Hoe staat het met digitale vaardigheden van Rotterdammers? Programma dienstverlening & vermindering regeldruk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoe staat het met digitale vaardigheden van Rotterdammers? Programma dienstverlening & vermindering regeldruk"

Transcriptie

1 DV Programma dienstverlening & vermindering regeldruk Hoe staat het met digitale vaardigheden van Rotterdammers? Analyse digivaardigheid voor de gemeente Rotterdam 2013

2 Onderdeel van de speerpunten 2013 Dienstverlening aan Rotterdammers Speerpunt Verbeterde dienstverlening aan Rotterdammers in 2013, punt a Verbeteren digivaardigheid: analyse van het probleem Opdrachtgever: Opdrachtnemer: wethouder Moti Programma Dienstverlening en Vermindering Regeldruk Uitgevoerd door Esther Bakker Oktober

3 Inleiding Internettoegang, -gebruik en vaardigheden Internettoegang en gebruik Nederland en Rotterdam Verschil internetgebruik bevolkingsgroepen Effecten internetgebruik en digitale dienstverlening van de overheid Digitale participatie Vereiste vaardigheden voor digitale dienstverlening... 8 Samenvatting en conclusie Groepen met lage digivaardigheid Laaggeletterden Digibeten Laagopgeleiden Gehandicapten en ouderen Vragen om hulp Samenvatting en conclusie Wat gebeurt er al? Rotterdam.nl Pilot Digisterker gemeente Rotterdam Aandacht voor laaggeletterdheid in Rotterdam Overige initiatieven Sociaal Raadslieden Samenvatting en conclusie Aanbevelingen Aanbevelingen Bronvermelding Bijlagen Bijlage 1: Type internetvaardigheden

4 Inleiding De samenleving verandert in hoog tempo en de manier waarop burgers, bedrijven en overheden met elkaar communiceren verandert mee. Digitale communicatie heeft de afgelopen jaren een hoge vlucht genomen. Het traditionele verkeer per papieren post is op zijn retour. Digitale communicatie gaat vaak sneller, is makkelijk en goedkoper dan communicatie via papier. Voor de overheid is het belangrijk om op de veranderende samenleving in te spelen. 1 De overheid beschouwt het digitale kanaal als dé weg om met burgers te communiceren. De huidige regering heeft de ambitie dat burgers en ondernemers uiterlijk in 2017 al hun zaken met de overheid (waaronder de gemeentes) digitaal kunnen afhandelen. 2 Ook de gemeente Rotterdam zet koers naar forse uitbreiding van de digitale dienstverlening. Deze digitale ingang tot de gemeente moet voor een zo groot mogelijke groep burgers toegankelijk zijn en ook daadwerkelijk worden gebruikt. Maar er zal ook een deel van de klanten zijn waarvoor het digitaal zaken doen met de gemeente te moeilijk is. In deze notitie wordt inzichtelijk gemaakt welke groep mensen moeite heeft met het zelfstandig digitaal zaken doen met de gemeente en wat de ambitie op gebied van digitalisering voor hen betekent. Tenslotte wordt een voorstel gedaan tot een aanpak om de dienstverlening aan deze klantgroepen te optimaliseren. Het is belangrijk dat deze mensen niet buiten de boot zullen vallen. 1 Brief Minister R.H.A. Plasterk, BZK (april 2013) betreft Algemeen Overleg Gebruik ICT-mogelijkheden door de overheid 2 Bruggen slaan. Regeerakkoord VVD-PvdA (oktober 2012) 4

5 1. Internettoegang, -gebruik en vaardigheden In deze analyse gaat het vooral om digitale vaardigheden die nodig zijn om online zaken te kunnen regelen met de gemeente Rotterdam. Welke vaardigheden zijn daar eigenlijk voor nodig en welke groepen Rotterdammers hebben daar meer moeite mee dan andere? Voordat hierop ingegaan wordt, volgt eerst relevante informatie over internettoegang en gebruik in Nederland en Rotterdam. 1.1 Internettoegang en gebruik Nederland en Rotterdam De overgrote meerderheid van de Nederlandse burgers is online. Zij beschikken over een pc, een laptop of kunnen het internet op via mobiele telefoon of tablet. Ook het aandeel Rotterdamse huishoudens met een internetaansluiting is het afgelopen decennium fors toegenomen (in 1999 was dit slecht 28%). Het is daardoor veel eenvoudiger geworden om burgers via digitale kanalen te bereiken. De percentages voor computerbezit en internetaansluitingen onder Nederlandse huishoudens groeien nauwelijks meer. Het punt van verzadiging lijkt bereikt. Opmerkelijk is dat 6-10% van de huishoudens in Nederland met een internetaansluiting nooit of slechts een enkele keer gebruik maakt van internet. Hierbij geldt een verband met leeftijd en opleidingsniveau. In de hierna volgende hoofdstukken wordt nader ingegaan op de relatie tussen deze factoren en digitale vaardigheden. Zo goed als alle internetters in Nederland gebruiken inmiddels zoekdiensten als Google, e- mailen (beide 99%), regelen hun bankzaken online (96%) en shoppen online (96%). Vierenhalf miljoen Nederlanders deden in 2013 zelfs hun belastingaangifte online. Ook Rotterdammers zijn actief op internet. Echter het percentage internetgebruik onder Rotterdammers is laag te noemen in vergelijking met de dekkingsgraad voor internet in Nederland. 3 Uit de Omnibusenquête (2013) blijkt verder dat in 2013 meer dan de helft van de Rotterdammers (55%) gebruik maakt van sociale media en dat Rotterdammers steeds meer de voorkeur geven aan digitale communicatie met de gemeente. Zo geeft 39% de voorkeur aan internet om de gemeente te benaderen voor het krijgen van informatie en 37% om iets aan te vragen. Enkele cijfers: Rotterdam jaar 3 Nederland >16 jr 4 Omschrijving Huishoudens met n.b. n.b. n.b. 94% 94% n.b. internetaansluiting Internetgebruik (vraagstelling: maakt u wel eens gebruik van internet?) Gebruik mobiel internet via smartphone of tablet 77% 70% 72% n.b. n.b. n.b. 32% 38% 51% Smartphone 32% Tablet 10% Smartphone 42% Tablet 27% 3 COS, Omnibusenquête Rotterdam feitenkaart Trendrapport internetgebruik Een Nederlands en Europees perspectief. Van Deursen, A.J.A.M. & Van Dijk, J.A.G.M. Universiteit Twente 5

6 Figuur 1: Internetgebruik Rotterdammers en bezoek gemeentelijke website Rotterdam.nl Verschil internetgebruik bevolkingsgroepen Er zijn grote verschillen tussen bevolkingsgroepen in het gebruik van internet. Het gebruik van het internet laat onder andere een verschil naar opleidingsniveau zien. Hoogopgeleiden gebruiken internet veelal voor toepassingen voor informatie, educatie en carrière. Laagopgeleiden richten zich op alle soorten van vermaak en eenvoudige communicatie (chatten). Ook zijn er duidelijke verschillen tussen leeftijdsgroepen. Ouderen doen bijvoorbeeld minder aan telebankieren en e-shoppen. 6 Hoe liggen de verhoudingen in deze bevolkingsgroepen in Rotterdam eigenlijk in vergelijking met de totale Nederlandse bevolking? In Rotterdam wonen naar verhouding iets minder ouderen (65plussers) dan in Nederland, respectievelijk 14,8% en 16,8%. Het opleidingniveau van 15- tot 65-jarige Rotterdammers ten opzichte van Nederland is af te lezen in onderstaande tabel. Opleidingsniveau Rotterdam Nederland Laag 35% 31% Middelbaar 36% 41% Hoog 29% 28% Bron: Enquête BeroepsBevolking (EBB) van CBS, bewerking O&BI. 1.3 Effecten internetgebruik en digitale dienstverlening van de overheid Het gebruik van internet heeft binnen uiteenlopende domeinen een positief effect. Dankzij internet is 56% van de Nederlandse bevolking (>16 jaar) beter op de hoogte van overheidsinformatie en 28% heeft via deze weg een subsidie, uitkering of belastingverlaging ontdekt. En is 17% ooit via een op internet gevonden vacature aan een baan gekomen. Verder blijkt uit onderzoeken dat burgers positief staan tegenover digitale dienstverlening van de overheid. Het is voor hen een vanzelfsprekendheid dat ook de overheid digitale diensten verleent. Dit betekent nog niet dat er ook massaal gebruik van wordt gemaakt, want digitale vaardigheden spelen daarbij ook een rol. 6 5 Staat van Rotterdam 2013 (OBI) 6 De burger kan het niet alleen. Digitale dienstverlening die past bij digitale vaardigheden van burgers. (2013) - Adviesbureau PBLQ/Zenc 6

7 Bekendheid digitale overheidsdienstverlening Toch bleek ook uit onderzoek dat het veelal niet bekend was dat het aanvragen van overheidsdiensten ook digitaal kan Digitale participatie De digitale vaardigheden van personen spelen een grote rol bij het gebruik van digitale diensten, met name bij groepen burgers die in een kwetsbare positie verkeren, bijvoorbeeld vanwege hun afhankelijkheid van de overheid, hogere leeftijd of lagere opleiding. 7 De eerste vereiste om digitaal zaken te doen is geletterd zijn. Figuur 3: Digitale participatieladder 8 Eén van de belangrijke oorzaken van lage digivaardigheid is dan ook laaggeletterdheid*. Daarnaast zijn een (lichamelijke) handicap en het niet mee kunnen komen op kennisniveau oorzaken *) Definitie laaggeletterdheid: Problemen hebbend met lezen en schrijven en zo onvoldoende toegerust zijn voor de eisen van de moderne kenniseconomie. van lage digivaardigheid. Voor deze groepen geldt dat zij vaak meer afhankelijk zijn van de overheid en gemeenten (denk aan beroep doen op toeslagen, uitkeringen, zorg, etc.), maar durven door hun achterstand vaak hun mening over hun beleving en deelname aan de digitale samenleving niet te uiten. Zij hebben veelal weinig zelfvertrouwen en een laag zelfbeeld, dat de drempel om gebruik te maken van digitale dienstverlening vergroot. 7 Naast de mate van digivaardigheid worden in onderzoeken ook de volgende redenen genoemd voor het niet gebruiken van computer/internet: het nut er niet van inzien er niet mee opgegroeid zijn er geen geld voor hebben computerangst * Bij de laatste reden is echter wederom een verband met vaardigheden en kennisniveau. Mensen met computerangst geven bijvoorbeeld aan op te zien tegen Engelse termen die 7 De burger kan het niet alleen. Digitale dienstverlening die past bij digitale vaardigheden van burgers. (2013) - Adviesbureau PBLQ/Zenc 8 (Gebaseerd op) Trendrapport Computer- en Internetgebruik Van Deursen, A.J.A.M. & Van Dijk, J.A.G.M. Universiteit Twente 7

