Werkboek Pragmatische vaardigheden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Werkboek Pragmatische vaardigheden"

Transcriptie

1 Werkboek Pragmatische vaardigheden Een product van kwaliteitskring 044, KTV (Kring Ter Verrijking), Borculo Maart 2011

2 Inhoudsopgave Inleiding...2 Opbouw...3 Overzicht van pragmatische vaardigheden...4 Communicatieve functies: 1. Verzoek om uitleg...5 Communicatieve functies: 2. Verzoek om verduidelijking...5 Communicatieve functies: 3. Beschrijven van gevoelens...6 Communicatieve functies: 4. Suggestie geven...6 Communicatieve functies: 5. Informatie geven...7 Communicatieve functies: 6. Instructie geven...7 Communicatieve functies: 7. Vragen om informatie...8 Communicatieve functies: 8. Vragen om actie...9 Communicatieve functies: 9. Praten over wat anderen doen...9 Communicatieve functies: 10. Vragen naar wens Communicatieve functies: 11. Verklaring geven Communicatieve functies: 12. Onderhandelen Conversatievaardigheden: 1. Herhaling bij onduidelijkheid Conversatievaardigheden: 2. Gericht roepen om aandacht Conversatievaardigheden: 3. Reden geven met betrekking tot een waardeoordeel Conversatievaardigheden: 4. Betekenis voorafgaande zinnen Conversatievaardigheden: 5. Rekening houden met de voorkennis van de luisteraar Conversatievaardigheden: 6. Praten buiten het hier-en-nu Conversatievaardigheden: 7. Beurtwisseling Conversatievaardigheden: 8. Openen van contact Conversatievaardigheden: 9. Beëindigen van contact Verhaalopbouw: 2. Oriëntatie van persoon Verhaalopbouw: 3. Oriëntatie van plaats Verhaalopbouw: 4. Oriëntatie van tijd Verhaalopbouw: 5. Structuur Verhaalopbouw: 6. Kern Verhaalopbouw: 7. Eindresultaat Verhaalopbouw: 8. Afronding Verhaalopbouw: 9. Causaal verband Verhaalopbouw: 10. Referentie Verhaalopbouw: 11. Conjunctie Bijlage: Pictogrammen Literatuurlijst

3 Inleiding In de logopedische praktijk komen we steeds vaker tegen dat de pragmatische ontwikkeling van een kind niet normaal verloopt, bijvoorbeeld bij een kind met een taalontwikkelingsstoornis of een kind met een stoornis in het autistische spectrum. Er zijn inmiddels verschillende instrumenten op de markt om de pragmatiek te onderzoeken of te observeren, waaronder de Nijmeegse Pragmatiek Test en de CCC-2-NL vragenlijst. Methoden voor behandeling zijn echter niet of nauwelijks voorhanden. Van april 2008 tot september 2009 heeft kwaliteitskring 044 KTV (Kring Ter Verrijking) Borculo daarom een IT-traject gevolgd dat gericht was op de behandeling van pragmatische stoornissen bij kinderen. Pragmatische stoornissen kunnen zich voordoen op verschillende aspecten van de pragmatiek. Een model dat vaak wordt gehanteerd om de verschillende deelvaardigheden in de pragmatiek te definiëren is het model van Roth en Spekman (1984) waarop ook de Nijmeegse Pragmatiek Test (NPT) is gebaseerd. In de NPT worden drie categorieën onderscheiden: Communicatieve Functies, Conversatievaardigheden en Verhaalopbouw. Wij hebben ons in het IT-traject gebaseerd op deze indeling. Voor alle deelvaardigheden die in de NPT aan de orde komen hebben we onderzocht wat de beheersingsleeftijd is en hoe de vaardigheid getraind zou kunnen worden. Wij verwijzen naar de literatuurlijst voor de theoretische onderbouwing waarvan we gebruik hebben gemaakt. Uiteindelijk heeft het IT-traject geresulteerd in een verzameling behandelsuggesties en materialen die gebruikt kunnen worden bij de training van pragmatische vaardigheden van kinderen met een talige leeftijd van 4 tot 6 jaar. 2

4 Opbouw De verschillende vaardigheden van de NPT worden weergegeven. De pragmatische vaardigheden zijn opgebouwd uit 3 categorieën te weten: 1. Communicatieve functies, 2. Conversatievaardigheden, 3. Verhaalopbouw. Per categorie zijn er deelvaardigheden. Deze deelvaardigheden zijn beschreven in 6 onderdelen: 1., 2., 3., 4., Het werkboek is op deze wijze opgebouwd om vanuit de NPT werkbare praktische handvatten te kunnen bieden. Om het praktisch en snel bruikbaar te maken, worden de pictogrammen in de bijlage bijgeleverd. 3

