Deel 3: Krachten. 3.1 De grootheid kracht Soorten krachten
|
|
- Leona Christiaens
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Deel 3: Krachten 3.1 De grootheid kracht Soorten krachten We kennen krachten uit het dagelijks leven: vul in welke krachten werkzaam zijn: trekkracht, magneetkracht, spierkracht, veerkracht, waterkracht, windkracht, zwaartekracht, wrijvingskracht, adhesiekracht, cohesiekracht: Effect van krachten Krachten kunnen verschillende uitwerkingen hebben. Door de kracht van de motor kan de stilstaande wagen Door de kracht op het metalen blikje is het Deel 3: Krachten 12
2 Krachten zijn de oorzaak van: Oefening : geef een voorbeeld waarbij een kracht: de snelheid van een voorwerp doet toenemen de snelheid van een voorwerp doet afnemen een voorwerp vervormt: Meten van een kracht Je kan veel proeven bedenken om na te gaan wie de sterkste is van de klas. We kunnen echter niet zeggen hoe groot die kracht is. Krachten meten we met een Dat is een veer met een schaalverdeling. Het symbool van kracht is De eenheid van kracht is (.....) Als je een dynamometer uitrekt met een kracht van 1 N merk je dat dit een kleine kracht is: de kracht die je voelt als je een kleine appel op je hand legt Voorstelling van een kracht Om dit doelpunt te scoren moet de uitgeoefende kracht zijn. De speler moet trappen volgens de witte lijn, dit is de Hij moet naar de bovenkant van het doel trappen, dit is de De plaats waar hij de bal raakt noemt men het Op een figuur wordt een kracht vaak voorgesteld door een pijl. Een krachten heeft immers: Deel 3: Krachten 13
3 Een grootheid met een lengte, richting, zin en een aangrijpingspunt is een vectoriële grootheid Samenstellen van krachten Twee leerlingen trekken samen, in dezelfde zin, aan een touw. Ze oefenen elk een kracht uit van 100 N. Hoeveel is de totale kracht waarmee aan het touw wordt getrokken?... Twee leerlingen trekken in tegenovergestelde zin aan een touw, Hoe groot is de samengestelde kracht? Twee leerlingen trekken elk aan een touw in een andere richting. De hoek tussen de twee touwen is ongeveer 30. De ene leerling trekt bovendien twee maal zo hard als de andere. Hoe kan je de samengestelde kracht grafisch bepalen? 3.2 Zwaartekracht Het bestaan van de zwaartekracht Geef enkele voorbeelden waaruit je het bestaan van de zwaartekracht kan afleiden: De aarde oefent op elk voorwerp een kracht uit :... ( ) Het aangrijpingspunt van de zwaartekracht Het aangrijpingspunt van de zwaartekracht noemt men het van een voorwerp. Voor regelmatige voorwerpen zoals een kubus of een bol is dat punt Hoe je het zwaartepunt van onregelmatige voorwerpen kan bepalen, leer je later. Het zwaartepunt van het menselijk lichaam ligt ter hoogte van het Oefening: duid op onderstaande kubus en bol het zwaartepunt aan: Deel 3: Krachten 14
4 3.2.3 De richting van de zwaartekracht Teken de richting van de zwaartekracht op de 4 aangeduide plaatsen (a, b, c, d): De richting van de zwaartekracht noemen we Op onderstaande figuren lijken de verticalen evenwijdig te lopen omdat De zin van de zwaartekracht Als we een voorwerp loslaten dan valt het verticaal, naar Dat is naar het middelpunt van de aarde of van het hemellichaam. Dit is van de zwaartekracht. Deel 3: Krachten 15
5 3.2.4 De grootte van de zwaartekracht Als je een appel heft moet je een GROTERE / KLEINERE kracht uitoefenen dan om een zak appels te tillen. Dit komt omdat de van de zak GROTER / KLEINER is dan van één appel. De grootte van de zwaartekracht op een voorwerp hangt dus af van de van het voorwerp. Leerlingenproef om de grootte van de zwaartekracht te bepalen Werkwijze: meet met een balans de massa van een reeks gewichtjes. Hang achtereenvolgens deze gewichtjes aan een dynamometer en meet telkens de grootte van de zwaartekracht. Metingen en grafiek: zet de waarden van de massa van de gewichtjes en de overeenkomstige zwaartekracht in een tabel. Maak ook een kolom met telkens de zwaartekracht gedeeld door de massa. Maak ook een grafiek van de zwaartekracht (y-as) in functie van de massa (x-as). Maak een verslag met: doel, werkwijze, meettoestellen en hun nauwkeurigheid, de metingen en berekeningen in een tabel, een grafiek en een besluit. Besluit: er is een verband tussen en.... op een voorwerp. De verhouding van en.... is.... Deze constante noemen we de gravitatieconstante of de zwaarteveldsterkte (g). Met symbolen: Opgelet: Massa en zwaartekracht zijn dus twee verschillende grootheden. De massa van een voorwerp wordt uitgedrukt in en is onafhankelijk van de plaats. De zwaartekracht op dat voorwerp wordt uitgedrukt in en is een gevolg van de aantrekking van de aarde. Ook andere hemellichamen zoals de maan of de planeet jupiter oefenen een aantrekkingskracht uit. Op de maan is voor eenzelfde voorwerp de massa gelijk aan de massa op aarde. De aantrekking van de aarde is echter 6 keer groter dan de maan. Op de aarde wordt op 1 kg een kracht van F = m.g aarde = 1 kg. 9,81 N/kg =... N uitgeoefend. Op de maan wordt op 1 kg een kracht van F = m.g maan = 1 kg. 1,63 N/kg =... N uitgeoefend Veldsterkte De waarde van g is dus de kracht per kg massa die de aarde op een voorwerp uitoefent. Hoe groter g, hoe groter de aantrekkingskracht op het voorwerp. De grootte van g noemen we de veldsterkte. Bij ons is de veldsterkte g = 9,81 N/kg Deel 3: Krachten 16
