Aanvulling vragen. borden inzicht categorie B

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aanvulling vragen. borden inzicht categorie B"

Transcriptie

1 Aanvulling vragen borden inzicht categorie B Niet alleen de betekenis van een bord maar ook wat er bedoeld wordt met dat verkeersbord is belangrijk om er goed naar te kunnen handelen. Hierna enkele voorbeelden. De antwoorden vindt u op pagina 7, 8 en Wat verdient extra aandacht bij het parkeren van de auto bij dit bord? A. Zet de voorwielen zo veel mogelijk schuin. B. Trek de parkeerrem helemaal aan. C. Gebruik de parkeerrem en let op de juiste versnelling bij het wegrijden. 2. Bij welk bord moet tijdens een file ruimte vrij gehouden worden? A. Bij bord A. B. Bij bord B. C. Bij bord C. 3. Welk bord geeft een éénrichtingsweg aan? A. Bord A. B. Bord B. C. Bord C. 1

2 4. Bij welk bord mag niet links of rechts afgeslagen worden? A. Bij bord A. B. Bij bord B. C. Bij bord C. 5. Wat kunt u verwachten als u dit verkeersbord nadert? A. Dat de weg glad is door sneeuw of regen. B. Dat de weg glad is door hevige regenval. C. Dat de weg glad is door sneeuw of ijzel. 6. Mag een weg met dit bord met de auto ingereden worden? 7. Wat betekent dit bord met onderbord? A. Verboden voor fietsers. B. Alle fietsers van links en rechts voor laten gaan. C. Overstekende fietsers en bromfietsers. 2

3 8. Bij het naderen van een kruispunt ziet u dit bord. Wat moet u doen? A. U moet voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. B. U moet stoppen en voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. C. U moet stoppen en voorrang verlenen aan al het verkeer. 9. Aan de vorm van deze verkeersborden is een overeenkomst te zien. Wat is deze overeenkomst? A. Het zijn allemaal verkeersborden die ergens voor waarschuwen. B. Deze verkeersborden hebben allemaal te maken met de voorrangsregels. C. Aan de verschillende vormen is te zien dat deze verkeersborden duiden op een geslotenverklaring. 10. Kunt u aan de hand van de plaats van dit bord bepalen of u binnen of buiten de bebouwde kom rijdt? 11. Aan het begin van een weg is bord C2 geplaatst. Welk bord is aan het andere begin van deze weg geplaatst? A. Bord A. B. Bord B. 3

4 12. Aan het begin van een weg staat dit bord. Moet er nog rekening gehouden worden met deze verkeersdeelnemers? 13. Waarmee moet rekening gehouden worden bij het zien deze borden? A. Met de snelheid van het vrachtverkeer. B. Met het vroegtijdig wisselen van rijstrook van het overige verkeer. C. Met snelheidsverschillen en rijstrookwisselingen van andere bestuurders. 14. Wat is bedoeld met dit verkeersbord? A. Een verbod links af te slaan. B. Een verbod om te keren. C. Een gelegenheid om te keren. 15. Wat wordt met de borden D1 t/m D7 geregeld? A. Ze hebben betrekking op de voorrang. B. Ze hebben betrekking op de verplichte rijrichting. C. Ze hebben betrekking op een geslotenverklaring. 4

5 16. Deze borden geven een verplichte rijrichting aan. Wat is doel van deze borden? A. Om een goede omleiding aan te geven. B. Om bepaalde stadsdelen verkeersluw te maken. C. Om de doorstroming en de verkeersafhandeling vlotter te doen verlopen. 17. Wat wordt er verstaan onder stapvoets rijden? A. Maximum 6 km per uur. B. Maximum 15 km per uur. C. Maximum 30 km per uur. 18. Waar worden deze verkeersborden geplaatst? A. Alleen buiten de bebouwde kom. B. Op erg smalle wegen binnen en buiten de bebouwde kom. C. Op plaatsen waar inhalen gevaar kan veroorzaken of waar de doorstroming belemmerd kan worden. 19. Waarmee dient rekening gehouden te worden bij het zien van dit bord? A. In principe nergens mee. B. Met weggebruikers die vaak hun rijgedrag reeds veranderen bij het zien van dit verkeersbord. 5

6 20. Wat hebben deze borden met elkaar gemeen? A. Ze geven een verbod aan. B. Ze waarschuwen ergens voor. C. Ze verplichten tot een handeling. 21. Waarschuwt dit bord alleen voor gladheid door sneeuw of ijzel? 22. Welk gedrag is gewenst bij nadering van dit bord? A. Zo mogelijk uitwijken zodat de wegwerkers iets meer ruimte hebben. B. Even heel kort claxonneren om de wegwerkers te waarschuwen dat er verkeer aankomt. C. Snelheid matigen en extra alert zijn. 23. Is aan dit bord te zien wat de windrichting is? 6

7 24. Waar wordt dit bord geplaatst? A. In het buitengebied waar vaak zand en modder op de weg ligt. B. Bij steen- en zandgroeves waar vrachtauto s met zand of grind aan en af rijden en soms iets van hun lading verliezen. C. Bij onderhoud of asfalteren van de weg. 25. Welk rijgedrag past bij nadering van dit verkeersbord? A. Passeren van voertuigen aan de rechterzijde. B. Tijdig op de linkerrijstrook gaan rijden en zo nodig anderen de ruimte geven. C. Voorkomen dat andere bestuurders op het allerlaatste moment gaan invoegen. 1. C. Gebruik de parkeerrem en let op de juiste versnelling bij het wegrijden. Het bord geeft alleen een waarschuwing. Wanneer de auto toch te water raakt is het cruciaal om de kalmte te bewaren. Op die manier kan de auto geordend, veilig en zo snel mogelijk verlaten worden. 2. B. Bij bord B. Bord B geeft een versmalling of einde van een vluchtstrook aan. Bij calamiteiten moeten de dienstverleners op deze plaatsen gebruik maken van de rijbaan. Houd hier rekening mee en geef ze de ruimte. 3. A. Bord A. Bord A is bord C3 en betekent éénrichtingsweg. Op deze weg mag dus niet gekeerd en teruggereden worden. 4. B. Bord B. Bord B is bord D4 en betekent gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord is aangegeven. Afslaan is dus verboden. 5. C. Dat de weg glad is door sneeuw of ijzel. Bord J36 waarschuwt voor ijzel of sneeuw. Op deze plaatsen kan in winterse omstandigheden het wegdek bevriezen. Vaak veroorzaakt door natuurlijke of industriële omstandigheden zoals bijvoorbeeld bij de rand van een bos of een schoorsteen waar stoom uitkomt. 6 A. Ja dat mag. Bord C15 betekent, gesloten voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen. Met de auto, motorfiets of brommobiel mag hier ingereden worden. 7. C. Overstekende fietsers en bromfietsers. Bord J24 waarschuwt voor fietsers en bromfietsers. Deze combinatie komt vaak voor bij een oversteekplaats voor fietsers en bromfietsers. 7

8 8. B. Stoppen en voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg. U nadert een stopbord daarom bent u verplicht om te stoppen en voorrang te verlenen aan alle bestuurders op de kruisende weg. 9. B. Deze verkeersborden hebben allemaal te maken met de voorrangsregels. De getoonde verkeersborden uit de categorie B (B1 of B2, B6 en B7) die te maken hebben met de voorrang zijn herkenbaar aan de vorm. De vormgeving van deze borden is uniek. Daardoor zijn deze verkeersborden goed herkenbaar, ook als ze zijn bedekt met sneeuw of als alleen de achterzijde te zien is. 10. Bord B1 geeft een voorrangsweg aan. Binnen de bebouwde kom is dit verkeersbord voor elke verharde zijweg/kruispunt geplaatst. Buiten de bebouwde kom is dit verkeersbord na elke verharde zijweg/kruispunt geplaatst. Verder is de plaats van het bord van belang omdat het buiten de bebouwde kom verboden is om op een voorrangsweg te parkeren. 11. B. Bord B. Eenrichtingsweg (C3). Bord C2 betekent: Eenrichtingsweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee. Houd rekening met bestuurders die links voor kunnen sorteren als ze uit deze weg komen. 12. B. Ja. Verkeersbord C15 geeft aan, gesloten voor fietsen, bromfietsen en gehandicaptenvoertuigen. Fietsers, bromfietsers of bestuurders van gehandicaptenvoertuigen zijn echter wel te verwachten bij kruisende wegen of oversteekplaatsen. Let ook goed op bij het afslaan over een naast de weg gelegen fietspad of fiets-/bromfietspad. 13. C. Met snelheidsverschillen en rijstrookwisselingen van andere bestuurders. De verkeersborden C23-01, C23-03, C23-03 staan veelal bij de spitsstroken. De spitsstroken zijn vaak alleen te gebruiken als het druk is en de omstandigheden er geschikt voor zijn. Bij het begin en het einde van een spitsstrook vinden er meer rijstrookwisselingen plaats waarbij er met verschillende snelheden gereden wordt. De overgang in de belijning op het wegdek wordt soms als verwarrend ervaren. 14. B. Een verbod om te keren. Het verkeersbord F7 staat vaak op plaatsen waar het erg gevaarlijk is om te keren. Dit kan bijvoorbeeld zijn waar verkeersstromen gelijktijdig een groen verkeerslicht krijgen of op kruispunten waar met hoge snelheden gereden wordt. 15. B. Ze hebben betrekking op de verplichte rijrichting. De verkeersborden D1 tot en met D7 regelen de verplichte rijrichting. Het betekent dat de richting van de pijl of een van de pijlen gevolgd moet worden. 16. C. Het doel is de doorstroming en de verkeersafhandeling vlotter te doen verlopen. De verkeersborden D1 tot en met D7 regelen de verplichte rijrichting. Deze verkeersborden zijn niet bij iedere bestuurder bekend. Ze zijn meestal geplaatst op kruispunten waar de doorstroming en de verkeersafhandeling hierdoor vlotter zal verlopen. Let op voor bestuurders die het verkeersbord pas laat opmerken en plotseling van koers veranderen. 17. B. Maximum 15 km per uur. Op een woonerf wordt er aanbevolen stapvoets te rijden, hiermee wordt bedoeld dat er niet sneller gereden wordt dan 15 km per uur. 18. C. Op plaatsen waar inhalen gevaar kan veroorzaken of waar de doorstroming belemmerd kan worden. De verkeersborden F1 of F3 worden daar geplaatst waar de weg zodanig verandert of het zicht zodanig wordt belemmerd, dat inhalen gevaar oplevert. Binnen de bebouwde kom kunnen gevaarlijk situaties ontstaan voor fietsers en bromfietsers. 19. B. Met weggebruikers die vaak hun rijgedrag reeds veranderen bij het zien van dit verkeersbord. Dit bord betekent einde van alle door verkeersborden aangegeven verboden. Houd er rekening mee dat weggebruikers hun gedrag al voor het passeren van het verkeersbord veranderen. 8