8 gebruikt worden. Het Engelse woord file wordt bijvoorbeeld verward met het Nederlandse woord (auto)file. Er wordt dan niet begrepen wat dat er mee te maken heeft. Ook is er angst dat er zomaar dingen gebeuren zonder dat je er grip op hebt. In dat geval ontbreken echter ook de noodzakelijke vaardigheden om goed met de computer om te gaan Vereiste vaardigheden voor digitale dienstverlening Om in de moderne kenniseconomie te kunnen participeren en in staat te zijn gebruik te maken van digitale diensten zijn, naast geletterdheid, internetvaardigheden nodig. Het CBS heeft voor internetters een indeling gemaakt in internetvaardigheden. Er worden vijf typen internetvaardigheden onderscheiden met een oplopende moeilijkheidsgraad: operationele vaardigheden, de zogenoemde knoppenkennis. Dit is het bedienen van een browser, het kunnen zoeken met een zoekmachine en het invullen en versturen van online formulieren; formele vaardigheden: het kunnen navigeren, het behouden van de oriëntatie tijdens het navigeren op een website en tussen verschillende websites, het openen van zoekresultaten; informatievaardigheden: gericht informatie zoeken in computerbestanden en op het internet, het selecteren en het evalueren daarvan; communicatievaardigheden: het kunnen communiceren met anderen op het internet, bijvoorbeeld door online identiteiten aan te nemen, meningen uit te wisselen, aandacht te trekken; strategische vaardigheden: de capaciteit om computers en het internet als middel te gebruiken voor een bepaald persoonlijk of professioneel doel. Bij het beheersen van strategische vaardigheden is het nodig dat je: jezelf eerst een concreet doel kunt stellen; je bewust bent van de mogelijkheden van het internet; je bewust bent van de mogelijkheden van het internet om de doelen te bereiken; de juiste acties uit kunt voeren; de juiste informatiebronnen kunt combineren; deze doelgericht kunt interpreteren; actie kunt ondernemen op basis van de interpretatie. (Voor meer informatie over de type internetvaardigheden zie bijlage 1.) Het internet heeft beschikbare kennis en informatie op grote schaal toegankelijk gemaakt. Als gevolg daarvan wordt niet het vinden van informatie, maar het vinden van de juiste informatie en het wegen en beoordelen van deze informatie op betrouwbaarheid en bruikbaarheid een steeds belangrijkere vaardigheid (Literacy Expert Group, 2009). 9 Het digitaal regelen van zaken met de overheid is een voorbeeld van doelgericht gebruik van het internet. Dit vraagt vooral informatievaardigheden en strategische vaardigheden, dus vaardigheden op een hoger ontwikkeld niveau. Het CBS onderzocht in een enquête (2012) de computer- en internetvaardigheden van burgers met een computer. Op basis daarvan rekent het CBS 46% van de internetters tot de groep met weinig internetvaardigheden. Ook hier is er een relatie met leeftijd en opleidingsniveau: 45-plussers en vooral 65-plussers zijn doorgaans weinig vaardig. Hoe lager het onderwijsniveau, des te minder internetvaardig. Uit de onderzoeken van 9 Rapport Kernvaardigheden in Nederland (2012). ECBO 8

9 de Universiteit Twente blijkt ook dat Nederlanders redelijk scoren op de operationele en formele vaardigheden, maar dat het aanzienlijk minder goed is gesteld met de informatie- en strategische vaardigheden. 10 Ontwikkeling internetvaardigheden De resultaten van eerder genoemde onderzoeken laten zien dat verdere ontwikkeling van internetvaardigheden voor een deel van de internetters nodig is om digitaal zaken te kunnen doen met de gemeente. Ook blijkt dat laagopgeleiden het minst vaak (zowel privé als zakelijk) deelnemen aan cursussen gericht op de ontwikkeling van internetvaardigheden, terwijl dit de groep is die deze trainingen het hardst nodig heeft gezien het lagere niveau van vaardigheden. 11 Samenvatting en conclusie Zowel het kunnen lezen en schrijven, het bezit van een computer, de toegang tot het internet als computer- en internetvaardigheden zijn belangrijk om gebruik te maken van digitale diensten. Bepaalde bevolkingsgroepen zoals ouderen (14,8% van de Rotterdamse bevolking), laagopgeleiden (35%) en laaggeletterden blijven achter in de benodigde internetvaardigheden om digitaal zaken te kunnen doen met de gemeente. Het percentage internetgebruik onder Rotterdammers is laag in vergelijking met Nederland. Digitale dienstverlening van de overheid niet genoeg bekend. Ondanks dat Rotterdammers steeds meer de voorkeur geven aan digitale communicatie met de gemeente, heeft een deel van de Rotterdammers dus niet de juiste internetvaardigheden om hun zaken online met de gemeente te kunnen regelen. Bovendien maken Rotterdammers minder gebruik van internet dan landelijk gezien het geval is. Gegeven deze feiten is het van belang om ons te richten op de groepen met een lage digitale vaardigheid om een gebruikstoename van digitale diensten te kunnen realiseren en zorg te dragen voor het voorkomen van uitsluiting van deze bevolkingsgroepen op de weg naar digitalisering van de gemeentelijke dienstverlening. Daarbij is het vergroten van de bekendheid van digitale diensten een aandachtspunt. 10 De burger kan het niet alleen. Digitale dienstverlening die past bij digitale vaardigheden van burgers. (2013) - Adviesbureau PBLQ/Zenc 11 Trendrapport internetgebruik Een Nederlands en Europees perspectief. Van Deursen, A.J.A.M. & Van Dijk, J.A.G.M. Universiteit Twente 9

10 2. Groepen met lage digivaardigheid In dit hoofdstuk wordt nader in gezoemd op een aantal groepen waar lage digitale vaardigheid vaker voorkomen dan bij andere bevolkingsgroepen. 2.1 Laaggeletterden Geletterdheid is een basisvaardigheid en daarmee een voorwaarde voor de beheersing van andere, meer specifieke vaardigheden. Zogenoemde laaggeletterden beschikken over onvoldoende lees- en schrijfvaardigheden om zich maatschappelijk te kunnen ontplooien. Dit betekent dat zij bijvoorbeeld niet in staat zijn een formulier in te vullen, hun kinderen een boek voor te lezen en soms zelfs moeite hebben met geld pinnen. Ongeletterden of analfabeten worden niet tot de groep laaggeletterden gerekend. Over de omvang van analfabetisme in Nederland bestaan geen exacte cijfers. In een onderzoek uit 1991 (Doets e.a., 1991) werd geschat dat bij benadering bijna 2,5% van de autochtone Nederlanders in hoge mate functioneel ongeletterd is. De mate van functionele ongeletterdheid onder de allochtone bevolking is aanzienlijk hoger, maar exacte cijfers zijn hierover nauwelijks voorhanden. 12 Het wil niet zeggen dat laaggeletterden ook digibeet (zie paragraaf 2.2 voor uitleg) zijn. De meerderheid van de laaggeletterden beschikt over een computer en heeft internet. Computers kunnen zelfs een krachtig hulpmiddel zijn bij het verhogen van geletterdheid. Echter om digitaal zaken te doen met bijvoorbeeld de gemeente is geletterdheid een vereiste. Prognose In 1994 en 2008 is onderzoek gedaan naar laaggeletterdheid in Nederland. Tussen 1994 en 2008 is het percentage laaggeletterden over het algemeen constant gebleven. 12 In de leeftijdsgroep van 15 tot en met 74 jaar was circa 13% van de Nederlandse bevolking laaggeletterd. 13 (10% van de 16 tot en met 65 jarigen is laaggeletterd) 12 Uit onderzoek (2006) naar laaggeletterdheid in stadregio Rotterdam blijkt dat Rotterdam circa laaggeletterden tussen 15 en 74 jaar telt, 22% van de Rotterdamse bevolking. 14 Geschatte cijfers uit onderzoek in de regio Groot Rijnmond* (2008) laten wederom zien dat het percentage laaggeletterden in deze regio hoger is dan landelijk, namelijk 16% tegen 13%. 13 *) De regio Groot Rijnmond bestaat uit de volgende gemeenten: Albrandswaard, Barendrecht, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Bernisse, Binnenmaas, Bleiswijk, Brielle, Capelle aan den IJssel, Cromstrijen, Dirksland, Goedereede, Hellevoetsluis, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg,Schiedam, Spijkenisse, Strijen, Vlaardingen en Westvoorne. In zijn algemeenheid kunnen we zeggen dat bij ongewijzigd beleid het gemiddelde niveau van geletterdheid tot 2020 verder zal dalen en het percentage laaggeletterden niet afneemt. 15 Samenstelling De groep laaggeletterden bestaat in vergelijking met de groep niet-laaggeletterden relatief vaak uit vrouwen, laaggeschoolden (lager onderwijs of vbo), ouderen, allochtonen uit de 12 Rapport Laaggeletterdheid in Nederland (2011). ECBO 13 Laaggeletterdheid in de regio Groot Rijnmond (2008), CINOP 14 Actieplan laaggeletterdheid Rotterdam Leest! Rotterdam schrijft! (2007) Gemeente Rotterdam, JOS 15 Rapport Laaggeletterdheid in Nederland (2011). Resultaten van de Adult Literacy and Life Skills Survey (ALL), ECBO 10