6 3.2.6 Oefeningen a) Bereken de zwaartekracht die de aarde en de maan op jou uitoefenen b) Op een boekentas wordt een zwaartekracht van 40,0 N uitgeoefend. Bereken de massa van de boekentas en de zwaartekracht die op de boekentas zou uitgeoefend worden op de maan. c) Is er overal op aarde zwaartekracht? d) Bereken de massa van een appel waarop een zwaartekracht van 0,9 N wordt uitgeoefend. e) Een zak aardappelen heeft een massa van m = 15,0 kg. Bereken de zwaartekracht (F z ) op de zak. f) Op een kraan staat max 40 kn. Welke massa kan de kraan maximaal optillen? g) Bepaal de zwaartekracht op een zakje snoep van 365 g. h) De veldsterkte op aarde bedraagt g = 9,81 N/kg. De aantrekkingskracht op de maan is veel kleiner. Een leerling met een massa van 52,0 kg zal op de maan maar een zwaartekracht van 85,0 N ondervinden. Bepaal de grootte van de veldsterkte g maan en bepaal eveneens de grootte van de zwaartekracht die de leerling op aarde voelt. 3.3 Kracht op een veer Veerkracht Veren vind je terug in vele voorwerpen: Oefent men op een veer een kracht uit door er aan te trekken, dan. De kracht die werkt op een veer en waardoor ze vervormt, stellen we voor door De uitrekking van de veer is het verschil tussen de begin- en de eindtoestand: De wet van Hooke Als je een kleine kracht uitoefent op een veer, rekt ze WEINIG / VEEL uit. Als je een grotere kracht uitoefent, is de uitrekking KLEINER / GROTER. De uitrekking van een veer hangt af van de kracht op de veer. Deel 3: Krachten 17
7 Uit de proef kan men besluiten dat de uitrekking van de veer recht evenredig is met de kracht: Dus is de verhouding Deze constante heeft een vaste waarde voor elk soort veer, men noemt ze de Formule: Om een veer met l uit te rekken, moet je er een kracht F v op uitoefenen. Dit is de wet van Hooke Oefening De veer in een kraansysteem wordt 30,0 cm uitgetrokken als men een massa van 450 kg optrekt met de kraan. a) Bereken de veerconstante b) Hoeveel bedraagt de uitrekking van de veer als men met de kraan 125 kg heft? c) En hoeveel rekt de veer uit als men een halve ton optrekt? d) Hoeveel kg moet men aan de kraan hangen om de veer een halve meter te doen uitrekken? Oefening Een veer rekt 12 cm uit als je er een kracht van 2,4 N op uitoefent. Bepaal die veerconstante Oefening Een veer heeft een lengte van 58,3 cm. Als je er een blokje met massa 164 g aan hangt, wordt ze 72,5 cm lang. Bepaal de veerconstante Oefening We hangen een massa van 125 g op aan een veer en stellen vast dat ze 12 cm uitrekt. Bereken de veerconstante Oefening Een veer heeft een veerconstante van 35 m uitrekken? Noteer de uitkomst in cm. N. Als we 250 g aan de veer hangen, hoeveel zal ze dan Deel 3: Krachten 18
8 3.4 Moment van een kracht De begrippen werklijn van een kracht, draaipunt en krachtarm Voorbeeld 1: Een deur is draaibaar rond een as. Hoe open of sluit je best een deur: dicht bij de scharnieren of ver ervandaan? Voorbeeld 2: Je arm is draaibaar is rond je schoudergewricht. Als je je arm met boeken erop steeds meer opzij strekt, dan zal je een steeds grotere kracht moeten uitoefenen. Tenslotte zal je arm na een tijdje omlaag gedrukt worden met je schouder als draaipunt S. Voorbeeld 3: Houd met een gestrekte arm een stok horizontaal. Aan de stok hang je een boekentas die steeds verder naar buiten wordt geschoven. Bij een bepaalde afstand kun je de tas niet meer houden, je arm gaat omlaag, met je schouder als draaipunt S. DUS: Niet alleen de van de kracht speelt een rol, maar ook van het draaipunt S tot de werklijn van de kracht. De krachtarm d is de loodrechte afstand van het draaipunt tot de werklijn van de kracht Oefening: duid de werklijn van kracht, het draaipunt en de krachtarm aan: Deel 3: Krachten 19
9 3.4.3 Het begrip moment van een kracht Het product van een kracht met de krachtarm noemen we het moment van de kracht t.o.v. het draaipunt. Formule: Het gevolg van een moment is dat een voorwerp Momenten kunnen in wijzerzin en tegenwijzerzin draaien Momentenstelling Op een speelplein zie je kinderen soms op een wip zitten. Geef uitleg bij onderstaande figuren! Om deze verschillen te verklaren moeten we gebruik maken van een Experiment evenwichtsvoorwaarden De schijf is opgehangen in zijn zwaartepunt en kan draaien. Op de schijf zijn op regelmatige afstanden gaatjes gemaakt, waarin we massa s bevestigen. a) We bevestigen een massa aan de schijf op de verticale onder het draaipunt S. Deel 3: Krachten 20
10 b) We bevestigen een massa op twee gaatjes rechts van S. c) We bevestigen twee identieke massa s op dezelfde afstand van S. d) We verplaatsen de massa s langs de werklijn van de kracht. e) We verdubbelen de massa aan één kant en verdubbelen de afstand aan de andere kant. Conclusie: Dit is de monumentenstelling: een hefboom is in evenwicht als het moment van de kracht in wijzerzin gelijk is aan het moment van de kracht in tegenwijzerzin. Formule: Werktuigen in de praktijk Door slim een kleine kracht uit te oefenen, kun je dus meer bereiken dan met een grote kracht! Geef me een steunpunt en ik til de wereld op, zei Archimedes. Deel 3: Krachten 21
