Inhoudstafel Wisselstroommotoren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoudstafel. www.ffxs.nl/diy-elektro - 2 - Wisselstroommotoren"

Transcriptie

1

2 Inhoudstafel Inhoudstafel... 2 Asynchrone motor... 3 Driefasig (inductiemotor, draaistroommotor)... 3 Dahllandermotor... 6 Enkel fasig... 6 Kortsluitankermotor... 7 Sleepringankermotor... 7 synchrone motor... 8 Driefasig (inductiemotor, draaistroommotor)... 8 Enkelfasig... 9 met hulpwikkeling, condensator en centrifugaal... 9 met hulpwikkeling, condensator en thermisch relais... 9 Eénfasemotor met hulpwikkeling en condensator Eénfasemotor met lage spanning hulpwikkeling en condensator Stappenmotor Unipolaire type Bipolaire type Steinmetz schakeling Spleetpoolmotor (asynchroon & synchroon) Bijlages Bijlage 1 : Cycloconverter Bijlage 2: Lorentzkracht Bijlage 3: Wet van Lenz Wisselstroommotoren

3 Asynchrone motor Driefasig (inductiemotor, draaistroommotor) De stator van een draaistroommotor bestaat uit minimaal drie identieke spoelgroepen. Elke spoelgroep bevat de spoelen van bij elkaar horende polen. De spoelgroepen, ook wel fasewikkelingen genoemd, worden voorzien van dezelfde wisselspanning, maar met faseverschillen van 120 graden. Bij een tweepolige motor, d.w.z. één paar polen per spoelgroep, maken de overeenkomende polen in de drie spoelgroepen hoeken van 120 graden met elkaar. Bij een 4-polige motor zijn er twee paar polen per spoelgroep. De hoek tussen de overeenkomende polen is dan 60 graden. Door het faseverschil tussen de spoelgroepen bereiken de polenparen na elkaar hun maximale magnetische veld. Daardoor ontstaat er een draaiend magnetisch veld, draaiveld genoemd. Fasewikkelingen kunnen in ster of in driehoek worden aangesloten. Bij de sterschakeling zijn de 3 fasewikkelingen op één punt (het sterpunt) aan elkaar gekoppeld. Kijkend vanuit 2 fasen van het voedende net staan er in feite 2 wikkelingen in serie. Dit betekent dat de spanning per wikkeling lager is dan de spanning tussen 2 fasen van het voedende net. Bij de driehoekschakeling staat iedere fasewikkeling tussen 2 fasen van de aangesloten draaistroom wisselspanning. Dan wordt dus per wikkeling wel de volledige fasespanning aangelegd. Het verschil in deze aansluitmogelijkheid kan worden benut bij het aanlopen van een asynchrone draaistroom motor. Bij de ster-driehoekschakeling worden bij het aanlopen allereerst de wikkelingen in ster geschakeld en na enige tijd in driehoek. Door de aanvankelijke serieschakeling zal de aanloopstroom van de motor aanzienlijk worden gereduceerd. Deze omschakeling kan handmatig worden gedaan of door middel van een sterdriehoekautomaat. Het draaiende gedeelte (de rotor of het anker in het geval van de asynchrone kooirotormotor), bestaat uit een kooi van grote staven die aan de uiteinden zijn kortgesloten door een grote ring. (vandaar kortsluitankermotoren). De ruimte tussen de kooi is opgevuld met een weekijzerpakket. In de staven lopen zeer grote stromen die tegen het statorveld in een tegenveld opwekken waardoor de rotor gaat draaien. De rotor probeert dit draaiveld te volgen (volgens de wet van Lenz probeert de rotor het draaiveld te ontwijken door mee te draaien in de richting van dit draaiveld). In tegenstelling tot de synchrone motor, blijft de draaisnelheid van de rotor achter bij die van de stator. Daarom spreekt men hier van een asynchrone motor, a- synchrone=niet synchroon. Het verschil in draaisnelheid tussen de rotor en de stator wordt de slip genoemd. Een asynchrone motor kan niet werken zonder slip. Het is namelijk de slip die de rotorfrequentie bepaalt. Zonder slip is de rotorfrequentie nul. De rotorfrequentie is de draaiveldfrequentie minus het rotortoerental. Er moet stroom (en daarmee veld) worden opgewekt in de rotor om een veld op te wekken tegenwerkend ten opzichte van het statorveld, anders kan de asynchrone motor niet draaien. Bij het aanzetten van de asynchronemotor is de rotorfrequentie maximaal. Slip wordt berekend met de volgende formule: g = nr/ns (of ook wel g = (1-nr/ns)x100% ) Wisselstroommotoren

4 met g = slip in facor of %, nr = toerental rotor in omw/min; ns = toerental stator in omw/min Als de rotor langzamer draait dan het draaiveld, is de slip positief. Als rotor en draaiveld even snel gaan is de slip 0. Staat de rotor stil, maar is het draaiveld in beweging dan is de slip 1. Als de slip hoger dan 1 is, draait de rotor in tegenovergestelde richting van het draaiveld. Dit heet 'tegenstroomremmen'. Een positieve slip kost elektriciteit: hoe hoger de slip, hoe hoger het stroomverbruik. De slip wordt soms uitgedrukt als: Om een motor af te remmen moet de rotor sneller draaien dan het draaiveld. De slip is nu negatief. Een negatieve slip wekt elektriciteit op: hoe hoger de negatieve slip, hoe meer stroom er wordt opgewekt. Dit principe wordt gebruikt bij het elektrodynamisch remmen bij bijvoorbeeld treinen. Als de opgewekte energie niet kan worden teruggevoerd, zal deze verbruikt worden in remweerstanden. Daarnaast worden asynchrone motoren als asynchrone generator in bepaalde type windturbines gebruikt voor het opwekken van elektriciteit. Voorwaarde hierbij is wel dat de windturbine altijd gekoppeld moet zijn aan het elektriciteitsnet, omdat er anders geen draaiveld (dus geen magnetisch veld) aanwezig is. Het toerental van een draaistroommotor wordt (bij motorbedrijf) bepaald door de frequentie van de driefasenspanning. Met een frequentieregelaar kan, binnen zekere grenzen, elke gewenste frequentie van 10% tot 200% van 50 Hz en daarmee elk gewenst toerental ingesteld worden. Een nadeel is dat bij hogere frequentie de verliezen in de motor steeds groter worden omdat het ontwerp van de motor optimaal is bij slechts een beperkt frequentiegebied. Nadeel is ook dat bij toerentalreductie onder nominaal ook de koeling van de op de motoras geplaatste ventilator afneemt. Dit kan weer opgelost worden door extra koelcapaciteit aan te brengen. Overigens wordt met de frequentieregelaar niet alleen de frequentie maar ook meteen de spanning verhoogd of verlaagd (evenredig met de frequentie). Het werkelijke toerental n wordt mede bepaald door het aantal polen van de statorwikkeling, immers n = f/p waarbij f de netfrequentie is en p het aantal poolparen. In de USA met een netfrequentie van 60 Hz zullen alle Europese motoren dus sneller draaien. Echter de constructie van het blikpakket (statorijzer) in de motor van Europese en Amerikaanse e-motoren is verschillend, de Amerikaanse varianten zijn compacter. Door de hogere netfrequentie is de magnetiseertijd 20% korter dan bij 50 Hz. Daardoor is bij een even sterk magneetveld minder statorijzer nodig. Het polental is uiteraard steeds even (een noordpool kan niet zonder zuidpool). Veel voorkomende (synchrone)toerentallen zijn 3000 toeren per minuut (twee polig), 1500 toeren per minuut (vierpolig), 1000 (zespolig) enz...(op basis van 50 Hz.) Verschillende pooltallen en frequenties geven dus volgende toerentallen voor het draaiveld: Pooltal Poolparen nsync 50 Hz nsync 60 Hz min min min min Wisselstroommotoren