9 20. B. Ze waarschuwen ergens voor. Deze driehoekige borden met de punt naar boven waarschuwen voor aankomende gevaarlijke situaties. Deze borden zijn aan hun vorm goed te herkennen en het is voor de veiligheid belangrijk te weten wat ze betekenen en hoe er gehandeld moet worden. 21. Slipgevaar door gladheid ontstaat niet alleen bij sneeuw en vriesweer. Na periode van droogte kan bij een regenbui ook gladheid ontstaan door het oplossen van vuil en olie op het wegdek. Zand en modder op de weg in een agrarisch gebied kan ook voor verraderlijke gladheid zorgen. Pas tijdig de snelheid aan en houd voldoende afstand. 22. C. Snelheid matigen en extra alert zijn. De wegwerkers zijn bezig met de eigen werkzaamheden. Ze letten soms iets minder op het verkeer. Houd hier rekening mee, matig de snelheid en wees extra alert. Let ook op uitrijdend werkverkeer en modder, zand of bouwresten op de rijbaan. Soms is de weg ook iets smaller, houd zo nodig rekening met fietsers en bromfietsers op de rijbaan. 23. In de buurt van dit bord, dat waarschuwt voor zijwind, is vaak een windzak geplaatst. Bij het zien van deze windzak is de windrichting te zien en ook hoe krachtig de wind is. Bestuurders van auto s met aanhangers of caravans, motorrijders en vrachtautochauffeurs kunnen extra moeite hebben hun koers te houden bij sterke wind. Wees extra alert op zwakke verkeersdeelnemers, die instabiel zijn. 24. C. Bij onderhoud of asfalteren van de weg. Dit bord (losliggende stenen) wordt geplaatst bij onderhoud of asfalteren van de weg. Meestal geldt hier dan ook een snelheidsbeperking. Let vooral bij de overgang van het oude en nieuwe wegdek op schrikreacties door wegspringende steentjes en de verandering in grip van de banden. 25. B. Tijdig op de linkerrijstrook gaan rijden en zo nodig anderen de ruimte geven. Pas zo nodig tijdig de snelheid aan bij het naderen van bord J18 (rijbaanversmalling rechts), houd rekening met bestuurders die van rijstrook moeten wisselen en eventuele tegenliggers. 9

10 Aanvulling vragen categorie B situaties Een bepaalde situatie kan op het CBR-examen op verschillende manieren gesteld worden. Hierna enkele voorbeelden. De antwoorden en motivatie vindt u pagina Wat is hier de juiste volgorde van voor laten gaan? A. Auto, snorfiets, motorfiets. B. Auto, motorfiets, snorfiets. C. Snorfiets, auto, motorfiets. 2. Wie mag als eerste? A. Auto. B. Motorfiets. C. Snorfiets. 3. Wie mag als laatste? A. Auto. B. Motorfiets. C. Snorfiets. 10

11 4. Wie mag als eerste? 8. Wat is de juiste volgorde van voor laten gaan? A. Snorfiets. B. Motorfiets. C. Auto. A. Bromfiets / auto / motorfiets. B. Auto / bromfiets / motorfiets. C. Auto / motorfiets / bromfiets. 5. Wie mag als laatste? 9. Wie mag als laatste? A. Tram. B. Bromfiets. C. Auto. A. Auto. B. Snorfiets. C. Fiets. 6. Wie mag als laatste? 10. Wie mag als eerste? A. Militaire colonne. B. Motorfiets. C. Tram. A. Snorfiets. B. Auto. C. Vrachtauto. 7. Wie mag als eerste? A. Auto. B. Motorfiets en auto. C. Vrachtauto. 11

12 Voorrang 1. A. Auto, snorfiets, motorfiets. De bestuurder van de snorfiets moet de bestuurder van de auto voor laten gaan, omdat deze van rechts komt op een gelijkwaardig kruispunt. De bestuurder van de motorfiets moet de bestuurder van de snorfiets voor laten gaan, omdat deze van rechts komt op een gelijkwaardig kruispunt. De bestuurder van de motorfiets moet ook de bestuurder van de auto voor laten gaan, omdat deze rechtdoor gaat op dezelfde weg. Voorrang 2. A. Auto. De bestuurder van de snorfiets moet de bestuurder van de auto voor laten gaan, omdat deze van rechts komt op een gelijkwaardig kruispunt. De bestuurder van de motorfiets moet ook de bestuurder van de auto voor laten gaan, omdat deze rechtdoor gaat op dezelfde weg. De auto mag als eerste. Voorrang 3. B. Motorfiets. De bestuurder van de motorfiets moet de bestuurder van de snorfiets voor laten gaan, omdat deze van rechts komt op een gelijkwaardig kruispunt. De bestuurder van de motorfiets moet ook de bestuurder van de auto voor laten gaan, omdat deze rechtdoor gaat op dezelfde weg. De motorfiets gaat als laatste. Voorrang 4. A. Snorfiets. De bestuurders van de motorfiets en de auto moeten op deze gelijkwaardige kruising de respectievelijk van rechts naderende en rechtdoor gaande bestuurder van de snorfiets voor laten gaan. De snorfiets mag als eerste. Voorrang 5. C. Auto. De bestuurder van de auto en de tram moeten de bestuurder van de bromfiets voor laten gaan. De bestuurder van de afbuigende tram mag voor de bestuurder van de auto, omdat voor trams een uitzondering geldt op de regel dat rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg voor gaat. De auto mag als laatste. Voorrang 6. B. Motorfiets. Een militaire colonne mag niet worden doorsneden. De bestuurder van de tram moet de militaire colonne daarom voor laten gaan. Ten opzichte van de bestuurder van de motorfiets gaat de militaire colonne rechtdoor op dezelfde weg. De bestuurder van de motorfiets moet ook de bestuurder van de tram voor laten gaan, omdat deze van rechts komt op een gelijkwaardig kruispunt. De motorfiets mag als laatste. Voorrang 7. B. Motorfiets en auto. De bestuurders van de motorfiets en de auto komen niet met elkaar in conflict. De bestuurder van de vrachtauto moet de bestuurders van de auto en de motorfiets voor laten gaan, omdat zij van rechts komen op een gelijkwaardig kruispunt. De motorfiets en de auto gaan als eerste. Voorrang 8. A. Bromfiets / auto / motorfiets. De bestuurder van de motorfiets moet de bestuurder van de bromfiets en de blauwe auto voor laten gaan. Dit wordt bepaald door het verkeersbord en de haaientanden (= verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg). De bestuurder van de afbuigende auto moet de bestuurder van de bromfiets voor laten gaan, omdat deze rechtdoor gaat op dezelfde weg. Voorrang 9. A. Auto. De bestuurder van de auto moet de bestuurders van de fiets en de snorfiets voor laten gaan. Dit wordt bepaald door het verkeersbord en de haaientanden (= verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg). De auto mag als laatst. Voorrang 10. B. Auto. De bestuurder van de vrachtauto moet de bestuurder van de auto voor laten gaan, omdat deze van rechts komt op een gelijkwaardig kruispunt. De bestuurder van de afbuigende snorfiets moet de bestuurder van de vrachtauto voor laten gaan, omdat deze rechtdoor gaat op dezelfde weg. De auto mag als eerste. 12

13 Aanvulling vragen categorie B A1. De lange ondeelbare lading mag niet meer dan... meter voor het voertuig uitsteken.... meter. A2. Mag u hier even stilstaan? A3. Beginnende automobilisten kunnen het beginnersrijbewijs, naast de bestaande straf en/of boete, kwijtraken als zij met meer dan... km per uur de toegestane maximumsnelheid overschrijden.... km per uur. A4. Wat wordt onder stopafstand verstaan? A. De remweg. B. De weg afgelegd tijdens de reactietijd en de remweg. C. De weg afgelegd tijdens de reactietijd. 13

14 A5. Mag u hier stoppen om even door te geven dat u door de file te laat op uw afspraak komt. A6 U voert een bromfiets aan de hand mee. Geldt deze geslotenverklaring dan ook voor u? A7. Wat is de maximumsnelheid op autosnelwegen? A. 100 km per uur. B. 120 km per uur. C. 130 km per uur. A8. U ziet dat u snelheid moet minderen of stoppen voor een verkeerslicht. Hoe doet u dat? A. U rijdt snel door zodat u vooraan staat. B. U laat tijdig het gas los en laat de auto in de versnelling van dat moment uitrollen. C. U laat het gas los en schakelt terug, zodat u weer vlug op snelheid kan komen. A9. Deze borden geven u informatie over de: A. Maximumsnelheid, het routenummer van de autosnelweg, welk wegdeel en kilometeraanduiding. B. Maximumsnelheid, het routenummer van de autosnelweg en kilometeraanduiding. C. Maximumsnelheid en het routenummer van de autosnelweg. 14