11 Notenkraker: Met je handen een noot kraken is lastig. Maak je gebruik van een hulpmiddel, de notenkraker, dan gaat het stukken gemakkelijker. Je kan dan een veel grotere kracht uitoefenen. De notenkraker bestaat uit twee hefbomen A en B die een gemeenschappelijk draaipunt S hebben. Welke krachten werken op de hefboom? De kracht F 1 wordt door uitgeoefend, de kracht F 2 wordt door uitgeoefend op de hefboom. Met de notenkraker kan je met een kleine kracht een grote kracht overwinnen. We spreken van Andere voorbeelden: koevoet of breekijzer, schaar, kruiwagen, tang,... Omgekeerd kan je een kleine beweging in een grote beweging omzetten, dan spreken we van winst van verplaatsing. Voorbeeld: Extra oefeningen momenten 1) Op de figuur ziet men van boven een deur die wordt dicht getrokken. Duidt aan op de figuur: draaipunt, kracht, werklijn en krachtarm [antw: F = pijl vanuit de klink links naar beneden] klink muur muur 2) Op een momentenschijf zijn twee even grote massa's aangebracht: m 1 en m 2. In posities 3, 4, 5, 6 is voorlopig niets. a) Draait de schijf in wijzers- of tegenwijzerszin? Verklaar je antwoord. [M w = M 2 >0 en M 1 = 0] b) Men wil de schijf in evenwicht brengen met een massa die dubbel zo groot is als m 2. Kan dit en zo ja, Waar moet die massa dan aangebracht worden, in positie 3, in positie 4, in positie 5 of in positie 6? Verklaar je antwoord. [3 om M w = M T ] 3) Papa (86,0 kg) zit op een wip op 1,40 meter van het midden. Zijn eerste dochter (32,0 kg zit aan de andere kant op 1,30 meter. Waar moet zijn tweede dochter van 28,0 kg gaan zitten om de wip in evenwicht te brengen? Maar een figuur met daarop de krachten, werklijnen, het draaipunt en de krachtarmen. Bereken het antwoord. [d = 2,81 m] Deel 3: Krachten 22
12 4) Geef in elke afbeelding aan over welk soort evenwicht het gaat en verklaar je antwoord: [antw: dood punt, labiel, stabiel] 5) Een snoeischaar heeft handvaten van 50,0 cm lang en de snijbladen zijn 6,0 cm lang. Een tuinman kan een kracht van 800 N op de tang uitoefenen. Hoe groot is de kracht dan op de takken die hij wil doorsnijden? [F = 6,7 kn] 6) Papa (85,0 kg) zit op 1,00 meter van het midden van een wip. Aan de andere kant zit Annelies (35,0 kg) op 2,00 meter van het midden. Waar moet Marij (25,0 kg) gaan zitten om de wip in evenwicht te brengen. [d = 0,600 m] 7) Aan het uiteinde van een spijker die 4 cm uit de muur steekt hangt een schilderij van 8 kg. Bereken de grootte van het moment. [M = 3 N.m] 8) Een raam dat men opent door het naar boven te schuiven staat een paar cm open en is in die positie geblokkeerd. Een inbreker probeert het open te breken door er een ijzeren staaf van 0,75 m onder te schuiven en met zijn volle gewicht van 80 kg op het andere uiteinde te leunen. De vensterbank is 20 cm breed. Krijgt de boef het raam open als het raam een beveiligingssysteem heeft dat 1,5 kn kan weerstaan? [F = 1,6 kn] vensterban k 9) Op welke foto is het moment van de kracht op het fietspedaal het grootst? Verklaar je antwoord. [M 2 > M 1 want d 2 >d 1 ] Deel 3: Krachten 23
13 10) De armen van een nijptang zijn 22,0 cm lang. De kracht op de tang wordt door de breedte van je hand gemiddeld op zo'n 3 cm van het uiteinde uitgeoefend. De grijpkop van de tang ligt op ongeveer 2,0 cm van het scharnierpunt. Hoeveel keer wordt de kracht die uitgeoefend wordt door je hand versterkt naar de grijpkop toe? [F 2 = 9,5 F 1 ] 11) De armen van een notenkraker zijn 18,0 cm lang. De kracht op de tang wordt door de breedte van je hand gemiddeld op zo'n 3,5 cm van het uiteinde uitgeoefend. Voor kleine noten is het midden van de ronding 3,0 cm van het uiteinde van de notenkraker en voor grote 5,5 cm. Welke noten breek je het makkelijkst met deze notenkraker, als je weet dat een kleine venijnige noot twee keer sterker is dan de grotere exemplaren?[klein F 1 = 0,81 F 2 = 0,41 F 3 moeilijker dan groot F 1 = 0,38 F 3 ] 12) Een boekenschap is verankerd in de muur. De diepte van het schap is 0,350 m. Op het schap worden boeken geplaatst met een totale massa van 5,50 kg. De boeken zijn 24,0 cm diep en worden vooraan gelijk met de rand van het schap gezet. - Hoe groot is het moment dat werkt op het schap? - Hoe groot is het moment als de boeken zo veel mogelijk naar achter op het schap worden geschoven? [M 1 = 12,4 N.m en M 2 = 6,47 N.m] Deel 3: Krachten 24
Deel 4: Krachten. 4.1 De grootheid kracht. 4.1.1 Soorten krachten
Deel 4: Krachten 4.1 De grootheid kracht 4.1.1 Soorten krachten We kennen krachten uit het dagelijks leven: vul in welke krachten werkzaam zijn: trekkracht, magneetkracht, spierkracht, veerkracht, waterkracht,
Nadere informatie3HV H1 Krachten.notebook September 22, krachten. Krachten Hoofdstuk 1
krachten Krachten Hoofdstuk 1 een kracht zelf kun je niet zien maar... Waaraan zie je dat er een kracht werkt: Plastische Vervorming (blijvend) Elastische Vervorming (tijdelijk) Bewegingsverandering/snelheidsverandering
Nadere informatieNaam: Klas: Practicum veerconstante
Naam: Klas: Practicum veerconstante stap Bouw de opstelling zoals hiernaast is weergegeven. stap 2 Hang achtereenvolgens verschillende massa's aan een spiraalveer en meet bij elke massa de veerlengte in
Nadere informatiekrachten sep 3 10:09 Krachten Hoofdstuk 1 Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting)
krachten sep 3 10:09 Krachten Hoofdstuk 1 een kracht zelf kun je niet zien maar... Waaraan zie je dat er een kracht werkt: Plastische Vervorming (blijvend) Elastische Vervorming (tijdelijk) Bewegingsverandering/snelheidsverandering
Nadere informatieOpgave 2 Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt.
