Alternatieve maatregelen die de Nederlandse overheid kan nemen om BTW-carrouselfraude te bestrijden.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Alternatieve maatregelen die de Nederlandse overheid kan nemen om BTW-carrouselfraude te bestrijden."

Transcriptie

1 Alternatieve maatregelen die de Nederlandse overheid kan nemen om BTW-carrouselfraude te bestrijden. Bachelorscriptie Semester 2, studiejaar Juni 2010 Stephanie Wong Begeleider: Mr.Drs. M.J. Ziepzeerder 1

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. BTW-ysteem In vogelvlucht de geschiedenis van de omzetbelasting Ondernemer, de intracommunautaire transactie en aftrek van voorbelasting 5 Deleted: S 3. Carrouselfraude Werking carrouselfraude Vormen van carrouselfraude Gevolgen carrouselfraude voor de Belastingdienst en betrokken ondernemers Huidige bestrijding van carrouselfraude in Nederland Organisatie bestrijding intracommunautaire BTW-fraude in Nederland Weigeren BTW-aftrek Schijnovereenkomst Onjuiste facturen Wist of behoorde te weten Arresten Optigen, Fulcrum en Bond House Arrest Kittel Ten onrechte toepassing nultarief Arrest Teleos Arrest Collée Arrest Twoh Hoofdelijke aansprakelijkheid Administratieve samenwerking VAT Information Exchange System Verordening (EG) nr. 1798/ Huidige maatregelen niet toereikend 27 Deleted: HvJ EG Deleted: HvJ EG Formatted: English (U.S.) Deleted: HvJ EG Deleted: HvJ EG Deleted: HvJ EG 5. Alternatieve maatregelen bestrijding carrouselfraude De gehele EG als één belastinggebied aanmerken De digitale (overheids)factuur Verlegging Voorstel verlegging Oostenrijk en Duitsland Voorstel verlegging Verenigd Koninkrijk Uitbreiding verleggingsregeling levering fraudegevoelige goederen en diensten Conclusie Bibliografie 41 2

3 1. Inleiding Jaarlijks loopt Nederland miljoenen euro s mis aan BTW-inkomsten als het gevolg van BTW-fraude. Een groot deel wordt veroorzaakt door BTW-carrouselfraude. Bij carrouselfraude gaat het om grensoverschrijdende handelingen waar ondernemers uit meerdere lidstaten bij betrokken zijn. Carrouselfraude werkt als volgt. Ondernemer X gevestigd in België, levert onder het nultarief goederen aan ondernemer Y, gevestigd in Nederland. Ondernemers binnen de Europese Unie (hierna: EU) hoeven namelijk sinds 1993 voor leveringen aan ondernemers in een andere lidstaat geen BTW in berekening te brengen. Vervolgens levert ondernemer Y de goederen aan ondernemer Z, ook gevestigd in Nederland. Y brengt BTW in rekening aan Z, maar draagt de BTW niet af. Z vraagt de door Y in rekening gebrachte BTW terug van de Belastingdienst. Z kan de goederen weer onder het nultarief aan X leveren, die op zijn beurt weer aan Y levert onder het nultarief. Op deze manier is de carrousel voor de eerste keer rondgegaan. Zodra X de goederen weer aan Y levert, begint de tweede keer. Hoe vaker de carrousel draait, hoe hoger het bedrag aan niet afgedragen BTW. Het komt er dus op neer dat de in rekening gebrachte BTW door de leverancier niet wordt afgedragen, maar wel wordt teruggevraagd door de afnemer. 1 De schade die door carrouselfraude wordt veroorzaakt is aanzienlijk. BTW-inkomsten zijn namelijk een belangrijke inkomstenbron voor Nederland en de EU. Jaarlijks ontvangt de Belastingdienst in Nederland ongeveer 40 miljard euro aan omzetbelasting. Dat is ongeveer 40% van de totale belastinginkomsten. 2 In de periode van 2003 tot en met 2007 was er in Nederland, als gevolg van carrouselfraude, 654 miljoen euro aan gederfde BTW-inkomsten. 3 Het is van belang dat er een maatregel wordt gevonden om carrouselfraude te bestrijden, zodat verder nadeel kan worden voorkomen. In deze scriptie wordt gezocht naar maatregelen die de Nederlandse overheid kan nemen om carrouselfraude te bestrijden. De centrale vraag is dan ook Welke maatregelen kan de Nederlandse overheid nemen om carrouselfraude te bestrijden?. Om deze vraag te beantwoorden is een literatuuronderzoek verricht. Daarbij zijn jurisprudentie, wetgeving en beleidsvoorstellen bestudeerd. Deze scriptie is bijgewerkt tot en met juni 2010, veranderingen en ontwikkeling in jurisprudentie, wetgeving en beleidsvoorstellen na juni 2010 zijn niet meegenomen. 1 Algemene Rekenkamer, 2010 a. 2 Algemene Rekenkamer, 2010 b, p Ministerie van Financiën, 2010 a. 3 Deleted:. Deleted:. Comment [M1]: Alle voetnoeten in deze zin aanpassen. Eerst de zin afsluiten met een punt en dan de voetnoot. Deleted:. Comment [M2]: Alle voetnoeten afsluiten met een punt. Zie hieronder. Formatted: Dutch (Netherlands) Formatted: Dutch (Netherlands) Formatted: Dutch (Netherlands)

4 Eerst wordt in paragraaf 2 het BTW-systeem uitgelegd. Het is hierbij nodig om beknopt de geschiedenis van de BTW aan te geven, zodat duidelijk wordt wat het doel en de strekking van de BTW is. Om het BTW-systeem te begrijpen worden ook de begrippen ondernemer, aftrek van voorbelasting en de intracommunautaire transactie uitgelegd. Deze begrippen hebben namelijk te maken met carrouselfraude. In paragraaf 3 wordt uitgelegd hoe BTW-fraude kan plaatsvinden. Er wordt uitsluitend gekeken naar carrouselfraude, omdat die de meeste schade aanricht. Er wordt uitgelegd hoe carrouselfraude werkt, in welke vormen het voorkomt en wat de gevolgen zijn voor de Belastingdienst en betrokken ondernemers. In paragraaf 4 worden de huidige maatregelen om carrouselfraude te bestrijden behandeld. Er wordt gekeken naar het weigeren van BTW-aftrek op grond van schijnovereenkomst, onjuiste facturen en het criterium van wist of behoorde te weten. Er wordt gekeken naar het weigeren van het toepassen van het nultarief bij intracommunautaire leveringen en de administratieve samenwerking tussen lidstaten met gebruik van het VAT Information System en Verordening (EG) nr. 1798/2003. In paragraaf 5 worden alternatieve maatregelen om carrouselfraude te bestrijden onderzocht. Er wordt beoordeeld of deze maatregelen carrouselfraude bestrijden, uitvoerbaar en politiek haalbaar zijn. Uit de beoordeling moet blijken of de Nederlandse overheid deze alternatieve maatregelen kan nemen om carrouselfraude te bestrijden. In paragraaf 6 wordt een aanbeveling gedaan aan de hand van de bevindingen in vorige paragrafen. Ten slotte wordt antwoord gegeven op de onderzoeksvraag welke maatregelen kan de Nederlandse overheid nemen om carrouselfraude te bestrijden?. 2. BTW-systeem In deze paragraaf wordt het BTW-systeem uitgelegd. Het is hierbij nodig om eerst kort de geschiedenis van de BTW te behandelen, zodat duidelijk wordt wat het doel en de strekking van de BTW is. Om het BTW-systeem te begrijpen worden ook de begrippen ondernemer, aftrek van voorbelasting en de intracommunautaire transactie uitgelegd. Deze begrippen hebben namelijk te maken met carrouselfraude. 2.1 In vogelvlucht de geschiedenis van de omzetbelasting Op 1 januari 1934 werd in Nederland de omzetbelasting ingevoerd, in de vorm van fabrikantenbelasting. Bij fabrikantenbelasting wordt er eenmalig in de fabrikantenschakel omzetbelasting geheven. Nederland verkeerde zich in 1934 in een grote economische crisis. 4

5 De overheid hoopte door de omzetbelasting in te voeren, met de inkomsten ervan de gevolgen van de crisis voor een deel te kunnen bestrijden. Op 1 januari 1941 werd een omzetbelasting ingevoerd volgens het cumulatief cascadestelsel. Dit hield in dat naast de fabrikanten ook de groothandelaren en detaillisten in de heffing werden betrokken. Op 1 januari 1955 werd een andere manier van heffing ingevoerd, met het gebruik van cumulatief cascade systeem. Er werd bij alle schakels van de bedrijfskolom omzetbelasting geheven, behalve bij de kleinhandel. Met de invoering van dit systeem beoogde de overheid twee doelen: nadelige gevolgen van de systemen hiervoor weg te werken en een eerste stap richting belastingharmonisatie binnen de Benelux te doen. 4 In alle lidstaten van de Europese Gemeenschap (hierna: EG) heeft harmonisatie van de omzetbelasting plaatsgevonden. Volgens art. 2 van het EG-verdrag heeft de Gemeenschap (voor zover van belang in dit kader) de taak, door het instellen van een gemeenschappelijke markt en een economische en monetaire unie en door de uitvoering van een gemeenschappelijk beleid, de harmonische, evenwichtige en duurzame ontwikkeling van de economische activiteit binnen de gehele EG te bevorderen. Deze doelstelling is volgens art. 3 van het EG-verdrag te behalen door een interne markt, gekenmerkt door het afschaffen van hinderpalen voor het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal tussen lidstaten. Harmonisatie van de belastingwetgeving in de lidstaten 5 is één van de manieren waarmee een gemeenschappelijke markt tot stand gebracht kan worden. In art. 14 lid 2 van het EG-verdrag wordt het begrip interne markt omschreven als een ruimte zonder binnengrenzen waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd. Er moet worden aangenomen dat de termen gemeenschappelijke markt en interne markt niet veel van elkaar verschillen 6. Op 1 januari 1969 ging Nederland over op het systeem zoals we het nu kennen: belasting over de toegevoegde waarde volgens het stelsel van aftrek van voorbelasting 7. Deleted:. 2.2 Ondernemer, de intracommunautaire transactie en aftrek van voorbelasting Bij carrouselfraude is er sprake van een ondernemer, aftrek van voorbelasting en een intracommunautaire transactie. De Nederlandse omzetbelasting is gebaseerd op de BTW- 4 Van Hilten en Van Kesteren, 2007, pp Aartikelartikel van het EG-verdrag. 6 Van Hilten en Van Kesteren, 2007, p Van Hilten en Van Kesteren, 2007, p Formatted: Dutch (Netherlands) Deleted: art. Formatted: Dutch (Netherlands) Formatted: Dutch (Netherlands)