5 min min min min-1 Elektromotoren hebben dus een vast toerental bij 50Hz voedingsspanningfrequentie is het synchroontoerental dus 3000, 1500, 1000 of 750 omw/min. In de aandrijftechniek, wordt het aan te drijven werktuig dus aangedreven met een vast toerental als boven genoemd. Het werktuig verlangt een ander toerental. Wel of niet door het proces vereist of verlangd. Het toerental van de elektromotor kan door de volgende wijze aangepast worden: Door het toerental aan te passen d.m.v. een v-snaar. Op de motor en werktuig wordt een poelie gemonteerd. Door de diameterverhouding tussen motor en werktuig kan het toerental aangepast worden, Door het gebruik te maken van een tandwielkast. De verhouding van de tandwielen bepaalt uiteindelijk het uitgaande toerental de motor kan i.p.v. een wikkeling uitgevoerd worden met twee wikkelingen, b.v. 2-polige wikkeling en een 6 polige wikkeling. Dus de verhouding van het pooltal is dan 1:3. Nadeel is dat meer ruimte in de motor nodig is en dus de motor groter en duurder wordt dan bij een enkele wikkeling. Door het gebruik van een Dahlander-wikkeling. Dit is een wikkeling, die ook twee-toerentallen tot stand brengt, echter alleen mogelijk is met een toerentalverhouding van 1:2. In dit geval is ook een grotere motorbehuizing nodig. Voor de tijd dat er frequentieregelingen bestonden (1980) werd er veel gewerkt met de Dahlandermotor. Dit is een motor met twee poolparen en dus twee snelheden die zich verhouden als 1:2. Hier wordt een speciale wikkeling toegepast die over meerdere poolparen wordt verdeeld. De wikkelingen worden naar buiten gebracht op de klemmenplaat. De nominale toerentallen zijn dus : 3000/1500 ; 1500/750; 750/375 Er is nog een mogelijkheid tot drie toerentallen. In dit geval wordt er naast de Dahlanderwikkeling, nog een derde wikkeling ingevoegd. een frequentieregelaar. Optie 1 en 2 zijn vanaf de begin jaren 80 steeds meer vervangen door de frequentieregelaar. Het principe waarop men werkt is de frequentie aanpassen om de snelheid te regelen: Waarbij nr = Rotorsnelheid dus de snelheid van de motoras, ns = Statorveldsnelheid, deze wordt nu opgedrongen door de frequentieregelaar ; g = De slip (snelheidsverschil tussen stator en rotor om koppel te produceren) ; f1 = De nieuwe frequentie door de frequentieregelaar, p = Aantal poolparen, een constante dus (conventioneel is dit 2, dus bij een 4-polige motor) M.a.w. als de frequentie gewijzigd wordt kan het uitgaande toerental ook gewijzigd worden en dat wel traploos van 10% tot 200% van het nominale toerental, welke in alle voorgaande gevallen niet mogelijk is. Die traploze toerentalregeling wordt gedaan d.m.v. een frequentieregelaar Wisselstroommotoren

6 Dahllandermotor Een Dahlandermotor is een driefasige asynchrone motor met twee toerentallen. Dit wordt gerealiseerd door één of twee poolparen. Dit is een wikkeling, die twee toerentallen tot stand brengt, echter alleen mogelijk is met een toerentalverhouding van 1:2. In dit geval is ook een grotere motorbehuizing nodig. Voor de tijd dat er frequentieregelingen bestonden (1980) werd er veel gewerkt met de Dahlandermotor. Dit is een motor met twee poolparen en dus twee snelheden die zich verhouden als 1:2. Hier wordt een speciale wikkeling toegepast die over meerdere poolparen wordt verdeeld. De wikkelingen worden naar buiten gebracht op de klemmenplaat. De nominale toerentallen zijn dus : 3000/1500 ; 1500/750; 750/375 Er is nog een mogelijkheid tot drie toerentallen. In dit geval wordt er naast de Dahlanderwikkeling, nog een derde wikkeling ingevoegd. Enkel fasig Deze motoren bevatten twee al of niet identieke wikkelingen. Eén wikkeling met een in serie geschakelde condensator wordt gebruikt om een faseverschuiving te veroorzaken wat een draaiveld oplevert. Voor de waarde van deze condensator hanteert men de volgende vuistregel: C=50.P waarbij C uitgedrukt wordt in µf en P uitgedrukt wordt in kilowatt (kw). Ook wordt soms een aanloopwikkeling gebruikt. Deze is meerpolig gewikkeld in de stator en kan door middel van een relais bij het starten worden bijgeschakeld. Als de motor op toeren is schakelt het relais de hulpwikkeling weer af. Asynchrone motoren zijn onder te verdelen in de veel voorkomende kortsluitankermotor (KA-motor) of kooirotormotor, en de sleepringankermotor (SRAmotor) of sleepringrotormotor Wisselstroommotoren

7 Kortsluitankermotor De stator van de kortsluitankermotor bestaat uit een ringvormig gelamelleerd pakket van dynamoblik, waarin aan de binnenzijde groeven zijn uitgespaard. In de groeven zijn drie spoelen aangebracht, die onderling 120º van elkaar verschoven zijn. In de stator wordt het draaiveld opgewekt. De buitenkant van de stator is voorzien van de nodige koelribben voor de warmteafvoer van de interne energieverliezen. De rotor is opgebouwd uit ronde platen van dynamoblik, die aan de omtrek van gaten of gleuven zijn voorzien. In deze gaten worden ongeïsoleerde geleidende staven van koper of aluminium aangebracht die aan de uiteinden worden verbonden kortgesloten - met een geleidende eindring. Omdat de staven en eindringen een kooi vormen, wordt deze rotorconstructie ook wel kooianker genoemd. Bij kleine motoren wordt de rotorkooi vaak via een drukgiettechniek gemaakt uit aluminium. Een kortsluitankermotor waarvan de rotor stilstaat, werkt als een transformator in kortsluittoestand. Het draaiveld van de stator induceert in de rotorstaven een spanning. De rotorkooi vormt een gesloten elektrisch circuit waardoor er stromen gaan lopen in de geleidende rotorstaven. In het magnetische draaiveld ontstaan op deze stroomvoerende staven Lorentzkrachten, die samen een drijvend koppel vormen. Door dit koppel gaat de rotor draaien, en wel met het draaiveld mee. Wanneer de motor belast wordt, zal het toerental afnemen zodat de rotorstaven meer veldlijnen doorsnijden. De spanning, stromen en Lorentzkracht nemen toe zodat de motor een groter koppel kan leveren. Het maximale koppel dat een kortsluitankermotor kan leveren wordt het kipkoppel genoemd. De grootte van de statorstroom wordt bepaald door de grootte van de rotorstroom. Door de lage weerstand van de kortsluitkooi is na het inschakelen van de motor de rotorstroom zeer groot. De stator neemt dan eveneens een grote stroom op uit het net (ca 6 á 8x nominale stroom). Daar tegenover is het aanloopkoppel klein. Een kortsluitankermotor met enkele kooi kan daarom slechts onbelast of met een kleine belasting aanlopen. Voor het aanlopen van grote motoren wordt vaak gebruikt gemaakt van een ster-driehoekschakeling. Sleepringankermotor De stator van de sleepringankermotor bestaat uit een ringvormig gelamelleerd pakket van dynamoblik, waarin aan de binnenzijde groeven zijn uitgespaard. In de groeven zijn drie spoelen aangebracht, die onderling 120º van elkaar verschoven zijn. Een stroom in de statorwikkelingen wekt een magnetisch draaiveld op in de luchtspleet tussen stator en rotor. In de groeven van de tevens gelamelleerde rotor is een driefasige wikkeling van koperdraad aangebracht met evenzoveel polen als de stator. De rotorwikkeling is vast in ster geschakeld en de uiteinden ervan zijn verbonden met sleepringen die geïsoleerd op de rotoras zijn geplaatst. Over deze sleepringen slepen koolborstels die verbonden zijn met drie aansluitklemmen. Op deze klemmen wordt - extern - een driefasige rotoraanzetweerstand aangesloten Wisselstroommotoren

8 Een sleepringankermotor waarvan de rotor stilstaat, werkt als een transformator. Het draaiveld van de stator induceert een spanning in de rotorspoelen, die stromen doen lopen. Als gevolg hiervan ontstaat in wikkelingen lorentzkrachten, die samen een roterend koppel vormen. De stroom in de rotorwikkeling (en dus ook het koppel) wordt bepaald door de totale weerstandsketen van rotorwikkeling en rotoraanzetweerstand. Door het inzetten van de rotoraanzetweerstand wordt direct de rotorstroom beperkt en indirect ook de aanloopstroom in de statorwikkelingen. Door nu de weerstand zo in te stellen, dat in de rotorwikkeling bij stilstand de vollaststroom optreedt dan zal hierbij de rotor gelijk het vollastkoppel ontwikkelen. Naarmate de motor sneller gaat draaien, zal de rotorspanning afnemen en dus ook de stroom door de rotorwikkelingen. Hierna kan de weerstand geleidelijk of in stappen worden verlaagd totdat de borstels volledig doorverbonden zijn. De motor draait dan asynchroon verder als een gewone kortsluitankermotor. synchrone motor Driefasig (inductiemotor, draaistroommotor) De rotor van de synchrone draaistroommotor draait in tegenstelling tot de asynchrone draaistroommotor synchroon met het opgewekte draaiveld in de stator. De synchrone motor wordt het vaakst gebruikt als generator in het stroomnet. De overgang van generator- naar motorbedrijf kan plaatsvinden zonder dat men daar uitwendig veel van zal merken. Elektrische wisselstroom in energiecentrales wordt bijna altijd opgewekt d.m.v. synchrone draaistroomgeneratoren die aangedreven worden door o.a. stoomturbines, gasturbines, dieselmotoren of waterturbines. Groot nadeel van een synchrone motor is dat deze niet zelf aanloopt. Hij moet voor inschakelen op het juiste toerental worden gebracht. Daarom worden driefasige synchrone motoren vooral toegepast bij grote vermogens en dan met name voor het aandrijven van continu lopende machines, zoals pompen en compressoren. Wordt een synchrone motor overbelast dan zal de rotor uit de pas raken en uiteindelijk stil gaan vallen. Met een van de onderstaande mogelijkheden kan men een synchrone motor toch laten aanlopen: Het aanbrengen van een kooianker in de rotor. Door de geïnduceerde stromen zal de motor als een asynchrone draaistroommotor aanlopen. Als de motor nagenoeg synchroon loopt, kan de motor in de pas worden getrokken door de bekrachtigingsspoel met gelijkstroom te voeden. Loopt de motor eenmaal synchroon dan heeft de kooianker geen invloed meer omdat de slip nul is Wisselstroommotoren

