Rapport betreffende funderingsonderzoek pand De Holland aan de Burgemeester de Raadtsingel 97 te Dordrecht. Datum rapport 14 mei 2012
|
|
- Katrien van de Veen
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Rapport betreffende funderingsonderzoek pand De Holland aan de Burgemeester de Raadtsingel 97 te Dordrecht Opdracht nummer AA Datum rapport 14 mei 2012
2 AA blz. 1 Rapport betreffende funderingsonderzoek pand De Holland aan de Burgemeester de Raadtsingel 97 te Dordrecht Opdracht nr. AA Datum rapport 14 mei 2012 Opdrachtgever Gemeente Dordrecht Postbus AA DORDRECHT Tel.: Constructeur Ingenieursbureau Drechtsteden Postbus AP DORDRECHT Tel.: rapportcontrole: J. de Vos dd. opgesteld door: P. Dijkhuizen
3 AA blz. 2 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3 blad 2 LINTVOEGWATERPASSING FUNDERINGSINSPECTIES PAND DE HOLLAND inspectieput 1, middenkolom in parkeergarage inspectieput 2, kolom aan de achtergevel LABORATORIUMONDERZOEK CONCLUSIES... 8 LIJST VAN DE BIJLAGEN omschrijving nr. BIJLAGE 1 (inspectieputten) - foto s inspectieputten 1 t/m 10 - details inspectieputten i01 t/m i03 BIJLAGE 2 (houtonderzoek) - overzicht resultaten houtonderzoek 2 - rapport SHR blz. BIJLAGE 3 (lintvoegwaterpassing) - locaties meetpunten lintvoegwaterpassing AA12988/L01 - meetresultaten van de lintvoegwaterpassing 1.1 t/m
4 AA blz. 3 1 INLEIDING Op 12 maart 2012 ontving Geomet van Gemeente Dordrecht de opdracht voor het uitvoeren van een funderingsonderzoek aan het pand De Holland aan de Burgemeester de Raadtsingel 97 te Dordrecht. Het betreft een pand met een bouwjaar van rond Aanleiding voor het onderzoek is de herontwikkeling van het pand. In het verleden is het pand regelmatig aan verbouwingen onderhevig geweest. Zo is van het souterrain een parkeergarage gemaakt en zijn er zogenaamde vleugels aan het pand gebouwd. Bij de herontwikkeling van het pand worden de vleugels gesloopt en gaat het souterrain weer een onderdeel uitmaken van het gebouw. In aansluiting op de reeds verstrekte gegevens bevat dit rapport de resultaten van het funderingsonderzoek, waarbij de aangetroffen fundering in kaart is gebracht, de staat van de fundering visueel is vastgesteld alsmede de indringingswaarden in het funderingshout zijn bepaald. Tevens bevat dit rapport de resultaten van het laboratoriumonderzoek omtrent de levensduur van de aangetroffen houten paalfundering. In aanvulling op de uitgevoerde inspecties is een scheefstandmeting uitgevoerd. Op basis van de beoordelingscriteria van de F 3 O-richtlijn Onderzoek en beoordeling van houten paalfundering onder gebouwen versie 1 d.d is getracht een handhavingstermijn voor de fundering vast te stellen. 2 LINTVOEGWATERPASSING Voor het in kaart brengen van de onderlinge zettingen van de gevels is een lintvoegwaterpassing uitgevoerd waarbij een betonnen rand is ingemeten welke rondom het originele gebouw aanwezig is. De locatie van de meetpunten is gegeven op tekening AA12988/L01. De resultaten van de hoogtemeting zijn weergegeven op bijlage 1.1 t/m 1.3. Hierbij is op bijlage 1.1 de hoogte ten opzichte van het nulpunt (hoogstliggende punt 26) gepresenteerd. Tevens is het hoogteverschil alsmede de afstand tussen de verschillende meetpunten gepresenteerd op basis waarvan de opgetreden rotatie is berekend. Op bijlage 1.2 is het hoogteverschil tussen de verschillende punten per gevel in grafiekvorm gepresenteerd en op bijlage 1.3 is de rotatie in de gevels op afstandschaal gepresenteerd. beschouwing resultaten - Het fictieve nulpunt is aangehouden ter plaatse van het hoogst gelegen punt 26 aan de zijde Spuiweg (rechter zijgevel) nabij de hoek met de achtergevel - De grootste zakking is gemeten ter plaatse van punt 13 eveneens aan de zijde van de Spuiweg maar dan nabij de voorgevel en bedraagt 24 mm ten opzichte van het nulpunt. De opgetreden hoekverdraaiing aan de rechter zijgevel varieert van 1 tot 4 mm/m (1:1000 tot 1: 250)
5 AA blz. 4 - Aan de voorgevel bedraagt de zakking maximaal 21 mm ten opzichte van het nulpunt. De opgetreden hoekverdraaiing ligt tussen van 0 tot 2 mm/m (0 tot 1:500). - De linker zijgevel, zijde Aert de Gelderstraat, is ten opzichte van het nulpunt maximaal 18 mm gezakt. De opgetreden hoekverdraaiing bedraagt maximaal ca 3 mm/m (1:333). - Aan de achtergevels is de grootste hoekverdraaiing gemeten, zijnde ca 12 mm/m (1:83). Conform F 3 O-richtlijn (richtlijn onderzoek en beoordeling van houten paalfundering onder panden) zou dit kunnen leiden tot constructieve schade. Gezien het feit dat visueel geen schade is waargenomen, is het mogelijk een oneffenheid van het meetoppervlak betreft. De maximaal gemeten zakking aan de achtergevel bedraagt 15 mm
6 AA blz. 5 3 FUNDERINGSINSPECTIES PAND DE HOLLAND Voor het funderingsonderzoek zijn in het pand twee inspectieputten uitgevoerd. De locaties van de inspectieputten zijn gepresenteerd op situatietekening i03. Per locatie zijn foto's gemaakt en is de funderingswijze in kaart gebracht. De gegevens zijn als volgt gepresenteerd: inspectieput foto's tekening 1: middenkolom in de parkeergarage 1 t/m 5 i01 2: kolom aan de achtergevel 6 t/m 10 i02 Het aangehouden referentieniveau bij de inspectie is bovenkant vloer in de parkeergarage. Ter plaatse van inspectieput 1 betrof dit een klinkerverharding en nabij put 2 een betonvloer. Ter plaatse van beide inspectieputten is een poer met daaronder een houten paalfundering aangetroffen. Bij twee van de drie palen is een betonoplanger aangetroffen. Tijdens de inspecties zijn 6 houten onderdelen visueel bekeken en op sterkte beproeft met behulp van De Specht (schiethamer). De gemeten prikwaarden variëren van 5 tot 50 mm. Opgemerkt wordt dat de prikwaarden van 40 en 50 mm zijn gemeten in een langshout (P1L2) aangetroffen in put 1. Dit onderdeel lijkt niet direct meer bij te dragen aan het draagvermogen van de poer. Hiervan uitgaande bedragen de prikwaarden voor het dragende funderingshout tussen de 5 en 35 mm. Op basis van de prikwaarden in relatie met de afmeting van het funderingshout kan worden gesteld dat er sprake is van geringe tot deels duidelijke aantasting (> 30mm). Ten behoeve van nader onderzoek zijn 5 houtmonsters (behalve P1L2) genomen voor bacteriologisch onderzoek in het laboratorium. In de tabel op bijlage 2 is de codering alsmede de relatieve sterkte van het houtmonster gegeven. De specifieke situatie per put is in de volgende paragrafen beschreven. Op basis van verstrekte archieftekeningen van Architect Ir. S. v. Ravesteijn d.d is vastgesteld dat het vloerpeil in de parkeergarage op ca 0,15 m+ NAP ligt. Het maaiveldniveau aan de zijde Spuistraat lag, op basis van archieftekeningen van PJ van Riemsdijk Architekt d.d , op ca 1,85 m+ NAP en aan de zijde Aert de Gelderstraat op ca 0,0 m NAP. Door de gemeente Dordrecht zijn gegevens over de grondwaterstand verstrekt. De grondwaterstand rondom het gebouw fluctueert tussen 1,0 à 1,5 m- NAP. Het betreft meetgegevens van 1994 tot heden
7 AA blz inspectieput 1, middenkolom in parkeergarage Inpandig is vanuit de parkeergarage nabij een middenkolom inspectieput 1 uitgevoerd. Daartoe is de klinkerverharding over een oppervlak van 1,5 x 1,5 meter verwijderd. De grondwaterstand is waargenomen op ca 1,1 m- bovenkant vloer, zodat het water lag op ca 0,95 m- NAP. Ter plaatse van de inspectieput 1 is een betonnen poer aangetroffen waaronder de palen P1P1 en P1P2 staan. Onderkant betonpoer ligt op 1,09 m- maaiveld. Paal P2 is voorzien van een betonnen oplanger met diameter van 0,35 meter. De kopdiameter van de houtenpalen bedraagt respectievelijk ø230 en ø240 mm. De h.o.h.-afstand tussen de palen is vastgesteld op 0,67 meter. De betonoplanger betreft een 8-kant met een lengte van 0,8 meter, waarbij de onderkant van de oplanger op ca 1,89 m- maaiveld ligt. Bovenop de betonoplanger rust de betonpoer. Afwijkend is de situatie bij paal P1P1, waar geen betonoplanger aanwezig is. Op paal P1P1 rust een dwarshout (P1D1) met een afmeting van 100 x 270 mm (h x b) waarop langshout P1L1 met een dikte van 65 mm is aangetroffen. De breedte van het langshout is niet vastgesteld. De ruimte tussen bovenkant P1L1 en onderkant betonnen poer is door middel van een gemetselde kolom opgevuld. De bovenkant van het funderingshout ter plaatse van paal P1P1 ligt op 1,34 m- maaiveld. De gemetselde kolom heeft een breedte van ca 0,3 meter. Op basis van archieftekeningen is vastgesteld dat de aangetroffen situatie de kopse kant van een 6-paalspoer betreft. Door middel van prikken met een stok is op ca 0,8 meter naar achter toe een andere paal aangetroffen. Tijdens het onderzoek lag de grondwaterstand op ca 0,3 meter boven het langshout, hetgeen op zich voldoende dekking is. 3.2 inspectieput 2, kolom aan de achtergevel Inspectieput 2 is uitgevoerd ter plaatse van een kolom aan de achtergevel van het pand. Er is een sparing in de betonvloer gemaakt naast de achtergevel. De grondwaterstand is waargenomen op ca 1,0 m- bovenkant vloer, zijnde ca 0,85 m- NAP. Ter plaatse van inspectieput 2 is onder de betonpoer paal P2P1 aangetroffen met een kopdiameter van ø260 mm. Bovenop de paal is een betonoplanger met een lengte van ca 0,66 meter aangebracht. De paalkop is aangetroffen op ca 1,64 m- maaiveld. De oplanger betreft wederom een 8-kant met een diameter van 0,32 meter. Bovenop de betonoplanger rust de betonnen poer. Door middel van prikken met een stok is vastgesteld dat op ca 0,7 meter zowel rechts van als achter paal P2P1 een andere paal staat. De aangetroffen situatie wijkt af van wat op de archieftekeningen is weergegeven. Daarop staat dat ter plaatse van inspectieput 2 een 3-paalspoer aanwezig zou moeten zijn, waarbij de palen evenwijdig onder de achtergevel staan. De grondwaterstand lag op ca 0,6 meter boven het langshout, hetgeen voldoende dekking is
