Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 17e jrg 1999, no. 4 (pp )

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 17e jrg 1999, no. 4 (pp. 220-236)"

Transcriptie

1 Auteur(s): H. van Holstein, E. Koes Titel: Beperking van het onderste spronggewricht en knieklachten Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander niet-commercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:

2 BEPERKING VAN HET ONDERSTE SPRONG GEWRICHT EN KNIEKLACHTEN Henk van Holstein Eric Koes Henk van Holstein. Fysiotherapeut, Particuliere Praktijk, Warmond Eric Koes, Fvsiotherapeut, Particuliere Praktijk, Den Haag. Inleiding In het kader van de verplichte nascholing fysiotherapeuten van het kwa\iteitsprogramma van de KNGF is door een van ons de cursus 'Methodisch Handelen' gevolgd. In het moduul 'methodisch handelen' wordt bij het onderdeel 'Diagnostiek in de fysiotherapie' gevraagd welke strategie er gehanteerd moet worden bij het oplossen van het probleem zoals beschreven in een meegebrachte casus. Het toepassen van een strategie betekent, dat volgens een bepaald plan en een bepaalde werkwijze naar een doel wordt toe gewerkt (het oplossen van het probleem). Er worden vier strategieën beschreven (1). 1. de verzamelinethode 2. de hypothetico-deductieve benadering 3. de patroon herkenning 4. het algoritme of de beslisboom Zonder nu uitvoerig op de verschillen in te gaan, werd gedurende de uitwerking van de opdracht duidelijk dat de keuze voor een bepaalde strategie voornamelijk wordt bepaald door de kennis van het ziektebeeld, gecombineerd met opvattingen over hoe een klacht kan ontstaan. Het werd pijnlijk duidelijk, dat indien u geen idee heeft over hoe en waarom een klacht ontstaat u niets kunt oplossen en bij voorbaat veroordeeld bent tot de tijdrovende en inefficiënte 'verzamelmethode' waarbij u alle gegevens verzamelt, groepeert en analyseert. Binnen de 'huidige' fysiotherapie wordt uitgegaan van het medische model, waarin de 'vormafwijking' centraal staat bij zowel de diagnostiek als de behandeling. De denkwijze is patho-morfologisch: men gaat op zoek naar structuren die aangedaan zijn en de klacht kunnen 'verklaren' Een chondromalacie bijvoorbeeld is dan het gevolg van 'slijtage' van het kraakbeen op de patella. De artikelen in dit tijdschrift zijn geschreven vanuit een patho-functionele gedachtegang. De vormverandering is tot stand gekomen door een veranderde functie. Met betrekking tot het voorbeeld zou de vraag dan zijn: welke primaire functieverandering past bij het ontstaan van kraakbeenveranderingen op de patella? U begrijpt nu ook dat uitgaande van deze opvatting de anamnese en het onderzoek zeer gericht en altijd afgestemd moeten zijn op de vraag: waar zit het functie probleem? In dit artikel wordt naar aanleiding van een praktijkvoorbeeld duidelijk dat het oplossen van het probleem volgens de eerste zienswijze geen resultaat kent. Sterker nog, de onderzoeksresultaten zijn niet of slechts gedeeltelijk met elkaar in verband te brengen en daardoor moeilijk te interpreteren. Door aantoonbaar te maken dat de knieklachten ontstaan door een functieprobleem elders in het lichaam, proberen wij u te overtuigen van de waarde van de tweede zienswijze. Probleemstelling Het praktijkvoorbeeld betreft een patiënt die werd doorverwezen met de diagnose chondromalacie patellae van de linker knie. De klacht bestaat al ruim een jaar en is sluipend ontstaan. Betrokkene heeft twee maal fysiotherapie gehad bij wisselende therapeuten zonder resultaat. Uit de anamnese en het onderzoek kwamen de volgende relevante gegevens: - De klacht bestaat uit pijn aan het strekapparaat ventraal van de patella en mediaal ter hoogte van de gewrichtspleet. - De pijn is te provoceren bij traplopen met name trap af, fietsen, hardlopen, aanzetten, en bij het uitoefenen van sport (hockey) waarmee hij nu gestopt is.

3 - Twee en een half jaar geleden heeft hij zijn linker enkel fors verstuikt en vervolgens deze een tijdlang moeten ontzien. - Op een drukpijnlijk kapsel en bandapparaat na, vertoont het kniegewricht geen afwijkingen. - Uit het passief bewegingsonderzoek van de aangrenzende gewrichten blijkt dat er sprake is van een beperkt beweeglijk onderste spronggewricht. - Bij inspectie in stand zijn er drie zaken die opvallen: Figuur 1. Inspectie in stand, de linker knie is licht geflecteerd. 1. bij het staan is de linker knie steeds gebogen (figuur 1 ; om redenen van privacy zijn de bewegingen van de patiënt nagebootst door een van de auteurs). Indien gevraagd wordt deze knie te strekken heeft hij moeite met het handhaven van het evenwicht. 2. het strekken van de lumbale wervelkolom in stand is nagenoeg onmogelijk, terwijl deze mobiliteit in zit in voldoende mate aanwezig is (figuur 2). Figuur 2. a. Maximale strekking lumbale wervelkolom in de rechtopstaande houding. b. Uitgangshouding in zit voor test strekking lumbale wervelkolom. c. De strekking van de lumbale wervelkolom in zit is aanzienlijk verder mogelijk dan in stand. 3. bij het naar voren brengen van het lichaamsgewicht in stand met gestrekte knieën, komt de linker hiel van de grond (figuur 3).