11 eerste generatie (met de kanttekening dat driekwart van de laaggeletterden autochtoon is) en mensen die niet participeren op de arbeidsmarkt. 16 Onderstaande grafiek (2008) geeft een indicatie van de verhoudingen van deze variabelen in de regio Groot Rijnmond ten opzichte van landelijk. Het eerder genoemde percentage van laaggeletterden in de regio Groot Rijnmond is een afgeleide hiervan. Laaggeletterden (2008) regio Groot Rijnmond* 17 Nederland Allochtoon 59%** 46%** Zonder startkwalificatie (diploma voor havo, vwo, 84% mbo2 of hoger) Onder laagopgeleiden*** 42% Onder degenen in de laagste inkomenscategorieën 32% ***) Definitie laagopgeleiden: Mensen die niet meer dan basisonderwijs, of basisonderwijs en voortgezet onderwijs hebben gevolgd. *) De geschatte percentages zijn afgeleid van landelijke steekproeven. **) Landelijk gezien is 46% van de laaggeletterden allochtoon. Regio Groot Rijnmond heeft echter 10% meer allochtone bevolking dan landelijk. Leeftijdsverdeling laaggeletterden regio Groot Rijnmond (2008) 16 Rapport Laaggeletterdheid in Nederland (2011). ECBO 17 Laaggeletterdheid in de regio Groot Rijnmond (2008), CINOP 11

12 2.2 Digibeten Met digibeet worden mensen bedoeld die geen gebruik maken van internet. Dit kunnen mensen zijn die internet nog nooit hebben gebruikt, maar ook mensen die zijn gestopt met het gebruik van internet. In de laatste groep vallen mensen die langer dan een jaar geen gebruik van internet hebben gemaakt. Hoewel 44% van de digibeten toch een internetaansluiting heeft, onderschrijven digibeten de positieve effecten van internet aanzienlijk minder dan internetgebruikers. Digibeten voelen zich ook redelijk ongemakkelijk door internet omdat zij het medium veelal niet begrijpen. Belangrijkste reden van digibeten om geen gebruik te maken van internet is desinteresse. Andere redenen zijn: gevoel te oud te zijn om er nog mee te beginnen onvoldoende vaardigheden het niet nodig hebben geen tijd hebben. 18 Prognose Slechts een klein deel (7%) van de groep mensen die het internet nog nooit hebben gebruikt, zegt het internet in de toekomst te willen gaan gebruiken. Dit betekent dat de grootste groep niet-gebruikers ook in de toekomst niet zal gaan internetten. 18 Onderzoekers stellen dat het probleem van digibeten blijvend is gezien het structurele probleem van laaggeletterden. 19 Samenstelling Digibeten Aantallen* Rotterdam 2013 (extrapolatie cijfers NL) tussen 12 en 75 jaar ± % onder 65 tot 75 jarigen ± % onder laagopgeleiden ± % *) Bron: COS % Nederland Aandeel laaggeletterden onder internetgebruikers en digibeten (%) Trendrapport Computer- en Internetgebruik J. van Deursen & J. van Dijk. Universiteit Twente De burger kan het niet alleen. Digitale dienstverlening die past bij digitale vaardigheden van burgers. (2013) - Adviesbureau PBLQ/Zenc 20 Trendrapport internetgebruik Een Nederlands en Europees perspectief. Van Deursen, A.J.A.M. & Van Dijk, J.A.G.M. Universiteit Twente 12

13 2.3 Laagopgeleiden Zoals in paragraaf 1.5 is vermeld, zijn voor het gebruik maken van digitale dienstverlening vaardigheden op een hoger ontwikkeld niveau nodig. Het niveau van de internetvaardigheden hangt dus samen met opleidingsniveau en leeftijd. Laagopgeleiden zullen meer moeite hebben om op kennisniveau mee te kunnen komen. In onderzoeken wordt gesteld: hoe lager opgeleid, hoe minder digivaardig. In de groep van jarigen zijn in Rotterdam iets meer (+4%) laagopgeleiden dan procentueel gezien in Nederland. (zie paragraaf 1.2) Gegevens uit de Omnibusenquêtes (COS) laten zien dat circa 37% van de jarige Rotterdammers geen startkwalificatie (dus t/m MAVO, VBO of VMBO) heeft en dus valt in de groep laagopgeleiden. Rotterdam scoort op het aspect voldoende opleiding een 6,5 in de Sociale Index (gemeten onder Rotterdammers van 15 jaar en ouder), deze score valt in de categorie voldoende sociaal. 21 van de 65 Rotterdamse wijken vallen in de categorie kwetsbaar of lager, waarvan 1 in de categorie problematisch of sociaal zeer zwak. In 2008 scoorde Rotterdam (totaal) nog in de categorie kwetsbaar, de laatste jaren laat dus wel een gestage stijging zien. Taalbeheersing speelt echter ook een rol bij het gebruik kunnen maken van digitale dienstverlening. Op het aspect voldoende taalbeheersing scoort Rotterdam een 4,6. Deze score valt in de categorie problematisch. 42 van de 65 Rotterdamse wijken vallen in 2012 in de categorie kwetsbaar of lager, waarvan 29 in de categorie problematisch of sociaal zeer zwak. Sinds 2008 (5,0) zien we jaarlijks een daling in de score op dit aspect Gehandicapten en ouderen Uit onderzoek 22 door PBLQ/Zenc onder burgers met langdurige zorgvragen bleek dat het bezit of het kunnen gebruiken van een computer (trede 2 op de digitale participatieladder, paragraaf 1.4) voor deze mensen niet vanzelfsprekend is. Naast het door een handicap niet in staat zijn een computer te bedienen, noemden zij ook dezelfde redenen als digibeten (paragraaf 2.2) om geen gebruik te maken van computer/internet. Verder blijkt dat degenen uit deze groep die wel gebruik maken van een computer, deze met name gebruiken voor , ontspanning of bijvoorbeeld als een vervanging voor bijvoorbeeld spraak of vanwege een handicap aan hand of arm. Uit eerder genoemde onderzoeken 22 blijken vooral 65-plussers doorgaans weinig digivaardig. Ouderen of mensen die langzaam leren wezen tevens op het ontbreken van (betaalbare) internetcursussen met aangepast tempo. Prognose De vergrijzing neemt toe in Rotterdam. Het aandeel 65-plussers stijgt van circa 14 procent 2013 naar 18 procent in Dit wordt veroorzaakt door minder groei aan de onderkant van de bevolkingspiramide en wat meer aan de bovenkant. De vergrijzing zal echter aanzienlijk minder toenemen dan gemiddeld in Nederland, waar het aandeel 65-plus stijgt van circa Rotterdam sociaal gemeten, 4e meting Sociale Index 2012, COS 22 De burger kan het niet alleen. Digitale dienstverlening die past bij digitale vaardigheden van burgers. (2013) - Adviesbureau PBLQ/Zenc 13

14 naar 24 procent. 23 Ondanks de verwachte groei van de groep ouderen, betekent dit niet per definitie een groei van het aantal mensen dat minder digivaardig is. 2.5 Vragen om hulp Uit voorgaande paragrafen blijkt dat bepaalde bevolkingsgroepen minder in staat zijn om mee te komen in de moderne kenniseconomie en gebruik te maken van de digitale diensten. Steeds vaker komen we daarentegen termen tegen als eigen kracht en worden vanuit diverse hoeken suggesties geopperd dat burgers eerst in hun eigen sociale netwerk om hulp zouden moeten vragen. Maar hoe staan burgers daar zelf eigenlijk tegenover? Uit sociale studies is gebleken dat mensen het vervelend vinden om hulp te vragen en dit belemmert de informele zorg. De angst voor afhankelijkheid en de norm in de maatschappij die steeds meer is gericht op zelfredzaamheid en autonomie liggen daaraan ten grondslag. 24 Zelfs als mensen (82% van de digibeten 25 ) zelf aangeven iemand te kennen die zou kunnen helpen op het gebied van digitale dienstverlening, kan er op basis van gegevens uit sociale studies blijkbaar toch niet vanuit gegaan worden dat zij daadwerkelijk overgaan tot het vragen van die hulp in hun eigen netwerk. Samenvatting en conclusie In Rotterdam zijn procentueel meer laaggeletterden dan in Nederland. De verwachting is dat het percentage laaggeletterden niet afneemt. Het probleem van digibeten is blijvend gezien het grote aandeel laaggeletterden onder digibeten. Hoe lager opgeleid, hoe minder digivaardig. Ruim één derde van de Rotterdammers is laagopgeleid. In 29 van de Rotterdamse wijken is de taalbeheersing onvoldoende (categorie probleem of sociaal zeer zwak uit de sociale index). Onder mensen met langdurige zorgvragen (bijvoorbeeld gehandicapten) en ouderen is het gebruik van een computer/internet niet vanzelfsprekend en sluiten voorzieningen om digivaardigheid te vergroten niet altijd aan bij de behoeften van bepaalde doelgroepen. Hulp vragen van anderen is in het algemeen voor mensen niet vanzelfsprekend. Gezien het structurele probleem van laaggeletterdheid is het van belang dat de gemeente Rotterdam met de digitalisering van dienstverlening blijft aansluiten op deze groep. Daarmee wordt ook een aanzienlijk deel van de groep digibeten ondervangen. Het feit dat een aanzienlijk deel van de Rotterdammers laagopgeleid is, wil niet zeggen dat deze hele groep niet in staat zou zijn om gebruik te maken van de digitale diensten van de gemeente Rotterdam. Echter, het is essentieel om bij de ontwikkeling van digitale diensten oog te hebben voor de groep laagopgeleiden. 23 Bevolkingsprognose Rotterdam , COS (2012) 24 De betekenis van nabijheid - proefschrift L. Linders 25 Trendrapport Computer- en Internetgebruik J. van Deursen & J. van Dijk. Universiteit Twente