8 AA blz. 7 4 LABORATORIUMONDERZOEK Voor het laboratoriumonderzoek zijn 5 monsters genomen en onderzocht op mogelijke aantasting. De monsters zijn zowel visueel beoordeeld als microscopisch onderzocht. Tevens is het houtvochtgehalte, de volumieke massa en het spintgehalte (indien van toepassing) bepaald. Op het overzicht van bijlage 2 zijn tevens de resultaten van het laboratorium weergegeven. Op monster P1P1 na zijn alle monsters van vurenhout. Monster P1P1 is grenen en bestaat voor 41 mm uit spinthout, het overige deel is kernhout. Alle monsters hebben sterk aangetaste zones met bacteriën. De dikte van de zones varieert sterk. Bij monster P1P2 is zelfs sprake van totale verwoesting van de houtstructuur. De concurrentiekracht van de bacteriën ten opzichte van andere microorganismen (schimmels) is erg zwak. Omdat bacteriën, in tegenstelling tot de andere micro-organismen, hout in afwezigheid van zuurstof kunnen aantasten en omdat in de monsters de bacteriën dieper werden waargenomen dan de schimmels, kan gesteld worden dat de aantasting onder het grondwaterniveau heeft plaatsgevonden. Bij alle monsters verloopt de overgang van aangetast hout naar gezond hout geleidelijk wat duidt op actieve aantasting. In het grenen monster P1P1 valt de overgang aangetast naar gezond hout samen met de overgang spint naar kernhout. Er zijn alleen schimmeldraden waargenomen in het door bacteriën aangetaste hout. Dat de aantasting met name door de bacteriën wordt veroorzaakt, blijkt uit het feit dat de schimmeldraden niet dieper in het hout zitten dan de bacteriële aantasting. Tevens geldt dat het typische patroon, veroorzaakt door erosie bacteriën en softrotschimmels, ontbreekt. Het is bekend dat de zogenaamd secundaire houtaantasters snel het hout verder kunnen verzwakken. De waargenomen schimmeldraden moeten als secundaire aantasters worden beschouwd en wijzen op kortstondige perioden met voldoende zuurstof in en rond de paal waardoor schimmelgroei kan optreden maar waarbij er te weinig zuurstof aanwezig is voor houtaantasting door schimmels. Aanvoer van zuurstof kan ontstaan door droogstand of door toevoer van zuurstofhoudend (grond)water. Op basis van ervaring is vastgesteld dat grenenspinthout in sterke mate (>1 mm/jaar) snel door bacteriën kan worden afgebroken. De snelheid van bacteriële aantasting in grenenkernhout ligt veel lager waardoor het onder het grondwaterniveau onder normale omstandigheden bijna onbeperkt mee kan. Van vuren heipalen is bekend dat deze vaak slechts een dunne, sterk door bacteriën aangetaste schil hebben, die afhankelijk van de bodemsituatie slechts langzaam tot zeer langzaam voortschrijdt. Het lijkt zeer waarschijnlijk dat de locale grondwaterdynamiek bepalend is voor de snelheid van bacteriële aantasting. Bij het inschatten van toekomstige uitbreiding van de aantasting wordt er van uitgegaan dat de bodemomstandigheden vergelijkbaar zullen blijven met die in de afgelopen periode. Verwacht wordt dat, bij gelijke omstandigheden, in de komende 25 jaar de aangetaste zone in de monsters zal toenemen, waarmee ook de zachte schil zich uitbreidt. Een overzicht van de levensverwachting per monster is gepresenteerd op bijlage
9 AA blz. 8 Voor de volledige resultaten van het onderzoek wordt verwezen naar het bijgevoegde rapport d.d. 25 april 2012 van SHR Hout Research. Een toename van de zachte schil alsmede een afname van de resterende druksterkte heeft invloed op het paaldraagvermogen. Aan de hand van een constructieve berekening in combinatie met het aantal palen dient te worden vastgesteld of de afname van de diameter van de palen toelaatbaar is voor de resterende druksterkte c.q. de toekomstige druksterkte. 5 CONCLUSIES Door middel van een lintvoegwaterpassing is de relatieve zakking alsmede rotaties van het pand in kaart gebracht. De grootste zakking ten opzichte van het hoogste punt bedraagt 24 mm. Het hoogste punt (26) bevindt zich aan de Spuiweg zijde. Op basis van de onderlinge afstand tussen de meetpunten alsmede het hoogteverschil is de rotatie (scheefstand) tussen de punten in kaart gebracht. De rotaties variëren van 1:83 tot nagenoeg recht 1:. De grootste scheefstand is gemeten aan de achtergevel. Opgemerkt wordt dat de rotatie 1:83 eenmalig is aangetroffen waarbij er geen visuele schade is waargenomen. Over het algemeen variëren de rotaties tussen 1:300 en 1:1500. Dergelijke rotaties beoordeelt de richtlijn van F 3 O als nihil waarbij over het algemeen geen schade optreedt. Visueel is in de gevels ook geen extreme scheurvorming geconstateerd. Op basis van archief tekeningen is vastgesteld dat het vloerpeil in de huidige parkeergarage op ca 0,15 m+ NAP ligt. De bovenkant van het funderingshout is aangetroffen op 1,19 à 1,74 m- NAP ter plaatse van put 1. Door middel van een betonoplanger is het paalkopniveau van paal P1P2 en P2P1 verdiept. Nabij inspectieput 2 is bovenkant funderingshout aangetroffen op 1,64 m- maaiveld, zijnde ca 1,49 m- NAP. De grondwaterstand in de inspectieputten is aangetroffen op respectievelijk 1,1 en 1,0 m- maaiveld, zijnde 0,95 en 0,85 m- NAP. Dit betekent dat er een grondwaterdekking op het funderingshout aanwezig is van 0,24 meter en meer, hetgeen als voldoende wordt geclassificeerd door de F 3 O-richtlijn. Opgemerkt wordt dat meetgegevens van een peilbuis van de gemeente Dordrecht, welke direct langs het pand geplaatst is, een fluctuatie van de grondwaterstand weergeeft tussen 1,0 en 1,5 m- NAP. Op basis hiervan zou er locaal periodiek sprake van droogstand kunnen zijn en is de grondwaterdekking dus onvoldoende. Dit geldt met name ter plaatse van paal P1P1 waarbij geen betonoplanger is gebruikt. Opgemerkt wordt dat ter plaatse van het funderingshout klei is aangetroffen, waardoor sprake is van een zogenaamde capillaire zone en er dus bij een lagere grondwaterstand dan bovenkant funderingshout toch geen sprake van droogstand hoeft te zijn
10 AA blz. 9 Met behulp van een schiethamer De Specht is in het werk de sterkte van het funderingshout bepaald. De prikwaarden variëren over het algemeen tussen 5 mm en 35 mm. Voor het langshout P1L2 zijn de prikwaarden 40 à 50 mm, echter dit onderdeel lijkt niet bij te dragen aan het draagvermogen van de poer. Op basis van de prikwaarde in relatie met de diameter van de palen kan worden gesteld dat er sprake is van geringe tot deels duidelijke aantasting (> 30mm). Door middel van een laboratoriumonderzoek op een 5-tal houtmonsters is de mate alsmede de oorzaak van de aantasting van het funderingshout vastgesteld. Tevens is een verwachting gegeven over de toename van de aantasting voor de komende 25 jaar. Ter plaatse van alle monsters is sprake van bacteriële aantasting. Voor bijna alle monsters is in de aangetaste zone sprake van schimmeldraden. De sterk aangetaste schil, de zone die niet meer bijdraagt in de sterkte van de paal, bedraagt 3 à 35 mm. Bij alle monsters is sprake van een actieve aantasting. Er zijn alleen schimmeldraden waargenomen in het door bacteriën aangetaste hout. Dat de aantasting met name door de bacteriën wordt veroorzaakt, blijkt uit het feit dat de schimmeldraden niet dieper in het hout zitten dan de bacteriële aantasting. Tevens geldt dat het typische patroon, veroorzaakt door erosie bacteriën en softrotschimmels, ontbreekt. Het is bekend dat de zogenaamd secundaire houtaantasters snel het hout verder kunnen verzwakken. De waargenomen schimmeldraden moeten als secundaire aantasters worden beschouwd en wijzen op kortstondige perioden met voldoende zuurstof in en rond de paal waardoor schimmelgroei kan optreden maar waarbij er te weinig zuurstof aanwezig is voor houtaantasting door schimmels. Geconcludeerd wordt derhalve dat de capillaire zone in de kleigrond ter hoogte van het funderingshout er daadwerkelijk voor zorgt dat, ingeval van een grondwaterstand lager dan 1,2 m- NAP, geen droogstand en/of zuurstof bij het funderingshout komt en er tot op heden geen aantasting van de houtstructuur als gevolg van schimmels heeft plaatsgevonden. Vanwege de hoge ligging van het funderingshout P1L1, P1D1 en P1P1 alsmede de fluctuatie in grondwaterstand zijn de betreffende onderdelen gevoelig voor aantasting door schimmels als gevolg droogstand in de toekomst. Voor de palen met betonoplanger wordt geen aantasting door schimmels verwacht. Verder geldt dat de door bacteriën aangetaste zone voor het hoger gelegen funderingshout groter is (41 à 89 mm) dan de zone in het dieper gelegen funderingshout (4 à 23 mm). In de toekomst wordt een uitbreiding van de zachte schil tot 4 à 47 mm verwacht. Een toename van de zachte schil alsmede een afname van de resterende druksterkte heeft invloed op de paaldraagkracht. Aan de hand van een constructieve berekening in combinatie met het aantal palen dient te worden vastgesteld of de afname van de diameter van de palen toelaatbaar is voor de resterende druksterkte c.q. de toekomstige druksterkte. Op basis van dit onderzoek is niet vast te stellen of paal P1P1 de enige paal is waarbij geen betonoplanger is toegepast. Mogelijk komt dit vaker voor. Opgemerkt wordt dat op verschillende archieftekeningen wel de betonoplangers getekend zijn en derhalve de aangetroffen situatie ter plaatse van paal P1P1 voor de beoordeling als uitzondering zou kunnen worden beschouwd
11 AA blz. 10 Indien uit de constructieve berekening volgt dat de afname in houtdoorsnede toelaatbaar is, kan aan de fundering een handhavingstermijn worden toegekend van 25 jaar. Hierbij wordt uitgegaan van gelijkblijvende omstandigheden ten aanzien van belastingen alsmede de grondwaterstand in de omgeving. Alphen a/d Rijn, 14 mei 2012 GEOMET B.V. Opgesteld door: ing. P. Dijkhuizen Adviseur Geotechniek ing. J. de Vos Adjunct Directeur
