Pertussis kinkhoest A37

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Pertussis kinkhoest A37"

Transcriptie

1 Pertussis kinkhoest A37 1. Algemeen Kinkhoest is een acute besmettelijke ziekte van de tractus respiratorius. Zij wordt veroorzaakt door de bacterie Bordetella pertussis en minder frequent door Bordetella parapertussis. Het langdurige hoesten wordt veroorzaakt door toxines. Sterfte ten gevolge van kinkhoest komt weinig voor en dan voornamelijk bij kinderen jonger dan een half jaar. Zuigelingen worden niet of nauwelijks beschermd door maternale antistoffen. Vaccinatie biedt wel bescherming tegen de ziekte. Die bescherming neemt echter in de loop der tijd af. Kinkhoest bij gevaccineerde personen verloopt in het algemeen licht. 2. Ziekte 2.1 Verwekker Bordetella pertussis is een aërobe, gramnegatieve bacterie die diverse toxines produceert. Ook Bordetella parapertussis, nauw verwant aan B. pertussis kan een kinkhoestachtig ziektebeeld veroorzaken. 2.2 Pathogenese B. pertussis en B. parapertussis hechten zich aan het trilhaarepitheel in de luchtwegen en produceren daar meerdere lokaal werkende toxinen. B. pertussis produceert in tegenstelling tot B. parapertussis bovendien pertussistoxine. (Omdat pertussistoxine lymfocytose veroorzaakt wordt het ook wel lymfocytosis promoting factor of LPF genoemd). Lokale necrotiserende weefselschade, ontstaan door de inwerking van toxine, leidt tot de typische hoest en vormt mogelijk ook de uitlokkende factor voor apneus bij zuigelingen. B. pertussis is niet invasief. 2.3 Incubatieperiode 7 tot 10 dagen, nooit langer dan 21 dagen. 2.4 Ziekteverschijnselen Kinkhoest begint met een catarraal stadium: een gewone (neus)verkoudheid en algeheel malaisegevoel. Vooral s nachts is er een harde droge prikkelhoest. Later treedt deze hoest ook overdag op. Na één tot twee weken gaat het catarrale stadium over in een paroxysmaal stadium: verscheidene expiratoire hoeststoten, die elkaar snel opvolgen, waarna een lange piepende inhalatie volgt. De patiënt kan vijf tot vijftien hoeststoten hebben, voordat hij ademhaalt en dit kan wel vijftig keer per etmaal optreden. Het hoesten gaat gepaard met het opgeven van helder, taai sputum. Soms braakt de patiënt. Dit paroxysmale stadium kan ruim twee weken duren. In het derde stadium, het reconvalescentie stadium gaan de typische hoeststoten over in een losse hoest die nog enkele weken duurt. Bij zuigelingen kunnen in het catarrale stadium niet-specifieke symptomen zoals voedingsstoornissen en niet goed groeien op de voorgrond staan. Bij pasgeborenen en prematuren kan kinkhoest zelfs geheel atypisch verlopen met apneus en cyanose terwijl het hoesten ontbreekt. Bij personen die gedeeltelijk immuun zijn (gevaccineerde kinderen, volwassenen) kan een milder beeld optreden met langdurig hoesten als enige symptoom. 2.5 Verhoogde kans op ernstig beloop Niet of gedeeltelijk gevaccineerde zuigelingen jonger dan een jaar hebben een verhoogd risico op complicaties. Bij hen kan cerebrale schade ontstaan door hypoxie tijdens hoestbuien of door apneu. Ook kinderen met ernstige hart- of longafwijkingen LCI/RIVM richtlijn infectieziekten 1

2 hebben bij kinkhoest een verhoogd risico op complicaties door hypoxie. Ten gevolge van de verhoogde druk door het hoesten kunnen subconjunctivaal, in de alveoli of intracerebraal, bloedingen ontstaan. De meest voorkomende complicatie van kinkhoest is een secundaire pneumonie. Sterfte ten gevolge van kinkhoest komt in Westerse landen weinig voor, en dan voornamelijk bij ongevaccineerde kinderen jonger dan een half jaar. In ontwikkelingslanden zonder vaccinatieprogramma maar met ondervoeding en vele onderliggende infecties verloopt kinkhoest vaker fataal, ook bij peuters. 2.6 Immuniteit Het doormaken van kinkhoest geeft geen levenslange immuniteit. Vier tot twintig jaar na doorgemaakte kinkhoestinfectie neemt de immuniteit af. Ook vaccinatie beschermt niet levenslang maar circa vier tot twaalf jaar. Zowel doorgemaakte infectie als vaccinatie beschermen langer tegen klinische verschijnselen van kinkhoest dan tegen infectie. Na hernieuwd contact met B. pertussis treedt een boostereffect op en is men weer tijdelijk immuun. Hoewel er wel transplacentaire overdracht van antistoffen tegen pertussis mogelijk is, bieden maternale antistoffen in de praktijk nauwelijks bescherming aan de pasgeborene. De antistoftiter bij de moeder is over het algemeen laag en de overgedragen antistoffen worden door het kind snel afgebroken. (Hea04) 3. Diagnostiek 3.1 Microbiologische diagnostiek Kweek Kweek van nasofaryngeaal materiaal wordt in de praktijk bij individuele diagnostiek weinig meer toegepast, maar is wel van belang in het kader van surveillance van circulerende stammen. Kweek heeft een hoge specificiteit maar een lage sensitiviteit. Ongeveer vier weken na het begin van de ziekte is de kweek vrijwel altijd negatief, behalve bij kinderen < 1 jaar bij wie de bacterie zich langer kan handhaven. Nota bene: Voor de kweek van B. pertussis is specifiek afnamemateriaal (dacronwattenstok) en transportmedium noodzakelijk. PCR PCR op nasofaryngeaal materiaal heeft een hogere sensitiviteit dan kweek, maar ook hier geldt dat het materiaal bij voorkeur zo vroeg mogelijk in de ziekte wordt afgenomen (eveneens met dacronwattenstok). Serologie Na infectie met B. pertussis worden antistoffen gevormd tegen de verschillende antigenen van de bacterie. De antistofrespons wordt beïnvloed door leeftijd, vaccinatiestatus, reeds eerder doorgemaakte infectie en tijdsverloop sinds de eerste ziektedag. Het RIVM dat een groot deel van de kinkhoestdiagnostiek in Nederland verzorgt bepaalt IgA tegen B. pertussis en IgG tegen pertussistoxine en interpreteert de uitslag aan de hand van de leeftijd en klinische gegevens. Vaak volstaat eenpuntsserologie. Als echter in het eerste serum de antistoftiters onder het niveau zijn dat specifiek is voor een actuele of zeer recente infectie dan dient enkele weken later een tweede serum onderzocht te worden. De immuunrespons kan namelijk traag verlopen. Ook bij personen die recent (korter dan één jaar geleden) gevaccineerd zijn met acellulair kinkhoestvaccin is tweepuntsserologie noodzakelijk om door middel van titerstijging een recente infectie aan te tonen. Vaccinatie met ak kan namelijk een sterke antistofrespons veroorzaken waardoor eenpuntsserologie niet meer betrouwbaar is. De interpretatie van kinkhoestuitslagen van andere laboratoria is afhankelijk van de LCI/RIVM richtlijn infectieziekten 2

3 gebruikte testen. Niet alle in omloop zijnde testen zijn gevalideerd en gestandaardiseerd. De keuze voor PCR of serologie is afhankelijk van de ziekteduur. Bij een ziekteduur minder dan drie weken is B. pertussis vaak nog aanwezig in de nasofarynx en heeft PCR de voorkeur. Indien de PCR negatief is wordt alsnog serologie ingezet. Als het hoesten langer dan drie weken duurt heeft serologie de voorkeur, behalve bij kinderen <1 jaar bij wie PCR en/of kweek zinvol is ongeacht de ziekteduur. 3.2 Overige diagnostiek Bij patiënten met kinkhoest veroorzaakt door B.pertussis wordt vaak een lymfocytose gezien, met name bij zuigelingen en ongevaccineerden. Een infectie met B.parapertussis veroorzaakt geen lymfocytose omdat deze bacterie geen pertussistoxine produceert. 4. Besmetting 4.1 Reservoir De mens. 4.2 Besmettingsweg Transmissie vindt plaats door het aanhoesten van druppeltjes vanuit de keelholte van de patiënt. 4.3 Besmettelijke periode Besmettelijkheid is het grootst in het begin van het catarrale stadium, voordat de typische hoestbuien beginnen en duurt tot vier weken nadat deze hoestbuien begonnen zijn. Door antibioticatherapie wordt de besmettelijkheid teruggebracht tot vijf à zeven dagen na de start van de therapie. Dit geldt ook indien drie dagen azitromycine gegeven wordt, in verband met de lange halfwaardetijd van azitromycine. 4.4 Besmettelijkheid Kinkhoest is zeer besmettelijk. Bij blootstelling aan een symptomatische kinkhoestpatiënt binnen het gezin raakt 90% van de onbeschermde contacten geïnfecteerd. Kinkhoest wordt overgebracht door patiënten met een symptomatische infectie. Met name in landen met een hoge vaccinatiegraad spelen adolescenten en volwassenen een steeds belangrijkere rol in de transmissie van kinkhoest. 5. Desinfectie Oppervlakken: Instrumenten (niet huid- of slijmvliesdoorborend): Instrumenten (wel huid- of slijmvliesdoorborend): Textiel: Intacte huid: Niet-intacte huid: Handen: standaardmethode Verspreiding 6.1 Risicogroepen Iedereen die niet (meer) beschermd is door vaccinatie of een doorgemaakte infectie kan (opnieuw) kinkhoest krijgen. LCI/RIVM richtlijn infectieziekten 3