6 richtlijn. Richtlijnen moeten worden omgezet in nationaal recht 8. De begrippen in de Wet op de Omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB) zijn dan ook Richtlijnconform uitgelegd. In artikel 9 van de BTW-richtlijn wordt een ieder die zelfstandig een economische activiteit verricht als belastingplichtige beschouwd. Als economische activiteit worden beschouwd alle werkzaamheden van een fabrikant, handelaar of dienstverlener en het exploiteren van een lichamelijke of onlichamelijke zaak om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen. Volgens art. 7 van de Wet OB is een ondernemer ieder die een bedrijf of beroep zelfstandig uitoefent of een vermogensbestanddeel exploiteert om er duurzaam opbrengst uit te verkrijgen. In de omzetbelasting is de ondernemer dus belastingplichtig. Het voornaamste belang om aangemerkt te worden als ondernemer is meestal, zodat hij het recht op aftrek van voorbelasting krijgt 9. Een ondernemer is namelijk verplicht om over de in rekening gebrachte vergoedingen voor zijn prestaties (het leveren van goederen en diensten) omzetbelasting af te dragen. Daarnaast is de ondernemer ook verplicht een factuur uit te reiken aan de andere ondernemer ter zake van zijn leveringen en diensten 10. De factuur moet voldoen aan de eisen van art. 35a van de Wet OB. Op de factuur van de leverancier of dienstverlener staat de verschuldigde belasting die in rekening is gebracht. Van de verschuldigde belasting kan de voorbelasting afgetrokken worden 11. In art. 15 van de Wet OB staat dat de in rekening gebrachte belasting onmiddellijk mag worden afgetrokken. Er moet wel aan drie voorwaarden zijn voldaan. Ten eerste is de belasting aan de ondernemer in rekening gebracht, hierdoor kan de ondernemer belasting die niet aan hem in rekening is gebracht niet in aftrek brengen. Ten tweede moet de in rekening gebrachte omzetbelasting betrekking hebben op de aan de ondernemer verrichte prestaties. Ten derde moet de in rekening gebrachte belasting staan op een factuur die voldoet aan de eisen van art. 35a van de Wet OB, deze bepaling komt overeen met art. 226 van de BTWrichtlijn. Elke ondernemer betaalt alleen belasting over de door hem bij productie en distributie van goederen toegevoegde waarde, door het systeem van aftrek van voorbelasting. Hierdoor wordt de neutraliteit van de belasting gewaarborgd 12. Sinds 1 januari 1993 is er een regeling van kracht die betrekking heeft tot de intracommunautaire transacties tussen lidstaten van de EG. In beginsel is dit een overgangsregeling, men hoopte deze regeling te vervangen met een definitieve. De Comment [M3]: Ik zou overal art. vervangen door artikel. Staat m.i. wat beter. Deleted:. 8 Van Hilten en Van Kesteren, 2007, p Van Hilten en Van Kesteren, 2007, p Van Hilten en Van Kesteren, 2007, p Van Hilten en Van Kesteren, 2007, p Van Hilten en Van Kesteren, 2007, p

7 overgangsregeling geldt nog steeds, omdat de lidstaten (nog) geen overeenstemming hebben bereikt over een definitieve regeling 13. Intracommunautaire transacties bestaan uit een levering en verwerving. Intracommunautaire transacties zijn transacties tussen twee ondernemers waarbij goederen van de ene lidstaat naar de andere lidstaat worden vervoerd of verzonden. In Tabel II, post a 6 van de Wet OB staan er twee voorwaarden waar een intracommunautaire levering aan moet voldoen, voordat het nultarief van toepassing is. Goederen moeten aantoonbaar naar een andere lidstaat zijn vervoerd (transporteis) en in de lidstaat van aankomst moeten deze goederen zijn onderworpen aan heffing van belasting ter zake van intracommunautaire verwerving van die goederen (onderworpenheideis). In lid 1 van art. 12 van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 staat dat de ondernemer uit boeken en bescheiden moet kunnen aantonen dat het gebruik van het nultarief juist is. Dit kan met behulp van bijvoorbeeld vrachtbrieven, de geverifieerde BTW-nummers van afnemers in andere lidstaten of een schriftelijke opdracht tot uitvoer. Als aan de voorwaarden zijn voldaan is deze levering onderworpen aan het nultarief in het land van vertrek en is de verwerving onderworpen aan het geldende tarief van het land van aankomst 14. In deze paragraaf is kort de geschiedenis van de omzetbelasting behandeld. Op 1 januari 1969 werd in Nederland het systeem ingevoerd zoals we het nu kennen: belasting over de toegevoegde waarde volgens het stelsel van aftrek van voorbelasting. In alle lidstaten van de EG is de omzetbelasting geharmoniseerd om de interne markt te bevorderen. Een ondernemer is belastingplichtig voor de Wet OB en kan de in rekening gebrachte belasting, bij het voldoen aan drie voorwaarden, meteen in aftrek brengen. Bij een intracommunautaire transactie is de levering onderworpen aan het nultarief in het land van vertrek en is de verwerving onderworpen aan het geldende tarief van het land van aankomst. 3. Carrouselfraude In deze paragraaf wordt carrouselfraude behandeld. Er wordt uitgelegd hoe carrouselfraude werkt en in welke vormen het voorkomt. Ook worden de gevolgen van carrouselfraude voor de Belastingdienst en de betrokken ondernemers behandeld. 13 Van Hilten en Van Kesteren, 2007, p Van Hilten en Van Kesteren, 2007, pp

8 3.1 Werking carrouselfraude Sinds de invoering van de overgangsregeling die betrekking heeft op de intracommunautaire transacties, is gebleken dat het tijdelijke BTW-systeem fraudegevoelig is. De meest bekende vorm van intracommunautaire BTW-fraude is carrouselfraude. Het is binnen de EU niet bekend hoe vaak intracommunautaire BTW-fraude wordt opgespoord of om hoeveel geld het gaat, het is wel duidelijk dat het om grote bedragen gaat. De schatting is dat er jaarlijks binnen alle EU-lidstaten ongeveer voor 100 miljard euro ten onrechte niet aan BTW wordt afgedragen. Deze schatting is voor alle vormen van BTW-fraude 15. De meest simpele vorm van carrouselfraude werkt als volgt. Ondernemer X gevestigd in België, levert onder het nultarief goederen aan ondernemer Y, gevestigd in Nederland. Vervolgens levert ondernemer Y de goederen aan ondernemer Z, ook gevestigd in Nederland. Y brengt BTW in rekening aan Z, maar draagt de BTW opzettelijk niet af. Z vraagt de door Y in rekening gebrachte BTW terug van de Belastingdienst. Z kan de goederen weer onder het nultarief aan X leveren, die op zijn beurt weer aan Y levert onder het nultarief. Op deze manier is de carrousel voor de eerste keer rondgegaan. Zodra X de goederen weer aan Y levert, begint de tweede keer. Hoe vaker de carrousel draait, hoe hoger het bedrag aan niet afgedragen BTW. Het komt er dus op neer dat de in rekening gebrachte BTW niet wordt afgedragen, maar wel wordt teruggevraagd 16. Bij deze vorm van carrouselfraude koopt ondernemer Z in met BTW en verkoopt door met het nultarief. Dit leidt per saldo tot negatieve BTW-aangiften. De Belastingdienst richt zich bij controle van BTW-aangiftes vooral op de negatieve aangiftes, veel fraudezaken werden ontdekt door deze negatieve BTWaangiften 17. Om de aandacht van ondernemer Z af te leiden, worden de goederen soms meerdere keren lokaal doorverkocht aan ondernemers die niet per se in de carrousel zitten. Uiteindelijk wordt er weer geleverd aan ondernemer X, die al dan niet met gebruik van een paar tussenschakels weer levert aan ondernemer Y. Hierdoor vinden de negatieve BTWaangiften later in de keten plaats, waardoor het minder waarschijnlijk wordt dat ondernemer Y wordt ontdekt 18. Er kunnen dus veel meer schakels in de carrousel zitten, die allemaal in een ander land gevestigd zijn. Sommige schakels zijn er dan niet eens van bewust dat ze in een carrousel zitten. Deleted: is Deleted: Er 15 Algemene Rekenkamer, 2010 b, p Algemene Rekenkamer, 2010 a 17 Algemene Rekenkamer, 2010 b, p Wolf, 2010, p. 39 8

9 Ondernemer Y wordt ook wel de ploffer genoemd. Een ploffer is een ondernemer die met fraude in gedachte goederen of diensten verwerft zonder BTW te betalen en deze goederen of diensten inclusief BTW levert, maar de ontvangen BTW niet afdraagt aan de Belastingdienst 19. Tegen de tijd dat de Belastingdienst de carrousel ontdekt, is ondernemer Y door het ontbinden of leeghalen van de onderneming niet meer te vinden. Hierdoor kan de verschuldigde BTW niet meer worden ingevorderd. Bij onderzoek kan de Belastingdienst ook geen verhaal meer halen bij de andere schakels van de carrousel. Dit komt omdat de andere schakels niet wisten dat ze in een carrousel zaten of omdat de Belastingdienst bijvoorbeeld op stromannen stuit. Stromannen zijn personen of ondernemingen die bij dit soort transacties hun naam uitlenen aan een ander. Deze persoon of onderneming aan wie de naam wordt uitgeleend, zit achter de schermen en is hierdoor moeilijk of niet te vinden 20. De goederen die meestal worden gebruikt bij carrouselfraude zijn relatief klein met een hoge waarde, zij zijn ook gemakkelijk te vervoeren en te verhandelen. Goederen die bij carrouselfraude worden gebruikt zijn bijvoorbeeld auto s, computeronderdelen of mobiele telefoons 21. Maar carrouselfraude kan ook met diensten, zoals CO2-emissierechten 22. De genoemde goederen zijn door de Belastingdienst als BTW-carrouselfraudegevoelige goederen aangemerkt. Hierdoor wisselen fraudeurs vaak van goederen en diensten die zij kunnen gebruiken 23. Bij carrouselfraude komt het er dus op neer dat een ploffer zijn afnemer wel BTW in rekening brengt, maar deze vervolgens opzettelijk niet afdraagt 24. Dit is het kenmerkende element bij alle vormen van carrouselfraude. 3.2 Vormen van carrouselfraude Er zijn vele verschillende en soms ingewikkelde vormen van carrouselfraude. Bij carrouselfraude zijn een aantal ondernemingen (soms ook fictieve ondernemingen) betrokken bij handelstransacties, waarbij aftrek van voorbelasting of terugbetaling van BTW wordt misbruikt om voordeel te verkrijgen. Tegelijkertijd is het de bedoeling dat de goederen niet 19 Europese Rekenkamer, 2008, p Algemene Rekenkamer, 2010 b, p Algemene Rekenkamer, 2010 b, p Ministerie van Financiën, 2010 b 23 Belastingdienst, 2010 b 24 Algemene Rekenkamer, 2010 b, p. 15 9