9 Een moderne mogelijkheid is het toepassen van vermogenselektronica, en wel in de vorm van een cycloconverter (bijlage 1). Hiermee kan de frequentie opgeregeld worden van bijvoorbeeld 0Hz tot 50Hz. Enkelfasig Bij de éénfase-synchroonmotor wordt, net als bij de synchrone draaistroommotor, het toerental bepaald door de frequentie van het wisselstroomnet en is onafhankelijk van de belasting. Net als bij de éénfase-inductiemotor heeft deze motor maar één spoel die een éénfasenet wordt aangesloten. Bij de éénfase-synchroonmotor bestaat de rotor uit een schijfje van weekijzer, die net als de stator van uitspringende tanden is voorzien. Wanneer het spoeltje van een wisselspanning wordt voorzien, zal deze een wisselend magnetisch veld leveren die de tanden van de rotor in een bepaalde richting magnetiseert. Wanneer de rotor zo snel ronddraait dat bij de nuldoorgang van de stroom de tanden van de rotor tegenover de tandholtjes van de poolschoenen komen, dan worden bij de volgende halve periode de tanden van de rotor en stator in de draairichting naar elkaar toe getrokken. De rotor zal met een constante snelheid door blijven draaien, waarbij hij per periode steeds twee tanden opschuift. Eénfase-synchroonmotoren worden voor kleine vermogens gebruikt daar waar een constant toerental is vereist, zoals uurwerken, schakelklokken, platenspelers, meetinstrumenten en in de regeltechniek met hulpwikkeling, condensator en centrifugaal Voor het opgang brengen van de rotor is bij dit type motor in de stator een hulp- of aanloopwikkeling aangebracht die 90º verschoven is ten opzichte van de hoofdwikkeling. Deze hulpwikkeling heeft minder wikkelingen dan de hoofdwikkeling en is in dun koperdraad gewikkeld. Na het inschakelen vloeit door beide wikkelingen een stroom. Door het verschil in constructie ontstaat een in fase verschoven veld die de motor doet aanlopen. Na het aanlopen wordt de hulpwikkeling uitgeschakeld door middel van een centrifugaalschakelaar, omdat anders de hulpwikkeling te warm wordt. met hulpwikkeling, condensator en thermisch relais Voor het opgang brengen van de rotor is bij dit type motor in de stator een hulp- of aanloopwikkeling aangebracht die 90º verschoven is ten opzichte van de hoofdwikkeling. Deze hulpwikkeling heeft minder wikkelingen dan de hoofdwikkeling en is in dun koperdraad gewikkeld. Na het inschakelen vloeit door beide wikkelingen een stroom. Door het verschil in constructie ontstaat een in fase verschoven veld die de motor doet aanlopen. Na het aanlopen wordt de hulpwikkeling uitgeschakeld door middel van een thermisch relais (bimetaal) of tijdrelais omdat anders de hulpwikkeling te warm wordt Wisselstroommotoren

10 Eénfasemotor met hulpwikkeling en condensator Er wordt een ellipsvormig draaiveld opgewekt door het bijplaatsen van een condensator in serie met de hulpwikkeling. Hierdoor laten we de stroom I2 door deze hulpwikkeling ongeveer 90 voorijlen op de str oom I1 door de hoofdwikkeling. Opmerking: de faseverschuiving tussen I1 en I2 kan ook bekomen worden door het bijschakelen van een smoorspoel of een aangepaste impedantie. Dit draaiveld zal de rotorgeleiders snijden waardoor er inductiespanningen worden opgewekt over de rotorgeleiders. Omdat de rotor een gesloten kring vormt zullen er rotorstromen gaan vloeien. Deze stroomvoerende rotorgeleider bevindt zich in een magnetisch veld, zodat er lorentzkrachten ontstaan op de rotorgeleiders. De som van al deze Lorentzkrachten veroorzaakt het koppel van de motor. Dus: Spanning ==> draaiveld ==> inductiespanning rotor ==> inductiestroom rotor ==> Lorentzkracht ==> koppel ==> motor draait rond De hulpwikkeling die als doel heeft de asynchrone éénfasige motor vanzelf te laten aanlopen, wordt meestal na aanloop afgeschakeld. Bij sommige uitvoeringen blijft de hulpwikkeling met bedrijfscondensator in bedrijf. Hierdoor wordt de arbeidsfactor verbeterd. De aanloopcondensator wordt na aanloop uitgeschakeld door het stroomrelais: bij het starten van de motor sluit het normaal open contact onmiddellijk. Na het aanlopen is de stroom door het minimumstroomrelais zo klein dat het contact opent Het verschil in draaisnelheid tussen de rotor en de stator wordt de slip genoemd. Een asynchrone motor kan niet werken zonder slip. Het is namelijk de slip die de rotorfrequentie bepaalt. Zonder slip is de rotorfrequentie nul. De rotorfrequentie is de draaiveldfrequentie minus het rotortoerental. Er moet stroom (en daarmee veld) worden opgewekt in de rotor om een veld op te wekken tegenwerkend ten opzichte van het statorveld, anders kan de asynchrone motor niet draaien. Als de rotor langzamer draait dan het draaiveld, is de slip positief. Als rotor en draaiveld even snel gaan is de slip 0. Staat de rotor stil, maar is het draaiveld in beweging dan is de slip 1. Als de slip hoger dan 1 is, draait de rotor in tegenovergestelde richting van het draaiveld. Dit heet 'tegenstroomremmen'. Een positieve slip kost elektriciteit: hoe hoger de slip, hoe hoger het stroomverbruik Wisselstroommotoren

11 Volgens de eisen die zijn vastgelegd in de aansluitvoorwaarden van de elektriciteitsbedrijven, moet de arbeidsfactor (cos φ) van een installatie minimaal 0,85 zijn. Deze eis kan in de praktijk niet altijd worden gehaald. Door inductieve belastingen zoals motoren treedt namelijk een faseverschuiving op tussen de stroom I en de spanning U, waardoor er naast het werkelijke vermogen Pw een reactief vermogen Pb ontstaat, dat ook wel het blindvermogen wordt genoemd. De resultante van deze twee vermogens wordt met het schijnbare vermogen Ps aangeduid. Een belangrijke reden waarom er een grens is gesteld, is dat door een lagere waarde dan 0,85 de stroom in de toevoerleidingen toeneemt. Hierdoor stijgt ook de warmteontwikkeling in deze leidingen. Aangezien de warmte-ontwikkeling wordt bepaald door het kwadraat van de stroom I en de weerstand R van de toevoerleiding, geschreven als: Pv = I2. R (watt), wordt door een slechte cos φ onnodig energie gedissipeerd en wordt het materiaal van schakelinstallaties daardoor extra zwaar belast. Bovendien kan door de grootte van de stroom de grens van de toevoerleiding worden bereikt. Eénfasemotor met lage spanning hulpwikkeling en condensator Bij dit type condensatormotor wordt de hulpwikkling gevoed met een verlaagde spanning meestal 50V. In serie met de hulpwikkeling is een aanloopcondensator geplaatst. De werking blijft hetzelfde, alleen is het aanloopkoppel lager. Stappenmotor Een stappenmotor is een borstelloze, synchrone elektromotor, waarvan de hoekverdraaiing nauwkeurig te beheersen is, bijvoorbeeld in stappen van 1,8 graden. De rotor bevat permanente magneten; de stator is opgebouwd uit elektromagneten. De hoge resolutie wordt bereikt door zowel de stator als de rotor van een hoog aantal polen te voorzien, zodanig dat zij geen gemeenschappelijke factor bezitten. Telkens als een wikkeling bekrachtigd wordt, komt een pool in de rotor recht tegenover een pool in de stator te staan, waardoor de rotor een klein stukje draait. Door middel van pulsbreedtemodulatie kan een nog hogere resolutie worden bereikt. De belangrijkste karakteristieke eigenschap van een stappenmotor is het koppel dat hij kan leveren. De motor kan ook koppel leveren als hij stilstaat en kan daarom als standrem fungeren. Net als een synchrone wisselspanningsmotor, wordt de stappenmotor in het ideale geval aangestuurd met zuivere sinusvormige stromen. Hierdoor wordt een vloeiende beweging mogelijk, maar dit is bezwaarlijk voor de besturing; een analoge vermogensschakeling geeft hoge verliezen. In de praktijk wordt vaak een digitale aansturing, die gebruik maakt van pulsbreedtemodulatie, gebruikt. Eenvoudiger besturingen maken slechts 1 puls per stap. Hierbij moet een stroombegrenzer de stroom binnen de perken houden. Unipolaire type De unipolaire stappenmotor bezit 2 wikkelingen met elk een middenaftakking en heeft dus 6 aansluitingen. De middenaftakkingen (common) worden permanent aan één kant van de voedingsspanning aangesloten. In sommige gevallen zijn beide common-aansluitingen samengenomen en heeft de motor 5 aansluitingen. De 4 andere aansluitingen worden door de besturing steeds wel of niet met het andere eind van de spanning verbonden. Op deze wijze worden hoogstens 2 halve Wisselstroommotoren

