Tussen Meerwaarde en Moraal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tussen Meerwaarde en Moraal"

Transcriptie

1 Tussen Meerwaarde en Moraal De ontwikkeling van duurzaam beleggen binnen de Nederlandse Pensioenfondsen Prof. Dr. Harry Hummels Universiteit Nyenrode Diederik Timmer Universiteit Nyenrode Vereniging van Beleggingsanalisten Commissie Portfolio Management Werkgroep Maatschappelijk Verantwoord Beleggen

2 Dit is een publicatie van Universiteit Nyenrode in samenwerking met Vereniging van Beleggingsanalisten Copyright 2003 Universiteit Nyenrode/VBA Behoudens uitzondering door de wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende(n) op het auteursrecht, (c.q. de uitgever, door de rechthebbenden gemachtigd namens hem/haar op te treden), niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of anderszins, hetgeen ook van toepassing is op de gehele of gedeeltelijke beperking. Titel: Tussen Meerwaarde en Moraal; De ontwikkeling van duurzaam beleggen binnen de Nederlandse Pensioenfondsen Auteurs: Hummels, G.J.A., Timmer, D., VBA Werkgroep MVB Vereniging van Beleggingsanalisten Commissie Portfolio Management Werkgroep Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Universiteit Nyenrode EIBE, Institute for Responsible Business Straatweg 25, 3621 BG, Breukelen

3 Woord Vooraf Pensioenfondsen worden al enige jaren geconfronteerd met de vraag naar hun maatschappelijke verantwoordelijkheid in het algemeen en de verantwoordelijkheid om duurzaam te beleggen in het bijzonder. Met name de vakbonden hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan het agenderen van duurzaam beleggen. In juni 1999 presenteerde de vakcentrale CNV een beleggingscode voor pensioenfondsen. In juni 2000 werd dit initiatief gevolgd door de FNV, die in haar nota Goed belegd sociale, maatschappelijke en milieueisen stelt aan het beheer van het vermogen door pensioenfondsen en verzekeraars. Beide initiatieven hebben een katalyserende werking gehad op de discussies in de Nederlandse pensioenwereld. In de code en de nota wordt duurzaam beleggen dat in algemene zin kan worden omschreven als het beleggen op basis van financiële en niet-financiële informatie primair uitgewerkt naar de werknemersbelangen waarvoor de vakorganisaties opkomen. Op het eerste oog lijkt het alsof de inspanningen van de vakcentrales niet hebben kunnen zorgen voor een omslag in de Nederlandse pensioenmarkt. Voor zover dat op basis van publiek beschikbare informatie kan worden vastgesteld houden de Nederlandse pensioenfondsen niet of nauwelijks rekening met duurzaamheidaspecten bij hun beslissingen om te investeren in ondernemingen, overheden of vastgoed. Voor de werkgroep Maatschappelijk Verantwoord Beleggen binnen de commissie Portfolio Management van de Vereniging van Beleggingsanalisten (VBA) en de Universiteit Nyenrode was het gebrek aan duidelijkheid over initiatieven van de pensioenwereld op het gebied van duurzaam beleggen aanleiding voor het doen van nader onderzoek. Na de zomer van 2002 werd een vragenlijst ontwikkeld, die vervolgens in het late najaar is verspreid onder de pensioenfondsen. Voor u ligt het resultaat van het gemeenschappelijke onderzoek. Wij hopen dat het rapport een aanmoediging is voor pensioenfondsen om na te denken over hun verantwoordelijkheid om duurzaam te gaan beleggen en waar dat gepast is concrete initiatieven te ontplooien gericht op de invulling daarvan. Wij danken Gemma Crijns en de leden van de VBA werkgroep voor hun constructief-kritische commentaren op een eerdere versie van dit rapport. De VBA-werkgroep organiseert op 18 juni 2003 een seminar over duurzaam beleggen. Wilt u informatie hierover of een bijdrage leveren dan kunt u contact opnemen met Marcel de Berg marceldeberg@duurzaamvermogensbeheer.nl, of kijken op Breukelen, 9 april 2003 Universiteit Nyenrode VBA Prof. Dr. Harry Hummels ING Bank Hoogleraar Duurzaam Beleggen Drs. Marcel de Berg RBA Voorzitter werkgroep MVB 3

4 4

5 Inhoudsopgave Woord Vooraf 3 Samenvatting 7 1. De aarzeling Duurzaam beleggen als taak? Onderzoek naar duurzaam beleggen onder Nederlandse pensioenfondsen Opzet van het onderzoek Een enquête onder pensioenfondsen Omvang en respons Non-respons onderzoek De resultaten van het onderzoek Het belang van duurzaam beleggen Beleidsinspanningen Beleid Motivatie voor beleidsontwikkeling Totstandkoming van het beleid Inhoud van het beleid Duurzaamheidinformatie en ondernemingsrisico s Kwaliteit van de informatie Inschatting van risico s De inkleding van vermogensbeheer Beleidsverantwoording De toekomst Analyse van de resultaten Krimpende markten, groeiende belangstelling Belangstelling, beleid, implementatie Betrokkenheid Meervoudige duurzaamheidstrategie De issues Duurzaamheidinformatie en risico-inschattingen De behoefte aan wetgeving in Nederland Internationale vergelijking De aarzeling voorbij? 31 Bijlage 1. Enquête Duurzaam Beleggen 33 Bijlage 2. Samenstelling onderzoeksgroep 39 Universiteit Nyenrode 39 VBA-werkgroep Maatschappelijk Verantwoord Beleggen 39 Noten 41 5

6 6

7 Samenvatting Heeft een pensioenfonds tot taak om duurzaam te beleggen? Of anders gezegd, strekt de verantwoordelijkheid van een pensioenfonds verder dan de zorg voor het rendement op het belegd vermogen ongeacht de wijze waarop dat vermogen wordt geïnvesteerd? De financiële situatie waarin pensioenfondsen zich momenteel bevinden zou het vermoeden kunnen doen post vatten dat de fondsen zich afzijdig houden van duurzaam beleggen. De vraag is: is dat ook zo? De leerstoelhouder Duurzaam Beleggen van Universiteit Nyenrode en de Vereniging van Beleggingsanalisten hebben in de onduidelijkheid rond dit relatief nieuwe fenomeen aanleiding gezien voor een onderzoek naar de stand van duurzaam beleggen binnen de Nederlandse pensioenfondsen. Vragen die de aanleiding vormen voor het doen van onderzoek waren onder meer: Wat is de ruimte voor Nederlandse pensioenfondsen om binnen de kaders van de wet en de statuten van de fondsen invulling te geven aan duurzaam beleggen? Maken pensioenfondsen gebruik van deze ruimte?, en zo ja Op welke wijze maken pensioenfondsen gebruik van de ruimte? In het najaar van 2002 zijn in totaal 300 enquêteformulieren toegezonden aan de pensioenfondsen. De formulieren gingen naar 83 bedrijfstakpensioenfondsen en 217 ondernemingspensioenfondsen. In totaal waren begin maart formulieren retour ontvangen. Hoewel dit aan de lage kant lijkt, vertegenwoordigen de pensioenfondsen die de enquête ingevuld terug hebben gestuurd ruim 68 procent van het totaal belegd pensioenvermogen in Nederland (ultimo 2001). In het navolgende zetten wij de belangrijkste resultaten op een rij. Het belang van duurzaam beleggen De belangrijkste bevindingen zijn: 62,8 % van de pensioenfondsen vindt duurzaam beleggen een belangrijke ontwikkeling. Slechts 4,7 % is het hier niet mee eens. Pensioenfondsen met een beheerd vermogen van meer dan 1 miljard Euro zijn vaker van mening dat duurzaam beleggen een belangrijke ontwikkeling is, dan pensioenfondsen met een beheerd vermogen kleiner dan 1 miljard Euro. 60,5% van de respondenten vindt dat pensioenfondsen een eigen verantwoordelijkheid hebben in het bevorderen van duurzaam beleggen. Beleidsinspanningen duurzaam beleggen Pensioenfondsen spannen zich in toenemende mate in om beleid te ontwikkelen op het terrein van duurzaam beleggen. De BPF-en hebben daarbij wel een voorsprong op de OPF-en. Van alle pensioenfondsen: beschikt een kleine 17 % over een beleid, is 19 % bezig een beleid te ontwikkelen. Als belangrijkste redenen voor beleidsontwikkeling op het gebied van duurzaam beleggen worden genoemd dat: het een praktische manier is om invulling te geven aan de verantwoordelijkheid van het pensioenfonds (27,3 %), het past bij de missie van het pensioenfonds (25,0 %), het aansluit bij het denken over Corporate Governance (20,5 %). 7

8 Een meerderheid van de respondenten is van mening dat duurzaam beleggen geen geld mag kosten (68,8 %). Slechts een beperkte groep is van mening dat deze vorm van beleggen dient te leiden tot een hoger rendement. Respondenten geven aan dat de betrokkenheid van de werkgeversorganisaties bij het formuleren van een duurzaamheidbeleid, min of meer vergelijkbaar is geweest met die van de vakbonden. Dit gegeven is opvallend omdat de werkgeversorganisaties, anders dan de vakbonden, geen beleid hebben geformuleerd dat gericht is op het bevorderen van duurzaam beleggen. Wat betreft de inhoud van het beleid spelen twee aspecten een rol: de strategie die wordt gehanteerd om invulling te geven aan duurzaamheid en de issues. De voornaamste strategieën zijn: het investeren in best-in-class bedrijven (45,5%), het uitsluiten van bedrijven die niet aan de gestelde criteria voldoen (29,5%) en het inventariseren van de sociale, maatschappelijke en milieu risico s (27,3%). De issues of vraagstukken, die voor de pensioenfondsen meespelen in het beleid, zijn: mensenrechtenschendingen (34,1%) overtredingen wet- en regelgeving (27,3%), corruptie (22,7%). Duurzaamheidinformatie en ondernemingsrisico s, De pensioenfondsen zijn overwegend van mening dat de kwaliteit van de duurzaamheidinformatie beantwoordt aan de verwachtingen. Meer dan de helft van de respondenten (51,7 %) is van mening dat de informatie (ruimschoots) toereikend is voor doelstellingen. Maar liefst 82,8 % van de respondenten is het (helemaal) eens met de stelling dat informatie over de duurzame prestaties van een onderneming bijdraagt aan een betere inschatting van de financiële risico s die een onderneming loopt. In aanvulling daarop merkt 37 % van de respondenten op dat de beschikbare informatie een goede inschatting mogelijk maakt van de sociale, maatschappelijke en milieurisico s van ondernemingen. Iets meer dan 27 % is het daar niet mee eens. De pensioenfondsen voegen daar aan toe dat zij zelf maar in beperkte mate actief zoeken naar deze informatie. Ruim een kwart (27,6 %) zoekt actief naar informatie over de sociale-, maatschappelijke- en milieuprestaties van ondernemingen. Inkleding van duurzaam vermogensbeheer Bij het beheer van (een deel van) het vermogen zegt 74 % van de pensioenfondsen nu en/of in de toekomst expliciet duurzaamheidcriteria te betrekken. De figuur toont aan dat de samenleving een inhaalslag staat te wachten van de OPF-en. Waar zij momenteel nog duidelijk achterlopen op de BPF-en daar laat het beeld voor de toekomst geen significante verschillen meer zien. In meerderheid betrekken de pensioenfondsen de criteria en informatie vooral op hun aandelenportefeuille. Daarbij ligt de nadruk vooral op de Europese aandelen en minder op Amerikaanse of Aziatische aandelen, (staatsen bedrijfs)obligaties en beleggingen in vastgoed. Verantwoording over het beleid. Pensioenfondsen vinden dat zij zich moeten verantwoorden over het gevoerde beleid op het terrein van duurzaam beleggen. Maar liefst 82 % van de respondenten is van mening dat de pensioenfondsen zich in het openbaar dienen te verantwoorden ten overstaan van deelnemers, klanten en overige belanghebbenden. In aanvulling op deze vraag merkt 64 % op dat deze verantwoording moet plaatsvinden naast de reguliere financiële verantwoording waartoe de fondsen gehouden 8