5 Overzicht van pragmatische vaardigheden Communicatieve functies - Verzoek om uitleg: het vragen van een verklaring waardoor iets duidelijk wordt; - Verzoek om verduidelijking: het vragen om een nadere verduidelijking; - Beschrijven van gevoelens: het verwoorden van emoties en gevoelens; - Suggestie geven: het aandragen van ideeën waardoor een oplossing gevonden wordt; - Informatie geven: het geven van nieuwe inlichtingen om een beeld van iets te krijgen; - Instructie geven: het geven van opdrachten die opgevolgd moeten worden; - Vragen om informatie: het vragen om inlichtingen om bepaalde zaken uit te sluiten en een helder beeld te krijgen; - Vragen om actie: het verzoek tot het uitvoeren van een handeling; - Praten over wat anderen doen: het praten over bezigheden van anderen; - Vragen naar wens: het vragen naar de wens van de luisteraar; - Verklaring geven: het duidelijk maken van de gevolgen van een gebeurtenis of voorval; - Onderhandelen: het proces waarbij ten minste twee mensen(of partijen) iets tot stand proberen te brengen. Om te slagen moeten beide partijen met het besluit instemmen. Conversatievaardigheden - Herhaling bij onduidelijkheid: iets opnieuw zeggen of verduidelijken; - Gericht roepen om aandacht: het expliciet roepen van één persoon van wie men aandacht wil; - Reden geven met betrekking tot een waardeoordeel: het motiveren van een mening over iets; - Betekenis voorafgaande zinnen: wat verteld wordt, heeft een logisch verband met de voorafgaande zinnen; - Rekening houden met de voorkennis van de luisteraar: wanneer iets ter sprake gebracht wordt wat bij de luisteraar niet bekend is, wordt een toelichting gegeven; - Praten buiten het hier-en-nu: het praten over iets dat niet in de gesprekssituatie aanwezig is; - Beurtwisseling: het om beurten reageren, afwisselend de rol van de spreker en luisteraar op zich nemen om op deze manier adequaat gedachten en gevoelens uit te wisselen; - Openen van contact: het groeten of zich voorstellen waardoor een gesprek wordt begonnen of gewoon de initiatie van een conversatie; - Beëindigen van contact: het groeten of afscheid nemen waardoor een gesprek wordt beëindigd. Verhaalopbouw - Oriëntatie binnen een verhaal in het algemeen; - Oriëntatie van persoon: het aangeven over welke hoofdfiguur het verhaal gaat; - Oriëntatie van plaats: het aangeven van de plaats waar het verhaal zich afspeelt; - Oriëntatie van tijd: het aangeven van het tijdstip waarop de gebeurtenis plaatsvindt; - Structuur: het aangeven van de opbouw van of de lijn in het verhaal, waardoor het geheel logisch en duidelijk wordt; - Kern: het aangeven van het belangrijkste deel van het verhaal; - Eindresultaat: het vertellen van de afloop van het verhaal; - Afronding: het aangeven dat het verhaal ten einde is; - Causaal verband: het aangeven van een oorzakelijk verband tussen twee aspecten; - Referentie: het verwijzen naar een ander woord uit de context; - Conjunctie: het verbinden van zinnen door middel van een voegwoord. 4

6 Communicatieve Functies 1.Verzoek om uitleg Het kind kan om uitleg vragen wanneer iets onduidelijk is. Een, voor het kind, onbekend spelletje. De therapeut legt een nieuw spelletje neer en zegt: nou begin maar! Hierbij is het wel van belang dat de therapeut het doel voor ogen houdt. Durft het kind te vragen? Met, voor het kind, onbekende voorwerpen een voelspelletje doen en afwachten of het vraagt wat ermee gedaan kan worden. 2 tot 3 jaar 2.Verzoek om verduidelijking Het kind kan om verduidelijking vragen. Een, voor het kind, onbekend spelletje. Het spelletje wordt op tafel gelegd en de therapeut vertelt op onlogische wijze de spelregels. Durft het kind te vragen? Het kind onduidelijke opdrachten laten uitvoeren. Bijv. Pak daar maar dat spannende spelletje. 2 tot 3 jaar. 5

7 3. Beschrijven van gevoelens Het kind kan gevoelens herkennen en beschrijven. Mimiekplaatjes van Logo-art. Er is een onderscheid tussen gevoelens herkennen of kunnen beschrijven. Als eerste moet het kind vertellen om wat voor soort gevoel het gaat. Vervolgens beschrijven de therapeut en het kind samen de gevoelens. De beheersingsleeftijd bij het herkennen van gevoelens en het beschrijven van gevoelens is verschillend. Emotioncards, CD-rom Lekker weertje koekenpeertje, Boekjes Blue, Jip & Janneke boekjes. 2-3 jaar: drukt emoties uit. 4-5 jaar: Gebruikt 2 keer zoveel effectieve uitingen dan 3-jarige om over emoties en gevoelens te praten. 4. Suggesties geven Het kind kan een suggestie geven n.a.v. een probleemstelling. LDA: what would you do? De therapeut heeft een plaat waarop een probleem is afgebeeld. Het kind bedenkt eventuele oplossingen. De therapeut zegt: Wat zou jij doen? 6

8 Logische reeksen van Schubi. Bijv: Wat ziet het poesje als oplossing om de hond weg te jagen? DGM-map. 6-7 jaar. 5. informatie geven Het kind kan relevante informatie geven en verwoorden wat het ziet/denkt/voelt/wil/beleeft/enz. Topologie/toporimo. A.d.h.v. een plaat vertellen en zo voorwerpen 2- en 3- dimensionaal laten rangschikken. De één vertelt en de ander voert het uit. De therapeut en het kind spreken af dat er alleen verbaal gecommuniceerd wordt. Plaatjes omschrijven en raden, aanvulzinnen(transparant), ik zie ik zie wat jij niet ziet, alledaagse dingen vertellen, wat hoort er niet bij...waarom niet? 5 6 jaar. 6. Instructie geven Het kind kan instructies geven aan een ander. Potloden en tekenpapier. 7

9 De therapeut en het kind gaan samen tekenen. De therapeut vraagt het kind hoe een huis of een poppetje getekend moet worden. De therapeut tekent vervolgens volgens de instructies van het kind. Laat ook ruimte voor het kind om tussendoor zelf iets te tekenen. Dit kan ook met lego bouwen of met een topologiekaart. Ook kan het kind een knutselwerkje van school meenemen. De therapeut kan dan vragen: Als ik dit ook wil maken, hoe moet ik dit dan doen? Of nog een stapje moeilijker: Ik wil koffie zetten/ pannenkoeken bakken, hoe moet ik dit dan doen? 6-7 jaar. 7. Vragen om informatie - Het kind kan relevante vragen stellen. - Het kind kan een vraag stellen om tot een gewenst antwoord te komen. Transparant oefening. De therapeut en het kind bekijken een plaat. Eerst zal de therapeut vragen stellen bij de plaat. Dan lokt de therapeut het kind uit om een vraag te stellen. Vragen stellen met wat en waar, andere vraagwoorden komen later pas. Spel Wie is het?, praatplaten, prentenboeken, rollenspellen. 3 4 jaar. 8