Uitwerkingen 1 Opgave 1 Het aangrijpingspunt van een kracht is de plaats waar de kracht op het voorwerp werkt. De werklijn van een kracht is de denkbeeldige (rechte) lijn die samenvalt met de bijbehorende
Nadere informatieeenvoudig rekenen met een krachtenschaal.
Oefentoets Hieronder zie je leerdoelen en toetsopdrachten. Kruis de leerdoelen aan als je denkt dat je ze beheerst. Maak de toetsopdrachten om na te gaan of dit inderdaad zo is. Na leren van paragraaf.1
Nadere informatieEr zijn 3 soorten hefbomen. Alles hangt af van de positie van het steunpunt, de last en de inspanning ten opzichte van elkaar.
Lesbrief 1 Hefbomen Theorie even denken Intro Overal om ons heen zijn hefbomen. Meer dan je beseft. Met een hefboom kan je eenvoudig krachten vermenigvuldigen. Hefbomen worden gebruikt om iets in beweging
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo
Samenvatting Natuurkunde Natuurkunde Samenvatting NOVA 3 vwo Samenvatting door N. 1441 woorden 9 oktober 2012 7,6 27 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova PARAGRAAF 1; KRACHT Krachten herkennen
Nadere informatieProef 1 krachtversterking voelen (1)
Hefbomen. =- ~j ~ 0-:.. ~. Je hebt vast wel eens gezien hoe iemand een blik waarin verf zit open maakte; misschien heb je dat zelf ook weleens gedaan. Je neemt het blik, zet een schroevedraaier onder de
Nadere informatieHAVO. Inhoud. Momenten... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10. Momenten R.H.M.
Inhoud... 2 Stappenplan... 6 Opgaven... 8 Opgave: Balanceren... 8 Opgave: Bowlen... 10 1/10 HAVO In de modules Beweging en Krachten hebben we vooral naar rechtlijnige bewegingen gekeken. In de praktijk
Nadere informatieOefentoets krachten 3V
(2p) Welke drie effecten kunnen krachten hebben op voorwerpen? Verandering van richting, vorm en snelheid. 2 (3p) Ans trekt met een kracht van 50 N aan de kist. Welke drie krachten spelen hier een rol?
Nadere informatieProef Natuurkunde Massa en zwaartekracht; veerconstante
Proef Natuurkunde Massa en zwaartekracht; ve Proef door een scholier 1568 woorden 20 januari 2003 4,9 273 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde practicum 1.3 Massa en zwaartekracht; ve De probleemstelling
Nadere informatiekrachten kun je voorstellen door een vector (pijl) deze wordt op schaal getekend en heeft: Als de vector 5 cm is dan is de kracht hier 50 N
Kracht kunnen we herkennen door: Verandering van richting door trekken of duwen. Verandering van vorm a) Plastisch (vorm veranderd niet terug) b) Elastisch (vorm veranderd terug {elastiek}) Versnellen
Nadere informatieHoofdstuk 8 Krachten in evenwicht. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 8 Krachten in evenwicht Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 8.1 raaiende voorwerpen Terugblik: krachten A) Gelijk gerichte vectoren B) Tegengestelde vectoren C) Onderling loodrechte
Nadere informatieEen bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen
- 31 - Krachten 1. Voorbeelden Een bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen 2. Definitie Krachten herken je aan hun werking, aan wat ze veranderen of
Nadere informatieLessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege
Lessen in Krachten Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege Krachten werken op alles en iedereen. Sommige krachten zijn nodig om te blijven leven. Als er bijv. geen zwaartekracht zou zijn, zouden
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie
Samenvatting Natuurkunde Syllabus domein C: beweging en energie Samenvatting door R. 2564 woorden 31 januari 2018 10 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Subdomein C1. Kracht en beweging Specificatie De kandidaat
Nadere informatieVeerkracht. Leerplandoelen. Belangrijke formule: Wet van Hooke:
Veerkracht Leerplandoelen FYSICA TWEEDE GRAAD ASO WETENSCHAPPEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/009 5.1.3 Kracht B26 Een kracht meten door gebruik te maken van een dynamometer. B27
Nadere informatieMkv Dynamica. 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg
Mkv Dynamica 1. Bereken de versnelling van het wagentje in de volgende figuur. Wrijving is te verwaarlozen. 10 kg 2 /3 g 5 /6 g 1 /6 g 1 /5 g 2 kg 2. Variant1: Een wagentje met massa m1
Nadere informatieMBO College Hilversum. Afdeling Media. Hans Minjon Versie 2
MBO College Hilversum Afdeling Media Hans Minjon Versie 2 Soorten krachten Er zijn veel soorten krachten. Een aantal voorbeelden: Spierkracht. Deze ontstaat als spieren in je lichaam zich spannen. Op die
Nadere informatie1 e jaar 2 e graad (1uur)
Fysica hoofdstuk 1 : echanica 1 e jaar 2 e graad (1uur) 1.5 Hefbomen 1.5.1 Definitie Om een een spijker uit de muur te halen gebruiken we een... Een...is een werktuig. Dit werktuig is een...voorwerp met
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Kracht
Samenvatting Natuurkunde Kracht Samenvatting door een scholier 1634 woorden 16 oktober 2003 5,7 135 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting Practicum 48 Kracht: Heeft een grootte en een richting.