9 zijn. Daarbij dient het voor de deelnemers, klanten en overige betrokkenen duidelijk te zijn op grond van welke overwegingen een pensioenfonds heeft geïnvesteerd in een onderneming, aldus 57 % van de respondenten. Analyse van de resultaten De resultaten van de enquête geven aanleiding tot het maken van enkele observaties. de belangstelling voor duurzaam beleggen is groeiende ondanks de sterk tegenzittende aandelenmarkten, de belangstelling wordt in toenemende mate omgezet in beleid, dat langzaam maar gestaag wordt geïmplementeerd, de pensioenfondsen schenken in hun beleid vooral aandacht aan morele en juridische issues, zoals mensenrechtenissues, corruptie en het zich houden aan de wet. Milieu, transparantie, of corporate governance spelen geen rol van betekenis, het belang van duurzaamheidinformatie voor het maken van risicoinschattingen, de (afwezige) noodzaak tot wetgeving om duurzaam beleggen te stimuleren. Onderzoek Britse pensioenfondsen In 2002 deed Just Pensions onderzoek onder 600 bestuursleden van Britse pensioenfondsen. Opvallende verschillen zijn dat vrijwel alle beleggingsstatuten Statements of Investment Principles van de Britse pensioenfondsen bevatten een vorm van engagementstrategie. Hierin verschilt de Britse situatie sterk van de Nederlandse. In het Engelse onderzoek komt naar voren dat informatie verstrekking door ondernemingen over sociale, maatschappelijke en milieuvraagstukken ver achter blijft bij de verwachtingen van de respondenten. Slechts één op de tien respondenten is van mening dat ondernemingen voldoende informatie verstrekken om een adequate inschatting te maken van de sociale en milieueffecten en risico s die het gevolg zijn van het handelen van de ondernemingen. In het voorliggende onderzoek bedraagt dit percentage 37% van de respondenten Conclusie Duurzaam beleggen zit binnen de Nederlandse Pensioenfondsen in de lift die omhoog gaat. Dit ondanks de zorgwekkende ontwikkelingen op de financiële markten in het bijzonder de aandelenbeurzen. De meerderheid van de fondsen erkent het belang van het betrekken van duurzame criteria bij het beheer van het vermogen, terwijl het aantal fondsen dat beleid ontwikkelt en implementeert sterk groeiende is. De ontwikkeling van duurzaam beleggen krijgt daarnaast een impuls doordat de fondsen van mening zijn dat zij in de toekomst meer en betere informatie dienen te verstrekken aan hun deelnemers. Gelet op de doelstellingen van de pensioenfondsen (rendement) behoeft de kwaliteit van de informatie echter verbetering. Dit ondanks de tevredenheid van de respondenten over de kwaliteit van de informatie. Wie de informatie echter kent, kan niet anders dan concluderen dat de financiële betekenis van de duurzaamheidinformatie nog onvoldoende helder is. Te weinig nog kunnen de risico s worden vastgesteld die ondernemingen en daarmee beleggers lopen als zij al dan niet rekening wensen te houden met duurzaamheidaspecten. Teveel lijken de pensioenfondsen nu nog te sturen op moreel getinte aspecten van het ondernemen zoals mensenrechtenschendingen, corruptie en kinderarbeid. Aandacht voor de financiële meerwaarde van duurzaam beleggen, door het inventariseren en waarderen van de duurzaamheidrisico s, dient nog een nadere invulling te krijgen. Aan deze dubbelheid dankt het voorliggende rapport ook haar titel: pensioenfondsen lijken zich momenteel op te houden in een gebied tussen meerwaarde en moraal overigens met relatief goede resultaten. 9

10 10

11 1. De aarzeling 1.1 Duurzaam beleggen als taak? Heeft een pensioenfonds tot taak om duurzaam te beleggen? Of anders gezegd, strekt de verantwoordelijkheid van een pensioenfonds verder dan de zorg voor het rendement op het belegd vermogen ongeacht de wijze waarop dat vermogen wordt geïnvesteerd? Wie iets wil zeggen over de taken van pensioenfondsen, kijkt in de eerste plaats naar de Pensioen- en Spaarfondsenwet (PSW). Wie de wet leest, constateert dat de primaire opdracht van de pensioenfondsen ligt in het zorgdragen voor de pensioenvoorziening van de aangesloten deelnemers. Aan de wijze waarop zij dat doen stelt de wetgever specifieke eisen. Die eisen liggen op het vlak van het bestuur en de organisatie van een pensioenfonds, de verplichtingen ten overstaan van de deelnemers, de betaling van de verschuldigde premies en het beheer van de voor de pensioenvoorziening bestemde gelden. Over dit laatste zegt de wet onder meer (artikel 9a lid1): De bezittingen van een pensioenfonds, dan wel van een beroepspensioenfonds, moeten, tezamen met de te verwachten inkomsten, toereikend zijn ter dekking van de uit de statuten en reglementen voortvloeiende pensioenverplichtingen. Meer in het bijzonder stelt de wet de eis dat het beleggen van de beschikbare gelden op solide wijze dient te geschieden (artikel 9b lid2). Deze bepalingen van de PSW spelen een belangrijke rol in de discussie over duurzaam beleggen, omdat zij hoewel ruim gedefinieerd de financiële kaders aangeven waarbinnen pensioenfondsen dienen te opereren. Het zorgen voor een goed pensioen en bij de uitvoering hiervan letten op de belangen van de bij het fonds betrokken deelnemers biedt veel ruimte voor interpretatie en is (haast) per definitie afhankelijk van de tijdsgeest. Heel lang stond een verantwoord beheer van de beschikbare middelen gelijk aan het investeren in risicomijdend kapitaal. Aan het eind van de vorige eeuw kwam daar verandering in. De vergrijzing van de bevolking en daarmee het vooruitzicht van een toenemende druk op het pensioenstelsel en een versoepeling van de wetgeving, wekten de belangstelling van de pensioenfondsen voor het beleggen in aandelen. Als gevolg van de instortende beurskoersen staat beleggen in het huidige tijdsbeeld in het teken van de solvabiliteit van ons pensioenstelsel 1. Binnen de beperkingen en mogelijkheden die het huidige beleggingskader biedt, komen de volgende vragen op: Wat is de ruimte voor Nederlandse pensioenfondsen om binnen de kaders van de wet en de statuten van de fondsen invulling te geven aan duurzaam beleggen? Maken pensioenfondsen gebruik van deze ruimte?, en zo ja Op welke wijze maken pensioenfondsen gebruik van de ruimte? Enkele pensioenfondsen hebben het voortouw genomen. PGGM en ABP komen al enige jaren naar buiten met hun initiatieven op het terrein van duurzaam beleggen. Ook andere pensioenfondsen, waaronder die van ING Groep en Shell, hebben publiekelijk bekend gemaakt sociale, ethische of milieuoverwegingen mee te nemen bij hun investeringsbeslissingen. PGGM merkt over het meewegen van duurzaamheidaspecten op: Steeds vaker beoordeelt PGGM beleggingsmogelijkheden niet alleen op te verwachten financiële 11

12 opbrengsten, maar ook op sociale en milieuaspecten. Een hoge aandeelhouderswaarde kan immers alleen worden verkregen als de belangen van de verschillende betrokkenen bij een organisatie in ogenschouw worden genomen. 2 ABP geeft op haar website aan: Steeds vaker komt de vraag, zowel van deelnemers van ABP alsook van betrokkenen van buiten de organisatie, of ABP Vermogensbeheer in zijn beleggingen niet meer rekening moet houden met andere dan puur financiële eisen. Voor ABP is dat een relevante vraag. Uiteindelijk gaat het om de vraag of er in een onderneming waarin ABP Vermogensbeheer belegt waarde of risico s zitten die (nog) niet zichtbaar zijn in het jaarverslag. Denk bijvoorbeeld aan milieurisico s, gezonde arbeidsverhoudingen en kwaliteit van de research. ABP Vermogensbeheer houdt bij de beoordeling van bedrijven rekening met dergelijke criteria. 3 Maar ook hier klinkt de aarzeling door. In een discussie over duurzaam beleggen, zo vervolgt het pensioenfonds, staat wat ABP betreft echter altijd één ding van tevoren vast: het rendement staat voorop. Duurzaam beleggen staat derhalve in het teken van het scheppen van meerwaarde boven het streven naar het integreren van morele uitgangspunten in het beleggingsbeleid. 1.2 Onderzoek naar duurzaam beleggen onder Nederlandse pensioenfondsen De genoemde overwegingen hebben de leerstoelhouder Duurzaam Beleggen van de Universiteit Nyenrode en de Vereniging van Beleggingsanalisten ertoe gebracht nader onderzoek te doen naar de stand van duurzaam beleggen binnen de Nederlandse pensioenfondsen. Het onderzoek heeft zich gericht op de ontwikkelingen binnen de bedrijfstakpensioenfondsen en de ondernemingspensioenfondsen. Aan het eind van dit rapport vergelijken wij enkele resultaten met recent onderzoek in Groot-Brittannië naar de stand van duurzaam beleggen onder Britse pensioenfondsen. In dit rapport doen wij verslag van het onderzoek. Achtereenvolgens komen aan de orde: de opzet van het onderzoek, de resultaten, de analyse en een vergelijking met recent Brits onderzoek. 12