4 6.2 Verspreiding in de wereld Kinkhoest komt wereldwijd voor. Naar schatting van de WHO zijn er jaarlijks 45 miljoen ziektegevallen en sterfgevallen door kinkhoest. Er zijn grote verschillen in de gerapporteerde incidentie, deels reëel door verschillen in de preventie- en bestrijdingsstrategie, deels ook door verschillen in diagnose en rapportagecriteria. 6.3 Voorkomen in Nederland Sinds 1996 is het aantal gevallen van kinkhoest in Nederland toegenomen. Jaarlijks worden er nu 4000 tot 8000 gevallen van kinkhoest gemeld. In 250 tot 500 gevallen is ziekenhuisopname noodzakelijk. Sterfte ten gevolge van kinkhoest komt weinig voor (in de orde van één geval per jaar) en treedt met name op bij ongevaccineerde zuigelingen. 7. Behandeling De hoestbuien bij kinkhoest zijn het gevolg van de schade aan het epitheel van de luchtwegen. B. (para)pertussis is alleen in het catarrale en vroeg-paroxismale stadium in de luchtwegen aantoonbaar. Door behandeling met macroliden wordt de bacterie geëlimineerd en secundaire ziektegevallen voorkomen. Het is onduidelijk of behandeling in het catarrale stadium tot een klinisch relevante verkorting van de ziekteduur of vermindering van de ernst van de symptomen leidt. In het verleden werd bij kinkhoest erytromycine gedurende veertien dagen voorgeschreven. Uit recent onderzoek blijken echter een kortere behandelduur met erytromycine en behandeling met azitromycine of claritromycine ook effectief. (Zie voor behandeling en profylaxe 9.4) Zie voor uitgebreide informatie over de behandeling de richtlijn van de Stichting Werkgroep Antibioticabeleid. 8. Preventie 8.1 Immunisatie Passief Niet van toepassing. Actief Er zijn zowel cellulaire als acellulaire vaccins beschikbaar. Beide vaccins moeten intramusculair worden toegediend. De dosis voor DKTP is 1 ml per injectie, voor akvaccin 0,5 ml. De voorkeursplaats voor injectie bij kinderen tot twee jaar is de Musculus vastus lateralis. Bij oudere kinderen komt de Musculus deltoideus het eerst in aanmerking; de Musculus triceps is een alternatief. Cellulaire vaccins Cellulaire vaccins zijn gemaakt van gedode, hele bacteriën. Zij bevatten veel antigenen en veroorzaken soms milde bijwerkingen. In het Nederlandse Rijksvaccinatieprogramma werd tot 2005 cellulair kinkoestvaccin gebruikt in de DKTPinenting. De bescherming van de verschillende cellulaire kinkhoestvaccins is wisselend. De K-component van de Nederlandse DKTP-inenting leek sinds 1994 minder effectief te zijn geworden, mogelijk door verandering in de circulerende B. pertussisbacteriën. Er kunnen lokale en systemische reacties optreden die vrijwel altijd na vaccinaties worden gezien, zoals roodheid, pijn en zwelling op de plaats van injectie alsmede huilen en wat hangerigheid. Heftige bijwerkingen van het DKTP-vaccin zijn vrijwel altijd toe te schrijven aan de K-component daarin. Er blijkt geen oorzakelijk verband te bestaan tussen kinkhoestvaccinatie en epilepsie. Wel is het zo dat er bij het syndroom van West (een vorm van epilepsie) een relatie bestaat tussen het manifest worden van de ziekte en vaccinatie. De eerste verschijnselen treden vaker dan gemiddeld kort na vaccinatie op. Later na vaccinatie is de kans juist kleiner dan LCI/RIVM richtlijn infectieziekten 4

5 gemiddeld, er is dus geen sprake van een toename van de ziekte, maar van een verschuiving van het manifest worden ervan. (Re-)vaccinatie met cellulaire vaccins na de leeftijd van vier tot zes jaar wordt onwenselijk geacht vanwege de bijwerkingen. Acellulaire vaccins Acellulaire vaccins bevatten in verschillende combinaties de eiwitcomponenten pertussistoxine, pertactine, filamenteus hemagglutinine en fimbriae. De effectiviteit van het vaccin hangt af van het aantal componenten. Er kunnen lokale en systemische reacties optreden die vrijwel altijd na vaccinaties worden gezien, zoals roodheid, pijn en zwelling op de plaats van injectie alsmede huilen en wat hangerigheid. Acellulaire vaccins kunnen wel gebruikt worden voor (re-)vaccinatie op latere leeftijd, het is echter nog niet duidelijk hoe vaak men vaccinatie mag herhalen. Vaccinatie tegen kinkhoest is sinds 1953 opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Tot 2005 werd op de leeftijd van twee, drie, vier en elf maanden een DKTP-injectie gegeven met een cellulaire K-component en op de leeftijd van vier jaar een vaccinatie met acellulair kinkhoestvaccin. Vanaf begin 2005 wordt ook in het eerste levensjaar een acellulair kinkhoestvaccin gebruikt. 8.2 Algemene preventieve maatregelen Hoesthygiëne. Contact van nog ongevaccineerde zuigelingen met hoestende en niezende personen dient men te vermijden. 9. en naar aanleiding van een geval 9.1 Bronopsporing Bronopsporing is niet nodig. Er worden geen maatregelen geadviseerd ten aanzien van de bron. 9.2 Contactonderzoek Ga altijd na of er in de directe omgeving van een kinkhoestpatiënt personen zijn met een verhoogd risico op een ernstig beloop van kinkhoest. 9.3 en ten aanzien van patiënt en contacten Het doel van de maatregelen naar aanleiding van een geval van kinkhoest is uitsluitend de preventie van ernstige complicaties van kinkhoest bij contacten. Gezien het veelvuldig voorkomen van niet als zodanig herkende kinkhoestinfecties bij volwassenen hebben maatregelen naar aanleiding van het relatief kleine aantal gemelde gevallen geen effect op de circulatie van B. pertussis. Voordat er tot maatregelen wordt overgegaan dient de diagnose kinkhoest bij de indexpatiënt door laboratoriumonderzoek bevestigd te zijn. Echter als er in het gezin een niet- of onvolledig gevaccineerde zuigeling aanwezig is dient, bij verdenking van kinkhoest bij een van de gezinsleden, in afwachting van de laboratoriumdiagnostiek reeds gestart te worden met behandeling en profylaxe. en buiten het gezin worden alleen ingesteld na overleg met de GGD en als de diagnose bij de indexpatiënt bevestigd is door laboratoriumonderzoek. Klinische diagnose van kinkhoest is niet betrouwbaar. Met bevestiging door laboratoriumonderzoek wordt voorkomen dat er ten onrechte profylaxe wordt ingesteld. LCI/RIVM richtlijn infectieziekten 5

6 Gezinssituatie: Indien een kinkhoestpatiënt deel uitmaakt van een gezin met niet of onvolledig gevaccineerde kinderen < 1 jaar of kinderen die op het punt staan om geboren te worden (zwangerschap > 34 weken) is chemoprofylaxe voor alle gezinsleden geïndiceerd. Elke vaccinatie draagt bij aan bescherming en na 3 vaccinaties (gegeven tussen 2 tot 4 maanden) zijn kinderen beschermd tegen kinkhoest. De vervolgvaccinaties (11 maanden en 4 jaar) zorgen voor een langere bescherming. Profylaxe voor de zuigeling zelf beschermt deze tegen ernstige symptomen van de ziekte. (Gra87) (Buy95-7) Profylaxe voor de overige gezinsleden wordt ingesteld om verdere transmissie binnen het gezin te stoppen. (Ser95) (Hal99) Profylaxe moet ingesteld worden binnen drie weken na de aanvang van de hoestbuien bij de indexpatiënt. De attack-rate in gezinnen die na drie weken met profylaxe starten is gelijk aan attackrate in gezinnen zonder profylaxe. (Ser95) Overweeg bij nog ongevaccineerde zuigelingen in het gezin van een kinkhoestpatiënt om tevens vervroegd te starten met vaccinatie, vanaf de leeftijd van vier weken. Vaccinatie geeft langdurigere bescherming dan profylaxe. Indien een kinkhoestpatiënt deel uitmaakt van een gezin waar een van de kinderen een verhoogd risico heeft op complicaties van kinkhoest door ernstig onderliggend hart- of longlijden kan profylaxe voor alle gezinsleden overwogen worden. Overleg hierover met de behandelend specialist. Profylaxe voor het kind zelf beschermt het tegen ernstige symptomen van de ziekte. Profylaxe voor de overige gezinsleden wordt ingesteld om verdere transmissie binnen het gezin te stoppen. Indien er in het gezin van een kinkhoestpatiënt een kind is met verhoogd risico wordt bij alle kinderen de vaccinatiestatus gecontroleerd en zo nodig op peil gebracht. Ter preventie van reïntroductie van kinkhoest in het gezin. Vaccinatie geeft langdurigere bescherming tegen kinkhoest dan profylaxe. Verblijfsinstelling: Indien in een verblijfsinstelling zoals een verpleeghuis of een instelling voor mensen met een beperking één of meer gevallen van kinkhoest worden vastgesteld en er zijn tevens personen aanwezig met een verhoogd risico op ernstig beloop van kinkhoest kan profylaxe overwogen te worden. De omvang van de outbreak, de intensiteit van de onderlinge contacten, de vaccinatietoestand van de bewoners en het risico op complicaties van kinkhoest zijn bepalend voor het vaststellen van de doelgroep voor profylaxe. In de literatuur zijn enkele outbreaks beschreven waar profylaxe effectief is gebleken om de transmissie te doorbreken. (Ste88) ( Fis89) LCI/RIVM richtlijn infectieziekten 6

7 In plaats van profylaxe kan ook overwogen worden om verscherpte surveillance in te stellen. Door verscherpte surveillance worden vroegtijdig nieuwe gevallen opgespoord. Behandeling in een vroeg stadium vermindert de besmettelijkheid en zodoende de kans op verspreiding binnen de instelling. Het is onduidelijk of vroegbehandeling, in het catarrale stadium, tot een klinisch relevante verkorting van de ziekteduur of vermindering van de symptomen leidt. (Ber87) (Wir98) Echter na bekende blootstelling is bij personen met klachten die een verhoogd risico hebben op ernstig beloop vroegbehandeling liefst na afname van materiaal voor diagnostiek toch aan te raden. Ziekenhuis: Indien in een ziekenhuis kinkhoest wordt vastgesteld bij een medewerker of patiënt dient te worden nagegaan of deze intensief contact heeft gehad met patiënten met een verhoogd risico op ernstig beloop van kinkhoest. Vanwege de dynamiek in deze setting (opnameduur, overplaatsingen, dienstroosters) is het van belang goed in kaart te brengen wie, wanneer in welke mate contact heeft gehad met de kinkhoestpatiënt. Overleg met de arts-microbioloog en de afdeling ziekenhuishygiëne van het betreffende ziekenhuis en met de LCI. Overweeg om profylaxe in te stellen. De omvang van de outbreak, de intensiteit van de contacten, de vaccinatietoestand van de betrokken patiënten en het risico op complicaties van kinkhoest zijn bepalend voor het beleid. In de literatuur zijn enkele outbreaks beschreven waar profylaxe werd toegepast. (Lin75) (Chri95) In plaats van profylaxe kan ook overwogen worden om verscherpte surveillance in te stellen. Door verscherpte surveillance worden vroegtijdig nieuwe gevallen opgespoord. Behandeling in een vroeg stadium vermindert de besmettelijkheid en zodoende de kans op verspreiding binnen de instelling. Het is onduidelijk of vroegbehandeling tot een klinisch relevante verkorting van de ziekteduur of vermindering van de symptomen leidt. (Ber87) (Wir98) Echter na bekende blootstelling is bij personen met een verhoogd risico op ernstig beloop vroegbehandeling, liefst na afname van materiaal voor diagnostiek toch aan te raden. Kinderdagverblijf: Indien er bij een kind of leidster van een kinderdagverblijf kinkhoest wordt vastgesteld dienen de ouders hierover geïnformeerd te worden. De ouders van onvolledig gevaccineerde kinderen jonger dan één jaar dienen gericht geïnformeerd te worden, waarbij hen geadviseerd wordt om de vaccinatie op peil te brengen en in de tussentijd alert te zijn op symptomen. Gezien de hoge vaccinatiegraad in Nederland en het in het Rijksvaccinatieprogramma gehanteerde vaccinatieschema zullen de meeste kinderen die een kindercentrum bezoeken tenminste al gedeeltelijk beschermd zijn tegen kinkhoest. De circulatie van B. pertussis lijkt beperkt. (Fij00) (Sru00) Er zijn in de literatuur geen onderzoeken beschreven naar de effectiviteit van profylaxe in kindercentra. Een belangrijke voorwaarde voor een effectieve profylaxe te weten het volgens voorschrift innemen van LCI/RIVM richtlijn infectieziekten 7

8 de medicatie door alle personen van de doelgroep blijkt echter al moeilijk te vervullen. (Bos04) Kortdurende contacten: Indien een kinkhoestpatiënt in de besmettelijke periode incidenteel contact heeft gehad met een niet-gevaccineerde zuigeling (bijvoorbeeld tijdens een kraamvisite) is waarschuwing van de ouders/verzorgers geïndiceerd, opdat zij alert zijn op eventuele symptomen van kinkhoest en tijdig diagnostiek en behandeling kunnen laten instellen. Er is geen onderzoek bekend naar de noodzaak en effectiviteit van profylaxe na kortdurende contacten. Het is onduidelijk of vroegbehandeling, in het catarrale stadium, tot een klinisch relevante verkorting van de ziekteduur of vermindering van de symptomen leidt. (Ber87) (Wir98) Echter na bekende blootstelling is bij kinderen met een verhoogd risico op ernstig beloop vroegbehandeling liefst na afname van materiaal voor diagnostiek toch aan te raden. 9.4 Profylaxe Profylaxe en therapieadvies: Volwassenen: azitromycine 500 mg 1 dd; gedurende 3 dagen. Kinderen > 4 weken: azitromycine 10 mg/kg 1 dd, maximaal 500 mg; gedurende 3 dagen. Kinderen < 4 weken: claritromycine: kind < 1 week en > 2000 gram, en kind ouder dan 1 week:15 mg/kg per 24 uur, verdeeld in 2 doses, gedurende 5 dagen. Bij zwangerschap: erytromycine 500 mg 4 dd; gedurende 7 dagen. Zie voor uitgebreide informatie over de behandeling en de profylaxe de richtlijn van de Stichting Werkgroep Antibiotica (SWAB). Toelichting Wat betreft profylaxe van kinkhoest zijn er alleen studies bekend met erytromycine. Het is echter aannemelijk dat andere macroliden, die bij de behandeling van kinkhoest even effectief zijn gebleken als erytromycine, deze werkzaamheid ook als profylaxe hebben. (Aoy96) (Leb01) Op grond van een gunstiger bijwerkingenprofiel en een kortere behandelduur gaat de voorkeur uit naar azitromycine. (Lan04) Voor kinderen jonger dan 4 weken wordt claritromycine geadviseerd. Bij zwangerschap blijft erytromycine de eerste keus. 9.5 Wering van werk, school of kinderdagverblijf Wering van school of kinderdagverblijf is niet nodig. Wel verdient het aanbeveling om het vóórkomen van kinkhoest bijvoorbeeld op een school te melden aan de ouders van klasgenoten van de patiënt. Zij kunnen dan in hun eigen gezin alert zijn op verschijnselen van kinkhoest en tijdig contact opnemen met hun huisarts. Dit is met name van belang als er ongevaccineerde zuigelingen in het gezin zijn of andere personen met een verhoogd risico op ernstig verloop van kinkhoest. Als de diagnose kinkhoest wordt gesteld, is de meest besmettelijke periode meestal verstreken of heeft mogelijke besmetting reeds plaatsgevonden. Voor iedereen waarbij kinkhoest voorkomt in het gezin en die professioneel contact heeft met kinderen waarbij een verhoogde kans is op ernstig beloop, wordt geadviseerd diagnostiek in te zetten en te onderzoeken of de werknemer kinkhoest heeft. Als de medewerker kinkhoest blijkt te hebben, overleg dan met een artsmicrobioloog of met de LCI. Overweeg om profylaxe in te stellen. In plaats van profylaxe kan ook overwogen worden om verscherpte surveillance in te stellen. LCI/RIVM richtlijn infectieziekten 8

9 Het is onduidelijk of vroegbehandeling, in het catarrale stadium, tot een klinisch relevante verkorting van de ziekteduur of vermindering van de symptomen leidt. (Ber87) (Wir98) Echter na bekende blootstelling is bij kinderen met een verhoogd risico op ernstig beloop vroegbehandeling liefst na afname van materiaal voor diagnostiek toch aan te raden. Door verscherpte surveillance worden vroegtijdig nieuwe gevallen opgespoord. 10. Overige activiteiten 10.1 Meldingsplicht Kinkhoest is een meldingsplichtige ziekte groep B2. Het laboratorium en de arts melden aan de GGD. De GGD meldt anoniem conform de Wet publieke gezondheid en levert gegevens voor de landelijke surveillance van meldingsplichtige ziekten. Meldingscriterium: kinderen en volwassenen met hoestklachten gedurende ten minste 14 dagen. of 1 van de 3 volgende symptomen: paroxysmaal hoesten hoesten met een piepende ademhaling braken na hoesten in combinatie met: Ten minste 1 van de 3 laboratoriumcriteria aantonen van B. pertussis of B. parapertussis een hoge antistoftiter in eerste serum, passend bij recente infectie* (significante) titerstijging in tweepuntsserologie of contact (< 3 weken) met een persoon bij wie de infectie is bevestigd bij personen die recent (korter dan één jaar geleden) gevaccineerd zijn met acellulair kinkhoestvaccin is eenpuntsserologie niet geschikt om een recente infectie aan te tonen. * Als er zich in een instelling meerdere gevallen met klachten en symptomen passend bij de ziekteverwekker uit deze richtlijn voordoen kan er sprake zijn van meldingsplicht op basis van artikel 26 Wet publieke gezondheid Inschakelen van andere instanties (Provinciale) entadministratie Andere protocollen en richtlijnen NHG-standaard Acuut Hoesten. LCI-Verpleegkundig Stappenplan Infectieziekten (VSI) Kinkhoest en registratieformulier Kinkhoest, Landelijk beschikbaar voorlichtings- en informatiemateriaal Vragen en antwoorden kinkhoest RVP-folder DKTP, Hib, HepB en Pneu RVP-folder DKTP-prik 4 jaar 10.5 Literatuur - Aoyama T, Sunakawa K, Iwata S et al. Efficacy of short-term treatment of pertussis with clarithromycin and azithromycin. J Pediatr. 1996;129: LCI/RIVM richtlijn infectieziekten 9

10 - Bergquist SO, Bernander S, Dahnsjo H, Sundelof B. Erythromycin in the treatment of pertussis: a study of bacteriological and clinical effects. Pediatr Infect Dis J 1987;6(11): Brouwer AFJ, Gils JF van, Brand PLP, Graaf JH de.perinatale pertussis: van moeder naar kind. Ned Tijdschr Geneeskd 2001;145 (47): Buynder PG van, Owen D, Vurdien JE, Andrews NJ, Matthews RC, Miller E. Bordetella pertussis surveillance in England and Wales: Epidemiol. Infect. 1999;123: Christie CDC, Glover AM, Wilkie MJ, Marx ML, Reising SF, Hutchinson NM. Containment of pertussis in the regional pediatric hospital during the Greater Cincinnati Epidemic of Infect Control Hosp Epidemiol 1995;16: Dodhia H, Miller E. Review of the evidence for the use of erythromycin in the management of persons exposed to pertussis. Epidemiol Infect 1998;120: Fije C, Hoebe C, Bové L et al. Transmissie van kinkhoest in kinderdagverblijven lijkt gering. Infectieziektenbulletin 2000;11(2): Fisher MC, Long SS, McGowan KL, Kaselis E, Smith DG. Outbreak of pertussis in a residential facility for handicapped people. J Pediatr 1989;114: Gezondheidsraad. Vaccinatie tegen kinkhoest. Den Haag: Gezondheidsraad, 2004; publicatie nr 2004/04. - Granstrom G, Sterner G, Nord CE, Granstrom M. Use of erythromycin to prevent pertussis in newborns of mothers with pertussis. J infect Dis 1987;155: Halperin SA, Bartolussi R, Langley JM et al. Seven days of erythromycin is as effective as fourteen days for the treatment of Bordetella pertussis infections. Pediatrics 1997;100: Halperin SA, Bortolussi R et al. A randomised placebo-controlled trial of erythromycin estolate chemoprophylaxis for household contacts of children with culturepositive B. pertussis infection. Pediatrics 1999;104(4):e42. - Healy CM, Munoz FM, Rench MA et al. Prevalence of pertussis antibodies in maternal delivery,cord and infant serum. J Infect Dis 2004;15 190(2): Honein MA, Paulozzi LJ, Himmelright IM et al. Infantile hypertrophic pyloric stenosis after pertussis prophylaxis with erythromycin: a case review and cohort study. Lancet 1999;354: Langley JM, Halperin SA, Boucher FD et al. Azithromycin is as effective and better tolerated than erythromycin estolate for the treatment of pertussis. Pediatrics 2004:14, Lebel MH, Mehra S. Efficacy and safety of clarithromycin versus erythromycin for the treatment of pertussis: a prospective randomized single blind trial. Pediatr Infect Dis J 2001;20: Linnemann CC Jr, Ramundo N, Perlstein PH, Minton SD, Englender GS. Use of pertussis vaccine in an epidemic involving hospital staff. Lancet 1975;ii: Melker HE de, Conyn-van Spaendonck MAE, Rümke HC et al. Pertussis in the Netherlands: an outbreak despite high levels of immunisation with whole cell vaccine. Emerg Inf Dis 1997;3;2: Mertens PL et al. An epidemic of pertussis among elderly people in a religious institution in the Netherlands. Eur J Clin Microbiol Infect Dis 1999;18(4): Serres G de, Boulianne N, Duval B. Field effectiveness of erythromycin prophylaxis to prevent pertussis within families. Pediatr Infect Dis J1995;14: Srugo I, Benilevi D, Madeb R et al. Pertussis Infection in fully vaccinated children in day-care centers, Israel. Emerg Infect Dis. 2000;6(5): Steketee RW, Wassilak SGF, Adkins WN Jr et al. Evidence for a high attack-rate and efficacy of erythromycin prophylaxis in a pertussis outbreak in a facility for the developmentally disabled. J Infect Dis 1988;157: Versteegh FG, Schellekens JF, Nagelkerke AF, Roord JJ. Laboratory-confirmed reinfections with Bordetella pertussis. Acta Paediatr 2002;91:95-7. LCI/RIVM richtlijn infectieziekten 10

11 - Wirsing von König CH, Postels-Multani S, Bogaerts H et al. Factors influencing the spread of pertussis in households. Eur J Pediatr 1998;157: Optimaliseren van het antibioticabeleid in Nederland VIII. Herziene SWAB-richtlijnen voor antimicrobiële therapie bij thuis-opgelopen pneumonie. ( 43C519/$FILE/cap_nl2005.pdf) 11. Wijzigingen Goedgekeurd Gezondheidsraad, maart December 2007: wijziging in paragraaf 9.3 en ten aanzien van patiënt en contacten. 'Bij wijze van uitzondering kan de behandelend arts bij de klinische diagnose kinkhoest in afwachting van de resultaten van laboratoriumonderzoek reeds starten met gezinsprofylaxe.' Deze zin is vervangen door: 'Echter als er in het gezin een niet- of onvolledig gevaccineerde zuigeling aanwezig is dient, bij verdenking van kinkhoest bij een van de gezinsleden, in afwachting van de laboratoriumdiagnostiek reeds gestart te worden met behandeling en profylaxe.' November 2008: aanpassing paragraaf 10.1 conform de Wet publieke gezondheid. Februari 2009: de paragraaf behandeling is gebaseerd op de adviezen voor therapie van de Stichting Werkgroep Antibioticabeleid (SWAB). Maart 2009: het registratieformulier pertussis-kinkhoest is als bijlage II bij de richtlijn geplaatst. Augustus 2009: aan paragraaf 10.1 Meldingsplicht is de volgende zin toegevoegd: Bordetella parapertussis is niet meldingsplichtig. Het is echter wel mogelijk om dit (vrijwillig) in Osiris te melden. Februari 2010: B. parapertussis is conform de ECDC-meldingscriteria toegevoegd aan de meldingsplicht. December 2010: paragraaf 3 Diagnostiek is goedgekeurd door NVMM. Juni 2012: paragraaf 9.4 wijziging in profylaxe voor kinderen jonger dan 1 jaar. Januari 2014: paragraaf 9.4 toevoeging bij claritromycine voor kinderen, gedurende 5 dagen. Hierbij sluiten wij aan bij het advies van de praktijk van kinderartsen. Juni 2016: paragraaf 4.3 toevoeging Dit geldt ook indien drie dagen azitromycine gegeven wordt, in verband met de lange halfwaardetijd van azitromycine. LCI/RIVM richtlijn infectieziekten 11

Kinkhoest Richtlijn Meldingsplichtige ziekte groep B2

Kinkhoest Richtlijn Meldingsplichtige ziekte groep B2 Kinkhoest Richtlijn Meldingsplichtige ziekte groep B2 Laboratorium en behandelend arts melden binnen 1 werkdag aan de arts infectieziektebestrijding van de GGD. De GGD meldt anoniem conform de Wet publieke

Nadere informatie

Kinkhoest Richtlijn Meldingsplichtige ziekte groep B2

Kinkhoest Richtlijn Meldingsplichtige ziekte groep B2 Kinkhoest Richtlijn Meldingsplichtige ziekte groep B2 Laboratorium en behandelend arts melden binnen 1 werkdag aan de arts infectieziektebestrijding van de GGD. De GGD meldt anoniem conform de Wet publieke

Nadere informatie

RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING VLAANDEREN PERTUSSIS KINKHOEST

RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING VLAANDEREN PERTUSSIS KINKHOEST / richtlijn A37 RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING VLAANDEREN PERTUSSIS KINKHOEST Basistekst: LCI/Gr 03.2005, laatst gewijzigd 02.2010 Vlaamse versie: 11.05.2015 11.05.2015 Richtlijn infectieziektebestrijding

Nadere informatie

Kinkhoest. Kinkhoest of pertussis is een acute bacteriële infectie van de luchtwegen.

Kinkhoest. Kinkhoest of pertussis is een acute bacteriële infectie van de luchtwegen. Kinkhoest Ziektebeeld Kinkhoest of pertussis is een acute bacteriële infectie van de luchtwegen. Het ziektebeeld kan variëren van een milde hoest tot ernstige ziekte. Klassiek wordt kinkhoest gekenmerkt

Nadere informatie

Kinkhoest. Ziektebeeld

Kinkhoest. Ziektebeeld 137 Kinkhoest Ziektebeeld Kinkhoest of pertussis is een acute, heel besmettelijke, bacteriële infectie van de luchtwegen. Het klinisch beeld is afhankelijk van de leeftijd en de vaccinatiestatus van de

Nadere informatie

LCI-richtlijn Kinkhoest

LCI-richtlijn Kinkhoest LCI-richtlijn Kinkhoest Diagnostiek (met medewerking van de NVMM) Microbiologische diagnostiek Directe diagnostiek Voor detectie van infectie met B.pertussis is PCR van nasofaryngeaal materiaal aanzienlijk

Nadere informatie

Kinkhoest in Vlaanderen anno 2014. Dr. Luc Pattyn

Kinkhoest in Vlaanderen anno 2014. Dr. Luc Pattyn Kinkhoest in Vlaanderen anno 2014 Dr. Luc Pattyn Kinkhoest bordetella sp *Gram negatieve bacterie *species : pertussis, parapertussis,holmesii, hinzii.. *Virulentie : productie van pertussistoxine, filamentair

Nadere informatie

Kinkhoest en zwangerschap

Kinkhoest en zwangerschap Kinkhoest en zwangerschap www.jijwij.nl Kinkhoest is een besmettelijke ziekte van de luchtwegen die vooral gevaarlijk is voor niet of onvolledig gevaccineerde baby s. Daarom maakt kinkhoestvaccinatie al

Nadere informatie

Kinkhoest: niet alleen een kinderziekte!

Kinkhoest: niet alleen een kinderziekte! Kinkhoest: niet alleen een kinderziekte! Informatiefolder over kinkhoest (preventie) Kinkhoest niet alleen een kinderziekte Kinkhoest is een infectie van de luchtwegen die wordt veroorzaakt door de bacterie

Nadere informatie

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln B06 Bijlage I Rubella en zwangerschap, richtlijnen voor de praktijk Beleid naar aanleiding van een (mogelijk) contact (zie toelichting 1) Inventariseer

Nadere informatie

RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING VLAANDEREN PERTUSSIS KINKHOEST

RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING VLAANDEREN PERTUSSIS KINKHOEST RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING VLAANDEREN PERTUSSIS KINKHOEST Basistekst: LCI/Gr 03.2005, laatst gewijzigd 02.2010 Vlaamse versie: 05/2017 (revisie onder leiding van prof. Callens) 25.04.2017 Richtlijn

Nadere informatie

1 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

1 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) 1 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2016) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) 8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2012) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING VLAANDEREN PERTUSSIS KINKHOEST

RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING VLAANDEREN PERTUSSIS KINKHOEST RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING VLAANDEREN PERTUSSIS KINKHOEST Basistekst: LCI/Gr 03.2005, laatst gewijzigd 02.2010 Vlaamse versie: 05/2017 25.04.2017 Richtlijn infectieziektebestrijding Vlaanderen

Nadere informatie

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2013) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2014) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2015) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

Kinkhoest. Inleiding. Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

Kinkhoest. Inleiding. Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2017) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste lucht-wegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

Mazelen. Coschap Huisarts- en Sociale geneeskunde Huisartsenpraktijk P.A.J. van de Kar Jiske Sloekers

Mazelen. Coschap Huisarts- en Sociale geneeskunde Huisartsenpraktijk P.A.J. van de Kar Jiske Sloekers Mazelen Coschap Huisarts- en Sociale geneeskunde Huisartsenpraktijk P.A.J. van de Kar Jiske Sloekers 25-04-2019 Wat is mazelen? Virusinfectie morbellivirus Aerogene druppel verspreiding Primaire infectie

Nadere informatie

Preventie van kinkhoestmorbiteit

Preventie van kinkhoestmorbiteit Preventie van kinkhoestmorbiteit Waarom zijn pediaters paranoia? Welke kink zit er in de kabel? Vlaams infectieziektebulletin 85/2013/3 Koen De Schrijver Voorkomen van kinkhoest, nieuwe gevallen 2008-2012

Nadere informatie

Kinkhoest Richtlijn. Versiebeheer. Pathogenese. 22/12/2018 Pagina 1 van 18

Kinkhoest Richtlijn. Versiebeheer. Pathogenese. 22/12/2018 Pagina 1 van 18 Kinkhoest Richtlijn Pertussis slijmhoest honderddagenhoest Samenvatting Verwekker:Bordetella pertussis(gramnegatieve bacterie). Besmettingsweg:druppelinfectie uit neus- en keelholte (hoesten, niezen).

Nadere informatie

Kinkhoest is gevaarlijk voor zuigelingen en jonge kinderen

Kinkhoest is gevaarlijk voor zuigelingen en jonge kinderen Samenvatting Kinkhoest is gevaarlijk voor zuigelingen en jonge kinderen Kinkhoest is een gevaarlijke ziekte voor zuigelingen en jonge kinderen. Hoe jonger het kind is, des te vaker zich restverschijnselen

Nadere informatie

RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING VLAANDEREN PERTUSSIS KINKHOEST

RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING VLAANDEREN PERTUSSIS KINKHOEST RICHTLIJN INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING VLAANDEREN PERTUSSIS KINKHOEST Basistekst: LCI/Gr 03/2005, laatst gewijzigd 12/2018 Vlaamse versie: 03/2019 Versiebeheer: Aanpassing aan wijzigingen LCI 12/2018: o Bijvoeging

Nadere informatie

Kinkhoest vaccinatie. Ann Buyens. 16 november 2013

Kinkhoest vaccinatie. Ann Buyens. 16 november 2013 Kinkhoest vaccinatie Ann Buyens 16 november 2013 Kinkhoest Gramnegatieve coccobacillus Species: Bordetella pertussis, Bordetella parapertussis, Bordetella bronchiseptica, Bordetella avium, Bordetella hinzii,

Nadere informatie

Vragen en antwoorden over het besluit van de minister van VWS van 28 april 2004 over een combinatievaccin met een acellulaire kinkhoestcomponent

Vragen en antwoorden over het besluit van de minister van VWS van 28 april 2004 over een combinatievaccin met een acellulaire kinkhoestcomponent Vragen en antwoorden over het besluit van de minister van VWS van 28 april 2004 over een combinatievaccin met een acellulaire kinkhoestcomponent Algemeen 1. Waarom besluit de minister om het DKTP-Hib-vaccin

Nadere informatie

KINKHOEST KINDERGENEESKUNDE FRANCISCUS VLIETLAND

KINKHOEST KINDERGENEESKUNDE FRANCISCUS VLIETLAND KINKHOEST KINDERGENEESKUNDE FRANCISCUS VLIETLAND Kinkhoest In Nederland krijgen kinderen van drie, vier, vijf en elf maanden de zogenoemde DKTP-vaccinatie voor difterie, kinkhoest, tetanus en polio. Door

Nadere informatie

biologie pilot vwo 2015-II

biologie pilot vwo 2015-II Kinkhoest Kinderziektes zijn in Nederland gelukkig zeldzaam geworden. Dat komt doordat bijna elke baby tegen die ziektes wordt gevaccineerd. Een vroeger beruchte kinderziekte is kinkhoest, waar vooral

Nadere informatie

rondzending kinkhoestserologie 2015

rondzending kinkhoestserologie 2015 rondzending kinkhoestserologie 2015 SKML infectieziekten serologie Deelnemersmiddag 24 mei 2016 Thera Trienekens, arts-microbioloog VieCuri kinkhoest Catarraal Paroxysmaal Reconvalescentie Incidentie

Nadere informatie

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 14 aug 2013 (week 33)

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 14 aug 2013 (week 33) Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 14 aug 2013 (week 33) Bron gegevens: Osiris/CIb LCI/CIb IDS. Auteurs: Esther Swart, Mirjam Knol (CIb EPI). Met dank aan Henriette Giesbers, VZP, en Irmgard

Nadere informatie

Ziekenhuizen. Cytomegalovirusinfecties bij zwangeren

Ziekenhuizen. Cytomegalovirusinfecties bij zwangeren Ziekenhuizen Cytomegalovirusinfecties bij zwangeren Werkgroep Infectie Preventie Vastgesteld: februari 2007 Revisie: februari 2012 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits de

Nadere informatie

Community-acquired pneumonie. Kliniek, verwekkersen antibioticabeleid. Michiel Bos(huisarts) en Sunita Paltansing/Elise Kraan. (artsen-microbioloog)

Community-acquired pneumonie. Kliniek, verwekkersen antibioticabeleid. Michiel Bos(huisarts) en Sunita Paltansing/Elise Kraan. (artsen-microbioloog) Community-acquired pneumonie Kliniek, verwekkersen antibioticabeleid Michiel Bos(huisarts) en Sunita Paltansing/Elise Kraan (artsen-microbioloog) DUO dagen 2014 Casus: 53-jarige vrouw Anamnese: Meer daneenweek

Nadere informatie

Epidemiology of pertussis in the Netherlands and implications for future vaccination strategies de Greeff, S.C.

Epidemiology of pertussis in the Netherlands and implications for future vaccination strategies de Greeff, S.C. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Epidemiology of pertussis in the Netherlands and implications for future vaccination strategies de Greeff, S.C. Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

DRAAIBOEK INFECTIEZIEKTEN CLB. Mazelen

DRAAIBOEK INFECTIEZIEKTEN CLB. Mazelen 139 Mazelen Ziektebeeld Mazelen is een zeer besmettelijke, acute, virale infectieziekte die gekenmerkt wordt door een typische huiduitslag. Klassiek begint mazelen met prodromale symptomen. Klachten tijdens

Nadere informatie

Legionella. Annemarie Essink Longziekten 05-03-2014

Legionella. Annemarie Essink Longziekten 05-03-2014 Legionella Annemarie Essink Longziekten 05-03-2014 Indeling Historie Epidemiologie en pathogenese Klinische presentatie en beloop Microbiologische diagnose Behandeling Maatregelen naar aanleiding van een

Nadere informatie

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Van Gerven en Langkamp over vaccinatie tegen polio, bof, mazelen en rodehond.

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Van Gerven en Langkamp over vaccinatie tegen polio, bof, mazelen en rodehond. Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Van Gerven en Langkamp over vaccinatie tegen polio, bof, mazelen en rodehond. (2080910270) 1 Wat is uw reactie op het bericht dat de gepromoveerde arts P. uit

Nadere informatie

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 4 sep 2013 (week 36)

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 4 sep 2013 (week 36) Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 4 sep 2013 (week 36) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Maarten Mulders, VVG, en Irmgard

Nadere informatie

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 11 sep 2013 (week 37)

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 11 sep 2013 (week 37) Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 11 sep 2013 (week 37) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Henriette Giesbers, VZP, Irmgard

Nadere informatie

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 21 aug 2013 (week 34)

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 21 aug 2013 (week 34) Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 21 aug 2013 (week 34) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Maarten Mulders, VVG, en Irmgard

Nadere informatie

Vaccinaties voor baby s van 6-9 weken, 3, 4 en 10-11 maanden. Rijksvaccinatieprogramma

Vaccinaties voor baby s van 6-9 weken, 3, 4 en 10-11 maanden. Rijksvaccinatieprogramma Vaccinaties voor baby s van 6-9 weken, 3, 4 en 10-11 maanden Rijksvaccinatieprogramma In Nederland gingen vroeger veel kinderen dood aan infectieziekten waartegen nu vaccins bestaan. Omdat bijna alle kinderen

Nadere informatie

Vragen en antwoorden; invoering nieuw inentingsschema tegen pneumokokken. Versie 1. 27.11.2013

Vragen en antwoorden; invoering nieuw inentingsschema tegen pneumokokken. Versie 1. 27.11.2013 Vragen en antwoorden; invoering nieuw inentingsschema tegen pneumokokken. Versie 1. 27.11.2013 De achtergrond van de overgang naar het nieuwe inentingsschema met 1 prik minder Waarom is het niet meer nodig

Nadere informatie

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 7 aug 2013 (week 32)

Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 7 aug 2013 (week 32) Mazelen en rubella surveillance overzicht, 1 mei 7 aug 213 (week 32) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Mirjam Knol (CIb-EPI). Met dank aan Henriette Giesbers, VZP, en Irmgard

Nadere informatie

Hepatitis A.

Hepatitis A. Hepatitis A www.hepatitisinfo.nl Hepatitis A Epidemiologie Transmissie Virologie Symptomen van een infectie met hepatitis A Diagnostiek Behandeling Preventie Hepatitis A epidemiologie http://wwwnc.cdc.gov/travel/pdf/yellowbook-2012-map-03-03-estimated-prevalence-hepatitis-a.pdf

Nadere informatie

Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken. Nr. 2018/05. Samenvatting

Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken. Nr. 2018/05. Samenvatting Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken Nr. 2018/05 Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken pagina 2 van 6 Veel mensen dragen pneumokokken bij zich zonder ziek te worden. De pneumokok kan echter ernstige

Nadere informatie

Wat is een RS-infectie

Wat is een RS-infectie Het RS-virus Wat is een RS-infectie Het RS (Respiratoir Syncytieel)-virus is de meest voorkomende verwekker van luchtweginfecties bij zuigelingen en peuters. Dit virus kan het hele jaar door infecties

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over mazelen

Veelgestelde vragen over mazelen Veelgestelde vragen over mazelen Inhoud Wat is er aan de hand? Over de ziekte mazelen Vragen voor ouders met kinderen Vragen voor volwassenen Vragen voor werknemers in gezondheidszorg Vaccin tegen mazelen

Nadere informatie

Vaccinaties voor kinderen van 4 jaar. Rijksvaccinatieprogramma

Vaccinaties voor kinderen van 4 jaar. Rijksvaccinatieprogramma Vaccinaties voor kinderen van 4 jaar Rijksvaccinatieprogramma In Nederland gingen vroeger veel kinderen dood aan infectieziekten waartegen nu vaccins bestaan. Omdat bijna alle kinderen in Nederland worden

Nadere informatie

De mensheid lijdt het meest. Door vaccinaties? Infectieziekten?

De mensheid lijdt het meest. Door vaccinaties? Infectieziekten? De mensheid lijdt het meest Door vaccinaties? Infectieziekten? Corien Heemstra, huisarts in Veldhoven belangenverstrengeling: eenmalig betaald een praatje gehouden voor het personeel van MSD Kees Verduin,

Nadere informatie

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 4 dec 2013 (week 49)

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 4 dec 2013 (week 49) Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 4 dec 2013 (week 49) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Annemarijn van Ginkel, Tessa van t Klooster,

Nadere informatie

Melding bij de GGD Roodvonk moet bij de GGD gemeld worden als er in dezelfde groep twee of meer gevallen zijn in twee weken.

Melding bij de GGD Roodvonk moet bij de GGD gemeld worden als er in dezelfde groep twee of meer gevallen zijn in twee weken. ROODVONK (SCARLATINA) Roodvonk is een infectieziekte die veroorzaakt wordt door een bacterie. De ziekte duurt tien tot veertien dagen en is goed te behandelen met antibiotica. De bacterie die roodvonk

Nadere informatie

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A Naast deze infokaart over hepatitis zijn er ook infokaarten beschikbaar over: infectieziekten algemeen, tuberculose, seksueel overdraagbare aandoeningen, jeugd en onveilig vrijen en jeugd en vaccinatie.

Nadere informatie

(Kinkhoest) vaccinatie tijdens de zwangerschap

(Kinkhoest) vaccinatie tijdens de zwangerschap (Kinkhoest) vaccinatie tijdens de zwangerschap Prof Dr Elke Leuridan Doctoraatsbursaal Kirsten Maertens Centrum voor de Evaluatie van Vaccinaties Vaccin- en Infectieziekten Instituut No conflict of interest

Nadere informatie

Mazelen surveillanceoverzicht, 1 mei 18 dec 2013 (week 51)

Mazelen surveillanceoverzicht, 1 mei 18 dec 2013 (week 51) Mazelen surveillanceoverzicht, 1 mei 18 dec 2013 (week 51) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Annemarijn van Ginkel, Esther Swart, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Tessa van t Klooster,

Nadere informatie

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei jan 2014 (week 5)

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei jan 2014 (week 5) Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 2013 29 jan 2014 (week 5) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Tessa Schurink-van t Klooster, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Annemarijn van Ginkel,

Nadere informatie

7,2. Werkstuk door een scholier 1567 woorden 21 februari keer beoordeeld. Het actuele vaccinatieprogramma

7,2. Werkstuk door een scholier 1567 woorden 21 februari keer beoordeeld. Het actuele vaccinatieprogramma Werkstuk door een scholier 1567 woorden 21 februari 2003 7,2 37 keer beoordeeld Vak Biologie Het actuele vaccinatieprogramma In 1957 is het Rijksvaccinatieprogramma ingevoerd met als doel de volksgezondheid

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting Samenvatting K inkhoest is een ernstige infectie aan de bovenste luchtwegen, veroorzaakt door de bacterie Bordetella pertussis. Kinkhoest was in het begin van de 20 e eeuw een

Nadere informatie

Bescherm uw kind tegen 12 infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma

Bescherm uw kind tegen 12 infectieziekten. Rijksvaccinatieprogramma Bescherm uw kind tegen 12 infectieziekten Rijksvaccinatieprogramma In Nederland gingen vroeger veel kinderen dood aan infectieziekten waar tegen nu vaccins bestaan. Omdat bijna alle kinderen in Nederland

Nadere informatie

Module 1 Administrative Information of prescribing Information. Summary of Product Characteristics Tetanus vaccin

Module 1 Administrative Information of prescribing Information. Summary of Product Characteristics Tetanus vaccin Page 1 of 8 Summary of Product Characteristics Tetanus vaccin Page 2 of 8 1 Naam van het geneesmiddel "Tetanus vaccin" 2 Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling (actieve bestanddelen) 1 dosis (0,5

Nadere informatie

Bijlage II Morbilli (mazelen): aanvullende richtlijnen gedurende een mazelenepidemie

Bijlage II Morbilli (mazelen): aanvullende richtlijnen gedurende een mazelenepidemie Bijlage II Morbilli (mazelen): aanvullende richtlijnen gedurende een mazelenepidemie 1. Inleiding...1 2. Uitgangspunten...1 3. Casusdefinitie...2 4. Gegevensverzameling...3 4.1 Doel...3 4.2 Meldingsplicht...3

Nadere informatie

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei jan 2014 (week 1)

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei jan 2014 (week 1) Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 2013 1 jan 2014 (week 1) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Tessa Schurink-van t Klooster, Mirjam Knol (CIb-EPI). Met dank aan Annemarijn van Ginkel,

Nadere informatie

Meldingsplicht voor kinkhoest niet effectief om ongevaccineerde kinderen te beschermen

Meldingsplicht voor kinkhoest niet effectief om ongevaccineerde kinderen te beschermen Om de blootstelling van risicokinderen aan B. pertussis te verminderen en daarmee de morbiditeit en de sterfte verder te verlagen is kinkhoest in Nederland een meldingsplichtige ziekte (type B; meldingsplicht

Nadere informatie

Nieuwsbrief nr. 10 2014-2015

Nieuwsbrief nr. 10 2014-2015 1. dr. de Boerstraat 42 1511 VH Oostzaan tel. 075 6841468 info@korenaar.nl www.korenaar.nl #dekorenaarcbs Nieuwsbrief nr. 10 2014-2015 A g e n d a 05 februari Afsluiting Project 09 t/m 19 februari 10-minutengesprekken

Nadere informatie

Hoe beschermen we jonge baby s beter tegen kinkhoest? 1 23 april 2015; Nicoline van der Maas

Hoe beschermen we jonge baby s beter tegen kinkhoest? 1 23 april 2015; Nicoline van der Maas Hoe beschermen we jonge baby s beter tegen kinkhoest? 2500 2000 1500 1000 500 0 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 1 Disclosure Ik heb geen

Nadere informatie

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei jan 2014 (week 3)

Mazelen surveillance overzicht, 1 mei jan 2014 (week 3) Mazelen surveillance overzicht, 1 mei 2013 15 jan 2014 (week 3) Bron gegevens: Osiris/CIb-LCI/CIb-IDS. Auteurs: Annemarijn van Ginkel, Susan Hahné (CIb-EPI). Met dank aan Tessa Schurink-van t Klooster,

Nadere informatie

Tuberculose & risicogroepen

Tuberculose & risicogroepen Tuberculosebestrijding Tuberculose & risicogroepen Themadag De Tweede MIJL Maria Knapen Sociaal verpleegkundige tuberculosebestrijding 11 oktober 2014 Programma Introductie Ziektebeeld tuberculose Bron

Nadere informatie

Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers

Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers Influenza vaccinatie van ziekenhuismedewerkers Achtergrond Het RIVM en Vernet Verzuimnetwerk B.V. hebben een onderzoek uitgevoerd onder ziekenhuismedewerkers naar de relatie tussen de influenza vaccinatiegraad

Nadere informatie

Ziekte Ziekteverschijnselen Incubatietijd Besmettelijk? Wering school * Risicogroepen. Ja, 5 dagen voor tot negen dagen na het begin van de zwelling.

Ziekte Ziekteverschijnselen Incubatietijd Besmettelijk? Wering school * Risicogroepen. Ja, 5 dagen voor tot negen dagen na het begin van de zwelling. Hieronder vindt u een lijst met veel voorkomende kinderziektes op school. Als school hanteren wij de richtlijnen van de GGD. Op de site van de GGD vindt u nog meer informatie over deze kinderziektes en

Nadere informatie

TETRAVAC Geadsorbeerd difterie-, tetanus-, acellulair kinkhoest- en geïnactiveerd poliovaccin

TETRAVAC Geadsorbeerd difterie-, tetanus-, acellulair kinkhoest- en geïnactiveerd poliovaccin BIJSLUITER Lees de hele bijsluiter aandachtig door voordat u uw kind laat vaccineren. - Bewaar deze bijsluiter totdat het vaccinatieprogramma is afgerond. Het kan nodig zijn om de bijsluiter nogmaals door

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesvraag

Samenvatting. Adviesvraag Samenvatting Hoewel tuberculose op wereldschaal veel voorkomt, is de ziekte in Nederland geen groot probleem. Vooral migranten uit landen waar wel veel tuberculose is, vormen een risicogroep. Omdat kinderen

Nadere informatie

Richtlijn Varicella Zoster Verloskunde 1 e en 2 e lijn

Richtlijn Varicella Zoster Verloskunde 1 e en 2 e lijn : Pagina 1 van 6 Inhoud Doel... 1 Doelgroep... 1 Definitie... 1 Varicella zoster en zwangerschap... 2 Varicella zoster en neonaten... 3 Bronnen... 4 Bijlagen... 5 Stroomdiagram 1 : Beleid bij zwangere

Nadere informatie

GRIEPVACCINATIE VOOR ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden?

GRIEPVACCINATIE VOOR ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden? GRIEPVACCINATIE VOOR ZORGVERLENERS Hoe kan griep voorkomen worden? WAT IS SEIZOENSGRIEP? WAT IS SEIZOENSGRIEP? > Een acute luchtweginfectie: Plots begin met koorts en rillingen Hoofdpijn Spierpijn Keelpijn

Nadere informatie

Hepatitis B vaccinatie

Hepatitis B vaccinatie Hepatitis B vaccinatie De lever speelt een centrale rol bij de stofwisseling van eiwitten, vetten en suikers en de zuivering van het bloed. Soms raakt de lever ontstoken. In zo n geval is er sprake van

Nadere informatie

Module 1 Administrative Information of prescribing Information

Module 1 Administrative Information of prescribing Information Page 1 of 5 Package Leaflet Tetanus vaccin Page 2 of 5 Lees deze bijsluiter aandachtig door voordat u dit vaccin krijgt toegediend. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn deze nog eens door te lezen.

Nadere informatie

De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008

De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008 De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008 Wat bespreken Iets over meldingscriteria De nieuwe ziekten (2 minuten per ziekte!) - Wat is de reden om het te melden -

Nadere informatie

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND

AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS I. ACHTERGROND AFSPRAKEN KETENPARTNERS OVER WATERPOKKEN EN RODEHOND BIJ ASIELZOEKERS Onderstaande ketenafspraken zijn tot stand gekomen in samenwerking met COA, GC A, GGD GHOR Nederland, KNOV, NVOG en LCI, en zijn bedoeld

Nadere informatie

Kinkhoest niet onder controle.

Kinkhoest niet onder controle. Kinkhoest niet onder controle. Een overzicht van de epidemiologische situatie. 2 18 absoluut aantal meldingen 16 14 12 1 8 6 4 2 199 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2 21 jaar 22 23 24 25 26

Nadere informatie

Effectiviteit van BMR-vaccinatie gegeven voor de leeftijd van 14 maanden op korte en lange termijn: een afweging

Effectiviteit van BMR-vaccinatie gegeven voor de leeftijd van 14 maanden op korte en lange termijn: een afweging Effectiviteit van BMR-vaccinatie gegeven voor de leeftijd van 14 maanden op korte en lange termijn: een afweging Voor kinderen met een hoog risico op blootstelling aan mazelen weegt het positieve aspect

Nadere informatie

LCI-richtlijn XXX-ziekte. Synoniemen van de desbetreffende ziekte

LCI-richtlijn XXX-ziekte. Synoniemen van de desbetreffende ziekte LCI-richtlijn XXX-ziekte Synoniemen van de desbetreffende ziekte 1. Historie Historische informatie: Wanneer voor het eerst beschreven? Wanneer is de verwekker voor het eerst geïsoleerd? Wat was de impact

Nadere informatie

VVK Wintervergadering Sectie Neonatologie 18 januari 2013

VVK Wintervergadering Sectie Neonatologie 18 januari 2013 VVK Wintervergadering Sectie Neonatologie 18 januari 2013 Congenitale Toxoplasmose: Hoe gebruik je de diagnostische informatie op een zinvolle manier? Filip Cools, MD, PhD Neonatologie, UZ Brussel Scenario

Nadere informatie

De Q koorts epidemie in Nederland

De Q koorts epidemie in Nederland De Q koorts epidemie in Nederland Coxiella burnetii Wim van der Hoek, artsepidemioloog, Centrum Infectieziektebestrijding 1 Huisarts Herpen Toename Q koorts? Microbioloog Huisarts Sint Oedenrode Mei Juni

Nadere informatie

Rijksvaccinatieprogramma Terugblik en blik vooruit

Rijksvaccinatieprogramma Terugblik en blik vooruit Rijksvaccinatieprogramma Terugblik en blik vooruit Eerste Vasteprik-dag Bilthoven, 26 april 2010 Marina Conyn-van Spaendonck Programmamanager RVP Resultaat van RVP Hoge vaccinatiegraad Veel ziekte en sterfte

Nadere informatie

Rijksvaccinatieprogramma Terugblik en blik vooruit

Rijksvaccinatieprogramma Terugblik en blik vooruit Rijksvaccinatieprogramma Terugblik en blik vooruit Tweede Vasteprik-dag Amersfoort, 26 april 2012 Marina Conyn-van Spaendonck Programmamanager RVP RVP in 2011 Van pneu-7 naar pneu-10 Van selectieve naar

Nadere informatie

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK

IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK IMPLEMENTATIE VAN ASTMA EN COPD IN DE HUISARTSENPRAKTIJK 29 januari + 30 januari 2015 KADERHUISARTS SCHAKEL TUSSEN WETENSCHAP EN PRAKTIJK DISCLOSURE BELANGEN SPREKERS: GEEN BELANGENVERSTRENGELING KADERHUISARTS

Nadere informatie

Hepatitis B vaccinatie

Hepatitis B vaccinatie Hepatitis B vaccinatie De lever speelt een centrale rol bij de stofwisseling van eiwitten, vetten en suikers en de zuivering van het bloed. Soms raakt de lever ontstoken. In zo n geval is er sprake van

Nadere informatie

Brabant-Zuidoost. Zicht op Q-koorts. Ronald ter Schegget. arts infectieziektebestrijding. GGD Brabant-Zuidoost

Brabant-Zuidoost. Zicht op Q-koorts. Ronald ter Schegget. arts infectieziektebestrijding. GGD Brabant-Zuidoost Zicht op Q-koorts Ronald ter Schegget arts infectieziektebestrijding GGD Brabant-Zuidoost 1 Kernboodschap Q-koorts kunt u oplopen door het inademen van de bacterie. Wees alert op de verschijnselen van

Nadere informatie

Tetanusvaccinatie. Afdeling Spoedeisende Hulp Locatie Veldhoven

Tetanusvaccinatie. Afdeling Spoedeisende Hulp Locatie Veldhoven Tetanusvaccinatie Afdeling Spoedeisende Hulp Locatie Veldhoven Wat is tetanus? Tetanus is een ernstige, acute infectieziekte die door een bacterie wordt veroorzaakt. Tetanus komt wereldwijd voor. De bron

Nadere informatie

Hepatitis A. Transmissiedag Infectieziekten 14 september 2010

Hepatitis A. Transmissiedag Infectieziekten 14 september 2010 Hepatitis A Transmissiedag Infectieziekten 14 september 2010 Pierre Van Damme, MD, PhD Centrum voor de Evaluatie van Vaccinaties Vaccin & Infectieziekten Instituut Referentiecentrum WGO, Universiteit Antwerpen

Nadere informatie

Module 1 Administrative Information of prescribing Information. Summary of Product Characteristics Tetanus vaccin

Module 1 Administrative Information of prescribing Information. Summary of Product Characteristics Tetanus vaccin Page 1 of 7 Summary of Product Characteristics Tetanus vaccin Page 2 of 7 1 Naam van het geneesmiddel "Tetanus vaccin" 2 Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling (actieve bestanddelen) 1 dosis (0,5

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting MUCOSALE ADJUVANS ACTIVITEIT VAN LIPOSOMEN

Nederlandse samenvatting MUCOSALE ADJUVANS ACTIVITEIT VAN LIPOSOMEN 102 Nederlandse samenvatting MUCOSALE ADJUVANS ACTIVITEIT VAN LIPOSOMEN 103 104 Mucosale immunoadjuvans activiteit van liposomen Inleiding Het menselijk lichaam is voortdurend bezig indringers zoals bacteriën,

Nadere informatie

Poliomyelitis. Ziektebeeld

Poliomyelitis. Ziektebeeld 173 Poliomyelitis Ziektebeeld Poliomyelitis is een zeer ernstige, virale infectieziekte. Het merendeel van de infecties met het poliovirus verloopt asymptomatisch (90-95%). Het overige deel (5-10%) leidt

Nadere informatie

Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten. Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep Influenza A(H1N1)

Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten. Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep Influenza A(H1N1) Jaap T. van Dissel Afdeling Infectieziekten Neuraminidaseremmers bij pandemie door Mexicaanse Griep ofwel Nieuwe ofwel Pandemische Influenza A(H1N1) griep (H1N1) 2009 Influenza Mexicaanse griep Wat is

Nadere informatie

Kinkhoestvaccinatie voor zwangere vrouwen

Kinkhoestvaccinatie voor zwangere vrouwen Kinkhoestvaccinatie voor zwangere vrouwen Effectieve kinkhoestpreventie voor zuigelingen? mw drs M.A.E. Nieuwhof Nr 10 2018 (52) Pagina 81-88 Nieuw Tags kinkhoestvaccinatie zwangeren DKTP-vaccin blunting-effect

Nadere informatie

2.1. Hoe kan tbc worden voorkomen? Het is belangrijk dat mensen met besmettelijke tbc zo snel mogelijk worden opgespoord en behandeld.

2.1. Hoe kan tbc worden voorkomen? Het is belangrijk dat mensen met besmettelijke tbc zo snel mogelijk worden opgespoord en behandeld. Tuberculose Inleiding U ontvangt deze folder omdat u mogelijk tuberculose (ook wel tbc genoemd) heeft. In deze folder kunt u meer lezen over tbc zoals wat het is, hoe het wordt vastgesteld en welke behandeling

Nadere informatie

Vaccinaties voor kinderen van 9 jaar. Rijksvaccinatieprogramma

Vaccinaties voor kinderen van 9 jaar. Rijksvaccinatieprogramma Vaccinaties voor kinderen van 9 jaar Rijksvaccinatieprogramma In Nederland gingen vroeger veel kinderen dood aan infectieziekten waartegen nu vaccins bestaan. Omdat bijna alle kinderen in Nederland worden

Nadere informatie

Vaccinatie tegen rotavirus. Nr. 2017/16. Samenvatting

Vaccinatie tegen rotavirus. Nr. 2017/16. Samenvatting Vaccinatie tegen rotavirus Nr. 2017/16 Samenvatting Vaccinatie tegen rotavirus pagina 3 van 6 Rotavirus is zeer besmettelijk en veroorzaakt braken en diarree. Vooral jonge kinderen kunnen er ernstig ziek

Nadere informatie

Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen

Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen Samenvatting Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen In Nederland bestaat al decennia een succesvol programma voor bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Daarmee

Nadere informatie

Hepatitis B, versie 20 (PDF aangemaakt op: ) Indien de patiënt een asielzoeker betreft worden data doorgeven aan GGD GHOR Nederland.

Hepatitis B, versie 20 (PDF aangemaakt op: ) Indien de patiënt een asielzoeker betreft worden data doorgeven aan GGD GHOR Nederland. Hepatitis B, versie 20 (PDF aangemaakt op: 6-6-2017) EPI-azc EPIdataGGD lblsoacontact2 lblstreep lblmelding Indien de patiënt een asielzoeker betreft worden data doorgeven aan GGD GHOR Nederland. Indien

Nadere informatie

ja, tot diarree over is (nee bij toxine) uren tot enkele weken 1 tot 4 dagen van 1 dag vóór tot 6 dagen na het begin van de ziekteverschijnselen

ja, tot diarree over is (nee bij toxine) uren tot enkele weken 1 tot 4 dagen van 1 dag vóór tot 6 dagen na het begin van de ziekteverschijnselen INFECTIEZIEKTESCHEMA VOOR OUDERS Algemeen: een kind dat zich ziek voelt (koorts, hangerig, geen eetlust) behoort thuis te blijven Ziekte Ziekteverschijnselen Incubatietijd Besmettelijk? Wering school Risicogroepen

Nadere informatie

Vaccinaties nu en in de toekomst

Vaccinaties nu en in de toekomst Vaccinaties nu en in de toekomst Gezondheidsconferentie Vaccinaties tijdens de Europese Vaccinatieweek. Mechelen, 21 april 2012 1 Marina Conyn-van Spaendonck Programmamanager RVP Vaccinaties, succesvolle

Nadere informatie

Zieke kinderen en de kinderopvang

Zieke kinderen en de kinderopvang Zieke kinderen en de kinderopvang Oktober 2012 Inleiding Het kan voorkomen dat uw kind ziek is en daardoor niet naar de opvang kan komen. Ook kan het gebeuren dat uw kind ziek word op de opvang. Om duidelijkheid

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Poliomyelitisvaccin, suspensie voor injectie Poliomyelitisvaccin multidose, suspensie voor injectie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Poliomyelitisvaccin, suspensie voor injectie Poliomyelitisvaccin multidose, suspensie voor injectie BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Poliomyelitisvaccin, suspensie voor injectie Poliomyelitisvaccin multidose, suspensie voor injectie Inactivated poliomyelitis virus type 1, 2 en 3 Lees goed

Nadere informatie