Financieel jaarverslag verzekeringsbranche Verbond van Verzekeraars

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2005. Verbond van Verzekeraars"

Transcriptie

1 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25 Verbond van Verzekeraars

2

3 Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag met de belangrijkste resultaten van de verzekeringsbranche over 25. Een financieel verslag dat niet alleen de cijfers bevat, maar vooral ook achtergronden en verklaringen bij de cijfers. Dit jaarverslag is opgesteld door het Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS), onder leiding van dr. J.L.A van Rijckevorsel. Het CVS voert elk voorjaar de enquêtes schadeverzekeringen en levensverzekeringen bij zijn leden uit. Deze worden mondeling gepresenteerd op de marktvergaderingen van het Verbond van Verzeke raars in juni. Dit verslag presenteert de cijfers en trends van de branche zodanig dat beleidsverant woordelijken in de branche er nog beter kennis van kunnen nemen. Dat laatste is belangrijk omdat de verzekeringsbranche een uniek kenmerk heeft: ze is gebaseerd op een omgekeerde productiecyclus. Pas aan het eind van de rit weet een verzekeraar of zijn kostprijsberekening correct was. Vooraf be schikt hij alleen over retrospectieve statistieken. In de poging het wat van een waarom te voorzien, slaat dit jaarverslag een brug tussen de droge statistieken en de beleidsbepalers bij de leden van het Verbond. Daarnaast vindt het Verbond het belangrijk dat ook andere geïnteresseerden uit bijvoorbeeld politiek, overheid, toezichthouders, pers en maatschappelijke organisaties kennis kunnen nemen van de ont wikkelingen in de verzekeringsbedrijfstak. Een belangstelling die mede wordt veroorzaakt door de actuele discussies over arbeidsongeschiktheid, ziektekosten, terrorisme, verzekerbaarheid, transpa rantie, pensioenen, levensloop, etc., waarin verzekeraars een belangrijke rol hebben. De leden, vertegenwoordigd in de commissie CVS van het Verbond van Verzekeraars, hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan het tot stand brengen van dit verslag. De commissie CVS bestaat uit de volgende leden: - drs. G. van Olphen RA, voorzitter (Achmea) - drs. J. van den Berg (AXA) - mr. J. Boven (REAAL) - mr. P.J.W.G. Kok (Delta Lloyd) - drs. T. Pluijter (Fortis ASR) Ik hoop dat deze uitgave u in uw werk als verzekeraar of anderszins van dienst is, en dat u de tijd wilt nemen om kennis te nemen van de inhoud die zeker de moeite waard is. mr. H.L. De Boer directeur Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25 1

4 Inhoud Voorwoord 1 Samenvatting 3 Summary 4 Zusammenfassung 5 Resumé 6 1. Inleiding Verantwoording Representativiteit Leeswijzer 7 2. Economische ontwikkelingen De wereldeconomie De Nederlandse economie Beleggingen IFRS Levensverzekeringen Overzicht levenmarkt Individuele levensverzekeringen Collectieve levensverzekeringen Schadeverzekeringen Overzicht schademarkt Herverzekering Motorrijtuigen Brand Transport Aansprakelijkheid Rechtsbijstand Reis Zorgverzekeringen Overzicht zorgmarkt Ziektekosten 27 Verklaring begrippen 3 2 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25

5 Samenvatting Het premievolume van de verzekeringsbranche is het afgelopen jaar stabiel gebleven ten opzichte van 24. Bij levens- en schadeverzekeringen was geen sprake van een toename van het premie volume, terwijl bij zorgverzekeringen een groei van 3% viel te noteren. Het resultaat in de verzeke ringsbranche is branchebreed gestegen en uitge komen op 12% van de bruto verdiende premie. Deze resultaatsverbetering kan worden toegeschreven aan verbeterde beleggingsopbrengsten, minder grote schaden, aandacht voor preventie en een vrijval op de schadevoorzieningen voor WAO-gat- en Pembaverzekeringen. Levensverzekeringen Het premievolume van individuele levensverzekeringen is afgenomen. Het premievolume van collectieve levensverze keringen is gestegen, vooral door het onderbrengen of her verzekeren van kleine pensioenfondsen bij verzekeraars. Bij collectieve levensverzekeringen is verder sprake van een verschuiving van verzeke ringen in geld naar verzekeringen in beleggingseenheden, doordat contractverlengingen vaak omzet tingen zijn naar verzekeringen in beleggingseenheden en doordat steeds meer pensioenregelingen worden omgezet van defined benefit naar defined contribu tion regelingen. Het resultaat is gestegen dankzij verbeterde beleggingsopbrengsten van aandelen. Schadeverzekeringen Het premievolume bij schadeverzekeringen is niet gegroeid ten opzichte van 24. De redenen hiervoor zijn het positieve resultaat op schadeverzekeringen in de afgelo pen twee jaren, de stevige (prijs)concurrentie in vaak verzadigde markten en het selectieve acceptatiebeleid. Het resultaat na rente en na herverzekering van de schadebran ches is over de hele lijn gestegen. Allereerst heeft dit te maken met de verbeterde risicoidentificatie en een aanscherping van het acceptatiebeleid door verzekeraars. Ten tweede was 25 een goed jaar ten gevolge van minder grote (brand)schaden en minder diefstal, en omdat er wederom minder schade bij motorrijtuigen was. Een derde factor is dat verzekeraars vanwege de mondiaal gestegen herverzekeringspremies minder risico hebben herverzekerd en meer in eigen behoud hebben ge hou den. Dit heeft een gunstig effect op het resultaat in jaren met relatief weinig en lage schaden, zo als 25. Zorgverzekeringen De premieomzet van de zorgverzekeringen groeide in 25 met bijna 3% naar 11,3 miljard euro. De premiegroei bij ziektekostenverzekeraars was dit jaar relatief beperkt. Daarnaast hebben door de af schaffing van de WAO en de invoering van de WIA de inkomensverzekeraars een fors volume aan premie teruggeboekt. Het resultaat van Zorg is gestegen van 1 naar 12% in 25 vanwege de vrijval op de schadevoorzieningen voor WAO-gat- en Pembaverzekeringen. Resultaat verzekeringsbranche 25 Premievolume * 25 Netto combined ratio Resultaat ** % groei mrd. euro t.o.v. 24 *** % verdiende premie Leven 24,8-1 n.v.t Schade 11, Motorrijtuigen 4, Brand 3, Transport, Overige 2, Zorg 11, * Premievolume van de directe binnenlandse tekening. ** Technisch resultaat, uitgedrukt in een percentage van de bruto verdiende premie, behaald in het binnenlands bedrijf, na rente en na herverzekering, maar voor afdracht van vennootschapsbelasting. *** De volumegroei is het product van de groei van de portefeuille door nieuwe productie en de verhogingen van de premies. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25 3

6 Summary Premium turnover for the entire Dutch insurance sector remained relatively unchanged in 25 in comparison with the previous year. For life and non-life insurance the figure remained the same. For accident and health insurance there was an increase of 3%. The results from insurance business were, on average, higher at 12% of gross earned premiums. This can be largely attributed to better investment returns, fewer large non-life insurance claims, the attention paid to prevention and a release of claim reserves under disability insurances (WAO-gat and Pemba). Life insurance Premium income under individual insurances was lower. For group business, premium income rose as small pension funds became insured or were reinsured. In this latter market there was also a transfer from more traditional contracts to unit-linked, and a move from defined benefits towards defined contributions. Profits rose on the basis of improved investment returns from ordinary shares. Non-life insurance Premium income showed no growth when compared to 24. The positive operating results in 23 and 24, the strong competition and the tightening of underwriting policy are here of influence. Results net of interest and reinsurance were higher in all non-life insurance sectors. In the first instance, this has to do with improved risk identification and more discriminating underwriting. Secondly, there were fewer large (fire) claims and less theft, and again lower car damages. Thirdly, due to world-wide increases in insurance premiums, less business was reinsured. This has had a favourable effect on profit years, with relatively few and also lower claims, as in 25. Accident and Health insurance Premium income under accident and health insurance grew in 25 by 3% to EUR 11.3 billion. The growth under sickness insurance was this year relatively limited. In addition, the change in the disability laws (from WAO to WIA) led to many premiums being returned to the policyholder. Results in accident and health insurance increased from 1 to 12% in 25 due to the release of claim reserves for WAO-gat and Pemba insurances. Results in the insurance industry in 25 Premiums * Net Results ** 25 combined ratio % growth EUR compared billion with 24 *** % earned premiums Life 24,8-1 n.a Non-life 11, Car 4, Fire 3, Transport, Other 2, Accident and Health 11, * Premium income from direct insurances completed in the Netherlands. ** Technical profit, expressed as a percentage of the gross earned premiums on Dutch business, net of interest and reinsurance but before tax. *** The growth in volume is the product of the growth in the portfolio through new business and the increase in the premiums. 4 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25

7 Zusammenfassung Die Prämieneinnahmen der Holländischen Versicherungsbranche sind im Vergleich zum letzten Jahr stabil geblieben. Für Leben- und Sachversicherungen ist das Prämienvolumen nicht gestiegen, aber in der Krankenversicherungsbranche wurde ein Wachstum von 3% erzielt. Das Ergebnis der Versicherungsbranche ist branchenweit gestiegen und hat 12% der verdienten Bruttoprämien erreicht. Diese Ergebnisverbesserung resultiert aus verbesserten Anlageergebnissen, weniger Großschäden, mehr Engagement bei Präventionen und eine Rückführung der Schadenreserven bei Arbeitsunfähigkeits- und sogenannte Pembaversicherungen. Lebensversicherungen Das Prämienvolumen von Einzellebensversicherungen ist gesunken. Die Prämieneinnahmen für kollektive Lebensversicherungen sind hauptsächlich wegen der Aufnahme oder Rückversicherung von kleinen Pensionskassen bei Versicherern gestiegen. Ansonsten gibt es bei kollektiven Lebensversicherungen eine Verschiebung von Versicherungen in Geld zu fondsgebundene Lebensversicherungen, da bei Vertragsverlängerungen meistens in fondsgebundene Versicherungen gewechselt wird. Auch immer mehr Pensionszusagen werden von defined benefit zu defined contribution umgesetzt. Das Ergebnis ist aufgrund verbesserter Anlageergebnisse in Aktien gestiegen. Sachversicherungen Die Prämieneinnahmen in Sach sind im Vergleich zu 24 nicht gestiegen. Das positive Ergebnis in 23 und 24, die starke Wettbewerbssituation und die Verschärfung der Zeichnungsrichtlinien zeigen in dieser Hinsicht ihre Wirkung. Das Ergebnis nach Zinsabgaben und Rückversicherung der Sachversicherungsbranche ist über die ganze Breite gestiegen. Zum ersten hat dies zu tun mit der verbesserte Risikoerkennung und eine Verschärfung der Zeichnungsrichtlinien der Versicherer. Zum zweiten war 25 ein gutes Jahr aufgrund weniger Großschäden (in Feuer), weniger Diebstahl und wiederum weniger Schäden bei Kraftfahrzeugen. Außerdem haben die Versicherer aufgrund der weltweit gestiegenen Rückversicherungsprämien weniger Risiken rückversichert und somit mehr im Eigenbehalt gehalten. Dies begünstigt das Ergebnis in Jahren mit relativ wenigen und kleinen Schäden wie 25. Krankenversicherungen Das Prämienvolumen der Krankenversicherungen wuchs in 25 um fast 3% auf 11,3 Milliarden Euro, das Prämienwachstum war relativ gering. Zusätzlich haben aufgrund der Abschaffung der WAO und der Einführung der WIA die Einkommensversicherer einen Großteil der Prämien zurückgebucht. Das Ergebnis der Krankenversicherungsbranche ist aufgrund der Rückführung der Schadenreserven für die Arbeitsunfähigkeits- und die sog. Pembaversicherungen von 1% auf 12% in 25 gestiegen. Ergebnis Versicherungsbranche 25 Prämienvolumen * Netto Ergebnis ** 25 Kosten/ Schaden Satz % Wachstum Mld. euro i.v.z. 24 *** % der verdienten Prämien Leben 24,8-1 n.b Sach 11, Kraft 4, Feuer 3, Transport, Übrige 2, Kranken 11, * Prämienvolumen direktes Inlandsgeschäft. ** Technisches Ergebnis, ausgedruckt in Prozent der verdienten Bruttoprämien, erreicht im Inlandsgeschäft, nach Zinsabgaben und Rückversicherung, aber vor Unternehmenssteuern. *** Das Volumenwachstum ist das Produkt vom Wachstum des Portfolios aufgrund Neugeschäft und die Erhöhungen der Prämien. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25 5

8 Resumé Le volume des primes du secteur des assurances en Hollande est resté stable au cours de l année écoulée par rapport à l an dernier. Il n y a eu aucune augmentation du volume des primes pour les assurances dommages et vie. En revanche, l assurance accident et maladie a enregistré une augmentation de primes de 3%. On a constaté une progression dans tous les segments du secteur des assurances qui a atteint 12% de la prime brute acquise. Cette amélioration du résultat est due à un meilleur rendement des placements, une plus faible sinistralité, un renforcement de la prévention et de la libération des réserves concernant les assurances complémentaires d incapacité de travail et d invalidité (déficit WAO et police Pemba). Vie Le volume des primes des contrats Vie individuels a reculé. Le volume des primes des contrats Vie collectifs a augmenté surtout en raison de la souscription ou de la réassurance des petits fonds de pension auprès des assureurs. S agissant des assurances-vie collectives, on constate également un glissement des contrats de fonds en espèces vers les fonds en unités de compte, ceci est dû au fait que les prorogations de contrat consistent souvent à transférer ces assurances sur des unités de compte et que de plus en plus de régimes de retraite passent d un système à prestations déterminées (defined benefit) à un système à cotisations déterminées (defined contribution). Le résultat a été plus élevé grâce aux bénéfices sur les cours des actions. Dommages Le volume des primes des assurances dommages n a pas augmenté par rapport à 24. Sur ce point, on constate les effets des résultats positifs dégagés en 23 et en 24, de la forte concurrence ainsi que du renforcement de la politique d acceptation. Le résultat après intérêts et après réassurance du secteur des dommages a enregistré une hausse sur toute la ligne. Ceci est dû en premier lieu à une meilleure identification des risques et à un renforcement de la politique d acceptation par les assureurs. La deuxième raison est que 25 a été une bonne année puisqu il y a eu moins de gros dommages (incendies) et moins de vols et qu on a enregistré encore une fois moins de sinistres dans la branche des véhicules motorisés. Le troisième facteur est que les assureurs ont réassuré moins de risques en raison de la hausse mondiale des primes de réassurance et ont conservé davantage de contrats en compte propre. Ceci a un effet positif sur le résultat dans les années marquées par une faible sinistralité comme cela a été le cas en 25. Accident et maladie Le volume des primes des assurances accident et maladie a progressé de près de 3% et s est établi à 11,3 milliards d euros. L augmentation des primes enregistrée par les assureurs de complémentaires maladie a été relativement limitée cette année. Par ailleurs, les assureurs de prévoyance incapacité de travail ont récupéré un gros volume de primes en raison de la suppression de la WAO et de l entrée en vigueur de la WIA. Le résultat de la branche accident et maladie est passé de 1 à 12% en 25 en raison de la libération des réserves concernant les assurances complémentaires d incapa cité de travail et d invalidité (déficit WAO et police Pemba). Résultat du secteur des assurances 25 Volume des primes * Ratio Résultat ** 25 combiné net Mrd % croissance par d euros rapport à 24 *** % prime acquise Vie 24,8-1 ne s applique pas Dommages 11, Véhicules motorisés 4, Incendie 3, Transport, Autres 2, Accident et maladie 11, * Volume des primes des souscriptions nationales directes. ** Résultat technique, exprimé en pourcentage de la prime acquise brute atteint dans la société nationale, après intérêt et après réassurance mais avant paiement de l impôt sur les sociétés. *** La croissance du volume est le produit de la croissance du portefeuille grâce aux nouveaux produits et des augmentations des primes. 6 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25

9 1. Inleiding 1.1 Verantwoording Dit jaarverslag bevat een terugblik op de financiële ontwikkelingen in de Nederlandse verzekeringsbranche over het jaar 25. Het jaarverslag is opgesteld door het Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS), het statistische onderzoeksbureau van het Verbond van Verzekeraars. Alle hier gepresenteerde gegevens over de verzekeringsbranche zijn ontleend aan door het CVS onder verzekeraars gehouden comptabele enquêtes in het voorjaar van 26. Aan deze enquêtes doen verzekeraars mee die werkzaam zijn op de Nederlandse markt en een vergunning hebben van De Nederlandsche Bank (DNB). Resultaten die Nederlandse verzekeraars in het buitenland behalen, zijn buiten beschouwing gelaten. De hier gepresenteerde resultaten zijn de zogenaamde technische resultaten inclusief herverzekering, maar exclusief vennootschapsbelasting. De resultaten worden uitgedrukt in een percentage van de bruto verdiende premie. De resultaten zijn opgehoogd naar de gehele Nederlandse binnenlandse verzekeringsbranche. De genoemde bedragen en aantallen in dit jaarverslag over oude jaren kunnen op bepaalde punten licht afwijken van de bedragen en aantallen zoals vermeld in de voorgaande jaarverslagen. De belangrijkste redenen hiervan zijn bijstellingen op oude jaren, veranderingen in panelsamenstelling en de gewijzigde verslagleggingsregels die met ingang van 1 januari 25 van kracht zijn. Alle resultaten en groeipercentages zijn afgerond op hele procentpunten. De in de kaders gepresenteerde resultaten zijn afkomstig van het CVS, tenzij anders vermeld. 1.2 Representativiteit De cijfers in dit verslag zijn vanwege de hoge deelnamegraad representatief voor de hele Nederlandse verzekeringsbranche. De financiële gegevens over levensverzekeraars zijn gebaseerd op ruim 85% van de Nederlandse verzekeringsmarkt, gemeten naar premievolume. De resultaten zijn afkomstig van de enquête levensverzekeringen (ELV), die door het CVS in het voorjaar is gehouden onder levens verzekeraars die in Nederland werkzaam zijn. De enquête vraagt de verlies- en winstrekening, de technische en niettechnische rekening en de balans uit. De financiële gegevens van schadeverzekeraars zijn gebaseerd op bijna 9% van de Nederlandse verzekeringsmarkt, gemeten naar premievolume. De resultaten zijn afkomstig van de enquête schadeverzekeringen (ESV), die door het CVS in het voorjaar is gehouden onder schadeverzekeraars die in Nederland werkzaam zijn. De in het hoofdstuk Schade - verzekeringen gepresenteerde resultaten hebben betrekking op alle schadeverzekeringen exclusief Zorg, namelijk verzekeringen voor motorrijtuigen, brand, transport, aansprakelijkheid, rechtsbijstand en reis. De financiële gegevens van zorgverzekeraars zijn gebaseerd op 8% van de Nederlandse verzekeringsmarkt, gemeten naar premievolume. De branche zorgverzekeringen bestaat uit ziektekosten en inkomens verzekeringen zoals WAO-gat- en ziekteverzuim verzekeringen. Dit verslag bevat uitsluitend de cijfers van de particuliere ziektekostenverzekeraars. De ziekenfondsen worden niet in beeld gebracht, omdat deze niet tot de particuliere ziektekostenbranche behoren 1. Daarnaast zijn de gegevens van Vektis 2 gebruikt uit de Marktenquête Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt kort ingegaan op algemene economische ontwikkelingen die van invloed zijn geweest op de resultaten van de verzekeringsbranche. Tevens wordt ingegaan op de ontwikkeling en het belang van de rentestand en wat de gevolgen zijn van de nieuwe verslagleggingsregels voor verzekeraars. In hoofdstuk 3 wordt verslag gedaan van de financiële ontwikkelingen op de markt voor levensverzekeringen, met aandacht voor de ontwikkeling van het premievolume, de nieuwe productie en het resultaat. In hoofdstuk 4 wordt het resultaat van de diverse schadeverzekeringen toegelicht. Ook wordt stilgestaan bij de impact van herverzekering. In hoofdstuk 5 wordt de markt van zorgverzekeringen toegelicht. Het verslag sluit met een verklarende lijst van begrippen. 1 Op 1 januari 26 is de nieuwe Zorgverzekeringswet van kracht geworden, waarbij het verschil tussen private zorgverzekeraars en ziekenfondsen is komen te vervallen. In dit verslag is echter de oude situatie nog van kracht. 2 Vektis is het informatiecentrum voor de zorgverzekeringsbranche en richt zich op zowel de zorgverzekeringsbranche als op individuele verzekeraars. Het levert producten en diensten op het terrein van ICT, standaarden, statistiek en actuariaat. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25 7

10 2. Economische ontwikkelingen 2.1 De wereldeconomie Uit een analyse van het CVS is gebleken dat het overheidsbeleid meer invloed heeft op de verzekeringsbranche dan conjuncturele veranderingen. Het analyseren van de ontwikkelingen in de wereld economie voor verzekeraars is van belang, aangezien de kapitaalmarktrente een zeer belangrijke externe determinant is voor de verzekeringsbranche. De kapitaalmarktrente hangt sterk samen met de inflatie, korte rente, olieprijs en handelsstromen. De wereldeconomie groeide met 4,6% in 25 minder hard dan in Deze schijnbare terugval van de groei van de wereldeconomie in 25 kan worden toegeschreven aan de zeer hoge groei in 24 van 5,1% en duidt niet op een structurele verslechtering 4. Integendeel, de economie trekt wereldwijd aan en de vooruitzichten zijn gunstig. De hoge olieprijs heeft weliswaar een negatief effect op de economische groei, maar hierdoor is de economische groei in de olieproducerende landen gestegen. Vanuit die landen ontstaat nu een aantrekkende vraag naar importgoederen, wat weer een positief effect heeft op de groei van de wereldhandel en daarmee op de wereldeconomie. Door de lage kapitaalmarktrente en de toenemende handelsintegratie blijft de groei op peil. De inflatie blijft hierbij laag vanwege de toenemende internationale concurrentie, de ruime arbeidsmarkt en de verwachting dat de stijging van de olieprijs niet zal doorzetten. De economie van de VS bleef ondanks de zware schade door de orkanen Katrina, Rita en Wilma aanhoudend sterk. Dit als gevolg van de hoge private consumptie vanwege de groei van de werkgelegenheid, de lagere spaarquote en de mogelijkheden die de stijging van de huizenprijzen boden en waarvan grootschalig gebruik is gemaakt. Het begrotingsbeleid is minder ruim geworden, maar de negatieve effecten hiervan zijn ruimschoots gecompenseerd door de toename van de particuliere consumptie. Ook de investeringen namen toe, mede door de hoge bezettingsgraad van de productiecapaciteit. De groei in de rest van de wereld zal ook uitstralen naar de VS, waardoor de exporten kunnen stijgen. Al met al is in de VS sprake van een gunstige economische ontwikkeling waar nog geen einde aan lijkt te komen. Echter, het grote financierings tekort schept mogelijk onzekerheid. De meeste Aziatische economieën laten al jaren een forse groei zien. Ook in Japan trekt de economische groei aan, na een jarenlange economische recessie. Japan is één van de weinige landen waar de economische groei niet voor een groot deel wordt veroorzaakt door groei van de export. Het zijn daar juist de binnenlandse bestedingen die de economie blijven opjagen. De herstructureringen werpen hun vruchten af en voorlopig wordt hier nog een flinke groei verwacht. Deze groei valt overigens in het niet bij de cijfers die China en India de afgelopen periode hebben behaald. Mede door de toenemende integratie in de wereldeconomie en een betere benutting van de beroepsbevolking zijn beide landen er in geslaagd aanzienlijke economische vooruitgang te boeken. Vergeleken met 24 was verbetering nauwelijks nog mogelijk, vandaar dat de nog steeds forse groei in 25 een achteruitgang lijkt, maar ook hier kunnen we dus rustig spreken over aanhoudende economische groei, die in geheel Azië voorlopig nog zal aanhouden. In het Eurogebied bleef de groei, met een stijging van 1,3%, achter bij de groei van de wereldeconomie. Desalniettemin is hier vanaf de tweede helft van 25 sprake van een omslag en lijkt een nieuwe periode van economische groei te beginnen. Voor een deel wordt dit verklaard door de groei van de vraag uit de olieproducerende landen en een toename van de investeringen. De particuliere consumptie blijft achter, wat een drukkend effect heeft op de economische groei. Er is nog een aantal andere negatieve factoren, waardoor ook na de omslag de groei vooralsnog niet uitbundig zal zijn. Een belangrijke factor is de economische situatie in Duitsland, waar een restrictief begrotingsbeleid wordt gevoerd en waar de vraag door een verhoging van het BTW-tarief voorlopig niet al te uitbundig zal toenemen. De Europese inflatie ligt licht hoger dan het streef niveau van 2%, wat vooral wordt veroorzaakt door de hoge olie- en energieprijzen. De kapitaalmarktrente is nog steeds erg laag, maar zal vermoedelijk geleidelijk stijgen door de aantrekkende conjunctuur en door de stijging van de rente in andere delen van de wereld. 3 De tekst in dit hoofdstuk is gebaseerd op het Centraal Economisch Plan, het jaarverslag 25 van DNB en publicaties van de OECD en de Wereldbank. 4 Het Centraal Planbureau (CPB) voorziet in het Centraal Economisch Plan 26 voor zowel 26 als voor 27 een groei van de wereldeconomie van ongeveer 4,5% per jaar. Voor Nederland wordt door het CPB, OESO en het IMF een groei van ongeveer 2,6 à 2,8% verwacht in beide jaren. 8 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25

11 Nederlander besteedt redelijk veel aan verzekeringen In vergelijking tot andere EU-landen besteedt de Nederlander relatief veel aan verzekeringen. De voornaamste verklaring hiervoor is de hoge pensioenbijdrage. De Nederlander geeft uitgedrukt in procenten van het bruto binnenlands product (BBP) 1,1% aan verzekeringspremies uit. Dit komt neer op bijna 2.9 euro per persoon in 24. Alleen de inwoners van het Verenigd Koninkrijk geven meer aan verzekeringspremie uit: 12,6% uitgedrukt in procenten van het BBP dat correspondeert met ruim 3.6 euro per persoon in 24. Het Europese land dat het minst aan verzekeringspremie uitgeeft is Griekenland. Gemiddeld genomen dragen de inwoners van de 25 EU-landen 4,1% van het BBP af aan verzekeringspremies. Figuur 1. Premievolume in % van het bruto binnenlands product 24 (Bron: Swiss Re/CEA) Overigens is een vergelijking tussen Europese landen deels appels met peren vergelijken. De private verzekeringsmarkt is immers niet in ieder land hetzelfde. Zo verschillen de landen onderling qua mate waarin de pensioenen privaat of publiek verzekerd zijn en ook sociale zekerheid wordt wisselend door de overheid en private verzekeraars gefinancierd. In Nederland zijn bijvoorbeeld de premies voor verzekeringen verhoudingsgewijs laag, maar is de pensioenbijdrage hoog. 2.2 De Nederlandse economie Ook in Nederland is de periode van laagconjunctuur eindelijk afgesloten. Hiermee is een einde gekomen aan één van de langste perioden van lage economische groei. Met name de verzwakte concurrentiepositie, die werd veroorzaakt door een sterke euro waar een open economie meer last van heeft dan een relatief meer gesloten economie, heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld. Ook de relatief hoge arbeidskosten droegen bij aan de slechtere concurrentiepositie. Door de ruimere arbeidsmarkt van de afgelopen jaren kon verdere loonkostenstijging worden beperkt en is de concurrentiepositie weer enigszins verbeterd. Verder is de koopkracht van Nederlandse huishoudens meer verslechterd dan elders in Europa. Een oorzaak hiervan is onder andere de gestegen kosten van het werknemerspensioen. Door de beurskrach hebben de pensioenfondsen veel vermogen verloren. Dat werd opgevangen met zeer sterk stijgende premies, wat een negatief effect had op de koopkracht van de Nederlandse huishoudens en de bedrijfswinsten. Niettemin is ook in Nederland de omslag bereikt. Dat de economische groei in Nederland in 25 in vergelijking met 24 een dip vertoont waar eerder een verhoging was verwacht, komt niet door de structurele economische ontwikkeling maar door enkele incidenten, zoals de uitzonderlijk hoge verkoop van Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25 9

12 Figuur 2. Mutaties BBP ten opzichte van het vorige jaar en de gemiddelde werkloze beroepsbevolking tussen 1997 en 25 in Nederland (bron: CBS). Voor 26 en 27 betreft het prognoses op basis van cijfers van het CPB. volumemutaties BBP t.o.v. vorig jaar (%) werkloze beroepsbevolking (x 1.) ,8 4,3 4, 3,5 1,4,1 -,1 1,7,9 2,8 3, * 7* * 7* aardgas in 24 en minder werkdagen in 25. Dat het met de structurele factoren goed zit, blijkt onder andere uit een stijging van de werkgelegenheid, wat weer tot een stijging van de vraag en een optimistische verwachting van de toekomst leidt 5. De particuliere bestedingen zitten weer in de lift, de investeringen trekken aan en de export blijft op peil. Vooral aan de export is het te danken dat de schade van de laagconjunctuur nog enigszins beperkt is gebleven. De stijging van de economische groei in 25 werd vooral ingezet door de commerciële dienstverlening. Hieronder vallen ook de verzekeraars, maar het zijn vooral de uitzendbranche, de groothandel en de transportsector die begonnen zijn de economie uit het dal te trekken. De aantrekkende economie is ook zichtbaar in het consumentenvertrouwen 6. Dit is al geruime tijd aan het toenemen, maar zit nog wel onder nul. Het producentenvertrouwen neemt ook toe, maar zit wel boven nul. De stijgende lijn is hier echter iets minder stabiel en vertoont schommelingen. Al met al is het economische klimaat gunstig. Niettemin zijn er enkele factoren die een blijvende onzekerheid vormen. Allereerst vormt de hoge olieprijs een rem op de economische groei. Deze hoge prijs wordt vooral veroorzaakt door de hoge vraag naar olie en het lage aanbod. Voor 26 wordt verwacht dat vooral het aanbod van niet-opec landen toe gaat nemen, wat een drukkend effect op de prijs zal hebben en de economische groei ten goede zal komen. Ten tweede heeft de lage dollarkoers een remmend effect op de uitvoer van de rest van de wereld en zou een aanpassing van de prijs van de dollar een negatief effect kunnen hebben op de economische groei. Ook de betalingsbalanspositie tussen de VS enerzijds en China anderzijds, die in 25 nog verder is gepolariseerd, is een bron van onzekerheid. Zoals eerder al aangegeven is voor verzekeraars vooral de lage kapitaalmarktrente van groot belang. Het toekomstig verloop zal van grote invloed zijn op de vermogenspositie en rentabiliteit van vooral levensverzekeraars en pensioenfondsen. De hier geschetste ontwikkelingen van de wereldeconomie zullen er naar verwachting in resulteren dat de rente niet verder zal afnemen. 2.3 Beleggingen De beurzen lieten afgelopen jaar wereldwijd sterk opgaande bewegingen zien. Zo noteerde de belangrijkste index voor aandelen, de MSCI World Index een toename van ruim 27%. De AEX, waarin slechts een klein deel van het vermogen van Nederlandse verzekeraars is belegd, kwam hier met ruim 25% dicht bij in de buurt. Vooral de opkomende economieën die profiteerden van de sterke groei van de wereldeconomie en de gestegen prijzen van grondstoffen en Japan, lieten sterke groeipercentages zien. Het merendeel van de beleggingen van verzekeraars zijn echter vastrentende waarden zoals staats- en bedrijfsobligaties, vorderingen uit (hypothecaire) leningen en vastgoed, in de Eurozone. Alleen met het kapitaal boven de aangehouden solvabiliteitsmarge zijn maatschappijen in principe vrij om zelf te bepalen wat hiermee wordt gedaan. De solvabiliteitsmarge die veel bedrijven intern aanhouden ligt, vaak fors hoger dan de door de toezichthouder vereiste solvabiliteitsmarge. Bij pensioenfondsen is het percentage 5 Het stijgen van de werkgelegenheid hoeft nog niet te impliceren dat de werkeloze beroepsbevolking afneemt (zie figuur 2), doordat bijvoorbeeld mensen die officieel niet als werkeloos geregistreerd staan toetreden tot de arbeidsmarkt. 6 Het consumentenvertrouwen is een indicator voor het vertrouwen van de consument in de algemene economische situatie en in de eigen financiële situatie. Het consumentenvertrouwen is een goede indicator voor de economische groei. 1 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25

13 Lage renteniveaus eerder regel dan uitzondering Nadat de kapitaalmarktrente (rente op 1-jarige staatsobligaties) aan het begin van de jaren negentig nog bijna in dubbele cijfers werd geschreven, is deze in de laatste vijftien jaar hard en snel gedaald en bevindt zich momenteel in de VS rond de 5%, in Japan rond de 1,5% en na een dieptepunt van 3% in de zomer van 25 rond de 3,5 à 4% in de EU. Dergelijk lage renteniveaus hebben zich in de naoorlogse periode niet of nauwelijks voorgedaan. Figuur 3. Historische ontwikkeling van de kapitaalmarktrente in Nederland (bron: ING Investment Manage ment) Echter, indien wordt gekeken naar de ontwikkeling van de kapitaalmarktrente in Nederland in de afgelopen eeuwen, zoals te zien in bovenstaande figuur, valt af te leiden dat het huidige niveau van de rentestand niet zo uitzonderlijk is. De Nederlandse nominale kapitaalmarktrente beweegt zich historisch gezien tussen de 3 en 5%. Tussen 19 en 196 lag de kapitaalmarktrente rond de 3 à 4%. Vanaf 196 is sprake van fors hogere niveaus van de kapitaalmarktrente, met een hoogtepunt van 12,3% in september van In de jaren tachtig halveerde de rente nagenoeg dankzij het terugdringen van de begrotings tekorten door de overheid. Tegen het eind van de jaren tachtig steeg de kapitaalmarktrente weer fors tot een niveau van bijna 9%, wat voor een belangrijk deel te verklaren valt door de verhoogde vraag naar kapitaal in verband met de wederopbouw van de voormalige Oostbloklanden na de val van de Berlijnse Muur in oktober Vanuit historisch perspectief gezien dient de kapitaalmarktrente in de periode tussen ruwweg 196 en 199 als uitzonderlijk hoog te worden gekwalificeerd. Sinds het begin van de jaren negentig deed zich een nieuwe periode van daling voor, nadat de convergentiecriteria binnen de Europese Monetaire Unie van kracht werden in de aanloop naar de invoering van de euro op 1 januari 22. Door de invoering van de euro zijn de wisselkoersrisico s in de EU weggevallen waardoor de kapitaalmarktrenten van de individuele lidstaten in het Eurogebied in het afgelopen decennium snel zijn geconvergeerd. Ook in de jaren voor de invoering van de euro namen deze renteverschillen al af doordat de verschillen in begrotingstekorten en inflatie afnamen, omdat landen zich wilden kwalificeren voor deelname aan de euro. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25 11

14 Figuur 4. Ultimo rendement 1-jarige staatsleningen in de afgelopen jaren en het ultimo maandelijkse u-rendement in 25 (bron: CBS en CVS) ultimo rendement staatsleningen 1 jaar (%) ultimo maandelijks u-rendement 25 (%) 8 4, 6 3, , ,5 januari december vastrentende waarden verhoudingsgewijs fors lager zoals blijkt uit tabel 1. De rendementen op deze vastrentende waarden hangen sterk samen met de ontwikkeling van de Europese kapitaalmarktrenten. De verdere daling van de kapitaalmarktrente in 25, zoals te zien is in figuur 4, zorgde voor hogere koersen van de vastrentende waarden. Dit gevoegd bij de bijbehorende jaarlijkse coupon en huuropbrengsten zorgde voor een positief rendement. 2.4 IFRS Met ingang van het boekjaar 25 moeten alle bedrijven, die beursgenoteerde schuldpapieren of aandelen hebben uitgegeven, rapporteren op basis van de zogenoemde International Financial Reporting Standards (IFRS). Tevens zullen diverse niet-beursgenoteerde bedrijven overgaan op IFRS, bijvoorbeeld omdat ze onderdeel zijn van een buitenlandse beursgenoteerde onderneming. Naar schatting zal gemeten naar premievolume 4% van de verzekeringssector op IFRS overgaan. De belangrijkste veranderingen die met de invoering van IFRS gepaard gaan, hebben betrekking op de classificatie en waardering van financiële instrumenten 7, de presentatie en waardering van pensioenen, de behandeling van overnames en de daarmee gerelateerde goodwill, de amortisatie van acquisitiekosten en de classificatie en waardering van aandelen- en optieregelingen. Bij toepassing van IFRS worden meer bezittingen op de balans opgenomen (bijvoorbeeld derivaten en special purpose vehicles ). Financiële instrumenten dienen geclassificeerd te worden en afhankelijk van deze classificatie geldt als waardering geamortiseerde of reële waarde. In de huidige versie van IFRS is er nog geen definitieve standaard voor verzekeringscontracten. De huidige standaard IFRS 4 behandelt in het bijzonder de presentatie en de classificatie van contracten (als verzekerings-, beleggings- of dienstverleningscontract). Op dit moment is de International Accounting Standard Board in samenwerking met de sector bezig om een standaard te formuleren, waarbij de verplichtingen uit hoofde van verzekerings contracten worden gewaardeerd op reële waarde. De combinatie van de huidige standaarden stelt de verzekeraar voor een zogenaamde accounting mismatch : veel bezit- Tabel 1. Beleggingsmix van alle verzekeraars en pensioenfondsen per eind 24 Levensverzekeraars * Schadeverzekeraars Pensioenfondsen % miljard euro % miljard euro % miljard euro Vastrentende waarden obligaties hypothecaire leningen andere leningen Zakelijke waarden aandelen vastgoed Overig Totaal *) Exclusief beleggingen voor risico polishouders. 7 Onder financiële instrumenten wordt onder meer aandelen, obligaties, leningen en derivaten verstaan. 12 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25

15 tingen staan gewaardeerd op reële waarde, terwijl de verzekeringsverplichtingen nog worden verdisconteerd tegen een vaste rekenrente 8. Deze accounting mismatch leidt tot volatiliteit in het eigen vermogen of de resultatenrekening. Een verlaging van de marktrente leidt tot een toename van de reële waarde van vastrentende waarden en daardoor tot een winst of toename van het eigen vermogen, terwijl de gerelateerde verzekeringsverplichtingen niet in waarde veranderen. In deze situatie hebben de verzekeraars echter wel een probleem, aangezien de beleggingen een lager rendement opleveren dan waarmee gerekend wordt bij het bepalen van de toekomstige uitkeringen uit hoofde van verzekeringsverplichtingen. Het omgekeerde geldt bij stijgende marktrenten. levensverzekeraars. De geschetste accounting mismatch is voor hen minder relevant als gevolg van de kortere looptijd. Een verandering waar schadeverzekeraars in het bijzonder door zijn geraakt is dat hen niet meer is toegestaan om egalisatiereserves en catastrofevoorzieningen aan te houden. Tevens moeten toereikendheidstesten worden gedaan op de verzekeringsverplichtingen, gebaseerd op schattingen van de toekomstige cash flow. Zowel de levensverzekeraars als de schade- en zorgverzekeraars hebben te maken met uitgebreide toelichtingsvereisten op hun balansposten. Ook dient meer aandacht te worden besteed aan het uitleggen van het risicomanagement en de blootstellingen aan de diverse risico s. Schade- en zorgverzekeraars hebben doorgaans minder verplichtingen met een langere looptijd dan 8 De rekenrente is de rente die door de verschillende marktpartijen mag worden gebruikt ter bepaling van de verplichtingen. Tussen 19 en 1969 bedroeg de rekenrente in Nederland 3 à 3,5%. De rekenrente lag vanaf 1969 op 4%. In augustus 1999 is de rekenrente voor nieuwe levensverzekeringen in Nederland verlaagd van 4 naar 3%, terwijl de rekenrente voor de bestaande portefeuille op 4% is blijven staan. De rekenrente bij pensioenfondsen bedraagt 4% tot het eind van dit jaar. Vanaf 1 januari 27 dienen pensioenfondsen in het kader van het Financieel Toetsingskader (FTK) de verplichtingen te verdisconteren tegen de geldende marktrente. Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25 13

16 3. Levensverzekeringen - Resultaat Leven is gestegen van bijna 8 naar 12% in 25 - Winststijging dankzij verbeterde beleggingsopbrengsten op aandelen - Totaal premievolume is met 1% gedaald naar 24,8 miljard euro - Premievolume individuele markt is gedaald, terwijl collectieve markt is gestegen - Gestandaardiseerde nieuwe individuele levenproductie (APE) stijgt licht 3.1 Overzicht levenmarkt Het bruto premievolume van de levensverzekeringssector in Nederland is het afgelopen jaar met 1% gedaald van 25, naar 24,8 miljard euro. Dit bedrag omvat zowel vervolgpremies van de bestaande portefeuille als de periodieke premies en koopsommen van nieuwe productie. In figuur 5 valt af te lezen dat deze daling geheel voor rekening komt van de individuele levensverzekeringen, terwijl het premievolume van de collectieve levensverzekeringen is gestegen. Het premievolume van verzekeringen in geld is afgelopen jaar gedaald van 14,3 naar 13,2 miljard euro. Daarentegen zijn verzekeringen in beleggingseenheden juist licht gestegen van 1,7 naar 11,6 miljard euro. Per saldo schommelt het totaal premievolume al een aantal jaren rond de 25 miljard euro. Net als vorig jaar zorgen de individuele en collectieve levensverzekeringen in geld, samen goed voor 55% van het totale premievolume, voor 9% van het technisch resultaat van de levensverzekeraars. Collectieve beleggingsverzekeringen draagt bij aan de resterende 1% van het technisch resultaat. Het technisch resultaat op individuele beleggingsverzekeringen is voor de levensverzekeraars nihil, terwijl deze productcategorie goed is voor bijna 25% van het premievolume. 3.2 Individuele levensverzekeringen Tot de individuele levensverzekeringen behoren uitgestelde en direct ingaande lijfrenten, spaarverzekeringen, risicoverzekeringen, uitvaartverzekeringen, hypothecaire levensverzekeringen en individuele pensioenen. Het bruto premievolume van individuele levensverzekeringen is, gecorrigeerd voor inflatie, Figuur 5. Premievolume collectief en individueel leven in miljarden euro s premievolume Collectief premievolume Individueel , 15,8 15,8 16,4 15,6 1 8,8 8,2 9, 8,6 9, Het technisch resultaat na rente en na herverzekering van de Nederlandse levensverzekeraars is in 25 uitgekomen op 12% van de bruto verdiende premie. In 24 bedroeg het technisch resultaat na rente en na herverzekering 8%, zoals te zien is in figuur 6. De stijging van het resultaat is vooral te danken aan verbeterde beleggingsopbrengsten op aandelen. met 6,5% gedaald. De daling wordt mogelijk veroorzaakt door de expiratie van kapitaalverzekeringen die zijn afgesloten voor de Brede Herwaardering 9. Het premievolume van de nieuwe productie individuele levensverzekeringen is in 25 met 11% toegenomen tot 7,5 miljard euro. In 24 viel al een stijging 9 Hiermee wordt bedoeld het veranderen van de fiscale regels voor het uitkeren van levensverzekeringen en lijfrenten in de periode 1991 tot en met Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25

17 Figuur 6. Technisch resultaat Leven voor herverzekering in procenten van de verdiende premie resultaat Leven van ruim 6% te melden. Echter het merendeel van deze stijging komt voort uit de productie van direct ingaande lijfrenten (DIL) die afkomstig is uit expirerende lijfrentekapitalen. In wezen is dit voor de verzekeringsbranche geen echte nieuwe productie, maar louter een verschuiving van kapitalen of het rondpompen van geld. DIL-productie die voortkomt uit gouden handdrukken, erfenissen en stakingswinst van zelfstandigen, is overigens wel werkelijk nieuwe productie. Uit een in het voorjaar van 25 door het Centrum voor Verzekeringsstatistiek gehouden enquête onder levensverzekeraars blijkt dat ruwweg 65% van de DIL-productie expirerende levensverzekeringen is of het zogenaamde rondpompen van geld betrof. Uit figuur 7 kan worden afgelezen dat de toename van de nieuwe individuele productie vooral komt uit de toename van de koopsomproductie, waarvan het grootste gedeelte DIL betreft. Inmiddels is 48% van de nieuwe individuele productie DIL. In 1997 bedroeg het aandeel van koopsommen in de totale nieuwe levenproductie nog 65%, in 25 is dit percentage toegenomen tot 79%. De gestandaardiseerde productie, ook wel Annualised Premium Equivalent (APE) genoemd, gedefinieerd als de periodieke premie op jaarbasis plus 1% van de koopsomproductie, is gegroeid van 2, miljard euro in 24 naar 2,2 miljard euro in 25. Alhoewel het premievolume van periodiek premiebetalende polissen in 25 licht is gestegen, wordt een groot deel van de groei van de APE veroorzaakt door het gestegen premievolume van koopsommen. Koopsommen zijn voor verzekeraars minder rendabel dan periodiek premiebetalende polissen. Zoals hiervoor aangegeven stijgt in 25 het premievolume van periodiek premiebetalende polissen weer licht. Deze stijging is volledig toe te rekenen aan verzekeringen in geld. Het totaal volume van unit-linked verzekeringen is echter met 3% gestegen, maar doordat het totale volume van verzekeringen in geld harder is gestegen, is per saldo het aandeel van unit-linked verzekeringen afgenomen. Het aandeel van beleggingsverzekeringen in de nieuwe individuele productie bedraagt inmiddels 22%, ongeveer de helft van het aandeel in Figuur 7. Nieuwe productie individuele levensverzekeringen naar wijze van premiebetaling en weergeven als gestandaardiseerde nieuwe productie (APE) (in miljarden euro s) periodieke premie koopsom APE 6 5,2 4,8 4,8 5,3 5, ,7 1,6 1,6 1,5 1,6 2,2 2,1 2,1 2,2 2, Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25 15

18 Figuur 8. Aandeel van beleggingsverzekeringen in de nieuwe individuele levenproductie gemeten naar premievolume aandeel beleggingsverzekeringen (%) Uit figuur 9 valt af te leiden dat het totaal aantal nieuwe individuele polissen voor het eerst sinds 1999 weer een stijging vertoont. Op het hoogtepunt in 1999 werden bijna 1,8 miljoen polissen verkocht. Daarna is het aantal polissen sterk teruggelopen tot een niveau van 1,1 miljoen polissen in 24. In 25 werden bijna 1,3 miljoen polissen verkocht. De inleg per polis is in de afgelopen jaren sterk toegenomen, hetgeen samenvalt met de sterke toename van het aandeel van koopsommen in de nieuwe individuele productie. In 25 zien we voor het eerst weer een lichte afname, wat wordt verklaard door de stijging van het aantal polissen tegen periodieke premie die doorgaans een lagere inleg per polis kennen dan koopsommen. Figuur 9. Aantal nieuwe individuele levensverzekeringen en de gemiddelde inleg per nieuwe individuele verzekering aantal polissen (miljoenen) inleg per polis (euro) 2, 7. 1, , 4. 3., , Levensloopregeling is een markt met potentie In december 25, een maand voor invoering van de eerste levensloopregelingen, gaf 29% van de werkende Nederlanders aan te kiezen voor een levensloopregeling, terwijl 59% bij de spaarloonregeling wil blijven en 12% zegt zijn keuze nog niet te hebben gemaakt 1. De personen die aangaven te kiezen voor een levensloopregeling willen in principe per jaar een halve maand salaris inleveren voor het sparen van verlof, terwijl maximaal 12% van het jaarsalaris mag worden gespaard (1,5 maand salaris per jaar). Uitgaande van bovenstaande cijfers kan een snel rekensommetje worden gemaakt om de omvang van de omzet in levensloopregelingen te schatten. Het gemiddelde jaarinkomen van werknemers bedraagt immers ongeveer 28. euro en in Nederland zijn ongeveer 6,4 miljoen werknemers actief. Gegeven dat 29% deel wil nemen aan de levensloopregeling en hier jaarlijks een half maandsalaris (bijna 4% van het jaarsalaris inclusief vakantiegeld) voor opzij wil leggen, lijkt de levensloopregeling een potentieel marktvolume van bijna 2, miljard euro te hebben. Als iedereen die zegt mee te gaan doen aan de levensloop, zijn woorden nakomt is dit geen onbelangrijk product voor verzekeraars en banken. Overigens is de levensloopregeling momenteel voornamelijk een bancair product. Een enquête van het CVS, gehouden eind februari 26, wees uit dat van de toen geopende levensloopregelingen slechts circa 1% in de categorie verzekeringen was thuis te brengen en de rest levenslooprekeningen betrof. Dit terwijl op de vraag wie de aanbieders van levensloopregelingen zijn 59% verzekeraars noemt en 32% de banken. 1 CVS Consumentenmonitor 26, Centrum voor Verzekeringsstatistiek, maart Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25

19 3.3 Collectieve levensverzekeringen De collectieve levensverzekeringen hebben voor het grootste gedeelte betrekking op de oudedagsvoorzieningen. Verzekeraars zijn goed voor ongeveer 2 à 25% van de omvangrijke markt voor oudedagsvoorzieningen. De andere spelers in deze markt zijn de ondernemings-, bedrijfstak- en de beroepspensioenfondsen. Het bruto premievolume van de collectieve levenportefeuille is gecorrigeerd voor inflatie gegroeid met ruim 5% naar 9,2 miljard euro. Deze stijging deed zich volledig voor bij collectieve verzekeringen in beleggingseenheden. Bij collectieve verzekeringen in geld was sprake van een daling van het premievolume. De redenen hiervoor zijn dat bij contractverlengingen vaak een omzetting plaatsvindt naar verzekeringen in beleggingseenheden en doordat steeds meer pensioenregelingen worden omgezet van defined benefit in defined contribution regelingen. De belangrijkste oorzaak voor de toename van het premievolume van de collectieve levensverzekeringen is dat veel kleine pensioenfondsen worden herverzekerd of ondergebracht bij verzekeraars. De katalysator van dit proces is de geplande invoering van het Financieel Toetsingskader (FTK) per 1 januari 27 voor de pensioenfondsen. Het FTK is vooral voor de kleinere pensioenfondsen kostbaar en administratief complex, waardoor in toenemende mate kleinere pensioenfondsen zich wenden tot verzekeraars en pensioenuitvoerders om de uitvoering over te nemen. Een andere oorzaak is dat de collectieve levenmarkt bestaat uit veel grote contracten, waarbij enkele verschuivingen al snel een groot effect kunnen hebben op het totale premievolume. Pensioenmarkt verzekeraars vertoont grote verschillen tussen de Europese landen Het aandeel van verzekeraars in de pensioenvoorzieningen is groot, maar verschilt sterk tussen de diverse landen in Europa. Het CVS onderzocht de situatie in Nederland, Denemarken en Duitsland. Uit figuur 1 blijkt dat het marktaandeel van verzekeraars in Nederland 19% is, in Denemarken 44% is en in Duitsland 21% is. Verzekeraars beperken zich niet tot individuele lijfrenten, de zogenaamde derde pijler, maar nemen ook een aanzienlijk deel van de beroepspensioenen, de tweede pijler en in sommige landen zelfs ook een deel van de staatspensioenen (= eerste pijler) voor hun rekening. Figuur 1. Geaggregeerde pensioenuitkeringen uitgesplitst naar pijler en financiering in 23 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25 17

20 4. Schadeverzekeringen - Resultaat Schade is gestegen tot 1% van de bruto verdiende premie - 25 is een goed schadejaar - Premievolume Motor en Brand is gedaald - Herverzekeringsmarge is ondanks meer eigen behoud nauwelijks veranderd - Schadelast grote branden met ruim 2 miljoen euro afgenomen - Toevoegingen aan de reserves voor aansprakelijkheidsverzekeringen zijn fors afgenomen - Netto combined ratio is verbeterd van 97 naar Overzicht schademarkt Het premievolume bij schadeverzekeringen exclusief alle zorgverzekeringen is in het afgelopen jaar niet gegroeid. De redenen hiervoor zijn het positieve resultaat op schadeverzekeringen in de afgelopen twee jaren, de stevige (prijs)concurrentie in vaak verzadigde markten en het selectieve acceptatiebeleid. Tussen de grote schadebranches onderling bestaan verschillen, maar echt spectaculaire groeipercentages vielen niet te noteren, zoals te zien is in onderstaande tabel. Het resultaat na rente en na herverzekering van de schadebranche vertoont sinds 23 een sterk opgaande lijn en is gestegen naar 1% van de verdiende premie in 25. Dit resultaat is nog altijd fors lager dan de 18% die door de consument als acceptabel wordt genoemd 11. De stijging van het resultaat heeft allereerst te maken met de sinds 23 door verzekeraars ingezette lijn van verbeterde risico-identificatie, meer aandacht voor preventie en een aanscherping van het acceptatiebeleid door verzekeraars. Ten tweede was 25 net als 24 wederom een goed schadejaar met minder grote (brand)schaden, minder diefstal, een daling van het aantal dodelijke verkeersslachtoffers en een geringe afname van het aantal niet dodelijke verkeersslachtoffers. Ten derde hebben verzekeraars minder risico herverzekerd en meer in eigen behoud gehouden. Dit pakt goed uit in jaren (zoals 25) waarin een lage schadelast valt te noteren. Tabel 2. Premievolume en premieontwikkeling schadebranches Branche Mutatie miljard euro % Motorrijtuigen 4,5 4,5-1 Brand 3,2 3,2-1 Transport,6,6 7 Overige* 2,9 2,9 3 w.o. Aansprakelijkheid 1,1 1,1 3 w.o. Reis,4,4 w.o. Rechtsbijstand,5,4 11 Totaal 11,2 11,2 * Tot de Overige verzekeringen behoren ook Krediet en borgtocht. Dat 25 een goed schadejaar is blijkt uit de netto combined ratio 12 die is gedaald naar 93. Dit wil zeggen dat de premie-inkomsten volstaan om de uitgaven te dekken, zonder dat daarbij sprake is van compenserende beleggingsopbrengsten. In figuur 11 is te zien dat de netto combined ratio vorig jaar 97 bedroeg. 11 Bron: CVS Consumentenmonitor De netto combined ratio is de verhouding tussen de geleden geschade, bedrijfskosten en provisie tot de verdiende premie, exclusief de kosten van herverzekering. 18 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 25

Kerncijfers verzekeren in Nederland. september 2011

Kerncijfers verzekeren in Nederland. september 2011 Kerncijfers verzekeren in Nederland september 2011 Nederlandse verzekeraars hebben in 2010: een premieomzet van 78 miljard euro, 70 miljard euro aan personen en bedrijven uitgekeerd, een winst geboekt

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog

Beleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Kerncijfers verzekeren in Nederland. september 2014

Kerncijfers verzekeren in Nederland. september 2014 Kerncijfers verzekeren in Nederland september 2014 In 2013 hebben Nederlandse verzekeraars: dagelijks gemiddeld zo n 200 miljoen euro uitgekeerd aan personen en bedrijven; 75 miljard euro aan premies ontvangen;

Nadere informatie

KERNCIJFERS VERZEKEREN IN NEDERLAND. december 2016

KERNCIJFERS VERZEKEREN IN NEDERLAND. december 2016 KERNCIJFERS VERZEKEREN IN NEDERLAND december 2016 1 IN 2015 HEBBEN NEDERLANDSE VERZEKERAARS: Dagelijks gemiddeld zo n 200 miljoen euro uitgekeerd aan personen en bedrijven > p. 3 47.000 mensen in dienst

Nadere informatie

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003

Herstel van de verzekeringsbranche in 2003 Herstel van de verzekeringsbranche in 2003 Uit voorlopige cijfers 1 van de Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK) blijkt dat de verzekeringsbranche na een moeizame periode (vanaf 1999) zich enigszins hersteld

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Kerncijfers verzekeren in Nederland. augustus 2012

Kerncijfers verzekeren in Nederland. augustus 2012 Kerncijfers verzekeren in Nederland augustus 2012 Nederlandse verzekeraars hebben in 2011: dagelijks gemiddeld 197 miljoen euro uitgekeerd aan personen en bedrijven, 79 miljard euro aan premies ontvangen,

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Netto resultaat H1 163 miljoen Actieve benadering klanten beleggingsverzekeringen in volle gang

Netto resultaat H1 163 miljoen Actieve benadering klanten beleggingsverzekeringen in volle gang Netto resultaat H1 163 miljoen Actieve benadering klanten beleggingsverzekeringen in volle gang Toelichting op de halfjaarcijfers 2011 door: Jos Baeten, Voorzitter Raad van Bestuur Roel Wijmenga, CFO Ontwikkelingen

Nadere informatie

Jaarcijfers 2012. 6 maart 2013

Jaarcijfers 2012. 6 maart 2013 Jaarcijfers 2012 6 maart 2013 Overzicht Klantbelang gediend met stevig financieel fundament Resultaat 255 miljoen Dividendvoorstel 88 miljoen Solvabiliteit 293% Kosten verder verlaagd met 6% Eigen Vermogen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen t7 7 Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen tweede kwartaal 28 Publicatiedatum CBS-website: 8 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil

Nadere informatie

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.

Marktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Overzicht van ontwikkelingen in de Nederlandse verzekeringsmarkt 2008-2015. November 2015

Overzicht van ontwikkelingen in de Nederlandse verzekeringsmarkt 2008-2015. November 2015 Overzicht van ontwikkelingen in de Nederlandse verzekeringsmarkt 28-215 November 215 VERZEKERINGSBRANCHE 214 MARKT 74 mrd 75 mrd Premie-inkomsten TRENDS Digitalisering en verouderde IT-systemen Verzadigde

Nadere informatie

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Hoofdpunten Rendement over eerste helft 2008 is 5,1%. De dekkingsgraad is medio 2008 uitgekomen op 132%. De kredietcrisis eist zijn tol. Vooral aandelen en onroerend

Nadere informatie

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende

Persbericht. ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Persbericht ABP verlaagt pensioen in 2013 met 0,5% Ondanks goed rendement stijgt dekkingsgraad in 2012 onvoldoende Hoofdpunten: Verlaging pensioen met 0,5% per 1 april 2013 definitief Mogelijk aanvullende

Nadere informatie

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Inleiding Door de opkomst van moderne informatie- en communicatietechnologieën is het voor huishoudens eenvoudiger en goedkoper geworden om de vrije besparingen,

Nadere informatie

Stabilisatie premies levensverzekeringen op eur 26 miljard

Stabilisatie premies levensverzekeringen op eur 26 miljard Stabilisatie premies levensverzekeringen op eur 2 miljard Levensverzekeraars zijn naar balanstotaal gemeten de grootste sector in de verzekeringsmarkt. Er gaat met eur 2 miljard ook een aanzienlijk bedrag

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

AEGON Equity Fund. vierde kwartaal 2006

AEGON Equity Fund. vierde kwartaal 2006 Profiel Het AEGON Equity Fund is een besloten fonds voor gemene rekening, waarin verzekeringsrelaties van AEGON kunnen participeren. Het AEGON Equity Fund belegt wereldwijd in aandelen met de nadruk op

Nadere informatie

De grote accountancykantoren berichten

De grote accountancykantoren berichten René Steen en Auke Jan Hulsker zijn werkzaam bij Sofia Consulting network IFRS 17 INSURANCE CONTRACTS De impact van IFRS 17 op de balans en resultatenrekening van verzekeraars Verzekeraars zijn al jarenlang

Nadere informatie

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%

Nadere informatie

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010

Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in 2010 11 Beleggingen institutionele beleggers 1,5 biljoen euro in John Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 3-11-211 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 Bijlage II Overall conclusie De Nederlandse economie groeit naar verwachting met 1¾% in 1 en met 1½% in 11. De toename van het bbp komt bijna volledig voor

Nadere informatie

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2013 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2004. Verbond van Verzekeraars

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2004. Verbond van Verzekeraars Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 24 Verbond van Verzekeraars Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag met de belangrijkste resultaten van de verzekeringsbranche over 24. Een financieel verslag

Nadere informatie

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage maart 2003 1 De Nederlandse economie blijft ondermaats presteren. Dit geldt zelfs indien door een voorspoedig

Nadere informatie

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013). Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van

Nadere informatie

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf 1970 2008 Q2 2008 Q1 2008 Q4 2007 Q3 2007 Q2 2007 Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153%

Jaarlijks gemiddeld Cumulatief vanaf 1970 2008 Q2 2008 Q1 2008 Q4 2007 Q3 2007 Q2 2007 Dekkingsgraad (kwartaalultimo) 143% 137% 148% 153% 153% Kwartaalbericht 2e kwartaal 2008 Dekkingsgraad op 143% Rendement 0,2% in tweede kwartaal Belegd vermogen 86,3 miljard Klein positief resultaat in moeilijke markt In het tweede kwartaal is een totaalrendement

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 113,6% naar 116,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) Prognose 2005 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2006 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2006. Verbond van Verzekeraars

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2006. Verbond van Verzekeraars Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2006 Verbond van Verzekeraars 7 4 9 0 0 Voorwoord Voor u ligt het financieel jaarverslag met de belangrijkste resultaten van de verzekeringsbranche over 2006.

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement

Nadere informatie

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen.

Beleggingsrendement 3% over het vierde kwartaal van 2012 (14,4% over geheel 2012); waarde van de beleggingen gestegen naar miljoen. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting DNB-dekkingsgraad 125,2% per 31 december 2012, toename van 3,6%-punt ten opzichte van 30 september 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website Beleggingsrendement

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 2014 Willemstad, april 15 Inhoud Inleiding... 2 Methodologie... 2 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Investeringsbelemmeringen en bevorderingen...3 Concurrentiepositie...5 Vertrouwen in de economie...5 Vertrouwen

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 BIJLAGE II Overall conclusie De Nederlandse economie groeit in 1 naar verwachting met 1¼%. Voor komend jaar wordt een groei van 1¾% voorzien. De toename van

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2015-1 oktober 2015 t/m 31 december 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 103,7% naar 106,3%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.

Dekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%

Nadere informatie

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016

4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Samenvatting cijfers per 31 december 2015 Dekkingsgraad (UFR): 100,5% Beleidsdekkingsgraad: 104,4% Belegd vermogen: 19,9 miljard Rendement 4 e

Nadere informatie

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad

Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) prognose 2006 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 8 Overall conclusie De kredietcrisis zorgt voor een terugval van de economische bedrijvigheid in Nederland die sinds het begin van de jaren tachtig niet is voorgekomen.