13 2. Opzet van het onderzoek 2.1 Een enquête onder pensioenfondsen Om een scherper beeld te krijgen van de recente ontwikkelingen op het terrein van duurzaam beleggen onder pensioenfondsen, hebben de Universiteit Nyenrode en de Vereniging van Beleggingsanalisten het initiatief genomen tot het doen van onderzoek en een enquête uitgezet onder bedrijfstakpensioenfondsen en ondernemingspensioenfondsen. 2.2 Omvang en respons In het najaar van 2002 zijn in totaal 300 enquêteformulieren toegezonden aan de pensioenfondsen. De formulieren gingen naar 83 bedrijfstakpensioenfondsen en 217 ondernemingspensioenfondsen. In totaal waren begin maart formulieren retour ontvangen een percentage van bijna 15 procent 4. Hoewel dit percentage aan de lage kant lijkt, vertegenwoordigen de pensioenfondsen die de enquête ingevuld terug hebben gestuurd een belangrijk deel van het totaal belegd pensioenvermogen in Nederland. Tabel 2.2 Onderverdeling naar categorieën Onze instelling behoort tot de categorie: bedrijfstak pensioenfondsen ondernemings pensioenfondsen Total Frequency Percent Valid Percent 20 45,5 45, ,5 54, ,0 100,0 Een mogelijke verklaring voor de hogere respons onder BPF-en zouden kunnen zijn dat deze fondsen in de regel verder zijn in hun ontwikkeling op weg naar duurzaam beleggen dan OPF-en. Dit verschil in ontwikkeling lijkt mede samen te hangen met de grotere invloed van de vakbonden binnen het bestuur van een BPF zo zullen wij later in meer detail aangeven. Voegen we tabel 1 en 2 samen dan ontstaat in figuur 2.3 het volgende beeld Figuur 2.3 BPF en OPF onderscheiden naar omvang Tabel 2.1 Omvang beheerd vermogen De omvang van het beheerd vermogen bedroeg ultimo 2001 (in miljoenen euro's): minder dan 100 miljoen euro meer dan 100 miljoen euro, maar minder dan 500 miljoen euro meer dan 500 miljoen euro, maar minder dan 1 miljard euro meer dan 1 miljard euro, maar minder dan 5 miljard euro meer dan 5 miljard euro, maar minder dan 15 miljard euro meer dan 15 miljard euro Total Frequency Percent Valid Percent 6 13,6 13,6 9 20,5 20,5 7 15,9 15, ,7 22,7 7 15,9 15,9 5 11,4 11, ,0 100,0 In tabel 2.2 wordt duidelijk dat bedrijfstakpensioenfondsen (BPF) een relatief hogere responsgraad tonen dan ondernemingspensioenfondsen (OPF). 13

14 Omdat het aantal respondenten relatief gering is, zullen wij in het navolgende de fondsen naar grootte onderscheiden in twee groepen: fondsen met een beheerd vermogen van minder dan 1 miljard Euro en fondsen met een belegd vermogen van meer dan 1 miljard Euro. Tabel 2.4 toont het overzicht. Tabel 2.4 Onderverdeling naar omvang fondsen Omvang van het beheerd vermogen (ultimo 2001 in Euro) Cumulative Frequency Percent Valid Percent Percent Valid Minder dan 1 Miljard 22 50,0 50,0 50,0 Meer dan 1 Miljard 22 50,0 50,0 100,0 Total ,0 100,0 Het type pensioenfonds en de omvang van het pensioenfonds (naar zowel 2 als naar 5 categorieën) zijn niet significant gecorreleerd, de relatie is een onafhankelijke. De resultaten van dit onderzoek kunnen worden bezien als een sterke indicatie. Wij beroepen ons niet op volledige representativiteit. De onderzoeksresultaten wijzen op tendensen en mogelijke ontwikkelingen, die met de nodige voorzichtigheid interessante conclusies en hypotheses toelaten. 2.3 Non-respons onderzoek Binnen dit onderzoek was het niet mogelijk om een uitgebreid non-respons onderzoek te houden. Een korte beschouwing van de nonrespons leidt tot diverse inzichten. Ten eerste is het aannemelijk dat pensioenfondsen met een grotere belangstelling voor duurzaam beleggen eerder bereid waren deel te nemen aan het onderzoek. Dit kan mogelijk hebben geleid tot een licht positieve vertekening van de uitkomsten. Het effect van de non-respons blijft echter beperkt door de representatie van meer dan 68,4% van het totaal belegd vermogen van pensioenfondsen in Nederland (ultimo 2001) 5. Om een beter inzicht te krijgen in de non respons beschouwen we de aard van de respondenten: Relatief gezien zijn bedrijfstakpensioenfondsen oververtegenwoordigd in de steekproef, Relatief gezien zijn grote pensioenfondsen oververtegenwoordigd. Deze oververtegenwoordiging neemt toe nadat 13 fondsen waarvan 2 BPF-en en 11 OPF-en bij vraag 8 te kennen hebben gegeven in de komende jaren geen beleid te zullen ontwikkelen. Deze respondenten hebben het vervolg van de vragenlijst niet ingevuld. 14

15 3. De resultaten van het onderzoek Om na te gaan hoe ver pensioenfondsen zijn in hun inspanningen gericht op duurzaam beleggen, maken wij gebruik van de reguliere beleidscyclus: de ontwikkeling, besluitvorming, implementatie en evaluatie/ verantwoording van het beleid. Alvorens een pensioenfonds echter de stap naar beleidsontwikkeling zet, dient zij eerst een oordeel te hebben gevormd over het belang van duurzaam beleggen. De enquête sluit aan bij de beleidscyclus door de respondenten vijf clusters van vragen voor te leggen. Deze hebben betrekking op: 1) de opvattingen ten aanzien van het belang van duurzaam beleggen, 2) de beleidsinspanningen gericht op duurzaam beleggen, 3) de aandacht voor duurzaamheidinformatie en ondernemingsrisico s, 4) de inkleding van het duurzaam vermogensbeheer, en 5) de verantwoording over het gevoerde beleid. In deze paragraaf schetsen wij de resultaten van het onderzoek. Bijlage 1 bevat de volledige vragenlijst. Figuur 3.1 Het belang van duurzaam Beleggen naar categorie pensioenfonds (Respons 97,9%) De waardering voor duurzaam beleggen varieert ook met de omvang van het beheerd vermogen. De pensioenfondsen met een beheerd vermogen van meer dan 1 miljard Euro zijn vaker van mening dat duurzaam beleggen een belangrijke ontwikkeling is, dan pensioenfondsen met een beheerd vermogen kleiner dan 1 miljard Euro. Figuur 3.2 Het belang van duurzaam beleggen naar omvang pensioenfonds (Respons 97,9%) 3.1 Het belang van duurzaam beleggen De respondenten hechten overwegend belang aan duurzaam beleggen. Gevraagd naar een reactie op de stelling Ons pensioenfonds vindt duurzaam beleggen een belangrijke ontwikkeling, geeft maar liefst 62,8 procent aan het (helemaal) met de stelling eens te zijn. Slechts 4,7 procent is het hier niet mee eens. Figuur 3.1 laat zien dat BPF-en en OPF-en significant van mening verschillen over het belang van duurzaam beleggen. Waar 80 procent van de BPF-en het eens is met de stelling, daar ligt dat percentage bij de OPF-en beneden de 50 procent 6. Naast de vraag naar het belang van duurzaam beleggen, werd de stelling voorgelegd: Pensioenfondsen hebben een eigen verantwoordelijkheid in het bevorderen van duurzaam beleggen. Hoewel het percentage respondenten dat het (helemaal) eens was met 15

16 de stelling iets lager lag dan bij de vorige stelling, stemde een meerderheid (60,5 procent van de respondenten) in met de eigen verantwoordelijkheid. Bijna 12 procent van de respondenten was het niet eens met de stelling. Figuur 3.4 Beleidsontwikkeling en omvang pensioenfonds (respons: 95,5%) Figuur 3.3 Eigen verantwoordelijkheid van pensioenfondsen in bevorderen duurzaam beleggen (respons 97,7%) Figuur 3.5 Beleidsontwikkeling en soort pensioenfonds (respons: 95.5%) 3.2 Beleidsinspanningen In algemene zin kunnen we opmerken dat de pensioenfondsen zich in toenemende mate inspannen om beleid te ontwikkelen op het terrein van duurzaam beleggen. De BPF-en hebben daarbij wel een voorsprong op de OPF-en Beleid Van alle pensioenfondsen beschikt momenteel een kleine 17 procent over een beleid, terwijl 19 procent van de respondenten bezig zijn een beleid te ontwikkelen. Zoals uit figuur 3.4 en 3.5 blijkt, zijn het vooral de grote pensioenfondsen en de BPF-en die significant vaker een beleid ontwikkeld hebben of op dit moment verwikkeld zijn in een proces van beleidsontwikkeling. Let op: dit is niet significant omdat de groepen te klein zijn! De cijfers laten zien dat tien pensioenfondsen nog nadenken over de ontwikkeling van een beleid, respectievelijk hebben het voornemen om in de komende twee jaar een beleid te ontwikkelen. Dertien pensioenfondsen hebben geen beleid en verwachten dit de komende jaren ook niet te ontwikkelen Motivatie voor beleidsontwikkeling Uit de enquête blijkt dat pensioenfondsen beschikken over een mix van motieven om de stap naar beleidsontwikkeling te zetten. Als belangrijkste redenen voor beleidsontwikkeling worden genoemd 8 : het is een praktische manier om invulling te geven aan de verantwoordelijkheid van het pensioenfonds (27,3 procent) 16