4 Figuur 3. a. Verplaatsing van het lichaams gewicht naar voren, de linker hiel komt hierbij los van de grond. b. Detail opname van de linker hiel. Daar in de patho-functioneel-morfologische benaderingswijze er een functieprobleem ten grondslag moet liggen aan de klachten en uit het onderzoek alleen een beperkt beweeglijk onderste spronggewricht gevonden is, moet de probleemstelling zijn: Kan een functieprobleem in de enkel knieklachten veroorzaken? De bij de inspectie in stand gevonden bijzonderheden zijn compensaties van het functieprobleem en moeten verklaard kunnen worden als men de klacht begrijpt. Beperking van het enkelgewricht en de invloed op de inspectie in stand Een bijzonderheid welke bij de inspectie in stand gevonden werd, was de beperkte strekking van de lumbale wervelkolom zoals figuur 2a. laat zien. Op zichzelf is dit niet vreemd. Het roept echter vragen op als vanuit een neutrale uitgangshouding in zit (figuur 2b) wel een extensie gemaakt kan worden met een uitslag zoals figuur 2c deze laat zien. Een meer dan voldoende strekking van de lumbale wervelkolom. Hoe valt dit te verklaren? Figuur 4a toont de projectie van de zwaartelijn in de rechtopstaande houding. De zwaartelijn loopt iets ventraal van de gewrichts-as van de enkel en dorsaal van het metatarsophalangeale gewricht. Figuur 4b toont eveneens een projectie van het zwaartepunt alleen nu bij maximale extensie van de lumbale wervelkolom. Door het naar voren brengen van de heupen (via een dorsaalflexie in beide enkelgewrichten) en het tegelijkertijd naar achter brengen van de romp projecteert het lichaamszwaartepunt min of meer op dezelfde plek. In het geval van de hier beschreven patiënt gebeurt er echter iets heel anders. De strekking van de lumbale wervelkolom gaat hier gepaard met een dorsaalwaartse verplaatsing van het lichaamzwaartepunt zoals figuur 4c laat zien. De projectie van het lichaamszwaartepunt dreigt nu buiten het steunvlak te vallen waardoor de persoon het evenwicht dreigt te verliezen. Dit probleem ontstaat door het onvermogen een dorsaal flexie uit te voeren.

5 Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 17e jrg 1999, no. 4 (pp ) Figuur 4. a. Projectie van de zwaartelijn in rechtop rechtopopstaande houding. b. Projectie van de zwaartelijn bij strekking van de lumbale wervelkolom in een ongeongestoorde stoorde situatie. c. Projectie van de zwaartelijn bij strekking van de lumbale wewelkolom wewelkolom in gestoorde situatie. U kunt dit zelf nagaan door met de bovenbenen tegen een tafel aan te gaan staan, het naar voren verplaatsen van massa (ter compensatie van de extensie van de romp) wordt hiermee voorkomen (figuur 5). Een extensie in de lumbale wervelkolom zal direct leiden tot het buiten het steunvlak vallen van het lichaamszwaartepunt. Onder deze omstandigheden is de test dan ook niet representatief voor het meten van de streklenigheid van de lumbale wervelkolom. Figuur 5. a. Uitgangshouding waarbij de bovenbebovenbenen gesteund tegen de tafel het naar vovoren gaan van het lichaamsgewicht voorvoorkomen. b. Strekking van de lumbale wervelkolom is niet goed mogelijk de persoon dreigt z'n evenwicht te verliezen.

6 Het niet naar voren kunnen brengen van het bekken is gelegen in een beperkte dorsaalflexie mogelijkheid van de linker enkel. Dit is opmerkelijk daar uit het passief bewegingsonderzoek wel een beperkt beweeglijk onderste spronggewricht maar geen dorsaalflexie beperking gevonden werd. Bovenstaand probleem, maar dan omgekeerd, doet zich ook voor bij het tillen van lasten met gestrekte knieën. Om niet voorover te vallen gedurende het tillen moet u massa naar achter verplaatsen, hiervoor moet u een plantairflexie beweging in de enkels maken. Bij een beperking van dit gewricht in deze richting is het tillen van lasten op deze wijze niet goed mogelijk, u zult naar voren toe omvallen. Daar het hier handelt om knieklachten is het mogelijk dat u het niet direct relevant vindt om naar de extensie beweging in stand en zit te vragen. Als u dit wel doet is het gegeven waarschijnlijk moeilijk te interpreteren. U zult eerder denken aan een beperkte strekmogelijkheid van de heupen en wervelkolom. Waaruit bestaat de dorsaalflexie van de d enkel in stand? Om in stand het evenwicht te kunnen bewaren moet het lichaamszwaartepunt binnen het steunvlak blijven. In bovenstaand voorbeeld gebeurt dit door een vooroverkanteling van de tibia ten opzichte van de voet (dorsaalflexie) (figuur 4c). Indien er geen voorwaarden gesteld worden aan de uitvoering, zal deze voorover kanteling volledig plaatsvinden in het bovenste spronggewricht (3). Vraagt u echter de persoon het gewicht naar voren te verplaatsen met gestrekte knieën en de voeten recht vooruit dan compliceert dit de zaak aanzienlijk. In dat geval namelijk kan dit alleen gebeuren met behulp van een beweging in een tweede articulatie, namelijk die van het onderste spronggewricht. De reden hiervoor ligt in het gegeven dat de rotatie-as van het bovenste spronggewricht niet zuiver frontaal verloopt. Figuur 6 toont de compromis assen van het bovenste (1) en van het onderste spronggewricht (2). Beide rotatie assen verlopen van craniaal/ mediaal/ventraal naar caudaal/lateraal/dorsaal, waarbij de as voor het onderste spronggewricht veel steiler verloopt (2). Beide gewrichten hebben slechts één vrijheidsgraad van bewegen, wat zoveel betekent als dat de botstukken op slechts één enkele wijze ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. U kunt zich dit het beste voorstellen aan de hand van een scharniergewricht. Figuur Principiële as richting van het bovenste spronggewricht. gewricht. 2. Principiële as richting van het onderste spronggewricht. gewricht. Door het verloop van de rotatie as in het bovenste spronggewricht vinden de plantair en dorsaalflexie niet in een zuiver sagittaal vlak plaats. De dorsaalflexie beweging gaat gepaard met een lichte exorotatie en abductie van de voet ten opzichte van het onderbeen, tijdens plantairflexie vindt omgekeerd tevens enige endorotatie en adductie van de voet plaats. Indien de voet als vast wordt verondersteld en er nu in het bovenste spronggewricht een dorsaalflexie beweging uitgevoerd wordt, dan moet de tibia ten opzichte van de voet vooroverkantelen, endoroteren en abduceren.