Nadere informatieNaam: Repetitie krachten 1 t/m 5 3 HAVO. OPGAVE 1 Je tekent een 8 cm lange pijl bij een schaal van 3 N 5 cm. Hoe groot is de kracht?
Naam: Repetitie krachten 1 t/m 5 3 HAVO OPGAVE 1 Je tekent een 8 cm lange pijl bij een schaal van 3 N 5 cm. Hoe groot is de kracht? Je tekent een kracht van 18 N bij een schaal van 7 N 3 cm. Hoe lang is
Nadere informatie2 UUR LEERWERKBOEK IMPULS. L. De Valck. J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters ISBN 978-90-301-3474-9 18-11-11 16:08. IPUL12W cover.
Im 2 UUR J.M. Gantois M. Jespers F. Peeters Pr o IMPULS L. De Valck ef LEERWERKBOEK 1 ISBN 978-90-301-3474-9 9 789030 134749 IPUL12W cover.indd 1 18-11-11 16:08 Impuls 1/2 uur Leerwerkboek Ten geleide
Nadere informatie5. Krachtenkoppels Moment van krachten
Fysica hoofdstuk 1 : Mechanica 1 e jaar 2 e graad (2uur) 5. Krachtenkoppels Moment van krachten 5.1 Definitie krachtenkoppel: Onder een koppel van krachten verstaat men twee even grote, evenwijdige en
Nadere informatie1 Krachten. Krachten om je heen. Nova. Leerstof. Toepassing
1 Krachten 1 Krachten om je heen Leerstof 1 a Je kunt zien dat er een kracht op een voorwerp werkt doordat de beweging of de vorm van het voorwerp verandert. b Bij een elastische vervorming is het voorwerp
Nadere informatieNatuurkunde havo Evenwicht Naam: Maximumscore 47. Inleiding
Natuurkunde havo Evenwicht Naam: Maximumscore 47 Inleiding De toets gaat over evenwichtsleer. Daarbij gebruikt men de momentenwet: ΣM=0. Moment M = ± kracht F arm r met als eenheid Nm. Teken is + bij draaiïng
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde 1. Kracht en Evenwicht
Samenvatting Natuurkunde 1. Kra en Evenwi Samenvatting door K. 905 woorden 10 oktober 2016 7,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1. Kra en evenwi 1. Kraen Gevolgen van krawerking: Een voorwerp
Nadere informatieModule B: Wie kan het raam hebben geforceerd?
Module B: Wie kan het raam hebben geforceerd? Situatieschets Bij het onderzoek door de politie is gebleken dat er een raam is geforceerd. Zeer waarschijnlijk is de dader door dat raam binnengekomen. Dat
Nadere informatieNaam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren van de mens. F spier
Samenvatting door F. 823 woorden 3 maart 2015 7,4 32 keer beoordeeld Vak NaSk Sport, kracht en beweging 1 Naam van de kracht: Uitleg: Afkorting: Spierkracht De kracht die wordt uitgeoefend door spieren
Nadere informatieRBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).
HOOFDSTUK OOFDSTUK 4: K NATUURKUNDE KLAS 4 4: KRACHT EN ARBEID RBEID 16/5/2011 Totaal te behalen: 33 punten. Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Opgave 0: Bereken op je rekenmachine
Nadere informatieSamenvatting NaSk 1 Natuurkrachten
Samenvatting NaSk 1 Natuurkrachten Samenvatting door F. 1363 woorden 30 januari 2016 4,1 5 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Krachten Op een voorwerp kunnen krachten werken: Het voorwerp kan een snelheid krijgen
Nadere informatieBegripsvragen: kracht en krachtmoment
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: kracht en krachtmoment 1 Meerkeuzevragen Kracht 1 [H/V] Een boek ligt stil
Nadere informatieTheorie: Snelheid (Herhaling klas 2)
Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid
Nadere informatieHoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 3 Kracht en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 3.1 Soorten krachten Twee soorten grootheden Scalars - Grootte - Eenheid Vectoren - Grootte - Eenheid - Richting Bijvoorbeeld:
Nadere informatieAan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO
Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO M. De Cock, G. Janssens, J. Vanhaecht zaterdag 17 november 2012 Specifieke Lerarenopleiding Natuurwetenschappen: Fysica http://fys.kuleuven.be/alon
Nadere informatiea. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.
Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht
Nadere informatieSamenvatting door Flore colnelis 714 woorden 11 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Fysica examen 1. Si-eenhedenstelsel
Samenvatting door Flore colnelis 714 woorden 11 november 2016 1 2 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Fysica examen 1 Si-eenhedenstelsel Grootheden en eenheden Een grootheid is iets wat je kunt meten Een eenheid
Nadere informatieKrachten (4VWO) www.betales.nl
www.betales.nl Grootheden Scalairen Vectoren - Grootte - Eenheid - Grootte - Eenheid - Richting Bv: m = 987 kg x = 10m (x = plaats) V = 3L Bv: F = 17N s = Δx (verplaatsing) v = 2km/h Krachten optellen
Nadere informatieHoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 3 Kracht en beweging Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 3.1 Soorten krachten Twee soorten grootheden Scalars - Grootte - Eenheid Vectoren - Grootte - Eenheid - Richting Bijvoorbeeld:
Nadere informatieExamen VMBO-GL en TL
Examen VMBO-GL en TL 2017-2018 SE 5-1: Krachten en werktuigen dinsdag 10 november 11.15-12.55 uur natuur- en scheikunde 1 SE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Gebruik het BINAS informatieboek.
Nadere informatiePracticumverslag ingeleverd op
Verslag door Anke 914 woorden 12 juni 2017 8 28 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova racticum uitgevoerd op 21-09- 16 Practicumverslag ingeleverd op 01-11- 16 1. Inleiding Om een veer uit te kunnen laten
Nadere informatieSuggesties voor demo s krachten
Suggesties voor demo s krachten Paragraaf 1 Demo kracht verschuiven langs werklijn Neem een houten schijf die om het draaipunt kan roteren. Op de schijf zitten schroefjes waar gewichtjes aan kunnen hangen.