17 het past bij de missie van het pensioenfonds (25,0 procent) het sluit aan bij ons denken over Corporate Governance (20,5 procent) het stimuleren van duurzaam beleggen leidt tot een hoger rendement (18,2 procent), en het draagt bij aan de reputatie van het pensioenfonds (18,2 procent) Met andere woorden, duurzaam beleggen is belangrijk omdat het een verbinding maakt met de identiteit van het pensioenfonds, de gewenste openheid, het (financieel) resultaat en het pragmatisme dat diverse pensioenfondsen kenmerkt. Ten aanzien van het rendement merken wij nader op dat de meerderheid van de respondenten van mening is dat duurzaam beleggen geen geld mag kosten (68,8 procent 9 ). Slechts een beperkte groep is van mening dat deze vorm van beleggen dient te leiden tot een hoger rendement Totstandkoming van het beleid Bij de pensioenfondsen die beschikken over een beleid constateren wij dat 10 naast het bestuur 48,4 procent is (zeer) betrokken en de directie van de pensioenfondsen 46,4 procent is (zeer) betrokken ook de vakbonden betrokken zijn geweest bij de totstandkoming ervan. Met name bij de BPFen blijkt de invloed van de vakbonden merkbaar aanwezig in tegenstelling tot de OPF-en 11. Bij de laatste categorie geven de respondenten overwegend aan dat de vakbonden (in het geheel) niet betrokken zijn geweest. De omvang van het pensioenfonds blijkt geen invloed te hebben op de betrokkenheid van de vakbonden. Figuur 3.6 Betrokkenheid van de vakbonden bij het tot stand komen van het beleid en het soort pensioenfonds (Respons 68,2%) De respondenten geven overigens aan dat de betrokkenheid van de werkgeversorganisaties bij het formuleren van een duurzaamheidbeleid, min of meer vergelijkbaar is geweest met die van de vakbonden. Tabel 3.7 Betrokkenheid werkgeversorganisaties bij het tot stand komen van het beleid en het soort pensioenfonds (Respons 65,9%) Dit gegeven is opvallend omdat de werkgeversorganisaties, anders dan de vakbonden, geen beleid hebben geformuleerd dat gericht is op het bevorderen van duurzaam beleggen. 17

18 Eveneens opvallend is de betrokkenheid van externe vermogensbeheerders. Maar liefst 31 procent van de respondenten geeft aan dat deze externe ondersteuners (zeer) betrokken zijn geweest bij het totstandkomen van het beleid. Nadere analyse leert dat de externe ondersteuning niet samenhangt met de omvang van het beheerde vermogen. Zowel grote als kleine pensioenfondsen rekenen op de steun van externe vermogensbeheerders om invulling te geven aan het beleid op het terrein van duurzaam vermogensbeheer. De koepelorganisaties hebben zich naar de mening van de respondenten niet of nauwelijks laten zien. Een ruime meerderheid van de pensioenfondsen is van mening dat de Vereniging voor Bedrijfstakpensioenfondsen en de Stichting Ondernemingspensioenfondsen (in het geheel) niet betrokken zijn geweest bij de ontwikkeling van het beleid op het gebied van duurzaamheid. Slechts bij 3 pensioenfondsen heeft een koepelorganisatie enige rol van betekenis gespeeld Inhoud van het beleid Als het gaat om de inhoud van het beleid spelen twee aspecten een rol: a) de strategie die wordt gehanteerd om invulling te geven aan duurzaamheid, en b) de issues. In het navolgende gaan wij hier nader op in. a) de duurzaamheidstrategie In de vragenlijst is onderscheid gemaakt tussen diverse strategieën van duurzaam beleggen. Refererend aan het beleggen in aandelen zijn naast het uitsluiten van bedrijven die niet voldoen aan de gestelde criteria nog diverse andere strategieën onderscheiden. Voorbeelden zijn: het investeren in best-in-class ondernemingen, het in dialoog treden met de onderneming, het gebruik van het informatie- en stemrecht tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA), of het inventariseren van bedrijfsrisico s op sociaal, maatschappelijk en milieuterrein. De meest gehanteerde strategieën zijn 12 : het investeren in best-in-class bedrijven (45,5 procent) het uitsluiten van bedrijven die niet aan de gestelde criteria voldoen (29,5 procent) het inventariseren van de sociale, maatschappelijke en milieu risico s (27,3 procent) het gebruik van het informatie en stemrecht tijdens de AVA (25,0 procent) De belangstelling voor het aangaan van de dialoog met ondernemingen is verhoudingsgewijs gering. Slechts 13,6 procent van de respondenten is van mening dat dit een bruikbare strategie is om invulling te geven aan duurzaam beleggen. De resultaten wijzen uit dat grote pensioenfondsen vaker een mix van strategieën hanteren dan kleine pensioenfondsen. b) de issues Naast de strategie hebben wij gevraagd naar de issues of vraagstukken die voor de pensioenfondsen meespelen in het beleid. Daaruit komt het volgende beeld naar voren (met achter elk issue het percentage pensioenfondsen dat rekening houdt met het issue 13 ): 1) schendingen van mensenrechten (34,1 procent) 2) overtredingen van wet- en regelgeving (27,3 procent) 3) corruptie (22,7 procent) 4) productie van en handel in wapens (20,5 procent) 5) kinderarbeid (15,9 procent) 6) arbeidsomstandigheden (13,6 procent) De grote pensioenfondsen focusseren meer op bovengenoemde issues dan de kleine, bij wie de spreiding over alle andere benoemde issues veel groter is. Daarnaast verschillen kleine en grote pensioenfondsen significant in hun waardering van de overtredingen van wet 18

19 en regelgeving. De kleinere pensionfondsen zetten dit issue op een gedeelde 6 e plaats, terwijl de grotere pensioenfondsen dit het belangrijkste issue vinden samen met schendingen van mensenrechten (beiden scoren 40% bij de grote pensioenfondsen). Naast de genoemde topvraagstukken vertoont de enquête nog enkele opvallende resultaten: a) milieucriteria, zoals de uitstoot van schadelijke stoffen, waterverbruik en energieverbruik spelen geen rol van betekenis in de beleidsvorming van de pensioenfondsen. De drie aspecten komen elk niet boven de 7 procent uit; b) anders dan in de Verenigde Staten spelen criteria zoals tabak (9,1 procent), alcohol (2,3 procent), pornografie (9,1 procent) en kansspelen (2,3 procent) hoegenaamd geen rol van betekenis 14 ; c) ook een actueel onderwerp als genetische modificatie wordt door de pensioenfondsen niet in overweging genomen (2,3 procent); d) de aandacht voor transparantie (9,1 procent), corporate governance (11,4 procent) en de beloning van raden van bestuur en directies (2,3 procent) is eveneens gering in het beleid van de pensioenfondsen als het gaat om duurzaamheid. 3.3 Duurzaamheidinformatie en ondernemingsrisico s Kwaliteit van de informatie De pensioenfondsen zijn overwegend van mening dat de kwaliteit van de duurzaamheidinformatie beantwoordt aan de verwachtingen. Meer dan de helft van de respondenten (51,7 procent) is van mening dat de informatie (ruimschoots) toereikend is voor doelstellingen waarvoor zij deze informatie gebruiken. Ruim 20 procent is van mening dat de kwaliteit van de informatie niet volstaat. Grote en kleine pensioenfondsen, respectievelijk BPF-en en OPF-en verschillen op dit punt niet van mening Inschatting van risico s Maar liefst 82,8 procent van de respondenten is het (helemaal) eens met de stelling dat informatie over de duurzame prestaties van een onderneming bijdraagt aan een betere inschatting van de financiële risico s die een onderneming loopt. In verkapte zin wordt daarmee nogmaals in andere termen het (financieel) belang van duurzaam beleggen onderstreept. In aanvulling daarop merkt 37 procent van de respondenten op dat de beschikbare informatie een goede inschatting mogelijk maakt van de sociale, maatschappelijke en milieurisico s van ondernemingen. Iets meer dan 27 procent is het daar niet mee eens. De pensioenfondsen voegen daar aan toe dat zij zelf maar in beperkte mate actief zoeken naar deze informatie. Ruim een kwart (27,6 procent) zegt het (helemaal) eens te zijn met de stelling Ons pensioenfonds zoekt actief naar informatie over de sociale-, maatschappelijke- en milieuprestaties van ondernemingen. Nader uitwerking leert dat: vier pensioenfondsen de eigen medewerkers actief laten zoeken naar duurzaamheidinfo, zes pensioenfondsen samenwerken met 1 externe informatieleverancier, en een pensioenfonds samenwerkt met 2 externe informatieleveranciers. Voor zover de overige pensioenfondsen informeren naar duurzaamheidprestaties van ondernemingen of overheden, is dat via externe vermogensbeheerders. 3.4 De inkleding van vermogensbeheer Bij het beheer van (een deel van) het vermogen zegt 74 procent van de pensioenfondsen nu en/of in de toekomst 19

20 expliciet duurzaamheidcriteria te betrekken. Slechts 4 procent zegt dat niet te overwegen. De overige respondenten beraden zich nog. Figuur 3.8 Bij het beheer van het vermogen betrekken wij nu en/of in de toekomst duurzaamheidcriteria en soort pensioenfonds (respons: 80,9%) Tabel 3.9 Asset classes Deel portefeuille Totaal % Europese aandelen % Amerikaanse aandelen % Aziatische aandelen % Bedrijfsobligaties % Staatsobligaties % Vastgoed % 3.5 Beleidsverantwoording De figuur toont aan dat de samenleving een inhaalslag staat te wachten van de OPF-en. Waar zij momenteel nog duidelijk achterlopen op de BPF-en (figuur 3.1 en 3.5), daar laat het beeld voor de toekomst geen significante verschillen meer zien. De wijze waarop de pensioenfondsen het duurzaam vermogensbeheer inkleden verschilt. Ongeveer een derde van de fondsen besteedt het vermogensbeheer op duurzame grondslag geheel of gedeeltelijk uit aan een externe vermogensbeheerder; een ruime meerderheid doet dat echter niet. Pensioenfondsen vinden dat zij zich moeten verantwoorden over het gevoerde beleid op het terrein van duurzaam beleggen. Maar liefst 82 procent van de respondenten is van mening dat de pensioenfondsen zich in het openbaar dienen te verantwoorden ten overstaan van deelnemers, klanten en overige belanghebbenden. In aanvulling op deze vraag merkt 64 procent op dat deze verantwoording moet plaatsvinden naast de reguliere financiële verantwoording waartoe de fondsen gehouden zijn. Daarbij dient het voor de deelnemers, klanten en overige betrokkenen duidelijk te zijn op grond van welke overwegingen een pensioenfonds heeft geïnvesteerd in een onderneming, aldus 57 procent van de respondenten. 21 Procent is het niet eens met deze stelling waarbij OPFen minder open zijn dan BPF-en. In meerderheid betrekken de pensioenfondsen de criteria en informatie vooral op hun aandelenportefeuille. Daarbij ligt de nadruk vooral op de Europese aandelen en minder op Amerikaanse of Aziatische aandelen 15, (staats- en bedrijfs)obligaties en beleggingen in vastgoed. 20

