

Artikel 38, 5e lid Bopz (aangepast) Dwangbehandeling

Artikel 38, 5e lid Bopz (aangepast) Dwangbehandeling Artikel 2 Bopz Voorlopige machtiging (vm) Artikel 14 a Bopz (nw) Voorwaardelijke machtiging Artikel 15 Bopz Rechterlijke machtiging op eigen verzoek Artikel 20 Bopz Inbewaringstelling (ibs) Artikel 14

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

De eindigheid van de PIJ-maatregel

De eindigheid van de PIJ-maatregel Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Strafrecht De eindigheid van de PIJ-maatregel Mogelijke oplossingen voor het probleem dat kan ontstaan na het van rechtswege eindigen van een PIJ-maatregel na zeven

Nadere informatie

O P E N B A A R R A P P O R T Rapportnr. 96/575

O P E N B A A R R A P P O R T Rapportnr. 96/575 O P E N B A A R R A P P O R T Rapportnr. 96/575 A. Onderzoek ingevolge art. 15 Wet Nationale ombudsman naar een gedraging van: de minister van Justitie. B. Verzoekschriften van: 1. de heer S. te Groningen,

Nadere informatie

Advies Besluit van (...), houdende vaststelling van het Besluit adviescommissie gegevensverstrekking weigerende observandi

Advies Besluit van (...), houdende vaststelling van het Besluit adviescommissie gegevensverstrekking weigerende observandi Advies Besluit van (...), houdende vaststelling van het Besluit adviescommissie gegevensverstrekking weigerende observandi Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld

Nadere informatie

TBS.^- Nederland. Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus EH DEN HAAG

TBS.^- Nederland. Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus EH DEN HAAG TBS.^- Nederland Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Kenmerk: DIRUIT18/237/HB/svdk Groningen, 14 juni 2018 Betreft:

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Inhoud. Deel I Inleidende beschouwingen 1. Deel II Juridische beschouwingen 17. Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3

Inhoud. Deel I Inleidende beschouwingen 1. Deel II Juridische beschouwingen 17. Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3 Inhoud Deel I Inleidende beschouwingen 1 Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Historische beschouwingen 6 1.3 De actualiteit van het onderwerp 8 1.3.1 De wetenschap 8 1.3.2

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2018 38 Wet van 24 januari 2018 tot vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet

Nadere informatie

De TBS anno Toegang tot de tbs en de dilemma s

De TBS anno Toegang tot de tbs en de dilemma s De TBS anno 2017 Toegang tot de tbs en de dilemma s Toegang tot de tbs met verpleging: 1.oplegging door de rechter 2.hervatting verpleging na VB 3.omzetting tbs met voorwaarden 2 Oplegging door de rechter

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken Op 1 februari 2007 traden de strafuitvoeringsrechtbanken in werking. Heel wat beslissingen die vroeger door de minister van justitie genomen werden, zullen nu door een rechter

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

P R O J U S T I T I A

P R O J U S T I T I A Psychiatrisch onderzoek P R O J U S T I T I A betreffende de heer/mevrouw Voornamen TUSSENVOEGSEL(S) ACHTERNAAM geboren : dag maand jaar te : plaats, land verblijvend : forensisch psychiatrische instelling

Nadere informatie

Geachte heer Teeven. Hierna treft u aan het advies van de NVvR, dat is voorbereid en vastgesteld door de Wetenschappelijke Commissie van de NVvR.

Geachte heer Teeven. Hierna treft u aan het advies van de NVvR, dat is voorbereid en vastgesteld door de Wetenschappelijke Commissie van de NVvR. De Staatssecretaris van veiligheid en Justitie Mr, F. Teeven Postbus 20301 2500 EH Den Haag Datum 29 i 2C 2 Kenmerk 92 2 OO28S8242 T Uw kenmerk 572450526 Onderwerp Conceptwetsvoorstel langdurig toezicht,

Nadere informatie

Strafuitvoeringsrechtbanken

Strafuitvoeringsrechtbanken Strafuitvoeringsrechtbanken v.u.: Jos Vander Velpen, Gebroeders De Smetstraat 75, 9000 Gent Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent foto s: Lieven Nollet tijdstip eerste publicatie: februari 2007 - herwerking:

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enkele andere wetten in verband met de invoering van de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (Invoeringswet herziening tenuitvoerlegging

Nadere informatie

Kan het wetsvoorstel Langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking de toets van het EVRM doorstaan?

Kan het wetsvoorstel Langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking de toets van het EVRM doorstaan? Kan het wetsvoorstel Langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking de toets van het EVRM doorstaan? Universiteit van Amsterdam Master Publiekrecht, Strafrecht Saskia Carolina van Houten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 552 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de beëindiging van de maatregel van terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

Aangenomen en overgenomen amendementen

Aangenomen en overgenomen amendementen Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie Betreffende wetsvoorstel: 34126 Wijziging van het Wetboek

Nadere informatie

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt

VAN REDACTIEWEGE. Levenslang en TBS: een LAT-relatie. PM Schuyt VAN REDACTIEWEGE Levenslang en TBS: een LAT-relatie PM Schuyt Mevr. Mr. Drs. P.M. Schuyt is universitair docent straf en strafprocesrecht aan de universiteit Leiden en redacteur van dit blad. Op 14 maart

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

Masterscriptie Strafrecht. De noodzaak van recente aanscherpingen van de tbs-verlofregeling in het licht van de beveiliging van de samenleving.

Masterscriptie Strafrecht. De noodzaak van recente aanscherpingen van de tbs-verlofregeling in het licht van de beveiliging van de samenleving. Masterscriptie Strafrecht De noodzaak van recente aanscherpingen van de tbs-verlofregeling in het licht van de beveiliging van de samenleving. Naam: Lilianne Janszen Studentnr.: 5601541 Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 175b 28 462 Wijziging van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen in verband met afdelingen voor intensieve zorg en voor intensieve behandeling

Nadere informatie

Tijdelijk verlaten van de inrichting

Tijdelijk verlaten van de inrichting Tijdelijk verlaten van de inrichting Conceptwetsvoorstel opheffen samenloop van regelingen met betrekking tot het tijdelijk verlaten van de inrichting advies d.d. 12 februari 2010 1 2 Samenvatting De Raad

Nadere informatie