7 In figuur 7a wordt de as van het bovenste spronggewricht opnieuw getoond. De tibia roteert om de scheve as van het bovenste spronggewricht. De bewegingscombinatie die hierbij optreedt kan worden herleid door de bewegingsas te ontbinden. In figuur 7b wordt de scheve as ontbonden in zijn descriptief anatomische componenten. Figuur 7. a. De tibia kantelt ten opzichte van de voet voorover om een as in het bovenste spronggewricht. b. De bewegingsas kan worden ontbonden in de volgende descrip criptief anatomische componenten; vooroverkanteling, endorota tatie, tie, en abductie. Deze abductie component is moeilijk voor te stellen. Dit is het gevolg van de afspraak in de anatomie dat de beweging van het onderste element altijd ten opzichte van het bovenste element beschreven wordt. De tijdens de dorsaalflexie optredende abductiecomponent leidt tot een verandering van de hoek tussen de voet en de tibia in het frontale vlak, de beide onderbenen bewegen ten gevolge van de scheve enkel-assen uit elkaar. Indien de knieën hierbij gestrekt blijven zouden de femora deze kanteling moeten volgen. Dit zou leiden tot ondenkbare standsveranderingen van het been ten opzichte van het bekken zoals met behulp van figuur 8 zal worden verduidelijkt. Figuur 8 toont de beginsituatie in rechtopstaande houding, waarbij de knieën en heupen gestrekt zijn bij bewegen om (scheve) assen door het bovenste spronggewricht. Figuur 8b laat zien wat er zou gebeuren, indien alleen om deze assen bewogen wordt. De femora worden gedwongen naar lateraal, ventraal te bewegen, dus van het bekken af, een bepaald niet alledaags verschijnsel. Om dit verschijnsel te neutraliseren en toch te kunnen dorsaal-flecteren moeter ergens in de keten tegengesteld bewogen worden.

8 Figuur 8. a. Beginsituatie rechtop opstaan staan- de houding, het hele lichaam kantelt ten opzichte van de voet om een 'scheve' as door het bovenste spronggewricht. gewricht. b. Indien heupen en knieën gestrekt worden gehouden, worden de femora gedwongen naar lateraallventraal te bewe- gen. Dit kan, indien de eis dat de knieën gestrekt moeten blijven zou vervallen, natuurlijk plaatsvinden in het kniegewricht (via flexie en exorotatie van het femur ten opzichte van de tibia) (figuur 9). Met gestrekte knieën worden onder normale omstandigheden tijdens het dorsaal flecteren zodanige bewegingen in het onderste spronggewricht uitgevoerd dat de resulterende kanteling van de benen zich in het sagittale vlak voltrekt. Bewegen in de enkel om een frontale as De bewegingen om de as in het onderste spronggewricht worden inversie en eversie of (afhankelijk van het boek dat u raadpleegt) pro- en supinatie genoemd. Zoals hiervoor al werd opgemerkt verloopt de compromis as van het onderste spronggewricht steiler dan die van het bovenste spronggewricht. De componenten die ontstaan bij ontbinding van de as zijn echter dezelfde die eerder bij de ontbinding van de as van het bovenste spronggewricht genoemd werden.

9 Figuur 9. Door de knieën te buigen en vervolgens de femora te flecteren en te exoroteren is dorsaalflexie rnogelijk waarbij het naar lateraal ventraal bewegen van de femora wordt geneutraliseerd. Bewegen in de 'en- kel' om een frontale as. Ten gevolge van het steilere verloop bestaat er echter een geheel andere verhouding tussen deze componenten. Inversie is een combinatie van endorotatie/adductie en een geringe plantairflexie van de voet ten opzichte van het onderbeen. Eversie is een combinatie van exorotatie/abductie en een lichte dorsaalflexie van de voet ten opzichte van het onderbeen. Indien de voet ook hier weer als 'vast' wordt verondersteld en er nu in het onderste sprongggewricht een inversie beweging wordt uitgevoerd dan moet de tibia ten opzichte van de voet exoroteren, adduceren, en iets achteroverkantelen. Door het steile verloop van de rotatie as in het onderste spronggewricht worden de abductie, en de endorotatie van de tibia ten gevolge van de dorsaalflexie in het bovenste spronggewricht gecompenseerd door de adductie en endorotatie beweging van de inversie in het onderste spronggewricht. Het netto resultaat van deze gecombineerde kantelingen is een vooroverkanteling van de tibia ten opzichte van de voet in het sagittale vlak. Met behulp van figuur 10 wordt het bovenstaande verduidelijkt. Bewegingen van het been in een sagittaal vlak, zijn alleen mogelijk indien er om een frontale as bewogen kan worden. Aangezien de bewegingsassen in geen van de beide enkelgewrichten zuiver frontaal staan, moet de optelsom van de afzonderlijke bewegingen om beide assen leiden tot een as die wel frontaal gericht is. De mate waarin dit lukt is afhankelijk van de verhouding waarin de beide rotatieassen ten opzichte van elkaar staan. In figuur 10 wordt de projectie van de beide enkelassen in het transversale vlak getoond. As 1 is de projectie van de as van het bovenste spronggewricht, as 2 geeft de richting van de in- en eversie as in het onderste spronggewricht weer. Door het uitvoeren van een gecombineerde kanteling om deze twee assen kan een frontaal liggende resultante worden gecreëerd (as 3).

10 Figuur 10. Met behulp van de parallellogramregel wordt aan de hand van de bovenste en onderste rotatie assen een frontale as vastgesteld. 1. bovenste spronggewricht as 2. onderste spronggewricht as 3. samengestelde frontale as. De twee rotaties worden hierbij met behulp van de parallellogramregel samengesteld tot een frontale as. Bij deze analyse wordt voorbijgegaan aan de longitudinale componenten van beide assen. Een resulterende longitudinale component heeft echter slechts een rotatie van de tibia om zijn lengte-as tot gevolg hetgeen ook bij gestrekte knieën eenvoudig in de heupgewrichten kan worden gecompenseerd. De gevolgen van een beperkt beweeglijk onderste spronggewricht De gevolgen van een beperkt beweeglijk onderste spronggewricht heeft al vaker centraal gestaan in dit tijdschrift bijvoorbeeld bij het ontstaan van het inversie trauma van de enkel (4). Uit bovenstaande analyse wordt duidelijk dat de bijdrage van het onderste spronggewricht in de vorm van een inversie-beweging bij het in een sagittaal vlak naar voren verplaatsen van het lichaamszwaartepunt in stand essentieel is. Een beperking van dit gewricht geeft een afname van de dorsaalflexie te zien. De consequenties van deze beperking voor het innemen van een houding zijn zo dwingend dat dit terug te vinden is in de stand van de knie (figuur 1). Zodra namelijk de knie wordt gestrekt moet er om het evenwicht te bewaren gedorsaalflecteerd worden in de enkels om een frontale as. Dit nu is door de inversie beperking onmogelijk. Door nu de knie te flecteren wordt de mogenjkheid gecreëerd om een dorsaalflexie uit te voeren om de scheve as van het bovenste spronggewricht aan die zijde. De hierbij optredende abductie van de tibia leidt nu niet automatisch tot een gelijke kanteling van het femur, maar kan via een exorotatie van het femur ten opzichte van de tibia in het kniegewricht worden gecompenseerd. Verstoring van het evenwicht kan op deze wijze beter worden opgevangen. De derde waarneming in stand, dat bij het naar voren brengen van het lichaamsgewicht de linker hiel direct van de grond komt (figuur 3), is als volgt te verklaren. Gevraagd werd het lichaamsgewicht in het sagittale vlak met gestrekte knieën naar voren te verplaatsen. De benodigde dorsaalflexie is in de linker enkel niet te verwezenlijken. Om de voorwaartse verplaatsing toch te bewerkstelligen en het evenwicht te bewaren, dorsaalflecteert de persoon in het rechter enkelgewricht. Links kan deze vooroverkanteling van het lichaam niet in het enkelcomplex worden uitgevoerd en kantelt betrokkene het been over de teengewrichten voorover. Hierbij komt uiteraard de hiel van de grond. Maar een beperkt beweeglijk onderste spronggewricht heeft niet alleen consequenties voor de hierboven beschreven mechanismen. Door een bijzonde-