12 BIJLAGE 1 (inspectieputten) - foto s inspectieputten 1 t/m 10 - details inspectieputten i01 t/m i03
13 AA foto foto 1 bovenaanzicht put 1.JPG foto 2 situatie put 1.JPG
14 AA foto foto 3 paal P1P1.JPG foto 4 betonoplanger P1P2.JPG
15 AA foto foto 5 paal P1P2.JPG foto 6 bovenaanzicht put 2.JPG
16 AA foto foto 7 situatie put 2.JPG foto 8 betonoplanger P2P1.JPG
17 AA foto foto 9 paal P2P1.JPG foto 10 kolom tussen betonper en gevel.jpg
18
19
20
21 BIJLAGE 2 (houtonderzoek) - overzicht resultaten houtonderzoek 2 - rapport SHR blz.
22 AA bijlage 2 codering alsmede de relatieve sterkte houtmonster houten gem. lengte monster afmeting prikwaarden monster inspectieput 1, inpandige kolom in parkeergarage P1P1 (>) paal, ø230 mm 15 à 30 mm 120 mm P1P2 (>) paal, ø240 mm 10 à 12 mm 111 mm P1L1 (>) langshout, d= 65 mm 10 à 15 mm 127 mm P1D1 (>) dwarshout, 100 x 270 mm (hxb) 15 à 35 mm 107 mm inspectieput 2, kolom aan de achtergevel P2P1 (>) paal, ø260 mm 5 à 10 mm 97 mm (>) monster is horizontaal gestoken resultaten van het laboratorium bacteriële aantasting [in mm]*** houten schimmeldraden totale monster soort in buitenste verwoesting ernstig matig weinig inspectieput 1, inpandige kolom in parkeergarage P1P1 grenen 18 mm ^ P1P2 vuren 10 mm ^ P1L1 vuren 23 mm ^ P1D1 vuren 31 mm ^ inspectieput 2, kolom aan de achtergevel P2P1 vuren ^ ^ resterende deel tot aan het hart vrij van aantasting *** ten opzichte van buitenzijde monster tot aan het hart/einde monster overzicht levensverwachting c.q. uitbreiding zachte schil komende 25 jr. houten waargenomen*** verwachte*** monster soort zachte schil [in mm] zachte schil [in mm] inspectieput 1, inpandige kolom in parkeergarage P1P1 grenen P1P2 vuren 9 12 P1L1 vuren P1D1 vuren inspectieput 2, kolom aan de achtergevel P2P1 vuren 3 4 *** ten opzichte van buitenzijde monster tot aan hart/einde monster
23 Titel: Houtonderzoek De Holland aan de Burg. De Raadtsingel 97 te Dordrecht, project AA12988 Rapportcode: Datum: 25 april 2012
24 Houtonderzoek De Holland aan de Burg. De Raadtsingel 97 te Dordrecht, project AA12988 Rapportcode: Datum: 25 april 2012 Pagina: 2/14 SHR Het Cambium Nieuwe Kanaal 9b Postbus AL Wageningen Dit rapport heeft 14 bladen. Het is eigendom van de opdrachtgever, die gerechtigd is dit rapport integraal te publiceren. Gedeeltelijke publicatie, ook door de eigenaar, is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van SHR. Tel: Fax: Opdrachtgever: Geomet Advies Postbus AR Alphen aan den Rijn Bijlage: - Projectnummer: Auteurs: M. Remie Dr. R.K.W.M. Klaassen Trefwoorden: lichtmicroscoop, heipalen, grenen, vuren, bacteriële aantasting, erosietype, druksterkte, reststerkte, levensverwachting SHR voldoet aan Algemene eisen voor de competentie van beproevings- en kalibratielaboratoria volgens NEN-EN-ISO/ICE 17025:2005
25 Houtonderzoek De Holland aan de Burg. De Raadtsingel 97 te Dordrecht, project AA12988 Rapportcode: Datum: 25 april 2012 Pagina: 3/14 Samenvatting Van Geomet Advies werd de opdracht ontvangen om de houtsoort, de mate en het type aantasting te bepalen van 5 houtmonsters afkomstig van de fundering onder gebouw De Holland aan de Burgemeester de Raadtsingel 97 te Dordrecht. De monsters zijn visueel beoordeeld, microscopisch onderzocht en het houtvochtgehalte, de volumieke massa en het spintgehalte (indien van toepassing) zijn bepaald en er is een schatting gemaakt van de gradiënt van reststerkte over de paaldiameter. Daarnaast wordt er een uitspraak gedaan over de levensverwachting voor de komende 25 jaar. Paal 1.1 is grenen en de overige onderzochte funderingsonderdelen zijn vuren. De monsters (1.1, 1.2, 1.3, 1.4 en 2.1) zijn in een buitenste schil van respectievelijk 22, 9, 23, 35 en 3 mm sterk aangetast door bacteriën. Deze aantasting is onder het grondwaterniveau tot stand gekomen. Uitgaande van niet wezenlijk veranderende omstandigheden rondom het funderingshout, is de verwachting dat in de komende 25 jaar de sterk aangetaste schil zich alle monsters zal uitbreiden tot respectievelijk maximaal 30, 12, 31, 47 en 4 mm.
26 Houtonderzoek De Holland aan de Burg. De Raadtsingel 97 te Dordrecht, project AA12988 Rapportcode: Datum: 25 april 2012 Pagina: 4/14 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Inhoudsopgave Inleiding Materiaal Microscopisch onderzoek Vochtgehalte, volumieke massa, spintgehalte en druksterkte Resultaten Visuele beoordeling Microscopisch onderzoek en bepaling van de hoeveelheid kernhout Bepaling vochtgehalte, volumieke massa en schatting van de druksterkte Discussie Microscopisch onderzoek Volumieke massa en houtvochtgehalte Schatting van de druksterkte Levensverwachting Conclusie Literatuur... 13
27 Houtonderzoek De Holland aan de Burg. De Raadtsingel 97 te Dordrecht, project AA12988 Rapportcode: Datum: 25 april 2012 Pagina: 5/14 1 Inleiding Van Geomet Advies werd op 11 april 2012 de opdracht ontvangen om de houtsoort, de mate en het type van aantasting te bepalen van 5 houtmonsters. De monsters zijn op 11 april 2012 bij SHR afgeleverd. Volgens de opdrachtgever zijn de monsters afkomstig van de fundering onder het pand De Holland aan de Burgemeester de Raadtsingel 97 te Dordrecht (monsterdatum ). Het betreft project AA De monsters zijn door SHR gecodeerd (zie tabel 5.1). 2 Materiaal In luchtdicht afgesloten buisjes, geheel gevuld met omgevingswater, zijn de monsters bij SHR afgeleverd. In de buisjes bevonden zich boorkernen met een diameter van 10 mm. Volgens de opdrachtgever is het water in de buisjes afkomstig van het omgevingswater rond de fundering. De monsters zijn in de buisjes tot het moment van analyse (op ) opgeslagen bij een temperatuur van 4 C. 3 Microscopisch onderzoek Voorafgaand aan het microscopische onderzoek zijn de monsters visueel beoordeeld. Daarna zijn met behulp van het microtoom radiale en kopse coupes gesneden met een dikte van µm en een oppervlakte van circa 0,5-1 cm 2. De coupes zijn aangekleurd om mogelijke aantasting beter zichtbaar te maken. Onder het lichtmicroscoop (met en zonder gepolariseerd licht) zijn de coupes vervolgens onderzocht op de aanwezigheid van houtaantasters en is het houtanatomische patroon bekeken. Vijf patronen van aantasting kunnen worden onderscheiden. Deze patronen worden veroorzaakt door de volgende micro-organismen: erosiebacteriën (EB); tunnelvormende bacteriën (TB); softrotschimmels; witrotschimmels; bruinrotschimmels. In aanvulling op het patroon van aantasting wordt het hout gecontroleerd op de aanwezigheid van aantasters en andere houtkoloniserende micro-organismen: dikke bruine hyfe van blauwschimmel; dunne transparante hyfe van houtaantastende schimmel (wit-, bruin- en softrot veroorzakers); sporen van diverse micro-organismen; algen; andere insluitsels van organische herkomst.
28 Houtonderzoek De Holland aan de Burg. De Raadtsingel 97 te Dordrecht, project AA12988 Rapportcode: Datum: 25 april 2012 Pagina: 6/14 Bij de classificering van de mate van aantasting wordt de indeling gehanteerd volgens Klaassen (2008) waarbij de volgende klassen worden gebruikt: totale verwoesting; ernstige aantasting; matige aantasting; weinig aantasting en gezond hout. In de discussie worden de begrippen totale verwoesting en ernstige aantasting samengevat onder het begrip sterke aantasting. 4 Vochtgehalte, volumieke massa, spintgehalte en druksterkte Het houtvochtgehalte en de volumieke massa zijn voor elk monster in stukjes van circa 15 mm bepaald middels wegen en drogen. Bij een grenenmonster wordt de boorkern aangekleurd met een daartoe geëigend reagens om kern- en spinthout te kunnen onderscheiden. Klaassen (2008) heeft aangetoond dat op basis van het houtvochtgehalte een redelijke schatting kan worden gemaakt van de druksterkte van het hout. Het door Klaassen (2008) opgestelde model is hier toegepast. De ingeschatte druksterkte is de zogenaamde korte duursterkte. Er zijn modellen beschikbaar voor grenen en eiken. Het grenen model wordt ook voor andere naaldhoutsoorten gebruikt bij gebrek aan specifieke modellen voor vuren en dennen. De ingeschatte druksterktes voor zowel vuren als dennen moeten om die reden met enige voorzichtigheid worden beschouwd. De karakteristieke waarden (5% laagste waarden uit een verzameling) voor de korte-duur-sterkte staan opgesomd in de EN 388 (sterkteklassen). Binnen een constructieberekening wordt met verschillende belastingsduur rekening gehouden (permanent, lang, gemiddeld en kort). Rekening houdend met belastingduur en vochtgehalte wordt de karakteristieke waarden met de zogenaamde modificatiefactor omgezet naar een rekenwaarde. Hierbij wordt ook een materiaalfactor toegepast welke een veiligheidsborging is in verband met de variabiliteit: hout (vergelijk het homogene beton met een factor van 1): f d f k m k mod (waar f d = rekenwaarde, f k = karakteristieke waarde, m = materiaalfactor (= 1,3) en k mod = modificatiefactor (afhankelijk van belastingstijd en vochtgehalte = 0,5). De bepalende belastingscombinatie voor funderingspalen is meestal lang en de lange-duur-sterkte zoals weergegeven in figuur 4.1 mag niet worden overschreden. Verder zijn funderingspalen altijd waterverzadigd en de rekenwaarde voor deze situatie kan bepaald worden volgens de Nederlandse bijlage uit de EUROCODE 5 (EN 1995): f c,0,d = 9,9 N/mm 2 waarin : f c,0,d = rekenwaarde druksterkte parallel aan de vezelrichting.
29 belasting Houtonderzoek De Holland aan de Burg. De Raadtsingel 97 te Dordrecht, project AA12988 Rapportcode: Datum: 25 april 2012 Pagina: 7/14 'verschoven' bezwijklijn belastingniveau in de combinatie bezwijken lange-duur-sterkte permanente belastingen t1 t2 t3 belastingsduur Figuur 4.1 Relatie tussen belasting en de belastingsduur op hout (vrij naar Jorissen 1995). Een permanente belasting die lager is dan de lange-duur-sterkte leidt niet tot bezwijken. Wanneer een belastingscombinatie (permanent en veranderlijk) kortstondig (t 1 t 2) wordt verhoogd tot boven de lange-duur-sterkte maar onder de korte-duur-sterkte (maximale belasting) zal geen bezwijking of houtschade optreden. Is de belasting langdurig boven de lange-duur-sterkte dan zal op t 3 schade en bezwijking optreden. 5 Resultaten 5.1 Visuele beoordeling Bij monster 1.2 werd geen wankant aangetroffen, bij de overige monsters werd wankant (palen) of een duidelijke buitenkant (gezaagd hout) waargenomen. Tabel 5.1 Codering en overzicht van de visuele beoordeling van de monsters Code Lengte Gemiddelde jaarringbreedte Aantal jaarringen [mm] Opdrachtgever SHR [mm] juveniel volwassen totaal aangetast P1P ,6 1, P1P , P1L , P1D ,6 2, P2P ,5 2, Microscopisch onderzoek en bepaling van de hoeveelheid kernhout In monster 1.1 werd de volgende houtstructuur waargenomen: Naaldhout met heterogene stralen met vensterstippels (kruisvlak), radiale en axiale harskanalen, tracheïden met eenrijige hofstippels.
