Spelregels Belgisch kampioenschap wiezen 2016

Transcriptie

1 Spelregels Belgisch kampioenschap wiezen 2016 Minimum leeftijd voor deelname: +16 jaar Het BK WIEZEN 2016 wordt gespeeld volgens onderstaand reglement dat bindend wordt bij inschrijving. 1. Het spel Het BK WIEZEN toernooi wordt gespeeld met nieuwe kaarten speciaal voor dit toernooi ontworpen. Dit is om fraude en gemarkeerde kaarten te voorkomen. SCHUDDEN VAN DE KAARTEN De kaarten mogen niet geschud worden. De speler aan de rechterkant van de moet de kaarten afpakken. Het afpakken gebeurt door het spel in twee te splitsen. Elke stapel moet minimum 4 kaarten bevatten. De zet vervolgens de stapels op elkaar en deelt de kaarten. Elke verdere gift gebeurt door alle kaarten uit het spel op elkaar te stapelen. Wie begint met het delen? Vrije keuze of elke speler neemt willekeurig een kaart en diegene met de hoogste kaart begint. Wanneer de kaarten toch worden geschud is de bijhorende sanctie -3 voor de persoon die schudde en krijgen de andere spelers elk +1. De behoudt het recht om te delen. DELEN De gift start door het uitdelen van de 52 kaarten aan de vier spelers. Men deelt als volgt: een serie kaarten van boven naar beneden het dek in wijzerzin: (of 4-5-4). Wanneer tijdens de gift iemand opmerkt dat kaarten zijn gemarkeerd kan door de juryvoorzitter een nieuw dek kaarten in spel worden gebracht, die door elkaar worden geschud. Wanneer de verkeerd deelt, is de bijhorende sanctie -3 en krijgen de andere spelers elk +1. De behoudt het recht om te delen. Wanneer een gift wordt rondgepast deelt dezelfde opnieuw. Men zegt dat een gift wordt rondgepast wanneer iedereen uiteindelijk past, ook al heeft een speler aanvankelijk gevraagd. BELANGRIJK De laatste kaart van het dek, bedoeld voor de, wordt onmiddellijk omgedraaid na het delen van de kaarten. Deze mag ook omgedraaid worden bij het begin van het delen. De kiest. 1

2 Deze kaart is de troefkaart (ook wel keerkaart genoemd). De biedingen beginnen nadat iedereen pas troel (of troel) gezegd heeft. De kleur en soort van de troefkaart die openbaar is gemaakt, bepaalt de troef. Na het uitdelen zegt de persoon die volgt op de in wijzerzin wat hij van plan is te doen. Hij mag vragen, passen of iets speciaals aankondigen. SPELEN Als iemand vraagt, geeft hij in feite aan dat hij min of meer goede kaarten heeft in de soort van de troefkaart en wacht op iemand die meegaat in die soort. De volgende speler heeft nu als keuze (meegaan, passen of iets speciaals). Meegaan met de speler in kwestie impliceert dat men samen minstens 8 slagen dient te halen. De andere spelers kunnen nu enkel nog "iets speciaals" doen (miserie, piccolo, abondance, miserie op tafel, solo of solo-slim). Als iemand vraagt en als er niemand meegaat of iets speciaals doet, dan kan hij ofwel ook passen ofwel alleen gaan. In het laatste geval dient hij minstens 5 slagen te behalen. SAMENGEVAT: Met twee minstens 8 slagen, alleen minstens 5 slagen halen. BELANGRIJK A. Wanneer tijdens een gift een kaart door de speler op de tafel wordt gelegd: plakt de kaart met andere woorden: de kaart kan niet meer terug in de hand gaan, tenzij de speler zich vergist door foutief niet te volgen. Bij foutief niet volgen: wanneer dit wordt opgemerkt in dezelfde slag -3 voor de persoon die de fout maakte en +1 voor de anderen. Men corrigeert de slag en speelt verder. Wordt dit pas in een latere slag opgemerkt (dus vanaf de volgende slag) volgt er een zwaardere sanctie -15 voor de speler die de fout maakte en +5 voor de anderen. De jury wordt erbij geroepen voor het verdere verloop van het spel. De jury beslist! Wanneer een speler per ongeluk 2 kaarten gooit en dit een invloed heeft op het verdere verloop van de gift, dan kan de speler strafpunten krijgen. De jury wordt erbij geroepen. B. De uitgekomen soort van de kaart moet verplicht gevolgd worden. 2