11 re kinematische koppeling tussen onderbeen en voet heeft de beperking direct gevolgen voor het ongestoord bewegen van de knie. Bewegingskoppeling g tussen voet en onderbeen De koppeling tussen onderbeen en voet is voor wat betreft de anatomie, het tarsale mechanisme, alsmede de kinematica zeer uitvoerig besproken in een eerder nummer van dit tijdschrift (4). Vandaar dat wij hier volstaan met de beschrijving van de bewegingskoppeling voor zover deze relevant is voor ons praktijkvoorbeeld. Figuur 11a toont de proefpersoon die het linker been belast. De voet staat recht naar voren en op de patella is een markeerpijltje geplakt dat naar ventraal en naar mediaal wijst. Figuur 11b laat de stand van het pijltje zien nadat een maximale inversie van de voet is gemaakt. Het pijltje wijst nu naar lateraal. Doordat de knie gestrekt is betekent dit dat door de inversie van de voet er een exorotatie heeft plaatsgevonden in het gehele been. Figuur 11. a. Gekoppelde rotatie tussen onderbeen en voet (uitgangshouding). b. Positie na maximale inversie. De tibia is geexoroteerd. Andersom geldt het ook; zonder exorotatie van het been blijkt het onmogelijk de voet in inversie te brengen. Deze koppeling werd reeds in de jaren zestig beschreven door Prof. Huson (5). De koppeling tussen inversie en rotatie van het been werd door hem ook wel aangeduid als het rotatieabsorberende vermogen van de voet. Een rotatie van het been hoeft niet direct te leiden tot een rotatie van de voet over de vloer, maar kan gedeeltelijk in de voet worden geabsorbeerd. Storingen van dit mechanisme kunnen leiden tot knieklachten zoals in het onderstaande voorbeeld wordt uitgelegd. Exorotatie van het been over een stilstaande voet treedt in diverse situaties op zoals bij het in stand omkijken, het zijwaarts verplaatsen van lasten, het wegschieten van de bal en in ons voorbeeld het pushen van de bal bij hockey. Stelt u zich het volgende voor: de proefpersoon heeft de hockeystick rechtshandig vast en wil de bal over links wegslaan. We gaan uit van een linker been dat in de knie gebogen is. Bij het slaan van de bal roteren in eerste instantie bovenlichaam en bekken linksom ten opzichte van het linker been. Hierbij wordt er in de linkerheup geëndoroteerd. Zo gauw de endorotatiemogelijkheid in de heup op is wordt het bovenbeen 'en bloc' meegenomen in de linksom-rotatie van het bekken. De rotatie beweging van het bovenlichaam en het bovenbeen vindt nu plaats in het (gebogen) kniegewricht. Na het

12 bereiken van de grens van de rotatiemogelijkheid van het kniegewricht gaat ook de tibia mee exoroteren ten opzichte van de voet, hierbij kantelt de voet in inversie via de gekoppelde tarsale beweging. Bij een beperkt beweeglijk onderste spronggewricht is een inversie niet mogelijk. Daarmee vervalt een deel van het (rotatie) bewegingstraject wat nodig is om de push-beweging goed te kunnen maken. Figuur 12a toont de situatie waarin het bovenlichaam linksom roteert ten opzichte van een stilstaande linker voet in een ongestoorde toestand. De detailopname (figuur 12b.) laat de benodigde inversie van de linker voet goed zien. Figuur 12. a. Rotatiemogelijkheid van de romp bij ongestoorde inversie. b. Detailopname van de voet in inversie en het geroteerrle onderbeen. Door de romp en het bekken in dezelfde stand te houden en vervolgens alleen in het onderste spronggewricht terug te roteren (figuur 13) is goed te zien hoe groot de bijdrage van het onderste spronggewricht is aan de totale rotatiebeweging. Zoals men zelf uit de vergelijking van figuur 12 en 13 kan vaststellen, levert een beperking in het onderste spronggewricht een forse beperking van de bewegings uitslag op. De rotatie van het lichaam is nu over een beperkter traject mogelijk. Het krachtenspel op de knie verandert hierdoor aanzienlijk. Onder ongestoorde omstandigheden roteert na het bereiken van de eindstand (voor wat betreft de rotatie van het femur) de tibia mee. De optredende spanningen in het bandapparaat van de knie lopen daarom nooit hoog op. Indien de tibia niet mee kan roteren (ten gevolge van de inversie beperking) zou de rotatie van het onderbeen nog plaats kunnen vinden indien de voet ten opzichte van de onderlaag gemakkelijk zou kunnen draaien. Bij noppenschoenen is dat echter niet het geval. De exorotatie van het femur in het kniegewrich komt nu abrupt tot een einde. De kans op verstuiking van de kniebanden stijgt daarmee aanzienlijk. Met name de mediale band komt onder spanning te staan en niet zelden zijn rupturen het gevolg.