21 Figuur 3.10 In de verantwoording moet het voor deelnemers, klanten en overigen duidelijk zijn op grond van welke overwegingen een fonds heeft geïnvesteerd in een onderneming. (respons 63,6%) concrete stappen zullen zetten gericht op het ontwikkelen en implementeren van beleid. Aanvullend hebben wij gevraagd of de pensioenfondsen verwachten in de toekomst in dialoog te treden met ondernemingen, respectievelijk gebruik denken te maken van hun recht op informatie en het recht hun stem uit te brengen tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders. In vergelijking met de huidige stand van zaken is sprake van een lichte stijging, zo wijst de onderstaande tabel uit. Figuur 3.11 De dialoog en het recht op informatie nu en in de toekomst (respons 61,4%) 3.6 De toekomst Naast een beeld van het heden en verleden van duurzaam beleggen, beoogt de enquête inzicht te verschaffen in de toekomstplannen van de pensioenfondsen. In het voorafgaande zijn al enkele doorkijkjes gegeven naar de toekomst. Zo hebben we expliciet gevraagd naar de (toekomstige) beleidsontwikkeling, terwijl bij het vermogensbeheer is nagegaan of pensioenfondsen nu en/of in de toekomst expliciet duurzaamheidcriteria zullen hanteren. Uit de antwoorden, zo gaven wij aan, valt af te leiden dat de belangstelling voor duurzaam beleggen groeiende is. Redelijkerwijs mag worden verwacht dat in de komende tijd meer pensioenfondsen Ten aanzien van de (toekomstige) dialoog en het gebruik maken van de rechten van aandeelhouders, zijn geen significante verschillen waar te nemen tussen BPF-en en OPF-en, noch tussen grote en kleine pensioenfondsen. 21

22 22

23 4. Analyse van de resultaten De resultaten van de enquête geven aanleiding tot het maken van enkele observaties. Wij gaan in het navolgende in op de volgende aspecten: 1) de belangstelling voor duurzaam beleggen is groeiende ondanks de sterk tegenzittende aandelenmarkten, 2) de belangstelling wordt in toenemende mate omgezet in beleid, dat langzaam maar gestaag wordt geïmplementeerd, 3) de pensioenfondsen schenken in hun beleid vooral aandacht aan morele en juridische issues, zoals mensenrechtenissues, corruptie en het zich houden aan de wet. Milieu, transparantie, of corporate governance spelen geen rol van betekenis, 4) het belang van duurzaamheidinformatie voor het maken van risicoinschattingen, 5) de (afwezige) noodzaak tot wetgeving om duurzaam beleggen te stimuleren. 4.1 Krimpende markten, groeiende belangstelling De pensioenfondsen hebben het afgelopen jaar stevige verliezen geïncasseerd op hun beleggingsportefeuille. Die verliezen waren zelfs zo groot dat bij diverse fondsen de verplichte dekkingsgraad van 100 procent waarbij het opgebouwde vermogen zodanig is dat bij een rendement van 4 procent op jaarbasis alle aangegane verplichtingen op dit moment nominaal kunnen worden uitgekeerd 16 in gevaar dreigde te komen. Recent onderzoek van de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen heeft wees uit dat de gemiddelde dekkingsgraad eind ,5 procent bedroeg een daling met bijna 20 procent vergeleken met Hoewel deze ontwikkeling ongetwijfeld een vertragend effect heeft gehad op de ontwikkeling van duurzaam beleggen, heeft de financiële neergang niet geleid tot afstel. De enquête is gehouden op een moment dat de beurzen al volop in mineur waren en de Pensioen- en Verzekeringskamer reeds maatregelen had afgekondigd, gericht op het beschermen van de dekkingsgraden. In haar circulaire van 30 september 2002 merkt de PVK op 18 : Het totale vermogen van de Nederlandse pensioenfondsen is de afgelopen jaren veel minder toegenomen dan werd voorzien, terwijl de verplichtingen uiteraard wel zijn gestegen. Dit heeft een negatief effect op de dekkingsgraad van de fondsen. In dat licht stelt de PVK onder meer dat een pensioenfonds: in staat is voor beleggingen in aandelen en andere zakelijke waarden, door het aanhouden van buffers of anderszins, een waardedaling op te vangen tot een waarde die ten minste 40% lager ligt dan de hoogste stand van de benchmark in de voorafgaande 48 maanden. Ondanks de negatieve tendens op de effectenbeurzen en de daaruit voortvloeiende maatregelen, geven de pensioenfondsen aan belang te hechten aan duurzaam beleggen. Tegen de achtergrond van de doelstellingen van de fondsen is dat ook begrijpelijk. Duurzaam beleggen draagt naar hun mening namelijk bij aan de realisatie van financiële en maatschappelijke doelen. In de eerste plaats verwachten veel pensioenfondsen dat duurzaam beleggen bijdraagt aan een beter rendement op de lange termijn. De directeur beleggingen van PGGM, Roderick Munsters, gaf enige tijd geleden tegenover NRC Handelsblad aan dat hij ervan uitging dat wij op lange termijn extra rendement kunnen boeken doordat ondernemingen extra inspanningen op milieugebied doen, bijvoorbeeld omdat consumenten daar positief op reageren, of omdat zij minder milieuheffingen moeten betalen. Munsters 23

24 voegde daar aan toe: Als het rendement kost, ben ik gauw klaar: stoppen 19. Als zodanig is er op de lange termijn, aldus Munsters, geen tegenstelling tussen enerzijds de bij wet gestelde eis tot solide beleggen en de door de pensioenfondsen opgestelde beleggingskaders en anderzijds duurzaam beleggen. Weliswaar loopt een pensioenfonds een groter risico als zij kiest voor het uitsluiten van ondernemingen of overheden die niet voldoen aan de duurzaamheideisen van het fonds waarbij de omvang van het risico afhangt van het aantal en het gewicht van de uitsluitingen. Echter, pensioenfondsen zijn voor de operationalisering van duurzaam beleggen niet (noodzakelijk) aangewezen op uitsluitingscenario s. Er zijn ook andere en vaak betere strategieën voorhanden. De opvatting dat duurzaam beleggen niet noodzakelijk geld kost, wordt onder meer gestaafd door recent wetenschappelijk onderzoek van Bauer, Koedijk en Otten (2002). Hun onderzoek naar de financiële performance van 103 ethische beleggingsfondsen, wijst uit dat de prestaties van deze fondsen niet achterblijven bij die van reguliere beleggingsfondsen. 20 Bauer et al. staan niet alleen in hun opvatting dat de keuze voor duurzaam beleggen financieel verantwoord kan zijn. Voor een overzicht van empirische studies verwijzen wij graag naar Margolis en Walsh (2001) 21. In de tweede plaats is het formuleren van de beleidsdoelstellingen van pensioenfondsen niet een statisch gebeuren, maar een dynamische ontwikkeling. Pensioenfondsen worden door talrijke krachten beïnvloed bij de ontwikkeling van het beleid en het afleggen van verantwoording daarover. Op het terrein van duurzaam beleggen is dat niet anders. De samenleving verwacht in toenemende mate openheid over (en de gevolgen van het) gevoerde beleid en een bewust standpunt van de pensioenfondsen op sociaal, ethisch, maatschappelijk en milieuterrein. Duurzaam beleggen en het afleggen van verantwoording daarover is dan een eigentijdse en praktische manier om invulling te geven aan de maatschappelijke verwachtingen. Steeds meer pensioenfondsen lijken zich dat te realiseren: 82,1 procent van de respondenten vindt dat pensioenfondsen verantwoording dienen af te leggen over het gevoerde beleid op duurzaamheidgebied. 4.2 Belangstelling, beleid, implementatie De resultaten van dit onderzoek suggereren een ontwikkeling in de tijd, die ertoe kan leiden dat in de komende jaren diverse pensioenfondsen initiatieven zullen ontplooien op het terrein van beleidsontwikkeling en implementatie. Een ruime meerderheid van de Nederlandse pensioenfondsen zegt belang te hechten aan duurzaam beleggen, terwijl een kleine 17 procent al over een beleid beschikt. Bij 19 procent van de pensioenfondsen wordt momenteel beleid ontwikkeld, terwijl nog eens 23 procent concrete plannen heeft voor beleidsontwikkeling, respectievelijk daarover nadenkt. Ook figuur 3.10 laat aan duidelijkheid weinig te wensen over: 74,1 procent van de pensioenfondsen is het (helemaal) eens met de stelling dat zij in de toekomst bij het beheer van het vermogen expliciet duurzaamheidcriteria zullen betrekken. Daaruit mag worden geconcludeerd dat de pensioenwereld voor een concrete operationaliseringslag staat op het vlak van duurzaam beleggen. Dit geldt voor zowel de BPF-en als de OPF-en. 4.3 Betrokkenheid Ten aanzien van de betrokkenheid van bestuur, vakbonden en externe beheerders kunnen enkele opmerkingen worden gemaakt: Het onderzoek wijst uit dat besturen van BPF-en significant vaker betrokken zijn 24