10 8. Vragen om actie Het kind kan een vraag stellen om de ander tot handelen aan het zetten. Kleurplaat en stiften / kleurpotloden. De therapeut en het kind mogen om beurten een voorwerp op de kleurplaat inkleuren, de ander beheert de stiften/ potloden. De therapeut begint met het stellen van de vraag: Wil je mij het groene potlood geven? Daarna wordt gewisseld en mag het kind de vraag stellen en kleuren. N.v.t. - Situaties schetsen zoals: Kees kan zijn veters nog niet strikken, wat vraagt hij aan de juf? - Transparantblad: Wil je de hark even in de schuur zetten? - Poppenhuis, rollenspel: mama is erg druk vandaag; ze vraagt de andere poppen om hulp: Wil jij even koffie zetten? (eventueel met actie-kaartjes van b.v. boodschappen doen / stofzuigen / enz.) 4-5 jaar. 9. Praten over wat anderen doen Het kind kan begrijpelijk verwoorden wat anderen doen. Vertelplaat. Het kind vertelt bij een vertelplaat wat anderen doen. Dit kan gestimuleerd worden door wie, wat en waar vragen te 9

11 stellen. Vaak komt dit item veelvuldig in de logopedische behandeling voor om bijvoorbeeld de zinsbouw te oefenen, maar is het doel niet pragmatisch. Logische reeks, babbelspel, uitbeelden. 4 jaar. 10. vragen naar wens Het kind kan vragen naar de wens van de luisteraar. Speelgoed winkeltje. De therapeut speelt een klant en het kind is de winkelier. Het kind vraagt wat wil je kopen? Eventueel kan de therapeut eerst winkelier spelen en zo voordoen wat de bedoeling is. N.v.t. Restaurant. 3-4 jaar. 11.Verklaring geven Het kind kan de gevolgen van een gebeurtenis onder woorden brengen. Oorzaak/gevolgkaarten. 10

12 De therapeut stelt het kind waarom en hoe vragen om het te stimuleren. Het kind moet gestimuleerd worden een goede, complete zin te formuleren. Logische reeks, vertelplaat. 5 jaar. 12. Onderhandelen Het kind kan onderhandelen waarbij beide partijen tevreden zijn. 2 playmobilpoppetjes. Om beurten vertellen waarom het ene poppetje wel en het andere poppetje niet gewenst is, om zo tot een besluit te komen. Uiteindelijk moeten beide partijen met het besluit instemmen. N.v.t. Bv. 2 autootjes, 2 pennen, 2 knuffels, 2 boeken en ander 3Dmateriaal. 5 jaar. 11

13 Conversatievaardigheden 1. Herhaling bij onduidelijkheid; deel 1 Het kind kan een herhaling geven van hetgeen net gezegd is. N.v.t. De therapeut zegt dat ze het niet gehoord heeft bijvoorbeeld omdat ze even niet oplette of omdat ze slecht hoort.. De therapeut zegt: Sorry, ik heb het niet goed gehoord, wil je het nog eens zeggen? n.v.t. 3- tot 4 jaar Herhaling bij onduidelijkheid; deel 2 Het kind kan zichzelf verduidelijken wanneer het niet wordt begrepen. Colour Cards What s Wrong? De therapeut geeft het kind een Colour Card.. Het kind vertelt wat er verkeerd is op de foto. De therapeut geeft aan dat ze het niet begrijpt. Er wordt afgesproken dat de kaart niet door de ander mag worden gezien. Eventueel een scheidingsscherm op tafel zetten. Topoprimo, Varimages (logische reeksen met verwisselbare stukjes die in de vertelplaten passen). 3-4 jaar. 12

14 2. Gericht vragen om aandacht Het kind kan bij een hulpvraag gericht aandacht vragen aan één persoon. Een potlood zonder punt. Het kind moet iets tekenen of kleuren en krijgt een potlood zonder punt. De therapeut geeft een voorbeeld van wat er gevraagd kan worden om de aandacht te krijgen. Daarna het kind erop wijzen dat het aandacht moet vragen. Uitleggen wat het belang van het vragen om aandacht is. N.v.t. Kapot speelgoed, geen pen geven als het kind iets moet schrijven of tekenen. Vanaf 2 jaar 3. Reden geven m.b.t. een waardeoordeel Het kind kan een reden voor zijn mening geven.. Verschillende materialen waarbij telkens een keuze is uit 2. Bijv. Mooie schelpen, knopen, steentjes. De therapeut zegt: We maken ieder een tentoonstelling met mooie spulletjes. Kies maar welke knoop/steen/schelp jij het mooist vindt. Na de keuze vraagt de therapeut: Waarom vind je die het mooist? 13

15 3 dimensioneel materiaal heeft het meest gewenste effect. Een verkeerskleed met telkens keuze uit 2 auto s, huizen, vrachtauto s enz. 5-6 jaar. 4. Betekenis voorafgaande zinnen Het kind kan zinnen maken waarbij een logisch verband is met de voorafgaande zinnen. Logische reeksen. De reeks wordt samen met het kind neergelegd. De therapeut vertelt de inleiding bv. de wie, wat en waar aspecten en laat het kind het afmaken. Meerdere zinnen kunnen maken die op elkaar aansluiten. Gesprekken buiten het hier-en-nu. 6-7 jaar. 5. Rekening houden met de voorkennis van de luisteraar Het kind kan bij het vertellen rekening houden met de voorkennis van de luisteraar. Foto s/afbeeldingen van een peuter, een kind van 6-7 jaar en een volwassene. Daarnaast een grote vertelplaat van bijvoorbeeld Bas in de speelgoedwinkel. 14