15 A10. Welke bestuurders mogen een weg met dit bord inrijden? A. Bestuurders van personenauto s. B. Bestuurders van trekkers met een oplegger. C. Bestuurders van vracht auto s. A11. Welke minimale profieldiepte wordt aanbevolen voor een optimale prestatie van winterbanden? A. 1,2 mm. B. 4 mm. C. 2 mm. A12. U komt aan bij een ongeval. Het slachtoffer is mogelijk in shock. Mag u het slachtoffer een glaasje water aanbieden. A. Ja, dat is goed. B. Nee, dat is niet goed. C. Dat mag maar liever iets zoets. A13. U komt als eerste aan bij een ongeluk met een motorrijder. Hij ligt stabiel op de grond. Wat doe je? A. U stopt, u doet zijn helm af en dan belt u de hulpdiensten. B. U belt de hulpdiensten en stop niet. C. U stopt, belt de hulpdiensten, let op het overige verkeer en blijft bij de motorrijder. A14. Moet u hier rekening houden met slipgevaar? 15

16 A15. Geeft het rijden met hoge snelheid, een verhoogde kans op aquaplaning? A16. Moet u met ingeschakelde cruisecontrol, het gaspedaal blijven bedienen? A17. Op welke ruiten is het toegestaan deze te voorzien van een verduisteringsfolie? A. De achterruit en zijruiten mogen zijn voorzien van een folie of coating. B. De achterruit en achterzijruiten (vanaf de B-stijl) mogen zijn voorzien van een folie of coating als het voertuig beschikt over een rechterbuitenspiegel. C. Alleen de achterruit mag zijn voorzien van een folie of coating als het voertuig beschikt over een rechterbuitenspiegel. A18. Is het toegestaan de vooruit te voorzien van een spiegelfolie? A19. Mag het zicht naar achter in de binnenspiegel belemmerd zijn als de auto niet is voorzien van een rechterbuitenspiegel? 16

17 A20. De ruitensproeiervloeistof is tijdens een rit opgeraakt. Wat is het beste om te doen? A. Langs de kant stoppen en de pechdienst bellen. B. Het reservoir met ruitensproeiervloeistof vullen bij een tankstation. C. Het reservoir bij laten vullen bij een volgende onderhoudsbeurt. A21. Het koelvloeistofpeil is regelmatig te laag. Wat is daar mogelijk de oorzaak van? A. Het water verdampt en dat is normaal. B. Door het regelmatig controleren verdampt er veel vloeistof. C. Waarschijnlijk is er een kleine lekkage. A22. Wat is het doel een aftelverkeerslicht? A. Om sneller te kunnen accelereren als het verkeerslicht op groen springt. B. Om vlotter te reageren als het verkeerslicht op groen springt. A23. In welk reservoir moet de ruitensproeiervloeistof bij gevuld worden? B A A. Afbeelding A B. Afbeelding B. C. Afbeelding C. C 17

18 A24. Mag een auto voorzien zijn van blauwkleurige waarschuwingsknipperlichten? A. Ja, dat mag. B. Nee, dat mag niet. C. Dat mag alleen als ze buiten de bebouwde kom gebruikt worden. A25. U ziet een hulpverlener zwaaien met een gele lamp, wat doe u? A. U zwaait terug en rijdt door. B. U vermindert snelheid en bent extra oplettend. C. U remt onmiddellijk sterk af. A26. Eén van de geel gekleurde koplampen is stuk. Mag deze vervangen worden door een wit gekleurde koplamp? A27. Welk bord geeft een alternatieve route aan? A B A. Bord A. B. Bord B. A28. U tankt per vergissing enkele liters diesel in uw benzineauto. Wat doet u? A. U vult de rest van de tank met benzine. Een paar liter is niet erg. B. U laat de Wegenwacht komen om de tank te legen. C. U rijdt voorzichtig naar de dichtstbijzijnde garage. 18

19 A29. Wanneer moet het motoroliepeil gecontroleerd worden? A Alleen als het lampje gaat branden. B. Regelmatig, bij een warme motor. C. Regelmatig, bij een afgekoelde motor. A30. Hoe kan het waarschuwingslampje van de oliedruk gecontroleerd worden? A. Door het contact aan te zetten. B. Door het contact af te zetten. C. Door in stilstand een keer extra gas te geven. A31. Wat is het beste moment om de koelvloeistof te controleren? A. Regelmatig bij een koude motor. B. Regelmatig bij een warme motor. C. Alleen bij een grote beurt. A32. Is het verstandig het ruitensproeierreservoir van de auto altijd te vullen met kraanwater, vermengd met een beetje afwasmiddel? Dat werkt goed en is goedkoop. In de winter bestaat de kans dat de vloeistof bevriest. A33. Wat wordt er bedoeld met verkeersinzicht? A. Verkeersinzicht omvat het vermogen en inzicht om in alle verkeerssituaties de juiste beslissingen te nemen en daarnaar te handelen. B. Verkeersinzicht omvat alles wat in het verkeer geregeld is door middel van aanwijzingen, verkeersregels, verkeerstekens. C. Verkeersinzicht is de kennis om goede wegen aan te leggen en in te richten. 19

20 A34. Hoe herkent u een winterband die voldoet aan de minimale eisen? A B C A. Aan het profiel. B. Aan een pictogram met een sneeuwvlok boven bergtoppen. C. Aan de markering M+S op de zijwand. A35. Tijdens een rit gaat de telefoon. Is het verstandig om voor het gesprek even te stoppen op de vluchtstrook? A. Ja, want dan wordt u niet meer afgeleid door het verkeer. B. Ja, dan u kunt zich volledig op het gesprek concentreren. C. Nee, dit mag niet. A36. U gaat op vakantie naar Oostenrijk. Is het verstandig om in één keer door te rijden? A. Ja, dan bent u er ook snel. B. Nee, u neemt tussendoor enkele rustpauzes. A37. Wat is de grootste ongevalsoorzaak bij motorfietsongevallen? A. Door te hoge snelheid uit de bocht vliegen. B. Een botsing op een kruispunt met een personenauto. C. Een ongeval door gladheid of mist. A38. U wilt rechts afslaan, moet u de voetgangers voor laten gaan? 20

21 A39. Op welke plaatsen plaatst de wegbeheerder wel eens een verkeersspiegel? A Op plaatsen waar het heel erg druk is. B. Op plaatsen waar verschillende soorten verkeersdeelnemers elkaar tegenkomen of kruisen. C. Op plaatsen waar het uitzicht wordt belemmerd door bijvoorbeeld gebouwen en bomen. A40. Waarvoor dienen bolle spiegels die soms onder een verkeerslicht zijn gemonteerd? A. Deze zijn voornamelijk bedoeld als aanvulling voor de dode hoekspiegel van een autobus of vrachtauto. B. Deze zijn geplaatst voor fietsers, omdat fietsen meestal niet zijn voorzien van spiegels. A41. Is de afstand ten opzichte van de voorligger voldoende? A42. Is hier de volgafstand voldoende? A43. Is rijden zonder ruitensproeiervloeistof in het reservoir strafbaar? 21

22 A44. Zijn ambulances altijd voorrangsvoertuigen? A45. Wat is een plusstrook? A. Een rijstrook alleen voor autobussen. B. Een plusstrook is een extra linker rijstrook op de autosnelweg mogelijk gemaakt door het smaller maken van de oorspronkelijke rijstroken. C. Een plusstrook is een extra brede rijstrook aan de rechter zijde van de rijbaan, speciaal voor vrachtauto en autobussen. A46. Wat is doel van een start-stop systeem in een auto? A. Om goedkoper te kunnen rijden. B. Om minder geluidsoverlast te veroorzaken. C. Om brandstof te besparen en een minder CO2 uit te stoten. A47. Mag u een rijstrook met een verlicht rood kruis gebruiken? A. Na het passeren van een rood kruis moet je deze rijstrook zo snel mogelijk verlaten. B. Je mag deze rijstrook gebruiken tot het tweede rode kruis. C. Je mag deze rijstrook niet gebruiken. 22

23 Antwoorden en motivatie Lading A m. Alleen lange ondeelbare lading mag voor het voertuig uitsteken en dan niet meer dan 1.00 meter. Stilstaan A2. U mag uw auto niet laten stilstaan op een fietsstrook gemarkeerd met een onderbroken streep. Dit mag ook niet op een fietsstrook gemarkeerd met een doorgetrokken streep. Rijbewijzen A Bij 50 km per uur overschrijding van de maximumsnelheid. Maximumsnelheid A4. B. De weg afgelegd tijdens de reactietijd en de remweg. Autosnelwegen A5. Praatpalen staan langs de autosnelweg en daar mag u slechts op de vluchtstrook stoppen in gevallen van noodzaak. Verkeersborden A6 Personen die een fiets, snorfiets, bromfiets of een motorfiets aan de hand meevoeren volgen de regels voor voetgangers. Maximumsnelheid en Autosnelwegen A7. C. Maximumsnelheid 130 km per uur, is de norm. Alleen waar 130 km niet mogelijk is vanwege het milieu en de verkeersveiligheid geldt een lagere maxinmumsnelheid. Dat wordt dan door borden aangegeven. Dit bord kunt u bij grensovergangen en havens verwachten. Milieu A8. B. U laat tijdig het gas los en laat de auto in de versnelling van dat moment uitrollen. Autosnelwegen A9. A. Maximumsnelheid, het routenummer van de autosnelweg, welk wegdeel en kilometeraanduiding. Verkeersborden A10. A. Gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters, geleiders van rij-, trekdieren of vee. Het onderbord geeft aan dat dit hier alleen voor bestuurders van vrachtauto s van toepassing is. Een trekker met/zonder oplegger is ook een vrachtauto. Maximumsnelheid A11. B. Voor winterbanden wordt een profieldiepte van tenminste 4 mm aanbevolen. Eerste hulp A12. B. Laat hem niet drinken. Bij shock blijft het vocht in de maag door verminderde werking van het spijsverteringskanaal. Hierdoor ontstaat een grotere kans op braken. Eerste hulp A13. C. Na een ongeluk met motorrijder of bromfietser is het belangrijk dat hij of zij de helm op blijft houden als het niet dringend nodig is zijn helm af te nemen. Wegen buiten de bebouwde kom A14. U moet hier rekening houden met de modder op de rijbaan, want menig bestuurder is daardoor al in een ongewilde slip geraakt. Maximumsnelheid A15. Bij verschillende weersomstandigheden kan aquaplaning ontstaan, zeker bij een hoge snelheid. Pas uw snelheid daarom aan op de weersomstandigheden. Zuinig en mileubewust rijden A16. De cruisecontrol houdt de ingestelde snelheid van de auto constant bij wisselende rijomstandigheden, zoals wind en hellingen zonder dat u het gaspedaal bedient. Inrichtingseisen auto A17. B. De achterruit en achterzijruiten (vanaf de B-stijl) mogen wel zijn voorzien van een folie of coating, mits het voertuig beschikt over een rechterbuitenspiegel. 23