12 wikkelingen tegelijk bekrachtigd, zodat op enig gegeven moment minstens de helft van de wikkelingen ongebruikt blijft. Daardoor is een compacte bouw niet mogelijk. Het voordeel is echter de relatief eenvoudige besturing; er zijn maar 4 vermogenstransistoren nodig. Met de komst van de hoog-geïntegreerde elektronica is dit echter niet langer een economisch voordeel; dit type motor raakt in onbruik. Bipolaire type De bipolaire stappenmotor bezit 2 wikkelingen zonder middenaftakking en heeft dus 4 aansluitingen. Tegenwoordig is dit het gangbare type. De wikkelingen worden in beide richtingen bekrachtigd en moeten daarom elk in een transistorbrugschakeling geplaatst worden Steinmetz schakeling De steinmetzschakelingen zijn aansluitschakelingen waarbij een driefasige asynchrone motor door middel van een condensator wordt aangesloten op een éénfasige wisselspanning. Wordt bij een driefasen kortsluitankermotor één van de lijndraden onderbroken dan zal de motor, onder invloed van het resulterende magneetveld, gewoon blijven doordraaien. Alleen kan de motor nu niet meer aanlopen vanuit stilstand. Daarom wordt één statorwikkeling als aanloopwikkeling gebruikt, waarbij de extra condensator zorgt voor de vereiste faseverschuiving. Na aanloop kan de condensator eventueel afgeschakeld worden (aanloopcondensator), of in bedrijf blijven (bedrijfscondensator). Door de aansluiting van de condensator op het net te veranderen, zal de motor de andere kant gaan opdraaien. Het voordeel van de steinmetzschakeling is dat een standaard asynchrone draaistroommotor als een éénfase motor verkocht kan worden. Door het asymmetrische veld is het koppel van deze motoren veel kleiner dan wanneer de motor op een driefasennet wordt aangesloten. Hierdoor wordt het toepassingsgebied beperkt tot kleine vermogens. De schakelingen worden voornamelijk toegepast in huishoudelijke apparaten, zoals in wasmachines en compressoren in koelkasten en diepvriezers. De waarde van de condensator wordt bepaald door het vermogen van de motor. Hierbij geldt, dat er 68µF gebruikt wordt per kilowatt bij 220V en 50Hz Wisselstroommotoren

13 Spleetpoolmotor (asynchroon & synchroon) De spleetpoolmotor is een éénfase-inductiemotor die een speciale statorconstructie bezit. De stator heeft naast de hoofdwikkeling twee kortgesloten hulpwikkelingen, aangebracht in een spleetpool van de stator. Spleetpoolmotoren worden voornamelijk gebruikt in continu werkende apparaten die weinig vermogen (tot 125W) vragen, zoals bij het aandrijven van kleine ventilatoren, waterpompen (vaatwassers), in platenspelers, etc De hoofdwikkeling wordt op het elektriciteitsnet aangesloten en wekt onder de hoofdpolen een wisselend magneetveld op. Door de transformator werking tussen de hoofdwikkeling en de hulpwikkeling wordt in de hulpwikkeling een (kortsluit)stroom opgewekt, die in fase verschoven is ten opzichte van de stroom in de hoofdwikkeling. In de spleetpool ontstaat als gevolg van deze kortsluitstroom een naijlend wisselveld. Hierdoor is het gebruik van een condensator niet meer nodig. In de motor ontstaat nu een elliptisch draaiveld dat voldoende is om de motor uit zichzelf te laten aanlopen. (In de richting van de hoofdpool naar de hulppool). De snelheid van deze motor kan eenvoudig geregeld worden door triac gebaseerde snelheidsregelaars. De rotor kan een kortsluitanker (asynchrone motor) of een permanente magneet (synchrone motor) zijn Wisselstroommotoren

14 Bijlages Bijlage 1 : Cycloconverter Een cycloconverter is een directe frequentieregelaar. Hij zet de frequentie van een bepaalde wisselspanning direct om in een andere frequentie, dus zonder deze eerst om te vormen en te bufferen naar een gelijkspanning. De cycloconverter bestaat uit een aantal antiparallel geschakelde thyristorbruggen waarmee één of drie uitgangsfasen worden gegenereerd. Over het algemeen zijn de amplitude en de frequentie van de ingangsspanning in de cycloconverter constant, terwijl de amplitude en de frequentie van de uitgangsspanning variabel is. Om een sinusvorm te bereiken, wordt de aansturinghoek van de thyristoren steeds veranderd. Het in stukken hakken van de spanning veroorzaakt harmonischen op het net. Doordat de aansturinghoek van de thyristoren steeds verandert, zijn deze moeilijk te filteren. Het net vervuilt hierdoor, wat problemen kan geven voor gevoelige elektronica. Een oplossing hiervoor kan een motor-generatorset zijn, waarbij een elektromotor - aangedreven door de vuile spanning - een generator aandrijft. Doordat de spanning hier opnieuw opgewekt wordt ontstaan veel minder hogere harmonischen. Als het verschil tussen de ingangsfrequentie en de uitgangsfrequentie klein is, dan ontstaan subharmonischen. Dit treedt op bij een frequentie die lager ligt dan de uitgangsfrequentie en kan niet gefilterd worden door inductie. Dit beperkt de uitgangsfrequentie ten opzichte van de ingangsfrequentie. Hierdoor zal voor veel toepassingen een indirecte frequentieregelaar gekozen worden. Hierbij wordt van de wisselspanning eerst een gelijkspanning gemaakt. In tegenstelling tot indirecte omvormers zoals normale frequentieregelingen, kan een cycloconverter met thyristoren enkel een lagere frequentie produceren dan de ingangsfrequentie. Deze opstelling wordt zelden gebruikt omwille van de slechte kwaliteit van de opgewekte sinusgolven. Enkel wanneer zeer grote vermogens nodig zijn (enkele tientallen megawatt en meer), ofwel wanneer de lage kostprijs zijn onvolmaaktheden doet vergeten. Daarnaast is er ook een toepassing bij lagere vermogens, zoals lichtdimmers, zuigkrachtregelingen in stofzuigers, toerentalregeling van boormachines (niet bij accu-boormachines) en discolichtsturingen, die gebruik maakt van triacs. Bijlage 2: Lorentzkracht In de natuurkunde is de lorentzkracht de kracht die wordt uitgeoefend op een geladen deeltje in een elektromagnetisch veld. Om de richting van de lorentzkracht te bepalen geldt de linkerhandregel. Houdt men de gestrekte linkerhand zo, dat de veldlijnen langs de palm intreden en dat de Wisselstroommotoren

15 vingertoppen gericht zijn volgens de stroomzin, dan wijst de gestrekte duim de zin aan van de beweegkracht. Men draait eenvoudig een kurkentrekker van naar. De kurkentrekker gaat dan vooruit de fles in. Dit is de richting van. We zien dus dat een positief geladen deeltje in dezelfde richting als het elektrisch veld (E) versneld zal worden door de term, maar loodrecht zal afbuigen ten opzichte van het magnetisch veld (B) volgens de kurkentrekkerregel door de term. Als je een draad in een magnetisch veld plaatst, ondervindt deze draad ook een lorentzkracht( of soms ook wel Laplacekracht genoemd). Deze hangt af van de sterkte van het magnetisch veld waarin het zich bevindt, de stroomsterkte in de stroomdraad en de lengte van de draad. De formule luidt dan in vectorvorm: met B in Tesla, I in Ampère, l in meter Voor de grootte van de kracht geldt met de hoek tussen I en B. Als zich meerdere windingen binnen het magnetisch veld bevinden, wordt de kracht er evenredig mee vermenigvuldigd. met n het aantal windingen. Voor de grootte van de kracht geldt Onder andere met de derde rechterhandregel, kan men de richting van deze kracht bepalen. Deze luidt als volgt: met de duim de richting van de stroom en met de vier overige vingers de richting van het magnetisch veld. Je handpalm vertelt je dan de richting (zie afbeelding hieronder). Of weer eenvoudigweg: men draait een kurkentrekker van naar. De kurkentrekker gaat dan vooruit de fles in. Dit is de richting van. Bijlage 3: Wet van Lenz De wet van Lenz is een bijzonder geval van de wet van Faraday en stelt dat iedere magnetische fluxverandering wordt tegengewerkt door een geïnduceerde elektrische spanning volgens hierin is Uind de opgewekte elektrische spanning in volt, Φ de magnetische flux in Weber, N het aantal windingen van de spoel, t de tijd in seconden Wisselstroommotoren

ELEKTRICITEIT THEORIE versie:9/05/2004 EENFAZE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten

ELEKTRICITEIT THEORIE versie:9/05/2004 EENFAZE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten ELEKTRICITEIT THEORIE versie:9/05/2004 EENFAZE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten 1 Eenfaze motoren... 2 1.1 Bepaling... 2 1.2 Eenfaze inductiemotoren... 2 1.2.1 Eenfaze statorwikkeling... 2 1.3 De spleetpoolmotor...