16 De therapeut legt eerst uit dat er tegen mensen verschillend wordt gesproken; tegen een jong kind wordt er op een andere manier gesproken dan tegen een volwassene. De therapeut geeft daarbij voorbeelden en stelt de vraag Tegen wie zou ik dit kunnen zeggen? Het kind moet dan de juiste afbeelding aanwijzen. Vervolgens vertelt het kind dingen over de vertelplaat waarbij de therapeut moet raden wie het gezegd heeft. Bv. Kijk eens, mooie pop!, Oh, dat is vet! Een bestuurbare auto!, Als ik heel goed mijn best doe met zwemles, mag ik dan zo n vlieger? De therapeut moet uitleggen dat mensen het soms niet kunnen begrijpen als het kind zich niet voldoende aanpast; Ouderen weten misschien niet wat vet betekent en kleine kinderen begrijpen het niet als er te veel moeilijke woorden worden gebruikt. Probeer dit terug te koppelen naar de familiesituatie van het kind. De therapeut kan ook uitleggen dat niet alleen de leeftijd van mensen belangrijk is om rekening mee te houden maar ook hoe bekend diegene is. Bv. Het kind kan tegen moeder zeggen Nog maar twee nachtjes slapen mama! en moeder weet wat het kind bedoelt. Tegen een mevrouw in de winkel moet het eerst uitgelegd worden; Over twee nachtjes ben ik jarig en dan word ik 7 jaar, daarom mag ik nu een cadeau uitkiezen. Dit kan ook weer middels een vertelplaat worden geoefend, maar ook in een rollenspel tijdens winkeltje spelen. De therapeut kan tijdens spontane gesprekken inhaken op onduidelijkheden die ontstaan doordat het kind informatie weglaat. Zo kan de therapeut het kind laten blijken dat bepaalde personen voor het kind bekend zijn maar niet voor de therapeut. Het kind moet dan duidelijk vertellen om wie het gaat. De therapeut kan dan zelf een voorbeeld geven; Esther belde mij deze week nog om te vragen of we samen naar het feestje konden gaan. 6-7 jaar. 15

17 6. Praten buiten het hier-en-nu Het kind kan praten over situaties / dingen die op dat moment niet aanwezig zijn binnen de therapiesessie. N.v.t Praten over dingen die het kind bezig houden. Bv. Hoe ziet de slaapkamer van het kind eruit. Waar gaat het kind naar toe op vakantie. N.v.t. Babbelspel (aangepast aan de leeftijd van het kind), door veel open en gesloten vragen te stellen, zoveel mogelijk situaties koppelen aan het leven van het kind, logische reeksen. 3-4 jaar. 7. Beurtwisseling Het kind kan deelnemen aan korte dialogen, afwisselend luisteren en reageren als spreker en op die manier informatie uitwisselen. Winkeltje. Eerst één op één oefenen middels winkeltje spelen. Mocht het kind niet op zijn beurt wachten en door de ander heen praten, dan kan het kind er op dat moment op gewezen worden. Er kunnen ook afspraken gemaakt worden betreffende de beurtwisseling. Vervolgens kan de beurtwisseling in de gezinssituatie of klassensituatie toegepast worden. 16

18 Bespreken wat het belang van beurtwisseling is en het kind bewust maken van eventuele fouten. Telefoonspelletjes, poppenkast, handpoppen, in een groepssituatie, poppenhuis, rollenspel. 2-3 jaar. 8. Openen van contact Het kind kan initiatief nemen om contact te openen. Winkeltje Het is belangrijk eerst het groeten te leren. Vervolgens het openen van een gesprek. Tijdens het winkelspel vermijdt de therapeut oogcontact. Het kind zal zelf initiatief moeten nemen om het contact te openen. Door van rol te wisselen wordt het goede voorbeeld gegeven en kunnen variaties van initiatief nemen voorgedaan worden. Het is belangrijk om het belang van groeten uit te leggen. Bij het komen altijd verbaal groeten. Geef het kind de gelegenheid initiatief te nemen om het contact te openen. Zo nodig het kind vragen zelf verbaal te openen. Het kind blijven stimuleren om zelf initiatief te nemen. Geen enkel initiatief van het kind onbeloond laten. Hand- en vingerpoppen, poppenkast, rollenspel, de opdracht geven om de volgende keer het contact te openen. 2 3 jaar. 17

19 9. Beëindigen van contact Het kind kan contact met anderen beëindigen door afscheid te nemen of te groeten. Winkeltje Bij het afscheid nemen tijdens het winkelspel het beëindigen van het contact stimuleren / uitlokken door zelf het goede voorbeeld te geven. Uiteindelijk kan het kind dit spontaan. Varianten van het geen je kan zeggen tijdens het beëindigen van het contact aanbieden. Uitleggen wat het belang van het beëindigen van het contact is. Het kind erop wijzen en/of vragen het contact te beëindigen. Indien nodig dit voor doen. Bij het gaan altijd het verbaal beëindigen van het contact stimuleren. Telefoneren, poppenhuis / poppenkast, het beëindigen van het contact na afloop van de behandeling. 9 mnd. - 2 jaar. 18

20 Verhaalopbouw 1. Oriëntatie binnen een verhaal in het algemeen wordt onderverdeeld in oriëntatie van persoon, plaats en tijd. Om deze reden zal deze subcategorie niet worden uitgewerkt. 2. Oriëntatie van persoon Het kind kan aangeven over welke hoofdpersoon het verhaaltje gaat. Een logische reeks en als ondersteuning de pictogram met wie. De therapeut en het kind leggen samen de reeks neer en de therapeut stelt de vraag: Over wie gaat dit verhaal? Dit combineren met de pictogrammen wat en waar. Vertellen buiten het hier-en-nu met de opdracht: begin het verhaal met wie, wat en waar. 5-6 jaar. 3. Oriëntatie van plaats Het kind kan aangeven op welke plaats het verhaal zich afspeelt. Een logische reeks en als ondersteuning de pictogram met waar. De therapeut en het kind leggen samen de reeks neer en de therapeut vraagt het kind: Waar is xxx?/ Waar zijn xxx?. Dit combineren met de pictogrammen wie en wat. Vertellen buiten het hier-en-nu met de opdracht: begin het verhaal met wie, wat en waar. 19