15 3. Wat gebeurt er al? 3.1 Rotterdam.nl Het doel voor Rotterdam.nl is een voor iedereen toegankelijke en aantrekkelijke website. Het bevorderen van de toegankelijkheid heeft onder andere te maken met de indeling van de website, teksten, zuivere code en het gebruik van afbeeldingen. Rotterdam.nl werd in 2011 genomineerd voor de Usability Award. Taalniveau De gemeente Rotterdam hanteert B1 taalniveau (volgens de richtlijnen van de Raad van Europa) voor communicatie met Rotterdammers. Deze richtlijn geldt zowel voor schriftelijke communicatie als voor teksten op de website en het digitale loket (Mijn Loket). Taalniveau B1 is eenvoudig Nederlands en kan door 95% van de bevolking begrepen worden. Kenmerken van dit taalniveau zijn: logische opbouw, korte, persoonlijke, actieve zinnen, hoogfrequente woorden. Het gebruik van dit taalniveau moet de toegankelijkheid van de website voor iedereen vergroten. Vormgeving Rotterdam.nl kenmerkt zich door een strakke, heldere en overzichtelijke vormgeving. Via Rotterdam.nl kan het digitale loket van de gemeente Rotterdam, Mijn Loket, benaderd worden. Voor bezoekers moet dit aanvoelen als één omgeving (website). In het laatste kwartaal van 2013 wordt een nieuwe stijlgids voor webapplicaties op Mijn Loket opgeleverd om dit te bewerkstelligen. De (vormgevings)richtlijnen in deze stijlgids zijn een afgeleide van de vormgeving van Rotterdam.nl en de huisstijl van de gemeente Rotterdam. Eenduidigheid tussen de omgevingen van Rotterdam.nl en Mijn Loket en de overzichtelijke vormgeving moeten de gebruiksvriendelijkheid van het gemeentelijke digitale loket vergroten. Bovendien zorgt het herontwerp van Mijn Loket voor betere navigatiemogelijkheden in Mijn Loket en een gedegen basis voor toekomstige uitbreiding van het aanbod aan digitale producten en diensten. 3.2 Pilot Digisterker gemeente Rotterdam 200 werkloze WWB-ers (mensen met een bijstandsuitkering) uit de gemeente Rotterdam worden in het najaar van 2013 tijdens een korte cursus getraind in het elektronisch zaken doen met de overheid, zowel de landelijk als gemeentelijke overheid. De cursus 'Werken met de e-overheid is ontwikkeld door Novay. Cursisten doen in een kleine groep en onder begeleiding van docenten stapsgewijs ervaring op met belangrijke vaardigheden voor het werken met de elektronische overheid. In totaal worden 16 cursussen in de gemeente Rotterdam georganiseerd op verschillende locaties in de stad. Een cursus bestaat uit 4 dagdelen van 2 uur en kent 3 standaardmodules en 1 module toegespitst op digitale dienstverlening van de gemeente Rotterdam. Er wordt aan het einde van de cursus aan de deelnemers gevraagd om een evaluatieformulier in te vullen. Doel: - om als gemeente Rotterdam kennis te maken met de cursus Digisterker. 15

16 - inzicht verkrijgen over of deelnemers na afloop van de cursus zelfstandig in staat zijn om via de elektronische weg zaken te doen met de overheid. Samenwerkende partijen: cluster Dienstverlening, cluster Werk en Inkomen, Bibliotheek Rotterdam en Novay. Op basis van de resultaten en evaluatie van de pilot wordt bepaald of er in 2014 een vervolg komt. 3.3 Aandacht voor laaggeletterdheid in Rotterdam Cluster Maatschappelijke Ontwikkeling zorgt voor het beleid van de aanpak van laaggeletterdheid in Rotterdam en onder andere voor de uitvoering van het Programma Taaloffensief. Programma Taaloffensief Taalachterstand is een hardnekkig probleem in Rotterdam en vormt een belemmering voor mensen om vooruit te komen en iets te bereiken. In 29 van de 65 wijken in Rotterdam is sprake van minder mogelijkheden door taalachterstand van de bewoners. 26 Met Taal in de wijk wil de Gemeente Rotterdam de taalvaardigheid van Rotterdammers verbeteren. Er zijn diverse opleidingsmogelijkheden in Rotterdam, die worden verzorgd door verschillende taalaanbieders. De gemeente Rotterdam heeft veel aandacht voor taal in de wijken. Er wordt daarbij onder andere samengewerkt met de stichting Lezen en Schrijven (Taal voor het Leven). Aandacht voor taalachterstanden en laaggeletterdheid door informatie te verstrekken over hoe taalachterstanden en laaggeletterdheid te herkennen en hoe deze persoon zo snel mogelijk geholpen kan worden om te starten aan een passend traject. Rotterdams Bondgenootschap tegen Laaggeletterdheid Op het niet goed kunnen lezen en schrijven rust een taboe. Laaggeletterden zijn daardoor moeilijk te herkennen en te bereiken. Om laaggeletterden op te sporen en op te leiden is de hulp van hun omgeving hard nodig. Ruim 40 Rotterdamse bedrijven, instellingen, scholen en gemeentelijke diensten hebben hun krachten gebundeld in een bondgenootschap, om de strijd tegen laaggeletterdheid aan te gaan. 3.4 Overige initiatieven Naast de initiatieven van de gemeente Rotterdam is er een veelheid van andere overheden, organisaties en instellingen die zich begeven op het terrein van ontwikkeling van de digitale vaardigheden van burgers en ondernemers. Enkelen voorbeelden zijn: Nederlandse overheid: Verschillende ministeries en uitvoeringorganisaties hebben het opgepakt om voor bijvoorbeeld werknemers/ werkzoekenden te zorgen voor een aanbod om digitaal vaardig te worden. De Belastingdienst laat een onderzoek doen naar de zelfredzaamheid van burgers en bereid flankerend beleid voor. Het ministerie van BZK/ de directie Burgerschap & Informatiebeleid laat een onderzoek doen naar de effectiviteit van 26 Rotterdam sociaal gemeten, 4e meting Sociale Index 2012, COS 16

17 het digivaardigheidsaanbod en de ondersteuningsbehoefte van de aanbieders van digivaardigheidstrainingen. Programma Digivaardig & Digiveilig: binnen dit publiekprivate programma slaan overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties de handen in met als doel de digitale vaardigheden van burgers en de internetveiligheid te vergroten. Meer informatie: Samen Online Nederland: jongeren geven computerles aan ouderen. Het doel van dit gezamenlijke project is de generatiekloof verkleinen. In Rotterdam is ook een samen online initiatief. Meer informatie: Computerwijk: beoogt de digitale zelfredzaamheid bij kwetsbare burgers te vergroten en het digibetisme tegen te gaan. Zij verzorgen cursussen. Na succesvolle pilots in 2011 en 2012 geven zij in 2013 in totaal 41 cursussen: - 16 in deelgemeente Feijenoord - 24 in deelgemeente Charlois - 1 in deelgemeente IJsselmonde Voor 2014 is de doelstelling om 75 cursussen te geven en daarbij uit te breiden naar deelgemeente Delfshaven en Kralingen-Crooswijk Een cursus is 1x per week 2 uur les gedurende 6 weken. ER is plaats voor 6 8 personen per cursus. Het cursus aanbod is geen afgeleide van de vraag. De vraag ligt vele malen hoger. Meer informatie: Sociaal Raadslieden Niet iedereen kan zelf zijn weg vinden in de ingewikkelde wereld van wetten, regelingen, formulieren en (overheids)instellingen. Sociaal Raadslieden (onderdeel van de gemeentelijke organisatie) is erin gespecialiseerd om mensen advies te geven over wat in bepaalde gevallen het beste te doen en waar aan te kloppen als mensen dat zelf niet zo goed weten. Zij helpen bijvoorbeeld ook bij het opstellen van brieven en bezwaarschriften en bij het invullen van ingewikkelde formulieren. De hulp van de Sociaal Raadslieden is vertrouwelijk, kosteloos, toegankelijk voor iedereen en heeft betrekking op uiteenlopende onderwerpen, zoals: uitkeringen en pensioenen, huur- en woonzaken, subsidieregelingen, consumentenzaken, erfrecht, belastingzaken, arbeidszaken en ontslag, vreemdelingenrecht, echtscheiding en studiefinanciering. Jaarlijks kloppen zo n mensen aan bij de Sociaal Raadslieden Rotterdam. Zij zijn samen goed voor klantcontacten. Een aantal deelgemeentes (Alexander, Centrum, Rozenburg) maakt geen gebruik van de diensten van de Sociaal Raadslieden, maar neemt deze dienstverlening af bij andere partijen. In Hoek van Holland is geen sociaal raadsliedenwerk gevestigd. Samenvatting en conclusie De gemeente Rotterdam heeft zeker aandacht voor diverse groepen die op kennisniveau moeite hebben mee te komen in de maatschappij. Er zijn initiatieven op gebied van ontwikkeling van taal en digitale vaardigheden. En Sociaal Raadslieden bieden een vangnet 17