Nadere informatieSamenvatting Techniek H3 Hefbomen
Samenvatting Techniek H3 Hefbomen Samenvatting door een scholier 694 woorden 31 maart 2017 6,3 22 keer beoordeeld Vak Techniek Hoofdstuk 3 Krachten en hefbomen 3.1 Inleiding Sjadoef Blijde Al heel lang
Nadere informatieLeerstofvragen. 1 Welke twee effecten kunnen krachten hebben op voorwerpen? 2 Noem 3 Soorten krachten
Leerstofvragen 1 Welke twee effecten kunnen krachten hebben op voorwerpen? 2 Noem 3 Soorten krachten 3 De zwaartekrachtpijl begint middenin het voorwerp. Hoe noem je dit punt? 4 Als de kracht op een veer
Nadere informatieVAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK
VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Proeftoets Beschikbare tijd: 100 minuten Instructies voor het invullen van het antwoordblad. 1. Dit open boek tentamen bestaat uit 10 opgaven.. U mag tijdens het tentamen
Nadere informatie1 Inleiding van krachten
KRACHTEN 1 Inleiding van krachten 2 Verschillende soorten krachten 3 Massa en zwaartekracht 4 Zwaartepunt 5 Spiraalveer, veerconstante 6 Resultante en parallellogramconstructie 7 Verschillende aangrijpingspunten
Nadere informatieExamen mechanica: oefeningen
Examen mechanica: oefeningen 22 februari 2013 1 Behoudswetten 1. Een wielrenner met een massa van 80 kg (inclusief de fiets) kan een helling van 4.0 afbollen aan een constante snelheid van 6.0 km/u. Door
Nadere informatiewww. Fysica 1997-1 Vraag 1 Een herdershond moet een kudde schapen, die over haar totale lengte steeds 50 meter lang blijft, naar een 800 meter verderop gelegen schuur brengen. Door steeds van de kop van
Nadere informatieInleiding kracht en energie 3hv
Inleiding kracht en energie 3hv Opdracht 1. Wat doen krachten? Leg uit wat krachten kunnen doen. Opdracht 2. Grootheden en eenheden. Vul in: Grootheid Eenheid Andere eenheid Naam Symbool Naam Symbool Naam
Nadere informatieWelk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden?
jaar: 1989 nummer: 16 Welk van de onderstaande reeks vormt een stel van drie krachten die elkaar in evenwicht kunnen houden? o a. (5N, 5N, 15N) o b. (5N, 1ON, 20N) o c. (10N, 15N, 20N) o d. iedere bovenstaande
Nadere informatieLESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE TIJD
1. LESBEGIN : Probleemstelling: hoe komt het dat de stripfiguur minder inspanning moet leveren door gebruik te maken van een katrol? Vroeger moest er heel wat arbeid geleverd worden in tegenstelling tot
Nadere informatie4 Kracht en beweging. 4.1 Krachten. 1 B zwaartekracht Op het hoogste punt lijk je gewichtloos te zijn, maar de zwaartekracht werkt altijd op je.
4 Kracht en beweging 4.1 Krachten 1 B ztekracht Op het hoogste punt lijk je gewichtloos te zijn, maar de ztekracht werkt altijd op je. 2 trampoline veerkracht vallende appel ztekracht verf op deur kleefkracht
Nadere informatieDeel 5: Druk. 5.1 Het begrip druk. 5.1.1 Druk in het dagelijks leven. We kennen druk uit het dagelijks leven:... ... ...
Deel 5: Druk 5.1 Het begrip druk 5.1.1 Druk in het dagelijks leven We kennen druk uit het dagelijks leven:............................................................. Deel 5: Druk 5-1 5.1.2 Proef a) Werkwijze:
Nadere informatieAAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)
Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Is de arbeid die moet verricht worden op een voorwerp om dat voorwerp over een afstand h omhoog te brengen, afhankelijk van de gevolgde weg? Kies een van
Nadere informatieEen bal wegschoppen Een veer indrukken en/of uitrekken Een lat ombuigen Een wagentjes voorduwen
- 35 - Krachten 1. Voorbeelden Eventjes herhalen! Hou er rekening mee dat veel begrippen en definities uit dit hoofdstuk herhaling zijn van de leerstof uit het derde jaar. De leerstof wordt in dit hoofdstuk
Nadere informatieNATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK
NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK 8 29/04/2011 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (32 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Afbuigen van geladen
Nadere informatieProef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht
Proef Natuurkunde Vallen en zwaartekracht Proef door een scholier 1883 woorden 19 januari 2005 5,4 91 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Verband tussen massa en zwaartekracht Wat
Nadere informatieOp een vliegdekschip moeten straaljagers over een zeer korte afstand tot stilstand komen.
Examen 2016 1 ste tijdvak Vliegensvlug landen Op een vliegdekschip moeten straaljagers over een zeer korte afstand tot stilstand komen. Bij het landen haakt de straaljager zich vast aan een kabel en remt
Nadere informatieAls l groter wordt zal T. Als A groter wordt zal T
Naam: Klas: Practicum: slingertijd Opstelling en benodigdheden: De opstelling waarmee gewerkt wordt staat hiernaast (schematisch) afgebeeld. Voor de opstelling zijn nodig: statief met dwarsstaaf, dun touw
Nadere informatieVerslag Natuurkunde De uitrekking van veren
Verslag Natuurkunde De uitrekking van veren Verslag door Evelien 582 woorden 2 februari 2017 6,5 71 keer beoordeeld Vak Natuurkunde De uitrekking van veren Literatuuronderzoek Massa heeft als eenheid kg,
Nadere informatiea. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.
Deze examentoets en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 100 minuten ongeveer 22 vragen Et3 stof vwo6 volgens het PTA: Onderwerpen uit samengevat: Rechtlijnige beweging Kracht
Nadere informatieTheorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2)
Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2) Onderdelen Een verslag van een experiment bestaat uit vier onderdelen: - inleiding: De inleiding is het administratieve deel van je verslag. De onderzoeksvraag
Nadere informatieUit de definitie van arbeid volgt dat de eenheid van arbeid newton * meter is, afgekort [W] = Nm.