30 Houtonderzoek De Holland aan de Burg. De Raadtsingel 97 te Dordrecht, project AA12988 Rapportcode: Datum: 25 april 2012 Pagina: 8/14 In de overige 4 monsters werd de volgende houtstructuur waargenomen: Naaldhout met heterogene stralen met picioide kruisvlakstippels, radiale en axiale harskanalen, tracheïden met eenrijige hofstippels en hofstippels in de straaltracheïden met name van het Picea-1 type. Monster 1.1 (paal, grenen, lengte tot aan het hart 112 mm) In de buitenste 22 mm werd ernstige bacteriële aantasting van het erosietype (EB) waargenomen. Hierna werd in 5 mm matige EB-aantasting gevonden, gevolgd door 14 mm weinig EB-aantasting. De rest van het monster was vrij van aantasting. In de buitenste 18 mm werden schimmeldraden aangetroffen. De buitenste 41 mm was spinthout, de rest bestond uit kernhout. Monster 1.2 (paal, vuren, totale lengte van het monster 111 mm) In de buitenste 8 mm werd totale verwoesting van de houtstructuur waargenomen. Hierna werd in 1 mm ernstige bacteriële aantasting van het erosietype (EB) gevonden, gevolgd door 6 mm matige EBaantasting. De rest van het monster was vrij van aantasting. In de buitenste 10 mm werden (plaatselijk veel) schimmeldraden waargenomen. Monster 1.3 (langshout, vuren, lengte tot aan het hart 116 mm) In de buitenste 23 mm werd ernstige bacteriële aantasting van het erosietype (EB) waargenomen. Hierna werd in 9 mm matige EB-aantasting gevonden, gevolgd door 14 mm weinig EB-aantasting. De rest van het monster was vrij van aantasting. In het sterk door bacteriën aangetaste hout werden schimmeldraden waargenomen. Monster 1.4 (dwarshout, vuren, totale lengte van het monster 107 mm) In de buitenste 35 mm werd ernstige bacteriële aantasting van het erosietype (EB) waargenomen. Hierna werd in 54 mm matige EB-aantasting gevonden. De rest van het monster was vrij van aantasting. In de buitenste 31 mm werden schimmeldraden aangetroffen. Monster 2.1 (paal, vuren, totale lengte van het monster 97 mm) In de buitenste 3 mm werd ernstige bacteriële aantasting van het erosietype (EB) waargenomen. Hierna werd in 1 mm weinig EB-aantasting gevonden. De rest van het monster was vrij van aantasting. 5.3 Bepaling vochtgehalte, volumieke massa en schatting van de druksterkte Voor houtvochtgehalte, volumieke massa en ingeschatte druksterkte, zie tabel 5.2. In principe is voor alle boorkernen de volumieke massa en het vochtgehalte bepaald aan de buitenzijde (bastzijde, gecodeerd met een a) en verder naar binnen toe (kernkant, gecodeerd met een e/f/g). Bij grenenmonsters is aangegeven of het desbetreffende gedeelte uit spinthout (s) of kernhout (k) bestaat. De volumieke massa is bepaald op basis van het droge volume. Alleen wanneer aangegeven met een * zijn de bepalingen aan monsterstukjes met een relatief te kleine afmeting (< 1 cm 3 ) uitgevoerd waardoor deze waarden slechts als indicatief voor vochtgehalte, volumieke massa en
31 Houtonderzoek De Holland aan de Burg. De Raadtsingel 97 te Dordrecht, project AA12988 Rapportcode: Datum: 25 april 2012 Pagina: 9/14 ingeschatte druksterkte moet worden beschouwd. Het verschil tussen het gemeten en theoretisch geschatte maximale vochtgehalte geeft bij een te hoog gemeten waarde een indicatie van de meetonnauwkeurigheid aan. De weinig betrouwbare waarden zijn vet weergegeven in de tabel. Bij volledig waterverzadigd hout volgt de verhouding tussen het vochtgehalte en de dichtheid de lijn zoals gegeven in grafiek 5.1. Niet water verzadigd hout ligt onder de lijn in deze grafiek. Alle monsters uit tabel 5.2. zijn als punten in grafiek 5.1 opgenomen. Tabel 5.2. Gewicht- en volumebepalingen per monsterstuk (circa 15 mm) en berekende volumieke massa (VM) bij 0% vochtgehalte en vochtgehalte (VG) bij aanlevering. Op basis van deze gegevens is een schatting gemaakt van het theoretisch maximale vochtgehalte (TMV) en druksterkte (DS). Specific Gravity (Sp. Gr.) is het drooggewicht gedeeld door het nat volume. Monster Gewicht [g] Volume [cm 3 ] VM[kg/m 3 ] VG [%] DS [N/mm 2 ] Sp. Gr. nat droog nat droog bepaald TMV 1.1a (s) 1,8 0,39 1,78 1, , b*(s) 0,37 0,11 0,31 0, , c(s) 1,71 0,76 1,47 1, , d(s/k) 2,29 1,35 2,13 1, , e(k) 3,06 1,6 2,97 2, , f(k) 2 0,95 2,11 1, , a* 0,7 0,2 0,74 0, , b 1,18 0,54 1,42 1, , c 1,81 0,93 2,51 2, , d 2,52 1,3 3,55 2, , e 2,48 1,29 3,35 2, , a* 1,11 0,25 1,08 0, , c 1,42 0,57 1,5 1, , d 1,34 0,67 1,71 1, , e 2,37 1,05 2,93 2, , f 2,45 1,02 3,27 2, , g 0,96 0,37 1,24 1, , a* 0,88 0,15 0,82 0, , c* 0,61 0,13 0,52 0, , d* 1,01 0,23 0,94 0, , e 2,12 0,69 2,24 1, , f 2,12 0,73 2,34 1, , g 2,13 0,73 2,45 2, , a 1,34 0,51 1,62 1, , b 2,02 0,83 2,59 2, , c 1,95 0,81 2,28 1, , d 1,67 0,73 1,93 1, , e 1,55 0,72 2,12 1, ,3 340
32 specific gravity [kg/m 3 ] Houtonderzoek De Holland aan de Burg. De Raadtsingel 97 te Dordrecht, project AA12988 Rapportcode: Datum: 25 april 2012 Pagina: 10/ vochtgehalte [ω] Grafiek 5.1 Relatie dichtheid (in deze grafiek specific gravity = droog gewicht / nat volume) en vochtgehalte. Bij waterverzadigd hout liggen de waarden op de lijn bij niet water verzadigd hout liggen de punten onder de lijn (Klaassen 2008). 6 Discussie 6.1 Microscopisch onderzoek Op grond van de gevonden houtstructuur kan geconcludeerd worden dat paal 1.1 grenen is en alle overige onderzochte funderingsonderdelen vuren zijn (Heinz 2004). Het grenenmonster bestaat voor 41 mm uit spinthout. Opvallend is dat de overgang van aangetast hout, naar niet-aangetast hout samenvalt met de overgang van spint- naar kernhout. Alle monsters (1.1,1.2, 1.3, 1.4 en 2.1) zijn in een buitenste schil van respectievelijk 22, 9, 23, 35 en 3 mm sterk aangetast door bacteriën. Omdat bij monster 1.2 geen wankant werd waargenomen kan geen uitspraak gedaan worden over de absolute dikte van de aangetaste schil. De aantasting loopt in alle monsters gradueel terug, dit duidt op actieve aantasting. De concurrentiekracht van de bacteriën ten opzichte van andere micro-organismen (schimmels) is erg zwak. Omdat bacteriën, in tegenstelling tot de andere micro-organismen, hout in afwezigheid van zuurstof kunnen aantasten en omdat in de monsters de bacteriën dieper werden waargenomen dan de schimmels, kan gesteld worden dat de aantasting onder het grondwaterniveau heeft plaatsgevonden (Björdal & Nilsson, 2008, Blanchette et al. 1990). In zijn algemeenheid is het grondwater zuurstofloos, alleen in de bovenste lagen kan zeer beperkt zuurstof aanwezig zijn. Er zijn alleen schimmeldraden waargenomen in het door bacteriën aangetaste hout. Dat de aantasting met name door de bacteriën wordt veroorzaakt blijkt uit het feit dat: de schimmeldraden niet dieper in het hout zitten dan de bacteriële aantasting; de aantasting het typische patroon veroorzaakt door erosie bacteriën heeft en het typische patroon, veroorzaakt door softrotschimmels, ontbreekt. Het is bekend dat de zogenaamd secundaire houtaantasters (leven van het restmateriaal dat na primaire aantasting achter blijft) snel aangetast hout kunnen koloniseren. De waargenomen schimmeldraden moeten als secundaire
33 Houtonderzoek De Holland aan de Burg. De Raadtsingel 97 te Dordrecht, project AA12988 Rapportcode: Datum: 25 april 2012 Pagina: 11/14 aantasters worden beschouwd en wijzen op kortstondige perioden met voldoende zuurstof in en rond de paal waardoor schimmelgroei kan optreden maar er te weinig zuurstof aanwezig is voor houtaantasting door schimmels. Aanvoer van zuurstof kan ontstaan door droogstand of door toevoer van zuurstofhoudend (grond)water. 6.2 Volumieke massa en houtvochtgehalte De volumieke massa kan binnen een houtsoort sterk variëren en een schatting van gewichtsafname door aantasting kan alleen bepaald worden wanneer de oorspronkelijke volumieke massa van een monster bekend is. Omdat dit van de hier onderzochte monsters niet meer te achterhalen is, is de onderstaande vergelijking van de volumieke massa s slechts indicatief. Tabel 6.1 geeft de bekende waarden van grenen en vuren. Zowel de volumieke massa s als de vochtgehalten ondersteunen het gevonden anatomische beeld. Tabel 6.1 Volumieke massa (bij 0% houtvochtgehalte) volgens Laming et al. (1978) Noord-Europees grenen 435 ( ) kg/m3 NL grenen spint 483 ( ) kg/m3 NL grenen kern 532 ( ) kg/m3 Midden-Europees vuren 428 ( ) kg/m3 Europees vuren 407 ( ) kg/m3 6.3 Schatting van de druksterkte Voor het funderingshout is hieronder de ingeschatte korte duursterkte visueel voor de gehele doorsnede weergegeven. Gezond grenenhout, dat vers beproefd wordt (vochtgehalte %), heeft een korte duursterkte van circa 22 N/mm 2. Bij vers vurenhout is dat circa 20 N/mm 2. Het eerst gevormde, zogenaamde juveniele, hout dat in de kern van de stam zit kan een wat lagere druksterkte hebben (Laming et al en Zobel & Sprague, 1998), waardoor een lagere druksterkte in de kern van de paal als natuurlijk moet worden beschouwd. De omrekening van de korte duursterkte tot de rekenwaarde voor lange duurbelasting staat weergegeven in hoofdstuk 4.