10 meer kunnen worden opgespoord. De goederen worden namelijk als uitgevoerd aangegeven terwijl zij in de werkelijkheid op de zwarte markt worden verhandeld 25. Toen carrouselfraude voor het eerst werd ontdekt. Werd er veel gehandeld tussen de ondernemingen van de fraudeur zelf. Er waren drie verschillende vormen. De carrousel met reële goederen, de carrousel met nepgoederen en de carrousel met facturen. Bij de carrousel met reële goederen, kwamen de uitgereikte facturen tussen de ondernemers volledig overeen met de werkelijk verhandelde goederen. Bij de carrousel met nepgoederen werden ook goederen verhandeld, of in ieder geval rondgestuurd. Alleen stonden er op de factuur bijvoorbeeld mobiele telefoons, terwijl er in de werkelijkheid waardeloze spullen in de doos zaten zoals namaaktelefoons of bakstenen. Bij de facturencarrousel werden er geen goederen verhandeld, maar werden er wel facturen uitgereikt alsof er wel handelstransacties plaats hadden gevonden. Er werden dus valse facturen uitgereikt 26. Na de invoering van de overgangsregeling in 1993 ontstonden er meer vormen van carrouselfraude, zoals de carrousel met fictieve handelsstroom, de crossed invoicer en de contra trading. Bij de carrousel met fictieve handelsstroom, creëert een ploffer een fictieve handelsstroom. De ploffer camoufleert bijvoorbeeld zijn met BTW-belaste lokale verkopen door aangifte te doen van intracommunautaire leveringen aan afnemers in verschillende lidstaten. Soms doet de ploffer dit volledig met fictieve facturen en valse transportdocumenten 27. In het arrest van het Hof van Justitie EG (hierna: HvJ EG) Teleos 28 werd er gebruik gemaakt zo een opzet. Bij de crossed invoicer koopt de ploffer goederen in van een leverancier in een andere lidstaat en verkoopt deze goederen met BTW door aan afnemers in de eigen lidstaat. De ploffer geeft deze transacties aan in zijn BTW-aangiften, dit leidt tot een af te dragen BTW-bedrag. Om de Belastingdienst te bedriegen wordt in de aangifte een tweede handelsstroom opgenomen die fictief is. Volgens deze tweede handelsstroom koopt de ploffer goederen met BTW van een lokale leverancier en verkoopt deze goederen aan afnemer in een andere lidstaat. Op deze manier creëert de tweede fictieve handelsstroom een recht op BTWteruggave. Dit wordt zodanig opgezet dat de ploffer per aangiftetijdvak geen of bijna geen BTW hoeft af te dragen Europese Rekenkamer, 1998, p Wolf, 2010, pp Wolf, 2010, p HvJ EG 27 september 2007, C-409/04 (Teleos Plc) 29 Wolf, 2010, p

11 Contra trading is een geavanceerde vorm van de crossed invoicer. Bij deze vorm wordt er een handelsketen waarin fraude plaatsvindt, gekoppeld aan een handelsketen met reguliere handelstransacties. Een ploffer levert onder lokale BTW Central Processing Units (hierna: CPU) aan ondernemer A, ook een fraudeur. Ondernemer A koopt ook software met bijbehorende licenties. Deze software en licenties worden ingekocht bij een leverancier in een andere lidstaat, zodat er BTW moet worden afgedragen. Het betreft immers een intracommunautaire verwerving. Vervolgens verkoopt ondernemer A onder het nultarief de CPU s aan een afnemer in een andere lidstaat en verkoopt hij de software en licenties aan lokale afnemers met lokale BTW. De te betalen BTW op de verkoop van de software en licenties valt weg tegen de BTW-aftrek op de aankoop van de CPU s. Hierdoor ontstaat er een nihil-aangifte of een klein bedrag aan te betalen BTW (in ieder geval geen negatieve aangifte) en trekt het de aandacht van de Belastingdienst niet 30. Er zijn dus vele verschillende en soms ingewikkelde vormen van carrouselfraude en er zijn vast nog meer vormen die nog niet zijn ontdekt. Het komt erop neer dat een ploffer met het opzetten van constructies misbruik maakt van het recht op aftrek van voorbelasting en terugbetaling van BTW. 3.3 Gevolgen carrouselfraude voor de Belastingdienst en betrokken ondernemers Zoals eerder werd aangegeven ontvangt Nederland per jaar ongeveer 40 miljard euro aan omzetbelasting, dat is ongeveer 40% van de totale belastingopbrengsten 31. De BTW is dus duidelijk een belangrijke inkomstenbron voor Nederland. Naar schatting wordt binnen de EU-lidstaten jaarlijks ten onrechte 100 miljard euro aan BTW niet afgedragen 32. Het niet afdragen van BTW heeft gevolgen voor de Belastingdienst, ondernemers en de markt. Door BTW-fraude loopt de Belastingdienst BTW-inkomsten mis. Als er BTW-fraude wordt gepleegd in de vorm van carrouselfraude, dan worden er geen inkomsten misgelopen maar verliest de Belastingdienst werkelijk geld. De ploffer draagt de in rekening gebrachte BTW niet af, maar zijn afnemer vraagt de betaalde BTW wel terug. Als het verzoek van de afnemer wordt gegrond krijgt hij de betaalde BTW terug van de Belastingdienst. Er wordt dan BTW uitbetaald die nooit is ontvangen door de Belastingdienst The IVA, 2010, p Algemene Rekenkamer, 2010 b, p Algemene Rekenkamer, 2010 b, p Wolf, 2010, p

12 Ondernemers kunnen ongemerkt en ongewild betrokken raken bij carrouselfraude. Als een ondernemer bij het afnemen van goederen en diensten BTW heeft moeten betalen, heeft hij het recht om de betaalde BTW als voorbelasting af te trekken. Als het blijkt dat de ondernemer wist of had moeten weten dat hij door het afnemen betrokken was bij carrouselfraude, dan kan het recht op aftrekken van voorbelasting door de Belastingdienst worden geweigerd. Als aftrek van voorbelasting wordt geweigerd ondervindt de ondernemer financiële schade. De kostprijs van het product wordt dan verhoogd, omdat de ondernemer BTW heeft betaald die hij niet terugkrijgt. Hierdoor zal hij de niet teruggekregen BTW doorberekenen aan zijn afnemer. Het kan ook zijn dat de ondernemer hoofdelijk aansprakelijk wordt gesteld voor de BTW die niet is afgedragen binnen de carrousel 34. In de volgende paragraaf zal dieper worden ingegaan op het weigeren van aftrek voorbelasting en hoofdelijke aansprakelijkheid. Door carrouselfraude raakt ook de markt ernstig verstoord. Ploffers hoeven geen winst te maken op reguliere handelstransacties, de winst van een ploffer bestaat namelijk uit het niet afdragen van BTW. Hierdoor kan een ploffer goederen tegen een hoge prijs inkopen en tegen een veel lagere prijs verkopen. De reguliere ondernemers kunnen hier niet tegenop, waardoor de ploffer in een korte tijd een marktaandeel naar zich kan toetrekken 35. Deleted: teruggekregen Bij carrouselfraude komt het er dus op neer dat een ploffer zijn afnemer wel BTW in rekening brengt, maar deze vervolgens opzettelijk niet afdraagt. Er zijn vele verschillende en soms ingewikkelde vormen van carrouselfraude. Maar bij alle vormen van carrouselfraude maakt een ploffer met het opzetten van constructies misbruik van het recht op aftrek van voorbelasting en terugbetaling van BTW. Als gevolg van carrouselfraude verliest de Belastingdienst daadwerkelijk geld. Er wordt geld uitbetaald dat nooit is ontvangen. Een ander gevolg van carrouselfraude is marktverstoring, ploffers kunnen goederen tegen veel lagere prijzen aanbieden dan reguliere ondernemers. Als een ondernemer bij het afnemen wist of had moeten weten dat hij betrokken was bij carrouselfraude, kan zijn recht op het aftrekken van voorbelasting door de Belastingdienst worden geweigerd. De ondernemer kan ook hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de BTW die niet is afgedragen binnen de carrousel. 34 Belastingdienst, 2010 a 35 Wolf, 2010, p

13 4. Huidige bestrijding van carrouselfraude in Nederland In deze paragraaf worden een paar maatregelen behandeld die Nederland nu gebruikt om carrouselfraude te bestrijden. Eerst wordt kort behandeld hoe de bestrijding van intracommunautaire BTW-fraude in Nederland is georganiseerd. Daarna worden een aantal van de huidige maatregelen behandeld, zoals het weigeren van BTW-aftrek wegens schijnhandeling, onjuiste facturen of het criterium van wist of behoorde te weten. Het weigeren van toepassing van het nultarief bij intracommunautaire leveringen. Hoofdelijke aansprakelijkheid en administratieve samenwerking tussen lidstaten met behulp van het VAT Information Exchange en Verordening (EG) nr. 1798/ Organisatie bestrijding intracommunautaire BTW-fraude in Nederland In Nederland heeft de Belastingdienst de taak om rijksbelastingen en douanerechten te heffen en te innen. Het bestrijden van intracommunautaire BTW-fraude valt daar ook onder. De Belastingdienst staat onder het gezag van de Minister van Financiën 36. In de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) wordt niet de Belastingdienst genoemd, maar de inspecteur of ontvanger. In lid 3 van art. 2 van de AWR staat wat de Belastingwet verstaat onder inspecteur of ontvanger (een functionaris die als zodanig bij ministeriele regeling is aangewezen). De organisatie van de Belastingdienst staat in hoofdstuk 1 van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst Het bestrijden van intracommunautaire BTW-fraude bestaat uit drie onderdelen: preventie, detectie en repressie 37. Naast de Belastingdienst heeft ook de Landelijke Toezicht Organisatie (hierna: LTO) een belangrijke rol bij de preventie en detectie van BTW-fraude. De LTO heeft 50% invloed op de toezichtwerkzaamheden, het beoordelen van risicofactoren bij de BTW valt daar ook onder. De LTO richt zich op alle belastingmiddelen, hierdoor is de aandacht voor BTW-carrouselfraude relatief weinig. Op het gebied van repressie heeft de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst Economische controledienst (hierna: FIOD-ECD) een belangrijke rol. Bij FIOD-ECD te Amsterdam is het Taakaccent BTW-fraude (Hierna: TBF) ondergebracht. Het effectief bestrijden van alle vormen van BTW-(carrousel)fraude is het doel van het TBF. Op operationeel niveau coördineert, informeert en signaleert het TBF vooral. Verder is de Central Liaison Office (hierna: CLO) verantwoordelijk voor de 36 Algemene Rekenkamer, 2010 b, p Algemene Rekenkamer, 2010 b, p. 7 13