24 Inrichtingseisen auto A18. De voorruit en de naast de bestuurderszitplaats aanwezige zijruiten van personenauto s mogen geen beschadigingen of verkleuringen vertonen. In Nederland is het niet toegestaan om de voorste autoruiten te voorzien van folies of coatings die de lichtdoorlatendheid beperken. De lichtdoorlatendheid van de voorruit moet bij toelating van het voertuig minimaal 75% zijn en de lichtdoorlatendheid van de zijruiten aan de voorkant moet minimaal 70% zijn. Voor alle duidelijkheid: 100% is volledige lichtdoorlatendheid. Inrichtingseisen auto A19. Als een personenauto geen rechterbuitenspiegel heeft, mag de achterruit geen beschadigingen of verkleuringen vertonen en de achterruit mag niet zijn voorzien van onnodige voorwerpen die het uitzicht van de bestuurder belemmeren. Ritvoorbereiding A20. B. Het reservoir met ruitensproeiervloeistof vullen bij een tankstation. De voorruit van de auto moet zijn voorzien van een goed werkende ruitenwisserinstallatie. De vloeistof is hier een onderdeel van. De bestuurder moet altijd voldoende zicht hebben. Ritvoorbereiding A21. C. Waarschijnlijk is er een kleine lekkage. Als er regelmatig grotere hoeveelheden vloeistof bijgevuld moet worden, dan kan dat duiden op een lekkage. Laat dat controleren bij een garage. Verkeerslichten A22. B. Om vlotter te reageren als het verkeerslicht op groen springt. Door het vlotter reageren kunnen er meer voertuigen gebruik maken van de groenfase. Bij een start-stop systeem in de auto is er tijd om te laten starten. Ritvoorbereiding A23. A. Bij afbeelding A. Dat is te zien aan het ruitensproeiersymbool en het reservoir is meestal voorzien van een blauwe dop. Afbeelding B is van de radiator en afbeelding C is van het remoliereservoir. Inrichtingseisen auto A24. B. Nee, dat mag niet. De waarschuwingsknipperlichten en richtingaanwijzers mogen naar voren niet anders dan ambergeel of wit en naar achteren niet anders dan ambergeel of rood uitstralen. Ongevallen A25. B. U vermindert uw snelheid, bent extra oplettend en rijdt rustig door. Inrichtingseisen auto A26. De linker- en rechterkoplamp moeten evenveel licht geven en hetzelfde van kleur zijn. De verlichting aan de voorzijde, het stadslicht, dimlicht en grootlicht moet aan beide zijden naar behoren werken en gelijk zijn. De kleur van de lichten mag niet anders dan wit of geel zijn. Bij de APK wordt ook de hoogte van de lichten gemeten. Als deze vanuit de auto af te stellen zijn, bijvoorbeeld voor het rijden met aanhanger, dan dient deze functie te werken. Verkeersborden A27. C. Bord B is een wegwijzer voor fietsers en bromfietsers (stapelbord), met interlokale doelen en een via een alternatieve route te bereiken doel (cursief in groen). Bord A is een wegwijzer voor fietsers en bromfietsers (handwijzer), met lokaal doel, interlokaal doel, stedelijk fietsroutenummer (boven), en met interlokale doelen en interlokaal fietsroutenummer (onder). Ritvoorbereiding A28. B. U laat de Wegenwacht komen om de tank te legen. De Wegenwacht beschikt over voertuigen met een verkeerd getankt installatie, waarmee de brandstof op een veilige en verantwoorde manier kan worden afgevoerd. Diesel in een benzinemotor is niet aan te bevelen. Dat geldt zeker voor de nieuwere benzinemotoren. Diesel ontbrandt namelijk veel slechter dan benzine, waardoor de motor niet lekker zal lopen. 24

25 Ritvoorbereiding A29. C. Regelmatig, bij een afgekoelde motor. Controleer bijvoorbeeld één keer per maand. Peil de olie bij voorkeur als de motor afgekoeld is (tenminste 10 minuten na het rijden). Zorg dat de auto horizontaal staat. Veeg de peilstok voor het peilen eerst schoon. Als het goed is staat het olieniveau tussen de twee indicatoren voor het minimale en maximale peil. Het verschil tussen het minimum- en maximumniveau is meestal een liter. Staat het peil precies op de min, dan moet er dus een halve liter bij. Vul niet teveel olie bij, te veel olie kan ook schadelijk zijn voor de motor. Ritvoorbereiding A30. A. Door het contact aan te zetten. Het waarschuwingslampje van de oliedruk moet gaan branden als het contact aangezet wordt zonder de motor te starten. Na het starten moet het ook weer uit gaan. Controleer het oliepeil zeker eens per maand, tegelijk met het peil van de koelvloeistof en de spanning van de banden. Wacht nooit met oliepeilen tot het lampje gaat branden, dan kan het al te laat zijn. Ritvoorbereiding A31. A. Regelmatig bij een koude motor. Controleer alleen bij een koude motor en zorg dat de auto op een egale ondergrond staat. Ritvoorbereiding A32. B.Nee. In de winter bestaat de kans dat de vloeistof bevriest en dat daardoor de ruitenwisserinstallatie niet werkt. Het zicht kan dan belemmerd worden en dat is vooral lastig in de winter als er op de weg zout gestrooid is. Algemene bepaling A33. A. Verkeersinzicht omvat het vermogen en inzicht om in alle verkeerssituaties de juiste beslissingen te nemen en daarnaar te handelen. Dat geldt met name ook in niet geregelde situaties en bij het inspelen op fouten van andere weggebruikers. Bij de vragen over verkeersinzicht gaat het niet alleen over wat in de wet geregeld is, maar ook wat in een bepaalde situatie verstandig is om te doen. Soms kan het in het verkeer nodig zijn om niet geheel in de lijn van de verkeersregels te handelen. Maximumsnelheid A34. A. Ja, het enige label dat de gemeten wintercapaciteiten weergeeft is een pictogram dat een sneeuwvlok boven bergtoppen voorstelt. De markering M+S op de zijwand van de band betekent Mud & Snow, ofwel modder en sneeuw. Alle winterbanden hebben deze aanduiding, maar niet alle banden met deze aanduiding zijn winterbanden. U kunt deze aanduiding ook terugvinden op All seasonbanden en 4x4 banden. Autosnelwegen A35. C. Nee, dit mag niet. Een vluchtstrook mag alleen gebruikt worden in geval van nood. Het zonder noodzaak stilstaan of het gebruik maken van een vluchtstrook op ongeoorloofde wijze wordt zwaar beboet. Ongevallen A36. B. Nee, u neemt tussendoor enkele rustpauzes. Twee uur rijden en een kwartier rust. Het is verstandig om goed uitgerust aan de reis te beginnen en regelmatig even te rusten. Ongevallen A37. B Een botsing op een kruispunt met een personenauto. Voorrang A38. B. U moet de voetgangers voor laten gaan. Rechtdoorgaand verkeer, op dezelfde weg gaat voor. Oprijden van kruispunten en verlenen van voorrang A39. C. Op plaatsen waar het uitzicht wordt belemmerd door bijvoorbeeld gebouwen en bomen plaatst de wegbeheerder soms een verkeersspiegel. Oprijden van kruispunten en verlenen van voorrang A40. A. Deze zijn voornamelijk bedoeld als aanvulling voor de dode hoekspiegel van een autobus of vrachtauto. Een chauffeur kan in deze spiegel zien of er een persoon naast zijn voertuig staat of rijdt. Ook kan hij bijvoorbeeld een fietser zien die zich op een opstelstrook vlak voor zijn voertuig bevindt. Een wachtende chauffeur heeft zo n spiegel direct in zijn gezichtsveld als hij in de richting van het verkeerslicht kijkt. Maximumsnelheid A41. De volgafstand is 2,2 seconden, dit is onder normale omstandigheden ruim voldoende. De aanbevolen minimale volgafstand is 2 seconden of te wel de helft van de gereden kilometers + 10% in meters. 25