13 Figuur 13. a. Rotatiemogelijkheid van de romp bij een gestoorde inversie. b. Detailopname van de voet en het niet geroteerrle onderbeen. Klinische ische relevantie Indien u zich bij het oplossen van de vraag; "waardoor zijn de knieklachten onstaan" laat leiden door een patho-morfologische gedachtengang zou u waarschijnlijk minder snel het verband hebben gelegd tussen de gevonden beperking in het onderste spronggewricht en de klachten aan de knie. Immers in deze gedachte bent u op zoek naar structuren die de klacht kunnen verklaren. Natuurlijk vindt u dezelfde bijzonderheden bij de inspectie in stand, de gevoelige palpaties of de beperkingen uit het passief onderzoek. Alleen wat moet u ermee? De knie zelf, vertoont op een gevoelig kapsel en bandapparaat na geen afwijkingen. Op het reduceren van de pijn na kunt u niets voor de patient doen! Uitgaande van de patho-functioneel-morfologische benaderingswijze staan de gevonden gegevens uit uw onderzoek niet op zichzelf. U bent op zoek naar het functieprobleem dat ten grondslag moet liggen aan de klacht. Dit functieprobleem kan in de knie, maar evenzo heel ergens anders liggen. De eerdere verstuiking uit de anamnese en de gevonden beperking van het onderste spronggewricht passen bij elkaar, evenals de bijzonderheden bij de inspectie in stand zijn te verklaren als compensaties voor het functieprobleem. In dit kader is het goed zich te realiseren dat een patiënt zich altijd presenteert met zijn/haar klacht en de bijbehorende compensatie(s). De bewegingskoppeling tussen onderbeen en voet of andersom is een mooi voorbeeld van hoe een functieprobleem in het ene gewricht een klacht in het andere gewricht kan veroorzaken. Tegelijkertijd wordt hiermee ook duidelijk gemaakt dat bij het onderzoek naar klachten aan de knie altijd een onderzoek van het enkelgewricht hoort en zeker ook van het onderste spronggewricht. Een ander relevant gegeven voor de praktijk is dat bij inspectie in stand de patiënt met gestrekte knieën niet kan dorsaalflecteren in de enkel, dit kan wijzen op onderste spronggewricht-problematiek. Indien de test zorgvuldig wordt uitgevoerd (in het sagittale vlak en om een frontale as) zou het gebruikt kunnen worden als een alternatieve test voor in-

14 versie problematiek. Bij de uitvoering van de test vergelijkt u links met rechts en let u op het loskomen van een van de hielen van de grond De kant waar dit gebeurt is dan beperkt in het onderste spronggewricht. De uitkomst van de test moet natuurlijk wel afgezet worden tegen eventuele andere bestaande problematiek. De test is dan ook meer een aanvulling op andere testen voor onderste spronggewricht problematiek. Tenslotte, na de presentatie van dit praktijkvoorbeeld, nog het resultaat van de behandeling. De behandeling bestond uit mobilisatie van het beperkt beweeglijk onderste spronggewricht (7) met als doel herstel van de lenigheid van het enkelgewricht. Na vier maal te zijn behandeld was hij klachtenvrij en weer in staat tot sporten. LITERATUUR 1. Hagenaars L., Schmitt M., Vroegindeweij D. Moduul Methodisch Handelen. Kwaliteits thema binnen het landelijke bij en nascholingsprogramma voor Fysiotherapeuten jan (1999) 2. Huson A. Een ontleedkundig functioneel onderzoek van de voetwortel. (diss.) Rijks Universiteit Leih en ( 1961 ) 3. Langelaan E. van A kinematic analysis of the tarsal joints (diss.) Rijks Universiteit Leiden (1983) 4. Lagerberg A. Hurken en knierotatie. Versus, tijdschrift ift voor Fysiotherapie,17e jrg.(1999) no.1, pp.21 t/m Meer P. van der., Holstein H. van. Mobiliseren van het onderste spronggewricht Versus, tijdschrift voor Fysiotherapie,16e jrg.(1998) no.2, pp.63 t/m Riezebos C., Lagerberg A. Inversietrauma van de enkel: onstaansmechanismen, risicofactoren en preventie. Versus, tijdschrift voor Fysiotherapie, 16e jrg.(1998) no.1. pp

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg. 2002, no. 4 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: Omdraaien (1) Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 219-232 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Iliumkanteling tijdens het gaan Jaargang: 2001 Jaartal: 19 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 149-160 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): P. van der Meer Titel: Schijnbewegingen in de enkel Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63 74

Auteur(s): P. van der Meer Titel: Schijnbewegingen in de enkel Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63 74 Auteur(s): P. van der Meer Titel: Schijnbewegingen in de enkel Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63 74 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16e jrg 1998, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16e jrg 1998, no. 2 (pp ) Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Mobiliseren van het onderste spronggewricht Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63-74 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16 e jrg 1998, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16 e jrg 1998, no. 2 (pp ) Auteur(s): Frank van de Beld Titel: De frozen hip Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 97-103 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15

Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C Titel: Ganganalyse van een poliopatiënt Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322) Auteur(s): Titel: A. Lagerberg De beperkte schouder. Functie-analyse van het art. humeri met behulp van een röntgenfoto Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze

Nadere informatie

VERSUS, Tijdschrift voor fysiotherapie, 20e jaargang 2002, no.1(3-17)

VERSUS, Tijdschrift voor fysiotherapie, 20e jaargang 2002, no.1(3-17) Auteur(s): Henk van Holstein; Paul van der Meer Titel: Mobiliteit en Mobilisatie van het Art. Acromioclavicularis Jaargang:20 Jaartal:2002 Nummer:1 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: De scheve wervel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 299-307 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no. 1 (pp. 10-33)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no. 1 (pp. 10-33) Auteur(s): A. Lagerberg Titel: De afwikkeling van de voet Jaargang: 21 Jaartal: 2003 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 10-33 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 203-217 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184

Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009

Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Auteur(s): F. van de Beld Titel: Bekkenkanteling in het frontale vlak als huiswerkoefening Jaargang: 27 Maand: april Jaartal: 2009 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: Bekkenmobiliteit in zit Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: Bekkenmobiliteit in zit Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: Bekkenmobiliteit in zit Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 156-169 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20 e jrg 2002, no. 6 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Bewegen is relatief Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor

Nadere informatie

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift

Nadere informatie

Auteur(s): R. v.d. Meer Titel: De omdraaiplastiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): R. v.d. Meer Titel: De omdraaiplastiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): R. v.d. Meer Titel: De omdraaiplastiek Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 171-182 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: Over pronatie en overpronatie Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: Over pronatie en overpronatie Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: Over pronatie en overpronatie Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Paraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 5 Doorbewegen door een hulppersoon 11 Colofon 20 Inleiding In deze brochure laten we de

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp ) Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Achterste benadering

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Achterste benadering Revalidatie nieuwe heupoperatie Achterste benadering Afdeling fysiotherapie Datum: januari 2014 2 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Revalidatie 4 3 Thuissituatie 5 4 Anatomie 6 5 Operatietechniek 7 6 Leefregels achterste

Nadere informatie

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Zitten en beenkruisen Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 165-175 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie Het doorbewegen bij een dwarslaesie Tetraplegie Inhoud Inleiding 3 Algemene opmerkingen 3 Zelfstandig doorbewegen 4 Doorbewegen door een hulppersoon 9 De Sint Maartenskliniek 24 Colofon 24 Inleiding In

Nadere informatie

Waarom meten Podologen zoveel?