Samenvatting door C. 1902 woorden 28 februari 2013 5,7 13 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Het verrichten van arbeid Als je fietst verbruik je energie. Dit voel je na het
Nadere informatie2. Bereken elk moment in de volgende drie tekeningen. Geef ook aan of het moment linksdraaiend of rechtsdraaiend is.
Opgaven over momenten met uitwerkingen 1. F6 = 50 N, l6 = 60 cm (lengte van de arm tussen F6 en het draaipunt is 60 cm), F7 = 30 N. Bereken l7 (afstand van F7 tot het draaipunt) l6 l7 F7 F6 gegeven: F6
Nadere informatieElektro-magnetisme Q B Q A
Elektro-magnetisme 1. Een lading QA =4Q bevindt zich in de buurt van een tweede lading QB = Q. In welk punt zal de resulterende kracht op een kleine positieve lading QC gelijk zijn aan nul? X O P Y
Nadere informatieBIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing
1 ste jaar Bachelor BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN Academiejaar 006-007 BIOFYSICA: Toets I.4. Dynamica: Oplossing 1 Opgave 1 Een blokje met massa 0, kg heeft onder aan een vlakke helling een snelheid van 7,
Nadere informatieWerkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD)
Werkblad 1 - Thema 14 (NIVEAU GEVORDERD) Wat is een kracht? Tijdens het afwassen laat Jeroen een kopje vallen. Zoals te zien op de plaatjes valt het kopje kapot. Er moet dus een kracht werken op het kopje
Nadere informatieDe hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.
et1-stof Havo4: havo4 A: hoofdstuk 1 t/m 4 Deze opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Bij het et krijg je in 1 minuten ongeveer deelvragen. Oefen-examentoets et-1 havo 4 1/11 1. Een lancering.
Nadere informatie3.5 t/m 3.7 ΟΣ ΜΟΙ ΠΟΥ ΣΤΩ ΚΑΙ ΚΙΝΩ ΤΗΝ ΓΗΝ 1
3.5 t/m 3.7 ΟΣ ΜΟΙ ΠΟΥ ΣΤΩ ΚΑΙ ΚΙΝΩ ΤΗΝ ΓΗΝ 1 Zie: http://www.math.nyu.edu/~crorres/archimedes/contents.html Archimedes begreep dat met een kleine kracht een zwaar voorwerp kan worden opgetild. Daartoe
Nadere informatieBegripsvragen: Elektrisch veld
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.4 Elektriciteit en magnetisme Begripsvragen: Elektrisch veld 1 Meerkeuzevragen Elektrisch veld 1 [V]
Nadere informatieNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Eindronde practicumtoets A. 10 juni beschikbare tijd: 2x2 uur
NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE Eindronde practicumtoets A 10 juni 2006 beschikbare tijd: 2x2 uur Bepaling van de gemiddelde grootte van poriën in een filter Inleiding Als je een koffiefilter in water
Nadere informatieMechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16
VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Set Proeftoets 07-0 versie C Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- 07-0-versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER!
Nadere informatiejaar: 1990 nummer: 06
jaar: 1990 nummer: 06 In een wagentje zweeft een ballon aan een koord en hangt een metalen kogel via een touw aan het dak (zie figuur). Het wagentje versnelt in de richting en in de zin aangegeven door
Nadere informatieKracht en beweging (Mechanics Baseline Test)
Kracht en beweging (Mechanics Baseline Test) Gegevens voor vragen 1, 2 en 3 De figuur stelt een stroboscoopfoto voor. Daarin is de beweging te zien van een voorwerp over een horizontaal oppervlak. Het
Nadere informatieVMBO-KGT HANDBOEK. nask 1
3 VMBO-KGT HANDBOEK nask 1 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Krachten 6 1 Krachten herkennen 8 2 Krachten meten 12 3 Nettokracht 16 4 Krachten in werktuigen 19 5 Druk 24 2 Elektriciteit 28 1 Elektrische stroom
Nadere informatieNST VERSLAG 3.1 tm 3.7
NST VERSLAG 3.1 tm 3.7 3.1 Inleiding Hefboom (pag. 5): Verlengstuk Voorbeeld: knuppel is hefboom van je arm om meer kracht te kunnen zetten Sjadoef (pag. 6): Apparaat dat wordt gebruikt om zware zakken
Nadere informatieHet. Werkmap Hefbomen. Leerkracht. Museum voor de Oudere Technieken Dienst educatie Juni 2007
Het Werkmap Hefbomen Leerkracht 1 Beste leerkracht, In deze werkmap vindt u alle achtergrondinformatie bij het atelier hefbomen. Samen met de werkmap voor de leerlingen laat ze u toe in de klas verder
Nadere informatieBegripsvragen: Cirkelbeweging
Handboek natuurkundedidactiek Hoofdstuk 4: Leerstofdomeinen 4.2 Domeinspecifieke leerstofopbouw 4.2.1 Mechanica Begripsvragen: Cirkelbeweging 1 Meerkeuzevragen 1 [H/V] Een auto neemt een bocht met een
Nadere informatie1.0 Kracht
1.0 Kracht www.natuurkundecompact.nl 1.1 Oorzaak en gevolg 1.2 Zwaartekracht 1.3 Veer 1.4 Hefboom - Krachten - Sporen van krachten 1 1.1 Oorzaak en gevolg www.natuurkundecompact.nl Zichtbaar en onzichtbaar
Nadere informatie1.0 Kracht
1.0 Kracht www.natuurkundecompact.nl 1.1 Oorzaak en gevolg 1.2 De zwaartekracht 1.3 De veer 1.4 Hefbomen - Krachten - Sporen van krachten 1 1.1 Oorzaak en gevolg www.natuurkundecompact.nl Zichtbaar en
Nadere informatieAtheneum Wispelberg - Wispelbergstraat 2-9000 Gent - 1 - Herhalingsvragen fysica 1 e jaar 2 e graad - tweede periode : juni 2009 3 e jaar 1uur
Atheneum Wispelberg - Wispelbergstraat - 9000 Gent - 1 - Correcties in het rood! TIP: Voordat je begint te studeren Maak een planning : Wat moet ik studeren Hefbomen Vraagstukken Herhaling Druk Oefeningen