26 Maximumsnelheid A42. Nee. De volgafstand is 2,0 seconden. Dat is onder deze weersomstandigheden niet voldoende. Door de zware (regen)bui is het zicht slechter en zal de remweg aanzienlijk langer zijn. Bij regen, mist of gladheid is meer afstand houden veiliger. Ritvoorbereiding A43. A. Ja, dat is strafbaar. Een personenauto met een voorruit moet zijn voorzien van een goed werkende ruitenwisserinstallatie die de bestuurder voldoende uitzicht geeft. De ruitensproeiervloeistof en de ruitenwisserbladen zijn hiervan een onderdeel. Begripsbepaling A44. Nee. Een ambulance is een voorrangsvoertuig als deze de optische- en geluidssignalen voert. Autosnelwegen A45. B. Een plusstrook is een extra linker rijstrook op de autosnelweg mogelijk gemaakt door het smaller maken van de oorspronkelijke rijstroken. Op weggedeelten waar een extra rijstrook nodig is voor een betere doorstroming wordt soms een plusstrook gerealiseerd. Een plusstrook is over het algemeen smaller en toe te passen op wegen met een beperkte ruimte. Voor de veiligheid is dan een lagere maximumsnelheid ingesteld. De vluchtstrook blijft zo beschikbaar. Zuinig en milieubewust autorijden A46. C. Bij gebruik van een start-stopsysteem kan er brandstof bespaard worden. Het zorgt ervoor dat de motor automatisch afslaat wanneer de auto stopt. Het start-stopsysteem is vooral efficiënt als er vaak gestopt moet worden, bijvoorbeeld voor brug- of verkeerslichten. Het gebruik van een start-stopsysteem in de auto kan leiden tot een brandstofbesparing en een vermindering van de CO2-uitstoot tot 8% in stadsverkeer. Verkeerslichten A47. C. De rijstrook mag niet worden gebruikt. Een verlicht rood kruis boven een spitsstrook (zie het onderdeel SPITSSTROOK) betekent dat de vluchtstrook alleen in noodgevallen mag worden gebruikt. Het negeren van een rood kruis valt inmiddels onder de zogenoemde hufterfeiten. Dat betekent dat deze overtredingen via het strafrecht worden afgehandeld. Dat houdt in dat er naast een geldboete ook andere straffen en maatregelen kunnen worden opgelegd, zoals gevangenisstraf en intrekking van het rijbewijs. Oefenboek rijbewijs B Helaas is er op pagina 60 hoofdstuk 3 vraag 31 een fout gemaakt, het moet zijn: 31. Wat is hier de juiste volgorde van voor laten gaan (de brandweer auto voert geen optische- en geluidssignalen)? A. Brandweerauto, fiets, auto. B. Fiets, auto, brandweer auto. C. Brandweerauto, auto, fiets. Voorrang 31. B De bestuurders van de brandweerauto en de auto moeten beiden de bestuurder van de fiets voor laten gaan, omdat deze rechtdoor gaat op dezelfde weg. De bestuurder van de auto moet de bestuurder van de brandweerauto voor laten gaan, omdat deze de korte bocht maakt. Deze uitgave werd met veel zorg samengesteld. De juistheid van de gegevens is mede afhankelijk van informatie die ons door derden is verstrekt. Indien die informatie onjuistheden blijkt te bevatten kan Uitgeverij Smit bv daarvoor geen aansprakelijkheid aanvaarden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever en/of de auteur. 26

Aanvulling vragen. borden inzicht diverse categorieën

Aanvulling vragen. borden inzicht diverse categorieën Aanvulling vragen borden inzicht diverse categorieën Niet alleen de betekenis van een bord maar ook wat er bedoeld wordt met dat verkeersbord is belangrijk om er goed naar te kunnen handelen. Hierna enkele

Nadere informatie

Aanvulling. categorie AM

Aanvulling. categorie AM Aanvulling categorie AM Fietsen met trapondersteuning (E-bike) Dat zijn fietsen die zijn voorzien van een elektrische hulpmotor met een maximaal vermogen wat continu geleverd kan worden van maximaal 0,25

Nadere informatie

Aanvulling vragen. borden inzicht diverse categorieën

Aanvulling vragen. borden inzicht diverse categorieën Aanvulling vragen borden inzicht diverse categorieën Niet alleen de betekenis van een bord maar ook wat er bedoeld wordt met dat verkeersbord is belangrijk om er goed naar te kunnen handelen. Hierna enkele

Nadere informatie

rijschoolservice Aanvulling Kennis Verkeer Zware Voertuigen

rijschoolservice Aanvulling Kennis Verkeer Zware Voertuigen rijschoolservice Aanvulling Kennis Verkeer Zware Voertuigen In het boek Kennis Verkeer Zware Voertuigen staat bij de borden F9, F0, F en F niet de juiste tekst. De juiste tekst staat hieronder bij de borden.

Nadere informatie

Aanvulling. Categorie AM

Aanvulling. Categorie AM rijschoolservice Aanvulling Categorie AM In het boek Theorieboek rijbewijs AM staat bij de borden F19, F20, F21 en F22 niet de juiste tekst. De juiste tekst staat hieronder bij de borden. F19 Rijbaan of

Nadere informatie

Aanvulling. categorie B

Aanvulling. categorie B Aanvulling categorie B Waarschuwingslampjes Een brandend waarschuwingslampje moet je altijd serieus nemen. Het kan een belangrijk signaal zijn dat u een groot risico dreigt te lopen. Dit zijn de mogelijke

Nadere informatie

Aanvulling. categorie A

Aanvulling. categorie A Aanvulling categorie A Soorten verkeersregelaars Beroepsverkeersregelaars (bij tijdelijke verkeersmaatregelen, vanaf 18 jaar). Transportbegeleiders (voor het begeleiden van lange, hoge en brede transporten,

Nadere informatie

Aanvulling. categorie AM

Aanvulling. categorie AM Aanvulling categorie AM Fietsen met trapondersteuning (E-bike) Dat zijn fietsen die zijn voorzien van een elektrische hulpmotor met een maximaal vermogen wat continu geleverd kan worden van maximaal 0,25

Nadere informatie

Aanvulling. categorie AM

Aanvulling. categorie AM Aanvulling categorie AM Voor laten gaan Het begrip voorrang heeft betrekking op bestuurders die op een kruispunt aan kruisende bestuurders voorrang moeten verlenen. Het begrip voor laten gaan is in de

Nadere informatie

Aanvulling. categorie A

Aanvulling. categorie A Aanvulling categorie A Fietsen met trapondersteuning (E-bike) Dat zijn fietsen die zijn voorzien van een elektrische hulpmotor met een maximaal vermogen wat continu geleverd kan worden van maximaal 0,25

Nadere informatie

rijschoolservice Aanvulling categorie B

rijschoolservice Aanvulling categorie B rijschoolservice Aanvulling categorie B Fietsen met trapondersteuning (E-bike) Dat zijn fietsen die zijn voorzien van een elektrische hulpmotor met een maximaal vermogen wat continu geleverd kan worden

Nadere informatie

rijschoolservice Aanvulling categorie A

rijschoolservice Aanvulling categorie A rijschoolservice Aanvulling categorie A Soorten verkeersregelaars Beroepsverkeersregelaars (bij tijdelijke verkeersmaatregelen, vanaf 18 jaar). Transportbegeleiders (voor het begeleiden van lange, hoge

Nadere informatie

rijschoolservice Aanvulling Kennis Verkeer Zware Voertuigen Vierde druk theorie en eerste druk examenoefenboek

rijschoolservice Aanvulling Kennis Verkeer Zware Voertuigen Vierde druk theorie en eerste druk examenoefenboek rijschoolservice Aanvulling Kennis Verkeer Zware Voertuigen Vierde druk theorie en eerste druk examenoefenboek In deze aanvulling zijn een aantal actuele thema s en kleine verbeteringen opgenomen die in

Nadere informatie

Aanvulling. categorie A

Aanvulling. categorie A Aanvulling categorie A Fietsen met trapondersteuning (E-bike) Dat zijn fietsen die zijn voorzien van een elektrische hulpmotor met een maximaal vermogen wat continu geleverd kan worden van maximaal 0,25

Nadere informatie

Oefenboek. rijbewijs B

Oefenboek. rijbewijs B Oefenboek rijbewijs B Gevaarherkenning Elk examen/tentamen in dit oefenboek is ingedeeld zoals een theorie-examen bij het CBR. Een examen begint met 25 vragen over gevaarherkenning. Bij deze vragen wordt

Nadere informatie

Aanvulling. categorie B

Aanvulling. categorie B Aanvulling categorie B Fietsen met trapondersteuning (E-bike) Dat zijn fietsen die zijn voorzien van een elektrische hulpmotor met een maximaal vermogen wat continu geleverd kan worden van maximaal 0,25

Nadere informatie

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving........................................................................ Snelheid A1 Maximumsnelheid A2 Einde maximumsnelheid A3 Maximumsnelheid op een elektronisch

Nadere informatie

Vraag 1 U heeft ontzegging van uw rijbevoegdheid u mag dan? A Niet zelf rijden maar wel rijles nemen. B Niet zelf rijden en ook geen rijles nemen

Vraag 1 U heeft ontzegging van uw rijbevoegdheid u mag dan? A Niet zelf rijden maar wel rijles nemen. B Niet zelf rijden en ook geen rijles nemen Vraag 1 U heeft ontzegging van uw rijbevoegdheid u mag dan? A Niet zelf rijden maar wel rijles nemen B Niet zelf rijden en ook geen rijles nemen Vraag 2 Is dit een eenrichtingsweg? A B Vraag 3 U wilt zonder

Nadere informatie

Verkeersborden met omschrijving

Verkeersborden met omschrijving Verkeersborden met omschrijving............................................................. Snelheid A1 Maximumsnelheid A2 Einde maximumsnelheid A3 Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord

Nadere informatie

Bijlage 1 Verkeersborden

Bijlage 1 Verkeersborden Bijlage 1 Verkeersborden Hoofdstuk A. Snelheid A 1 A 2 Noot Ingeval de in deze bijlage opgenomen borden op een electronisch signaleringsbord worden weergegeven kan het zwarte symbool in wit worden uitgevoerd

Nadere informatie

Verkeersborden: Groep A - Snelheid

Verkeersborden: Groep A - Snelheid Verkeersborden: Groep A - Snelheid A1 Maximumsnelheid A2 Einde maximumsnelheid A3 Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord A4 Adviessnelheid A5 Einde adviessnelheid Verkeersborden: Groep B

Nadere informatie

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving A Snelheid A1 Maximumsnelheid A2 Einde maximumsnelheid A3 Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord A4 Adviessnelheid A5 Einde adviessnelheid B Voorrang

Nadere informatie

Verkeersborden Nederland voor Onderweg

Verkeersborden Nederland voor Onderweg Verkeersborden Nederland voor Onderweg Voor iedere Nederlandse weggebruiker is het van belang de verkeersregels en de verkeersborden te kennen. Voor velen zal de betekenis -en het vereiste gedrag of handelen-

Nadere informatie

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving A Snelheid A1 Maximumsnelheid A2 Einde maximumsnelheid A3 Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord A4 Adviessnelheid A5 Einde adviessnelheid B Voorrang

Nadere informatie

Aanvulling. categorie B

Aanvulling. categorie B Bandenspanningscontrolesysteem Aanvulling categorie B Voor álle nieuwe auto s is het verplicht om een bandenspanningscontrolesysteem te hebben. Het zogehete TPMS, oftewel Tyre Pressure Monitoring Systeem.