Nadere informatie

Schade door lagerstromen.zx ronde 12 maart 2017

Schade door lagerstromen.zx ronde 12 maart 2017 Schade door lagerstromen.zx ronde 12 maart 2017 Dit verhaaltje gaat over lagerschade van elektromotoren als gevolg van ontladingen die plaats vinden tussen de as van en het statorhuis van een asynchrone

Nadere informatie

Draaistroom en frequentie regelaars.. ZX ronde 8 september 2013

Draaistroom en frequentie regelaars.. ZX ronde 8 september 2013 Draaistroom en frequentie regelaars.. ZX ronde 8 september 2013 Drie fasen spanning zijn drie gelijktijdig opgewekte wisselspanningen die ten opzichte van elkaar 120 in fase verschoven zijn. De spanningen

Nadere informatie

SYNCHRONE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten

SYNCHRONE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten ELEKTRICITEIT THEORIE SYNCHRONE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten versie:30/05/2005 1 SYNCHRONE MOTOREN...2 1.1 Bepaling...2 1.2 Samenstelling...2 1.3 Werkingsprincipe...2 1.4 Werkingsprincipe synchrone

Nadere informatie

Inleiding Elektromagnetisme en het gebruik

Inleiding Elektromagnetisme en het gebruik Inleiding Inleiding...2 Magnetisme (kort)...3 Het Elektromagnetisch Veld...3 Wet van Faraday...3 Wet van Lenz...3 Wet van Coulomb...4 Wet van Ampère...4 De alternator (wisselstroomgenerator)...4 De dynamo

Nadere informatie

Katholieke Hogeschool Kempen Campus HIKempen Geel Departement Industrieel Ingenieur en Biotechniek 4 EM ET. Labo Elektrotechniek

Katholieke Hogeschool Kempen Campus HIKempen Geel Departement Industrieel Ingenieur en Biotechniek 4 EM ET. Labo Elektrotechniek Katholieke Hogeschool Kempen Campus HIKempen Geel Departement Industrieel Ingenieur en Biotechniek 4 EM ET Marijn Roels 3 November 2005 Labo Elektrotechniek Driefasige ASM C A M P U S Geel Docent: Segers

Nadere informatie

Cursus/Handleiding/Naslagwerk. Driefase wisselspanning

Cursus/Handleiding/Naslagwerk. Driefase wisselspanning Cursus/Handleiding/Naslagwerk Driefase wisselspanning INHOUDSTAFEL Inhoudstafel Inleiding 3 Doelstellingen 4 Driefasespanning 5. Opwekken van een driefasespanning 5.. Aanduiding van de fasen 6.. Driefasestroom

Nadere informatie

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting

Newton - HAVO. Elektromagnetisme. Samenvatting Newton - HAVO Elektromagnetisme Samenvatting Het magnetisch veld Een permanente magneet is een magneet waarvan de magnetische werking niet verandert Een draaibare kompasnaald draait met zijn noordpool

Nadere informatie

Modellering windturbines met Vision

Modellering windturbines met Vision Modellering windturbines met Vision 06-078 pmo 11 mei 2006 Phase to Phase BV Utrechtseweg 310 Postbus 100 6800 AC Arnhem T: 026 352 3700 F: 026 352 3709 www.phasetophase.nl 2 06-078 pmo Phase to Phase

Nadere informatie

Tentamen Octrooigemachtigden

Tentamen Octrooigemachtigden Tentamen Octrooigemachtigden Tentamen Opstellen van een octrooiaanvrage (deel A) elektrotechniek/werktuigkunde 6 oktober 2014 09.00 13.00 uur 1 TENTAMENOPGAVE OPSTELLEN VAN EEN OCTROOIAANVRAGE (A) E/W

Nadere informatie

WINDENERGIE : GENERATOREN

WINDENERGIE : GENERATOREN INHOUD: Inleiding Overzicht types generatoren Turbine met asynchrone generator Turbine met asynchrone generator met grote slip Turbine met dubbel gevoede inductiemachine Turbine met synchrone generator

Nadere informatie

Practicum kortsluitankermotor met frequentie-omvormer

Practicum kortsluitankermotor met frequentie-omvormer Practicum kortsluitankermotor met frequentie-omvormer ELS-practicum KA-motor mei 2016 Doel van de meting Deze proef dient om de student inzicht te geven in de werking van de kortsluitankermotor. Tevens

Nadere informatie

6. HOOFDSTUK 6 GEBRUIK EN CONSTRUCTIE VAN SYNCHRONE MACHINES

6. HOOFDSTUK 6 GEBRUIK EN CONSTRUCTIE VAN SYNCHRONE MACHINES 6. HOOFDSTUK 6 GEBRUIK EN CONSTRUCTIE VAN SYNCHRONE MACHINES Alhoewel elke elektrische machine in principe kan werken als generator en als motor, worden heel wat (synchrone) machines gebouwd om uitsluitend

Nadere informatie

Teken grafisch de stroom door de belasting en de stroom geleverd door de secundaire wikkeling. (wo H~ *-l. ~ODI 11 u,

Teken grafisch de stroom door de belasting en de stroom geleverd door de secundaire wikkeling. (wo H~ *-l. ~ODI 11 u, [ Oefeningen Week 7 Teken grafisch de stroom door de belasting en de stroom geleverd door de secundaire wikkeling. D3 (wo H~ D4 *-l Dl -r- ~OD 11 u, Oefensessies Blok 2 Wk 7 Oefeninq Bereken voor de volgende

Nadere informatie

-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer.

-Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer. Extra opgaven hoofdstuk 7 -Zoek de eventuele benodigde gegevens op in het tabellenboek. -De moeilijkere opgaven hebben een rood opgavenummer. Gebruik eventueel gegevens uit tabellenboek. Opgave 7.1 Door

Nadere informatie

Bijlage frequentieregeling Frequentieregeling

Bijlage frequentieregeling Frequentieregeling Bijlage frequentieregeling Frequentieregeling Opbouw van een frequentieregelaar Alle typen frequentieregelaars werken volgens hetzelfde hoofdprincipe, zie fig. 1. Hierbij wordt de driefasenspanning van

Nadere informatie

5. HOOFDSTUK 5 SYNCHRONE MACHINES

5. HOOFDSTUK 5 SYNCHRONE MACHINES 5. HOOFDSTK 5 SYNCHRON MACHNS 5.1 quivalent schema, fasordiagram Zoals bij de inductiemachine heeft men ook hier te doen met een draaiveld. De rotor wordt gevoed met gelijkstroom. De spanningsvergelijkingen

Nadere informatie

1.3 Transformator Werking van een dynamo

1.3 Transformator Werking van een dynamo zekering. b. Je gaat twee weken met vakantie en laat al die lampen aanstaan. Hoeveel gaat die stommiteit je kosten? 1 kwh kost 0,12. 1.3 Transformator Magnetische flux (f) is een maat voor het aantal magnetische

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (3) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Theorie wisselspanning 1.1 De inductieve spoelweerstand (X L ) Wanneer we een spoel op een wisselspanning

Nadere informatie

1. Opwekken van een sinusoïdale wisselspanning.

1. Opwekken van een sinusoïdale wisselspanning. 1. Opwekken van een sinusoïdale wisselspanning. Bij de industriële opwekking van de elektriciteit maakt men steeds gebruik van een draaiende beweging. Veronderstel dat een spoel met rechthoekige doorsnede

Nadere informatie

Onderzoek werking T-verter.

Onderzoek werking T-verter. Onderzoek werking T-verter. De Beer Gino Page 1 02/10/2007 Inhoudstabel: 1. Doelstellingen. 2. Benodigd materiaal. 3. Bespreking van de frequentieregelaar. 4. Instellingen en gebruik van de frequentieregelaar.