18 voor mensen om hun weg te vinden in wetten, regelingen, schriftelijke formulieren en instellingen. Daarnaast zijn er richtlijnen voor het verstrekken van schriftelijke en online informatie die ervoor moeten zorgen dat gemeentelijke informatie voor de overgrote meerderheid van de Rotterdamse bevolking begrijpelijk is. Maar hiermee is de weg naar het digitaal zaken doen met de gemeente Rotterdam voor iedereen (nog) niet voldoende gedekt. Het percentage van de Rotterdammers dat in het bezit is van een pc of laptop en internettoegang heeft, is dusdanig hoog dat dit geen belemmering vormt om zaken digitaal te kunnen regelen met de gemeente Rotterdam. Echter in voorgaande hoofdstukken werd duidelijk dat slechts het hebben van een computer of internetaansluiting niet voldoende is om in staat te zijn digitaal je zaken te regelen met de gemeente. Maximaal tweederde van de bevolking kan zichzelf voldoende redden in de digitale wereld. Voor het overige deel van de bevolking zal dit niet het geval zijn (bron: prof. J.A.G.M. van Dijk). Bij het maken van beleid op het gebied van dienstverlening aan Rotterdammers zal de gemeente Rotterdam dit gegeven in ogenschouw moeten nemen. De dienstverlening aan de meer kwetsbare groepen in Rotterdam, die juist het vaakst aangewezen zijn op diensten van de gemeente, zal moeten mee bewegen om verantwoord de omslag naar digitalisering te kunnen maken. In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op het volgende punten: Bestaande hulpvoorzieningen meenemen in digitaliseringsslag Gebruik maken van een netwerk Oog voor nieuwe groep Dienstbaar en serviceverlenend als instrument Investeren in eigen kracht Bekendheid digitale dienstverlening vergroten Ontwikkeling van digitale diensten Wegwijs in digitale informatie Mogelijkheid tot proactief handelen van de gemeente De aanbevelingen op deze punten dragen bij aan de ambitie tot uitbreiding van het aanbod en het gebruik van digitale dienstverlening waarbij rekening gehouden wordt met de bevolkingsgroepen die moeite hebben met het zelfstandig digitaal zaken doen met de gemeente Rotterdam. 18

19 4. Aanbevelingen 4.1 Aanbevelingen Bestaande hulpvoorzieningen meenemen in digitaliseringsslag Laaggeletterden hebben in het algemeen moeite met het interpreteren van geschreven informatie en het invullen van formulieren of dit nu schriftelijke of digitaal is. Al voordat de digitalisering werd ingezet, moest deze groep begeleid worden (bijvoorbeeld door de vraagwijzers of formulieren brigade ) in het zaken doen met de gemeente Rotterdam. Dit zal door digitalisering niet minder worden. Daarentegen heeft het digitaal aanvragen van producten en diensten voordelen ten opzichte van het schriftelijk aanvragen: sneller invullen van formulieren doordat op basis van digitale identificatie gegevens vooraf automatisch ingevuld zijn; kostenefficiëntie bij de verwerking in de backoffice. Deze voordelen blijven ook van toepassing als er hulp geboden wordt bij het digitaal zaken doen. De bestaande hulpvoorzieningen binnen de gemeente Rotterdam zullen op de juiste manier afgestemd moeten worden om de omslag te kunnen maken van schriftelijk naar digitaal. Aandacht voor welke mogelijkheden van digitale machtiging er zijn voor specifieke klantgroepen die begeleiding nodig hebben bij digitaal zaken doen met de gemeente, mag daarbij niet ontbreken. Gebruik maken van een netwerk De lage digivaardigheid onder bepaalde bevolkingsgroepen, denk aan laagopgeleiden en mensen met een beperking of handicap, is geen tijdelijk probleem. De gemeente Rotterdam heeft baat bij structurele voorzieningen, die aansluiten op de behoeften van deze klantgroepen om ervoor te zorgen dat ook zij nu en in de toekomst goed bediend blijven. De vraag die beantwoord zou moeten worden is of de gemeente Rotterdam alle hulpvoorzieningen zelf moet leveren. Verbinding zoeken met bestaande vangnetten buiten de gemeentelijke organisatie en elkaar wederzijds versterken kan daarvoor een alternatief zijn. Het is van belang om het netwerk van partijen, bijvoorbeeld die actief zijn op het gebied van ontwikkeling van digitale vaardigheden, in kaart brengen en te kijken hoe de gemeente Rotterdam daarop kan aansluiten. Oog voor nieuwe groep Digibeten die niet laaggeletterd of beperkt door een beperking of handicap zijn, is een nieuwe groep burgers die aandacht vereist van de gemeente als gevolg van digitalisering. Hoewel het aantal digibeten onder bepaalde bevolkingsgroepen, zoals onder ouderen, in de toekomst kan verminderen, is de verwachting dat slechts een klein deel van de totale groep digibeten in de toekomst wel internet zal gaan gebruiken. De gemeente Rotterdam moet bij bestaande vangnetten voorbereid zijn op de toeloop van een nieuwe groep Rotterdammers, namelijk digibeten, die begeleiding nodig heeft bij het digitaal aanvragen van producten en diensten. Dienstbaar en serviceverlenend als instrument Op de ingeslagen weg naar digitalisering is het bij de hand nemen van burgers belangrijk. Het is van belang om in het contact met klanten erachter te komen of er een hulpbehoefte op het gebied van digitale dienstverlening is om deze mensen de juiste weg naar passende hulp te kunnen bieden. Medewerkers met klantcontacten (bijvoorbeeld balie- en callcenter medewerkers) vormen de directe verbinding met Rotterdammers. De gemeente Rotterdam zou medewerkers met klantcontacten actiever moeten inzetten bij kanaalsturing en in de 19

20 begeleiding van klanten met lage digitale vaardigheden naar de juiste gemeentelijke hulp zonder dat klanten daar zelf om hoeven te vragen. Bij deze rol hoort een pro-actieve dienstbare houding en serviceverlenende benadering van klanten. Ook is het van belang om het doe-het-zelf-loket (nu in stadswinkel centrum) optimaal in te zetten voor het begeleiden van klanten. Hier kunnen klanten door een host (gastvrouw/heer) zowel bij het digitaal als schriftelijk doen van bijvoorbeeld aanvragen geholpen worden. Investeren in eigen kracht Bezuinigingen aan het adres van overheden vragen erom dat de gemeente uit moet gaan van wat mensen (nog) wel kunnen. Steeds vaker klinken daarom termen als eigen kracht en burgerkracht. Ondanks dat een groot deel van de mensen aangeeft iemand te kennen die hun zou kunnen helpen, kunnen we daar als gemeente niet zondermeer vanuit gaan. Uit sociale studies is namelijk gebleken dat mensen het vervelend vinden om hulp te vragen en dit belemmert de informele zorg. Daarnaast is het de vraag of iedereen wel in staat is om een eigen netwerk van hulp om zich heen te creëren. De gemeente Rotterdam zou, al dan niet door het inzetten van of verwijzen naar externe partijen, mensen kunnen faciliteren bij het opzetten van een eigen hulpnetwerk. Deze investering resulteert in meer mensen die kunnen terugvallen op een eigen netwerk en geen/minder hulp van de gemeente Rotterdam nodig hebben. Bekendheid digitale dienstverlening vergroten Alleen inzetten op de realisatie van ICT die digitalisering mogelijk maakt en ondersteuning van specifieke klantgroepen is niet voldoende. Uit onderzoek is gebleken dat de bekendheid van het digitaal aanvragen van overheidsdiensten zeer gering is bij burgers met langdurige zorgvragen. Het sturen op het gebruik van het digitale kanaal (kanaalsturing) en het vergroten van de bekendheid ervan in brede zin en in het bijzonder bij specifieke doelgroepen (bijv. burgers met langdurige zorgvragen) verdient zeker aandacht. Kortom, er dient antwoord te komen op de vraag Op welke manieren kan bekendheid van digitale dienstverlening vergroot worden bij verschillende doelgroepen? Ontwikkeling van digitale diensten Het is essentieel om digitale diensten voor een zo groot mogelijke groep klanten toegankelijk te maken. Het gebruik van het taalniveau B1 op Rotterdam.nl en in webapplicaties voor digitale dienstverlening is daarvan een voorbeeld. Bij de ontwikkeling van online producten en diensten is het van belang om, waar dat kan, aansluiting tussen het niveau van het aanbod digitale diensten en het niveau van groepen met een lager ontwikkelingsniveau (bijvoorbeeld laagopgeleiden) te creëren. Dit geldt uiteraard voor het gebruik van taal en terminologie. Ook zou het goed zijn om te onderzoeken of het gebruik van visuele elementen (bijvoorbeeld iconen, afbeeldingen) op de website en in webapplicaties hieraan zou kunnen bijdragen. Consultatie van burgers/belangengroepen kan heel goed ingezet worden als instrument om digitale dienstverlening beter bereikbaar, toegankelijker en begrijpelijker te maken voor minder digitaalvaardige groepen. Want wat is er beter dan de doelgroep zelf of de ervaring van andere partijen met deze groepen in te zetten om beter inzicht te krijgen in hun beleving van de digitale dienstverlening van de gemeente Rotterdam. Een gebruikerstest is een middel dat hiervoor ingezet kan worden. Sturing op consultatie van burgers/belangengroepen bij de ontwikkeling van digitale dienstverlening verdient meer aandacht. 20

Internetgebruik in Nederland 2010. Prof. Dr. Jan A.G.M. van Dijk Vakgroep Media, Communicatie en Organisatie

Internetgebruik in Nederland 2010. Prof. Dr. Jan A.G.M. van Dijk Vakgroep Media, Communicatie en Organisatie Internetgebruik in Nederland 2010 Prof. Dr. Jan A.G.M. van Dijk Vakgroep Media, Communicatie en Organisatie Met C. 150 volledige digibeten bereikt Trendrapport Computer en Internetgebruik 2010 UT (Alexander

Nadere informatie

De Popularisering van het Internet in Nederland Trendrapport Internetgebruik 2011