14 informatie-uitwisseling op Europees niveau. De CLO is naar aanleiding van Europese wet- en regelgeving opgericht, met onder andere het bestrijden van intracommunautaire fraude als doel. De CLO is een centraal verbindingsbureau ingericht bij de Belastingdienst. Er zijn dus vele organisaties bezig met het bestrijden van BTW-fraude, maar er is geen overkoepelend plan van de aanpak om intracommunautaire BTW-fraude te bestrijden Weigeren BTW-aftrek Het weigeren van BTW-aftrek wordt door de Belastingdienst gebruikt om carrouselfraude te bestrijden. De Belastingdienst mag aftrek van BTW weigeren als zij aannemelijk kan maken dat er sprake is van een schijnovereenkomst of als er sprake is van factuurgebreken. De Belastingdienst kan ook BTW-aftrek weigeren als de ondernemer wist of had moeten weten van BTW-fraude Schijnovereenkomst Het weigeren van BTW-aftrek wegens het aanwezig zijn van een schijnovereenkomst, is één van de eerste middelen om carrouselfraude te bestrijden. De schijnovereenkomst is een begrip uit het privaatrecht. Bij een schijnovereenkomst spreken de betrokken partijen het ene af maar ziet de buitenwereld het andere. De partijen doen alsof zij een bepaalde overeenkomst zijn aangegaan, terwijl zij in het geheim een andere afspraak hebben gemaakt. Bij carrouselfraude wijkt de werkelijkheid wel eens af van de gewekte schijn. Bijvoorbeeld bij de carrouselfraude met nepgoederen, er vinden dan transacties tussen de partijen plaats waarbij er in de werkelijkheid andere goederen worden geleverd dan afgesproken. Of er vinden transacties plaats met fictief transport, dan vinden er reële goederentransacties plaats maar de goederen worden in een andere lidstaat afgeleverd. Of de facturencarrousel, dan worden er facturen rondgestuurd en vinden er betalingen plaats maar is er geen sprake van een reële goederentransactie 40. Bij een schijnovereenkomst bestaat er tussen de partijen juist geen overeenkomst, maar doen zij net alsof deze overeenkomst wel tussen hen geldt. Hierdoor kan er geen sprake zijn van een levering van goederen die voldoet aan art. 3 van de Wet OB en daardoor bestaat 38 Algemene Rekenkamer, 2010 b, p Belastingdienst, 2010 a 40 Wolf, 2010, pp

15 er ook geen recht op aftrek van voorbelasting 41. De Belastingdienst kan alleen BTW-aftrek weigeren als zij aannemelijk kan maken dat beide partijen op de hoogte zijn van de schijnovereenkomst en dit willen 42. Het is voor de Belastingdienst niet altijd even makkelijk om aannemelijk te maken dat er sprake is van een schijnhandeling. Als de Belastingdienst hier niet in slaagt, dan is er dus geen sprake van een schijnovereenkomst en blijft het recht op aftrek van voorbelasting in stand Onjuiste facturen De Belastingdienst kan ook BTW-aftrek weigeren door een beroep te doen op factuurgebreken. Het niet voldoen aan de eisen in art. 35 en art. 35a van de Wet OB is op zich al genoeg om BTW-aftrek te weigeren. Factuurgebreken kunnen formeel, materieel of een combinatie van de twee zijn. Bij formele gebreken staan er op de factuur onvolledige gegevens, bijvoorbeeld een onjuiste naam, adres of prijs. Bij materiële gebreken worden er niet bestaande goederen of leveranciers gefactureerd 44. Het kan ook zijn dat er sprake is van een volledig vals factuur, op de factuur staan dan goederen die helemaal niet geleverd zijn. Deze factuur geeft geen recht op aftrek van voorbelasting 45. De Belastingdienst mag BTW-aftrek weigeren als zij aannemelijk kan maken dat er sprake is van factuurgebreken. Als er bijvoorbeeld sprake is van een onjuist factuur, wegens formele gebreken (onvolledige gegevens), materiële gebreken (fictieve leveranciers of goederen) of een combinatie van de twee Wist of behoorde te weten De Belastingdienst kan het recht op aftrek van voorbelasting weigeren, als een ondernemer wist of behoorde te weten dat hij door zijn transactie betrokken was bij BTWfraude. In de arresten gevoegde zaken van Optigen en anderen 46 en Kittel 47 van het HvJ EG wisten of behoorden de ondernemingen te weten van fraude. Het recht op aftrek van voorbelasting bij carrouselfraude was aan de orde. 41 HR 6 maart 1991, nr , BNB 1992/219, punt HR 6 maart 1991, nr , punt Wolf, 2010, pp Wolf, 2010, p HR 7 maart 2003, nr HvJ 12 januari 2006, C-354/03, C-355/03, C-484/03 (Optigen e.a.) 47 HvJ EG 6 juli 2006, C-439/04 en C-440/04 (Axel Kittel) 15

16 HvJ EG Optigen, Fulcrum en Bond House In het arrest van de gevoegde zaken Optigen, Fulcrum en Bond House 48, drijven Optigen Ltd, Fulcrum Electronics Ltd en Bond House Systems Ltd ondernemingen die voornamelijk computerchips kopen bij leveranciers die gevestigd zijn in het Verenigd Koninkrijk en verkopen aan afnemers gevestigd in andere lidstaten. Deze drie ondernemingen zijn zonder hun weten betrokken geraakt bij carrouselfraude, maar zij hadden zelf geen zaken gedaan met de frauderende handelspartners. De Engelse Belastingdienst wees gedeeltelijk hun ingediende verzoeken tot teruggaaf van BTW af en er werd nageheven op een verleende teruggave. Dit deed de Belastingdienst met de stelling dat de door hen in dat verband berekende BTW niet voor aftrek in aanmerking komt, omdat er geen sprake was van een economische activiteit in de zin van art. 2 van de Zesde Richtlijn (nu art. 9, lid 1 BTWrichtlijn). Het uitgangspunt van het HvJ EG was dat Optigen, Fulcrum en Bond House te goeder trouw waren en niet van de fraude wisten of hadden kunnen weten 49. Het HvJ EG is van mening dat de handelingen zelf niet het voorwerp waren van fraude. De handelingen vormden leveringen van goederen door een als zodanig handelende belastingplichtige en een economische activiteit in de zin van de Zesde Richtlijn, omdat zij voldeden aan de objectieve criteria. Volgens het HvJ EG staat iedere transactie op zichzelf en moet deze ook zo beoordeeld worden. Het recht op aftrek van voorbelasting van een belastingplichtige die een economische activiteit verricht en die voldoet aan de objectieve criteria, kan niet worden aangetast door het feit dat er in de keten fraude met BTW is of wordt gepleegd door een ander dan de belastingplichtige. Als de belastingplichtige dit niet wist of had kunnen weten HvJ EG Kittel In het arrest van de gevoegde zaken Axel Kittel (C-439/04) en Recolta Recycling BVBA (C-440/04) 51, zijn Ang Computime en Recolta Recycling BVBA twee ondernemers die transacties verrichten in een handelsketen waarin een partij zit die wel BTW in rekening brengt maar deze niet afdraagt aan de Belastingdienst. Computime handelde in informatica- 48 HvJ 12 januari 2006, C-354/03, C-355/03, C-484/03 (Optigen e.a.) 49 Nieuwenhuizen, 2008, pp Nieuwenhuizen, 2008, pp HvJ EG 6 juli 2006, C-439/04 en C-440/04 (Axel Kittel) 16

17 systeem-onderdelen, hij kocht onderdelen en verkocht ze daarna weer door. De leverancier van Computime was een ploffer, hij bracht Computime wel BTW in rekening maar droeg deze niet af. Er werd gesteld dat Computime willens en wetens had meegewerkt aan de BTWcarrouselfraude. Op grond daarvan weigerde de Belgische Belastingdienst de BTW-aftrek en kreeg Computime een naheffingsaanslag. De curator, Axel Kittel, van Computine bestreed deze naheffingsaanslag. Recolta was betrokken geraakt bij een carrouselfraude in auto s, maar wist op het moment van zijn aankopen niet van de fraude. Ook hier weigerde de Belgische Belastingdienst de BTW-aftrek. Het Belgische Hof van Cassatie vroeg het HvJ EG of de BTW-aftrek geweigerd kon worden 52. Het HvJ EG is van mening dat dit aftrekrecht in beginsel aanwezig is. Ook al hadden beide ondernemers direct zaken hadden gedaan met ploffers. Het HvJ EG maakt wel onderscheid tussen de belastingplichtige die niet van de BTW-fraude wist of kon weten en de belastingplichtige die wel wist of behoorde te weten van de fraude. Voor de belastingplichtige die niet wist of had kunnen weten, wordt het recht op aftrek beschermd. Maar voor de belastingplichtige die wist of behoorde te weten mag de Belastingdienst BTW-aftrek weigeren. De Belastingdienst mag dit doen als er aan de hand van objectieve gegevens kan worden vastgesteld dat de belastingplichtige wist of behoorde te weten dat hij door zijn aankoop deelnam aan een transactie die onderdeel was van BTW-fraude. Dit wordt ook het Kittel-criterium genoemd 53. Een belastingplichtige die een transactie verricht die onderdeel is van BTW-fraude moet alles gedaan hebben wat redelijkerwijze van hem verwacht kan worden om erachter te komen of zijn transactie onderdeel is van een fraudeketen. De Belastingdienst kan BTWaftrek weigeren van de belastingplichtige die er niet alles aan doet om erachter te komen. Tenzij de belastingplichtige kan aantonen dat hij zelfs bij uiterste zorgvuldigheid niet van de BTW-fraude had kunnen weten 54. Het Kittel-criterium leidt tot rechtsonzekerheid. De belastingplichtige die aan alle wettelijke eisen voldoet kan het recht op BTW-aftrek geweigerd worden, omdat hij behoorde te weten van de fraude in zijn keten. Het kan zo zijn dat er uit een achteraf objectief element blijkt dat de belastingplichtige behoorde te weten, terwijl dat voor de belastingplichtige 52 Nieuwenhuizen, 2008, p Nieuwenhuizen, 2008, p Wolf, 2010, p

18 misschien de normale gang van zaken is. Zolang het Kittel-criterium niet is opgenomen in de Wet OB, weet de belastingplichtige niet waar hij aan toe is 55. Op grond van het Kittel-criterium mag de Belastingdienst BTW-aftrek weigeren als er aan de hand van objectieve gegevens kan worden vastgesteld dat de belastingplichtige wist of behoorde te weten dat hij door zijn aankoop deelnam aan een transactie die onderdeel was van BTW-fraude. Tenzij de belastingplichtige kan aantonen dat hij zelfs bij uiterste zorgvuldigheid niet van de BTW-fraude had kunnen weten. De Belastingdienst kan aftrek van BTW weigeren om carrouselfraude te bestrijden. De Belastingdienst moet dan wel aannemelijk maken dat er sprake is van een schijnhandeling of van een onjuist factuur, wat niet altijd even makkelijk. Ook kan de Belastingdienst BTWaftrek weigeren als er aan de hand van objectieve gegevens kan worden vastgesteld dat de belastingplichtige wist of behoorde te weten dat hij door zijn aankoop deelnam aan een transactie die onderdeel was van BTW-fraude (het Kittel-criterium), tenzij de belastingplichtige kan aantonen dat hij zelfs bij uiterste zorgvuldigheid niet van de BTWfraude had kunnen weten. 4.3 Ten onrechte toepassing nultarief Bij carrouselfraude zijn meerdere lidstaten betrokken en wordt er een beroep gedaan op het nultarief voor intracommunautaire transacties. De Belastingdienst probeert de schade van carrouselfraude te beperken door de toepassing van het nultarief bij intracommunautaire leveringen, in fraudesituaties, goed in de gaten te houden. Als er niet aan de transporteis en onderworpenheideis is voldaan van Tabel II, post a 6 Wet OB dan kan de toepassing van het nultarief geweigerd worden. Dit is bijvoorbeeld het geval als er sprake is van een facturencarrousel. Of het nultarief mocht worden toegepast is aan de orde in de arresten Teleos 56, Collée 57 en Twoh Wolf, 2010, p HvJ EG 27 september 2007, C-409/04 (Teleos Plc) 57 HvJ EG 27 september 2007, C-146/05 (Collée) 58 HvJ EG 27 september 2007, C-184/05 (Twoh International BV) 18