3 C. De slag komt toe aan de speler die de hoogste kaart speelde van de uitgekomen soort. Indien een speler niet kan volgen, kan hij met troef de slag kopen. Indien meerdere troefkaarten gespeeld werden, wint de hoogste troefkaart. D. Indien de slag niet aan de medespeler behoort, moet de speler niet verplicht een hogere kaart uitspelen. Indien u niet kan volgen en de slag niet aan uw medespeler behoort, moet u ook niet kopen. Indien een slag al gekocht is door een tegenspeler, en u niet kan volgen, moet u niet verplicht (indien mogelijk) overkopen. Met andere woorden kopen en hoger spelen is NIET verplicht. E. In het geval dat men met z n tweeën alle slagen haalt dan speelt men zogezegd rond en tellen de punten dubbel. F. Als de slag wordt omgedraaid mag je enkel de laatste slag zien, dus diegene die laatst omgedraaid is. Je mag de laatste slag enkel zien als er geen kaart op tafel ligt of als er vier kaarten op tafel liggen. Dus bij één, twee of drie kaarten op tafel mag je de laatst omgedraaide slag niet zien. Bij fout: -3 en +1. SPECIALE SPELLEN Troel: Dit wordt geroepen door de speler die 3 of meer azen in zijn bezit heeft. Dit moet geroepen worden juist nadat de troefkaart omgedraaid wordt. Dit gaat praktisch boven alles, behalve miserie op tafel, solo of solo-slim. Heeft de speler 3 azen dan is de speler met de 4 e aas zijn kompaan en dienen zij 8 slagen te halen. De persoon met de 4 e aas komt met deze aas uit. Heeft de speler 4 azen (Troela) dan is hartenkoning troef en de speler die deze kaart heeft speelt dan mee en komt deze ook uit. Harten is troef. Heeft de speler 4 azen en hartenkoning dan komt hartendame uit en is harten troef. Enzoverder. Wanneer er sprake is van Troela moeten er steeds 9 slagen gehaald worden. Houd er rekening mee dat troel dubbel telt qua punten. Miserie: De speler die dit speelt mag geen enkele slag halen. Meerdere spelers kunnen dit tegelijk spelen. Wanneer de miserie speelt, mag hij zijn troefkaart ruilen voor een andere kaart. Als de gevraagde kaart in het bezit is van een speler die gelijktijdig miserie speelt, heeft 3

4 deze het recht om te weigeren deze kaart te geven. De mag dan verder vragen naar een andere kaart in de soort die hij wil. Tot hij een kaart krijgt of hij mag de troefkaart houden. Piccolo: De speler die dit speelt dient exact 1 slag te halen. Meerdere spelers kunnen dit tegelijk spelen. Miserie op tafel (open miserie): Bij miserie op tafel dient u de kaarten open op tafel te leggen zodat de drie andere spelers deze kunnen zien. Dit gebeurt voor het spelen van de eerste kaart. De speler mag geen enkele slag halen. Meerdere spelers kunnen dit tegelijk spelen. Bij miserie op tafel kan er geen kaart worden geruild. Abondance: Hierbij moet men op zijn eentje minstens negen slagen zien te halen. Als men dit speelt mag men de troef kiezen en zelf beginnen. Als meerdere spelers tegelijk abondance spelen, dan heeft diegene de voorkeur die abondance gaat in troef. De andere speler kan uiteraard opbieden naar een hogere abondance. Een hogere abondance krijgt immers voorrang op een lagere. Gaan beide spelers abondance in andere kaarten dan de troef, dan heeft de eerste die de hoogste abondance heeft gezegd, het speelrecht. UITZONDERING: Speelt er iemand anders miserie dan kan diegene die abondance speelt nog altijd opbieden met 11 of meer slagen. Solo: Heel uitzonderlijk valt dit voor. Een speler moet hier al de slagen op zijn eentje halen in de door hem gekozen troef. De speler mag er ook voor kiezen om te spelen zonder troef. De speler die solo gaat, komt eerst uit. Solo-slim: Heel uitzonderlijk valt dit voor. een speler moet al de slagen op zijn eentje halen in de troefkaart. dit is het hoogst bereikbare en als dit gebeurt mogen de kaarten achteraf niet meer worden gebruikt en dienen deze ingekaderd te worden. De speler die solo-slim gaat, komt eerst uit 4