Nadere informatie

rijschoolservice Aanvulling categorie B

rijschoolservice Aanvulling categorie B Bandenspanningscontrolesysteem rijschoolservice Aanvulling categorie B Voor álle nieuwe auto s is het verplicht om een bandenspanningscontrolesysteem te hebben. Het zogehete TPMS, oftewel Tyre Pressure

Nadere informatie

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving

Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving A Snelheid A1 Maximumsnelheid A2 Einde maximumsnelheid A3 Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord A4 Adviessnelheid A5 Einde adviessnelheid B Voorrang

Nadere informatie

Algemene regel. Soorten borden

Algemene regel. Soorten borden Algemene regel Je bent verplicht verkeerstekens die een gebod of verbod inhouden op te volgen. Verkeerstekens zijn: verkeersborden verkeerslichten verkeerstekens op het wegdek Soorten borden De verkeersborden

Nadere informatie

Aanvulling. categorie B

Aanvulling. categorie B Bandenspanningscontrolesysteem Aanvulling categorie B Voor álle nieuwe auto s is het verplicht om een bandenspanningscontrolesysteem te hebben. Het zogehete TPMS, oftewel Tyre Pressure Monitoring Systeem.

Nadere informatie

rijschoolservice Aanvulling categorie B

rijschoolservice Aanvulling categorie B rijschoolservice Aanvulling categorie B In het boek Theorieboek rijbewijs B staat bij de borden F19, F20, F21 en F22 niet de juiste tekst. De juiste tekst staat hieronder bij de borden. F19 Rijbaan of

Nadere informatie

10. 11. 12. 13. 14. 15. 18.

10. 11. 12. 13. 14. 15. 18. 1. Op de fietspad en fietsstrook mogen alleen fietsers en snorfietsers rijden. 2. Alarmnummer is 112. 3. Rijbewijs is 10 jaar geldig. 4. Alle betrokkenen bij een aanrijding moeten blijven wachten. (Plaats

Nadere informatie

Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) (Tekst geldend op: 15-03-2011) Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) Bijlage 1. Verkeersborden Hoofdstuk A. Snelheid Bord Omschrijving A1 Maximumsnelheid Bord Omschrijving A2 Einde

Nadere informatie

Oefenboek. rijbewijs A

Oefenboek. rijbewijs A Oefenboek rijbewijs A examen 1 Examen 1 De antwoorden en motivaties van examen 1 vind je vanaf pagina 118. 1. Wat zijn de belangrijkste eigenschappen van motorhandschoenen? A. Dat ze warm zijn en soepel

Nadere informatie

Verkeersborden en tekens

Verkeersborden en tekens Verkeersborden en tekens A1. Maximum snelheid B3. Voorrangskruispunt A2. Einde maximumsnelhei d B4. Voorrangskruispunt zijweg links A3. Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord B5. Voorrangskruispunt

Nadere informatie

Einde Autosnelweg. Woonerf

Einde Autosnelweg. Woonerf Autosnelweg min 60 - max 130 km/u Einde Autosnelweg max 80 km/u Autoweg min 50 - max 100 km/u Einde Autoweg min 50 - max 100 km/u Woonerf max 15 km/u - stapvoets Woonerf met snelheidsbeperking Einde woonerf

Nadere informatie

VERKEER VERKEERSDEELNEMERS WEGGEBRUIKERS

VERKEER VERKEERSDEELNEMERS WEGGEBRUIKERS 1 VERKEER VERKEERSDEELNEMERS WEGGEBRUIKERS VOETGANGERS BESTUURDERS IEDEREEN DIE LOOPT; ZONDER VOERTUIG MET BEHULP VAN EEN VOORWERP( ROLSCHAATSEN, STEP. ED) MET EEN VOERTUIG AAN DE HAND ( FIETS, BROMFIETS,

Nadere informatie

VERKEERSBEGRIPPEN. bij het Verkeersexamen 2014. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg

VERKEERSBEGRIPPEN. bij het Verkeersexamen 2014. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg VERKEERSBEGRIPPEN bij het Verkeersexamen 2014 Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. bestuurder Je bent bestuurder: - als je fietst - als je paardrijdt of loopt met je paard

Nadere informatie

Moet je voorrang verlenen aan de fietser? Toelichting De fietser is een bestuurder en komt hier van rechts op een gelijkwaardig kruispunt.

Moet je voorrang verlenen aan de fietser? Toelichting De fietser is een bestuurder en komt hier van rechts op een gelijkwaardig kruispunt. TeraKnowledge Nationaal Kampioen Verkeersexamen De Resultaten per afzonderlijke vraag Moet je voorrang verlenen aan de fietser? en het goede antwoord is 1. Ja De fietser is een bestuurder en komt hier

Nadere informatie

Antwoorden Kennisvragenlijst voorrangsvoertuigen

Antwoorden Kennisvragenlijst voorrangsvoertuigen Antwoorden Kennisvragenlijst voorrangsvoertuigen Wet- en regelgeving 1. Wanneer ben je bestuurder van een voorrangsvoertuig? (bron: artikel 29 RVV 1990) a. als je optische én geluidssignalen voert b. als

Nadere informatie

Theorieboek. rijbewijs A

Theorieboek. rijbewijs A Theorieboek rijbewijs A 1. Basiskennis Wegenverkeerswetgeving Doelstelling De belangrijkste wetgeving waarin wij onze verkeersregels vinden zijn de Wegenverkeerswet 1994 en het Reglement Verkeersregels

Nadere informatie

Bijlage 1 Verkeersborden

Bijlage 1 Verkeersborden Bijlage 1 Verkeersborden Hoofdstuk A. Snelheid A 1 A 2 Noot Ingeval de in deze bijlage opgenomen borden op een electronisch signaleringsbord worden weergegeven kan het zwarte symbool in wit worden uitgevoerd

Nadere informatie

Bijzondere weggedeelten

Bijzondere weggedeelten Hoofdstuk 5 ijzondere weggedeelten 5.1 Rotondes Een rotonde is eigenlijk een ronde eenrichtingsweg. Je moet altijd rechts om het middeneiland heen rijden. Op dat middeneiland staat bord rotonde (D1). Vaak

Nadere informatie

Oefenboek. rijbewijs B

Oefenboek. rijbewijs B Oefenboek rijbewijs B Gevaarherkenning Elk examen/examen in dit oefenboek is ingedeeld zoals een theorie-examen bij het CBR. Een examen begint met 25 vragen over gevaarherkenning. Bij deze vragen wordt

Nadere informatie

Test theorie: Autowegen en Autosnelwegen

Test theorie: Autowegen en Autosnelwegen Test theorie: Autowegen en Autosnelwegen (wordt je aangeboden door Autorij-instructie.nl) Zie de Maximum toegestane snelheid op de Nederlandse wegen van de verschillende voertuigen Test theorie: Autosnelwegen

Nadere informatie

GEBRUIK VAN DE RIJBAAN LES 2

GEBRUIK VAN DE RIJBAAN LES 2 13 GEBRUIK VAN DE RIJBAAN LES 2 GESCHEIDEN RIJBANEN : MIDDENBERM, EEN BOMENRIJ OF EEN GROEN VOORZIENING BEHOREN OOK BIJ DE WEG. (VERBOD OM IN TE RIJDEN D.M.V. BORD MOGELIJK) FIETSSTROOK : VERBODEN RIJSTROOK

Nadere informatie

Vragen en antwoorden theorie verkeersregels en verkeerstekens - Deel 1

Vragen en antwoorden theorie verkeersregels en verkeerstekens - Deel 1 Theorie Verkeersregels Deel 1 Vragen en antwoorden theorie verkeersregels en verkeerstekens - Deel 1 (wordt je aangeboden door Autorij-instructie.nl) Onderstaand vind je -in totaal 30- afbeeldingen over

Nadere informatie

Snelweg invoegen, inhalen, uitvoegen.

Snelweg invoegen, inhalen, uitvoegen. Het naderen van een autosnelweg. Door goed op te letten op de verkeersborden, wordt al snel duidelijk of je een autosnelweg of een autoweg nadert. Het type weg moet je ruim van te voren herkennen om te

Nadere informatie

Het eerste wat we gaan behandelen is afslaan naar rechts 1

Het eerste wat we gaan behandelen is afslaan naar rechts 1 Dit lesonderwerp gaat over We hebben nu diverse onderwerpen, t/m kruispunten behandeld, dit is de volgende stap. Afslaan doe je op een kruispunt en op een rotonde. Enkele belangrijke punten: Bij het neem

Nadere informatie

Theorieboek. rijbewijs B

Theorieboek. rijbewijs B Theorieboek rijbewijs B 1 1. Begripsbepalingen hfst1 In de verkeerswetgeving zijn diverse begrippen opgenomen. Dat is gedaan om duidelijk te maken voor wie en in welke situatie de verkeersregels gelden.

Nadere informatie

Een STREEPJE voor... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek

Een STREEPJE voor... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek Een STREEPJE voor... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek Wat betekenen al die strepen toch? In Nederland verplaatsen zich dagelijks miljoenen personen lopend, fietsend en rijdend in het verkeer.