Nadere informatiePracticum Torsiebalans
Practicum Torsiebalans Patrick Aeschlimann Yves Henri Nzakamwita Pieter Verbeirens 25 april 2013 1 Inleiding In dit practicum bestuderen we elastische vervormingen in vaste lichamen, hiervoor zullen we
Nadere informatieVMBO-k DEEL WERKBOEK. nask 1
3 VMBO-k WERKBOEK DEEL A nask 1 Inhoudsopgave 1 Krachten 1 Krachten herkennen 6 2 Krachten meten 10 3 Nettokracht 16 4 Krachten in werktuigen 21 5 Druk 28 Practicum 33 Test Jezelf 40 2 Elektriciteit 1
Nadere informatieKracht en Beweging. Intro. Newton. Theorie even denken. Lesbrief 4
Lesbrief 4 Kracht en Beweging Theorie even denken Intro Kracht is overal. Een trap op een bal, een windstoot, een worp Als een voorwerp versnelt of vertraagt, is er een kracht aan het werk. Newton De eenheid
Nadere informatieWiskunde krachten als vectoren oefeningensessie 1 Bron: Wiskunde in de bouw Jos Ariëns, Daniël Baldé
Wiskunde krachten als vectoren oefeningensessie 1 Bron: Wiskunde in de bouw Jos Ariëns, Daniël Baldé Oefening 1 Een groot nieuw brugdek van 40m lang moet over een rivier geplaatst worden. Eén kraan alleen
Nadere informatieDeze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!
NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK OOFDSTUK 8 03/05/2010 Deze toets bestaat uit 3 opgaven (34 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! Opgave 1: Eerste elektromotor
Nadere informatieDe snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft.
Opgave 1 Een auto Met een auto worden enkele proeven gedaan. De wrijvingskracht F w op de auto is daarbij gelijk aan de som van de rolwrijving F w,rol en de luchtwrijving F w,lucht. F w,rol heeft bij elke
Nadere informatieAAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)
Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Is de arbeid die moet verricht worden op een voorwerp om dat voorwerp over een afstand h omhoog te brengen, afhankelijk van de gevolgde weg? Kies een van
Nadere informatieSamenvatting snelheden en 6.1 6.3
Samenvatting snelheden en 6.1 6.3 Boekje snelheden en bewegen Een beweging kan je op verschillende manieren vastleggen: Fotograferen met tussenpozen, elke foto is een gedeelte van een beweging Stroboscopische
Nadere informatieVlaamse Fysica Olympiade 27 ste editie 2014-2015 Eerste ronde
Vlaamse Olympiades voor Natuurwetenschappen KU Leuven Departement Chemie Celestijnenlaan 200F bus 2404 3001 Heverlee Tel.: 016-32 74 71 E-mail: info@vonw.be www.vonw.be Vlaamse Fysica Olympiade 27 ste
Nadere informatie3.1 Krachten en hun eigenschappen
3.1 Krachten en hun eigenschappen Opgave 1 a Kracht Motorkracht Zwaartekracht Normaalkracht Luchtweerstandskracht Rolweerstandskracht Uitgeoefend door Motor Aarde Weg/ondergrond Lucht Weg/ondergrond b
Nadere informatie3 havo krachten. Saskia Franken. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Saskia Franken 22 july 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/64333 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs
Nadere informatieTheory Dutch (Netherlands) Lees eerst de algemene instructies uit de aparte enveloppe voordat je begint met deze opgave.
Q1-1 Twee problemen uit de Mechanica (10 punten) Lees eerst de algemene instructies uit de aparte enveloppe voordat je begint met deze opgave. Deel A. De verborgen schijf (3.5 punten) We beschouwen een
Nadere informatie5,7. Samenvatting door L woorden 14 januari keer beoordeeld. Natuurkunde
Samenvatting door L. 2352 woorden 14 januari 2012 5,7 16 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Natuurkunde hst 4 krachten 1 verrichten van krachten Als je fietst verbruik je energie, die vul je weer aan door
Nadere informatieLESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE TIJD
1. LESBEGIN : Kort overzicht werking vaste katrol slide: stripfiguur vaste katrol + losse katrol Opstelling losse katrol + vaste katrol - Wat is het verschil tussen een vaste en een losse katrol? 2. LESUITWERKING
Nadere informatieMkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.
Mkv Magnetisme Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar. In een punt P op een afstand d/2 van de rechtse geleider is
Nadere informatieCURSUS ATELIERONDERSTEUNING WISKUNDE/WETENSCHAPPEN 5 INHOUD
CURSUS ATELIERONDERSTEUNING WISKUNDE/WETENSCHAPPEN 5 ARCHITECTURALE EN BINNENHUISKUNST 25 lesuren, 2009-2010 Bart Wuytens INHOUD DEEL 1: HOEKEN EN AFSTANDEN Hoofdstuk 1: hoeken en afstanden in rechthoekige
Nadere informatie7 Krachten. 7.1 Verschillende krachten
7 Krachten 7.1 Verschillende krachten 2 a veerkracht b zwaartekracht c elektrische kracht d magnetische kracht e kleefkracht f windkracht g wrijvingskracht h spankracht 3 a De zwaartekracht en de spierkracht
Nadere informatieVraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5
Vraag 1 Een hoeveelheid ideaal gas is opgesloten in een vat van 1 liter bij 10 C en bij een druk van 3 bar. We vergroten het volume tot 10 liter bij 100 C. De einddruk van het gas is dan gelijk aan: a.
Nadere informatie