34 Houtonderzoek De Holland aan de Burg. De Raadtsingel 97 te Dordrecht, project AA12988 Rapportcode: Datum: 25 april 2012 Pagina: 12/ mm 100 mm Monster 1.1 (grenen) Monster 1.2 (vuren) 100 mm 25 mm Monster 1.3 (vuren) Monster 1.4 (vuren) Legenda plank/scherm totale verwoesting soft rot ernstige aantasting bacteriële aantasting matige aantasting soft rot en bacterieel 100 mm weinig aantasting niet bepaald geen aantasting niet beschikbaar schimmeldraden Monster 2.1 (vuren) Paaldiameters en houtafmetingen (opgave opdrachtgever) Monster 1.1: 230 mm Monster 1.2: 240 mm Monster 1.3: dikte 65 mm Monster 1.4: 120x270 mm Monster 2.1: 260 mm Legenda paalmonster < 2,5 N/mm² 2,5-6,25 N/mm² 6,25-10 N/mm² N/mm² > 15 N/mm² niet bepaald niet beschikbaar 6.4 Levensverwachting Ervan uitgaande dat de omstandigheden rondom de palen de komende 25 jaar niet wezenlijk anders zullen zijn dan de afgelopen decennia kan op grond van het microscopisch en fysisch onderzoek een inschatting gemaakt worden over de verwachte sterkteverlies van het paalhout voor de komende 25 jaar. In dit kader wordt de term sterk aangetaste schil gehanteerd.
35 Houtonderzoek De Holland aan de Burg. De Raadtsingel 97 te Dordrecht, project AA12988 Rapportcode: Datum: 25 april 2012 Pagina: 13/14 Uit ervaring weten we (Klaassen, 2008) dat grenenspinthout snel (> 1mm/jaar), sterk door bacteriën kan worden afgebroken. De snelheid van bacteriële aantasting in grenenkernhout ligt veel lager waardoor het onder het grondwaterniveau onder normale omstandigheden bijna onbeperkt mee kan. Van vuren heipalen weten we (Klaassen, 2008) dat ze vaak slechts een dunne sterk door bacteriën aangetaste schil hebben, die afhankelijk van de bodemsituatie slechts langzaam tot zeer langzaam voortschrijdt. Het lijkt zeer waarschijnlijk dat de plaatselijke grondwaterdynamiek bepalend is voor de snelheid van bacteriële aantasting en bij het inschatten van toekomstige uitbreiding van de aantasting gaan we er van uit de bodemomstandigheden in de toekomst vergelijkbaar zullen zijn met die in de afgelopen periode. Op grond van deze aannamen is het mogelijk om een uitspraak te doen over de toename van de aangetaste zone en de sterk aangetaste schil. Hierbij gaan we er van uit dat de fundering rond is geplaatst (opgave opdrachtgever) en dus 73 jaar oud is. De aantasting in alle monsters moet als actief worden beschouwd. Verwacht wordt dat in de komende 25 jaar de aangetaste zone alleen in de monsters 1.2, 1.3 en 2.1 met 34% kan toenemen en dat de sterk aangetaste schil zich in de monsters 1.1, 1.2, 1.3, 1.4 en 2.1 zal uitbreiden tot maximaal respectievelijk 30, 12, 31, 47, en 4 mm. 7 Conclusie Paal 1.1 is grenen en de overige onderzochte funderingsonderdelen zijn vuren. De monsters (1.1, 1.2, 1.3, 1.4 en 2.1) zijn in een buitenste schil van respectievelijk 22, 9, 23, 35 en 3 mm sterk aangetast door bacteriën. Deze aantasting is onder het grondwaterniveau tot stand gekomen. Uitgaande van niet wezenlijk veranderende omstandigheden rondom het funderingshout, is de verwachting dat in de komende 25 jaar de sterk aangetaste schil zich alle monsters zal uitbreiden tot respectievelijk maximaal 30, 12, 31, 47 en 4 mm. 8 Literatuur Björdal, C. & T. Nilsson, Culturing wood-degrading erosion bacteria. International Biodeterioration and Biodegradation 61(1): 3-10 Blanchette,R.A., Nilsson,T., Daniel, G. & A. Abad Biological degradation of wood. In Rowell, R.M. & Barbour, R.J. (eds.) Archaeological wood: properties chemistry, and preservation. Eurocode 5 - Ontwerp en berekening van houtconstructies: EN Algemeen - Gemeenschappelijke regels en regels voor gebouwen; EN Algemeen - Ontwerp en berekening van constructies bij brand; EN Bruggen Heinz, I Systematische Erfassung und Dokumentation der mikroanatomischen Merkmale der Nadelhölzes aus der Klasse Pinatae. Dissertation Technische Universität München.
36 Houtonderzoek De Holland aan de Burg. De Raadtsingel 97 te Dordrecht, project AA12988 Rapportcode: Datum: 25 april 2012 Pagina: 14/14 Jorissen, A.J.M Modificatiefactor vochtgehalte en duurbelasting. Technische Houtdocumentatie A 4/ , Centrum Hout, Almere. Laming, P.B., Rijsdijk, J.F. & J.C. Verwijs Houtsoorten, informatie voor de praktijk. Houtinstituut TNO, Delft. Klaassen 2007 Velocity of bacterial decay in wooden foundation piles. Proceedings ICOM Amsterdam Klaassen R.K.W.M., Bacterial decay in wooden foundation piles: patterns and causes. A study on historical pile foundations in the Netherlands. International Biodeterioration and Biodegradation 61 (1): NEN NEN-EN 338 Hout voor constructieve toepassingen sterkteklassen. Zobel, B.J. & J.R. Sprague Juvenile wood in forest trees. Springer Verlag Berlin, Heidelberg, New York.
37 BIJLAGE 3 (lintvoegwaterpassing) - locaties meetpunten lintvoegwaterpassing AA12988/L01 - meetresultaten van de lintvoegwaterpassing 1.1 t/m 1.3
38
39 AA12988 Lintvoegwaterpassing bijlage 1.1 -gevel voorrechterachterlinker- hoogte verschil afstand rotatie Puntnr. [ mm ] [ mm ] [ m ] ,421 1: , ,007 1: ,730 1: ,006 1: ,755 1: ,003 1: ,007 1: ,448 1: ,813 1: ,512 1: ,991 1: ,140 1: ,975 1: ,937 1: ,008 1: ,528 1: ,956 1: ,990 1: ,551 1: ,472 1: ,061 1: , ,375 1: , ,656 1: ,804 1: ,405 1: ,111 1: ,143 1: ,916 1: ,500 1: ,227 1: ,340 1: ,691 1: ,507 1: ,004 1: ,998 1: ,000 1: ,996 1: ,015 1: ,995 1: ,001 1: ,993 1: ,998 1: ,006 1: ,885 1:
40 AA12988 Lintvoegwaterpassing bijlage 1.2 Lintvoegwaterpassing, uitgezet t.o.v. puntnummers voorgevel hoogte in mm puntnummers Lintvoegwaterpassing, uitgezet t.o.v. puntnummers rechter zijgevel, zijde spuiweg hoogte in mm puntnummers Lintvoegwaterpassing, uitgezet t.o.v. puntnummers achtergevel hoogte in mm puntnummers Lintvoegwaterpassing, uitgezet t.o.v. puntnummers linker zijgevel, zijde Aert de Gelderstraat hoogte in mm puntnummers
41 AA12988 Lintvoegwaterpassing bijlage 1.3 Lintvoegwaterpassing, uitgezet t.o.v. onderlinge afstand voorgevel hoogte in mm onderlinge afstand punten in m > Lintvoegwaterpassing, uitgezet t.o.v. onderlinge afstand rechter zijgevel, zijde spuiweg hoogte in mm onderlinge afstand punten in m > Lintvoegwaterpassing, uitgezet t.o.v. onderlinge afstand achtergevel hoogte in mm onderlinge afstand punten in m > Lintvoegwaterpassing, uitgezet t.o.v. onderlinge afstand linker zijgevel, zijde Aert de Gelderstraat hoogte in mm onderlinge afstand punten in m >
AANVULLENDE FUNDERINGSINSPECTIES ENERGIEHUIS AAN DE NOORDENDIJK 148 TE DORDRECHT
FUGRO INGENIEURSBUREAU B.V. Regio Zuid - Geotechniek RAPPORT betreffende AANVULLENDE FUNDERINGSINSPECTIES ENERGIEHUIS AAN DE NOORDENDIJK 148 TE DORDRECHT Opdrachtnummer: 7009-0076-000 Opdrachtgever Constructeur
Nadere informatieRAPPORT FUNDERINGSINSPECTIE PAALFUNDERING GEBOUW F & G.
IFCO Funderingsexpertise BV Limaweg 17 2743 CB Waddinxveen Tel: (0182) 646 646 Fax: (0182) 646 654 E-mail: mail@ifco.nl Web: www.ifco.nl KvK: Gouda 290 32656 RAPPORT FUNDERINGSINSPECTIE PAALFUNDERING GEBOUW
Nadere informatie8 BIJLAGE I. Funderingsonderzoek (ter info)
8 BIJLAGE I Funderingsonderzoek (ter info) Rijksvastgoedbedrijf Min. Van BZK Projectbureau HEMbrug Revisie 0 dd. 24-04-2017 Rapportage Code: 14633 9 februari 2017 Constructieve kwaliteit van de fundering
Nadere informatieGeotechniek bv. Funderingsonderzoek
-.orb~r.h Geotechniek bv. Funderingsonderzoek Project Projectnr Datum Pand gelegen aan de Overschiese kleiweg 41 in de gemeente Rotterdam :10032229-1028-versie 1 12-05-2010 Opdrachtgever : Dhr. Frans Naaktgeboren
Nadere informatieHoutaantasting onder water -stopt het ooit-
Houtaantasting onder water - stopt het ooit - René Klaassen 17 januari 2012 7 de nationale houten heipalendag Inleiding-1, tekst Beste mensen, Op de nationale houten heipalendag is houtaantasting natuurlijk
Nadere informatieRAPPORT FUNDERINGSINSPECTIE HOUTEN PAALFUNDERING. PROJECT: ZOETERWOUDSESINGEL 34 TE LEIDEN.
IFCO Funderingsexpertise BV Limaweg 17 2743 CB Waddinxveen Tel: (0182) 646 646 Fax: (0182) 646 654 E-mail: mail@ifco.nl Web: www.ifco.nl KvK: Gouda 290 32656 RAPPORT FUNDERINGSINSPECTIE HOUTEN PAALFUNDERING.
Nadere informatie22/01/2013. Heipalen. René Klaassen. 17 januari ste Nationale Houten Heipalendag SHR
Heipalen in water en grond René Klaassen 17 januari 2013 8 ste Nationale Houten Heipalendag SHR 1 SHR foto FUGRO SHR 2 Database, tekst We krijgen al 15 jaar lang dit soort boorkernen binnen waaraan SHR
Nadere informatieHoutaantasting onder water
Houtaantasting onder water René Klaassen Informatieavond funderingsproblematiek 10 december 2008 Inleidingtekst Houtaantasting onder water Mijn naam is René Klaassen en werk bij SHR in Wageningen. Het
Nadere informatieProtocol voor het uitvoeren van een inspectie aan houten paalfunderingen versie 2003
Protocol voor het uitvoeren van een inspectie aan houten paalfunderingen versie 2003 Datum PROTOCOL INSPECTIE HOUTEN PAALFUNDERINGEN PROTOCOL INSPECTIE HOUTEN PAALFUNDERINGEN PROTOCOL INSPECTIE HOUTEN
Nadere informatieOnderzoeksbureau. Funderingsonderzoek. xxxxxxxxxxx. Projectcode xxx. Datum 30 september Versie concept. Opdrachtgever xxxxx. xxx.