21 5-6 jaar. 4. Oriëntatie van tijd Het kind kan het tijdstip aangeven waarop de gebeurtenis plaatsvindt. - Een logische reeks waarin een tijdstip te herleiden is. Bv.: s morgens, s middags, s avonds, lente, zomer, herfst, winter, voor het eten, na het eten etc. - Het pictogram wanneer. De therapeut en het kind leggen samen de reeks neer en de therapeut vraagt het kind: wanneer was dat?. Dit combineren met de pictogrammen wie, wat en waar. Het is belangrijk dat deze vragen eerst worden gesteld. Vertellen buiten-het-hier-en-nu waarbij wie, wat, waar, wanneer aan bod komen. Ook moet de ondersteuning van de pictogrammen aanwezig zijn. 6-7 jaar. 5. Structuur Het kind kan een verhaal in een logische volgorde vertellen. Logische reeksen. Er wordt een logische reeks van 5 plaatjes aangeboden. 20

22 Het kind zoekt zelf de logische volgorde. De therapeut kan de plaatjes niet zien en nodigt het kind uit zo volledig mogelijk te vertellen. (eventueel vertelt de therapeut het verhaal van het kind na.) Zoek logische reeksen uit waar een duidelijke opbouw in zit. Opklimmende moeilijkheidsgraad: -visuele ondersteuning, -een kort verhaal alleen auditief aangeboden, -laten vertellen over eigen gebeurtenissen (eventueel vooraf aan de ouders vragen om recente gebeurtenissen op te schrijven zodat het verhaal makkelijker te structureren is voor de therapeut). 5-6 jaar. 6. Kern Het kind kan de kern van een verhaal duidelijk weergeven. Logische reeksen. Dit wordt geoefend aansluitend aan de structuur (zie hiervoor). De therapeut vraagt wat volgens het kind het belangrijkste is van het verhaal en laat het kind kiezen uit twee mogelijkheden, bijvoorbeeld: Jan is gevallen met zijn fiets of Jan had een blauwe jas aan. Kies een duidelijk verhaal. Houdt er rekening mee dat voor het kind iets anders belangrijk kan zijn dan voor een volwassene. Als het kind zonder problemen de goede keuze kan maken, 21

23 kan het eventueel zelf aangeven wat de kern van het verhaal is. 6-7 jaar. 7. Eindresultaat Het kind kan vertellen hoe het verhaal afloopt. Logische reeks en de pictogram waarom/hoe. Leg i.p.v. het laatste plaatje een vraagteken. Het kind bedenkt zelf de afloop van het verhaal. Het is zinvol om het verhaal eerst volledig te vertellen. N.v.t. 6 7 jaar. 8. Afronding Het kind kan aangeven dat het verhaal is afgelopen. Logische reeksen. Er wordt een logische reeks van 5 plaatjes aangeboden. Het kind zoekt de logische volgorde. De therapeut kan de plaatjes niet zien en nodigt het kind uit zo volledig mogelijk te vertellen. (eventueel vertelt de therapeut het verhaal van het kind na.) Vraag echter van tevoren het kind aan te geven wanneer het verhaal is afgelopen en wanneer jij kunt beginnen. Niet ieder verhaal behoeft een expliciete afronding. 22

24 N.v.t. Onbekend. 9. Causaal verband Het kind kan een oorzakelijk verband uitleggen. - What s wrong?, - Pictogram waarom/hoe. De therapeut vraagt het kind bij de plaatjes uit te leggen wat er verkeerd is en waarom. Het kind moet gestimuleerd worden een goede, complete zin te formuleren. Dit kan eventueel d.m.v. een aanvulzin; Dit is niet goed, omdat Het kind moet in eerste instantie noemen wat er fout is en niet meteen hoe het zou moeten. Logische reeks, why / because. 4-5 jaar. 10. Referentie Het kind kan verwijzen naar een ander woord uit het verhaal. Color Cards Basic sequences. Het kind krijgt het eerste en het laatste kaartje en vertelt erover. 23

25 Bijvoorbeeld: De jongen klimt Hij is op het klimrek geklommen. Het kind moet de goede referent gebruiken. Transparant, kopieerboek taalspelletjes. 5-6 jaar. 11. Conjuncties Het kind kan zinnen verbinden d.m.v. de voegwoorden en, maar, wat, omdat, doordat, als dan, nadat, dus enz. Transparant. Volg de werkwijze van de transparantbladen. N.v.t. What s wrong?, logische reeksen. 4-5 jaar. 24

26 Bijlage: pictogrammen wie? waar? wanneer? 25

27 wat? hoe? waarom? 26

28 Literatuurlijst Baker, A.E., Blankenstijn C.J.K. & Roelofs, M. (1999).Taalontwikkeling: de pragmatische ontwikkeling. Handboek Stem- Spraak- Taalpathologie, Hoofdstuk A7.4.1, Aflevering 8. Embrechts, A., Mugge, A. & Bon, W. van (2005). Nijmeegse Pragmatiek Test Handleiding. Amsterdam, Pearson Assesment and Information B.V. Jansonius, K. & Roelofs, M.(2006) Pragmatiek, pragmatische ontwikkeling en pragmatische stoornissen bij kinderen. Reader bij de Post-HBO cursus Inzicht in pragmatische problemen. Roth, F & Spekman, N. (1984). Assessing the pragmatic abilities of children: Part I. Organizational framework and assessment parameters. Journal of Speech and Hearing Disorders, 49:

Doe mee met Schildpad en Aap

Doe mee met Schildpad en Aap Het verhalen oefenboek Symposium Vertel Vaardig! 28 november 2015 Agenda Ontstaan Verhalen oefenboek Narratieve vaardigheden Statistische onderbouwing Informatie Vragen www.verhalenoefenboek.nl Agenda

Nadere informatie

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com Samenvatting: Bij dit boek zijn een aantal downloads beschikbaar. Liesbet Slegers heeft deze speciaal getekend als aanvullend educatief materiaal. Het doel van de download ballon is verhaalbegrip en woordenschat

Nadere informatie

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com Samenvatting: Bij dit boek zijn een aantal downloads beschikbaar. Liesbet Slegers heeft deze speciaal getekend als aanvullend educatief materiaal. Het doel van de download ballon is verhaalbegrip en woordenschat

Nadere informatie

Luisteren en samenvatten

Luisteren en samenvatten Luisteren en samenvatten Goede communicatie, het voeren van een goed gesprek valt of staat met luisteren. Vaak denk je: Dat doe ik van nature. Maar schijn bedriegt: luisteren is meer dan horen. Vaak luister

Nadere informatie

Aanvulling Woordenschat NT2

Aanvulling Woordenschat NT2 Aanvulling Woordenschat NT2 Woordenschat Kinderen die net beginnen met Nederlands leren, moeten meteen aan de slag met het leren van woorden. Een Nederlandstalig kind begrijpt in groep 1 minimaal 2000

Nadere informatie

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen. Bijlage 11 Voorbeeld informatie VHT: Bouwstenen voor geslaagd contact Informatie Video - hometraining Belangrijke begrippen initiatieven herkennen volgen ontvangstbevestiging beurt verdelen leidinggeven

Nadere informatie

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

Kern 3: doos-poes-koek-ijs Kern 3: doos-poes-koek-ijs In deze kern leert uw kind: Letters: d - oe - k - ij z Woorden: doos, poes, koek, ijs, zeep Herhaling van de letters van kern 1 en 2 Deze nieuwe woorden en letters worden aangeboden

Nadere informatie

Handleiding basiswoordenschat.

Handleiding basiswoordenschat. basiswoordenschat. Inleiding. In de basismodule wordt een basis van ongeveer 80 woorden gelegd. Deze woorden worden aangeboden om de woordenschat, maar ook om de communicatieve vaardigheden van de cursist

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN

CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN Binnen de Taallijn staat de deskundigheidsbevordering van (toekomstige) leidsters centraal. De nadruk in de scholing ligt dan ook

Nadere informatie

Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4

Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4 bas Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4 In deze lesbrief staan een aantal ideeën die u na de voorstelling met de kinderen kunt doen. U krijgt deze lesbrief voorafgaand

Nadere informatie

ER KOMT EEN VRIENDJE BIJ AAPJE PIPPO

ER KOMT EEN VRIENDJE BIJ AAPJE PIPPO GEN SAMEN DOE THEMA: DIN N s Speelbrief Speelbrief - Januari 2017 - p1 JANUARI 2017 Als kinderen elkaar op straat of in de speeltuin tegenkomen, gaan ze vaak meteen naar elkaar toe. Om contact te krijgen,

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

Leerlijn Samenwerken SingaporeNext

Leerlijn Samenwerken SingaporeNext Leerlijn Samenwerken SingaporeNext Groep 1-2 Groep 3-4-5 Groep 6-7-8 1. Luisteren naar elkaar Elkaar aankijken tijdens het praten. Oogcontact maken. In mimiek en lichaamstaal je luisterende houding laten

Nadere informatie

taal portfolio Checklist B1

taal portfolio Checklist B1 taal portfolio Checklist B1 Inhoud bladzijde 3 bladzijde 4 Vul eerst je naam in Checklist Zo gebruik je deze checklist Je kunt deze checklist op de computer invullen en daarna printen. Je kunt ook de checklist

Nadere informatie

heeft praatjes Gespreksvaardigheden en doelen bij Ko heeft praatjes en mondelinge taalvaardigheid bij Veilig leren lezen (uitgebreid schema)

heeft praatjes Gespreksvaardigheden en doelen bij Ko heeft praatjes en mondelinge taalvaardigheid bij Veilig leren lezen (uitgebreid schema) Zwijsen heeft praatjes bij en mondelinge taalvaardigheid bij (uitgebreid schema) In dit document vindt u het schema bij en mondelinge taalvaardigheid bij. In dit schema is uitgewerkt welke doelen bij de

Nadere informatie

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Zwijsen Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting Inhoud Inleiding 3 Materialen 3 Voor het eerst naar school 4 Doelstelling 4 Opbouw prentenboek en plakboek 4 Werkwijze 5 Ouders 5 2 Inleiding Voor

Nadere informatie

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Blok 3 Blok 3: We hebben oor voor elkaar Blok 3: Algemeen: In dit blok stimuleren we de kinderen om oor voor elkaar te hebben. De lessen gaan over communicatie, over praten

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben.

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. INHOUD Inleiding 8 DEEL 1 13 Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. Les 2 - Wie is het? 19 A1 - Ik kan de persoonsnamen gebruiken.

Nadere informatie

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4 Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Leerlingen raken vertrouwd met het presenteren voor een groep Leerlingen raken vertrouwd

Nadere informatie

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de

Nadere informatie

BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8

BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8 Zoals u wellicht weet wordt er ieder jaar in oktober de KINDERBOEKENWEEK georganiseerd. Op de meeste scholen worden er dan ook Voorleeswedstrijden gehouden, en gaat de aandacht speciaal uit naar de PROMOTIE

Nadere informatie

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6 We gaan een werkstuk maken en je mag het helemaal zelf doen. Het is helemaal jouw eigen werkstuk. Maar om je even goed op weg te helpen hebben we hieronder alle stapjes even op een rij gezet. Wat moet

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding Checklist Presentatie geven 2F - handleiding Inleiding De checklist Presentatie geven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een presentatie moeten kunnen geven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK

TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK TOETSTAAK 3: MIJN ZOON IS ZIEK Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm beheersen: de cursist kan een instructie geven aan een bekende taalgebruiker. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: gezondheidsvoorzieningen.