De Popularisering van het Internet in Nederland Trendrapport Internetgebruik 2011 De Popularisering van het Internet in Nederland Trendrapport Internetgebruik 2011 Prof. Dr. Jan A.G.M. van Dijk Vakgroep Media, Communicatie en Organisatie Trendrapport Computer en Internetgebruik 2010

Nadere informatie

Digitale Ongelijkheid. Dr. Alexander van Deursen Vakgroep Media, Communicatie en Organisatie

Digitale Ongelijkheid. Dr. Alexander van Deursen Vakgroep Media, Communicatie en Organisatie Digitale Ongelijkheid Dr. Alexander van Deursen Vakgroep Media, Communicatie en Organisatie Toegang Motivatie In 2013 is nog maar 6% van de bevolking niet gemotiveerd om internet te gebruiken. Zij hebben

Nadere informatie

Trendrapport Internetgebruik 2012 Managementsamenvatting

Trendrapport Internetgebruik 2012 Managementsamenvatting Trendrapport Internetgebruik 2012 Managementsamenvatting Digitale kloof verschuift van toegang naar gebruik Internet bekleedt een steeds prominentere plaats in het dagelijks leven van de Nederlander, zowel

Nadere informatie

Digitale Ongelijkheid

Digitale Ongelijkheid Digitale Ongelijkheid klantenservice via digitale media Dr. Alexander van Deursen Vakgroep Media, Communicatie en Organisatie Toegang tot digitale media Motivatie 5% niet gemotiveerd om internet te gebruiken

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK LAAGGELETTERDHEID IN LAAK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

Internet toegang van Nederlandse burgers. Dr. Alexander van Deursen

Internet toegang van Nederlandse burgers. Dr. Alexander van Deursen Internet toegang van Nederlandse burgers Dr. Alexander van Deursen Hoe komt gebruik tot stand? GEBRUIK VAARDIGHEDEN - Operationeel - Formeel - Informatie - Strategisch FYSIEKE TOEGANG MOTIVATIE Motivatie

Nadere informatie

Monitor Klik & Tik de Bibliotheek [voorbeeld] september 2014 augustus 2015

Monitor Klik & Tik de Bibliotheek [voorbeeld] september 2014 augustus 2015 Monitor Klik & Tik de Bibliotheek [voorbeeld] september 2014 augustus 2015 Inhoud 1. Inleiding... 1 2. Dienstverlening en deelnemers in de Bibliotheek [voorbeeld]... 2 2.1 Dienstverlening... 2 2.2 Deelnemers...

Nadere informatie

Utrechters digivaardig?

Utrechters digivaardig? Utrechters digivaardig? Analyse van de digitale participatie van Utrechters 1 Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl in opdracht

Nadere informatie

SAMEN DIGITAAL : de opgave

SAMEN DIGITAAL : de opgave SAMEN DIGITAAL : de opgave -> Bibliotheek Utrecht, Mariken van Meer Internetvaardigheden Utrechtse situatie De Utrechtse aanpak / Leven en Leren -> Stichting Digisterker, Piet Boekhoudt CBS typen internetvaardigheden

Nadere informatie

SeniorWeb helpt beginners. Titia Blanksma (SeniorWeb)

SeniorWeb helpt beginners. Titia Blanksma (SeniorWeb) SeniorWeb helpt beginners Titia Blanksma (SeniorWeb) Inhoud 1. Digibeten en minder vaardige internetgebruikers 1. Profiel digibeten 2. Profiel minder vaardige internetgebruikers 1. Hoe helpt en bereikt

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN

Nadere informatie

Rol van de cliënt en de raad in verbetering digitale dienstverlening

Rol van de cliënt en de raad in verbetering digitale dienstverlening Rol van de cliënt en de raad in verbetering digitale dienstverlening 11 april 2013 Peter Keur (p.keur@pblq.nl) Yvette Bommeljé (y.bommelje@pblq.nl) 24-04- 13 Onderwerpen 1. Wat is digitale dienstverlening?

Nadere informatie

Conclusie. Over de relatie tussen laaggeletterdheid en armoede. Ingrid Christoffels, Pieter Baay (ecbo) Ineke Bijlsma, Mark Levels (ROA)

Conclusie. Over de relatie tussen laaggeletterdheid en armoede. Ingrid Christoffels, Pieter Baay (ecbo) Ineke Bijlsma, Mark Levels (ROA) Conclusie Over de relatie tussen laaggeletterdheid en armoede Ingrid Christoffels, Pieter Baay (ecbo) Ineke Bijlsma, Mark Levels (ROA) ecbo - De relatie tussen laaggeletterdheid en armoede A 1 conclusie

Nadere informatie

WONEN EN LEREN VAN VOLWASSENEN IN DE REGIO REGIOVERKEER IN DE VOLWASSENENEDUCATIE

WONEN EN LEREN VAN VOLWASSENEN IN DE REGIO REGIOVERKEER IN DE VOLWASSENENEDUCATIE WONEN EN LEREN VAN VOLWASSENEN IN DE REGIO REGIOVERKEER IN DE VOLWASSENENEDUCATIE drs. J.M. Reijnen Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) 27 januari 2005 In opdracht van de Dienst Stedelijk Onderwijs

Nadere informatie

Monitor Klik & Tik [Voorbeeldbibliotheek]

Monitor Klik & Tik [Voorbeeldbibliotheek] Monitor Klik & Tik [Voorbeeldbibliotheek] Meting 2012-2013 - Voorbeeld van de individuele rapportage voor deelnemende bibliotheken.- Inhoud 1. Inleiding... 1 2. Over de dienstverlening rondom Klik & Tik

Nadere informatie

De Bibliotheek; óók partner in het sociale domein

De Bibliotheek; óók partner in het sociale domein De Bibliotheek; óók partner in het sociale domein Laaggeletterden hebben vaker te maken met armoede, Schuldhulp en gezondheidsproblemen. Gemeenten, wijkteams en consulenten Werk en Inkomen zijn zich hier

Nadere informatie

Digivaardig personeel19. Optimaal gebruik maken van internet

Digivaardig personeel19. Optimaal gebruik maken van internet Digivaardig personeel19 Optimaal gebruik maken van internet LEESWIJZER Ben je zelfstandig ondernemer en overweeg je zakelijk actiever te worden op internet? Dan is deze informatie voor jou. Verdeeld over

Nadere informatie

Schriftelijke en digitale (laag)geletterdheid

Schriftelijke en digitale (laag)geletterdheid Schriftelijke en digitale (laag)geletterdheid Presentatie voor landelijke dag laaggeletterdheid en digitale vaardigheden 13 november 2014 Willem Houtkoop (willem.houtkoop@ecbo.nl Vooruitblik Laaggeletterden

Nadere informatie

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University

Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG - CONCLUSIES Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35%

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35% Laaggeletterdheid in Nederland FACTS & Ongeveer 1 op de 9 Nederlanders tussen de 16 en 65 jaar is laaggeletterd. In totaal zijn dat 1,3 miljoen mensen. Van deze groep is 65% autochtoon. Het aantal laaggeletterden

Nadere informatie

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2012 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven 1 Onderzoek en Business Intelligence Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder

Nadere informatie

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35%

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35% Laaggeletterdheid in Nederland FACTS & Ongeveer 1 op de 9 Nederlanders tussen de 16 en 65 jaar is laaggeletterd. In totaal zijn dat 1,3 miljoen mensen. Van deze groep is 65% autochtoon. Het aantal laaggeletterden

Nadere informatie

Digitale grenzen en mogelijkheden van laaggeletterden en laagopgeleiden

Digitale grenzen en mogelijkheden van laaggeletterden en laagopgeleiden Digitale grenzen en mogelijkheden van laaggeletterden en laagopgeleiden Presentatie voor We leren altijd!, 10 jaar ETV.nl 5 maart 2014 Willem Houtkoop (willem.houtkoop@ecbo.nl Waar hebben we het over Verschillende

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN DELFSHAVEN

LAAGGELETTERDHEID IN DELFSHAVEN LAAGGELETTERDHEID IN DELFSHAVEN Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Trendrapport internetgebruik 2012. Een Nederlands en Europees perspectief

Trendrapport internetgebruik 2012. Een Nederlands en Europees perspectief Trendrapport internetgebruik 2012 Een Nederlands en Europees perspectief 1 Universiteit Twente / Center for e-government Studies Postbus 217 7500AE Enschede T. +31 (0) 53 489 1021 F. +31 (0) 53 489 42

Nadere informatie

Monitor Klik & Tik in bibliotheken

Monitor Klik & Tik in bibliotheken Monitor Klik & Tik in bibliotheken 3 e meting tussenrapportage: september 2014 februari 2015 In opdracht van Contactpersoon KB : De Koninklijke Bibliotheek (KB) : Maaike Toonen Inhoud 1. Inleiding... 1

Nadere informatie

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening

Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Ruim zeven op de tien Leidenaren

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Tanja Traag Van alle jongeren die in 24 niet meer op school zaten, had 6 procent een startkwalificatie, wat inhoudt dat ze minimaal

Nadere informatie

Stichting Lezen & Schrijven

Stichting Lezen & Schrijven Laaggeletterden herkennen en dan? Clarine van Ommeren Apeldoorn 18 september 2014 Initiatief van H.K.H. Prinses Laurentien Doel: het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid op zowel korte als lange

Nadere informatie

Trendrapport Computer en Internetgebruik 2010. Een Nederlands en Europees perspectief

Trendrapport Computer en Internetgebruik 2010. Een Nederlands en Europees perspectief Trendrapport Computer en Internetgebruik 2010 Een Nederlands en Europees perspectief 1 Universiteit Twente / Center for e Government Studies Postbus 217 7500 AE Enschede T. +31 (0) 53 48 1021 F. +31 (0)

Nadere informatie

Zie voor volledige tekst Staatscourant: ministeriële regeling met de standaarden en eindtermen voor de opleiding digitale vaardigheden