Onderzoeksbureau Funderingsonderzoek xxxxxxxxxxx Projectcode xxx Datum 30 september 2015 Versie concept Opdrachtgever xxxxx Opsteller xxx Paraaf Opsteller: Projectbegeleider xxx Paraaf Projectbegeleider:
Nadere informatieF3O richtlijn. Bedreigingen (voor de toekomst) te lage grondwaterstand nee geotechnische draagkracht bacteriële aantasting grenen palen ja
onderdeel overzicht resultaten funderingsonderzoek bouweenheid 025 beoordeling cfm F3O richtlijn Bureaustudie (bijlage 5) bouweenheid Schuttersweg 107-113 bouwkundig bouwjaar: 1909 originele bouwtekeningen:
Nadere informatieFunderingsonderzoek IJsclubstraat 37 Rotterdam.
Funderingsonderzoek IJsclubstraat 37 Rotterdam. C.J. SMIT & ZN bv Aannemingsbedrijf Funderingstechniek 23 januari 2017. C. J. Smit & Zonen b.v. AANNEMINGSBEDRIJF- FUNDERINGSTECHNIEK bezoekadres Oostbaan
Nadere informatieF3O richtlijn. Bureaustudie (bijlage 5) bouweenheid Exercitiestraat bouwkundig bouwjaar: 1924
onderdeel overzicht resultaten funderingsonderzoek bouweenheid 010 beoordeling cfm F3O richtlijn Bureaustudie (bijlage 5) bouweenheid Exercitiestraat 11-14 bouwkundig bouwjaar: 1924 originele bouwtekeningen:
Nadere informatieTitel: Bepaling sterkte en doorbuiging Envirodeck bij verschillende opleglengten- onderzoek WPC materiaal. Rapportcode: B Datum: 22 maart 2011
Titel: Bepaling sterkte en doorbuiging Envirodeck bij verschillende opleglengten- onderzoek WPC materiaal Rapportcode: 10.187-B Datum: 22 maart 2011 Rapportcode: 10.187-B Datum: 22 maart 2011 Pagina: 2/12
Nadere informatieF3O richtlijn. Bureaustudie (bijlage 5) bouweenheid Exercitiestraat 4-6 bouwkundig bouwjaar: 1925
onderdeel overzicht resultaten funderingsonderzoek bouweenheid 012 beoordeling cfm F3O richtlijn Bureaustudie (bijlage 5) bouweenheid Exercitiestraat 4-6 bouwkundig bouwjaar: 1925 originele bouwtekeningen:
Nadere informatieF3O richtlijn. Bedreigingen (voor de toekomst) te lage grondwaterstand nee geotechnische draagkracht bacteriële aantasting grenen palen nee
onderdeel overzicht resultaten funderingsonderzoek bouweenheid 026 beoordeling cfm F3O richtlijn Bureaustudie (bijlage 5) bouweenheid Schuttersweg 101-105, Schuttersstraat 45 bouwkundig bouwjaar: 1924
Nadere informatieFASE 2 GRONDWATERONDERLAST EN FUNDERINGSITUATIE SCHILDERSKWARTIER WOERDEN
FUGRO GEOSERVICES B.V. Geo-Advies West-Nederland INNOVATIEONDERZOEK betreffende FASE 2 GRONDWATERONDERLAST EN FUNDERINGSITUATIE SCHILDERSKWARTIER WOERDEN Projectnummer: 4013-0633-000 3440 AA WOERDEN Projectleider
Nadere informatieTweede Nationale heipalendag
Tweede Nationale heipalendag Nieuwe inzichten vanuit het onderzoek naar houtaantasting 16 januari 2007 René Klaassen / Jan Hamming SHR Hout Research Welkom allemaal, grote opkomst, 1 ste dag circa 40 mensen
Nadere informatieAANVULLEND FUNDERINGSONDERZOEK COMPLEX B Drievriendendwarsstraat 12 te Rotterdam
FUGRO INGENIEURSBUREAU B.V. Regio Zuid - Geotechniek RAPPORT betreffende AANVULLEND FUNDERINGSONDERZOEK COMPLEX 871-172B Drievriendendwarsstraat 12 te Rotterdam Opdrachtnummer: 7006-0193-000 Opdrachtgever
Nadere informatieHerontwikkeling Zoeterwoudsesingel 34, Leiden Notitie fundering herstel
Pieters Bouwtechniek Martinus Nijhofflaan 2 2624 ES Delft 015-2190300 Postbus 1047 2600 BA Delft info@pbt-delft.nl www.pietersbouwtechniek.nl Herontwikkeling Notitie fundering herstel Opdrachtgever: Architect:
Nadere informatieWARECO AMSTERDAM BV. ", atb~ Funderingsonderzoek Padlaan 12 te Krommenie. Uitgebracht aan:
WARECO AMSTERDAM BV. bode, wa fj-2 ", atb~ Funderingsonderzoek Padlaan 12 te Krommenie bodemsanering waterbeheer funderingen Uitgebracht aan: Gemeente Zaanstad Dienst Stadsbedrijven T.a.v. de heer R. Begers
Nadere informatieVoor wie. Probleemschets. Hoe herkent u funderingsproblemen?
Regeling funderingsherstel Klemmende deuren, ramen die niet meer goed dicht kunnen, scheuren in de muren en verzakkingen. Dit zijn typische kenmerken van funderingsproblemen, in de volksmond ook wel paalrot
Nadere informatieRapportcode: 13.0645-1 Datum: 16 december 2013
Beproevingsrapport: Toetsing van bureaustoel Axia 2.0 met een gestoffeerde rugleuning van BMA aan de Rapportcode: 13.0645-1 Datum: 16 december 2013 Rapportcode:13.0645-1 Datum: 16 december 2013 Pagina:
Nadere informatieBeproevingsrapport: Controle overspanning WPC-vlonderdelen volgens BRL Rapportcode: Datum: 26 oktober 2016
Beproevingsrapport: Controle overspanning WPC-vlonderdelen volgens BRL 0825 Rapportcode: 16.0465 Datum: 26 oktober 2016 Rapportcode: 16.0465 Datum: 26 oktober 2016 Pagina: 2/8 SHR Het Cambium Nieuwe Kanaal
Nadere informatieProtocol voor het uitvoeren van een inspectie aan houten paalfunderingen versie Datum 23 juni 2003
Protocol voor het uitvoeren van een inspectie aan houten paalfunderingen versie 2003 Datum 23 juni 2003 CONCEPT-PROTOCOL INSPECTIE HOUTEN PAALFUNDERINGEN 2 / 15 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 2 2 Inleiding
Nadere informatieBeproevingsrapport: Onderzoek aan hijsvoorzieningen volgens SKH-publicatie bepalingsmethode beproeving
Beproevingsrapport: Onderzoek aan hijsvoorzieningen volgens SKH-publicatie 02-06 5.2 bepalingsmethode beproeving Rapportcode: 18.0438 Datum: 30 Juli 2018 Rapportcode: 18.0438 Datum: 30 juli 2018 Pagina:
Nadere informatieProfessionalisering en kwaliteitsborging van funderingsonderzoeken
Professionalisering en kwaliteitsborging van funderingsonderzoeken Peter Nelemans KCAF congres Fugro GeoServices BV 21-11- 2013 Inhoud: Introductie F3O De F3O richtlijnen voor funderingsonderzoeken In
Nadere informatieFUNDERINGSONDERZOEK VAN SPEIJKSTRAAT AMSTERDAM
Allnamics Geotechnical Experts BV Waterpas 98 De Trompet 1585 info@allnamics.eu 2495 AT Den Haag 1967 DB Heemskerk www.allnamics.eu Tel. 088-2556264 Tel. 088-2556264 FUNDERINGSONDERZOEK VAN SPEIJKSTRAAT
Nadere informatieInhoud. Op palen gefundeerde panden. Voorbeeld zetting Hoogbouw: Inhoud. Erasmus MC 110 m hoog. Funderingspalen plaatselijk te kort
Op palen gefundeerde panden Hoezo zettingsvrij? ir. Jan van Dalen Inhoud Zettingen van op palen gefundeerde constructies: 1. Samendrukbare lagen onder de zandlaag 2. Funderingsproblemen 3. Invloed van
Nadere informatieF 3 O richtlijn. Onderzoek en beoordeling van houten paalfunderingen onder gebouwen
Onderzoek en beoordeling van houten paalfunderingen onder gebouwen Versie 1, 18 januari 2011 Op- en aanmerkingen over de inhoud van deze richtlijn kunnen worden gemeld aan het bestuur van F 3 O en zullen
Nadere informatieTitel: Beoordeling van het lijmsysteem Adheseal Projectlijm voor het verlijmen van Rockpanel Colours gevelplaten
Titel: Beoordeling van het lijmsysteem Adheseal Projectlijm voor het verlijmen van Rockpanel Rapportcode: 4.292 Datum: 10 september 2004 Rapportcode: 4.292 Datum: 10 september 2004 Pagina: 2/8 SHR Hout
Nadere informatieTitel: Toetsing van Herman Miller kantoorstoel Sayl aan de eisen t.a.v. afmetingen zoals gesteld in de NPR 1813: 2009
Titel: Toetsing van Herman Miller kantoorstoel Sayl aan de eisen t.a.v. afmetingen zoals Rapportcode: 11.0595w Datum: 18 juli 2011 Rapportcode: 11.0595w Datum: 18 juli 2011 Pagina: 2/8 SHR Het Cambium
Nadere informatieTitel: Toetsing van Ahrend kantoorstoel A 2020 Verta aan de eisen t.a.v. afmetingen zoals gesteld in NEN-EN : 2000 en NPR 1813: 2009
Titel: Toetsing van Ahrend kantoorstoel A 2020 Verta aan de eisen t.a.v. afmetingen zoals Rapportcode: 10496-4 Datum: 6 april 2011 Rapportcode: 10496-4 Datum: 6 april 2011 Pagina: 2/11 SHR Het Cambium
Nadere informatieTitel: Luchtdoorlatendheid, waterdichtheid en sterkte van een enkele naar binnen draaiende deur. Rapportcode: w Datum: 4 oktober 2007
Titel: Luchtdoorlatendheid, waterdichtheid en sterkte van een enkele naar binnen draaiende Rapportcode: 6.010-9-1w Datum: 4 oktober 2007 Rapportcode: 6.010-9-1w Datum: 4 oktober 2007 Pagina: 2/17 SHR Hout
Nadere informatieBijlage 9: Rapport onderzoek houtkwaliteit
Bijlage 9: Rapport onderzoek houtkwaliteit 1. Inleiding 1 Van ArcheoSpecialisten te Amersfoort werd op 2 oktober 2007 de opdracht ontvangen om de staat van houtmonsters, genomen uit scheepswrakken uit
Nadere informatieF 3 O richtlijn. Onderzoek en beoordeling van houten paalfunderingen onder gebouwen
Onderzoek en beoordeling van houten paalfunderingen onder gebouwen Versie 1, 18 januari 2011 Op- en aanmerkingen over de inhoud van deze richtlijn kunnen worden gemeld aan het bestuur van F 3 O en zullen
Nadere informatieTitel: Materiaaleigenschappen van brandwerend plaatmateriaal Marhino 400. Rapportcode: w Datum: 16 mei 2011
Titel: Materiaaleigenschappen van brandwerend plaatmateriaal Marhino 400 Rapportcode: 6.083-1-w Datum: 16 mei 2011 Rapportcode: 6.083-1-w Datum: 16 mei 2011 Pagina: 2/8 Het Cambium SHR Hout Research Nieuwe
Nadere informatieTitel : Kromme Nieuwegracht Renovatie Deel A - Particuliere zijde INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING GEGEVENS VAN DE CONSTRUCTIE...