5 2. Rangorde (van groot naar klein) Solo-slim Solo Miserie op tafel Troel Abondance met minstens 12 slagen Abondance met minstens 11 slagen Miserie/Piccolo (miserie heeft voorrang op piccolo) Abondance met minstens 10 slagen Abondance met minstens 9 slagen Vraag + meegaan/alleen gaan (Men speelt voor 8 slagen met twee, voor 5 slagen alleen) Indien verschillende spelers hetzelfde 'speciale spel' willen spelen, mag diegene die het eerste het spel voorstelt of opbiedt zijn spel spelen. Dit geldt echter niet voor miserie, piccolo of miserie op tafel, daar deze spellen door meerdere spelers gespeeld kunnen worden. 3. Puntentelling BASIS PUNTEN TOEKENNING: Totale som van de scores van de spelers is steeds 0. Vraag + meegaan: 2 punten voor het spelen en 1 punt voor elke overslag. Haalt men dus 10 slagen dan krijgen beide spelers 4 punten. De verliezende spelers moeten dus elk 4 punten afstaan. Haalt men alle slagen met 2 spelers ( rond spelen ) dan krijgt men 14 punten (zie hoger: slagen, verdubbeld). Haalt men het niet, dan verliest men 2 punten voor het spelen en 2 punten voor elke slag die men te weinig heeft behaald per speler (meegaan/vragen met slechte kaarten loont dus niet). Haalt men samen 6 slagen, verliest elke speler dus 6 punten. Alleen gaan: 2 punten per tegenstander (dus 6 punten) voor het spelen en 3 punten voor elke overslag (minstens 5 slagen halen). Haalt men het niet, dan betaalt men 2 punten per 5

6 tegenstander (dus 6 punten), voor het spelen en 6 punten voor elke slag die men te weinig heeft behaald. De tegenstanders krijgen elk de negatieve score van de speler die alleen speelt, gedeeld door 3. Voorbeelden: alleen speler behaalt 5 slagen: +6 -> tegenspelers -2; alleen speler behaalt 7 slagen: +12 -> tegenspelers -4; alleen speler haalt 4 slagen: -12 -> tegenspelers +4. Abondance met 9 slagen: 15 punten (elke tegenspeler betaalt dus 5 punten). Niet behaalde abondance kost 15 punten (elke tegenspeler wint dus 5 punten). Abondance met 10 slagen: 18 punten voor het halen en -18 punten voor het niet halen. Tegenspelers krijgen of + 6. Abondance met 11 slagen: 24 punten voor het halen en -24 punten voor het niet halen. Tegenspelers krijgen of + 8. Abondance met 12 slagen: 27 punten voor het halen en -27 punten voor het niet halen. Tegenspelers krijgen of + 9. Miserie: 21 punten (elke speler betaalt dus 7 punten). Als er twee mensen miserie spelen: +14 en +14 bij het halen en -14 voor elke andere speler. Als één speler wint +28 en -28 voor de andere miseriespeler en 0 voor de andere twee spelers. Piccolo: 21 punten (elke speler betaalt dus 7 punten). Puntentelling loopt hetzelfde als bij miserie (zie hierboven). Miserie op tafel: 30 punten (elke speler betaalt dus 10 punten). Als twee mensen miserie op tafel spelen: +20 en +20 bij het halen en -20 voor elke andere speler. Als één speler wint +40 en -40 voor de andere miseriespeler en 0 voor de andere twee spelers. 6