Nadere informatie

Kruispunten met de borden

Kruispunten met de borden Auteursrechtinformatie Dit document is bedoeld voor eigen gebruik. In het algemeen geldt dat enig ander gebruik, daaronder begrepen het verveelvoudigen, verspreiden, verzenden, herpubliceren, vertonen

Nadere informatie

Vijf soorten verkeersborden

Vijf soorten verkeersborden Vijf soorten verkeersborden Er zijn vijf soorten borden. Als je goed naar de vorm en de kleur van een bord kijkt, weet je al met wat voor soort bord je te maken hebt. Het teken op een bord vertelt je de

Nadere informatie

VERKEERSBEGRIPPEN. bij Verkeersexamen 2011. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg

VERKEERSBEGRIPPEN. bij Verkeersexamen 2011. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg VERKEERSBEGRIPPEN bij Verkeersexamen 2011 Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. bestuurder Je bent bestuurder: - als je fietst - als je paardrijdt of loopt met je paard aan

Nadere informatie

Verkeersborden overzicht

Verkeersborden overzicht Verkeersborden overzicht Een overzicht van de meest voorkomende Nederlandse verkeersborden, bebakeningen en bewegwijzeringen Verkeersleermiddelen EU NL Inhoudsopgave Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens

Nadere informatie

Verkeersborden. voorbeeld blad 1 tm 8

Verkeersborden. voorbeeld blad 1 tm 8 Verkeersborden overzicht Een overzicht van de meest voorkomende Nederlandse verkeersborden, bebakeningen en bewegwijzeringen Verkeersleermiddelen EU NL Inhoudsopgave Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens

Nadere informatie

RIM Verkeersleermiddelen. Rijbewijs B

RIM Verkeersleermiddelen. Rijbewijs B RIM Verkeersleermiddelen Rijbewijs B Beste collega, Bij deze wil ik u bedanken voor het bestellen van mijn Rijles-instructiemap. Ik hoop van harte dat uw leerlingen er veel van zullen opsteken. Zijn er

Nadere informatie

Naderingssnelheid gelijkwaardig kruispunt: Lage snelheid Tweede versnelling Naderingssnelheid gevaarlijk kruispunt: Lage snelheid Tweede versnelling

Naderingssnelheid gelijkwaardig kruispunt: Lage snelheid Tweede versnelling Naderingssnelheid gevaarlijk kruispunt: Lage snelheid Tweede versnelling 19 Voorrangregel LES 3 Soorten Kruisingen Gelijkwaardige kruising Als je een gelijkwaardig kruispunt nadert, moet je je snelheid aanpassen en zorgen dat je het overzicht bewaart. Als er van rechts een

Nadere informatie

BORCHI DI TRAFIKO NOBO ANEKSO LEI DI TRAFIKO 2000

BORCHI DI TRAFIKO NOBO ANEKSO LEI DI TRAFIKO 2000 BORCHI DI TRAFIKO NOBO ANEKSO LEI DI TRAFIKO 2000 Willemstad, juli 2000 Bijlage 1 Verkeersborden met omschrijving _ Noot Ingeval de in deze bijlage opgenomen borden op een electronisch signaleringsbord

Nadere informatie

EEN STREEPJE VOOR... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek. Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland. Platform en Kenniscentrum

EEN STREEPJE VOOR... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek. Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland. Platform en Kenniscentrum EEN STREEPJE VOOR... De betekenis van verkeerstekens op het wegdek Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland Platform en Kenniscentrum Wat betekenen al die strepen toch? In Gelderland verplaatsen

Nadere informatie

7 Manoeuvres en bewegingen

7 Manoeuvres en bewegingen 7 Manoeuvres en bewegingen 62 7.1 Manoeuvres Als je een manoeuvre uitvoert, zoals van rijstrook of van file veranderen, de rijbaan oversteken, een parkeerplaats verlaten of oprijden, uit een aangrenzend

Nadere informatie

Gevaarherkenning. Kijk vóór je examen eerst op anwb.nl/theorie voor nieuwe regels en vragen.

Gevaarherkenning. Kijk vóór je examen eerst op anwb.nl/theorie voor nieuwe regels en vragen. Gevaarherkenning Elk examen/examen in dit oefenboek is ingedeeld zoals een theorie-examen bij het R. Een examen begint met 25 vragen over gevaarherkenning. ij deze vragen wordt u steeds de vraag gesteld:

Nadere informatie

De Grote Verkeerstoets - 2014 07/08/2014. 1. Ja. 2. Neen, want ik mag hier niet links afslaan. 3. Neen, want ik heb mijn arm niet uitgestoken.

De Grote Verkeerstoets - 2014 07/08/2014. 1. Ja. 2. Neen, want ik mag hier niet links afslaan. 3. Neen, want ik heb mijn arm niet uitgestoken. 100082: Welk voorwerp houd je hier boven je hoofd? 1. Een rood voorwerp. 2. Een map. 3. Een voetbal. 100081: Je slaat af naar links. Gebeurt dat hier helemaal veilig? 1. Ja. 2. Neen, want ik mag hier niet

Nadere informatie

Brommertheorieboek Deel 4

Brommertheorieboek Deel 4 Brommertheorieboek Deel 4 Help ons We staan altijd open voor verbeteringen en aanvullingen! Mis je iets in dit boek, is iets niet duidelijk of heb je op je theorie-examen vragen gehad waarvan je de uitleg

Nadere informatie

Theorieboek rijbewijs B

Theorieboek rijbewijs B Theorieboek rijbewijs B theorieboek personenauto 1 Colofon 2019 ANWB bv, Den Haag, www.anwb.nl 2 e druk Alle rechten voorbehouden ISBN: 978-90-18-04554-8 theorieboek NUR: 462 Productie: Uitgeverij Smit

Nadere informatie

al. voertuigen: fietsen, bromfietsen, GEHANDICAPTENVOERTUIGen, motorvoertuigen, trams en wagens;

al. voertuigen: fietsen, bromfietsen, GEHANDICAPTENVOERTUIGen, motorvoertuigen, trams en wagens; Artikel 1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: r. GEHANDICAPTENVOERTUIG: voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 meter

Nadere informatie

VERKEER. Handleiding. Proeflessen THEMA 1

VERKEER. Handleiding. Proeflessen THEMA 1 8 VERKEER Proeflessen Handleiding THEMA 1 Wat u vooraf moet weten In dit pakket vindt u het werkboek van thema 1 van groep 8. Het werkboek kunt u optioneel inzetten voor zelfstandig werken. Kinderen slijpen

Nadere informatie

Veilig je draai vinden...

Veilig je draai vinden... Veilig je draai vinden... op rotondes in Gelderland Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland Platform en Kenniscentrum Rotondes in Gelderland Na hun introductie zo n 30 jaar geleden, zijn rotondes

Nadere informatie

Kies het goede verkeersbord

Kies het goede verkeersbord Kies het goede verkeersbord Antwoorden Aangeboden door: Oefeningen voor het schoolverkeersexamen Kies het goede verkeersbord Toelichting antwoorden In dit document treft u elf printbare pagina s aan, elk

Nadere informatie

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring Beschrijving route Noorderwijk Start Klavertje Ring Gebruik de achteruitgang van de school. Neem de fietsoversteek en rij naar links. Let op! Op een fietsoversteek heb je geen voorrang, goed uitkijken

Nadere informatie

Welkom 23/10/2014. Open WiFi netwerk: t Godshuis

Welkom 23/10/2014. Open WiFi netwerk: t Godshuis Welkom 23/10/2014 Open WiFi netwerk: t Godshuis Filip Van Alboom Test uw kennis van de wegcode Commercieel vantwoordelijke VAB Rijschool A. Ik heb voorrang B. Ik moet voorrang verlenen De bus verlaat de

Nadere informatie

IK LEER FIETSEN! PRAKTIJKBOEKJE VOOR CURSISTEN

IK LEER FIETSEN! PRAKTIJKBOEKJE VOOR CURSISTEN IK LEER FIETSEN! PRAKTIJKBOEKJE VOOR CURSISTEN De Fietsersbond komt op voor de belangen van fietsers in Nederland en zet zich in voor meer en betere mogelijkheden om te fietsen. Dat kan dankzij de steun

Nadere informatie

HERKENNEN VAN KRUISPUNTEN

HERKENNEN VAN KRUISPUNTEN HERKENNEN VAN KRUISPUNTEN Kruispunten zijn op veel verschillende manieren te herkennen, ik zal hier een uitleg geven en duidelijk maken waar we kruispunten aan kunnen herkennen. Allereerst gaan we eens

Nadere informatie

Snelweg invoegen en uitvoegen hoe?

Snelweg invoegen en uitvoegen hoe? Snelweg invoegen en uitvoegen hoe? Snelweg vast procedure Ga je naar een ander stad waarbij je stukje op de snelweg moet rijden? Denk dan aan: Je route tot je eind bestemming. Welke ANWB borden je moet

Nadere informatie

Kies het goede verkeersbord

Kies het goede verkeersbord Kies het goede verkeersbord Opgaven Aangeboden door: Oefeningen voor het schoolverkeersexamen Kies het goede verkeersbord Toelichting In dit document treft u elf printbare pagina s aan, elk met 6 verkeersborden

Nadere informatie

Onder verkeersborden kunnen onderborden worden geplaatst die kunnen aangeven:

Onder verkeersborden kunnen onderborden worden geplaatst die kunnen aangeven: 3 Hoofdstuk 3 Verkeerstekens Algemene regel Je bent verplicht om verkeerstekens op te volgen. Ze kunnen een gebod of een verbod inhouden. Er zijn verschillende soorten verkeerstekens: < verkeersborden

Nadere informatie

Even opfrissen... Moeilijke verkeersregels en -situaties uitgelegd. Ga wijs op weg, blijf veilig mobiel!

Even opfrissen... Moeilijke verkeersregels en -situaties uitgelegd. Ga wijs op weg, blijf veilig mobiel! Even opfrissen... Moeilijke verkeersregels en -situaties uitgelegd Ga wijs op weg, blijf veilig mobiel! Ga wijs op weg, blijf veilig mobiel! Ook nu u wat ouder wordt, wilt u actief blijven. U doet Ouder

Nadere informatie

doe-fiche fietser Opstappen en wegrijden uw kind politie Bilzen - Hoeselt - Riemst nog niet kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen.

doe-fiche fietser Opstappen en wegrijden uw kind politie Bilzen - Hoeselt - Riemst nog niet kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen. Opstappen en wegrijden 7 kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen. kijkt uit hoe het veilig en zonder het verkeer te hinderen de startplaats kan bereiken. stapt met de fiets aan de hand

Nadere informatie

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring

Beschrijving route Noorderwijk. Start Klavertje Ring Beschrijving route Noorderwijk Start Klavertje Ring Gebruik de achteruitgang van de school. Neem de fietsoversteek en rij naar links. Let op! Op een fietsoversteek heb je geen voorrang, goed uitkijken

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 4 Kijk vóór uw examen eerst op anwb.nl/theorie voor nieuwe regels en vragen.