Titel : Kromme Nieuwegracht Renovatie Deel A - Particuliere zijde Rapportnummer : 31099 Deel A, particuliere zijde INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 3 2 GEGEVENS VAN DE CONSTRUCTIE... 4 3 WIJZE VAN INSPECTIE...
Nadere informatieSamenvatting. onderzoeksresultaten. constructie huurwoningen Zeeheldenbuurt
Samenvatting onderzoeksresultaten constructie huurwoningen Zeeheldenbuurt Inhoud pagina Inleiding 2 Uitgevoerde onderzoeken 2 Methode van toetsen 2 Resultaten onderzoeken 3 - Archiefonderzoek - Opnamen
Nadere informatieSamenvatting onderzoeksresultaten constructie huurwoningen Zeeheldenbuurt
Samenvatting onderzoeksresultaten constructie huurwoningen Zeeheldenbuurt Datum: 22 december 2017 Versie: A, aanvulling extra rapporten Door: Ellen Boerema Inhoudsopgave Inleiding... 2 Overzicht onderzoeken...
Nadere informatieH.E. Lüning hc C.H.R.
Ellegoorsestraat 7 NL-7004 HC DOETINCHEM tel. : + 31 314 325 601 fax. : + 31 314 360 216 e-mail : mail@luning.nl website : www.luning.nl PROJECT : Vrijstaande berging met EPS-fundering ARCHITECT : OPDRACHTGEVER
Nadere informatieBeproevingsrapport: Bepalen van de duurzaamheid van kozijnverbindingen uitgevoerd in thermisch gemodificeerd merpauh
Beproevingsrapport: Bepalen van de duurzaamheid van kozijnverbindingen uitgevoerd in Rapportcode: 14.0451-J Datum: 10 december 2015 Rapportcode: 14.0451-J Datum: 10 december 2015 Pagina: 2/10 SHR Het Cambium
Nadere informatieTitel: Luchtdoorlatendheid, waterdichtheid en sterkte van een naar buitendraaiende stolpdeur. Rapportcode: Datum: 18 juli 2008
Titel: Luchtdoorlatendheid, waterdichtheid en sterkte van een naar buitendraaiende Rapportcode: 8.285 Datum: 18 juli 2008 Rapportcode: 8.285 Datum: 18 juli 2008 Pagina: 2/18 SHR Het Cambium Nieuwe Kanaal
Nadere informatieTitel: Luchtdoorlatendheid, waterdichtheid, sterkte en stijfheid van een naar binnen draaiende deur in stolpuitvoering
Titel: Luchtdoorlatendheid, waterdichtheid, sterkte en stijfheid van een naar binnen draaiende deur in stolpuitvoering Rapportcode: 7.097w Datum: 4 oktober 2007 Rapportcode: 7.097w Datum: 4 oktober 2007
Nadere informatieSamenvatting onderzoeksresultaten constructie huurwoningen Zeeheldenbuurt
Samenvatting onderzoeksresultaten constructie huurwoningen Zeeheldenbuurt Datum: 23 November 2017 Door: Ellen Boerema Inhoudsopgave Inleiding... 2 Overzicht onderzoeken... 2 Resultaten onderzoeken... 3
Nadere informatieConstructieve analyse bestaande vloeren laag 1/2/3 (inclusief globale indicatie van benodigde voorzieningen)
Pieters Bouwtechniek Haarlem B.V. Dr. Schaep manstraat 284 2032 GS Haarlem Postbus 4906 2003 EX Haarlem Tel.: 023-5431999 Fax: 023-5316448 Email: pbt.haarlem@pieters.net Internet: www.pietersbouwtechniek.nl
Nadere informatieFunderingsherstelmethoden. Datum 1 juli 2006 Wijziging A. Aangevuld 16 april 2007
Funderingsherstelmethoden Datum 1 juli 2006 Wijziging A. Aangevuld 16 april 2007 1 Inleiding In deze publicatie vindt u een overzicht van mogelijke funderingsherstelmethoden voor een houten fundering of
Nadere informatieTitel: Onderzoek aan hijsvoorzieningen. Rapportcode: 6.294w Datum: 19 oktober 2006
Titel: Onderzoek aan hijsvoorzieningen Rapportcode: 6.294w Datum: 19 oktober 2006 Rapportcode: 6.294w Datum: 19 oktober 2006 Pagina: 2/12 SHR Hout Research Het Cambium Nieuwe Kanaal 9b Postbus 497 6700
Nadere informatieBetonoplangers Eerste uitgave Aanvulling Aanvulling KCAF
Betonoplangers 2006.07.28 Eerste uitgave 2006.08.15 Aanvulling 2010.07.09 Aanvulling 2012.03.19 KCAF 1 Inleiding. Deze publicatie over betonoplangers is gemaakt omdat we bij funderingsonderzoeksrapportages
Nadere informatieFunderingsadvies Kaasmaakschuur Avonturenboerderij Molenwaard te Groot-Ammers
Funderingsadvies Kaasmaakschuur Avonturenboerderij Molenwaard te Groot-Ammers Funderingsadvies Kaasmaakschuur Avonturenboerderij Molenwaard te Groot-Ammers ADCIM Geotechniek b.v. Rembrandtlaan 650 3362
Nadere informatieSchets van het probleem en hypothesen waarom er geen schade is vastgesteld. Fase 1: Verkennen t.p.v. de voormalige school
Bewonersavond Innovatieonderzoek Schilderskwartier Woerden Plan Van Aanpak. Peter Nelemans Maarten Profittlich 5 februari 2014 Inhoudsopgave Korte introductie Fugro en het projectteam Schets van het probleem
Nadere informatieFASE 3 GRONDWATERONDERLAST EN FUNDERINGSITUATIE SCHILDERSKWARTIER WOERDEN
FUGRO GEOSERVICES B.V. Geo-Advies West-Nederland INNOVATIEONDERZOEK betreffende FASE 3 GRONDWATERONDERLAST EN FUNDERINGSITUATIE SCHILDERSKWARTIER WOERDEN Opdrachtnummer: 4013-0633-000 Projectleider Projectcoördinator
Nadere informatiePiet Heinstraat 16 t/m 34 te Wormerveer
ingenieursbureau LIST Piet Heinstraat 16 t/m 34 te Wormerveer Ordernr: 17238 Rapportage conform F3O Rapport: 17238-R01 Opdrachtgever: Parteon Revisie: Omschrijving: Datum: Paraaf: Gecontroleerd: 0 Rapportage
Nadere informatiePaalrot door lekke drainerende riolen
Stichting Platform Fundering Nederland (SPFN) Postbus 192 3300 AD Dordrecht e-mail: fundering@cs.com. internet: www.platformfundering.nl bankrek 10.22.67.847 KvK: 24370117 Paalrot door lekke drainerende
Nadere informatieStation Waterlooplein
Definitief Versie 1 12 september 2014 Projectnr 30619 Documentnr 188629 Constructies Stad Station Waterlooplein Stationsrenovaties Oostlijn VO+ Beschouwing constructieve aanpassingen Auteur(s) D. in t
Nadere informatie4 funderingsinspecties v. Heemskerckstraat e.o. te Wormerveer
ingenieursbureau LIST 4 funderingsinspecties v. Heemskerckstraat e.o. te Wormerveer Ordernr: 17238 Rapportage conform F3O Rapport: 17238-R05 Opdrachtgever: Parteon Revisie: Omschrijving: Datum: Paraaf:
Nadere informatieVeldrapport betreffende grondonderzoek nieuwbouw Noord-Boulevard te Den Haag-Scheveningen
GEOMET POWERED BY ABO-GROUP Veldrapport betreffende grondonderzoek nieuwbouw Noord-Boulevard te Den Haag-Scheveningen Opdracht nummer Datum rapport 7 oktober 216 blz. 1 Veldrapport betreffende grondonderzoek
Nadere informatieHoutskool uit een kuil van een rivierduin bij Rotterdam-IJsselmonde 't Hart
BIAXiaal Houtskool uit een kuil van een rivierduin bij Rotterdam-IJsselmonde 't Hart L.I. Kooistra november 2009 BIAX C o n s u l t Onderzoeks- en Adviesbureau voor Biologische Archeologie en Landschapsreconstructie
Nadere informatieRapportcode: 10.424-1 Datum: 8 maart 2011
Titel: Toetsing van Bèta kantoorstoel Gouda 1813 aan de eisen t.a.v. afmetingen, veiligheid, sterkte en duurzaamheid zoals gesteld in NEN-EN 1335-1: 2000, NEN-EN1335-2: 2009 en NPR 1813: 2009 Rapportcode:
Nadere informatieIndicatieve bepaling brandwerendheid tegel PL2/40 gemonteerd op een spouw met steenwol tegen een staalplaat.
Indicatieve bepaling brandwerendheid tegel PL2/40 gemonteerd op een spouw met steenwol tegen een staalplaat. Bepaling van het temperatuurverloop in de constructie bij verhitting volgens de koolwaterstofkromme.
Nadere informatieDe projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren
Nadere informatieFUNDERING VAN TEYLERS MUSEUM. Jasper Vosdingh Bessem Fundering Teylers Museum Historie. Ovale zaal.
FUNDERING VAN TEYLERS MUSEUM Jasper Vosdingh Bessem j.vosdinghbessem@fugro.nl Historie Ovale zaal bron: Ten Cate & Van Wiele 1 20-1-2014 Historie : start bouw in 1779 naar een ontwerp van de jonge architect
Nadere informatieFunderingsherstel en funderingsverbetering, (in de Volkshuisvesting)
Funderingsherstel en funderingsverbetering en de invloed daarvan op de omgeving in Amsterdam. januari 2017 ing. Frans Sas 1 Inleiding. In Amsterdam zijn er allerlei soorten herstel en verbeteringen aan
Nadere informatieRapportcode: 10.223-6 Datum: 15 december 2010
Titel: Toetsing van Sedus bureaustoel MATCH UP aan de eisen t.a.v. afmetingen zoals Rapportcode: 10.223-6 Datum: 15 december 2010 Rapportcode: 10.223-6 Datum: 15 december 2010 Pagina: 2/9 SHR Het Cambium
Nadere informatie3.2 Visuele inspectie 6 3.2.1 Inpandige inspectie 6 3.2.2 Gevelinspectie 6
Inhoudsopgave 1. Projectomschrijving 3 2. Randvoorwaarden 4 3. Funderingsonderzoek 5 3.1 Archiefonderzoek 5 3.1.1 Bouw- of verbouwingstekeningen 5 3.1.2 Eerder uitgevoerde funderingsonderzoeken 5 3.1.3
Nadere informatieWat doe ik als bestuurder met (mogelijke) funderingsproblemen?
Wat doe ik als bestuurder met (mogelijke) funderingsproblemen? Schrikbeeld in veel gemeenten Rotterdam Amsterdam Haarlem Dordrecht Weesp Zevenaar Schiedam Zaanstad Echten (Fr) Spakenburg Maar hoe zit het
Nadere informatieOnderzoek betonkwaliteit silo s Zeeburgereiland
Silo s Zeeburgereiland te Amsterdam Onderzoek betonkwaliteit silo s Zeeburgereiland code: V0891 Silo s Zeeburgereiland te Amsterdam Onderzoek betonkwaliteit silo s Zeeburgereiland 11 december 2008 datum:
Nadere informatieRapportcode: Datum: 9 april 2018
Beproevingsrapport: Toetsing van Voortman Hi Tee zit/statafel op T-poten aan de eisen t.a.v. Rapportcode: 17.0610-2 Datum: 9 april 2018 Beproevingsrapport: 17.0610-2 Datum: 9 april 2018 Pagina: 2/12 SHR
Nadere informatieBEPALING VAN MICROBIOLOGISCHE HOUTAANTASTING
Beoordelingsgrondslag BGS-007 Datum 13 mei 2015 BEPALING VAN MICROBIOLOGISCHE HOUTAANTASTING Uitgave: SKH Nadruk verboden Pagina 2 van 22 BEOORDELINGSGRONDSLAG BGS-007 VOOR BEPALING VAN MICROBIOLOGISCHE
Nadere informatieRapportage en beschouwing aangetroffen scheurvorming gevel onderstraat Herberg de Gouden Leeuw te Bronkhorst.