25 bij de ontwikkeling van beleid dan besturen van OPF-en. Een mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat de invloed van de vakbonden groter is binnen het bestuur van een BPF vergeleken met het bestuur van een OPF. De betrokkenheid van de vakbonden is mogelijkerwijs groter geweest dan ruim 20 procent van de respondenten die expliciet op de vakbondsbetrokkenheid wijzen. Daarnaast moet worden bedacht dat de hoge betrokkenheid van het bestuur mogelijk mede wordt verklaard door de paritaire samenstelling van het bestuur en de invloed van de vakbonden op de activiteiten, het beleid en de betrokkenheid van het bestuur. Dit geldt overigens niet voor OPF-en, waarin de vakbonden niet rechtstreeks zijn vertegenwoordigd. Dit verklaart ook waarom respondenten van BPF-en vaker wijzen op de betrokkenheid van de vakbonden dan OPF-en Voor de hoge mate van betrokkenheid van externe vermogensbeheerders zijn meerdere verklaringen denkbaar. In de eerste plaats beschikken veel pensioenfondsen de grote fondsen uitgezonderd over geringe expertise en ervaring op het terrein van duurzaam beleggen. Gecombineerd met de beperkte omvang van de staf is het vaak moeilijk voor pensioenfondsen om actief en zelfstandig beleid te ontwikkelen en zorg te dragen voor de implementatie. In de tweede plaats ligt het voor de hand de externe vermogensbeheerder actief te betrekken bij de ontwikkeling van duurzaamheidbeleid, omdat de vermogensbeheerder op termijn het beleid moet operationaliseren. 4.4 Meervoudige duurzaamheidstrategie In paragraaf gaven wij aan dat grote pensioenfondsen vaker dan de kleine een mix van strategieën hanteren. Dit kan een aantal oorzaken hebben. In de eerste plaats kan het hanteren van een meervoudige duurzaamheidstrategie het gevolg zijn van een bewuste keuze van een pensioenfonds, bijvoorbeeld vanuit een oogpunt van risicospreiding. In de tweede plaats kan het besluit ook wijzen op onzekerheid bij de fondsen over de effectiviteit van de onderscheiden strategieën. Het is op zijn minst waarschijnlijk dat onduidelijkheid over de effectiviteit van de verschillende duurzaamheidstrategieën een belangrijke factor is om meerdere wegen te bewandelen. In een tijd waarin de rendementen van de fondsen onder druk staan, is het begrijpelijk zo niet noodzakelijk dat pensioenfondsen meer kennis en ervaring opdoen met de verschillende strategieën. Hun fiduciaire verantwoordelijkheid om solide te beleggen, verplicht hen daar als het ware toe. Dat het in dit kader vooral grote pensioenfondsen zijn die een meervoudige duurzaamheidstrategie hanteren, is eveneens begrijpelijk. Zij beschikken over meer resources om de kosten te dragen die gepaard gaan met het hanteren van meerdere strategieën. 4.5 De issues De pensioenfondsen schenken in hun beleid vooral aandacht aan moreel getinte en juridische issues, zoals schendingen van mensenrechten, corruptie en het zich houden aan de wet. Milieu, transparantie, of corporate governance spelen geen of een veel geringere rol van betekenis. Dit resultaat lijkt opmerkelijk, omdat de laatste twee issues veelbesproken zijn in de pensioenwereld. Uit ons onderzoek mag echter niet worden geconcludeerd dat pensioenfondsen geen oog hebben voor het belang van transparantie en corporate governance van bedrijven. Integendeel. Niet uitgesloten mag worden dat wel degelijk aandacht bestaat voor deze issues, maar dat pensioenfondsen ze niet in verbinding brengen met het duurzaamheid- 25

Jaarverslag 2017 van Pensioenfonds Vervoer Maatschappelijk Verantwoord Beleggen. Jaarverslag Maatschappelijk verantwoord beleggen

Jaarverslag 2017 van Pensioenfonds Vervoer Maatschappelijk Verantwoord Beleggen. Jaarverslag Maatschappelijk verantwoord beleggen Jaarverslag 2017 Maatschappelijk verantwoord beleggen 1 INLEIDING Pensioenfonds Vervoer vindt het belangrijk beleggen op een maatschappelijk verantwoorde manier in te richten. Het fundament van het beleid

Nadere informatie

KENMERK: B/13/7252/HL DATUM: 25 april 2013 ONDERWERP VcTantwoord beleggen

KENMERK: B/13/7252/HL DATUM: 25 april 2013 ONDERWERP VcTantwoord beleggen -p ENSIOEN EDERATIE Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de Staatssecretaris, mevrouw J. Klijnsma Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Pensioenfederatie Prinses Margrietplantsoen 90 2595 BR

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten

Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten 9-1-2018 Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten ESG-beleid Over dit document Dit document beschrijft het ESG-beleid (Environmental, Social en Governance) van Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten

Nadere informatie

Jaarverslag verantwoord beleggen 2015

Jaarverslag verantwoord beleggen 2015 Jaarverslag verantwoord beleggen 2015 Ook in 2015 heeft Pensioenfonds Vervoer in het beleggingsbeleid en de uitvoering ervan weer een impuls kunnen geven aan maatschappelijke verantwoord beleggen. Nadat

Nadere informatie

11. Bijlage 2: Beleidsdocument Verantwoord Beleggen

11. Bijlage 2: Beleidsdocument Verantwoord Beleggen 11. Bijlage 2: Beleidsdocument Verantwoord Beleggen INLEIDING Wereldwijd wordt meer en meer de gedachte omarmd dat bij beleggen in ondernemingen rekening gehouden moet worden met de gevolgen van het handelen

Nadere informatie

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken Beleggingsovertuigingen Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken Beleggingsovertuigingen De missie van het Pensioenfonds Openbare Bibliotheken (POB) is een toekomstbestendig en verantwoord pensioen

Nadere informatie

Kenmerk : B/09/2459/TW 21 december 2009 Onderwerp : Inventarisatie verantwoord beleggen

Kenmerk : B/09/2459/TW 21 december 2009 Onderwerp : Inventarisatie verantwoord beleggen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer mr J.P.H. Donner Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Kenmerk : B/09/2459/TW Onderwerp : Inventarisatie verantwoord beleggen Geachte heer Donner,

Nadere informatie

4. Medezeggenschap bij ondernemingspensioenfondsen

4. Medezeggenschap bij ondernemingspensioenfondsen 4. Medezeggenschap bij ondernemingspensioenfondsen In het convenant en in de Pensioenwet is er verschil tussen de positie van ondernemingspensioenfondsen en bedrijfstakpensioenfondsen. Bedrijfstakpensioenfondsen

Nadere informatie

Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandelindustrie september 2015

Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandelindustrie september 2015 Maatschappelijk verantwoord beleggen Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandelindustrie september 2015 Beleid ten aanzien van Maatschappelijk verantwoord beleggen Inleiding BPF Houthandel draagt

Nadere informatie

Beleggingsstatuut Longfonds

Beleggingsstatuut Longfonds Beleggingsstatuut Longfonds April 2016 Inhoud 1. Algemeen... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Wet- en regelgeving... 3 2. Financiële middelen... 3 2.1 Algemeen... 3 2.2 Schulden en reserves... 4 2.3 Doel en tijdshorizon

Nadere informatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in Bouwmaterialen (Bpf HiBiN) ESG Beleid

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in Bouwmaterialen (Bpf HiBiN) ESG Beleid Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in Bouwmaterialen (Bpf HiBiN) ESG Beleid 1 Versie Datum Door Status Omschrijving wijziging incl. aanleiding 1.0 17-01-2018 BVC Voorlopig 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2018 bedroeg 119,0%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2018 bedroeg -0,6%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

Richtlijn Financieel Beheer Goede Doelen Richtlijn vastgesteld op 22 juni 2017

Richtlijn Financieel Beheer Goede Doelen Richtlijn vastgesteld op 22 juni 2017 Richtlijn Financieel Beheer Goede Doelen Richtlijn vastgesteld op 22 juni 2017 Deze richtlijn heeft betrekking op reserves en fondsen en het verantwoord beheer daarvan. Hierbij gaat het om alle vormen

Nadere informatie

Eerste halfjaarverslag 2018 Maatschappelijk Verantwoord Beleggen

Eerste halfjaarverslag 2018 Maatschappelijk Verantwoord Beleggen eerste halfjaarverslag 2018 maatschappelijk verantwoord beleggen 1 INLEIDING vindt het belangrijk beleggen op een maatschappelijk verantwoorde manier in te richten. Het fundament van het beleid op gebied

Nadere informatie

Populair beleggingsplan

Populair beleggingsplan Populair beleggingsplan versie oktober 2015 1 Inhoudsopgave Waarom belegt het pensioenfonds? 4 Wat is het doel van beleggen? 4 Wat levert beleggen op? 4 Er gaan toch ook risico s gepaard met beleggen?

Nadere informatie

Maatschappelijk Verantwoord beleggen Beleid

Maatschappelijk Verantwoord beleggen Beleid Maatschappelijk Verantwoord beleggen Beleid 8 januari 205 Inleiding In de Investment Policy Statement heeft SPT de volgende beleggingsovertuiging geformuleerd: Een pensioenfonds is een institutionele,

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2016 bedroeg 107,9% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2016 bedroeg 2,3% Het rendement van 1 januari

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Beleid voor verantwoord beleggen

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Beleid voor verantwoord beleggen Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties Beleid voor verantwoord beleggen Inhoudsopgave 1. Doel van verantwoord beleggen... 3 2. De pijlers van het beleid voor verantwoord beleggen... 3 3. Integratie

Nadere informatie

Stand van zaken en toekomst institutioneel. duurzaam vermogensbeheer in Nederland. Met dank aan. Sustainability. Part of Credit Lyonnais AM

Stand van zaken en toekomst institutioneel. duurzaam vermogensbeheer in Nederland. Met dank aan. Sustainability. Part of Credit Lyonnais AM Stand van zaken en toekomst institutioneel duurzaam vermogensbeheer in Nederland Loyalis Global Sustainability Fund Sustainability More Than Just Investing Met dank aan Part of Credit Lyonnais AM Inleiding

Nadere informatie

Beleggingsstatuut Longfonds (voorheen Astma Fonds)

Beleggingsstatuut Longfonds (voorheen Astma Fonds) Beleggingsstatuut Longfonds (voorheen Astma Fonds) April 2012 Inhoud 1. Algemeen...3 1.1 Inleiding...3 1.2 Wet- en regelgeving...3 2. Financiële middelen...3 2.1 Algemeen...3 2.2 Schulden en reserves...4

Nadere informatie

Populair beleggingsplan

Populair beleggingsplan Populair beleggingsplan versie 22 november 2013 1 Inhoudsopgave Wat belegt het pensioenfonds? 4 Wat is het doel van beleggen? 4 Wat levert beleggen op? 4 Er gaan toch ook risico s gepaard met beleggen?