Nadere informatie

Leereenheid 4. Driefasige synchrone motoren

Leereenheid 4. Driefasige synchrone motoren Leereenheid 4 Driefasige synchrone motoren Wegwijzer Na de studie van de asynchrone motor, toegepast voor de aandrijving van verschillende werktuigmachines via het driefasenet, bespreken we in deze leereenheid

Nadere informatie

Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday. Copyright 2009 Pearson Education, Inc. Hoofdstuk 29 Electromagnetische Inductie en de wet van Faraday Onderwerpen van H 29 Geinduceerde EMF Faraday s Inductie wet; de wet van Lenz EMF Geinduceerd in een Bewegende Geleider Electrische Generatoren

Nadere informatie

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen)

Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Repetitie magnetisme voor 3HAVO (opgavenblad met waar/niet waar vragen) Ga na of de onderstaande beweringen waar of niet waar zijn (invullen op antwoordblad). 1) De krachtwerking van een magneet is bij

Nadere informatie

Inhoudsopgave. www.ffxs.nl/diy-elektro - 2 - De thyristor, diac en triac

Inhoudsopgave. www.ffxs.nl/diy-elektro - 2 - De thyristor, diac en triac Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Thyristor... 3 Algemeen... 3 Werking... 3 Toepassing... 3 Triac... 4 Algemeen... 4 Werking... 4 Toepassing... 5 Diac... 5 Algemeen... 5 Werking... 5 Toepassing met gelijkspanning

Nadere informatie

7 Elektriciteit en magnetisme.

7 Elektriciteit en magnetisme. 7 Elektriciteit en magnetisme. itwerkingen Opgae 7. aantal 6, 0 9,60 0 8 elektronen Opgae 7. aantal,0 0,0 0 A,60 0 s 9,5 0 6 elektronen/s Opgae 7. O-atoom : +8-8 0 O-ion : +8-0 - Lading O-ion - x,6 0-9

Nadere informatie

Antwoorden E-day. Vraag 1: Wat veroorzaakt de hierboven getoonde lagerschade? A) Slechte smering B) Vervuiling C) Stroomdoorgang D) Overbelasting

Antwoorden E-day. Vraag 1: Wat veroorzaakt de hierboven getoonde lagerschade? A) Slechte smering B) Vervuiling C) Stroomdoorgang D) Overbelasting Antwoorden E-day Vraag 1: Wat veroorzaakt de hierboven getoonde lagerschade? A) Slechte smering B) Vervuiling C) Stroomdoorgang D) Overbelasting Vraag 2: Wat veroorzaakt de hierboven getoonde lagerschade?

Nadere informatie

Een radiotoestel met bakelieten behuizing (zie figuur 11). Bakeliet kent talloze toepassingen, zoals:

Een radiotoestel met bakelieten behuizing (zie figuur 11). Bakeliet kent talloze toepassingen, zoals: Toepassingen Fig 11 Radiotoestel Fig 12 Lampen Een radiotoestel met bakelieten behuizing (zie figuur 11) Bakeliet kent talloze toepassingen zoals: A Tussenlaag in geleiders als elektrische isolatie bijvoorbeeld

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme

Hoofdstuk 6: Elektromagnetisme Hoofdstuk 6: lektromagnetisme Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 6: lektromagnetisme Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. lektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige

Nadere informatie

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et2 040)

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et2 040) 1 Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et2 040) gehouden op vrijdag, 24 augustus 2001 van 14.00 tot 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 6 bladzijden met 6 opgaven. Het aantal punten dat u maximaal per opgave

Nadere informatie

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De koppel-snelheidskarakteristiek van de driefasige asynchrone motor. Totaal :.../100 ../. Remediëring: Datum van opgave:

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De koppel-snelheidskarakteristiek van de driefasige asynchrone motor. Totaal :.../100 ../. Remediëring: Datum van opgave: LABO Elektriciteit OPGAVE: De koppel-snelheidskarakteristiek van de driefasige asynchrone motor Datum van opgave:../..../. Datum van afgifte:../..../. Verslag nr. : 08 Leerling: Assistent(en): Klas: 3.2

Nadere informatie

Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit

Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit Fiche 7 (Analyse): Begrippen over elektriciteit 1. Gelijkstroomkringen (DC) De verschillende elektrische grootheden bij gelijkstroom zijn: Elektrische spanning (volt) definitie: verschillend potentiaal

Nadere informatie

Elektrische Machines. Serie Opname van karakteris-tieken van elektrische machines, zowel met de hand als via de PC.

Elektrische Machines. Serie Opname van karakteris-tieken van elektrische machines, zowel met de hand als via de PC. Rem - en aandrijfeenheid type 2719 met opgespannen testmachine Opname van karakteris-tieken van elektrische machines, zowel met de hand als via de PC. Nieuw snelpansysteem voor alle soorten testmachines

Nadere informatie

NASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT. Wanneer loopt er stroom? Schakelingen

NASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT. Wanneer loopt er stroom? Schakelingen NASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT Wanneer loopt er stroom? Elektrische apparaten werken alleen als er een stroom door loopt. Om de stroom te laten lopen is er altijd een spanningsbron nodig. Dat kan een

Nadere informatie

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Uitwerkingen 1 Opgave 1 IJzer, nikkel en kobalt. Opgave 2 ermanente magneten zijn blijvend magnetisch. Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Opgave 4 Weekijzer is

Nadere informatie

ELEKTRICITEIT LABO ASYNCHRONE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten

ELEKTRICITEIT LABO ASYNCHRONE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten ELEKTRICITEIT LABO ASYNCHRONE MOTOREN I. Claesen / R. Slechten 1 Proeven op driefasen inductiemotoren.... 2 1.1 Onderzoek van het draaiveld van een asynchrone motor.... 2 1.2 Rotorfrequentie en rotorspanning

Nadere informatie

Studiewijzer (ECTS-fiche)

Studiewijzer (ECTS-fiche) Studiewijzer (ECTS-fiche) Opzet van de studiewijzer is om een uitgebreid overzicht te krijgen van de invulling en opbouw van de module. Er bestaat slechts één studiewijzer voor elke module. 1. Identificatie

Nadere informatie

Alternator 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator 2. De werking/ basisprincipe van de wisselstroomgenerator

Alternator 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator 2. De werking/ basisprincipe van de wisselstroomgenerator Alternator In dit hoofdstuk zal ik het vooral hebben over de functie is van de alternator in de wagen. En hoe het basisprincipe is van deze generator. 1. De functie van de wisselstroomgenerator of de alternator

Nadere informatie

Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten

Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten Extra College; Technieken, Instrumenten en Concepten Lorentzkracht: Massa spectrometer Inductie en Generatoren Transformatoren Massa Spectrometer (Bainbridge-type) Eerste zone: snelheidsselectie Tweede

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door Roy 1370 woorden 5 maart 2017 6,8 14 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Samenvatting h4 NaSk1 4.1 Elke keer dat je een apparaat aanzet,

Nadere informatie

Niet-symmetrisch driefasig systeem

Niet-symmetrisch driefasig systeem Niet-symmetrisch driefasig systeem Niet-symmetrisch driefasig systeem - Situering - Symmetrische componenten - Gevolgen - Conclusie Situering In het ideale geval is een driefasig net volledig symmetrisch:

Nadere informatie

Harmonischen: gevolgen

Harmonischen: gevolgen Harmonischen: gevolgen Harmonischen: gevolgen - Spanning- en stroomharmonischen - Geleiders: skin en proximiteitseffect - De nulgeleider - Transformatoren - Inductiemotoren - Diversen Spanning en stroomharmonischen

Nadere informatie

Vermogen Elektronica : Stappenmotor

Vermogen Elektronica : Stappenmotor Naam : Sven Martens / Rob Nijs Nr : 07 /09 Datum : 8/12/04 Vermogen Elektronica : Stappenmotor 1 1 De stappenmotor De stator bevat een aantal spoelen en om de rotor te laten draaien moeten deze spoelen

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (6)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (6) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (6) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Elektromotoren 1.1 Inleiding In de motorvoertuigentechniek hebben we voor de startmotor soms met een seriemotor

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (2) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek () E. Gernaat, ISBN 97-9-97-3- 1 Inductiespanning 1.1 Introductie Eén van de belangrijkste ontdekkingen op het gebied van de elektriciteit was het

Nadere informatie

ZX ronde van 10 april 2011

ZX ronde van 10 april 2011 ZX ronde van 10 april 2011 Transformatoren Vandaag een verhaaltje over de transformator geen speciale transformator maar gewoon een doorsnee voedingstransformator met een gelamelleerde kern. De werking

Nadere informatie

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten.

Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Uitwerkingen 1 Opgave 1 IJzer, nikkel en kobalt. Opgave 2 ermanente magneten zijn blijvend magnetisch. Opgave 3 Staafmagneten, hoefijzermagneten, naaldmagneten en schijfmagneten. Opgave 4 Weekijzer is

Nadere informatie

De dynamo. Student booklet

De dynamo. Student booklet De dynamo Student booklet De dynamo - INDEX - 2006-04-10-14:10 De dynamo In deze module wordt de dynamo behandeld. We beginnen met enkele vereenvoudigde afbeeldingen, om de stof gemakkelijker te begrijpen.