19 4.3.1 HvJ EG Teleos In het arrest van Teleos Plc (C-409/04) 59, verkoopt Teleos mobiele telefoons aan TT (een Spaanse afnemer). De verkoop verliep als volgt, de mobiele telefoons werden in een opslag plaats in het Verenigd Koninkrijk ter beschikking gesteld aan TT. TT zou ervoor zorgen dat de mobiele telefoons werden vervoerd naar een andere lidstaat. TT leverde bewijs van intracommunautaire transport, door Teleos originele, afgestempelde en afgetekende CMR-vrachtbrieven uit de andere lidstaat uit te reiken. De Engelse Belastingdienst ontdekte dat sommige plaatsen op de vrachtbrieven vals waren, waardoor het bewijs van vervoer naar een andere lidstaat ontbrak. De Engelse Belastingdienst was van mening dat er geen sprake was van intracommunautaire leveringen, maar van binnenlandse leveringen en heeft Teleos aanslagen opgelegd voor de niet-betaalde BTW. Ook al handelde Teleos te goeder trouw en was hij op geen enkele manier betrokken bij de fraude 60. Het HvJ EG was het niet met de Engelse Belastingdienst eens. Weliswaar eist art. 28bis, lid 3 en 28 quater, A, sub a van de richtlijn alleen de verzending naar een andere lidstaat, de leverancier moet toch kunnen aantonen dat de goederen het grondgebied van de lidstaat van de leverancier fysiek hebben verlaten. Kan de leverancier niet bewijzen dat de goederen naar een andere lidstaat zijn verzonden, dan kan er nageheven worden. Als het blijkt dat het ontvangen verzendbewijs vals is kan er niet nageheven worden bij de leverancier die te goeder trouw heeft gehandeld, die niet bij de fraude is betrokken en alles heeft gedaan wat redelijker wijs van hem mag worden verwacht om niet bij dergelijke fraude betrokken te raken. Als de afnemer aangifte heeft gedaan van een intracommunautaire verwerving in het land van aankomst, kan dat als aanvullend bewijs functioneren dat de goederen de lidstaat van levering hebben verlaten. Dit is echter geen doorslaggevend bewijs 61. Om gebruik te mogen maken van het nultarief bij intracommunautaire levering, moet een leverancier kunnen bewijzen dat er sprake is geweest van een intracommunautair vervoer. Anders kan er bij de leverancier worden nageheven, tenzij de leverancier te goeder trouw handelde, niet bij de fraude was betrokken en er alles aan heeft gedaan om niet bij dergelijke fraude betrokken te raken. De aangifte van intracommunautaire verwerving door de afnemer, zou als bewijs kunnen dienen bij het aantonen dat de goederen de lidstaat van levering hebben verlaten. 59 HvJ EG 27 september 2007, C-409/04 (Teleos Plc) 60 Nieuwenhuizen, 2008, p Nieuwenhuizen, 2008, p

20 4.3.2 HvJ EG Collée In het arrest Collée (C-146/05) 62, verkoopt een dochtermaatschappij van het Duitse Collée personenauto s aan een autohandelaar in België. Dit was eigenlijk in strijd met gemaakte afspraken met andere klanten, daarom liet Collée de leveringen via de Duitse handelaar S gaan. S kocht dan voor de schijn de auto s van Collée en verkocht het dan weer door aan de Belgische autohandelaar. Toen S de door Collée in rekening gebrachte BTW terugvroeg, weigerde de Duitse Belastingdienst dit. De Duitse Belastingdienst kwam erachter dat het om een schijntransactie ging. Collée corrigeerde dit door de leveringen aan S te crediteren en alsnog aangifte te doen van de feitelijke intracommunautaire levering aan de Belgische autohandelaar. De Duitse Belastingdienst weigerde de toepassing van de vrijstelling alsnog en legde Collée een naheffingsaanslag op. Volgens de Duitse Belastingdienst voldeed Collée ten tijde van de transactie niet aan de voorwaarden voor de toepassing van het nultarief bij intracommunautaire leveringen 63. Volgens het HvJ EG was dit niet juist. De Belastingdienst mag de toepassing van de vrijstelling (nultarief) bij een intracommunautaire levering, die echt heeft plaatsgevonden, niet weigeren als er ten tijde niet is voldaan aan de formele eisen. Zelfs niet als de belastingplichtige bewust zo heeft gehandeld. De Belastingdienst mag toepassing van de vrijstelling (nultarief) wel weigeren als er een gevaar voor verlies aan belastinginkomsten bestaat en de belastingplichtige er niet alles aan heeft gedaan om het gevaar ongedaan te maken HvJ EG Twoh In het arrest Twoh (C-184/05) 65, heeft de Nederlandse Twoh International BV geleverd aan Italiaanse ondernemers. Het ging om afhaaltransacties, de kopers kwamen de goederen in Nederland ophalen en zorgden zelf voor vervoer naar Italië. Twoh had geen afhaalverklaringen gevraagd van de kopers en kon dus niet aantonen dat de goederen Nederland echt hadden verlaten. Dit leidde na controle tot een naheffingsaanslag, omdat er ten onrechte gebruik was gemaakt van het nultarief. In de bezwaarfase vroeg Twoh aan de 62 HvJ EG 27 september 2007, C-146/05 (Collée) 63 Nieuwenhuizen, 2008, p Nieuwenhuizen, 2008, p HvJ EG 27 september 2007, C-184/05 (Twoh International BV) 20

21 Nederlandse Belastingdienst uit te zoeken of de Italiaanse kopers in Italië aangifte hadden gedaan van een intracommunautaire verwerving. De Belastingdienst weigerde dit verzoek 66. Het HvJ EG oordeelde dat de Belastingdienst van de lidstaat waar de leverancier het nultarief wegens intracommunautaire levering toepast, niet verplicht is om na te gaan of de afnemer in de andere lidstaat aangifte heeft gedaan van een intracommunautaire verwerving. Als bij controle blijkt dat een leverancier, die het nultarief heeft toegepast, geen bewijs heeft van de intracommunautaire levering dan kan de Belastingdienst toepassing van het nultarief weigeren en naheffen. De Belastingdienst is ook niet verplicht om na te gaan of de afnemer in zijn lidstaat aangifte heeft gedaan van een intracommunautaire verwerving 67. Het aantonen dat een leverancier ten onrechte het nultarief heeft gebruikt is erg moeilijk, het komt bijvoorbeeld voor bij een facturencarrousel. De Belastingdienst zou dan eerst de facturencarrousel op het spoor moeten zijn. Bij het onterecht toepassen van het nultarief mag de Belastingdienst het gebruik van het nultarief bij intracommunautaire leveringen weigeren, als de leverancier niet kan bewijzen dat er echt sprake is geweest van intracommunautair vervoer. De Belastingdienst mag toepassing van het nultarief niet weigeren als de leverancier te goeder trouw handelde, niet bij de fraude betrokken was er alles aan heeft gedaan om niet bij dergelijke fraude betrokken te raken. De Belastingdienst mag niet naheffen als er ten tijde van een echte intracommunautaire levering niet is voldaan aan de formele eisen. Tenzij er gevaar bestaat voor verlies aan belastinginkomsten, dan mag de Belastingdienst weer wel naheffen. De Belastingdienst heeft geen verplichting om de leverancier van bewijsmateriaal te voorzien, door na te gaan of de afnemer in zijn lidstaat aangifte heeft gedaan van een intracommunautaire verwerving. 4.4 Hoofdelijke aansprakelijkheid Om het voor de Belastingdienst makkelijker te maken om carrouselfraude te bestrijden kan zij gebruik maken van de hoofdelijke aansprakelijkheid. De aansprakelijkheidsregeling in art. 42c van de Invorderingswet 1990 (hierna: IW) is sinds 1 januari 2002 van kracht. Alle ondernemers die betrokken zijn bij BTW-fraude, waar ook ter wereld, kunnen hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de niet-afgedragen BTW in de carrousel. 66 Nieuwenhuizen, 2008, p Nieuwenhuizen, 2008, p

22 In lid 1 van art. 42c IW staat dat een afnemer (die ondernemer is in de zin van de Wet OB) hoofdelijk aansprakelijk is voor de omzetbelasting die niet of niet volledig is voldaan ter zake van de levering van de bij ministeriële regeling aan te wijzen goederen, als hij wist of behoorde te weten dat de ter zake van die levering verschuldigde omzetbelasting niet of niet volledig is of zal worden voldaan en daardoor voordeel heeft behaald, tenzij er sprake is van lid 3 van art. 42c IW. De Belastingdienst moet aannemelijk maken dat de ondernemer voordeel heeft behaald 68. De aangewezen goederen staan in art. 40a van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet De aansprakelijkheidsregeling geldt alleen voor de aangewezen risicogoederen, goederen waarmee de kans op carrouselfraude het grootst is 69. Deze goederen staan in art. 40a van de Uitvoeringsregeling van de IW, een ministeriele regeling. Onder risicogoederen vallen: - Telecommunicatie- en computerapparatuur en programmatuur; - Foto-, film-, video-, en geluidsapparatuur alsmede beeld- en geluidsdragers zoals video- en muziekcassettes en compactdiscs en digitale videodiscs; - Landvoertuigen die zijn uitgerust met een motor van meer dan 48 cc cilinderinhoud of met een vermogen van meer dan 7,2 kw. De toebehoren en onderdelen van deze goederen zijn ook risicogoederen. In lid 2 van art. 42c IW staat dat een ondernemer die wist of behoorde te weten dat de BTW ergens in de handelsketen niet wordt of niet zou worden afgedragen en daardoor voordeel heeft behaald, hoofdelijk aansprakelijk gesteld kan worden. Tenzij de ondernemer aannemelijk kan maken dat hij dat voordeel niet heeft behaald door het niet betalen van BTW door de andere ondernemers in de keten. Anders gezegd kan de ondernemer tegenbewijs leveren door aannemelijk te maken dat hij dat voordeel ook zou hebben behaald als de andere ondernemers wel BTW hadden afgedragen. De ondernemer wordt geacht voordeel te hebben behaald als hij voor de goederen een lagere prijs heeft betaald dan de actuele marktwaarde of een prijs die lager is dan de prijs die ooit is betaald door andere ondernemers voor dezelfde goederen. De Belastingdienst moet aannemelijk maken dat de ondernemer wist of behoorde te weten van de fraude. De ondernemer wordt geacht te weten als hij er voordeel van heeft genoten. Als de Belastingdienst voordeel constateert wegens een vergoeding die lager is dan de vrije marktprijs. Kan de ondernemer tegenbewijs leveren door aannemelijk te maken dat hij die lagere prijs ook zou hebben betaald als er geen sprake was van fraude. Om hier bewijs 68 Van Hilten en Van Kesteren, 2007, p Belastingdienst, 2010 b 22

BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast

BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast BTW-bulletin, De aftrek van btw staat niet meer rotsvast Samenvatting Op 18 december 2014 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna HvJ) arrest gewezen over de aftrek van btw als sprake is

Nadere informatie

De aanpak van BTW-carrouselfraude

De aanpak van BTW-carrouselfraude UNIVERSITEIT VAN TILBURG De aanpak van BTW-carrouselfraude Zelfs bij fraude in een andere lidstaat? Bachelor Thesis 12-2013 Naam: Roy van de Laar Studierichting: Fiscale Economie Administratienummer: 498576

Nadere informatie

VRAAG 1 VRAAG 2. Intracommunautaire levering

VRAAG 1 VRAAG 2. Intracommunautaire levering VRAAG 1 Intracommunautaire levering Op grond van art. 12, lid 2, onderdeel a, 2 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 is voor de toepassing van het nultarief voor intracommunautaire leveringen vereist

Nadere informatie

TIPS. Internationaal zaken doen en BTW (deel 2) www.hlb-van-daal.nl

TIPS. Internationaal zaken doen en BTW (deel 2) www.hlb-van-daal.nl TIPS Internationaal zaken doen en BTW (deel 2) Handel en BTW In dit memo worden aspecten van BTW behandeld, die van toepassing kunnen zijn bij internationale handel. Het is geen volledig overzicht, maar

Nadere informatie

Thema s. Intracommunautaire levering ABC leveringen Overbrengingen Reparatie Call off/consignatie IC leveringen aan vrijgestelde afnemers

Thema s. Intracommunautaire levering ABC leveringen Overbrengingen Reparatie Call off/consignatie IC leveringen aan vrijgestelde afnemers Thema s Intracommunautaire levering ABC leveringen Overbrengingen Reparatie Call off/consignatie IC leveringen aan vrijgestelde afnemers Intracommunautaire leveringen Nultarief indien (Teleos): - Vervoer

Nadere informatie

Master Thesis. Btw-carrouselfraude. Een onderzoek naar het fenomeen carrouselfraude in de omzetbelasting.

Master Thesis. Btw-carrouselfraude. Een onderzoek naar het fenomeen carrouselfraude in de omzetbelasting. Master Thesis Btw-carrouselfraude Een onderzoek naar het fenomeen carrouselfraude in de omzetbelasting. Wat is de meest effectieve manier om btw-carrouselfraude te bestrijden? Naam: René Bosch ANR: 763024

Nadere informatie

ABC-transacties binnen de interne markt: geen koud kunstje

ABC-transacties binnen de interne markt: geen koud kunstje ABC-transacties binnen de interne markt: geen koud kunstje mr. I.M. Duinker; mr. P. de Kock 1 Met ingang van 1 januari 2012 zijn in de Wet op de omzetbelasting 1968 wijzigingen aangebracht in het kader

Nadere informatie

Voorwoord. Tot slot wil ik graag mijn scriptiebegeleidster, mevrouw M.M. Nijholt, bedanken voor haar goede begeleiding en advies.

Voorwoord. Tot slot wil ik graag mijn scriptiebegeleidster, mevrouw M.M. Nijholt, bedanken voor haar goede begeleiding en advies. CARROUSELFRAUDE Welke effectieve en eenduidige maatregelen kunnen worden genomen om Btwcarrouselfraude te bestrijden en zo de ondernemer te goeder trouw beter te beschermen? Naam: Mane Bajadjan Studentnummer:

Nadere informatie

Toepassing nultarief in fraude-situaties

Toepassing nultarief in fraude-situaties Toepassing nultarief in fraude-situaties Onder welke omstandigheden kan een leverancier het nultarief toepassen bij een intracommunautaire levering aan een afnemer, wanneer de afnemer geen intracommunautaire

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen De wijze waarop internationale transacties in de heffing van btw worden betrokken, wordt bepaald door de systematiek van de btw-wetgeving.

Nadere informatie

Welke van de aangedragen oplossingen is de beste om BTW-carrouselfraude te bestrijden? Een onderzoek naar mogelijke oplossingen voor Carrouselfraude

Welke van de aangedragen oplossingen is de beste om BTW-carrouselfraude te bestrijden? Een onderzoek naar mogelijke oplossingen voor Carrouselfraude Welke van de aangedragen oplossingen is de beste om BTW-carrouselfraude te bestrijden? Een onderzoek naar mogelijke oplossingen voor Carrouselfraude Suzanne van Houdt 0299936 Semester 1, 2007-2008 27 september

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 * X EN FISCALE EENHEID FACET-FACET TRADING ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 * In de gevoegde zaken C-536/08 en C-539/08, betreffende twee verzoeken om een prejudiciële beslissing krachtens

Nadere informatie

DE NATIONALE BTW-QUIZ 2013 UW QUIZIMODO: JAN SANDERS

DE NATIONALE BTW-QUIZ 2013 UW QUIZIMODO: JAN SANDERS DE NATIONALE BTW-QUIZ 2013 UW QUIZIMODO: JAN SANDERS VRAAG 1. Intracommunautaire levering DE NATIONALE BTW-QUIZ 2013 VRAAG 1. Op grond van art. 12, lid 2, onderdeel a, 2 Uitvoeringsbesluit omzetbelasting

Nadere informatie

Carrouselfraude Een zoektocht naar een effectievere bestrijding

Carrouselfraude Een zoektocht naar een effectievere bestrijding Carrouselfraude Een zoektocht naar een effectievere bestrijding Naam: Marloes van Strien Studentnummer: 10010467 Studiejaar: 2014/2015 Masterscriptie Fiscale Economie Universiteit van Amsterdam Begeleider:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 -0) Ol täh. 2tpIO e Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/01551 IIngeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr g.3.j ~..~9. 8 maart 2013 Luxemburg,

Nadere informatie

Toepassing van het btw nultarief bij intracommunautaire leveringen

Toepassing van het btw nultarief bij intracommunautaire leveringen Toepassing van het btw nultarief bij intracommunautaire leveringen Door: mr. R.H. van Veen 2010/ 2011 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding... 2 1.1 Inleiding... 2 1.2 Probleemstelling... 2 Hoofdstuk 2 Introductie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35891 24 december 2013 Omzetbelasting. Fiscaal vertegenwoordiging 15 december 2013 Nr. BLKB/2013/2291M Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.6.2015 COM(2015) 289 final 2015/0129 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij Italië wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 325 Besluit van 28 augustus 2017 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 met betrekking tot verlegging omzetbelastingplicht

Nadere informatie

Administratieve verplichtingen. Marja van den Oetelaar

Administratieve verplichtingen. Marja van den Oetelaar Administratieve verplichtingen Marja van den Oetelaar Thema s Suppletieaangifte Herziening van ten onrechte berekende btw Teruggaaf van btw bij oninbare vorderingen Factureringsregels 2013 Self-billing

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013

Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 C-A3.A 1..A3 - g) ge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02825 22 februari 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr.. 3:t2 /J..s..8.

Nadere informatie

BTW BIJ IN- en UITVOER. Marja van den Oetelaar/Samatha Speelman

BTW BIJ IN- en UITVOER. Marja van den Oetelaar/Samatha Speelman BTW BIJ IN- en UITVOER Marja van den Oetelaar/Samatha Speelman Douaneschuld Douaneschuld ontstaat: - Invoer (in vrije verkeer brengen) - Onttrekking aan het douanetoezicht - Niet voldoen aan verplichtingen

Nadere informatie

Inhoud. 1 De intracommunautaire levering van goederen Begrip Onderscheid tussen levering van goederen en diensten 18

Inhoud. 1 De intracommunautaire levering van goederen Begrip Onderscheid tussen levering van goederen en diensten 18 Inhoud Woord vooraf Hoe een btw- vraagstuk oplossen? 9 Inleiding 15 1 De intracommunautaire levering van goederen 17 1.1 Begrip 17 1.2 Onderscheid tussen levering van goederen en diensten 18 2 Vrijstelling

Nadere informatie

Collegeaantekeningen Fiscale aspecten Registergoederen. Week 1

Collegeaantekeningen Fiscale aspecten Registergoederen. Week 1 Collegeaantekeningen Fiscale aspecten Registergoederen Week 1 2016-2017 HC week 1 Fiscale aspecten van Registergoederen 9 februari 2017 Inleiding Waarom is het vak voor notariëlen van belang? Wat heeft

Nadere informatie

Goederen inkopen via Ebay en de fiscale behandeling van deze transacties

Goederen inkopen via Ebay en de fiscale behandeling van deze transacties Goederen inkopen via Ebay en de fiscale behandeling van deze transacties Sandy Dekker 0401323 Studiejaar 2009 Afgerond op 19 september 2009 Beoordelend docent: W.A.P. Nieuwenhuizen Studierichting: Fiscale

Nadere informatie

Als u een bedrijfspand gaat kopen of verkopen

Als u een bedrijfspand gaat kopen of verkopen Als u een bedrijfspand gaat kopen of verkopen Gevolgen voor de BTW Gaat u een bedrijfspand kopen of verkopen? Dan heeft u te maken met bepaalde BTW-regels. De verkoop van een bedrijfspand is meestal vrijgesteld

Nadere informatie

Masterthesis. Ketentransacties en aftrek van voorbelasting UNIVERSITEIT VAN TILBURG

Masterthesis. Ketentransacties en aftrek van voorbelasting UNIVERSITEIT VAN TILBURG UNIVERSITEIT VAN TILBURG Masterthesis Ketentransacties en aftrek van voorbelasting Naam: ANR: 728717 Studierichting: Fiscale Economie Datum: 28 september 2011 Examencommissie: mr. dr. A.J. van Doesum Prof.

Nadere informatie

Nationale Administrateursdag Carola van Vilsteren

Nationale Administrateursdag Carola van Vilsteren Nationale Administrateursdag 2016 Carola van Vilsteren Programma Welkom Factuur Factuureisen en postbusnummer Creditfactuur en BTW E-facturering en BTW BTW-aangifte Laatste BTW-aangifte Overige actualiteiten

Nadere informatie

Als u een bedrijfs pand gaat kopen of verkopen Gevolgen voor de btw

Als u een bedrijfs pand gaat kopen of verkopen Gevolgen voor de btw Gevolgen voor de btw Gaat u een bedrijfspand kopen of verkopen? Dan hebt u te maken met bepaalde btw-regels. De verkoop van een bedrijfspand is meestal vrijgesteld van btw. In sommige situaties is het

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE Brussel, 11 september 2018 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN EU-REGELS OP HET GEBIED VAN DE

Nadere informatie

De toepassing van het nultarief bij intracommunautaire ABC- transacties onder de loep

De toepassing van het nultarief bij intracommunautaire ABC- transacties onder de loep De toepassing van het nultarief bij intracommunautaire ABC- transacties onder de loep Naam: Samira Boudazra ANR: S949497 Examencommissie: W.J.C. de Bakker, Prof. Dr. H.W.M. van Kesteren 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Kan het invoeren van digitale overheidsfacturen een echte bijdrage leveren aan de oplossing van het probleem carrouselfraude?