Nadere informatie

Verantwoord beleggen bij ABN AMRO Pensioenfonds

Verantwoord beleggen bij ABN AMRO Pensioenfonds Verantwoord beleggen bij ABN AMRO Pensioenfonds Versie 2016 Inhoud 1. Inleiding 2. Uitgangspunten 3. Reikwijdte van de strategieën 4. Uitsluitingsbeleid 5. Integrale waardenanalyse 6. Stembeleid 1. Inleiding

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds VIERDE KWARTAAL In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2018 bedroeg 119,8%. Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2018 bedroeg -3,8%. Het rendement van

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2018 bedroeg 120,7%. Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2018 bedroeg 0,6%. Het rendement van 1

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2019 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2019 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2019 bedroeg 118,7%. Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2019 bedroeg 7,1%. Het pensioenvermogen per

Nadere informatie

RICHTLIJN FINANCIEEL BEHEER GOEDE DOELEN

RICHTLIJN FINANCIEEL BEHEER GOEDE DOELEN RICHTLIJN FINANCIEEL BEHEER GOEDE DOELEN Deze richtlijn heeft betrekking op reserves en fondsen en het verantwoord beheer daarvan. Hierbij gaat het om alle vormen van beheer, dat wil zeggen alle spaar-

Nadere informatie

Algemene Vergadering van Deelnemers. 26 juni 2018

Algemene Vergadering van Deelnemers. 26 juni 2018 Algemene Vergadering van Deelnemers 26 juni 2018 1 Agenda 1. Opening 2. Vaststelling agenda 3. Verslag Algemene Vergadering van Deelnemers d.d. 20 juni 2017 4. Jaarverslag 2017 5. Herbenoemingen bestuur

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie

Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland in liquidatie Vermogensbeheerrapportage 4e kwartaal 2017 In het vierde kwartaal van 2017 steeg wettelijke dekkingsgraad 1 met 1,4% punt van 108,1% naar 109,5%. De actuele dekkingsgraad 2 daalde met 0,1%-punt van 109,9%

Nadere informatie

850 Pensioenfondsbestuurders doen mee aan onderzoek over functioneren van bestuur

850 Pensioenfondsbestuurders doen mee aan onderzoek over functioneren van bestuur 850 Pensioenfondsbestuurders doen mee aan onderzoek over functioneren van bestuur Het delen van informatie, reflectie op het eigen functioneren, onderling vertrouwen, de deskundigheid van bestuurders en

Nadere informatie

3 Ondernemingspensioenfondsen

3 Ondernemingspensioenfondsen 3 Ondernemingspensioenfondsen 3.1 Medezeggenschap van gepensioneerden Ondernemingspensioenfondsen worden in het convenant opgeroepen om een (wettelijke) raad op te richten of directe bestuursvertegenwoordiging

Nadere informatie

2 Bedrijfstakpensioenfondsen

2 Bedrijfstakpensioenfondsen 2 Bedrijfstakpensioenfondsen 2.1 Medezeggenschap van gepensioneerden Bedrijfstakpensioenfondsen worden in het convenant opgeroepen om een (wettelijke) raad op te richten. In onderstaande tabel staat een

Nadere informatie

Risicobereidheid in beeld

Risicobereidheid in beeld Risicobereidheid in beeld Onderzoek naar de risicobereidheid bij actieve deelnemers en gepensioneerden in opdracht van Pensioenfonds Campina 11 september 2015 Peter Zegwaart 1 Doelstellingen onderzoek

Nadere informatie

Maatschappelijk Verantwoord Beleggingsbeleid

Maatschappelijk Verantwoord Beleggingsbeleid Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandel en Maatschappelijk Verantwoord Beleggen In dit document wordt het Maatschappelijk Verantwoord Beleggingsbeleid (MVB-beleid) van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds

Nadere informatie

Strategisch Pensioenmanagement

Strategisch Pensioenmanagement Strategisch Pensioenmanagement Strategisch Pensioenmanagement is samenbrengen. Strategisch Pensioenmanagement De belangrijkste taak van Strategisch Pensioenmanagement is ervoor te zorgen dat u in control

Nadere informatie

Beleid Verantwoord Beleggen

Beleid Verantwoord Beleggen Beleid Verantwoord Beleggen 23-10-2018 Vastgesteld 23-10-2018 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Wat is verantwoord beleggen?... 3 3. Waarop richten wij ons in het kader van verantwoord beleggen?... 4

Nadere informatie

Code maatschappelijk verantwoord beleggen 1 januari 2010 PF-B-2009 / 324

Code maatschappelijk verantwoord beleggen 1 januari 2010 PF-B-2009 / 324 Code maatschappelijk verantwoord beleggen 1 januari 2010 PF-B-2009 / 324 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Beleid maatschappelijk verantwoord beleggen... 3 2.1. Maatschappelijke verantwoordelijkheid...

Nadere informatie

Duurzaam Beleggen door Pensioenfondsen

Duurzaam Beleggen door Pensioenfondsen Delen uitkomsten Duurzaam Beleggen door Pensioenfondsen Patrick Corveleijn DNB Toezicht Pensioenen, 14 November 2016 Agenda Introductie: aanleiding en opzet onderzoek Uitkomsten Algemeen beeld Beleid Risicomanagement

Nadere informatie

Verantwoord beleggen bij het ABN AMRO Pensioenfonds

Verantwoord beleggen bij het ABN AMRO Pensioenfonds Verantwoord beleggen bij het ABN AMRO Pensioenfonds Versie 2014 Inhoud 1. Inleiding 2. Uitgangspunten 3. Reikwijdte van de strategieën 4. Uitsluitingsbeleid 5. Integrale waardenanalyse 6. Stemmen 1. Inleiding

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2015 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2015 bedroeg 112,6% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2015 bedroeg -1,6% Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Jaarbericht. Verdergaande professionalisering

Jaarbericht. Verdergaande professionalisering Jaarbericht Verdergaande professionalisering 1 Vooraf Het jaar 2017 was voor SPH een jaar van nadenken, besluiten, communiceren en uitvoeren. Zoals ieder jaar dat natuurlijk hoort te zijn. Maar 2017 was

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2016 bedroeg 109,6% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2016 bedroeg 5, Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

3. Werknemers die niet deelnemen aan de pensioenregeling van de werkgever

3. Werknemers die niet deelnemen aan de pensioenregeling van de werkgever 3. Werknemers die niet deelnemen aan de pensioenregeling van de werkgever 3.1 Inleiding Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een werknemer niet deelneemt aan de pensioenregeling van zijn werkgever.

Nadere informatie

INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN

INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN Informatie voor werkgevers Ingangsdatum 1 januari 2016 Als uw werknemer niet kiest voor een gegarandeerde uitkering wordt zijn premie belegd. Dit

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2017 bedroeg 114,8% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2017 bedroeg 1,4% Het rendement van 1 januari

Nadere informatie

De leden van de beleggingscommissie. 10 januari 2011 Beleid Maatschappelijk Verantwoord Beleggen

De leden van de beleggingscommissie. 10 januari 2011 Beleid Maatschappelijk Verantwoord Beleggen NOTITIE Van Aan CC Datum Betreft Sjoerd Hoogterp De leden van de beleggingscommissie 10 januari 2011 Beleid Maatschappelijk Verantwoord Beleggen Inleiding Het pensioenfonds Werk en (re)integratie (PWRI)

Nadere informatie

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG

2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2013 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

2. Uitwerking Investment beliefs De investment beliefs zijn onderstaand als volgt uitgewerkt.

2. Uitwerking Investment beliefs De investment beliefs zijn onderstaand als volgt uitgewerkt. 1. Inleiding Investment beliefs zijn de overtuigingen waarop Bpf MITT het beleggingsbeleid wil baseren. De investment beliefs zijn voor het pensioenfonds belangrijke uitgangspunten en dienen als kader

Nadere informatie

Pensioen Een nieuwe wijze van rapporteren voor pensioenfondsen. Een nieuwe wijze van rapporteren voor pensioenfondsen

Pensioen Een nieuwe wijze van rapporteren voor pensioenfondsen. Een nieuwe wijze van rapporteren voor pensioenfondsen Een nieuwe wijze van rapporteren voor pensioenfondsen 14 De lijsten van pensioenfondsen met de hoogste en de laagste vermogensbeheerkosten die onder andere door Pensioen Pro en De Nederlandsche Bank (hierna:

Nadere informatie

Beleggingsstatuut Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds Vastgesteld 9 februari 2016

Beleggingsstatuut Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds Vastgesteld 9 februari 2016 Beleggingsstatuut Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds Vastgesteld 9 februari 2016 I Inleiding De Stichting Sophia Kinderziekenhuis Fonds (het Fonds ) heeft ten doel: (i) de financiele ondersteuning

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2018

KWARTAALVERSLAG. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2018 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2018 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2018 bedroeg 119,9%. Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2018 bedroeg 1,4%. Het pensioenvermogen per 30

Nadere informatie

beleggen BPL pensioen belegt maatschappelijk verantwoord

beleggen BPL pensioen belegt maatschappelijk verantwoord beleggen BPL pensioen belegt maatschappelijk verantwoord hoe belegt BPL Pensioen Ons maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid BPL Pensioen wil een duurzaam en betrouwbaar pensioenfonds zijn dat de

Nadere informatie

Beleid Duurzaam Beleggen. Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd

Beleid Duurzaam Beleggen. Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd Beleid Duurzaam Beleggen Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd 28 maart 2018 1. Inleiding Dit document beschrijft het beleid van Delta Lloyd Pensioenfonds op het gebied van duurzaam beleggen. Het fonds heeft

Nadere informatie

Duurzaam beleggen bij charitatieve instellingen

Duurzaam beleggen bij charitatieve instellingen Duurzaam beleggen bij charitatieve instellingen Duurzaam beleggen bij charitatieve instellingen Marcel Jeucken Dutch Sustainability Research Anna Pot Robert Smallegange ING Investment Management Maart

Nadere informatie

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008

Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Persbericht ABP, eerste halfjaar 2008 Hoofdpunten Rendement over eerste helft 2008 is 5,1%. De dekkingsgraad is medio 2008 uitgekomen op 132%. De kredietcrisis eist zijn tol. Vooral aandelen en onroerend

Nadere informatie

Jaarvergadering 2018

Jaarvergadering 2018 Jaarvergadering 2018 Agenda 1. Opening 2. Verslag beheerder over 2017 3. Organisatiestructuur 4. Vaststelling jaarrekening 2017 5. Decharge beheerder 6. Rondvraag 7. Sluiting Verslag beheerder 2017 Meesman

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Maatschappelijk Verantwoord Beleggingsbeleid

Maatschappelijk Verantwoord Beleggingsbeleid SPMS en Maatschappelijk Verantwoord Beleggen In dit document wordt het Maatschappelijk Verantwoord Beleggingsbeleid (MVB-beleid) van Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten (SPMS) uiteengezet. Dit

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2016 bedroeg 108,0% Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2016 bedroeg -2,8% Het rendement van 1

Nadere informatie

Stichting Spoorwegpensioenfonds. Beleid voor betrokken aandeelhouderschap

Stichting Spoorwegpensioenfonds. Beleid voor betrokken aandeelhouderschap Stichting Spoorwegpensioenfonds Beleid voor betrokken aandeelhouderschap Algemeen Het Spoorwegpensioenfonds (SPF) belegt het pensioenvermogen van haar deelnemers. Een belangrijk onderdeel van deze beleggingen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