Waarom meten Podologen zoveel? Waarom meten Podologen zoveel? Borgions Paul MsC Pod Secretaris Belgische Vereniging der podologen Podoloog Podologisch Centrum Rotselaar (met focus naar Topsporters en kinderen) Biomechanicus voor KRC

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Auteur(s): Lagerberg A. Titel: Voetreactiekrachten op de statafel Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-21 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp ) Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het meten van de bekkenrotatie tijdens het gaan op een tapis roulant Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 291-297 Deze online uitgave mag,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp. 183-205)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp. 183-205) Auteur(s): C. Riezebos Titel: De slotrotatie van de knie: mechanisme en mobilisatie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 183-205 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Voorste benadering

Revalidatie nieuwe heupoperatie. Voorste benadering Revalidatie nieuwe heupoperatie Voorste benadering Afdeling: fysiotherapie Datum: januari 2014 2 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Revalidatie 4 3 Thuissituatie 5 4 Anatomie 6 5 Operatietechniek 7 6 Leefregels voorwaartse

Nadere informatie

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE 2016 FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15 WERKING KNIEGEWRICHT (beschouwingen uit de literatuur) PATELLA: - beschermt kniegewricht - is katrol voor pees

Nadere informatie

Auteur(s): E. Koes Titel: De schouderhoogstand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): E. Koes Titel: De schouderhoogstand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): E. Koes Titel: De schouderhoogstand Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 100-113 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden

Nadere informatie

Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15

Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15 Auteur(s): J. Vuurmans Titel: Hoe stijf is een stijve rug? Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 5-15 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20e jrg 2002, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 20e jrg 2002, no. 6 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos Titel: Beweging, beperking en mobilisatie van het patellofemorale gewricht Jaargang: 20 Jaartal: 2002 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 340-361 Deze online uitgave mag, onder

Nadere informatie

ISPO JAAR CONGRES 2011. Biomechanica en vervaardiging enkel voet orthese bij Cerebrale Parese

ISPO JAAR CONGRES 2011. Biomechanica en vervaardiging enkel voet orthese bij Cerebrale Parese ISPO JAAR CONGRES 2011 Biomechanica en vervaardiging enkel voet orthese bij Cerebrale Parese Lichamelijk onderzoek Gangbeeld analyse, MRI, röntgen Algemene lichamelijke conditie Mobiliteit van heup,knie,en

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. 1. Wat is de diafyse van een pijpbeen? A. Het uiteinde van een pijpbeen. B. Het middenstuk van een pijpbeen. C. De groeischijf. 2. Waar bevindt zich de pink, ten

Nadere informatie

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei 2008. Opgesteld door: Henny Leentvaar Henny Leentvaar (Sport)Massage Functie testen Datum: 14 mei 2008 Opgesteld door: Henny Leentvaar Functie testen Voordat kan worden overgegaan tot tapen of bandageren van een aangedane spier en/of gewricht

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,14e jrg 1996, no.5 (pp ) Auteur(s): Lagerberg A, Riezebos C. Titel: Heupmobiliteit, Beenlengte en Lichaamshouding Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 250-264 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg. 2006, no 1. (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg. 2006, no 1. (pp ) Auteur(s): R.J. Gebuis, P. van den Hoogen Titel: Ontwerp van een enkel_voet orthese: een andere benadering Jaargang: 24 Jaartal: 2006 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 7-15 7 Deze online uitgave

Nadere informatie

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 238-256 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies Instructie Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H. 1985 3 Scoring De therapeut scoort ieder motorische vaardigheid op een schaal van o tot 6. De test moet in een rustige ruimte worden uitgevoerd. De patiënt

Nadere informatie

Het partieel immobiliserende verband van de knie.

Het partieel immobiliserende verband van de knie. Het partieel immobiliserende verband van de knie. De knie is een gecompliceerd gewricht. - Het heeft een ingewikkeld meervoudig bandsysteem. - Het bestaat uit niet congruente gewrichtsvlakken - Het heeft

Nadere informatie

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 134-149 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,

Nadere informatie

Auteur(s): C. Riezebos Titel: De beenprothese en de voetstand Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 29-43

Auteur(s): C. Riezebos Titel: De beenprothese en de voetstand Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 29-43 Auteur(s): C. Riezebos Titel: De beenprothese en de voetstand Jaargang: 6 Jaartal: 1988 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 29-43 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 10e jrg 1992, no. 1 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 10e jrg 1992, no. 1 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, E. Koes, F. Krijgsman Titel: Kompensaties bij de beperkte heupextensie. Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer:1 Oorspronkelijke paginanummers: 24-51 Deze online uitgave

Nadere informatie

Fysio-/manueeltherapie van Gerven

Fysio-/manueeltherapie van Gerven Fysio-/manueeltherapie van Gerven Artrose Artrose is een chronische aandoening waarbij een degeneratie van het gewricht optreedt. Het gewrichtkraakbeen vermindert in kwaliteit; vergelijk het kraakbeen

Nadere informatie

Onstabiel gevoel Last bij stappen

Onstabiel gevoel Last bij stappen Naam: Datum: Leeftijd: 37 jaar Geslacht: M/V Beroep: bediende Adres: Telefoonnummer: / Hobby: joggen, zwemmen (totaal: 3u/week) Hoofdprobleem: Onstabiel gevoel en last ter hoogte van de rechter enkel Lichaamsdiagram

Nadere informatie

Wat is patello-femoraal pijnsyndroom?

Wat is patello-femoraal pijnsyndroom? Wat is patello-femoraal pijnsyndroom? Patellofemorale pijnklachten zijn klachten die waargenomen worden in en rond de knieschijf. Patella betekent knieschijf. Het komt op alle leeftijden voor, maar vooral

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16e jrg 1998, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 16e jrg 1998, no. 6 (pp ) Auteur(s): E. Koes, H. van Holstein Titel: Praktijk en toegepaste theorie van passief bewegingsonderzoek: exemplarisch toegepast op de abductie van de heup in flexie Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer:

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 2 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg, F. Krijgsman, C. Riezebos Titel: Lengtespanningstesten van polyarticulaire spieren Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 92-108 Deze online uitgave

Nadere informatie

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant.