Nadere informatie

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-112 15 juli 2004 9.30 uur Huishoudens verliezen koopkracht in 2003 In 2003 is het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens voor het eerst in tien jaar

Nadere informatie

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug Het Nederlandse bedrijfsleven is in sterke mate afhankelijk van bancaire kredietverlening. De groei van de zakelijke kredietverlening is in de tweede helft van 28 vertraagd. Dit hangt grotendeels samen

Nadere informatie

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09 HAAGSE MONITOR ECONOMISCHE RECESSIE 7 Deze monitor geeft zowel prognoses als gerealiseerde cijfers weer. Het vaststellen van gerealiseerde cijfers kost tijd, maar worden, zodra deze bekend zijn, in de

Nadere informatie

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2012 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39 aug. okt. dec. feb. april juni aug. aug. okt. dec. feb. april juni aug. aug. okt. dec. feb. april juni aug. Het waren weekjes weer wel: 38 en 39. De nieuwe macrocijfers.5..5. -.5 -. -.5 -. -.5 % -.6 -.6.

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model

Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide

Nadere informatie

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007. Verbond van Verzekeraars

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2007. Verbond van Verzekeraars 3,87 396 1,2 9 396,82 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 27 Verbond van Verzekeraars Voorwoord Voor u ligt het Financieel jaarverslag met de belangrijkste resultaten van de verzekeringsbranche

Nadere informatie

Financiële positie ABP versterkt in tweede helft 2009

Financiële positie ABP versterkt in tweede helft 2009 Persbericht Financiële positie ABP versterkt in tweede helft 2009 Hoofdpunten: Rendement in 2009 20,2% Dekkingsgraad stijgt in tweede halfjaar Gestegen levensverwachting heeft drukkend effect op dekkingsgraad

Nadere informatie

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak? Komt er QE in de eurozone? Sinds enige maanden wordt er op de financiële markten gezinspeeld op het opkopen van staatsobligaties door de Europese

Nadere informatie

Pensioenvoorziening in internationaal perspectief

Pensioenvoorziening in internationaal perspectief Het pensioenvermogen van Nederlandse huishoudens bedroeg eind 2008 eur 740 miljard. Dit vormt meer dan de helft van hun financiële vermogen. Voor andere landen van het eurogebied is het pensioenvermogen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind juni 2017 is 115,7% en is gestegen ten opzichte van

Nadere informatie

Centraal Economisch Plan 2019

Centraal Economisch Plan 2019 Economische groei terug naar normaal Internationale risico s raken de Nederlandse economie Centraal Economisch Plan bbp-groei, in % 2,9 1,5 2,5 2,2 2016 2017 2018 1,5 1,5 Krappe arbeidsmarkt met hogere

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquete 2018

Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Resultaten Conjuntuurenquete 2018 Datum, maart 2019 Inleiding In november en december 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) ruim 500 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om op reguliere

Nadere informatie

Kwartaalbericht 4e kwartaal 2008

Kwartaalbericht 4e kwartaal 2008 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2008 Dekkingsgraad 92% Belegd vermogen daalt naar 71,5 miljard Geen indexering in 2009 In het vierde kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een verlies op beleggingen

Nadere informatie

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen

Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen Publicatiedatum CBS-website: 1 oktober 27 Beleggingen institutionele beleggers met 7 procent toegenomen drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen 27 Verklaring der tekens. =

Nadere informatie

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017

2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Samenvatting cijfers per 30 juni 2017 Dekkingsgraad (UFR): 104,9% Beleidsdekkingsgraad: 101,8% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m juni:

Nadere informatie

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015.

De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015. Kwartaalbericht 2015 Samenvatting De marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2015 was 135,1%. Dit is een toename van 5,7% ten opzichte van 31 maart 2015. De reële dekkingsgraad ultimo tweede kwartaal was

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2015 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2015 bedroeg 112,6% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2015 bedroeg -1,6% Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-II 4 Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening is:

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2016-1 juli 2016 t/m 30 september 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is 102,4% en is gestegen ten opzichte van eind juni

Nadere informatie

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland Conjunctuur enquête Technologische Industrie Nederland Gunstig beeld met internationale onzekerheden Het CBS kopt donderdag 16 februari dat het ondernemersvertrouwen in Nederland nog nooit op zo n hoog

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 Bijlage II Onderdeel Economische groei Inflatie Producentenvertrouwen Consumptie Omzet detailhandel Consumentenvertrouwen Hypotheken Hypotheek- en kapitaalmarktrente

Nadere informatie

beleggingen n van institutionele beleggers in 2008

beleggingen n van institutionele beleggers in 2008 8 Financiële crisis r slaat gat in de beleggingen n van institutionele beleggers in 28 drs. J.L. Gebraad Publicatiedatum CBS-website: 27 oktober 29 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 100% Belegd vermogen 74,7 miljard Rendement tweede kwartaal 8,4% Herstelplan goedgekeurd In het tweede kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een rendement

Nadere informatie

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen De voorbeelden in de casussen zijn verzonnen door de auteurs en komen niet noodzakelijkerwijs

Nadere informatie

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2014

Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 2014 Financieel jaarverslag verzekeringsbranche 214 Vertrouwelijk 1 Alleen voor intern gebruik Voorwoord Voor u ligt het Financieel jaarverslag met daarin de belangrijkste resultaten van de verzekeringsbranche

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 0,15 0,12 100% = 25%

Nadere informatie

Visie op 2010 Hoop op herstel

Visie op 2010 Hoop op herstel Visie op 21 Hoop op herstel Dr. A.E. (Annelies) Hogenbirk 15 december 29 Rabobank Economisch Onderzoek Agenda Terugblik op de recessie Mondiale economische ontwikkelingen Groene loten Waar zit de groei?

Nadere informatie

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel Na de snelle daling van de bedrijfswinsten door de kredietcrisis, is er recentelijk weer sprake van winstherstel. De crisis heeft echter geen gat geslagen in de grote financiële buffers van bedrijven.

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen 1e kwartaal 9 Overall conclusie In de tweede helft van 8 sloeg de kredietcrisis ook in Nederland over naar de rest van de economie. De vooruitzichten voor 9 en 1 zijn in

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2017 bedroeg 112,5% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2017 bedroeg 0,8% Het rendement van 1 januari tot

Nadere informatie

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind

Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Europese Commissie - Persbericht Economische voorjaarsprognoses 2015: herstel wint aan kracht dankzij economische rugwind Brussel, 05 mei 2015 De economie in de Europese Unie profiteert dit jaar van een

Nadere informatie

UIT groei en conjunctuur

UIT groei en conjunctuur Economische groei. Economische groei drukken we uit in de procentuele groei van het BBP op jaarbasis. De groei van het BBP heeft twee oorzaken. Het BBP kan groeien omdat de prijzen van producten stijgen

Nadere informatie

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters

Van Lieshout & Partners Nieuwsbrief 3 e kwartaal Bron: Reuters In onze eerste nieuwsbrief nieuwe stijl willen wij terugblikken op het afgelopen kwartaal, lichten wij ons beleggingsbeleid nader toe en uiteraard geven wij onze visie op de financiële markten. Terugblik

Nadere informatie

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN

2018D19763 LIJST VAN VRAGEN 2018D19763 LIJST VAN VRAGEN De vaste commissie voor Financiën, heeft over de brief van de Minister van Financiën van 16 februari 2018 met zijn toelichting op de opbouw van het Nederlandse handelsoverschot

Nadere informatie

Persbericht. Economie groeit niet in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Net geen recessie.

Persbericht.   Economie groeit niet in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Net geen recessie. Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-095 17 mei 2002 9.30 uur Economie groeit niet in eerste kwartaal 2002 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2002 niet gegroeid. Dit blijkt

Nadere informatie

Marktontwikkelingen varkenssector

Marktontwikkelingen varkenssector Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te

Nadere informatie

Kerncijfers transportverzekering 2011 opgemaakt door de BVT

Kerncijfers transportverzekering 2011 opgemaakt door de BVT Kerncijfers transportverzekering 2011 opgemaakt door de BVT Inhoud 1. Cargo: België blijft in top 15... 2 2. CMR blijft uit het rood... 3 3. Binnenvaart... 4 4. Zeevaart... 5 5. Conclusie... 5 Net voor

Nadere informatie

Datum : 4 december 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

Datum : 4 december 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : december Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage december De wereldeconomie is het afgelopen kwartaal sterk opgeveerd en de verwachting is dat het herstel zal doorzetten.

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%

Nadere informatie

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s

Internationale Economie. Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Internationale Economie Doorzettend, maar mager groeiherstel, veel neerwaartse risico s Wim Boonstra, 27 november 2014 Basisscenario: Magere groei wereldeconomie, neerwaartse risico s De wereldeconomie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Hoofdstuk 14 Conjunctuur

Hoofdstuk 14 Conjunctuur Hoofdstuk 14 Conjunctuur Open vragen 14.1 CPB: groei Nederlandse economie valt terug naar 1% in 2005 In 2005 zal de economische groei in Nederland licht terugvallen naar 1% ten opzichte van een groei van

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2016 bedroeg 109,6% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2016 bedroeg 5, Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gestegen van 105,7% naar 115,4%. Dit komt

Nadere informatie