7 Voorbeelden voor de puntentelling van drie spelers die miserie gaan: Enkel één speler haalt het: +35 voor diegene die het haalt (+21 voor het halen, 2x +7 voor het falen van de andere 2), diegenen die het niet halen -21 (-21 voor het falen, +7 voor het falen van de andere en -7 omdat een miseriespeler het haalde), de speler die niets deed +7 (2x +7 voor het falen van de andere 2, -7 voor het halen van de ene miseriespeler). Twee spelers halen het: +21 voor beide spelers (+21 voor het halen, -7 voor het halen van de andere, +7 voor diegene die faalde), de speler die het niet haalt -35 (-21 voor het falen, 2x -7 voor het halen van de andere spelers), de speler die niets deed -7 (2x -7 voor het halen van de twee spelers, +7 voor het falen van de ene miseriespeler). Drie spelers halen het: +7 voor elke miserie speler (+21 voor het halen, 2x -7 voor het halen van de andere twee spelers), -21 voor de speler die niets deed (3x -7 voor het halen van de miseriespelers). Troel/Troela: Zelfde in vergelijking met vraag + meegaan maar de punten tellen dubbel! Als men dus rond speelt en het is troel, dan ontvangen beide spelers 28 punten. Solo: 45 punten (elke tegenspeler betaalt dus 15 punten). Indien de speler niet slaagt in zijn opzet, dan verliest hij 45 punten (elke tegenspeler wint dus 15 punten). Solo-slim: 90 punten (elke tegenspeler betaalt dus 30 punten). Indien de speler niet slaagt in zijn opzet dan verliest hij 90 punten (elke tegenspeler wint dus 30 punten). 7

8 Samenvatting: Puntenrooster Geslaagd Mislukt Uit- komen Spel Speler(s) Tegenstander s Speler(s) Tegenstanders vragen + meegaan (minstens 8) 2p + 1p overslag per -2p - 1p per overslag -2p - 2p onderslag per 2p + 2p per onderslag Alleen gaan (minstens 5) 6p + 3p overslag per -2p - 1p per overslag -6p - 6p onderslag per 2p + 2p per onderslag Abondance 9 15p -5p -15p 5p speler Abondance 10 18p -6p -18p 6p speler Abondance 11 24p -8p -24p 8p speler Abondance 12 27p -9p -27p 9p speler Miserie (1 speler) 21p -7p -21p 7p 2 Miseries met zelfde resultaat 14p -14p -14p 14p 1 miserie geslaagd 28p -28p (medespeler) -28p 28p (mede-speler) 0p (tegenstanders) 8

9 1 miserie mislukt 0p (tegenstanders) Piccolo 21p -7p -21p 7p Miserie op tafel 30p -10p -30p 10p Troel/Troela 4p en + 2p -4p en -2p per -4p en -4p per 4p en 4p per per overslag overslag onderslag onderslag 4de aas Solo 45p -15p -45p 15p speler Solo-slim 90p -30p -90p 30p speler Opmerking Totale som van de scores van de spelers is steeds 0 Scores verdubbelen indien men alle slagen haalt 4. Strafpunten KAARTEN INKIJKEN VAN DE TEGENSPELER of VALSSPELEN: 15 strafpunten, +5 punten voor elke andere tegenspeler. INSINUATIES-OPMERKINGEN die het spel kunnen beïnvloeden: Jury bij roepen, jury heeft steeds het laatste woord. Maximale straf steeds -15 punten, jury kan ook spelers 'gewonnen spel' geven. UITGEKOMEN KAART NIET VOLGEN, FOUT DELEN: zie boven. 5. Uitsluitingen Wie niet tussen 10u en 10.30u op 30 april is aangemeld aan de inschrijvingstafel, of het spel verlaat, sluit zich uit. Het inschrijvingsgeld wordt niet terugbetaald. 9

10 Wie luidruchtig is of op andere manier het normale verloop hindert, kan hiervoor een waarschuwing van de jury krijgen. Deze persoon kan desnoods worden uitgesloten van het toernooi. Het inschrijvingsgeld wordt niet terugbetaald. NOTA VAN DE JURY: De jury zal waken over de juiste spelregels. Bij betwistingen wordt steeds een lid van de jury gevraagd en deze beslist over de correcte speelwijze of puntentoekenning. De jury heeft steeds het laatste woord. 10