Zie voor volledige tekst Staatscourant: ministeriële regeling met de standaarden en eindtermen voor de opleiding digitale vaardigheden Notitie Digisterker-cursussen en de WEB-gelden Versie december 2017 Op 29 september 2017 is de ministeriële regeling met de standaarden en eindtermen voor de opleiding digitale vaardigheden 1 gepubliceerd

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

tieve En Ect Educa traj

tieve En Ect Educa traj Educatieve trajecten Educatieve trajecten In opdracht van gemeentes verzorgt het ROC Kop van Noord- Holland opleidingen voor volwassenen om participatie in de samenleving of op het werk te vergroten: de

Nadere informatie

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35%

Nederland FACTS & FIGURES. Laaggeletterdheid in. Geletterdheid. VAN DE 1,3 MILJOEN laaggeletterden tussen de 15 en 65 jaar zijn: 65% 35% Laaggeletterdheid in Nederland FACTS & Ongeveer 1 op de 9 Nederlanders tussen de 16 en 65 jaar is laaggeletterd. In totaal zijn dat 1,3 miljoen mensen. Van deze groep is 65% autochtoon. Het aantal laaggeletterden

Nadere informatie

Stichting Lezen & Schrijven. Paul Mosterd, directeur Marlies Olthuis, themamanager bedrijven

Stichting Lezen & Schrijven. Paul Mosterd, directeur Marlies Olthuis, themamanager bedrijven Stichting Lezen & Schrijven Paul Mosterd, directeur Marlies Olthuis, themamanager bedrijven Educatie Werkt!, Amsterdam 30 september 2011 Stichting Lezen & Schrijven Stichting Lezen & Schrijven initiatief

Nadere informatie

Kenmerk Uw kenmerk Bijlage(n)

Kenmerk Uw kenmerk Bijlage(n) > Retouradres De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk Bijlage(n) 1 Betreft Kamervragen

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN ROTTERDAM

LAAGGELETTERDHEID IN ROTTERDAM LAAGGELETTERDHEID IN ROTTERDAM Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Huishoudens met inkomen naar belangrijkste bron

Huishoudens met inkomen naar belangrijkste bron INKOMENSBRONNEN ROTTERDAM EN REGIO 2002 In de zomer van 2005 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 2002 van het CBS beschikbaar

Nadere informatie

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2006

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2006 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2006 Begin 2009 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 2006 van het CBS beschikbaar

Nadere informatie

Elektronische dienstverlening

Elektronische dienstverlening Hoofdstuk 4 Elektronische dienstverlening Samenvatting Bewoners kunnen voor steeds meer diensten gebruik maken van de website van de gemeente. De beschikbaarheid van internet mag hierbij vrijwel geen beperkingen

Nadere informatie

Regelhulp & Digitale Inclusie

Regelhulp & Digitale Inclusie Regelhulp & Digitale Inclusie Agenda Regelhulp.nl vernieuwd Samenwerking met gemeenten Samenwerking bibliotheken Samenwerking Manifestgroep Digitale Inclusie Regelhulp Digitale wegwijzer naar informatie

Nadere informatie

Evaluatie van de Digitale Werkplaats

Evaluatie van de Digitale Werkplaats Evaluatie van de Digitale Werkplaats 2016 Dialogic innovatie interactie 1 Datum Utrecht, 16 juni 2017 Auteurs Robbin te Velde Tessa Groot Beumer 2 Dialogic innovatie interactie Dialogic innovatie interactie

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

De probleemstelling voor het onderzoek is als volgt geformuleerd:

De probleemstelling voor het onderzoek is als volgt geformuleerd: Samenvatting De opkomst van Health 2.0 en e-health zorgt ervoor dat de patiënt verandert naar zorgconsument. Health 2.0 zorgt voor een grote mate van patiënt-empowerment; zorgconsumenten nemen zelf de

Nadere informatie

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2005

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2005 Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 005 Begin 008 zijn de inkomensgegevens op gemeentelijk, deelgemeentelijk en buurtniveau uit het Regionaal Inkomens Onderzoek 005 van het CBS beschikbaar

Nadere informatie

Monitor Klik & Tik in bibliotheken Tussenrapportage: september 2013 februari 2014

Monitor Klik & Tik in bibliotheken Tussenrapportage: september 2013 februari 2014 Monitor Klik & Tik in bibliotheken Tussenrapportage: september 2013 februari 2014 In opdracht van Contactpersoon : Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB) : Maaike Toonen Inhoud 1. Inleiding... 1

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 april 2016 Kamervragen 2016Z06751

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 april 2016 Kamervragen 2016Z06751 > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag

Nadere informatie

DE SNELWEG NAAR INFORMATIE OVER 50-PLUSSERS

DE SNELWEG NAAR INFORMATIE OVER 50-PLUSSERS Cijfers 50-plussers en internetgebruik 2011-2012 Informatie via SeniorWeb, april 2012 Prognose 50+ bevolking 2012 2014 2016 50-54 1.214.861 1.249.809 1.273.004 55-59 1.103.954 1.129.357 1.165.305 60-64

Nadere informatie

Verankering laaggeletterdheid in gemeentelijk beleid. Soler Berk Stichting Lezen & Schrijven

Verankering laaggeletterdheid in gemeentelijk beleid. Soler Berk Stichting Lezen & Schrijven Verankering laaggeletterdheid in gemeentelijk beleid Soler Berk Stichting Lezen & Schrijven Dinsdag 30 oktober 2012 Stichting Lezen & Schrijven Stichting Lezen & Schrijven initiatief van H.K.H. Prinses

Nadere informatie

Digitale Ongelijkheid. Dr. Alexander van Deursen Vakgroep Media, Communicatie en Organisatie

Digitale Ongelijkheid. Dr. Alexander van Deursen Vakgroep Media, Communicatie en Organisatie Digitale Ongelijkheid Dr. Alexander van Deursen Vakgroep Media, Communicatie en Organisatie Society Technology Assumpties Digitaal in 2017 doelstelling: In 2017 maken burgers en bedrijven naar volle tevredenheid

Nadere informatie

Hoe maken we onze digitale dienstverlening voor iedereen toegankelijk?

Hoe maken we onze digitale dienstverlening voor iedereen toegankelijk? Hoe maken we onze digitale dienstverlening voor iedereen toegankelijk? NVVB Congres, 18 april 2019 Leonie de Meulemeester Tim Groenenboom Agenda Introductie - Voorstellen VNG Realisatie: Leonie de Meulemeester

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 februari 2012

PERSBERICHT Brussel, 24 februari 2012 PERSBERICHT Brussel, 24 februari 12 STEEDS MEER BELGEN HEBBEN TOEGANG TOT INTERNET In 11 had 77% van de huishoudens internettoegang, meestal via breedband. Dat blijkt uit de resultaten van de ICT enquête

Nadere informatie

Postcode van de bibliotheekvestiging. Vragenlijst 1

Postcode van de bibliotheekvestiging. Vragenlijst 1 Versie: november 2014_2 IN TE VULLEN DOOR BIBLIOTHEEKMEDEWERKER Postcode van de bibliotheekvestiging. De basis en/of Het internet op Vragenlijst 1 Beste deelnemer, U gaat oefenen met internet. De bibliotheek

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN FEIJENOORD

LAAGGELETTERDHEID IN FEIJENOORD LAAGGELETTERDHEID IN FEIJENOORD (excl. Kop van Zuid en Kop van Zuid-Entrepot) Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN IJSSELMONDE EN HOOGVLIET

LAAGGELETTERDHEID IN IJSSELMONDE EN HOOGVLIET LAAGGELETTERDHEID IN IJSSELMONDE EN HOOGVLIET Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN STADSCENTRUM, KOP VAN ZUID EN KOP VAN ZUID-ENTREPOT

LAAGGELETTERDHEID IN STADSCENTRUM, KOP VAN ZUID EN KOP VAN ZUID-ENTREPOT LAAGGELETTERDHEID IN STADSCENTRUM, KOP VAN ZUID EN KOP VAN ZUID-ENTREPOT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University

Nadere informatie

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in 23 Ingrid Beckers en Birgit van Gils In 23 vonden ruim 9 duizend mensen een nieuwe baan. Dat is 13 procent van de werkzame beroepsbevolking. Het aandeel

Nadere informatie

Projectplan. Aanpak laaggeletterdheid bij patienten en/of medewerkers. [Naam organisatie] [auteur] [datum] Werken aan taal heeft veel voordelen

Projectplan. Aanpak laaggeletterdheid bij patienten en/of medewerkers. [Naam organisatie] [auteur] [datum] Werken aan taal heeft veel voordelen Projectplan Aanpak laaggeletterdheid bij patienten en/of medewerkers [Naam organisatie] [auteur] [datum] Werken aan taal heeft veel voordelen [Naam organisatie] vindt het belangrijk om alert te zijn op

Nadere informatie

PIAAC: Kernvaardigheden voor Werk en Leven Resultaten van de Nederlandse survey Willem Houtkoop

PIAAC: Kernvaardigheden voor Werk en Leven Resultaten van de Nederlandse survey Willem Houtkoop PIAAC: Kernvaardigheden voor Werk en Leven Resultaten van de Nederlandse survey 2012 Willem Houtkoop Opzet Achtergrond bij PIAAC Prestaties van NL internationaal vergeleken Laaggeletterdheid in Nederland

Nadere informatie

De bibliotheek draagt actief bij aan preventie en participatie!