Kan het invoeren van digitale overheidsfacturen een echte bijdrage leveren aan de oplossing van het probleem carrouselfraude? Faculteit der Economische Wetenschappen Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Nadruk Verboden Kan het invoeren van digitale overheidsfacturen een echte bijdrage leveren aan de oplossing van het

Nadere informatie

De BTW-Carrousel. Naomi de Bie Studiejaar: 2006/ Augustus 2007 Bachelor Fiscale Economie Corrector: mr. R.L.R.

De BTW-Carrousel. Naomi de Bie Studiejaar: 2006/ Augustus 2007 Bachelor Fiscale Economie Corrector: mr. R.L.R. De BTW-Carrousel Een onderzoek naar de ultieme bestrijdingsmethode van BTW-carrouselfraude. Naomi de Bie 0110353 Studiejaar: 2006/2007 11 Augustus 2007 Bachelor Fiscale Economie Corrector: mr. R.L.R. Hennuïn

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

Artikel 69a van de AWR als handhavingsinstrument om BTW-carrouselfraude te bestrijden

Artikel 69a van de AWR als handhavingsinstrument om BTW-carrouselfraude te bestrijden Artikel 69a van de AWR als handhavingsinstrument om BTW-carrouselfraude te bestrijden Is artikel 69a van de AWR en de daarin opgenomen strafuitsluitingsgronden een adequaat handhavingsinstrument om BTW-carrouselfraude

Nadere informatie

2014 -- Omzetbelasting II -- Deel 3

2014 -- Omzetbelasting II -- Deel 3 Omzetbelasting II les 5 programma Intracommunautaire prestaties goederen: de intracommunautaire transacties diensten: de intracommunautaire diensten 1 Invoer Jim is ondernemer in Zuid-Korea. Hij levert

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:14470

ECLI:NL:RBDHA:2014:14470 ECLI:NL:RBDHA:2014:14470 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 19-11-2014 Datum publicatie 15-04-2015 Zaaknummer 14_7761 OB Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak Eerste aanleg

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 december 2012 (OR. en) 17603/12 FISC 194

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 december 2012 (OR. en) 17603/12 FISC 194 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 december 2012 (OR. en) 17603/12 FISC 194 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie ingekomen:

Nadere informatie

De kleineondernemersregeling. Belastingdienst

De kleineondernemersregeling. Belastingdienst Belastingdienst De kleineondernemersregeling Betaalt u in een jaar minder dan 1.883 btw aan ons? Dan komt u mogelijk in aanmerking voor de kleineondernemersregeling. Is dat het geval dan betaalt u in dat

Nadere informatie

Eiser gesteld. heeft daartegen bij brief van 22 juni 2010, ontvangen door de rechtbank op 24 juni 2010, beroep op

Eiser gesteld. heeft daartegen bij brief van 22 juni 2010, ontvangen door de rechtbank op 24 juni 2010, beroep op Rechtbank Uitspraak RECHTBANK Arnhem ARNHEM 2010/02295 Sector registratienummer: uitspraak bestuursrecht, ingevolge AWB artikel enkelvoudige 10/2295 8:77 van belastingkamer van inzake 3 maart 2011 de Algemene

Nadere informatie

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B Raad van de Europese Unie Brussel, 26 november 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0251 (CNS) 12848/1/18 REV 1 FISC 397 ECOFIN 881 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/2057 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/2057 VAN DE RAAD 27.12.2018 L 329/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/2057 VAN DE RAAD van 20 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde

Nadere informatie

Bachelor thesis. Het toerekenen van een intracommunautaire transactie binnen een ketentransactie

Bachelor thesis. Het toerekenen van een intracommunautaire transactie binnen een ketentransactie Bachelor thesis Het toerekenen van een intracommunautaire transactie binnen een ketentransactie Naam: Erik Rood Adres: Minckelersstraat 10-07, 5041 AN, Tilburg Telefoon: 06-154 805 22 Studierichting: Fiscale

Nadere informatie

Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020 De eenmanszaak, maatschap en VOF die in Nederland

Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020 De eenmanszaak, maatschap en VOF die in Nederland Vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor toepassing nieuwe kleine ondernemersregeling BTW per 1 januari 2020 De eenmanszaak, maatschap en VOF die in Nederland gevestigd zijn met een beperkt af te dragen bedrag

Nadere informatie

Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie Universiteit van Amsterdam

Faculteit der Economische Wetenschappen en Econometrie Universiteit van Amsterdam Aansprakelijkheid van de aangever in de Wet op de Omzetbelasting 1968 A.J.M. Boom 0445223 Semester 2, studiejaar 2006/2007 15 juni 2007 Masterscriptie Begeleider: Mr. drs. W.A.P. Nieuwenhuizen Beoordelaar:

Nadere informatie

Btw-nieuwsbrief mei 2019

Btw-nieuwsbrief mei 2019 In deze btw-nieuwsbrief informeren wij u over de ontwikkelingen op het gebied van de omzetbelasting. In deze nieuwsbrief gaan wij nader in op de volgende onderwerpen: (1) btw-teruggaaf op oninbare vorderingen,

Nadere informatie

Intracommunautaire ketentransacties in theorie en praktijk

Intracommunautaire ketentransacties in theorie en praktijk Mr. I.M. Duinker; mr. P. de Kock 1 Intracommunautaire ketentransacties in theorie en praktijk Ketentransacties worden in de praktijk vaak ABC-transacties genoemd. In ons artikel in BTW bulletin 2012/68

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 I!Entree 2 7 MARS 2013 C-.A6'1IA3-0 Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02595 8 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder

Nadere informatie

2 Leveringen van goederen naar

2 Leveringen van goederen naar 2 Leveringen van goederen naar landen binnen de EU 2.1 Levering van goederen binnen de EU aan een buitenlandse ondernemer 2.1.1 intracommunautaire leveringen Hoofdregel bij grensoverschrijdende leveringen

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.12.2009 COM(2009)668 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Litouwen wordt gemachtigd een maatregel te blijven

Nadere informatie

OVER DE OPLETTEND KOOPMAN, DIENS WETENSCHAP EN ZORGVULDIGHEID

OVER DE OPLETTEND KOOPMAN, DIENS WETENSCHAP EN ZORGVULDIGHEID OVER DE OPLETTEND KOOPMAN, DIENS WETENSCHAP EN ZORGVULDIGHEID Martin Lambregts Universiteit van Amsterdam Internationaal en Europees belastingrecht 1 e lezer: mw. mr. R.L.R. Hennuïn 2 e lezer: mr. drs.

Nadere informatie

Vereisten voor toepassing nultarief bij intracommunautaire leveringen. Dhr. J.J. (Jurie) Franken 19-4-2013 Administratienummer: 339400

Vereisten voor toepassing nultarief bij intracommunautaire leveringen. Dhr. J.J. (Jurie) Franken 19-4-2013 Administratienummer: 339400 Vereisten voor toepassing nultarief bij intracommunautaire leveringen Dhr. J.J. (Jurie) Franken 19-4-2013 Administratienummer: 339400 Afkortingenlijst ALH Auto lease Holland BV BNB Beslissingen in Belastingzaken

Nadere informatie

3.6 Aangifte, rubriek 5: Voorbelasting, kleineondernemersregeling en totaal 22

3.6 Aangifte, rubriek 5: Voorbelasting, kleineondernemersregeling en totaal 22 ALGEMEEN 1 WAT IS NIEUW 8 1.1 Overzicht wijzigingen 8 1.2 Opzet en indeling Almanak 10 1.3 Belastingdienst 11 2 BTW-SYSTEEM 13 2.1 Omzetbelasting volgens btw-systeem 13 AANGEVEN EN BETALEN 3 AANGIFTE OMZETBELASTING,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Vertaling C-264/17-1 Zaak C-264/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 mei 2017 Verwijzende rechter: Finanzgericht Münster (Duitsland)

Nadere informatie

Hoe een btw- vraagstuk oplossen?

Hoe een btw- vraagstuk oplossen? Woord vooraf Hoe een btw- vraagstuk oplossen? Bij het correct oplossen van een btw- vraagstuk in het kader van het zaken doen met het buitenland volgt men best volgend stappenplan dat stap voor stap tot

Nadere informatie

16 februari 2018 JvdM/BR/SvdD

16 februari 2018 JvdM/BR/SvdD Ernst & Young Belastingadviseurs LLP Meander 861 6825 MH Arnhem Postbus 30116 6803 AC Arnhem Tel: +31 88 407 10 00 Fax: +31 88 407 60 05 ey.com Verbind Drenthe T.a.v. de heer R. Hoogendorp Postbus 12 9480

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/12/2016

Datum van inontvangstneming : 29/12/2016 Datum van inontvangstneming : 29/12/2016 Vertaling C-580/16-1 Zaak C-580/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 november 2016 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Vermindering van BTW voor kleine ondernemers

Vermindering van BTW voor kleine ondernemers Vermindering van BTW voor kleine ondernemers De kleineondernemersregeling Heeft u een onderneming en maakt u weinig omzet? Dan is er voor u de kleineondernemersregeling. Volgens deze regeling kunt u in

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6595

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6595 ECLI:NL:RBARN:2011:BP6595 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 03-03-2011 Datum publicatie 03-03-2011 Zaaknummer AWB 10/2295 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Vermindering van BTW voor kleine ondernemers

Vermindering van BTW voor kleine ondernemers Vermindering van BTW voor kleine ondernemers De kleineondernemersregeling Heeft u een onderneming en maakt u weinig omzet? Dan is er voor u de kleineondernemersregeling. Volgens deze regeling kunt u in

Nadere informatie

Informatie voor ondernemers

Informatie voor ondernemers Informatie voor ondernemers Factuurvereisten en regels Vrijwel elke ondernemer heeft te maken met btw. Btw is de belasting die u als ondernemer verschuldigd bent over uw omzet. Daar staat tegenover dat

Nadere informatie

mr. T. (Ton) Verveer 4/15/2010

mr. T. (Ton) Verveer 4/15/2010 Btw en transport per 1 januari 2010 mr. C.F.C. C (Frank) Resseler mr. T. (Ton) Verveer 1 Btw in perspectief Btw en transport INHOUD Btw en met transport samenhangende diensten Bemiddeling Verhuur vrachtwagens

Nadere informatie

Handel in gebruikte goederen

Handel in gebruikte goederen Handel in gebruikte goederen Wanneer u (mede) handelt in gebruikte goederen kunt u voor de BTW de margeregeling toepassen. U betaalt dan BTW over de winstmarge en niet over de omzet. De margeregeling geldt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 400 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de implementatie van de Richtlijn 2009/162/EU van de Raad van 22 december

Nadere informatie

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan.