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant. BUIKSPIEREN Klap beide knieën naar één kant. Beweeg de kin naar de borst en kom met de romp een klein stukje recht omhoog. Houd 4 tellen vast en ga langzaam weer terug. Bij nekklachten, nek ondersteunen

Nadere informatie

Uitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug

Uitgangshouding Uitvoering Aandachtspunten Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Houding Low load o o o Ruglig, benen opgetrokken Eén hand in lordose van de lage rug Kantel je bekken naar achter en vlak hierdoor je rug af Kantel je bekken naar voor en maak hierdoor je rug hol Enkel

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 1 (pp. 9 32)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 1 (pp. 9 32) Auteur(s): Lagerberg A., Lulofs R. Titel: Passieve bewegingskoppelingen tussen onderbeen en voet Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 9-32 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

I. BEWEGI GE E ASSE STELSELS

I. BEWEGI GE E ASSE STELSELS I. BEWEGI GE E ASSE STELSELS Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een lijn, een vlak

Nadere informatie

Oefeningen tegen Ischias en klachten van de tussenwervelschijven

Oefeningen tegen Ischias en klachten van de tussenwervelschijven Oefeningen tegen Ischias en klachten van de tussenwervelschijven Ischias is een vorm van zenuwpijn, beginnend in de heup en verdergaand langs de achterzijde van het been tot aan de voet, veroorzaakt door

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 8e jrg 1990, no. 3 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 8e jrg 1990, no. 3 (pp ) Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, F. Krijgsman, E. Koes Titel: Verzamelde reakties: enkeldistorsie: een rotatietrauma Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 160-170 Deze

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Scoliose: een instabiele wervelkolom Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 251-260 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: De plaats van de patella Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Lagerberg A. Titel: De plaats van de patella Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Lagerberg A. Titel: De plaats van de patella Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 232-245 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Verdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur

Verdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur Schoudersklachten: 1. Toelichting Deze verdiepingsmodule is gebaseerd op de NHG Standaard van oktober 2008 (tweede herziening). De anatomie van de schouder is globaal wel bekend bij de huisarts. Veelal

Nadere informatie

Auteur(s): H. Houdijk Titel: De tendinitis van de Achillespees Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Houdijk Titel: De tendinitis van de Achillespees Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Houdijk Titel: De tendinitis van de Achillespees Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 107-121 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23 e jrg 2005, no. 2 (pp. 103 119) Auteur(s): A.Lagerberg Titel: Mobiliteitsmetingen met behulp van digitale fotografie. Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 103-119 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 17e jrg 1999, no. 2 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 17e jrg 1999, no. 2 (pp ) Auteur(s): H. Faber, B. van der Zwaard Titel: Osteokinematica van het schoudercomplex bij elevatie van de arm Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 43-60 Deze online uitgave

Nadere informatie

www.fysionair.nl Info@Fysionair.nl Josya Sijmonsma Fysiotherapeut Oedeemtherapeut Kinesio Taping Instructeur / Medical Taping Specialist Specialisaties o.a. Manuele therapie Mulligan Myofeedback Neurologie

Nadere informatie

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren Vlak As Beweging Gym Frontaal Sagitale Ab-adductie Radslag Latero flexie Ulnair-radiaal deviatie Elevatie-depressie Sagitaal Frontale Flexie-extensie Salto Transversale Ante-retro flexie Dorsaal flexie

Nadere informatie

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding De Erasmus MC Modificatie van de (revised) Nottingham Sensory Assessment (EmNSA) 1 is een meetinstrument om bij patiënten met intracraniële aandoeningen de tastzin, de scherp-dof discriminatie en de propriocepsis

Nadere informatie

TIPS EN OEFENINGEN OM UW RUG STERK EN FIT TE MAKEN

TIPS EN OEFENINGEN OM UW RUG STERK EN FIT TE MAKEN TIPS EN OEFENINGEN OM UW RUG STERK EN FIT TE MAKEN Maximale ontspanning voor uw rug De rug is zo maximaal ontspannen. De armen liggen langs het lichaam. De knieën zijn 90 graden gebogen en liggen op een

Nadere informatie

Mobiliserende oefeningen voor thuis

Mobiliserende oefeningen voor thuis Mobiliserende oefeningen voor thuis Oefeningen om het lichaam zo soepel mogelijk te houden Oefeningen Cervicale wervelkolom HCWK 1) Extensie: Ga rechtop zitten op een stoel en plaats de middelvingers van

Nadere informatie

ONDERZOEK KNIE. Datum onderzoek... Naam onderzoeker. SENSIBILITEIT Tintelingen. nee / ja. Lokalisatie...bovenbeen / knie / onderbeen / voet. Hobby s.

ONDERZOEK KNIE. Datum onderzoek... Naam onderzoeker. SENSIBILITEIT Tintelingen. nee / ja. Lokalisatie...bovenbeen / knie / onderbeen / voet. Hobby s. Naam: Geb.datum: ONDERZOEK KNIE Datum onderzoek... Naam onderzoeker Beroep Hobby s.... Werkbelasting / houding. Sport.. Voorkeursbeen.links / rechts Klachten.links / rechts ANAMNESE Belangrijkste klachten...

Nadere informatie

Chondropathie Patellae

Chondropathie Patellae Sport-Fysiotherapie R. de Vries en Medische Trainings Therapie Kerkweg 45a 4102 KR Zijderveld Telefoon 0345-642618 Fax 0345-641004 E-mail vriesfysio@planet.nl Internet www.fysiodevries.nl Chondropathie

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321) Auteur(s): F. Roelants, P. van Kempen Titel: Rugspieractiviteit tijdens het schaatsen Jaargang: 21 Jaartal: 2003 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 313-321 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: Bewegingen van romp en wervels Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 17-42

Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: Bewegingen van romp en wervels Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 17-42 Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg Titel: Bewegingen van romp en wervels Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 17-42 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Eenvoudige bovenbeen spieroefeningen

Eenvoudige bovenbeen spieroefeningen Oefeningen menselijk lichaam Eenvoudige bovenbeen spieroefeningen Eenvoudige oefeningen voor de bovenbeen spieren bijvoorbeeld na een operatie aan het kniegewricht of immobilisatie van het kniegewricht.

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg. 2006, no. 3 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 24 e jrg. 2006, no. 3 (pp ) Auteur(s): E. Koes, H. van Holstein Titel: Voetvervorming in het transversale vlak Jaargang: 24 Jaartal: 2006 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 93-102 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 10e jrg 1992, no. 5 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 10e jrg 1992, no. 5 (pp ) Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het heup- en si-gewricht: een funktionele eenheid? Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 226-243 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

De inhoud van de ingezonden reactie is, behoudens de nummering, ongewijzigd en ongeredigeerd overgenomen.