De bibliotheek draagt actief bij aan preventie en participatie! De bibliotheek draagt actief bij aan preventie en participatie! 2 Wat speelt er? 3 De drie decentralisaties en de kanteling in het sociaal domein Willen we echt een inclusieve samenleving bouwen waar iedereen,

Nadere informatie

Kanalen in Balans Kanaalsturing bij overheidsorganisaties

Kanalen in Balans Kanaalsturing bij overheidsorganisaties Kanalen in Balans Kanaalsturing bij overheidsorganisaties VNG themabijeenkomst: Emmen 24 februari 2009 Telematica Instituut Dr. Marije L. Teerling Marije.Teerling@telin.nl +31 (0)53 4850480 Kanalen in

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN CHARLOIS

LAAGGELETTERDHEID IN CHARLOIS LAAGGELETTERDHEID IN CHARLOIS Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN OVERSCHIE, PERNIS, HOEK VAN HOLLAND EN ROZENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN OVERSCHIE, PERNIS, HOEK VAN HOLLAND EN ROZENBURG LAAGGELETTERDHEID IN OVERSCHIE, PERNIS, HOEK VAN HOLLAND EN ROZENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University

Nadere informatie

Ondernemers aan het woord bereikbaarheid communicatie vacatures ruimte

Ondernemers aan het woord bereikbaarheid communicatie vacatures ruimte Ondernemers aan het woord 2004 bereikbaarheid communicatie vacatures ruimte Inhoudsopgave bladzijde Inleiding 3 Bedrijfsomgeving 4 Vacatures 6 Uitbreidingsplannen 8 Verplaatingsplannen 10 Bijlage 12 Colofon

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN PRINS ALEXANDER

LAAGGELETTERDHEID IN PRINS ALEXANDER LAAGGELETTERDHEID IN PRINS ALEXANDER Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Laaggeletterdheid, herkennen & doorverwijzen

Laaggeletterdheid, herkennen & doorverwijzen Laaggeletterdheid, herkennen & doorverwijzen Lydia de Jong, Jorijn Tragter 28 mei 2016 Wie zijn wij? Voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid en bevordering van digitale vaardigheid. Actie programma

Nadere informatie

WHITEPAPER. Wat is een. Responsive website? Voordelen van een. Responsive website? Hoe start je met een. Responsive website? RESPONSIVE WEBSITES

WHITEPAPER. Wat is een. Responsive website? Voordelen van een. Responsive website? Hoe start je met een. Responsive website? RESPONSIVE WEBSITES WHITEPAPER RESPONSIVE WEBSITES Wat is een Responsive website? Voordelen van een Responsive website? Hoe start je met een Responsive website? INTRODUCTIE Met het downloaden van deze whitepaper kunnen we

Nadere informatie

Hoofdstuk 7. Elektronische dienstverlening en website

Hoofdstuk 7. Elektronische dienstverlening en website Hoofdstuk 7. Elektronische dienstverlening en website Samenvatting Van de Leidenaren heeft inmiddels 95% de beschikking over internet. Ruwweg betekent dit dat vrijwel alle Leidenaren tot 65 jaar over internet

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Wikken en Wegen van Burgers op een Balans van Kanalen

Wikken en Wegen van Burgers op een Balans van Kanalen Wikken en Wegen van Burgers op een Balans van Kanalen Prof. Dr. Jan van Dijk Universiteit Twente Kanaalgedrag in Gebruikersperspectief Plaats BURGER (kenmerken) Kiest Gebruikt Evalueert KANAAL SITUATIE

Nadere informatie

Dr. Amber Walraven 190ste plenaire SWR-conferentie Leusden, 29-30 mei 2015

Dr. Amber Walraven 190ste plenaire SWR-conferentie Leusden, 29-30 mei 2015 Jongeren en ict, niet altijd even vanzelfsprekend. Dr. Amber Walraven 190ste plenaire SWR-conferentie Leusden, 29-30 mei 2015 Veel gehoorde geluiden Veel gehoorde geluiden Kanttekening: Jongeren minder

Nadere informatie

Internetgebruik onder niet-westerse allochtonen

Internetgebruik onder niet-westerse allochtonen Internetgebruik onder niet-westerse allochtonen Ger Sleijpen beschikken over iets meer internetvaardigheden dan autochtonen. Dit verschil wordt voor een groot deel verklaard doordat jongeren bij niet-westerse

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving De relatie tussen leesvaardigheid en de ervaringen die een kind thuis opdoet is in eerder wetenschappelijk onderzoek aangetoond: ouders hebben een grote invloed

Nadere informatie

Doelgroepenanalyse Rotterdam Oude Noorden

Doelgroepenanalyse Rotterdam Oude Noorden Doelgroepenanalyse Rotterdam Oude Noorden Doelgroepen Iedereen is welkom bij Resto VanHarte. Maar mensen of groepen die sociaal geïsoleerd zijn of dreigen te raken krijgen onze speciale aandacht. Wij willen

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HILLEGERSBERG-SCHIEBROEK

LAAGGELETTERDHEID IN HILLEGERSBERG-SCHIEBROEK LAAGGELETTERDHEID IN HILLEGERSBERG-SCHIEBROEK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN KRALINGEN-CROOSWIJK

LAAGGELETTERDHEID IN KRALINGEN-CROOSWIJK LAAGGELETTERDHEID IN KRALINGEN-CROOSWIJK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Ingrid Beckers Ruim de helft van de werkzame beroepsbevolking werkte in 22 op onregelmatige tijden. Werken in de avonduren en op zaterdag komt het meeste voor.

Nadere informatie

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 8 november 2006 1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Nadere informatie

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013

Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013 Maart 2014 Feitenkaart VVE-monitor Rotterdam 2013 Onderzoek peuterspeelzalen en kinderdagverblijven Deze feitenkaart bevat de resultaten van de jaarlijkse Oktobertelling onder alle Rotterdamse peuterspeelzalen

Nadere informatie

Kanalen in Balans Kanaalsturing bij overheidsorganisaties

Kanalen in Balans Kanaalsturing bij overheidsorganisaties Kanalen in Balans Kanaalsturing bij overheidsorganisaties VNG themabijeenkomst: Haarlem 5 februari 2009 Telematica Instituut Dr. Marije L. Teerling Marije.Teerling@telin.nl +31 (0)53 4850480 Kanalen in

Nadere informatie

Hierbij delen wij u mee dat op donderdag 13 februari het Bondgenootschap Laaggeletterdheid regio Nijmegen is opgericht.

Hierbij delen wij u mee dat op donderdag 13 februari het Bondgenootschap Laaggeletterdheid regio Nijmegen is opgericht. Maatschappelijke Ingekomen stuk D1 (PA 12 maart 2014) Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail

Nadere informatie

Subsidieaanvraag Taalhuis Netwerkaanpak tegen laaggeletterdheid

Subsidieaanvraag Taalhuis Netwerkaanpak tegen laaggeletterdheid Subsidieaanvraag Taalhuis Netwerkaanpak tegen laaggeletterdheid 17 oktober 2016 Contactpersoon: Cyril Crutz Directeur-bestuurder 0485-583 500 / 06-27093679 c.crutz@biblioplus.nl www.biblioplus.nl Inleiding

Nadere informatie

M201107. Mix and Match. Het gebruik van digitale media in het MKB. drs. R van der Poel

M201107. Mix and Match. Het gebruik van digitale media in het MKB. drs. R van der Poel M201107 Mix and Match Het gebruik van digitale media in het MKB drs. R van der Poel Zoetermeer, maart 2011 Mix and Match Ondernemers moeten goed voor ogen houden welke doelstellingen zij met digitale media

Nadere informatie

Postcode van de bibliotheekvestiging. Vragenlijst 2. U heeft geoefend met internet. De bibliotheek heeft u daar graag bij geholpen.

Postcode van de bibliotheekvestiging. Vragenlijst 2. U heeft geoefend met internet. De bibliotheek heeft u daar graag bij geholpen. Versie: november 2014_2 IN TE VULLEN DOOR BIBLIOTHEEKMEDEWERKER Postcode van de bibliotheekvestiging. De basis en/of Het internet op Vragenlijst 2 Beste deelnemer, U heeft geoefend met internet. De bibliotheek

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN NOORD

LAAGGELETTERDHEID IN NOORD LAAGGELETTERDHEID IN NOORD Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT

Nadere informatie

Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten. Tweede meting werkgevers en werknemers

Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten. Tweede meting werkgevers en werknemers Samenvatting Benchmark O&O beleid gemeenten Tweede meting werkgevers en werknemers 2 Inleiding In deze brochure vindt u de belangrijkste resultaten van de benchmark Opleiden en Ontwikkelen. De benchmark

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,

Nadere informatie

Weinig mensen sociaal aan de kant

Weinig mensen sociaal aan de kant Weinig mensen sociaal aan de kant Tevredenheid over de kwaliteit van relaties Hoge frequentie van contact met familie en vrienden Jongeren spreken of schrijven hun vrienden elke week 15 Drie op de tien

Nadere informatie

1. Waarom wilt u deze cursus volgen? Welke dag is het vandaag? - - [dag] [maand] [jaar] Beste deelnemer,

1. Waarom wilt u deze cursus volgen? Welke dag is het vandaag? - - [dag] [maand] [jaar] Beste deelnemer, Welke dag is het vandaag? - - [dag] [maand] [jaar] Beste deelnemer, U gaat leren werken met de digitale overheid, ook wel e-overheid genoemd. De bibliotheek helpt u daar graag bij. Wij willen u daarom

Nadere informatie

Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking

Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking Wisselingen tussen werkloosheid en nietberoepsbevolking Ronald van Bekkum (UWV), Harry Bierings en Robert de Vries In arbeidsmarktbeleid en in statistieken van het CBS wordt een duidelijk onderscheid gemaakt

Nadere informatie

Arbeidsaanbod naar sociaaldemografische kenmerken

Arbeidsaanbod naar sociaaldemografische kenmerken CPB Memorandum Sector : Arbeidsmarkt en Welvaartsstaat Afdeling/Project : Arbeid Samensteller(s) : Rob Euwals, Daniël van Vuuren, Adri den Ouden, Janneke Rijn Nummer : 171 Datum : 12 december 26 Arbeidsaanbod

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie