C 1 C 2 C 3. les blok 6. De decimeter, er, ken je die nog? Meet en teken. Samen bespreken.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "C 1 C 2 C 3. les 1. 86 blok 6. De decimeter, er, ken je die nog? Meet en teken. Samen bespreken."

Transcriptie

1 86 blok 6 les 1 C 1 De decimeter, er, ken je die nog? Meet en teken. Samen bespreken. C 2 Waar of niet waar? Meet en vergelijk. a De dikte van je rekenboek is ongeveer 1 cm. Waar. b Je middelvinger is meer dan 1 dm lang. Niet waar. c Jouw tafel is meer dan 5 dm breed. Waar. d Jouw tafel is wel 10 dm hoog. Niet waar. C 3 Weet je ze nog? Samen bespreken. Eerst schatten, dan meten. 1 meter is 10 decimeter 1 decimeter is 10 centimeter 1 m = 10 dm 1 dm = 10 cm 1 m = 10 dm = 100 cm Deze handspan is ongeveer 1 dm. voorwerp hoeveel handspannen denk je? lengte in handspannen lengte in cm stoelpoot tafelpoot dit boek schoolbord werkschrift blz. 52 maatschrift blz. 32 en 33 computer

2 les 2 blok 6 87 C 1 Reken om. aa 1 dm = 10 cm 2 dm = 20 cm 5 dm = 50 cm 10 dm = 100 cm c een halve m = 50 cm een halve m = 5 dm 4 dm = 40 cm 70 cm = 7 dm b 1 m = 10 dm 2 m = 20 dm 1 m = 100 cm 5 m = 500 cm bd een halve dm = 5 cm 15 dm = anderhalve m 75 dm = cm 105 m = dm C 2 Driehoeken meten. Gebruik je liniaal. aa Hoe lang is kant 2? 4 cm En hoe lang is kant 5? 8 cm b Hoe lang zijn de kanten 1 en 4? 3 en 6 cm c Hoeveel cm is kant 3? 5 cm En hoeveel dm is kant 6? 1 dm 2 bd Wat is de omtrek van de paarse driehoek? 12 cm En wat is de omtrek van de gele driehoek? 24 cm CD3 Hoe laat vertrekken de treinen? aa Elk uur vertrekt er een trein. De eerste trein vertrekt om 9.00 uur. Hoe laat vertrekken de treinen tot aan uur? u u u b Elke 30 minuten vertrekt er een trein. De eerste trein vertrekt om 8.30 uur. Hoe laat vertrekken de treinen tot aan uur? 9.00 u 9.30 u u u u u u c Elke 45 minuten vertrekt er een trein. De eerste trein vertrekt om 9.00 uur. Hoe laat vertrekken de treinen tot aan uur? 9.45 u u u bd Elke 35 minuten vertrekt er een trein. De eerste trein vertrekt om 8.05 uur. Hoe laat vertrekken de treinen tot aan uur? 8.40 u 9.15 u 9.50 u u u u werkschrift blz. 52 computer

3 88 blok 6 les 3 C 1 Hoe reken jij? Samen bespreken. Kies je eigen manier. Hoeveel lucifers zijn het samen? Er zitten 28 lucifers in een doosje Noa rekent het zo uit: 6 28= = =168 C 2 Welke sommen horen erbij? a 7 48 = = 336 b 7 32 = = 224 inhoud 48 knikkers c 4 24 = = 96 d 3 69 = = C 3 a Hoeveel uren heeft 1 dag? 24 uur. b Hoeveel uren zitten er in een hele week? Hoe heb je gerekend? 7 24 = 168 uur. c Hoeveel weken zitten er in 9 jaar? 9 52 = 468 uur. C 4 Wat kosten de postzegels? aantal prijs werkschrift blz. 53 maatschrift blz. 34 en 35 computer

4 les 4 blok 6 89 C 1 Reken uit op jouw manier. aa 6 24 = 144 b 7 35 = = = = = = = 140 c 24 8 = = = = 432 bd 88 8 = = = = 275 C 2 aa Een jaar heeft 52 weken. Neem over en vul in. jaren weken b Een week heeft 7 dagen. Neem over en vul in. weken dagen c Een dag heeft 24 uur. Neem over en vul in. dagen uren bd Een jaar heeft 12 maanden. Neem over en vul in. jaren maanden CD3 Splits de getallen: 2 14 = = 28. aa 2 14 = 28 b 2 25 = = = = = = = 275 c 2 27 = = = = 297 bd = = = = 1947 CD4 Maak de sommen. Splits de getallen. aa 24 : 2 = : 2 = : 4 = : 3 = 13 b 60 : 5 = : 3 = : 2 = : 4 = 15 c 48 : 4 = : 5 = 9 51 : 3 = : 4 = 18 bd 84 : 7 = : 6 = : 5 = : 6 = 22 werkschrift blz. 53 computer

5 90 blok 6 les 5 herhalen C 1 Meten en weten. Als je het niet weet, moet je meten. aa Is een mannenschoen 1, 2 of 3 dm lang? 3 dm Een schoen is ongeveer 1 dm breed. b Is een zonnebril minder of meer dan een dm breed? Meer. c Is een cd 8 cm, 1 dm of 12 cm? 12 cm Het stuk van deze liniaal is 10 cm of 1 dm bd De breedte van je gezicht bij je ogen is ongeveer 1 dm De breedte van een kolom in de krant is een halve dm, 1 dm of anderhalve dm. Halve dm. C 2 Kijk en meet. Je ziet hier een 5-puntsster en een 6-puntsster. aa Hoeveel grote driehoeken tel je in de 6 puntsster? 2 Hoe lang zijn de zijden van die driehoeken? 5 cm b Hoeveel lijnen van een halve dm tel je in de 6-puntsster? 6 lijnen c Hoeveel lijnen van een halve dm tel je in de 5-puntsster? 5 lijnen bd Welke van de twee sterren heeft de grootste omtrek? 6-puntsster Hoe meet je het makkelijkst? Door een van de 12 of 10 lijntjes te meten, want die zijn allemaal gelijk. C 3 Een jaar telt 7 maanden van 31 dagen, 4 maanden van 30 dagen en 1 maand van 28 dagen. juli augustus aa Hoeveel dagen telt de maand maandag maandag juli? 31 dagen. dinsdag dinsdag En hoeveel juli en augustus samen? 62 dagen. woensdag donderdag woensdag donderdag vrijdag b Hoeveel dagen tellen de vrijdag zaterdag zaterdag zeven maanden van 31 dagen zondag zondag samen? 217 dagen. c En hoeveel dagen tellen de andere maanden samen? 148 dagen. bd Hoeveel dagen zitten in de jaren 2015, 2016, 2017 en 2018 samen? 1461 dagen

6 les 5 oefenen blok 6 91 CD4 aa 5 8 = = = = 140 b 3 7 = = = = 141 c 9 2 = = = = 288 bd 7 14 = = = = 1099 CD5 Zoek steeds eerst de makkelijke som: = 448. aa = 447 b = 329 c = = = = = = = = = = 257 bd = = = = 520 CD6 Schrijf over en vul in. aa b c bd CD7 aa 28 : 4 = 7 28 : 7 = 4 36 : 6 = 6 49 : 7 = 7 b 56 : 8 = 7 56 : 7 = 8 72 : 8 = 9 63 : 9 = 7 c 54 : 9 = 6 54 : 6 = 9 45 : 9 = 5 48 : 6 = 8 bd 42 : 6 = 7 42 : 3 = : 6 = : 3 = 24 CD8 Maak de rijen af. aa b c bd even snel blz verder blz plus blz computer

7 92 blok 6 les 6 C1 Spiegelen. Waar zet je de spiegel neer? Hoe doe je dat? Samen bespreken. Maak van: deze fi guren: a b c d e f C2 Wat zie je hier? Samen bespreken. Gebruik een spiegel. C3 C4 Teken getallen met 2 verschillende symmetrische cijfers. Met lucifers kun je gemakkelijk zulke cijfers maken. 52 en 25; 15 en 21; 18 en 81; 82 en 58 en nog meer. Op hoeveel manieren kun je een vierkant dubbelvouwen? Waar kun je de spiegel neerzetten? Op 4 manieren. Horizontaal, verticaal en tweemaal diagonaal werkschrift blz. 54 maatschrift blz. 38 en 39 computer

8 les 7 blok 6 93 C1 Op hoeveel manieren zijn ze symmetrisch? Je mag een spiegel gebruiken. aa 2 b 1 c 3 bd 6 C2 Op hoeveel manieren zijn ze symmetrisch? Gebruik je spiegeltje. aa 1 b 3 c 6 bd 5 CD3 Hoe laat is het als je het spiegelbeeld ziet? Zet je spiegel verticaal. aa 1 uur b kwart over 4 c 10 voor 1 d kwart over 1 be 5 voor half 1 CD4 Hoe laat wordt het? tijd een half uur eerder een kwartier later 5 minuten later aa uur 9.30 u u u b 9.30 uur 9.00 u 9.45 u 9.35 u c 7.45 uur 7.15 u 8.00 u 7.50 u bd 8.17 uur 7.47 u 8.32 u 8.22 u werkschrift blz. 54 computer

9 94 blok 6 les 8 C1 Welk getal komt er uit de getallenmachine? a Stop in de machine: 3, 8, 10, 17, 43, 59. Wat ontdek je? Je komt uit op het begingetal. b Wat doet deze machine met de getallen bij a? 5 2 : 5 : 2 = 10 : 10; je komt uit op het begingetal. c Bedenk zelf een machine waarin de uitkomst twee keer zo groot is als het begingetal. Samen bespreken. C2 Kijk nu zelf wat er met de getallen gebeurt. a 4 5 = 20 2 = 40 b 150 : 5 = 30 : 2 = 15 Begin ook met 5, 40, 50 en 100. Begin ook met 250, 500, 50 en 100. Ze worden 10 zo groot. Ze worden 10 zo klein. C3 Rekenen met tienen. Kijk goed wat er met de getallen gebeurt. a = = = = 700 b = = = = 300 c 250 : 5 : 2 = : 5 : 2 = : 5 : 2 = : 5 : 2 = 60 d 90 : 5 : 2 = : 5 : 2 = : 5 : 2 = : 5 : 2 = 61 werkschrift blz. 55 maatschrift blz. 40 en 41 computer

10 les 9 blok 6 95 C1 aa = = = = 720 b 630 : 10 = : 10 = : 10 = : 10 = 85 c = = = = 300 bd 35 : 5 2 = : 10 = : 5 : 2 = : 2 : 5 = 65 C2 Welk getal komt op de plaats van het vraagteken? aa 300 b 50 c ? bd 100? x 2 x 5 x 2 x 5 : 2 : 5 x 2 x 5 : 2 x 5 : 2 : 2?? CD3 Meet de omtrek. Doe dat handig. aa 10 cm b 12 cm c 9 cm bd 10 cm CD4 Hoeveel tegels passen erin? Een tegel is 1 bij 1 cm. 1 cm 1 cm aa 6 b 9 c 5 bd 10 werkschrift blz. 55 computer

11 96 blok 6 les 10 herhalen C1 Welke letters zie je? Zet je spiegel op de lijn. aa A en H b V en U c O en X bd W en M C2 Welke plaatjes zijn symmetrisch? Kijk heel goed! Samen bespreken. a Ja/nee b Ja/nee c Ja/nee d Ja e Ja f Ja/nee C3 Welk getal komt er uit de getallenmachine? Reken handig. aa 75 b 25 x2 x2 :2 150 x2 x5 :2 125 c 17 0bd 6 x4 :2 x2 68 x3 x5 :2 45 C4 aa Hoeveel volle emmers zijn het? 30 l 3 50 l l 10 b Hoeveel liter is het? 7 emmers vol emmers vol emmers vol 300 Inhoud 10 liter

12 les 10 oefenen blok 6 97 CD5 Welke getallen staan er? Gebruik je liniaal als het nodig is. b 100 aa 500 c 650 bd CD6 Hoeveel krijg je terug? Je geeft. Je krijgt geen munten van 1 en 2 cent terug. aa 6,00 4,00 9,00 1,00 8,90 1,10 1,20 8,80 b 9,50 0,50 7,75 2,25 3,50 6,50 1,25 8,75 c 2,25 7,75 4,95 5,05 0,95 9,05 7,60 2,40 bd 9,98 0,00 9,97 0,05 0,55 9,45 4,09 5,90 CD7 Hoeveel kosten 10 stuks? Gebruik het -teken. aa 2,50 b 3,50 c 4,50 45 cent 25 cent 35 cent bd Hoeveel per stuk? 0,35 10 STUKS 3,50 CD8 a = = = : 6 = 12 b = = : 4 = = 401 c 3 14 = : 4 = = = 150 d 70 : 5 = = = = 90 CD9 Hoe laat is het? aa 4 uur b half 4 c kwart over 10 bd 9 over half 1 even snel blz verder blz plus blz computer

13 98 blok 6 les 11 C 1 Weet je nog? 18 : 6 = 3 want 6 x 3 = : 6 = 30 want 6 x 30 = : 60 = 3 want 60 x 3 = > 60 vakjes C 2 Bedenk bij elk plaatje een deelsom en een keersom. a 240 : 8 = 30 en 30 8 = 240 b 280 : 7 = 40 en 40 7 = 280 8bloem bloem 8bloem 8 8 bloem bollen bloem 8bloem bloem bollen bollen 8 8 bloem bollen bloem 8bloem bloem bollen 8 8 bollen 8 bloem bollen bloem bollen bloem bollen bloem bloem bollen 8 8 bloem bollen bollen bloem bloem bollen bollen bloem bollen bloem bollen bollen 8 bollen bollen bloem bollen bloem bollen bollen bloem bollen bollen bloem bollen januari 2013 week 2 maandag 8 dinsdag 9 woensdag 10 donderdag dagen Hoeveel weken? 240 bloembollen vrijdag zaterdag zondag 14 c 180 : 20 = 9 en 9 20 = 180 d 210 : 30 = 7 en 7 30 = VOL START mix 30 g 210 g mix 30 g C 3 Hoeveel suikerklontjes zijn het? Een suikerklontje weegt 3 gram. 15 g suiker g suiker g suiker g suiker g suiker g suiker g suiker g suiker 90 C 4 Hoeveel munten van 20 cent zijn het? 1 cent cent werkschrift blz. 56 maatschrift blz. 44 en 45 computer

14 les 12 blok 6 99 C 1 Wissel het geld aa b bc C 2 Let op de nullen. aa 18 : 2 = : 2 = : 20 = 9 b 24 : 4 = : 4 = : 40 = 6 c 81 : 9 = : 90 = : 9 = 90 bd 560 : 7 = : 9 = : 80 = 7 15 : 3 = : 3 = : 30 = 5 36 : 6 = : 6 = : 60 = 6 72 : 8 = : 8 = : 80 = : 8 = : 7 = : 70 = 82 C 3 Hoeveel minuten zijn het? seconden minuten CD4 Hoeveel tegels? Denk aan de tafelsommen. aa 3 4 = 12 b 6 5 = 30 c 7 3 = 21 bd 12 5 = 60 of 5 6 = 30 of 3 7 = 21 of 5 12 = 60 of 4 3 = 12 werkschrift blz. 56 computer

15 100 blok 6 les 13 C 1 Hoeveel tegels passen erin? De kamer is 4 m 50 cm lang en 3 m 50 cm breed. Vader legt tegels van 50 cm bij 50 cm. 9 7 = 63 C 2 Hoeveel tegels heb je nodig om de vloer te bedekken? 12 7 = 84 tegels 3 m 50 cm C 3 6 m In welke kamer gaan de meeste tegels? De tegels zijn 50 bij 50 cm. Heb je ruitjespapier nodig? 4 m bij 6 m C 4 7 m bij 3 m 50 cm Hoeveel tegels van 50 bij 50 cm passen in deze kamers? 10 6 = 60 tegels 8 8 = 64 tegels 7 14 = 98 en 12 8 = 96. De eerste kamer heeft 2 tegels meer. 5 m werkschrift blz. 57 maatschrift blz. 46 en 47 computer

16 les 14 blok C 1 Hoeveel hokjes van 1 vierkante cm passen in de rechthoeken? Gebruik je liniaal. aa 3 hokjes b 6 hokjes c 9 hokjes bd 1 cm 10 hokjes 1 cm C 2 Hoeveel tegels? Gebruik je liniaal. 1 cm is in werkelijkheid 1 m. aa De kamer is 7 m lang. b Hoeveel tegels passen er van links naar rechts in de kamer? 7 tegels c Hoeveel passen er langs de schuine kant? 6 tegels bd Hoeveel tegels passen er in de hele kamer? 42 tegels CD3 aa 6 10 = = = = 60 b 4 12 = = = = 34 c 5 15 = = = = 96 bd 7 25 = = = = 392 CD4 Optellen. aa Hoeveel kosten de fi ets en het slot samen? 777 b Hoeveel kosten ze alle 3 samen? 814 c Hoeveel kilometer fi etsen ze in 3 dagen? 192 km bd En hoeveel heen en terug samen? 384 km werkschrift blz. 57 computer

17 102 blok 6 les 15 herhalen C 1 aa 20 : 4 = : 4 = : 40 = 5 b 45 : 5 = : 5 = : 50 = 9 c 49 : 7 = : 7 = : 70 = 7 bd 568 : 8 = : 7 = : 8 = 72 C 2 Wissel het geld. bedrag aa b bedrag c 0, bd 0, C 3 Hoeveel tegels? Gebruik je liniaal. aa Hoeveel groene tegels passen in de strook? 10 b Hoeveel gele tegels passen in de strook? 20 c Hoeveel rode tegels passen in de strook? 6 bd Hoeveel blauwe tegels passen in de strook? 20

18 les 15 oefenen blok CD4 Maak de getallen 2 keer zo klein. Hoe kun je het antwoord controleren? aa b c bd CD5 Reken om. aa 135 cm = 1 m + 3 dm + 5 cm 226 cm = 2 m + 2 dm + 6 cm 84 cm = 8 dm + 4 cm 50 cm = 5 dm + 0 cm c 2 m + 3 dm + 4 cm = 234 cm 4 m + 0 dm + 1 cm = 401 cm 6 m + 0 dm + 0 cm = 600 cm 8 dm + 2 cm = 82 cm b 107 cm = 1 m + 0 dm + 7 cm 75 cm = 7 dm + 5 cm 356 cm = 3 m + 5 dm + 6 cm 400 cm = 4 m + 0 dm + 0 cm bd 3 m = 300 cm 4 m = 40 dm anderhalve m = 150 cm een halve dm = 5 cm CD6 Reken de sommen handig uit. aa = 55 b = 63 c = 117 bd = 273 CD7 CD8 Wat kosten de tegelvloertjes? Figuur 1: een witte tegel kost 1,00 en een roze 1,50. 11,00 Figuur 2: een witte tegel kost 1,00 en een roze 1,50. 11,50 Figuur 3: een blauwe tegel kost 1,00 en een witte 0,80. 22,40 Figuur 4: een witte tegel kost 0,50 en een groene 0,60. 26,80 Pas op, er is1 tegel verkeerd gelegd! Bedenk zelf sommen. Reken het voorbeeld uit en maak dan zelf sommen. 4 kg even snel blz verder blz plus blz computer

19 104 blok 6 les 16 C 1 Hoeveel precies? Welke getallen zijn dit? Wijs ze ook aan op de getallenlijn. Samen bespreken = 1001 duizend één D H T E = 1010 duizend tien D H T E = 1100 elfhonderd D H T E C 2 Maak nog meer getallen tussen 1000 en Meer antwoorden. Teken met D, H, T en E en maak daarbij een tabel = 2000 tweeduizend D H T E werkschrift blz. 58 maatschrift blz. 50 en 51 computer

20 les 17 blok C 1 Hoeveel euro is het samen? aa 1800 b 1760 bc 1312 C 2 Vul aan. Vul aan tot Vul aan tot aa b c bd CD3 aa 4 20 = = = = 180 b 7 20 = = = = 150 c 5 50 = = = = 550 bd = = = = 720 CD4 CD5 Welk getal staat er onder het vraagteken? aa 700 b 140 c 0 bd 945? ? ?? Maak de rijen af. aa b c bd werkschrift blz. 58 computer

21 106 blok 6 les 18 C 1 Hoeveel kost de vakantie? Lex gaat met zijn ouders van 3 tot 6 augustus naar het ponypark. Lex rijdt daar 9 uur paard. Samen bespreken. Tarieven 2 persoonskamer(+ douche en wc) volwassenen (per persoon) 34 kinderen tot 14 jaar (per kind) 29 2 persoonskamer met balkon(+ douche en wc) volwassenen (per persoon) 37 kinderen tot 14 jaar (per kind) 33 Appartementen appartement A (4 bedden) 89 appartement B (4 bedden + balkon) 99 appartement C (5 bedden) 104 Ponyrijden 9 per uur C 2 Hoeveel moeten zij betalen? a = 158 b = 515 Mevr. van Keulen + dochter (9 jaar) Kamer met balkon Fam. Zijlmans Appartement C Aankomst: 4 augustus Vertrek: 6 augustus Aantal uren ponyrijden: Aankomst: 2 augustus Vertrek: 6 augustus Aantal uren ponyrijden: C 3 Hoeveel moesten zij betalen? Schrijf op hoe je rekent. a = 258 b = 508 Dhr. en mevr. Timmers Kamer met balkon Fam. Mourali Appartement A Aankomst: 3 augustus Vertrek: 6 augustus Aantal uren ponyrijden: Aankomst: 1 augustus Vertrek: 6 augustus Aantal uren ponyrijden: werkschrift blz. 59 maatschrift blz. 52 en 53 computer

22 les 19 blok C 1 Hoeveel moeten ze betalen? Kijk bij les 18 en schrijf de rekeningen. aa = 659 Dhr. en mevr. Lie met 2 kinderen (8 en 11) 2 x kamer met balkon Aankomst: 1 oktober Vertrek: 5 oktober Aantal uren ponyrijden: c = 756 Dhr. en mevr. Krul 1 x appartement B Aankomst: 28 september Vertrek: 5 oktober Aantal uren ponyrijden: b = 646 Dhr. Vries met 3 kinderen (9, 11 en 13) 2 x kamer zonder balkon Aankomst: 29 september Vertrek: 3 oktober Aantal uren ponyrijden: bd = 548 Groep kinderen van de Klaverweide school 1 x appartement A en 1 x appartement C Aankomst: 28 september Vertrek: 30 september Aantal uren ponyrijden: CD2 CD3 Hoeveel uur kun je ponyrijden? aa Voor 45 kun je 5 uur ponyrijden. b Voor 81 kun je 9 uur ponyrijden. c Voor 103 kun je 11 uur ponyrijden en dan houd je 4 euro over. bd Voor 140 kun je met 3 kinderen 5 uur ponyrijden en dan houd je 5 euro over. Welke getallen kun je delen? Denk aan de tafels en deeltafels aa Welke getallen kun je delen door 2? b Welke getallen kun je delen door 3? c Welke getallen kun je delen door 4? bd Welke getallen kun je delen door 9, maar niet door 6? 45 werkschrift blz. 59 computer

23 108 blok 6 les 20 herhalen C 1 Welke getallen zijn dit? aa 1300 b 1250 c 1030 bd 1003 C 2 Welke getallen horen bij de letters? a 1020, b 1140, c 1220, d 1440, e 1690, f 1810, g 1890, h 1990 aa ac e f ab d b g bh C 3 Wat moeten ze betalen? Fietsverhuur Per dag: 1 fiets 7,50; 2 fietsen 12,50 Twee dagen: 1 fiets 12 ; 2 fietsen 20 Per week: 1 fiets 35 ; 2 fietsen 60 aa Thijs en Lucas huren voor een dag 2 fi etsen. 12,50 b Laila en Niek huren voor 3 dagen 2 fi etsen. 32,50 c Een vader met 2 kinderen huurt 3 fi etsen voor een hele week. 95 bd Twee ouders en hun 3 kinderen huren fi etsen voor 2 weken. 310 C 4 Gebruik pen en papier. aa = = = = 90 b = = = = 100 c = = = = 308 bd = = = = 445

24 les 20 oefenen blok CD5 Beantwoord de vragen. Met de auto van Brunne naar Meeten en terug. aa Hoeveel kilometer is de kortste weg heen en terug? 136 km b Hoeveel kilometer is de langste weg heen en terug? 174 km c Heen- en terugweg zijn niet gelijk. Hoeveel kilometer is de langste rit? 163 km bd Hoeveel verschillende ritten heen en terug zijn er mogelijk? 9 ritten Brunne Meeten CD6 Betaal gepast met deze munten. aa Gebruik alle vier de munten. 85 cent b Kun je iets van 49 cent gepast betalen? nee c Welke bedragen kun je met 3 munten gepast betalen? 35, 65, 75 en 80 cent bd En als je 2 munten gebruikt? 15, 25, 30, 55, 60 en 70 cent CD7 Hoeveel bladzijden heeft dit boek? aa Roos is precies op de helft. Ze is op bladzijde bladzijden b Saron is op bladzijde 39 en moet nog 75 bladzijden lezen. 114 bladzijden c Robin heeft een kwart gelezen en is op bladzijde bladzijden bd Lieke moet nog de helft van wat zij gelezen heeft. Waar is zij als het boek 123 bladzijden telt? 82 bladzijden Roos Saron Robin Lieke even snel blz verder blz plus blz computer

25 110 blok 6 les 21 C 1 De jaarkalender. a Op welke dag begint januari van het volgende jaar? Op een dinsdag. b Wanneer zijn de schoolvakanties? De groene gebieden. c Hoe vaak zijn er schoolvakanties? 5 keer. ma di wo do vr za zo ma di wo do vr za zo 1 januari februari maart april mei juni ma ma ma ma ma di di di di di wo wo wo wo wo do do do do do vr vr vr vr vr za za za za za zo zo zo zo zo juli augustus september oktober november december ma ma ma ma ma di di di di di wo wo wo wo wo do do do do do vr vr vr vr vr za za za za za zo zo zo zo zo C 2 Hoeveel dagen in het jaar heb je vrij? De weekenden tellen ook mee. maand schooldagen vrije dagen samen januari = = = 31 februari = = = 28 december samen C 3 Jullie eigen vakantie. a Wanneer begint jullie zomervakantie? b Duurt jullie zomervakantie net zo lang als die op de kalender? c In welke 3 maanden heb je geen of weinig vakantie? d Hoeveel dagen per jaar gaan jullie naar school? Samen bespreken. werkschrift blz. 60 maatschrift blz. 56 en 57 computer

26 les 22 blok C 1 C 2 CD3 CD4 Groep 5 van de Boslandschool. aa Hoeveel uur zitten de kinderen van groep 5 op woensdag op school? 4 uur b Hoelang zitten ze op maandagmorgen op school? 3 uur en 30 minuten c Hoeveel uur hebben ze op de hele vrijdag les? 5 uur en 30 minuten bd Hoeveel uur per week zitten ze op school? 26 uur Beantwoord de vragen over jouw schooljaar. Kies uit A, B of C. aa Per dag zit ik op school: A A minder dan de helft van de dag B precies de helft van de dag C meer dan de helft van de dag c Hoeveel weekenddagen in het jaar?b A 98 dagen B 104 dagen C 110 dagen aa 1 1 = = = = 16 aa b 5 5 = = = = 64 b Hoeveel speelkwartier per week? C A minder dan een uur B precies een uur C meer dan een uur bd Hoeveel weken vakantie per jaar? B A 8 B 11 C 15 b bc 9 9 = = = = c bd werkschrift blz. 60 computer

27 112 blok 6 les 23 C 1 Hoeveel uren oud zijn deze jonge dieren? a 10 dagen 240 uren b 1 dag 24 uren c 5 dagen 120 uren d 2 dagen 48 uren C 2 Hoeveel weken zitten er in 1, 2, 5 en 10 jaar? En hoe reken jij 2 52 uit? Esra rekent zo: Hamid rekent zo: 10 52? Gewoon 52 en dan een nul erachter. 5 52? 520 en daarvan de helft. C 3 a 2 53 = = = 265 b 2 35 = = = 175 c 2 47 = = = 235 d 2 74 = = = 370 C 4 Hoeveel geld zit erin? a 2,20 b 2,65 c 8,10 d 7,70 e 1,92 f 3, werkschrift blz. 61 maatschrift blz. 58 en 59 computer

28 les 24 blok C 1 aa 2 5 = = = 25 b 2 60 = = = 300 c 2 15 = = = 75 bd 5 65 = = = = = = = = = = = = = = = 1065 C 2 Maak een prijslijst voor de bakker. Alle broodjes worden verkocht in zakjes met 2, 5 of 10 stuks. kaasbroodje kampioentje ciabatta tijgerbol pistolet 35 cent 26 cent 18 cent 12 cent 24 cent aa aantal tijgerbollen c aantal ciabatta s b aantal kampioentjes bd aantal kaasbroodjes pistoletjes CD3 Welke som hoort erbij? Reken de som ook uit. Gebruik het -teken in je antwoord. aa 2 5 = 10; 0, = 25; 0, = 50; 0,50 b 2 10 = 20; 0, = 50; 0, = 100; 1,00 werkschrift blz. 61 computer

29 114 blok 6 les 25 herhalen C 1 Hoeveel weken? aa Alwin is precies 5 jaar. Hij is 260 weken oud. b Abel is 10 jaar. Hij is meer dan 520 weken en minder dan 572 weken oud. c Zita is 11 jaar. Zij is meer dan 572 weken, maar minder dan 624 weken oud. bd Nadia is 1000 weken. Zij is 19 jaar. C 2 Beantwoord de vragen. Antwoord zo precies mogelijk. aa Een jaar telt 12 maanden. Hoeveel maanden telt 5 jaar? 60 b 50 maanden is meer dan 4 jaar en minder dan 5 jaar. c 100 maanden is meer dan 8 jaar en minder dan 9 jaar. bd 100 dagen is meer dan 3 maanden en minder dan 4 maanden. C 3 aa 2 25 = = = = 500 b 2 35 = = = = 700 c 2 53 = = = = 1060 bd 2 74 = = = = 888 C 4 Hoeveel uren? aa Een dag telt 24 uren. Hoeveel uren tellen 4 dagen? 96 b Een week telt 168 uren. c Twee weken tellen 336 uren. bd De maand juli telt 744 uren C 5 Hoeveel centimeter lang zijn de anderen? Jeroen is 1 m 66. aa Zijn broer Dennis is 17 cm kleiner. Dennis is 149 cm. b Jeroens kleine zus is half zo lang. Zijn kleine zus is 83 cm. c Jeroens vader is 25 cm langer. Zijn vader is 191 cm. bd Jeroens moeder is 31 cm langer dan Dennis. Zijn moeder is 180 cm.

30 les 25 oefenen blok CD6 CD7 Hoeveel kubussen tel je? De vorm van de stapel blijft steeds hetzelfde. aa Hoeveel kubussen tel je? 16 b Als je aan de onderkant een rij kubussen erbij doet, hoeveel zijn het er dan samen? 25 c Als je er 2 rijen bij doet, hoeveel tel je er dan? 36 bd Als je er 5 rijen bij doet, hoeveel tel je er dan? 81 Hoeveel verf is er nodig? aa De kleinste fi guur wordt blauw geverfd. Welke fi guur is het? 4 b De bijna kleinste fi guur wordt rood geverfd. Welke fi guur is het? 3 c Hoeveel hokjes verf hebben de andere fi guren nodig? Beide 16 hokjes. bd Maak fi guur 2 2 keer zo hoog en breed. Hoeveel hokjes verf heb je dan nodig? 4 9 = CD8 Meneer Winkelman koopt van alle producten een kilo. aa Hoeveel doosjes frambozen koopt hij? 10 b Hoeveel pakken koffie koopt hij? 4 c Hoeveel doosjes aardbeien koopt hij? 5 bd Hoeveel pakjes margarine koopt hij? 2 Hoeveel pakken en doosjes heeft hij dan in zijn winkelwagen liggen? 21 even snel blz verder blz plus blz computer

31 116 blok 6 even snel CD1 Vul aan. a Vul aan tot b Vul aan tot c Vul aan tot d Vul aan tot CD2 Maak de sommen. a 6 8 = = = = 63 b 42 : 6 = 7 32 : 8 = 4 49 : 7 = 7 54 : 9 = 6 c 3 12 = = = = 90 d 24 : 2 = : 3 = : 4 = : 5 = 16 CD3 Hoe lang duurt de reis? a Van 10 uur tot 12 uur 2 uur Van uur tot 11 uur 30 min. Van 9.15 uur tot 10 uur 45 min. b Van 6 uur tot 9 uur c Van 10 uur tot 1 uur Van 3 uur tot 5.30 uur Van 9.30 uur tot 2 uur Van 3 uur tot 5.15 uur Van uur tot 3.45 uur b: 3 uur 2 uur en 30 min. 2 uur en 15 min. c: 3 uur 4 uur en 30 min. 4 uur en 30 min. CD4 Schrijf met. a 1 euro 1 2 euro 2 15 euro 15 b 75 cent 0,75 50 cent 0,50 15 cent 0,15 c 140 cent 1, cent cent 1,95 d 5 cent 0,05 63 cent 0, cent 2,05 CD5 Rond af op hele euro s. 6,50 rond je af op 7. a 3,75 4 2,10 2 0,99 1 1,40 1 b 80 cent 1 50 cent cent cent 1 c 0,40 0 0,49 0 0,70 1 0,55 1 d 245 cent cent cent cent 3 CD6 Hoeveel meer is het? a 2,50 3 0,50 0,68 1 0,32 3,98 5 1,02 b 5, ,50 4 7,24 3,24 3 9,50 6,50 c 0,98 1,17 0,19 2,14 5,15 3,01 3,75 8,75 5,00 d 3,95 4,25 0,30 2,99 3,20 0,21 1,50 3,00 1,50

32 117 CD7 Meet de rekentekens. Gebruik je liniaal a De omtrek van de PLUS is 12 cm. b De omtrek van de MIN is 8 cm. c De omtrek van de KEER is 12 cm. d De omtrek van de GEDEELD DOOR is 8 cm. e De oppervlakte van PLUS 1 is 5 cm 2. f De oppervlakte van MIN 2 is 3 cm 2. g De oppervlakte van KEER 3 5 cm 2. h De oppervlakte van GEDEELD DOOR 4 is 2 cm 2. CD8 Schrijf de volgende 4 getallen op. a b c d CD9 Maak de sommen. a = = = = 120 b = = = = 390 c = = = = 541 d = = = = 1000 CD10 a 56 : 7 = : 7 = : 70 = 8 b 28 : 4 = : 4 = : 40 = 7 c 27 : 9 = : 9 = : 90 = 3 d 42 : 6 = : 6 = : 60 = 7 CD11 a 64 : 8 = 8 72 : 9 = 8 60 : 10 = 6 60 : 6 = 10 b 32 : 8 = 4 32 : 4 = 8 36 : 6 = 6 36 : 4 = 9 c 56 : 8 = 7 56 : 7 = 8 45 : 5 = 9 45 : 9 = 5 d 48 : 6 = 8 48 : 8 = 6 42 : 6 = 7 42 : 7 = 6

33 118 blok 6 even snel CD12 a Wat is de helft? b Wat is het dubbele? c Wat is 8 meer? d Wat is 7 minder? CD13 Neem over en vul in CD14 Verdubbel de getallen. a b c d CD15 Maak de sommen. a 20 : 4 = 5 30 : 5 = 6 40 : 4 = : 5 = 10 b 21 : 3 = 7 42 : 6 = 7 24 : 4 = 6 48 : 8 = 6 c 27 : 3 = 9 54 : 6 = 9 28 : 4 = 7 56 : 8 = 7 d 25 : 5 = 5 36 : 6 = 6 64 : 8 = 8 81 : 9 = 9 CD 16 Maak de zinnen af. a Het is 15 mei. Over een maand is het 15 juni. Over een halfjaar is het 15 november. Een maand geleden was het 15 april. Over 4 weken is het 12 juni. b Over 3 maanden is het 7 oktober. Nu is het 7 juli. Een halfjaar geleden was het 7 januari. Een week geleden was het 30 juni. Over 4 weken is het 4 augustus.

34 119 CD17 Maak de sommen. a = = = = 491 b = = = = 185 c = = = = 902 d = = = = 227 CD18 Wat is de rest? a Als je 17 deelt door: b Als je 25 deelt door: c Als je 50 deelt door: CD19 Zoek het getal a Welk getal ligt het dichtst bij 350? 341 b Welk getal ligt het dichtst bij 474? 451 c Welk getal ligt het verst van 400? 537 d Welk getal ligt het verst van 450? 324 CD20 CD21 Wat kost het? Alles voor de helft van de prijs! a Een pak koekjes van 1,70 voor 0,85 b Een pizza van 7,50 voor 3,75 Neem over en vul in. a c Een pot appelmoes van 0,90 voor 0,45 d Een net sinaasappels van 3,20 voor 1,60 e Een pot zure haring van 1,99 voor 1,00 b c d e f werkschrift blz. 39 maatschrift blz. 52 en 53 computer kwismeester

35 120 blok 6 verder CD1 CD2 Hoeveel kosten de gesprekken? Bellen met Japan: nu 38 cent per minuut. a Op maandag belt Ryoko 6 minuten. 228 cent b Op dinsdag 8 minuten. 304 cent c Op zaterdag 5 minuten. 190 cent d Op zondag 9 minuten. 342 cent Hoe laat vertrekken de bussen tot aan 10 uur? De bus vertrekt elke 15 minuten. De eerste bus vertrekt om 7.25 uur cent per minuut CD3 CD4 Zoek eerst in elk rijtje een makkelijke som. a = = = = 350 b = = = = 457 c = = = = 567 d Wissel het geld = = = = cent cent CD5 Wissel het geld. 1 euro euro CD6 Hoe laat is het? a b c d Het is 4.05 uur. Het is 4.55 uur. Het is 6.10 uur. Het is 6.34 uur. Het is 50 minuten later. Het is 75 minuten later. Het is 24 minuten later.

36 121 CD7 Bedenk bij elk plaatje een som. a 9 50 b 210 : 7 = maart week 10 maandag dagen dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag CD8 Hoeveel tegels? 6 meter 4 m 80 cm In de woonkamer worden kurktegels gelegd. De kamer is 6 m lang en 4 m 80 cm breed. Een kurktegel is 40 cm lang en 40 cm breed. Hoeveel tegels heb je nodig? = 180 tegels CD9 Welke getallen zijn dit? a 1362 b 1026 c 1306 d 1062 werkschrift blz. maatschrift blz. 54 en 55 computer

37 122 blok 6 verder CD10 Betaal met zo weinig mogelijk briefjes en munten. a 1056 = = = = = b 1345 = = = = = CD11 Vul aan. a = = = = 500 b = = = = 1000 c = = = = 2000 d = = = = 2000 CD12 Reken om. a 1 km = 1000 m 1 m = 100 cm 1 m = 10 dm 1 dm = 10 cm b 1 cm = 10 mm 1 dm = 100 mm 1 m = 1000 mm 2 m = 2000 mm c 10 m = 1000 cm 10 dm = 100 cm 10 cm = 100 mm 10 dm = 1000 mm d 4 dm = 40 cm 3 m = 300 cm 8 cm = 80 mm 2 km = 2000 m CD13 Welke maand is het? Aantal dagen in een jaar. jan feb mrt april mei juni juli aug sept okt nov dec Begin op 1 januari. In welke maand zitten we: na 17 dagen? jan na 32 dagen? feb na 50 dagen? feb na 100 dagen? april na 250 dagen? sept na 120 dagen? mei na 300 dagen? okt na 365 dagen? jan CD14 a = = = = 250 b = = = = 150 c = = = = 950 d = = = = 550 werkschrift blz. xx maatschrift blz. xx computer

38 123 CD15 a 400 g g = 1 kg 250 g g = 1 kg 50 g g = 1 kg 10 g g = 1 kg b 1 l = 100 cl 1 l = 1000 ml 50 cl + 50 cl = 1 l 350 ml ml = 1 l c 25 cl = 250 ml 80 cl = 800 ml 25 cl + 75 cl = 1 l 25 ml ml = 1 l CD16 Hoeveel tegels zitten er op de hele muur? a 3 3 = 9 b 5 5 = 25 c = 121 d = 144 CD17 a = = = = 430 b = = = = 420 c = = = = 802 d = = = = 456 CD18 Pijltjes gooien. Je gooit steeds raak Voorbeeld = = 90 a Hoe haal je 100 punten in 6 keer gooien? = 100. b Kan het ook op andere manieren? Ja, bijvoorbeeld = 100. c Wat is het hoogste aantal punten dat je kunt halen? 5 19 = 95. d Wat is het laagste aantal punten dat je kunt halen met 5 keer gooien? 5 12 = 60.

39 124 blok 6 plus CD1 Maak sommen met deze getalkaartjes a Maak met deze kaartjes optelsommen waar 555 uitkomt. Je hoeft ze niet allemaal te gebruiken = 555, = 555 b Maak sommen waar 777 uitkomt = 777, = 777, = 777 c Maak sommen waar 999 uitkomt = 999, = 999, meer antwoorden. CD2 Maak het rijtje af tot 999. a Ga tot = = = = = = = = = 999 b Ga door tot = = = = = = = = = 920 CD3 Hoeveel sinaasappels kreeg Omar van de tuinman? Hassan helpt de tuinman met plukken. Als loon krijgt hij een mand vol lekkere sinaasappels. Voordat Hassan de tuin kan verlaten, moet hij door 3 bewaakte poorten. Bij elke poort moet hij de wachters sinaasappels geven. De eerste poortwachter krijgt de helft van zijn sinaasappels en nog 1 extra. De tweede wachter krijgt de helft van de overgebleven sinaasappels en 1 extra. Ook de derde wachter krijgt de helft van de overgebleven sinaasappels en nog 1 extra. Hassan houdt maar 1 sinaasappel over. Hoeveel sinaasappels kreeg Hassan van de tuinman? 22

40 125 CD4 Hoe vouw je servetten? Als je de tafel gezellig wilt dekken, kun je servetten mooi vouwen. Dat staat leuker dan wanneer je ze gewoon plat naast de borden legt. Probeer het maar eens met een vouwblaadje of met een echt servet. Meer antwoorden Zo wordt het: Zo wordt het:

41 126 blok 6 plus CD5 Rond de bedragen af. a Op hele euro s: 2,05 2 3, , ,50 18 b Op halve euro s: 6,70 6,50 2,29 2,50 14,80 15,00 19,75 20,00 c Op 10 cent nauwkeurig: 0,49 0,50 0,95 1,00 2,09 2,10 10,45 10,50 CD6 Maak de rijtjes verder af. 1 9 = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = 990 CD7 Twee gekke getallenmuurtjes. Naar boven tel je de getallen naast elkaar op. Naar beneden trek je de getallen naast elkaar af. Probeer maar. En nu deze:

42 127 CD8 Een spel voor 2 spelers. a Leg 12 lucifers in 3 rijen zo neer: Neem nu om de beurt lucifers weg. Degene die aan de beurt is mag net zoveel lucifers wegnemen als hij wil. Per beurt mag je alleen lucifers wegnemen uit één rij. Je moet ten minste 1 lucifer wegnemen. Wie de laatste moet wegnemen, heeft verloren. b Leg 13 lucifers op een rij. Pak om de beurt 1 of 2 lucifers totdat ze op zijn. Tel hoeveel lucifers je hebt. Wie eindigt met een oneven getal heeft gewonnen. CD9 Maak sommen met 4 getallen. Maak optelsommen, aftreksommen, keersommen en deelsommen met deze getallen: en 40 Je mag de getallen net zo vaak gebruiken als je wilt. Voorbeeld: = 23 3 x 5 x 20 = : 5 = = 35 Bedenk zelf meer van zulke sommen. Probeer ook een heel moeilijke som te maken. Meer antwoorden. CD10 Spelletje voor 2 spelers. Teken na in je schrift. Meer antwoorden. Om de beurt zetten de spelers een kruisje door 1 van de stippen. De spelers gebruiken allebei een andere kleur. Wie 3 kruisjes in dezelfde kleur naast elkaar heeft staan, heeft gewonnen. plusschrift

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter. 70 blok 5 les 23 C 1 Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 60 981 540 C 2 Welke maten horen erbij? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Nadere informatie

Hoeveel kinderen zitten er in elke groep van de Kameleonschool? Kleur het goede aantal hokjes. b 28 =

Hoeveel kinderen zitten er in elke groep van de Kameleonschool? Kleur het goede aantal hokjes. b 28 = les 23 en 24 blok 4 41 Teken de afstanden. 1 cm is in het echt 10 km. Van Amsterdam naar Alkmaar: 40 km. Controleer met je liniaal. aa Van Amsterdam naar Den Helder: 80 km. 8 cm b Van Almelo naar Utrecht:

Nadere informatie

a a Leg 3 getallen van 2 cijfers en tel ze op. b d Bedenk sommen waar 180 uitkomt. Meer antwoorden. b Uit welke som komt 103?

a a Leg 3 getallen van 2 cijfers en tel ze op. b d Bedenk sommen waar 180 uitkomt. Meer antwoorden. b Uit welke som komt 103? les 4 blok 5 4 Hoeveel kilogram samen? Eerst schatten. a a 64 kg b 164 kg 3 2 k g 232 kg 1 5 k g 115 kg 1 1 1 k g 511 kg c 8 kg 32 kg 125 kg 244 kg b d 16 kg 185 kg 143 kg 495 kg CD2 Maak sommen met deze

Nadere informatie

a a Hoe hoog is de kleinste toren op het plaatje? 97 m b d Hoe oud zijn de Martinitoren en de Eiffeltoren? De Martinitoren is meer dan

a a Hoe hoog is de kleinste toren op het plaatje? 97 m b d Hoe oud zijn de Martinitoren en de Eiffeltoren? De Martinitoren is meer dan les 14 59 Aan welke keersommen uit de tafels tot 10 denk je? b 9 70 = 630 6 80 = 480 9 7 en 6 8 a a 4 30 = 120 4 50 = 200 4 3 en 4 5 c 8 80 = 640 7 60 = 420 8 8 en 7 6 b d = 5600 = 7200 Meer antwoorden.

Nadere informatie

werkboek groep 4 blok 7 en 8 naam

werkboek groep 4 blok 7 en 8 naam 1 2 3 4 5 6 werkboek groep 4 7 8 9 11 12 naam 10 blok 7 en 8 blok 8 x les xx 8 1 Hoeveel schroeven liggen hier? Vul in.... 2 34 Het konijnenhok x 4 schroeven is... schroeven. Reken uit. 2 groepjes van

Nadere informatie

2 Reken uit. 3 Maak er rekentaal van. Probeer het in één sprong. Denk aan de getallenlijn = = = = = =

2 Reken uit. 3 Maak er rekentaal van. Probeer het in één sprong. Denk aan de getallenlijn = = = = = = 10 les 1 2 Reken uit Probeer het in één sprong. Denk aan de getallenlijn. +20 +7 60 80 +27 60 40 + 17 = 50 + 38 = 80 + 12 = 30 + 43 = 30 + 23 = 20 + 61 = 70 + 21 = 40 + 57 = 60 + 27 = 3 Maak er rekentaal

Nadere informatie

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok De Klimboom Een nieuw schoolplein. Hoeveel tegels samen? Eerst schatten, dan precies.

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok De Klimboom Een nieuw schoolplein. Hoeveel tegels samen? Eerst schatten, dan precies. jaargroep a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok De Klimboom w e r k b o e k = Een nieuw schoolplein. Hoeveel samen? Eerst schatten, dan precies. Les Overal getallen

Nadere informatie

Overstapprogramma 6-7

Overstapprogramma 6-7 Overstapprogramma - Cijferend optellen 9 Verdeel het getal. Het getal 8 kun je verdelen in: duizendtallen honderdtallen tientallen eenheden D H T E 8 D H T E 8 = 8 9 9 9 = = = = Zet de getallen goed onder

Nadere informatie

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok 225 + Hoeveel knikkers heeft Li? Teken op de getallenlijn en reken uit.

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok 225 + Hoeveel knikkers heeft Li? Teken op de getallenlijn en reken uit. jaargroep a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs + blok = w e r k b o e k 00 0 300 Hoeveel knikkers heeft Li? Teken op de getallenlijn en reken uit. Les Overal getallen

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna

Nadere informatie

rekenboek 6a taken 507019

rekenboek 6a taken 507019 rekenboek 6a taken 507019 Blok 2 Week 1 Taak 1 Werken met getallen. a Neem het schema over en vul in: b Schrijf het getal in woorden: D H T E 3141 driehonderdzes 687 vierduizend acht 5870 veertienhonderdeenentachtig

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna

Nadere informatie

Blok 1 Herhalingstoets

Blok 1 Herhalingstoets herhalingstoetsen Blok Herhalingstoets Tienen en enen. Tel en schrijf. Wie zitten in de bus? Maak de bloksom. T E Hoeveel bekers? Schrijf. Hoeveel bekers? Maak de som. = = voor tafel voor tafels bekers

Nadere informatie

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 3 Blok 1. Van...

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 3 Blok 1. Van... Routeboekje bij Alles telt Groep 3 Blok 1 Van... Groep 3 Blok 1 Les 1 Leerkrachtgebonden LB 3A 2 1 Weer naar school. meedoen JJ LB 3A 2 2 Kijk en vertel. meedoen JJ GM 3 3.1 GM 3 3.2 LB 3A 3 3 Hoeveel

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 6 Vul de maatbekers. Kleur. Zwijsen naam:

rekentrainer jaargroep 6 Vul de maatbekers. Kleur. Zwijsen naam: Zwijsen jaargroep 6 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs recept voor 6 glazen bananenmilkshake 2 bananen 0,25 l ijs 0,40 l melk 0,10 l limonadesiroop 100 cl 0 ijs 1 liter 0 Schil de bananen.

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 6 Vul de maatbekers. Kleur. Zwijsen naam:

rekentrainer jaargroep 6 Vul de maatbekers. Kleur. Zwijsen naam: Zwijsen jaargroep naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs recept voor glazen bananenmilkshake bananen, l ijs, l melk,1 l limonadesiroop 1 cl ijs 1 liter Schil de bananen. Snijd ze in grote

Nadere informatie

opdrachtenboek groep 5

opdrachtenboek groep 5 opdrachtenboek groep 5 blok 8 les Ik wil precies 00 gram, dus nog 400 erbij. Maak de tabellen af. 600 g samen 00 600 500 00 0 samen 00 750 890 970 60 80 samen 00 645 995 75 85 5 Kijk op de weegschaal.

Nadere informatie

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5 Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5 1 2 3 4 5 1x1= 1 1x2= 2 1x3= 3 1x4= 4 1x5= 5 2x1= 2 2x2= 4 2x3= 6 2x4= 8 2x5=10 3x1= 3 3x2= 6 3x3= 9 3x4=12 3x5=15 4x1= 4 4x2= 8 4x3=12 4x4=16 4x5=20 5x1= 5 5x2=10 5x3=15

Nadere informatie

Blok 1 Herhalingstoets

Blok 1 Herhalingstoets herhalingstoetsen Blok 1 Herhalingstoets 1 Reken uit en maak vast. Vul het getallenkaartje in. 1 0 00 00 H T E 1 00 + 00 = Hoeveel potloden? Vul in. Hoeveel krijgt ieder? Verdeel met vier kinderen. 0 00

Nadere informatie

Er is 3 deel van de punten. gehaald. Dat zijn 60 punten. Hoeveel punten kun je in totaal verdienen? 400 cm. som: 200 cm. som:

Er is 3 deel van de punten. gehaald. Dat zijn 60 punten. Hoeveel punten kun je in totaal verdienen? 400 cm. som: 200 cm. som: doel M Je oefent een deel van een geheel berekenen: 00. M Je oefent berekenen wat het geheel is, als je een deel weet. hulp Hoeveel punten zijn gehaald? 00 : = = 7 Er is deel van de punten gehaald. Dat

Nadere informatie

rekenboek 5a lessen

rekenboek 5a lessen rekenboek 5a lessen 507006 De stad in Blok 2 21 770 1000 500 400 Blok 2 Week 1 Les 1 1 Tellen. atel verder. 396 397 598 797 Tel terug. 402 401 903 101 bmaak sprongen van 10. Maak sprongen van 50. 480 490

Nadere informatie

antwoorden werkboek blok jaargroep 6 In welke maanden worden de minste auto s vervoerd? Reken ongeveer.

antwoorden werkboek blok jaargroep 6 In welke maanden worden de minste auto s vervoerd? Reken ongeveer. jaargroep Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok januari februari maart juli augustus april mei juni oktober november Transportbedrijf De Haas vervoert elke dag. werkboek september

Nadere informatie

a n t w o o r d e n reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok w e r k b o e k Help jij Matz een mooi patroon te maken?

a n t w o o r d e n reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok w e r k b o e k Help jij Matz een mooi patroon te maken? jaargroep a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok w e r k b o e k Help jij Matz een mooi patroon te maken? Les Overal getallen De bibliobus. Hoeveel boeken samen?

Nadere informatie

1 Werken met getallen. a Neem het schema over en vul in: b Schrijf het getal in woorden: D H T E driehonderdzes. 687 vierduizend acht

1 Werken met getallen. a Neem het schema over en vul in: b Schrijf het getal in woorden: D H T E driehonderdzes. 687 vierduizend acht rekenboek 6a taken Week 1 Taak 1 Werken met getallen. a Neem het schema over en vul in: b Schrijf het getal in woorden: D H T E 3141 driehonderdzes 687 vierduizend acht 5870 veertienhonderdeenentachtig

Nadere informatie

Blok 1 Herhalingstoets

Blok 1 Herhalingstoets 7 herhalingstoetsen Blok 1 Herhalingstoets 1 Hoeveel ongeveer? Maak vast. 2 Hoeveel ongeveer? Kleur het juiste wolkje. 9000 10.000 20.000 30.000 40.000 50.000 5899 + 2900 8000 40.109 3 Reken uit. 4 Reken

Nadere informatie

les 21 blok 3 1 liter is 1000 milliliter. Waar gaat evenveel in? En waarin het meeste? Samen bespreken.

les 21 blok 3 1 liter is 1000 milliliter. Waar gaat evenveel in? En waarin het meeste? Samen bespreken. 110 les 21 C1 1 liter is milliliter. Waar gaat evenveel in? En waarin het meeste? Samen bespreken. C2 Hoeveel milliliter zit er in de beker? a ml b ml c 250 ml d ml e ml C3 Wat is samen 1 liter? Meer antwoorden.

Nadere informatie

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen 1 2 3 4 REKENEN Boek 5a: Blok 1 - week 1 Oriëntatie - Getallen tot en met 1000 - Tafels 0 t/m 6 en 10 - Herhalen strategieën - Herhalen hele, halve uren en kwartieren

Nadere informatie

Leerroutes Passende Perspectieven Alles telt groep 5 blok 1

Leerroutes Passende Perspectieven Alles telt groep 5 blok 1 Leerroutes Passende Perspectieven Alles telt groep 5 blok Legenda kleuren Getalbegrip Optellen en aftrekken Vermenigvuldigen en delen Verhoudingen Meten Meten Tijd Meten Geld Meetkunde Verbanden Legenda

Nadere informatie

Er is 3 deel van de punten. gehaald. Dat zijn 60 punten. Hoeveel punten kun je in totaal verdienen? 400 cm. som: 200 cm. som:

Er is 3 deel van de punten. gehaald. Dat zijn 60 punten. Hoeveel punten kun je in totaal verdienen? 400 cm. som: 200 cm. som: doel M Je oefent een deel van een geheel berekenen: 00. M Je oefent berekenen wat het geheel is, als je een deel weet. hulp Hoeveel punten zijn gehaald? 00 : = = 7 Er is deel van de punten gehaald. Dat

Nadere informatie

antwoorden jaargroep 5 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok D H T E werkboek samen beschuiten Hoeveel beschuiten samen?

antwoorden jaargroep 5 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok D H T E werkboek samen beschuiten Hoeveel beschuiten samen? jaargroep 5 Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs D H T E blok 9 werkboek beschuiten Hoeveel beschuiten? Les Overal getallen Hoeveel bezoekers? Vul eerst in. Tel daarna op de getallenlijn.

Nadere informatie

Getal & Ruimte Junior Opstapprogramma Meten en meetkunde

Getal & Ruimte Junior Opstapprogramma Meten en meetkunde Getal & Ruimte Junior Opstapprogramma Meten en meetkunde Groep Maak eerst test jezelf en daarna maatwerk. Noordhoff Uitgevers > M:,, dm =... cm m =... dm m =... dm dm =... cm dm =... cm L =... dl dl =...

Nadere informatie

Getal & Ruimte Junior Opstapprogramma Meten en meetkunde

Getal & Ruimte Junior Opstapprogramma Meten en meetkunde Getal & Ruimte Junior Opstapprogramma Meten en meetkunde Groep Maak eerst test jezelf en daarna maatwerk. Noordhoff Uitgevers > M:,, cm dm =... dm m =... dm m =... cm dm =... cm dm =... L =... dl cl dl

Nadere informatie

Leerstofoverzicht groep 3

Leerstofoverzicht groep 3 Leerstofoverzicht groep 3 Getallen en relaties Basisbewerkingen Verhoudingen Leerlijn Groep 3 uitspraak, schrijfwijze, kenmerken begrippen evenveel, minder/meer cijfer 1 t/m 10, groepjes aanvullen tot

Nadere informatie

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 4 Blok 1. Van...

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 4 Blok 1. Van... Routeboekje bij Rekenrijk Groep 4 Blok 1 Van... Groep 4 Blok 1 Les 1 Leerkrachtgebonden HL Hoofdrekenen meedoen LB 4a 2 1 Aan het strand meedoen LB 4a 3 2 Onder en boven water meedoen LB 4a 3 3 Maak alle

Nadere informatie

C 1 C 2 C 3. les 1. 2 blok 4. Leg de figuren. Samen bespreken. a b c

C 1 C 2 C 3. les 1. 2 blok 4. Leg de figuren. Samen bespreken. a b c 2 blok 4 les 1 C 1 Leg de figuren. Samen bespreken. a b c d C 2 Leg de figuren. Samen bespreken. a b c C 3 Leg nog meer figuren. Samen bespreken. a Maak een huis. b Maak een boot. c Bedenk zelf een figuur.

Nadere informatie

De markt. Gebruik je liniaal. 1 hokje = 1 m 2

De markt. Gebruik je liniaal. 1 hokje = 1 m 2 34 blok 5 C 1 Hoeveel knikkers? 2 bonken kosten evenveel als 5 krieltjes. In je knikkerzak zitten 1050 knikkers. Je hebt net zoveel uitgegeven voor de bonken als voor de krieltjes. Er zitten 750 krieltjes

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 5 Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Zwijsen naam:

rekentrainer jaargroep 5 Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Zwijsen naam: Zwijsen jaargroep naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs rekentrainer Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Vul in. Groep blad 1 0 + 10

Nadere informatie

De wereld in getallen Lessuggestie groep 6 handleiding

De wereld in getallen Lessuggestie groep 6 handleiding De wereld in getallen Lessuggestie groep 6 handleiding Omschrijving Werkbladen voor groep 6. Ze sluiten aan bij taak 56 (toets). De kinderen oefenen: - kalender en grafieken kijken (opgave 1 en ) - geldrekenen

Nadere informatie

rekentrainer jaargroep 5 Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Zwijsen naam:

rekentrainer jaargroep 5 Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Zwijsen naam: Zwijsen jaargroep naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs rekentrainer Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Groep blad Vul in. 0 0 7 70

Nadere informatie

Groep 5 Leerroute 3< 1F Leerroute 2= 1F (maatschrift) Leerroute 1 = 1S Periode 1

Groep 5 Leerroute 3< 1F Leerroute 2= 1F (maatschrift) Leerroute 1 = 1S Periode 1 Groep 5 Leerroute 3< 1F Leerroute 2= 1F (maatschrift) Leerroute 1 = 1S Periode 1 Normgerichte doelen: De kinderen behalen op de methodegebonden toetsen Maatschrift een 60% score. Blok 1: De kinderen kennen/kunnen/beheersen:

Nadere informatie

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren Uren, Dagen, Maanden, Jaren,. Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren 1 minuut 60 seconden 1 uur 60 minuten 1 half uur 30 minuten 1 kwartier 15 minuten 1 dag (etmaal) 24 uren 1 week

Nadere informatie

Tafels bloemlezing. Inhoud 1

Tafels bloemlezing.   Inhoud 1 Tafels bloemlezing Leer- en oefenboek 49 bladzijden. Hier zie je de hele pdf, waarin veel geschrapt is, maar waarin je een prima indruk krijgt hoe deze methode is opgebouwd. Dit is een methode die niet

Nadere informatie

handleiding pagina s 198 tot 206 1 Handleiding

handleiding pagina s 198 tot 206 1 Handleiding week 7 les 3 toets en foutenanalyse handleiding pagina s 198 tot 206 nuttige informatie 1 Handleiding 11 Kopieerbladen pagina 23: meetcircuit lengte pagina 83: folder inhoud en gewicht pagina 140: temperatuurcurve

Nadere informatie

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 7 Blok 6. Van...

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 7 Blok 6. Van... Routeboekje bij Rekenrijk Groep 7 Blok 6 Van... Groep 7 Blok 6 Les 1 Leerkrachtgebonden LB 7a 142 1 Hoeveel bussen? meedoen LB 7a 142 2 Reken uit - LB 7a 142 3 Reken uit maken LB 7a 143 4 Schat eerst,

Nadere informatie

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 5 Blok 1. Van...

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 5 Blok 1. Van... Routeboekje bij Rekenrijk Groep 5 Blok 1 Van... Groep 5 Blok 1 Les 1 Leerkrachtgebonden HL Hoofdrekenen meedoen en maken LB 5a 2 1 Welke weg moet Hans nemen? meedoen LB 5a 3 2 Tel met sprongen meedoen

Nadere informatie

5 a. naam Hulp. blad 1. Hoeveel euro? Vul in. Rekenrijk 5a Noordhoff Uitgevers bv

5 a. naam Hulp. blad 1. Hoeveel euro? Vul in. Rekenrijk 5a Noordhoff Uitgevers bv 5 a naam Hulp blad Hoeveel? Vul in 905 70 85 567 69 0 90 69_RR_KM_5a.indb 85 5 8-08-00 :05: 5 a naam Hulp blad Welke som hoort bij de tegelvloer? Welke keersom hoort bij het donkere stuk? Welke keersom

Nadere informatie

blok 7 les 6 In elke zak 10 poffertjes In 1 zak 10. Lekker! Vul de open plaatsen in. borden glazen zakken dozen

blok 7 les 6 In elke zak 10 poffertjes In 1 zak 10. Lekker! Vul de open plaatsen in. borden glazen zakken dozen blok 7 les 6 In elke zak 0 poffertjes. Vul de open plaatsen in. In zak 0. In zakken Lekker! zakken 3 5 0 poffertjes 0 40 80 Vul de open plaatsen in. tafels 3 6 5 borden flessen 4 glazen 5 5 35 zakken 0

Nadere informatie

2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd?

2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? Oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen RekenWijzer, oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen. Kennismaken met breuken.. eel van geheel Opdracht Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? deel

Nadere informatie

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:... TOETS REKENEN / WISKUNDE Naam:... School:... Datum:... Groep:... 1A. Hoofdrekenen: optellen en aftrekken Reken de sommen op je eigen manier uit. Gebruik het kladblaadje als je een tussenstap wilt noteren.

Nadere informatie

K 1 Symmetrische figuren

K 1 Symmetrische figuren K Symmetrische figuren * Spiegel Plaats de spiegel zó, dat je twee gelijke figuren ziet. Plaats de spiegel nu zó op het plaatje, dat je dezelfde figuur precies éénmaal ziet. Lukt dat bij alle plaatjes?

Nadere informatie

a n t w o o r d e n reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok w e r k b o e k Hoeveel pakken koeken zijn er nodig voor jouw klas? Reken uit.

a n t w o o r d e n reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok w e r k b o e k Hoeveel pakken koeken zijn er nodig voor jouw klas? Reken uit. j aargroep 5 a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok w e r k b o e k oeveel pakken koeken zijn er nodig voor jouw klas? Reken uit. Les Overal getallen Welke rugnummers

Nadere informatie

antwoorden jaargroep 5 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok werkboek Ieder krijgt Eerlijk delen. Hoeveel krijgt ieder? Teken en schrijf.

antwoorden jaargroep 5 reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok werkboek Ieder krijgt Eerlijk delen. Hoeveel krijgt ieder? Teken en schrijf. jaargroep 5 Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok 7 werkboek Ieder krijgt Eerlijk delen. Hoeveel krijgt ieder? Teken en schrijf. Les Overal getallen Bloemenwinkel De Roos. Hoeveel

Nadere informatie

Naam:... Nr... 5,20 5,21 5,24 5,27 5,28 5,30 5,270 5,271 5,274 5,278 5,280 1,555 1,505 6,250 6,025 0,07 0,007

Naam:... Nr... 5,20 5,21 5,24 5,27 5,28 5,30 5,270 5,271 5,274 5,278 5,280 1,555 1,505 6,250 6,025 0,07 0,007 1 JAARTALLEN RANGSCHIKKEN zie de handleiding 2-3 KOMMAGETALLEN TOT d 1 Vul de ontbrekende kommagetallen in. 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 5 5,2 5,3 5,5 5,8 6 5,20 5,21 5,24 5,27 5,28 5,30 5,270 5,271 5,274 5,278

Nadere informatie

Blok 1 Herhalingstoets

Blok 1 Herhalingstoets herhalingstoetsen Blok erhalingstoets Reken uit en vul in. Reken uit. 700 000 900 + 700 = 00 00 + = 00 Reken handig uit. * 0 = 00 oeveel krijgt ieder? 70 Wij zijn met kinderen. * 0 = 90 Wij zijn met kinderen.

Nadere informatie

Werkblad 20A. tijd. kwart over 12. half 6 10 over 9 10 voor 7 5 over 3 11.00 12.00 13.00 14.00 15.00 16.00 17.00 18.00 19.00 20.00 21.

Werkblad 20A. tijd. kwart over 12. half 6 10 over 9 10 voor 7 5 over 3 11.00 12.00 13.00 14.00 15.00 16.00 17.00 18.00 19.00 20.00 21. Werkblad 20A tijd 1 Hoe laat is het? kwart over half 10 over 9 10 voor over 3 2 Teken de wijzers. 11.00.00 13.00 14.00 1.00 1.00 1.00 18.00 19.00 20.00 21.00 1.00 uur is... 3 uur in de middag 20.00 uur

Nadere informatie

17 blokken 18 blokken 26 blokken b Bekijk nu het eerste bouwsel. Hoeveel blokken kunnen er nog achter verstopt zitten? 5 blokken.

17 blokken 18 blokken 26 blokken b Bekijk nu het eerste bouwsel. Hoeveel blokken kunnen er nog achter verstopt zitten? 5 blokken. 4 blok 6 C 1 Romeinse cijfers. Amsterdam Dordrecht Nijmegen Gouda a Welk huis is ouder, het huis uit Dordrecht of het huis uit Amsterdam? Dordrecht b Hoelang staat het huis uit Nijmegen er al? In 010 is

Nadere informatie

Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 4 Wereld in Getallen 1 REKENEN Boek 4a: Blok 1 - week 1 - optellen en aftrekken t/m 10 (3 getallen, 4 sommen) 5 + 4 = / 4 + 5 = 9 5 = / 9 4 = - getallen tot 100 Telrij oefenen met kralenstang

Nadere informatie

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent.

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent. BLAD 16: HAM EN KAAS 1. Hoeveel is het goedkoper? a. Twee aanbiedingen bij de supermarkt. Hoeveel cent is het goedkoper? 6 witte bolletjes:... 10 scharreleieren:... b. Reken van deze aanbiedingen ook uit

Nadere informatie

Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4

Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4 Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4 Blok 1A en 2A Telrij, uitspraak en notatie Getallenlijn en getalvolgorde Opbouw getallen tot 100 Sprongen van 1, 2 en 5 tussen 10 en 20 t/m

Nadere informatie

blok 11 groep 4 Malmberg s-hertogenbosch

blok 11 groep 4 Malmberg s-hertogenbosch blok 11 groep 4 naam:... Malmberg s-hertogenbosch blok 11 les 6 0 Kleur de antwoorden van de tafel van 2 geel en de tafel van 5 rood. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26

Nadere informatie

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 4 Blok 2. Van...

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 4 Blok 2. Van... Routeboekje bij Alles telt Groep 4 Blok 2 Van... Groep 4 Blok 2 Les 1 Leerkrachtgebonden LB 4A 30 1 Pak de appels handig in. meedoen LB 4A 30 2 Hoeveel? meedoen LB 4A 30 3 Hoeveel? maken WS 4A 22 1 Maak

Nadere informatie

Onthoudboekje rekenen

Onthoudboekje rekenen Onthoudboekje rekenen D_eze _werkbundel _is _van < > 1 Inhoudsopgave Wat moet je wanneer kennen? eindtoets paastoets kersttoets herfsttoets Getallenkennis 1. Soorten getallen (p.4 5) 2. Duizendtal, honderdtal,

Nadere informatie

1 Schrijf de getallen op.

1 Schrijf de getallen op. BLOK 2 LES 1 DOEL 1 Je leert getallen tot en met 1 schattend plaatsen en aflezen op de streepjesgetallenlijn. HULP 5 1 3 1 Schrijf de getallen op. Maak vast. 1 1 2 3 5 6 8 9 2 Maak vast. 1 1 2 35 4 55

Nadere informatie

Zwijsen. jaargroep 4. naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. rekentrainer. jij. Bezoek alle leuke dingen. Teken de weg.

Zwijsen. jaargroep 4. naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. rekentrainer. jij. Bezoek alle leuke dingen. Teken de weg. Zwijsen jaargroep naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs! jij rekentrainer Bezoek alle leuke dingen. Teken de weg. Groep blad 1 Hoe komt de hond bij het bot? Teken. Kleur de tegels. Kleur

Nadere informatie

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen SMART-finale 2019 Ronde 1: 5-keuzevragen Ronde 1 bestaat uit 16 5-keuzevragen. Bij elke vraag is precies één van de vijf antwoorden juist. Geef op het antwoordformulier duidelijk jouw keuze aan, door per

Nadere informatie

Lesopbouw: instructie. 2 Instructie. 1 Start. Blok 4 Week 2 Les 1

Lesopbouw: instructie. 2 Instructie. 1 Start. Blok 4 Week 2 Les 1 Blok Week 2 Les 1 0 70 30 0 35 5 20 10 1 36 2 11 12 1 0 739 00 96 325 10 71 02 9 327 330 69 56 1 210 332 700 566 20 212 59 29 3 599 76 551 300 5 1 770 99 0 00 109 3 991 10 02 111 350 70 270 96 596 150

Nadere informatie

Tellen 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10. 1. Hoeveel blokjes tel je? 1 2 3 4 5 6 Wijs het juiste cijfer aan

Tellen 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10. 1. Hoeveel blokjes tel je? 1 2 3 4 5 6 Wijs het juiste cijfer aan 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10 Tellen 1. Hoeveel blokjes tel je? 1 2 3 4 5 6 Wijs het juiste cijfer aan 2. Tel hardop de blauwe blokjes 3. Welk getal hoort daarbij en wijs dat aan. Meer, minder, evenveel 1. Tel

Nadere informatie

Getallen. 1 Doel: getallen plaatsen op de getallenlijn. 2 Doel: getallen invullen op het 60-veld. 3 Doel: 5-structuur aangeven.

Getallen. 1 Doel: getallen plaatsen op de getallenlijn. 2 Doel: getallen invullen op het 60-veld. 3 Doel: 5-structuur aangeven. 1 Getallen Basisstof getallenstructuur t/m 60 Lesdoelen De kinderen: kunnen tellen/doortellen t/m 60; kunnen de getallen in het 60-veld schrijven; kunnen werken met de begrippen 2 en meer en 2 en minder

Nadere informatie

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen (versie 1)

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen (versie 1) SMART-finale 2014 Ronde 1: 5-keuzevragen (versie 1) Ronde 1 bestaat uit 16 5-keuzevragen. Bij elke vraag is precies één van de vijf antwoorden juist. Geef op het antwoordformulier duidelijk jouw keuze

Nadere informatie

Je mag tekenen op een getallenlijn = = = = = = = = 3 50 = 4 70 = 5 20 =

Je mag tekenen op een getallenlijn = = = = = = = = 3 50 = 4 70 = 5 20 = 5 b naam Hulp 1 1 Reken uit met aanvullen Teken op de getallenlijn. 15 11 4 504 489 = 489 500 504 602 586 = 913 898 = 312 299 = 2 Reken uit met aanvullen Je mag tekenen op een getallenlijn. 702 698 = 405

Nadere informatie

Onthoudboekje rekenen

Onthoudboekje rekenen Onthoudboekje rekenen Inhoud 1. Hoofdrekenen: natuurlijke getallen tot 100 000 Optellen (p. 4) Aftrekken (p. 4) Vermenigvuldigen (p. 5) Delen (p. 5) Deling met rest (p. 6) 2. Hoofdrekenen: kommagetallen

Nadere informatie

antwoorden oefenboek blok jaargroep 4 ma 23 graden di 25 graden wo 28 graden do 18 graden vr za zo 23 graden 27 graden 21 graden Zwijsen

antwoorden oefenboek blok jaargroep 4 ma 23 graden di 25 graden wo 28 graden do 18 graden vr za zo 23 graden 27 graden 21 graden Zwijsen jaargroep Zwijsen reken-wiskundemethode het basisonderwijs C blok ma graden di graden wo graden do graden ma di wo do vr za zo vr za zo graden 7 graden graden oefenboek Het is warm! Teken de temperatuur.

Nadere informatie

16 a. b a. b 6a. de Wageningse Methode Antwoorden H21 OPPERVLAKTE HAVO 1

16 a. b a. b 6a. de Wageningse Methode Antwoorden H21 OPPERVLAKTE HAVO 1 Hoofdstuk OPPERVLAKTE HAVO 5 a De rechthoeken zijn bij 6 lucifers, of bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers.. INTRO Oppervlakte snelweg = 0 km 8 m = 0.000 m 8 m = 360.000 m. Zijde vierkant = 360. 000 = 600

Nadere informatie

groep 8 blok 7 antwoorden Malmberg s-hertogenbosch

groep 8 blok 7 antwoorden Malmberg s-hertogenbosch blok 7 groep 8 antwoorden Malmberg s-hertogenbosch blok 7 les 3 3 Reken de omtrek en de oppervlakte van de figuren uit. Gebruik m en m 2. 1 m C Omtrek figuur C 20 m Oppervlakte figuur C 22 m 2 A B Omtrek

Nadere informatie

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen 1 Basisstof t/m 10 Lesdoelen De kinderen: kunnen hoeveelheden t/m ; kunnen een optelsom met voorwerpen t/m in de abstracte vorm noteren; kunnen werken met de rekentekens en. Materialen Klassikaal: Per

Nadere informatie

handleiding pagina s 956 tot 964 1 Handleiding

handleiding pagina s 956 tot 964 1 Handleiding week 32 les 1 toets en foutenanalyse handleiding pagina s 956 tot 964 nuttige informatie 1 Handleiding 11 Kopieerbladen pagina s 726 en 727: oppervlakte ruimtefiguren pagina 778: tijdstip en tijdsduur

Nadere informatie

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen SMART-finale 2015 Ronde 1: 5-keuzevragen Ronde 1 bestaat uit 16 5-keuzevragen. Bij elke vraag is precies één van de vijf antwoorden juist. Geef op het antwoordformulier duidelijk jouw keuze aan, door per

Nadere informatie

2 BBL. Oppervlakte. 5.1 Eenheden van oppervlakte

2 BBL. Oppervlakte. 5.1 Eenheden van oppervlakte H5 Oppervlakte 2 BBL 5.1 Eenheden van oppervlakte 1a. Vraag aan je docent een vel met hokjes van 1 cm bij 1 cm. b. Teken op het papier een vierkant met zijden van 1 cm. c. Schrijf in het vlak 1 cm². d.

Nadere informatie

1 Schrijf de getallen op. Maak vast. 2 Maak vast. 3 Welk getal? LES 1 DOEL 1 HULP

1 Schrijf de getallen op. Maak vast. 2 Maak vast. 3 Welk getal? LES 1 DOEL 1 HULP BLOK 2 LES 1 DOEL 1 Je leert getallen tot en met 1 schattend plaatsen en aflezen op de streepjesgetallenlijn. HULP 5 1 3 1 Schrijf de getallen op. Maak vast. 1 2 Maak vast. 1 1 2 35 4 55 7 9 95 1 5 15

Nadere informatie

15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of 2 bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE HAVO 21.

15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of 2 bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE HAVO 21. Hoofdstuk 1 OPPERVLAKTE HAVO 1.1 INTRO 15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: 1 Oppervlakte snelweg = 0 km 18 m = 0.000 m 18 m = 360.000 m. Zijde

Nadere informatie

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep de o ra en a oor a 1. ik lees de opgave 2. ik kijk naar het plaatje 3. wat is de som die schrijf ik op kladpapier 4. ik kijk naar de

Nadere informatie

Bedankt voor het downloaden van dit rekenwerkboekje bij het thema Sinterklaas.

Bedankt voor het downloaden van dit rekenwerkboekje bij het thema Sinterklaas. Hallo, Bedankt voor het downloaden van dit rekenwerkboekje bij het thema Sinterklaas. Je mag dit document vrij gebruiken in je klas. Wil je het document aanraden bij collega s? GRAAG!! Vermeld dan dat

Nadere informatie

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN OPTELLEN/AFTREKKEN Zet de getallen onder elkaar in je schrift eerst zelf proberen uit te rekenen bij aftrekken: denk om lenen bij optellen: denk om doorschuiven geen vergissingen? bij lang nadenken: rekenmachine

Nadere informatie

Meten is weten ANTWOORDENBOEK. 88972 Meten is weten. Antwoordenboek. = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm. 1 cm = 15 mm 9 cm

Meten is weten ANTWOORDENBOEK. 88972 Meten is weten. Antwoordenboek. = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm. 1 cm = 15 mm 9 cm Meten is weten Antwoordenboek Opdracht 1 1 cm = 10 mm 4 cm = 40 mm 5 mm 4 cm = 45 mm 1 cm = 15 mm 9 cm = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm Opdracht 2 1 cm = 10 mm 4 cm = 40 mm 1,5 cm = 15 mm 6,5 cm = 65

Nadere informatie

Stenvertblok Rekenen 4 Antwoorden

Stenvertblok Rekenen 4 Antwoorden Stenvertblok Rekenen Antwoorden Stenvertblok Rekenen Antwoorden Auteur Gré Schreuder D. Huigen Illustraties Ben Horsthuis Richard Flohr Omslag Metamorfose ontwerpers BNO, Deventer Uitgeverij Bekadidact,

Nadere informatie

handleiding pagina s 964 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 915: km Huistaken huistaak 27: bladzijde Werkboek 3 Posters

handleiding pagina s 964 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 915: km Huistaken huistaak 27: bladzijde Werkboek 3 Posters week 32 les 1 / OVSG toets en foutenanalyse handleiding pagina s 964 tot 981 nuttige informatie 1 Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 722: inhoud en lengte pagina 723: gewicht en geldwaarden pagina 724:

Nadere informatie

HET GROTE REKENBOEK OEFENBOEK. Antwoorden en Uitwerkingen VOORBEELDPAGINA S

HET GROTE REKENBOEK OEFENBOEK. Antwoorden en Uitwerkingen VOORBEELDPAGINA S Bestelnr. Het grote rekenboek - oefenboek - Antwoorden en uitwerkingen K-Publisher B.V. Prins Hendrikstraat NL- CS Bodegraven Telefoon +()- Telefax +()- info@k-publisher.nl www.k-publisher.nl HGRB-Methode-Antwoorden-M_:Opmaak

Nadere informatie

Zwijsen. a n t w o o r d e n. reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. blok. o e f e n b o e k

Zwijsen. a n t w o o r d e n. reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. blok. o e f e n b o e k jaargroep a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs liter liter blok o e f e n b o e k Kleur eerst liter en liter en maak daarna vast. Les Overal getallen Tienen en enen.

Nadere informatie

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 5 Blok 1. Van...

Routeboekje. bij Alles telt. Groep 5 Blok 1. Van... Routeboekje bij Alles telt Groep 5 Blok 1 Van... Groep 5 Blok 1 Les 1 Leerkrachtgebonden LB 5A 2 1 Wat ga je dit jaar leren? meedoen LB 5A 2 2 Maak keersommen met 10. meedoen en maken WS 5 2 1 Vul in.

Nadere informatie

Routeboekje. bij Pluspunt. Groep 6 Blok 1. Van...

Routeboekje. bij Pluspunt. Groep 6 Blok 1. Van... Routeboekje bij Pluspunt Groep 6 Blok 1 Van... Groep 6 Blok 1 Les 1 Leerkrachtgebonden HL Start maken: tweede en derde rijtje LB 6 2 1 Waar gaan we heen? meedoen LB 6 3 2 Hoe ver nog? maken: tweede en

Nadere informatie

spiekboek De beste basis voor het rekenen

spiekboek De beste basis voor het rekenen spiekboek rekenen plus spiekboek De beste basis voor het rekenen groep 3 COLOFON DiKiBO presenteert het spiekboek complete reken-zakboek rekenen voor groep voor 5 groep 5 & 6 3 Auteur: DiKiBO behandelt

Nadere informatie

Kangoeroe. Wallaroe de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd

Kangoeroe. Wallaroe de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd Kangoeroe de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd Aan alle Wallaroes en hun leerkrachten: veel succes en, nog belangrijker, veel plezier! 10 Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw Juist antwoord Geen antwoord

Nadere informatie

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Hoeveel keer moet ik 15 gooien? 60 punten Matz wil 60 punten halen met blikgooien. Maak sommen.

w e r k b o e k a n t w o o r d e n blok Hoeveel keer moet ik 15 gooien? 60 punten Matz wil 60 punten halen met blikgooien. Maak sommen. jaargroep a n t w o o r d e n Zwijsen reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs blok 6 punten keer moet ik w e r k b o e k Matz wil 6 punten halen met blikgooien. Maak sommen. Les Overal getallen Maak

Nadere informatie

C 1 C 2 C 3. les 1. blok 1. 5 dm. 1 dm. 3 dm. 2 dm 25 cl. Weet je het nog?

C 1 C 2 C 3. les 1. blok 1. 5 dm. 1 dm. 3 dm. 2 dm 25 cl. Weet je het nog? les Weet je het nog? 5 dm dm dm dm 5 l 5 65 5 66 5 67 De optelsom op het ord kan korter: Begin ij de eenheden. deel is 5 l 5 6 6 + 7 9 8 C Mk de sommen zo kort mogelijk. a 6 + 6 = 79 8 + 5 = 99 5 + = 58

Nadere informatie

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE Instructie voor Docenten Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE Instructie voor docenten H13: OMTREK EN OPPERVLAKTE DOELEN VAN DIT HOOFDSTUK: Leerlingen weten wat de begrippen omtrek en oppervlakte betekenen.

Nadere informatie

7. 123 187 45 - - - - - - + 355 8. 35/595\17 59 35 245 245

7. 123 187 45 - - - - - - + 355 8. 35/595\17 59 35 245 245 Antwoorden CITO 14-15 1. 295 187 - - - - - - + 482 2. 11/935\85 93 Hoe vaak past 11 in 93 88 8*11=88, dit is het grootste getal dat we van 93 af kunnen halen. 55 93-88=5 dan schuiven we de andere 5 ook

Nadere informatie

1. Hoeveel per stuk? a. Hiernaast zie je vier aanbiedingen uit de supermarkt. Hoeveel moet je per stuk ongeveer betalen?...

1. Hoeveel per stuk? a. Hiernaast zie je vier aanbiedingen uit de supermarkt. Hoeveel moet je per stuk ongeveer betalen?... BLAD 26: BREUKEN 1. Hoeveel per stuk? a. Hiernaast zie je vier aanbiedingen uit de supermarkt. Hoeveel moet je per stuk ongeveer betalen?............ b. Neem je rekenmachine en bepaal de precieze prijs

Nadere informatie

Uitgeverij Schoolsupport

Uitgeverij Schoolsupport [1] Regelmaat, 2006, Niveau *, Volgorde Hermelien tekent poppetjes. Steeds dezelfde drie achter elkaar. Welk poppetje komt er op de plaats van het vraagteken? TIP: Kijk goed naar de armen. Welke poppetjes

Nadere informatie

GETALLEN VERHOUDINGEN METEN MEETKUNDE VERBANDEN

GETALLEN VERHOUDINGEN METEN MEETKUNDE VERBANDEN LEERROUTE 1 Groep 3 Groep 4 Groep 5 GETALBEGRIP 10 OPTELLEN EN AFTREKKEN 10 * Hoeveelheden tellen * omkeren automatiseren memoriseren * Structureren * verdubbelen * vijfstructuur (vingers) * Getallen -

Nadere informatie