Nadere informatie

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015. Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015. Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015 Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-stap 1 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20

Nadere informatie

LESBRIEF. Kaatje is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com

LESBRIEF. Kaatje is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar www.clavisbooks.com Samenvatting:! Voor alle kinderen van de klas heeft Kaatje iets lekkers meegebracht. Lust jij ook iets? Een fijn verhaal waarin een vrolijke Kaatje op school haar verjaardag viert. Bij dit boek zijn een

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind?

Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Ga op ooghoogte met je kind zitten Door op ooghoogte te gaan zitten tijdens

Nadere informatie

voor Maatschappelijk Werkers en Ouderconsulenten

voor Maatschappelijk Werkers en Ouderconsulenten voor Maatschappelijk Werkers en Ouderconsulenten Maatschappelijk werkers en ouderconsulenten kunnen aan de hand van TOLK praten met je kind!: Ouders bewust maken van het belang van veel praten. Ouders

Nadere informatie

Rol van de leerkracht

Rol van de leerkracht Rol van de leerkracht Beweging Doormiddel van interessante vragen oriënteer je samen met de leerlingen op het onderwerp van de les. Samen met de leerlingen bekijk je wat er zou gebeuren tijdens de les.

Nadere informatie

toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes)

toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes) 1 Omgaan met en uiten van eigen gevoelens en ervaringen toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes) laat non-verbaal zien dat hij/zij iets niet wil (bijv. slaat fles weg, draait hoofd als

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) week 11-12 maart 2012 - hardop-denktekst schrijven B Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet.

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

BASISPLAN, PROCESFASENFORMULIER & OBSERVATIEFORMULIER BEELDENDE VORMING. Bloeiende bloemen. Lesvoorbereiding beeldende vorming

BASISPLAN, PROCESFASENFORMULIER & OBSERVATIEFORMULIER BEELDENDE VORMING. Bloeiende bloemen. Lesvoorbereiding beeldende vorming Bloeiende bloemen Lesvoorbereiding beeldende vorming Carlijn Luttikhuizen PEH16DA Basisplan : Les: Groep: Bron/Methode: Datum: Betekenis Wat zijn de inhouden en associatiemogelijkheden? Vorm Met behulp

Nadere informatie

Les 1: Kennismaking met fysieke beperkingen

Les 1: Kennismaking met fysieke beperkingen Lessenreeks Kinderen met een fysieke handicap 1 Les 1: Kennismaking met fysieke beperkingen Lesdoelstellingen: Doelstelling 1: De leerlingen kunnen verwoorden wat ze met hun lichaamsdelen kunnen. Doelstelling

Nadere informatie

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens. Tuin van Heden 1 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

Bijlage Stoere Schildpadden

Bijlage Stoere Schildpadden Bijlage Stoere Schildpadden Deze bijlage hoort bij de beschrijving van de interventie Stoere Schildpadden, zoals die is opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies. Meer informatie: www.nji.nl/jeugdinterventies

Nadere informatie

maken de kinderen vogelnestjes die zij in de dierenhoek kunnen gebruiken.

maken de kinderen vogelnestjes die zij in de dierenhoek kunnen gebruiken. 14. Vogelnestjes Tijdens deze activiteit: maken de kinderen vogelnestjes die zij in de dierenhoek kunnen gebruiken. Rekenen Getallen Groep 1 Groep 2 Omgaan met de telrij Telt akoestisch heen en terug t/m

Nadere informatie

ADHD en lessen sociale competentie

ADHD en lessen sociale competentie ADHD en lessen sociale competentie Geeft u lessen sociale competentie én heeft u een of meer kinderen met ADHD in de klas, dan kunt u hier lezen waar deze leerlingen tegen aan kunnen lopen en hoe u hier

Nadere informatie

TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT

TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT TOETSTAAK 4: IK BEN IETS KWIJT Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 2 beheersen: de cursist kan een uitnodiging, een voorstel en een oproep verwoorden en erop reageren. Verwerkingsniveau: beschrijvend.

Nadere informatie

Communiceren kun je leren?!

Communiceren kun je leren?! Communiceren kun je leren?! Communicatie; wat is goed communiceren? En hoe leer je goed communiceren? Wat is communicatie nu eigenlijk? Communiceren is niet voor iedereen zo vanzelfsprekend. Communicatie:

Nadere informatie

Informatieboekje (voor)lezen

Informatieboekje (voor)lezen Informatieboekje (voor)lezen Welkom op basisschool Het Mozaïek Algemeen Uw kind is in een ontwikkelingsfase gekomen waarbij hij/zij met regelmaat in contact komt te staan met andere kinderen / volwassenen.

Nadere informatie

Wie praat wanneer met het kind? Methodisch Kind- Interview. Afstemming noodzakelijk. Voorwerk! Methodisch kind-interview.

Wie praat wanneer met het kind? Methodisch Kind- Interview. Afstemming noodzakelijk. Voorwerk! Methodisch kind-interview. Wie praat wanneer met het kind? Methodisch Kind- Interview Aafke Scharloo & Irene Martens Voorwerk! Afstemming noodzakelijk - Afstemming politie - Informatie verzamelen - Via de ouder/ begeleider het kind

Nadere informatie

REKENEN MET AFLATOUN HOEVEEL MUNTJES? (15 MINUTEN) MUNTJES!! (15 MINUTEN) MEL & JOL OP DE MARKT (30 MINUTEN) VAN GROOT NAAR KLEIN (15 MINUTEN)

REKENEN MET AFLATOUN HOEVEEL MUNTJES? (15 MINUTEN) MUNTJES!! (15 MINUTEN) MEL & JOL OP DE MARKT (30 MINUTEN) VAN GROOT NAAR KLEIN (15 MINUTEN) REKENEN MET AFLATOUN De leerlingen ontdekken dat er verschillende soorten munten zijn. Ze leren dat bepaalde voorwerpen verschillende waarden kunnen hebben. Ze leren sorteren op grootte, kleur en materiaal.