De inhoud van de ingezonden reactie is, behoudens de nummering, ongewijzigd en ongeredigeerd overgenomen. REACTIE OP: INVERSIETRAUMA VAN DE ENKEL, ontstaansmechanismen, risicofactoren en preventie. C. Riezebos, A. Lagerberg, Versus, 16e jaargang 1998, no.1, pp.16-48. De onderstaande reactie bereikte ons na

Nadere informatie

Bewegen voor, tijdens en na uw ziekenhuisopname Tips adviezen en oefeningen

Bewegen voor, tijdens en na uw ziekenhuisopname Tips adviezen en oefeningen Bewegen voor, tijdens en na uw ziekenhuisopname Tips adviezen en oefeningen ADRZ in beweging Deze folder geeft u informatie over bewegen voor, tijdens en na uw opname. Het is belangrijk om in beweging

Nadere informatie

bij enkelgerelateerde

bij enkelgerelateerde Naam: Datum: Maatschap voor Sport-Fysiotherapie Manuele Therapie Medische Trainings Therapie en Echografie Stadtlohnallee 2 7595 BP WEERSELO Telefoon 0541-661590 Molemansstraat 52 7561 BE DEURNINGEN Telefoon

Nadere informatie

Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit

Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit Bewegingsleer Deel II De onderste extremiteit I.A. Kapandji Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

Nadere informatie

Lichamelijk onderzoek

Lichamelijk onderzoek Hoofdstuk 3 Lichamelijk onderzoek Het lichamelijk onderzoek omvat de volgende onderdelen: -- inspectie in rust -- passief en actief uitgevoerd onderzoek naar de beweeglijkheid van de cervicale wervelkolom,

Nadere informatie

Revalidatie nieuwe knie operatie

Revalidatie nieuwe knie operatie Afdeling: Fysiotherapie Datum: Januari 2014 2 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Revalidatie 4 3 Thuissituatie 5 4 Anatomie 6 5 Operatietechniek 7 6 Leefregels 8 7 Oefeningen 9 3 1 Inleiding Jaarlijks krijgen zo n

Nadere informatie

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Adviezen & oefeningen Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Inleiding U bent patiënt op de afdeling neurologie van het IJsselland Ziekenhuis. Er

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: Rotatie-assen van het sacro-iliacale gewricht Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: Rotatie-assen van het sacro-iliacale gewricht Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: Rotatie-assen van het sacro-iliacale gewricht Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 303-318 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,

Nadere informatie

VGN immobilisatieprotocollen

VGN immobilisatieprotocollen VGN immobilisatieprotocollen VGN immobilisatieprotocollen INLEIDING De VGN immobilisatieprotocollen bevatten de richtlijnen die bepalen waar een correct aangelegd gipsverband aan hoort te voldoen. De immobilisatieprotocollen

Nadere informatie

Bijlage 2 Meetinstrumenten

Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2 Meetinstrumenten Bijlage 2.1 Functiescore De Bie et al. De Bie et al. (1997) gebruikten de functiescore als prognostisch instrument om lichte van ernstige letsels te onderscheiden. De functiescore

Nadere informatie

Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP

Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP Voorbeelden krachtoefeningen voor niet lopende sporters met CP Oefening 1: Armen horizontaal (schouders, m. Deltoidius en m. Biceps) Werkwijze Endo- en exorotatie van de schouders gelijkmatig trainen Materiaal

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 6 (pp )

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 6 (pp ) Auteur(s): A. Lagerberg Titel: Opstaan en heupmobiliteit Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 353-375 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Krachtoefeningen bij hartrevalidatie

Krachtoefeningen bij hartrevalidatie Paramedische ziekenhuiszorg - fysiotherapie Krachtoefeningen bij hartrevalidatie U krijgt deze folder omdat we u willen helpen bij het lichamelijke herstel van de gevolgen van uw hartaandoening. Daarnaast

Nadere informatie

FIT VOOR EEN NIEUWE KNIE

FIT VOOR EEN NIEUWE KNIE FIT VOOR EEN NIEUWE KNIE Para Medisch Centrum Skagerrak Hoofddorp Inleiding U heeft dit boekje gekregen omdat u binnenkort een nieuwe knie krijgt. In dit boekje vindt u trainingsschema s, oefeningen en

Nadere informatie

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K K.3.5 Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (Aanbevolen generiek meetinstrument) Het Brunnstrom Fugl-Meyer assessment (BFM) is een test, waarmee de

Nadere informatie

Fysiotherapie na hernia

Fysiotherapie na hernia Fysiotherapie na hernia Deze informatie gaat over fysiotherapie na een herniaoperatie in de lage rug. Hoewel deze operaties niet allemaal hetzelfde zijn, kan er toch een aantal oefeningen worden aangegeven

Nadere informatie

Artrose knie. Artrose is een aandoening die voor kan komen bij één of meerdere gewrichten.

Artrose knie. Artrose is een aandoening die voor kan komen bij één of meerdere gewrichten. Artrose knie Wat is artrose? Artrose is een aandoening die voor kan komen bij één of meerdere gewrichten. Een gewricht bestaat uit twee botuiteinden, die zijn bekleed met kraakbeen. Het kraakbeen vangt

Nadere informatie

Oefeningen voor de knie

Oefeningen voor de knie Oefeningen voor de knie Spierkracht verbeterende oefeningen voor de knie: Het is belangrijk om een goede spierkracht te hebben, mede omdat de spieren helpen bij schokabsorptie. Door een goede spierkracht

Nadere informatie

Gesloten vragen Functionele Anatomie II

Gesloten vragen Functionele Anatomie II Gesloten vragen Functionele Anatomie II 2013-2014 1. Ab- en adductie vindt plaats om een longitudinale as 2. In de anatomische houding is, in het sagittale vlak van de wervelkolom, lumbaal een lordose

Nadere informatie

De Knie. diagnostische testen. Mark Vongehr Fysiotherapeut/manueeltherapeut. presentatie knie 20-09-07 medisch centrum aarveld

De Knie. diagnostische testen. Mark Vongehr Fysiotherapeut/manueeltherapeut. presentatie knie 20-09-07 medisch centrum aarveld De Knie diagnostische testen Mark Vongehr Fysiotherapeut/manueeltherapeut Het blijkt, dat met de anamnese, lichamelijk onderzoek en röntgenfoto de diagnose van knieklachten in 83% van de gevallen correct

Nadere informatie