Inhoudsopgave. 4 Kijk vóór uw examen eerst op anwb.nl/theorie voor nieuwe regels en vragen. Inhoudsopgave Colofon Inleiding 1. Begripsbepalingen 2. Algemene bepalingen 3. Alcohol, geneesmiddelen en drugs 4. Verkeerslichten 5. Verkeerstekens op de weg 6. Gevaarherkenning 7. Plaats op de weg 8.

Nadere informatie

Lading op dak mag niet meer uitsteken dan 20cm aan beide zijkanten.

Lading op dak mag niet meer uitsteken dan 20cm aan beide zijkanten. Begrippenlijst Lading en slepen van andere voertuigen Lading op dak mag niet meer uitsteken dan 20cm aan beide zijkanten. Slepen van andere voertuig mag niet meer dan 5m afstand zijn. Steekt lading aan

Nadere informatie

Tip: oefen het examen op http://www.veiligverkeernederland.nl/examen beschikbaar vanaf 7 maart

Tip: oefen het examen op http://www.veiligverkeernederland.nl/examen beschikbaar vanaf 7 maart Tip: oefen het examen op http://www.veiligverkeernederland.nl/examen beschikbaar vanaf 7 maart Enkele belangrijke pas op. Borden Pas op een gevaarlijk kruispunt Pas op er kunnen tegemoet komers zijn Pas

Nadere informatie

Verkeersbegrippen. Overzicht van verkeersbegrippen die belangrijk zijn voor kinderen. Fietspad/tweerichtingenfietspad. Bestuurder. Voetganger.

Verkeersbegrippen. Overzicht van verkeersbegrippen die belangrijk zijn voor kinderen. Fietspad/tweerichtingenfietspad. Bestuurder. Voetganger. Verkeersbegrippen Overzicht van verkeersbegrippen die belangrijk zijn voor kinderen. Bestuurder Je bent bestuurder: Als je fietst. Als je paardrijdt of loopt met je paard aan de teugel. Voetganger Je bent

Nadere informatie

De verkeersboetes in 2017

De verkeersboetes in 2017 De verkeersboetes in 2017 1 EURO GOEDKOPER Nu moet je niet meteen per 1 januari je gaspedaal dieper in gaan trappen, want snelheidsovertredingen worden slechts één euro goedkoper. Dat betekent dat je voor

Nadere informatie

VERKEERSBEGRIPPEN. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg. verkeersbegrip uitleg

VERKEERSBEGRIPPEN. Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg. verkeersbegrip uitleg VERKEERSBEGRIPPEN Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. bestuurder Je bent bestuurder: - als je fietst - als je paardrijdt of loopt met je paard aan de teugel. voetganger

Nadere informatie

wegrijden in het verkeer / stoppen buiten het verkeer

wegrijden in het verkeer / stoppen buiten het verkeer Inleiding: wegrijden in het verkeer In de vorige lesonderwerpen zijn alle basishandelingen die nodig zijn voor het rijden met een auto behandeld. Vanaf dit lesonderwerp, het wegrijden in het verkeer, wordt

Nadere informatie

Gevaarlijke bocht. Dubbele bocht of opeenvolging van meer dan twee bochten, de eerste naar links

Gevaarlijke bocht. Dubbele bocht of opeenvolging van meer dan twee bochten, de eerste naar links 1 VERKEERSBORDEN Gevaarlijke bocht. Bocht naar links Gevaarlijke bocht. Bocht naar rechts Gevaarlijke bocht. Dubbele bocht of opeenvolging van meer dan twee bochten, de eerste naar links Gevaarlijke bocht.

Nadere informatie

VERKEERSBORDEN A. SNELHEID. A1 Maximumsnelheid. A3 Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord. A2 Einde maximumsnelheid

VERKEERSBORDEN A. SNELHEID. A1 Maximumsnelheid. A3 Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord. A2 Einde maximumsnelheid VERKEERSBORDEN VERKEERSBORDEN A. SNELHEID A1 Maximumsnelheid A2 Einde maximumsnelheid A3 Maximumsnelheid op een elektronisch signaleringsbord. De rijstrook mag worden gebruikt met inacht neming van de

Nadere informatie

Citeertitel: Regeling verkeersaanwijzingen en -borden. Vindplaats : AB 2000 no. 10 (inwtr. AB 2000 no. 11)

Citeertitel: Regeling verkeersaanwijzingen en -borden. Vindplaats : AB 2000 no. 10 (inwtr. AB 2000 no. 11) Intitulé : MINISTERIELE REGELING van 18 januari 2000 no. 1 ter uitvoering van artikel 3, tweede lid, en artikel 8, eerste lid, van het Landsbesluit verkeersregels (AB 1999 no. 39) Citeertitel: Regeling

Nadere informatie

Tijdens de verkeerslessen hebben we met de kinderen gepraat over veilig fietsen.

Tijdens de verkeerslessen hebben we met de kinderen gepraat over veilig fietsen. O Ouderbrief 1 Kopieerblad 1 Beste ouder/verzorger, Tijdens de verkeerslessen hebben we met de kinderen gepraat over veilig fietsen. Bijvoorbeeld: hoe maak je veilig een bocht naar links en naar rechts?

Nadere informatie

Fietsen en reglementering Info avond wegcode fietsersbond PZ HEKLA Dienst verkeer Hoofdinspecteur Steven Van Leeuwe

Fietsen en reglementering Info avond wegcode fietsersbond PZ HEKLA Dienst verkeer Hoofdinspecteur Steven Van Leeuwe Fietsen en reglementering Info avond wegcode fietsersbond 25.11.2013 PZ HEKLA Dienst verkeer Hoofdinspecteur Steven Van Leeuwe Verkeer complexe materie Een beetje weg wijs Fietsers : waarde van de verkeerstekens

Nadere informatie

VERKEERSBOETES 2019: ALLE BEDRAGEN OP EEN RIJ

VERKEERSBOETES 2019: ALLE BEDRAGEN OP EEN RIJ VERKEERSBOETES 2019: ALLE BEDRAGEN OP EEN RIJ Je gaat meer betalen voor verkeersboetes in 2019 Verkeersboetes 2019 Het zal geen verrassing zijn: de 2019-tarieven voor snelheidsboetes en boetes voor andere

Nadere informatie

Brommertheorieboek Deel 2

Brommertheorieboek Deel 2 Brommertheorieboek Deel 2 Help ons We staan altijd open voor verbeteringen en aanvullingen! Mis je iets in dit boek, is iets niet duidelijk of heb je op je theorie-examen vragen gehad waarvan je de uitleg

Nadere informatie

Maak je kinderen wegwijs in het verkeer

Maak je kinderen wegwijs in het verkeer 622926000_D24 CAMPAGNE TNS 2012 def_nl.indd 2 11/07/12 10:06 Maak je kinderen wegwijs in het verkeer Tips en spelletjes om de verkeersborden beter te begrijpen De taal van de weg De straten staan vol vreemde

Nadere informatie

VERKEERSBORDEN. www.gratisrijbewijsonline.be

VERKEERSBORDEN. www.gratisrijbewijsonline.be VERKEERSBORDEN www.gratisrijbewijsonline.be GEVAARSBORDEN ALGEMEEN Zoals de naam van deze reeks het laat vermoeden, wijzen de gevaarsborden op een mogelijk gevaar. De gevaarsborden worden rechts geplaatst.

Nadere informatie

De verkeersborden voor kinderen

De verkeersborden voor kinderen De verkeersborden voor kinderen Veel kinderen verplaatsen zich vanaf de leeftijd van 10 à 11 jaar alleen en onafhankelijk als voetganger en fietser. Vanaf dat moment is het dus belangrijk dat zij de verkeerstekens

Nadere informatie

De verkeersborden voor kinderen

De verkeersborden voor kinderen De verkeersborden voor kinderen Veel kinderen verplaatsen zich vanaf de leeftijd van 10 à 11 jaar alleen en onafhankelijk als voetganger en fietser. Vanaf dat moment is het dus belangrijk dat zij de verkeerstekens

Nadere informatie

6. Als fietser veilig in het verkeer

6. Als fietser veilig in het verkeer 6. Als fietser veilig in het verkeer A. oversteken met een gemachtigd opzichter 1 Aan welke kant moet je fietsen op het fietspad? A rechts 2 Wat moet je doen als je als fietser de oversteekplaats nadert?

Nadere informatie

Geldt het bord voor de kinderen als ze lopen of fietsen? Hoe gedragen de kinderen zich bij het bord als ze er langs komen?

Geldt het bord voor de kinderen als ze lopen of fietsen? Hoe gedragen de kinderen zich bij het bord als ze er langs komen? Praktijk(verkeer)les: Kijken bij verkeersborden De kinderen gaan een wandeling maken langs verkeersborden in de buurt. Bij die borden gaan ze kijken of de mensen die erlangs komen, doen wat het bord zegt.

Nadere informatie

De afdeling Zuidplas (eerder Nieuwerkerk aan den IJssel) is op verzoek van de gemeente geïnstalleerd op 16 oktober 2007

De afdeling Zuidplas (eerder Nieuwerkerk aan den IJssel) is op verzoek van de gemeente geïnstalleerd op 16 oktober 2007 De afdeling Zuidplas (eerder Nieuwerkerk aan den IJssel) is op verzoek van de gemeente geïnstalleerd op 16 oktober 2007 Op onze website www.vvn-zuidplas.nl kunt u zien waarmee we ons zoal mee bezighouden.

Nadere informatie