Eiseres heeft op haar aangifte voor het eerste kwartaal van omzetbelasting voldaan. Rechtbank Haarlem 5 oktober 2010, nrs. 09/3619 en 09/3620 Uitspraak RECHTBANK HAARLEM Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer Zaaknummers: AWB 09/3619 en AWB 09/3620 Uitspraakdatum: 5 oktober

Nadere informatie

Een onderzoek naar de eenvoud en fraudegevoeligheid van het Europese btw-stelsel voor grensoverschrijdende transacties

Een onderzoek naar de eenvoud en fraudegevoeligheid van het Europese btw-stelsel voor grensoverschrijdende transacties MASTERTHESIS FISCALE ECONOMIE Een onderzoek naar de eenvoud en fraudegevoeligheid van het Europese btw-stelsel voor grensoverschrijdende transacties Naam Rene Storij Universiteit Tilburg University Opleiding

Nadere informatie

Vermindering van btw voor kleine ondernemers

Vermindering van btw voor kleine ondernemers Vermindering van btw voor kleine ondernemers De kleineondernemersregeling Hebt u een onderneming en maakt u weinig omzet? Dan is er voor u de kleineondernemersregeling. Volgens deze regeling kunt u in

Nadere informatie

Update BTW. 11 november 2011 Carola van Vilsteren

Update BTW. 11 november 2011 Carola van Vilsteren Update BTW 11 november 2011 Carola van Vilsteren Programma Welkom en doelstellingen BTW-actualiteiten Auto van de zaak Laatste aangifte 2011 BTW tips Casus Programma Welkom en doelstellingen BTW-actualiteiten

Nadere informatie

Niet-binnenlandse handelingen

Niet-binnenlandse handelingen 1 (art. 39-42) 2 intracommunautaire handelingen - intracommunautaire verwervingen - intracommunautaire leveringen 3 invoer UITVOER wat? levering van goederen met vervoer bestemd voor derdeland plaats?

Nadere informatie

Btw bij onderaanneming en uitlening van personeel

Btw bij onderaanneming en uitlening van personeel Btw bij onderaanneming en uitlening van personeel De verleggingsregeling Bent u ondernemer in de bouw, de scheepsbouw, de metaalconstructie of de confectie-industrie? Dan hebt u waarschijnlijk regelmatig

Nadere informatie

DE BTW IN 2019 EN Mevrouw N.W.A.M. (Nathasja) Elsbeek RB

DE BTW IN 2019 EN Mevrouw N.W.A.M. (Nathasja) Elsbeek RB DE BTW IN 2019 EN 2020 Mevrouw N.W.A.M. (Nathasja) Elsbeek RB Onderwerpen Verhoging verlaagd btw-tarief (2019) Kleine ondernemingsregeling (2020) Overige ontwikkelingen (2020 e.v.) Verhoging verlaagd btw-tarief

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING. Inhoudsopgave I. ALGEMEEN. 1. Inleiding. 2. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel. 9. Transponeringstabel

MEMORIE VAN TOELICHTING. Inhoudsopgave I. ALGEMEEN. 1. Inleiding. 2. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel. 9. Transponeringstabel MEMORIE VAN TOELICHTING Inhoudsopgave Blz. I. ALGEMEEN 1. Inleiding 2. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel 9. Transponeringstabel II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING III TOELICHTING ARTIKEL 1, LID 1, UITVOERINGSVERORDENING

Nadere informatie

Niet-binnenlandse handelingen

Niet-binnenlandse handelingen 1 uitvoer (art. 39-42) 2 intracommunautaire handelingen - intracommunautaire verwervingen - intracommunautaire leveringen 3 invoer uitvoer UITVOER wat? levering van goederen met vervoer bestemd voor derdeland

Nadere informatie

Vermindering van btw voor kleine ondernemers

Vermindering van btw voor kleine ondernemers Vermindering van btw voor kleine ondernemers De kleineondernemersregeling Hebt u een onderneming en maakt u weinig omzet? Dan is er voor u de kleine-ondernemersregeling. Volgens deze regeling kunt u in

Nadere informatie

Betekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN

Betekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN Betekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN Rooster 00 - Verkoop van goederen tegen 0-tarief: dagbladen, tijdschriften, pre-paid telefoonkaarten, recuperatiestoffen, tabaksfabrikaten.

Nadere informatie

11558/02 jv 1 DG G I

11558/02 jv 1 DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 augustus 2002 (28.08) (OR. fr) 11558/02 FISC 216 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Sylvain BISARRE, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie

Nadere informatie

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24 Inhoud Lijst van afkortingen 13 Studiewijzer 15 Inleiding belastingrecht 17 Deel 1 Inkomstenbelasting 24 1 Algemene uitgangspunten 26 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 26 1.2 Waarover

Nadere informatie

Masterscriptie Fiscale Economie

Masterscriptie Fiscale Economie Masterscriptie Fiscale Economie Tilburg School of Economics and Management Btw-carrouselfraude Welke maatregelen zouden er getroffen moeten worden om btwcarrouselfraude te bestrijden? Is het huidige btw-systeem

Nadere informatie

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M,

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M, Omzetbelasting. Kleine ondernemersregeling Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M, De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Nadere informatie

Lijst met gebruikte afkortingen A-G Art. B2B BNB Btw CMR COSO EC EG ERP EU HvJ EG HvJ EU HR ICF KvK LJN NJ Nr. NTFR Par. R.o. TCF V-N Advocaat-Generaa

Lijst met gebruikte afkortingen A-G Art. B2B BNB Btw CMR COSO EC EG ERP EU HvJ EG HvJ EU HR ICF KvK LJN NJ Nr. NTFR Par. R.o. TCF V-N Advocaat-Generaa De bonafide ondernemer en zijn onderzoeksplicht Tom Koevoets ANR: 627813 Tilburg University Master Fiscaal recht (accent indirecte belastingen) Begeleider: Dr. A.H. Bomer 2e examinator: Prof. dr. H.W.M.

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17 Inhoud Lijst van afkortingen 15 Studiewijzer 17 Inleiding belastingrecht 19 Deel 1 Inkomstenbelasting 26 1 Algemene uitgangspunten 29 1.1 Wie moet belasting betalen? (art. 1.1 en 1.2 Wet IB) 29 1.2 Waarover

Nadere informatie

Procedure maandelijkse BTWteruggave

Procedure maandelijkse BTWteruggave Procedure maandelijkse BTWteruggave uitgebreid!!! De crisis heeft ook zijn goede kanten. Er werd door de ministerraad een besluit genomen om de BTWteruggaveprocedure te versoepelen en sneller te laten

Nadere informatie

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit heffingsrente Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Nadere informatie

Wijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per 2010. Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari 2010. Bestemd voor: alle ondernemers

Wijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per 2010. Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari 2010. Bestemd voor: alle ondernemers Wijziging regels plaats van dienst/ procedure teruggaafverzoeken per 2010 Onderwerp: EU BTW pakket per 1 januari 2010 Doel: informeren Bestemd voor: alle ondernemers 1 Inleiding Per 1 januari 2010 zal

Nadere informatie

Overzicht van de verwachte inkomsten uit indirecte belastingen in De omzetbelasting is de enige indirecte belasting die gebaseerd is op EU

Overzicht van de verwachte inkomsten uit indirecte belastingen in De omzetbelasting is de enige indirecte belasting die gebaseerd is op EU 1 2 Overzicht van de verwachte inkomsten uit indirecte belastingen in 2013. De omzetbelasting is de enige indirecte belasting die gebaseerd is op EU richtlijnen, met nogal dwingende instructies. De stroom

Nadere informatie

Intracommunautaire leveringen. mr. Daniel Kroesen - EY

Intracommunautaire leveringen. mr. Daniel Kroesen - EY Intracommunautaire leveringen mr. Daniel Kroesen - EY ICL en de wondere wereld van de interne markt VAT may be thought of as the Mata Hari of the tax world: many are tempted, many succumb, some tremble

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.10.2017 COM(2017) 561 final 2017/0243 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij het Koninkrijk der Nederlanden wordt gemachtigd een maatregel in te voeren

Nadere informatie

RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015

RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015 RB EINDEJAARSTIPS & AANDACHTSPUNTEN 2014 / 2015 Omzetbelasting Omzetbelasting Benut verlaagd BTW-tarief voor renovatie en onderhoud tot 1 juli 2015 Het BTW-tarief op arbeidskosten bij renovatie, herstel

Nadere informatie

Bijna elke ondernemer heeft ermee te maken, oninbare debiteuren. Met ingang van 1 januari 2017 is de wet- en regelgeving hieromtrent gewijzigd.

Bijna elke ondernemer heeft ermee te maken, oninbare debiteuren. Met ingang van 1 januari 2017 is de wet- en regelgeving hieromtrent gewijzigd. Van: NOAB Adviesgroeplid mr. N. Idrissi, Van Driel Fruijtier btw-specialisten Datum: mei 2017 Onderwerp: Btw en oninbare vorderingen 1. Inleiding Bijna elke ondernemer heeft ermee te maken, oninbare debiteuren.

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016

Datum van inontvangstneming : 21/06/2016 Datum van inontvangstneming : 21/06/2016 Vertaling C-238/16-1 [DDP de référence: C-412/15] Zaak C-238/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 26 april 2016 Verwijzende rechter: Finanzgericht

Nadere informatie

Het wel en wee van de verwervings-btw

Het wel en wee van de verwervings-btw Het wel en wee van de verwervings-btw Door: mr. W.J.G.M. Hundscheid 2007/ 2008 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 INLEIDING... 2 HOOFDSTUK 2 INTRACOMMUNAUTAIRE GOEDEREN TRANSACTIES... 3 HOOFDSTUK 3 SYSTEMATIEK

Nadere informatie

Date de réception : 09/12/2011

Date de réception : 09/12/2011 Date de réception : 09/12/2011 Vertaling C-563/11-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: Zaak C-563/11 Verzoek om een prejudiciële beslissing 9 november 2011 Latvijas Republikas Augstākās tiesas Senāta

Nadere informatie

Special wijziging BTW- factureringsregels Per 1 januari 2013

Special wijziging BTW- factureringsregels Per 1 januari 2013 Special wijziging BTW- factureringsregels Per 1 januari 2013 Audit І Tax І Advisory Belangrijke wijzigingen in de btw facturerings regels per 1 januari 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Wanneer moet

Nadere informatie

Hoorcollege 1: Inleiding

Hoorcollege 1: Inleiding Hoorcollege 1: Inleiding Datum: 9 november 2009 Studiestof: hoofdstuk 5 Drs. O.L. Mobach INLEIDING De omzetbelasting is vak dat altijd actueel is. In de Verenigde Staten is er op dit moment bijvoorbeeld

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13 5.11.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13 VERORDENING (EG) Nr. 1925/2004 VAN DE COMMISSIE van 29 oktober 2004 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van

Nadere informatie

12849/18 CS/srl/sht ECOMP.2.B

12849/18 CS/srl/sht ECOMP.2.B Raad van de Europese Unie Brussel, 22 november 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0249 (E) 12849/18 FISC 398 ECOFIN 882 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: UITVOERINGSVERORDENING

Nadere informatie

! Het kan voordelig zijn om de ingebruikname van een nieuw pand dat gaat worden gebruikt

! Het kan voordelig zijn om de ingebruikname van een nieuw pand dat gaat worden gebruikt Omzetbelasting - eindejaarstips Geen integratieheffing meer vanaf 2014 De integratieheffing voor de btw wordt met ingang van 1 januari 2014 afgeschaft. Hiermee komt een einde aan de heffing van btw over

Nadere informatie