Rapportage en beschouwing aangetroffen scheurvorming gevel onderstraat Herberg de Gouden Leeuw te Bronkhorst. i.o.v. Dhr. R. van Bussel Herberg de Gouden Leeuw Bovenstraat 2 7226 LM Bronkhorst Opgesteld
Nadere informatieMuseum De Lakenhal te Leiden
Project Museum De Lakenhal te Leiden Ordernummer 8536 Opdrachtgever Gemeente Leiden Rapportnummer 001 Omschrijving Fase Constructieve omschrijving ten behoeve van de aanvraag omgevingsvergunning van de
Nadere informatieHet Scheepvaartmuseum
Het Scheepvaartmuseum een vernieuwd gebouw op een eeuwen oude paalfundering Rijksgebouwendienst ing. J.P. Hielema 13 januari 2015 SHR Symposium - Restauratiebeurs 13 januari 2015 13 januari 2015 13 januari
Nadere informatieToetsing van BMA Axia Vision bureaustoel aan de eisen t.a.v. afmetingen, zoals gesteld in NEN-EN : 2000 en NPR 1813: 2016
Beproevingsrapport: afmetingen, zoals gesteld in NEN-EN 1335-1: 2000 en Rapportcode: 18.0501-1 Datum: 14 januari 2019 Rapportcode: 18.0501-1 Datum: 14 januari 2019 Pagina: 2/9 SHR Het Cambium Nieuwe Kanaal
Nadere informatieInformatiebijeenkomst funderingsproblematiek
Urgente Aanpak Ferry van der Kwaak Deze avond algemeen doel van dit project oorzaken van funderingsproblemen bloksgewijs funderingsonderzoek en subsidie hoe nu verder? Algemeen In Rotterdam ongeveer 60.000
Nadere informatie1A - case houten paalfundering - geen schade - verbouw / hergebruik 1B - case scheefstand, scheuren - beoordeling
Case 1 Fundering 1A - case houten paalfundering - geen schade - verbouw / hergebruik 1B - case scheefstand, scheuren - beoordeling 1A: Verbouw huidige praktijk: Fase 1: Visuele inspectie (scheefstand -
Nadere informatieTitel: Kleurechtheid composietmateriaal. Rapportcode: Datum: 4 maart 2008
Titel: Kleurechtheid composietmateriaal Rapportcode: 7.399 Datum: 4 maart 2008 Rapportcode: 7.399 Datum: 4 maart 2008 Pagina: 2/7 SHR Het Cambium Nieuwe Kanaal 9b Postbus 497 6700 AL Wageningen Dit rapport
Nadere informatieSAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen
SAMENVATTING Aanleiding In het westelijke deel van het Schilderskwartier zijn de woningen gefundeerd op houten palen met betonopzetters. Uit onderzoeken in de jaren 90 is gebleken dat de grondwaterstand
Nadere informatie: Ophoging tuin en inrit met EPS blokken. H.E. Lüning hc C.H.R.
Ellegoorsestraat 7 NL-7004 HC DOETINCHEM tel. : + 31 314 325 601 fax. : + 31 314 360 216 e-mail : mail@luning.nl website : www.luning.nl PROJECT : Terreinophoging met EPS-blokken ARCHITECT : OPDRACHTGEVER
Nadere informatieIndicatieve bepaling brandwerendheid tegel PL2/40+A gemonteerd op een spouw met steenwol tegen een staalplaat met verstijvingen.
Indicatieve bepaling brandwerendheid tegel PL2/40+A gemonteerd op een spouw met steenwol tegen een staalplaat met verstijvingen. Bepaling van het temperatuurverloop in de constructie bij verhitting volgens
Nadere informatieRapportcode: Datum: 9 april 2018
Beproevingsrapport: Toetsing van Voortman Hi Tee zit/statafel op wangen aan de eisen t.a.v. Rapportcode: 17.0610-3 Datum: 9 april 2018 Beproevingsrapport: 17.0610-3 Datum: 9 april 2018 Pagina: 2/12 SHR
Nadere informatieFunderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast. Varianten funderingsherstel: - Plaat- en balkfundaties - Kelderbouw - Schuimbeton
Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast Varianten funderingsherstel: - Plaat- en balkfundaties - Kelderbouw - Schuimbeton Funderingsherstel bij woningen en andere gebouwen is niet
Nadere informatie"VINGERLASHOEKVERBINDINGEN VOOR HOUTEN GEVELELEMENTEN"
d.d. 01-05-1995 "VINGERLASHOEKVERBINDINGEN VOOR HOUTEN GEVELELEMENTEN" Uitgever: Stichting Keuringsbureau Hout SKH Huizermaatweg 29 1273 NA Huizen Postbus 50 1270 AB Huizen Telefoon: (035) 526 87 37 Fax:
Nadere informatie1 Inleiding 1.1 Opdracht Formaldehyde-emissiebepaling volgens de gasanalyse-methode 1.2 Datum opdracht Projectnummer 17.
Beproevingsrapport: 17.0138-3A Datum: 6 september 2017 Opdrachtgever: Berkvens B.V. Kanaaldijk Noord 2 5711 CS SOMEREN 1 Inleiding 1.1 Opdracht Formaldehyde-emissiebepaling volgens de gasanalyse-methode
Nadere informatieSCHEEFSTANDMETING Objectnummer Adres
Aan: SCHEEFSTANDMETING Objectnummer Adres Deze scheefstandmeting is een bijlage van het inspectierapport 2015. Bezoekadres Veerdijk 32 1531 MS Wormer T 075 64 74 588 E info@monumentenwachtnoordholland.nl
Nadere informatieHout. Houteigenschappen 2013/12
2013/12 Hout Houteigenschappen Hout is een natuurproduct. Elke houtsoort heeft zijn eigen unieke eigenschappen. Deze eigenschappen kunnen echter per soort enigszins variëren. Om tot optimaal gebruik en
Nadere informatieBehoort bij besluit van burgemeester en wethouders van Best d.d
Opdrachtgever AM Postbus 45 35 HB Utrecht Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van d.d. Rapport revisie datum status 9787 november 4 Definitief Status onderzoek Compleet Rapport Resultaten
Nadere informatiePaalrot door lekke drainerende riolen
Paalrot door lekke drainerende riolen Tot 1960-1970 soms ook nog daarna zijn houten heipalen gebruikt in klei en veengebieden voor de fundering van woningen. Tot ongeveer 1910 als Amsterdamse en Rotterdamse
Nadere informatieWat doe ik als bestuurder met (mogelijke) funderingsproblemen?
Wat doe ik als bestuurder met (mogelijke) funderingsproblemen? Schrikbeeld in veel gemeenten Rotterdam Amsterdam Haarlem Dordrecht Weesp Zevenaar Schiedam Zaanstad Echten (Fr) Spakenburg Maar hoe zit het
Nadere informatieFUGRO Archiefonderzoek Parkeergarage Willibrordus te Amsterdam
FUGRO Archiefonderzoek Parkeergarage Willibrordus te Amsterdam Project Nr.: 1116-0129-000 Versie: 1 Datum: 13 januari 2017 Opdrachtgever Gemeente Amsterdam Ingenieursbureau Postbus 12693 1100 AR Amsterdam
Nadere informatieResultaten grondonderzoek Woning aan de Lekdijk 42 te Nieuw-Lekkerland
Resultaten grondonderzoek Woning aan de Lekdijk 42 te Nieuw-Lekkerland Resultaten grondonderzoek Woning aan de Lekdijk 42 te Nieuw-Lekkerland ADCIM Geotechniek b.v. Rembrandtlaan 650 3362 AW Sliedrecht
Nadere informatie: Onderzoek verfschade van kookverf op houten gevelbekleding
Titel Oorspronkelijke titel Auteur Bron : Onderzoek verfschade van kookverf op houten gevelbekleding : Idem : Verf Advies Centrum : Intern rapport Inleiding De vuren gevelbekleding van een natuur- en milieucentrum
Nadere informatieBeproevingsrapport: Rapportcode: Datum: 18 april 2013
Beproevingsrapport: Toetsing van Voortman Hi Tee duo open werkplek, slingerverstelbaar aan de. Rapportcode: 12.0866-2 Datum: 18 april 2013 Rapportcode: 12.0866-2 Datum: 18 april 2013 Pagina: 2/9 SHR Het
Nadere informatieDoetinchem, 21 juli 2014
Doetinchem, 21 juli 2014 Deze notitie over het risico op verzakking van bebouwing als gevolg van de plannen is opgesteld in 2011. In de notitie wordt een verwachte grondwaterstandstijging in de bebouwde
Nadere informatieRapportcode: 9.269-Drentea Datum: 20 juli 2009
Titel: Toetsing van Drentea kantoortafel PRO-T aan de eisen t.a.v. afmetingen, veiligheid, Rapportcode: 9.269-Drentea Datum: 20 juli 2009 Rapportcode: 9.269-Drentea Datum: 20 juli 2009 Pagina: 2/9 SHR
Nadere informatieDefinitief ontwerp aanpassingen kademuur Sloterplas
Definitief ontwerp aanpassingen kademuur Sloterplas 23 juli 2014 Kenmerk R003-1215416EKT-V01 Verantwoording Titel Definitief ontwerp aanpassingen kademuur Sloterplas Opdrachtgever Gemeente Amsterdam,
Nadere informatieRapportcode: 10.223-4w Datum: 3 november 2010
Titel: Toetsing van Sedus bureaustoel YEAH aan de eisen t.a.v. afmetingen zoals gesteld in Rapportcode: 10.223-4w Datum: 3 november 2010 Rapportcode: 10.223-4w Datum: 3 november 2010 Pagina: 2/9 SHR Het
Nadere informatieKOMO productcertificaat
Geïnstalleerd in bouwwerk SKH Nieuwe Kanaal 9c, 6709 PA Wageningen Postbus 159, 6700 AD Wageningen Telefoon: (0317) 45 34 25 E-mail: mail@skh.nl Website: http://www.skh.nl MET GLASVEZELWAPENING VERSTERKT
Nadere informatieGemeente Hilvarenbeek Ingekomen:
Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: 24-3-2017 Notitie: Motivering archeologie Motivering aspect archeologie bij aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een nieuw horecagebouw op de locatie Goirlesedijk
Nadere informatieF3O richtlijn. Bureaustudie (bijlagen 4 en 6) bouweenheid Rakstraat 9-23 bouwkundig bouwjaar: 1910
onderdeel overzicht resultaten funderingsonderzoek bouweenheid 029 beoordeling cfm F3O richtlijn Bureaustudie (bijlagen 4 en 6) bouweenheid Rakstraat 9-23 bouwkundig bouwjaar: 1910 originele bouwtekeningen:
Nadere informatieBepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)
Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Gegevens opdrachtgever: Kellerberg Bosgoed B.V. Helenaveenseweg 45 5985 NL Grashoek 0493-536068 Contactpersoon: De heer
Nadere informatie