Nadere informatie

2 Elektriciteit Elektriciteit. 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn.

2 Elektriciteit Elektriciteit. 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn. 2 Elektriciteit 1 2.1 Elektriciteit 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn. 2 mp3-speler dynamo fiets accu lamp op je kamer stopcontact auto batterij 3

Nadere informatie

DR-ET2-X. Deelreglement Toegepaste Elektrische aandrijving en besturingstechniek (ET-2)

DR-ET2-X. Deelreglement Toegepaste Elektrische aandrijving en besturingstechniek (ET-2) DR-ET2-X Deelreglement Toegepaste Elektrische aandrijving en besturingstechniek (ET-2) Uitgave: november 2010 DR-ET2-X 2 1 Algemeen Naam : Elsevier Opleidingen, Zwijndrecht Aard : bijeenkomsten Naast dit

Nadere informatie

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte:

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen. Totaal :.../20. .../.../ Datum van afgifte: LABO Elektriciteit OPGAVE: De cos phi -meter Meten van vermogen in éénfase kringen Datum van opgave:.../.../ Datum van afgifte: Verslag nr. : 7 Leerling: Assistenten: Klas: 3.1 EIT.../.../ Evaluatie :.../10

Nadere informatie

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. Mkv Magnetisme Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. In een punt P op een afstand d/2 van de rechtse geleider is

Nadere informatie

WINDENERGIE : SYNCHRONE GENERATOREN

WINDENERGIE : SYNCHRONE GENERATOREN WINDENERGIE : REACTIEF VERMOGEN INHOUD: SYNCHRONE GENERATOREN Het equivalent schema Geleverde stromen en vermogens Het elektrisch net Een synchrone generator is een spanningsbron. Het equivalent schema

Nadere informatie

Analyse van de Futaba S3003 dc motor

Analyse van de Futaba S3003 dc motor Analyse van de Futaba S3003 dc motor Door Ali Kaichouhi In dit artikel wordt de RF-020-TH dc motor wat nader ondergezocht. Het eerste deel bevat informatie over de constructie en de werking van deze motor.

Nadere informatie

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Het magnetisch veld

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Het magnetisch veld Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 4 4.1 Het magnetisch veld Opgave 1 a Het koperen staafje is het staafje dat geen van de andere staafjes aantrekt en niet door de andere staafjes wordt aangetrokken. Het is

Nadere informatie

Bespreking Motorkenplaat Asynchrone Motoren. Frank Rubben

Bespreking Motorkenplaat Asynchrone Motoren. Frank Rubben 2016-2017 Bespreking Motorkenplaat Asynchrone Motoren Frank Rubben Praktische Motorschakelingen Asynchrone Motoren 1 Inhoudsopgave 1. Elektrische Motor: een inleiding... 4 1.1. Intro... 4 1.2. Vragen over

Nadere informatie

Leereenheid 3. Diagnostische toets: Enkelvoudige wisselstroomkringen

Leereenheid 3. Diagnostische toets: Enkelvoudige wisselstroomkringen Leereenheid 3 Diagnostische toets: Enkelvoudige wisselstroomkringen Let op! Bij meerkeuzevragen: Duid met een kringetje rond de letter het juiste antwoord of de juiste antwoorden aan. Vragen gemerkt met:

Nadere informatie

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et 13-20)

Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et 13-20) 1 Tentamen ELEKTRISCHE OMZETTINGEN (et 13-20) gehouden op donderdag, 28 januari 1999 van 8.30 tot 11.30 uur Dit tentamen bestaat uit 6 bladzijden met 6 opgaven. Het aantal punten dat u maximaal per opgave

Nadere informatie

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De éénfasige kwh-meter. Totaal :.../ /.../ Datum van afgifte: .../.../...

LABO. Elektriciteit OPGAVE: De éénfasige kwh-meter. Totaal :.../ /.../ Datum van afgifte: .../.../... LABO Elektriciteit OPGAVE: De éénfasige kwh-meter Datum van opgave:.../.../ Datum van afgifte: Verslag nr. : 3 Leerling: Assistenten: Klas: 3.1 EIT.../.../... Evaluatie :.../10 Theorie :.../10 Meetopstelling

Nadere informatie

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1)

Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1) Magnetische toepassingen in de motorvoertuigentechniek (1) E. Gernaat, ISBN 978-90-808907-3-2 1 Magnetisme 1.1 Het magnetische veld Voor de beschrijving van een magnetisch veld gaan we uit van een staafvormige

Nadere informatie

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. figuur 3 De schuifweerstand is zo ingesteld dat de stroomsterkte 0,50 A is. a) Bereken het

Nadere informatie

elektrotechniek CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 11 A B X C D

elektrotechniek CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 11 A B X C D elektrotechniek SPE K 2009 minitoets bij opdracht 11 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen aan volgens voorbeeld 2 of 3.

Nadere informatie

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan jaar: 1995 nummer: 28 Twee zeer lange draden zijn evenwijdig opgesteld. De stroom door de linkse draad ( zie figuur) is in grootte gelijk aan 30 A en de zin ervan wordt aangegeven door de pijl. We willen

Nadere informatie

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig

Nadere informatie

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005

Vak: Elektromagnetisme ELK Docent: ir. P.den Ouden nov 2005 Onderstaande opgaven lijken op de de verwachten tentamenvragen. Getallen bij beweringen kunnen zijn afgerond, om te voldoen aan de juiste significantie. BEGIN TOETS 1 Een magnetisch veld kan worden voorgesteld

Nadere informatie

Impedantie V I V R R Z R

Impedantie V I V R R Z R Impedantie Impedantie (Z) betekent: wisselstroom-weerstand. De eenheid is (met als gelijkstroom-weerstand) Ohm. De weerstand geeft aan hoe goed de stroom wordt tegengehouden. We kennen de formules I R

Nadere informatie

3.1 Magneten en elektromagneten

3.1 Magneten en elektromagneten 3.1 Magneten en elektromagneten 1 a De punt van de magneet die naar het geografische noorden wijst, heet de magnetische noordpool van de magneet. Dat is afspraak. Hij wordt aangetrokken door een ongelijke

Nadere informatie

Kleine generatoren ZX ronde 24 april 2016

Kleine generatoren ZX ronde 24 april 2016 Kleine generatoren ZX ronde 24 april 2016 De tijd van velddagen en festiviteiten breekt weer aan. Voor het aansluiten van elektrische apparatuur wordt vaak een klein aggregaat gebruikt. Maar ook zijn er

Nadere informatie

Hoofdstuk 13 Magnetische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 13 Magnetische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 13 Magnetische velden Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 13.1 Magnetisme Magneten Z N Z Magnetische veldlijnen: Gaat van N naar Z Als er veel veldlijnen bij elkaar zijn is het

Nadere informatie

De Permanent Magneet Motor: Thierry Dejaegere. Thinnov Lomolenstraat 2 9880 Aalter Lotenhulle België www.thinnov.be

De Permanent Magneet Motor: Thierry Dejaegere. Thinnov Lomolenstraat 2 9880 Aalter Lotenhulle België www.thinnov.be De Permanent Magneet Motor: door: Thierry Dejaegere Thinnov Lomolenstraat 2 9880 Aalter Lotenhulle België www.thinnov.be I. Voorwoord De zoektocht naar alternatieve energiebronnen is reeds lange tijd aan

Nadere informatie

U niversiteit Twente - Faculteit der Elektrotechniek. Ten tam en INLEIDING ELEKTRISCHE ENERGIETECHNIEK (191241770)

U niversiteit Twente - Faculteit der Elektrotechniek. Ten tam en INLEIDING ELEKTRISCHE ENERGIETECHNIEK (191241770) U niversiteit Twente - Faculteit der Elektrotechniek Ten tam en NLEDNG ELEKTRSCHE ENERGETECHNEK (191241770) te houden op woensdag 19 januari 2011 van 13.30 tot 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 6 bladzijden

Nadere informatie

De stappenmotor 1 Inleiding

De stappenmotor 1 Inleiding De stappenmotor 1 Inleiding Stappenmotoren zijn in het bijzonder geschikt om door een digitale besturing aangestuurd te worden, dat wil zeggen aansturing door middel van digitale signalen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

0. Inleiding. Afb. 0.01 HOOFDSTUK 0: INLEIDING 7

0. Inleiding. Afb. 0.01 HOOFDSTUK 0: INLEIDING 7 Inhoud Hoofdstuk 0: Inleiding Hoofdstuk 1: Draaistroommotoren Hoofdstuk 2: Frequentie-omvormers Hoofdstuk 3: Frequentie-omvormers en draaistoomm. Hoofdstuk 4: Bescherming en Veiligheid Bijlage I: Algemene

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektromagnetisme. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektromagnetisme. 4 november Brenda Casteleyn, PhD Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Elektromagnetisme 4 november 2017 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) 1. Inleiding

Nadere informatie

Roterende machines HS. Quercus Technical Services B.V.

Roterende machines HS. Quercus Technical Services B.V. Roterende machines Hâ Quercus Technical Services: B.V. Inhoudsopgave Inleiding De a-synchrone machine. 2.1 Constructie 2.2 Aanloop van de kortsluitankermotor 2.3 Beveiligingen De synchrone machine 3.1

Nadere informatie

Tentamen Analoge- en Elektrotechniek

Tentamen Analoge- en Elektrotechniek Verantwoordelijke docent: R. Hoogendoorn, H.J. Wimmenhoven Cursus Analoge- en Elektrotechniek Code MAMAET01 Cursusjaar: 2014 Datum: 2-6-2014 Tijdsduur: 90 min. Modulehouder: R. Hoogendoorn Aantal bladen:

Nadere informatie

Vrij Technisch Instituut Grote Hulststraat Tielt tel fax

Vrij Technisch Instituut Grote Hulststraat Tielt tel fax De elektrische installatie in een woning heeft heel wat elektrische circuits. Een elektrisch circuit of een elektrische stroomkring is opgebouwd uit een stroombron, een verbruiker, een schakelaar en geleiders.