PROFIELSCHETS. Philips Pensioenfonds NIET UITVOEREND BESTUURDER 1/5. Stichting Philips Pensioenfonds

PROFIELSCHETS. Philips Pensioenfonds NIET UITVOEREND BESTUURDER 1/5. Stichting Philips Pensioenfonds PROFIELSCHETS NIET UITVOEREND BESTUURDER Stichting Stichting behoort tot de grootste ondernemingspensioenfondsen van Nederland met een belegd vermogen van bijna 18 miljard euro. Het pensioenfonds voert

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014

Kwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%

Nadere informatie

PMT transparant in kosten pensioen

PMT transparant in kosten pensioen PMT transparant in kosten pensioen PMT is het pensioenfonds van de sector Metaal en Techniek. De werkgevers en werknemers in de bedrijfstak besturen het fonds. Als bedrijfstakpensioenfonds is PMT not-for-profit,

Nadere informatie

4.1. Algemene uitgangspunten 4.2. De beleggingsstrategie

4.1. Algemene uitgangspunten 4.2. De beleggingsstrategie Meer dan 1700 mensen hebben pensioenaanspraken opgebouwd bij Stichting Pensioenfonds Avery Dennison (in deze verklaring voortaan verder "pensioenfonds" genoemd). Zij zijn de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden

Nadere informatie

De wereld verandert. SPH Jaarbericht. Highlights van 2015

De wereld verandert. SPH Jaarbericht. Highlights van 2015 De wereld verandert. SPH Jaarbericht Highlights van 2015 Veranderingen vragen om wendbaarheid Vooraf De wereld om ons heen verandert, dat hebben we ook in 2015 ondervonden. De financiële markten bleven

Nadere informatie

Pensioen: Onzekere zekerheid

Pensioen: Onzekere zekerheid Commissie Beleggingsbeleid en Risicobeheer Pensioen: Onzekere zekerheid Analyse en aanbevelingen Beleggingsbeleid en Risicobeheer van Nederlandse pensioenfondsen Vereniging van Pensioenrecht 9 maart 2010

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 TWEEDE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2016 bedroeg 108,2% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2016 bedroeg 5,1% Het pensioenvermogen per 30 juni

Nadere informatie

Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord

Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord Facts & Figures uitwerking Pensioenakkoord Waarom langer doorwerken? De levensverwachting stijgt Elke generatie leeft langer dan de vorige. Dat is al langer bekend, maar de stijging van de levensverwachting

Nadere informatie

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Kamervragen van de leden Omtzigt en Van Hijum (beiden CDA)

Kamervragen van de leden Omtzigt en Van Hijum (beiden CDA) De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

PERSBERICHT. Versterking kapitaalpositie ING met 10 miljard euro

PERSBERICHT. Versterking kapitaalpositie ING met 10 miljard euro PERSBERICHT Versterking kapitaalpositie ING met 10 miljard euro Op 19 oktober 2008 is bekend gemaakt dat ING haar kapitaal verder heeft versterkt met behulp van de Nederlandse overheid. De solvabiliteit,

Nadere informatie

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011

Persbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van

Nadere informatie

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen Verklaring inzake de beleggingsbeginselen 1. Inleiding Ongeveer 2.000 personen hebben pensioenaanspraken opgebouwd bij Stichting Pensioenfonds Avery Dennison (in deze verklaring voortaan verder pensioenfonds

Nadere informatie

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Beleggingen Het totaal rendement over het afgelopen boekjaar 2010 is uitgekomen op 15,6%. Als we naar de onderverdeling kijken zien we het

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst

Informatiebijeenkomst Informatiebijeenkomst Pensioenfonds PGB 1 Uw pensioen bij PGB in 2016 Informatiebijeenkomst Pensioenfonds PGB 3 - september 2015 2016 De sprekers van Pensioenfonds PGB Arnold Verplancke (bestuurslid Pensioenfonds

Nadere informatie

Deelnemersbijeenkomst. 21 mei 2019

Deelnemersbijeenkomst. 21 mei 2019 Deelnemersbijeenkomst 21 mei 2019 Uitslag verkiezing 2 Agenda 1) Opening 18:30 2) Verantwoording 2018 18:35-18:45 Henk Knol 3) Vermogensbeheer 18:45-19:15 René Starmans 4) Herstelplan / Korten? 19:15-1930

Nadere informatie

Verkort Jaarverslag 2013

Verkort Jaarverslag 2013 Verkort Jaarverslag Han Thoman: Ons bestuur is zich echt goed bewust van de risico s die het pensioenfonds loopt. Voorzitter Han Thoman Onze financiële positie is redelijk maar moet nog beter Een jaar

Nadere informatie

Beleggingsbeleid Ardanta Risicobewustzijn Doelstellingen Beleggingsbeleid

Beleggingsbeleid Ardanta Risicobewustzijn Doelstellingen Beleggingsbeleid Beleggingsbeleid Ardanta Het beleggingsbeleid van Ardanta is uitbesteed aan de afdeling Financial Markets van ASR Nederland. Jaarlijks stellen wij het beleid in samenspraak met deze afdeling vast, waarna

Nadere informatie

Persbijeenkomst Jaarverslag ABP 2011

Persbijeenkomst Jaarverslag ABP 2011 Persbijeenkomst Jaarverslag ABP 2011 Henk Brouwer, voorzitter bestuur Amsterdam, 23 mei 2012 2011: een roerig jaar Positief: - positief rendement (8 miljard euro) - meer en beter inzicht in kosten - kostprijs

Nadere informatie

Persbijeenkomst ABP Jaarverslag 2010

Persbijeenkomst ABP Jaarverslag 2010 Persbijeenkomst ABP Jaarverslag 2010 Joop van Lunteren, vicevoorzitter Xander den Uyl, vicevoorzitter Amsterdam, 11 mei 2011 2010: jaar van contrasten Positief: - goed rendement - dekkingsgraad op 105%

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Toekomstwensen vervullen voor uzelf én voor de wereld

Toekomstwensen vervullen voor uzelf én voor de wereld Toekomstwensen vervullen voor uzelf én voor de wereld Vermogensbeheer met meerwaarde Een vermogen biedt de mogelijkheid om toekomstwensen te vervullen. Voor uzelf én voor de wereld. ASN Vermogensbeheer

Nadere informatie

DoubleDividend Management B.V. Stembeleid

DoubleDividend Management B.V. Stembeleid DoubleDividend Management B.V. Stembeleid Amsterdam, 1 januari 2019 DoubleDividend Management B.V. Herengracht 320 1016 CE Amsterdam Telefoon: +31 20 5207660 contact@doubledividend.nl www.doubledividend.nl

Nadere informatie

Voor een houdbaar en betaalbaar inkomen voor later

Voor een houdbaar en betaalbaar inkomen voor later Vermogensbeheer Voor een houdbaar en betaalbaar inkomen voor later Een houdbaar en betaalbaar inkomen voor later. Dat is de belofte van uw pensioenfonds aan uw deelnemers. Verder gaan is nu zorgen voor

Nadere informatie

Sectoraal pensioenstelsel voor de diamantsector Transparantieverslag 2018

Sectoraal pensioenstelsel voor de diamantsector Transparantieverslag 2018 Sectoraal pensioenstelsel voor de diamantsector Transparantieverslag 2018 1. Welke instellingen komen tussen in het beheer van uw aanvullend pensioen? De inrichter van het sectoraal pensioenstelsel ten

Nadere informatie

1.2 De bank heeft het beroep bestreden bij een op 18 maart 2013 door de Beroepscommissie ontvangen verweerschrift.

1.2 De bank heeft het beroep bestreden bij een op 18 maart 2013 door de Beroepscommissie ontvangen verweerschrift. Uitspraak Commissie van Beroep 2013-18 d.d. 11 juni 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, drs. P.H.M. Kuijs AAG, mr. W.J.J. Los en mr. F.H.J. Mijnssen, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af

Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af Inleiding Door de opkomst van moderne informatie- en communicatietechnologieën is het voor huishoudens eenvoudiger en goedkoper geworden om de vrije besparingen,

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 EERSTE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2017 bedroeg 110,3% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2017 bedroeg 1,2% Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2017 bedroeg 117,2% Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2017 bedroeg 3,0% Het rendement van 1

Nadere informatie

BELEGGINGSSTATUUT VAN KWF KANKERBESTRIJDING

BELEGGINGSSTATUUT VAN KWF KANKERBESTRIJDING BELEGGINGSSTATUUT VAN KWF KANKERBESTRIJDING Artikel 1. Vaststelling en reikwijdte 1.1 Dit statuut (hierna: het Statuut ) is vastgesteld in de vergadering van de Raad van Toezicht van de Stichting Koningin

Nadere informatie

Beleid ethisch beleggen

Beleid ethisch beleggen Beleid ethisch beleggen 1. Inleiding Ethisch of verantwoord beleggen houdt verband met maatschappelijk verantwoord ondernemen 1. Dit laatste komt erop neer dat ondernemers rekening houden met de omgeving

Nadere informatie

MEESMAN AANDELENFONDSEN WORDEN DUURZAAM EN BELASTINGEFFICIËNT

MEESMAN AANDELENFONDSEN WORDEN DUURZAAM EN BELASTINGEFFICIËNT MEESMAN AANDELENFONDSEN WORDEN DUURZAAM EN BELASTINGEFFICIËNT 14 SEPTEMBER 2017 Inhoudsopgave Wat verandert er?... 3 Duurzaam beleggen... 4 Engagement... 4 Uitsluiting... 4 Duurzame indexen... 4 Hoeveel

Nadere informatie

Beleggingsfondsen zijn voor u aantrekkelijk omdat

Beleggingsfondsen zijn voor u aantrekkelijk omdat Beleggingsfondsen zijn vergelijkbaar met vaten waarin het vermogen van vele beleggers wordt beheerd met als doel een goed rendement te behalen. Afhankelijk van de organisatie van het fonds wordt het vermogen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500EA Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA 's-gravenhage Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500EA Den Haag Directie Arbeidszaken Publieke Sector Arbeidsvoorwaarden en Overleg

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gestegen van 105,7% naar 115,4%. Dit komt

Nadere informatie

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009

Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Kwartaalbericht 2e kwartaal 2009 Dekkingsgraad 100% Belegd vermogen 74,7 miljard Rendement tweede kwartaal 8,4% Herstelplan goedgekeurd In het tweede kwartaal heeft Pensioenfonds Zorg en Welzijn een rendement

Nadere informatie