Nadere informatie

Beschrijving 2. Plaatsing componenten. 2-polige stelmotor. A = Luchtstroom. 1. Aansluitingen 2. Huis 3. Permanente magneet 4. Anker 5.

Beschrijving 2. Plaatsing componenten. 2-polige stelmotor. A = Luchtstroom. 1. Aansluitingen 2. Huis 3. Permanente magneet 4. Anker 5. Beschrijving 3 4 5 Plaatsing componenten. ansluitingen. Huis 3. Permanente magneet 4. nker 5. Klep = Luchtstroom -polige stelmotor Universele informatie Sensoren en stelelementen 6 V 8 4 8 6 4 = Uit; =

Nadere informatie

AC-inductiemotoren en BLDC-motoren lijken erg op elkaar. Het grootste verschil ligt in de constructie van de rotor.

AC-inductiemotoren en BLDC-motoren lijken erg op elkaar. Het grootste verschil ligt in de constructie van de rotor. Pneumatische pompen vormen al vele jaren de steunpilaar van de verfcirculatiewereld en daar zijn goede redenen voor. Ze zijn eenvoudig, betrouwbaar en dankzij de langzame heenen-weer gaande beweging beschadigen

Nadere informatie

* Bereken de uitdrukking voor koppel, vermogen en energiestroom voor synchrone generator. * Bespreek in 't algemeen de invertorschakelingen met 180

* Bereken de uitdrukking voor koppel, vermogen en energiestroom voor synchrone generator. * Bespreek in 't algemeen de invertorschakelingen met 180 * Bereken de uitdrukking voor koppel, vermogen en energiestroom voor synchrone generator. * Bespreek in 't algemeen de invertorschakelingen met 180 schakelperiode (zowel voor Vbron als voor I- bron). *

Nadere informatie

Historische autotechniek (4)

Historische autotechniek (4) Historische autotechniek (4) E. Gernaat (ISBN in overweging) 1 Dynamo en regelaar 1.1 Gelijkstroomdynamo De klassieke, historische dynamo (generator) staat bekent onder gelijkstroomdynamo. Moderne dynamo

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte

Nadere informatie

Zo is het frequentiegeregeld

Zo is het frequentiegeregeld Zo is het frequentiegeregeld Zo is het frequentiegeregeld 2 e Editie Eerste druk : Januari 1996 Tweede druk : Juni 1996 Derde druk : Januari 1998 Vierde druk : September 1999 Vijfde druk : Maart 2001 Artikelnummer

Nadere informatie

Theorie elektriciteit - sem 2

Theorie elektriciteit - sem 2 Theorie elektriciteit - sem 2 Michael De Nil 11 februari 2004 Inhoudsopgave 1 Basisbegrippen 2 1.1 Wisselspanning/stroom gelijkspanning/stroom......... 2 1.2 Gemiddelde waarde effectieve waarde..............

Nadere informatie

Power quality: een breed domein

Power quality: een breed domein Power quality: een breed domein Power quality: een breed domein - Inleiding - Harmonischen in stroom en spanning - Amplitude van de netspanningen - Driefasige netspanningen - De netfrequentie - Alles behandeld?

Nadere informatie

Meerfasige stelsels. Hoofdstuk 9. 9.1 Wat is een meerfasig stelsel. Doelstellingen

Meerfasige stelsels. Hoofdstuk 9. 9.1 Wat is een meerfasig stelsel. Doelstellingen Hoofdstuk 9 Meerfasige stelsels Doelstellingen 1. Weten waarom meerfasige stelsels gebruikt worden 2. Verband tussen de fase- en lijngrootheden kennen 3. Verschillende types meerfasige netwerken kunnen

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-KB 2004 Examenopgaven VMBO-KB 2004 tijdvak 1 maandag 24 mei 9.00-11.00 uur ELEKTROTECHNIEK CSE KB Gebruik waar nodig de bijlage formulelijst. Dit examen bestaat uit 50 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 60

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 : Het driefasennet

Hoofdstuk 3 : Het driefasennet Hoofdstuk 3 : Het driefasennet Algemeen In de lessen praktijk of laboratorium heb je waarschijnlijk de aansluitklemmen van een driefasennet opgemerkt. Je kan alzo 4 klemmen onderscheiden waarvan er 3 dezelfde

Nadere informatie

Leereenheid 8. Diagnostische toets: Driefasenet. Let op!

Leereenheid 8. Diagnostische toets: Driefasenet. Let op! Leereenheid 8 Diagnostische toets: Driefasenet Let op! Bij meerkeuzevragen: Duid met een kringetje rond de letter het juiste antwoord of de juiste antwoorden aan. Vragen gemerkt met: J O. Sommige van die

Nadere informatie

Leereenheid 3. Driefasige il1ductiemotoren (asynchrone motoren)

Leereenheid 3. Driefasige il1ductiemotoren (asynchrone motoren) Leereenheid 3 Driefasige il1ductiemotoren (asynchrone motoren) Wegwijzer n leereenheid behandelden we de synchrone generatoren, die het genereren van wisselspanning beogen; leereenheid 2 behandelde de

Nadere informatie

ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMMOTOREN - LABO

ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMMOTOREN - LABO ELEKTRICITEIT GELIJKSTROOMMOTOREN - LABO Technisch Instituut Sint-Jozef Wijerstraat 28, B -3740 Bilzen Cursus: I. Claesen/R.Slechten Versie:18/11/2004 1 PROEVEN OP GELIJKSTROOMMOTOREN...2 1.1 Inleiding...2

Nadere informatie

LABO. Elektriciteit OPGAVE: Karakteristieken van synchrone generatoren. Remediering: Datum van opgave: Datum van afgifte: Verslag nr. : 06.

LABO. Elektriciteit OPGAVE: Karakteristieken van synchrone generatoren. Remediering: Datum van opgave: Datum van afgifte: Verslag nr. : 06. LABO Elektriciteit OPGAVE: Datum van opgave:.../ /... Datum van afgifte:.../ /... Verslag nr. : 06 Leerling: Karakteristieken van synchrone generatoren Assistenten: Klas: 3.2 EIT KTA Ieper Totaal :.../100

Nadere informatie

ASYNCHRONE EN SYNCHRONE GENERATOREN: EEN BREED SPECTRUM

ASYNCHRONE EN SYNCHRONE GENERATOREN: EEN BREED SPECTRUM ASYNCHRONE EN SYNCHRONE GENERATOREN: EEN BREED SPECTRUM november 12 Focus In de geïndustrialiseerde wereld verbruiken zowel huishoudens, KMO s als grote ondernemingen grote hoeveelheden elektrische energie.

Nadere informatie

Magnetisme. Hoofdstuk 4. 4.1 Inleiding. Doelstellingen

Magnetisme. Hoofdstuk 4. 4.1 Inleiding. Doelstellingen Hoofdstuk 4 Magnetisme Doelstellingen 1. Weten welke magnetische grootheden bestaan en de verbanden ertussen kennen 2. Weten dat er verschillende soorten magnetisme bestaan 3. Weten wat inductie is 4.

Nadere informatie

Wisselspanningen. Maximale en effectieve waarde. We gaan de wisselspanning aansluiten op een weerstand. U R. In deze situatie geldt de wet van Ohm:

Wisselspanningen. Maximale en effectieve waarde. We gaan de wisselspanning aansluiten op een weerstand. U R. In deze situatie geldt de wet van Ohm: Wisselen Maximale en effectieve waarde We gaan de wissel aansluiten op een weerstand. I I G In deze situatie geldt de wet van Ohm: I = We zien een mooie sinusvormige wissel. De hoogste waarde word ook

Nadere informatie

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring 1 De stroom- of ampèremeter De ampèremeter is een meetinstrument om elektrische stroom te meten. De sterkte van een elektrische stroom wordt uitgedrukt in ampère, vandaar de naam ampèremeter. Voorstelling

Nadere informatie

Leereenheid 5. Eenfasige nlotoren

Leereenheid 5. Eenfasige nlotoren Leereenheid 5 Eenfasige nlotoren Wegwijzer Na de studie van de driefasige motoren krijgen in deze leereenheid de eenfasige motoren alle aandacht. Het zijn deze motoren waarmee we in onze dagelijkse leefomgeving

Nadere informatie

Harmonische stromen en resonantie..zx ronde 30 augustus 2015

Harmonische stromen en resonantie..zx ronde 30 augustus 2015 Harmonische stromen en resonantie..zx ronde 30 augustus 2015 Ons elektriciteitsnet wordt bedreven met wisselspanning en wisselstroom. Als bij een lineaire belasting een sinusvormige wisselspanning aangeboden

Nadere informatie

1. Langere vraag over de theorie

1. Langere vraag over de theorie 1. Langere vraag over de theorie Maak gebruik van de methode van de fasoren (teken ook het betreffende diagramma) om het verband tussen stroom en spanning te bepalen in een LC-kring die aangedreven wordt

Nadere informatie