Nadere informatie

Lesopdracht. Benodigdheden (ochtend) Leerdoelen voor de kinderen. Lesinhoud. Verteltafel rondom het prentenboek Rupsje nooit genoeg

Lesopdracht. Benodigdheden (ochtend) Leerdoelen voor de kinderen. Lesinhoud. Verteltafel rondom het prentenboek Rupsje nooit genoeg Lesopdracht Verteltafel rondom het prentenboek Rupsje nooit genoeg Benodigdheden (ochtend) -Prentenboek: Rupsje nooit genoeg Eric Carle -Groot vel papier -Zwarte markeerstift -Diverse papiersoorten: karton,

Nadere informatie

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Je gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in een

Nadere informatie

PeerEducatie Handboek voor Peers

PeerEducatie Handboek voor Peers PeerEducatie Handboek voor Peers Handboek voor Peers 1 Colofon PeerEducatie Handboek voor Peers december 2007 Work-Wise Dit is een uitgave van: Work-Wise info@work-wise.nl www.work-wise.nl Contactpersoon:

Nadere informatie

De Roeihaal; hoe vertaal ik het

De Roeihaal; hoe vertaal ik het De Roeihaal De Roeihaal; hoe vertaal ik het 1. Welkom, voorstellen, doel 2. Feedback geven en ontvangen, theorie 3. Werken in 2-tallen : roeier + coach, ervaren coach = begeleider a. Instructie op de ergometer

Nadere informatie

Spellen bij kern 3 Spel 1: Schrijven op je rug Spel 2: Winkeltje spelen Spel 3: Lezen voor het slapen gaan Spel 4: Blijven voorlezen

Spellen bij kern 3 Spel 1: Schrijven op je rug Spel 2: Winkeltje spelen Spel 3: Lezen voor het slapen gaan Spel 4: Blijven voorlezen Spellen bij kern 3 Spel 1: Schrijven op je rug Kinderen hebben in kern 1, 2 en 3 al veel woorden geleerd. Het is een leuk spel om de letters van die woorden op de rug van uw kind te schrijven en het kind

Nadere informatie

Jongerenverwerking Franciscus Spreekt (duur: 60 minuten)

Jongerenverwerking Franciscus Spreekt (duur: 60 minuten) Jongerenverwerking Franciscus Spreekt (duur: 60 minuten) Doelstellingen De deelnemers kunnen de leefwijze van Franciscus vergelijken met hun eigen leefwereld. De deelnemers hebben handvaten om zelf in

Nadere informatie

Mijn digitale leesrugzak

Mijn digitale leesrugzak Het hele schooljaar heb ik hard gewerkt op school. Een heerlijke lange zomervakantie heb ik zeker verdiend. Ik ben een lezer geworden en wil een lezer blijven. In mijn digitale leesrugzak zitten heel veel

Nadere informatie

Een spreekbeurt houden

Een spreekbeurt houden Een spreekbeurt houden Groep 4 gaat voor het eerst een spreekbeurt voorbereiden en houden. Moeilijk? Eng?We hebben nu al een beetje geoefend met een boekbespreking, maar voor veel kinderen is praten met

Nadere informatie

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL

werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL werkbladen thema 7 DE BASISSCHOOL 7.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 2 3 Badria vindt Nederlands moeilijk. De juf komt op huisbezoek.

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling 0 1;6 2 2;6 3 3,6 4 4;6 1. Praat in één-woordzinnen ( bal? betekent bijvoorbeeld: ik wil de bal hebben). 2. Kent de betekenis van ongeveer 70 3. Kan woorden

Nadere informatie

Woordenkennis In Huis. Kaartenparen om het oefenen en het versterken van de woordenschat zowel receptief alsook productief. Bestelnummer 814 00

Woordenkennis In Huis. Kaartenparen om het oefenen en het versterken van de woordenschat zowel receptief alsook productief. Bestelnummer 814 00 Woordenkennis In Huis Kaartenparen om het oefenen en het versterken van de woordenschat zowel receptief alsook productief. Bestelnummer 814 00 K2-Publisher B.V. Prins Hendrikstraat 37 NL-2411 CS Bodegraven

Nadere informatie

Spelen met letters. Groep 3

Spelen met letters. Groep 3 Spelen met letters Groep 3 Inhoud Suggesties bij de boeken... 3 Het letterwinkeltje... 4 Introductie van de vertelling... 4 Verwerkingssuggesties... 5 Wat staat daar?... 6 Introductie van de vertelling...

Nadere informatie

TOETSTAAK 10: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR

TOETSTAAK 10: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR TOETSTAAK 0: DE AFSPRAAK GAAT NIET DOOR Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 4 beheersen: de cursist kan een afspraak maken en afzeggen. Verwerkingsniveau: beschrijvend. Context: contacten met

Nadere informatie

ACTIVITEIT. Tuinkers in een eierdop

ACTIVITEIT. Tuinkers in een eierdop THEMA: BUITEN IN DE NATUUR s Speelbrief APRIL 2016 In PIPPO april zaait aapje Pippo radijsjes in zijn moestuin, kopen Beertje Bruin en Papa Beer een bos bloemen voor Mama Beer, zoekt Muisje Meisje met

Nadere informatie

De meeste jonge kinderen zijn dol op dieren en willen heel graag een eigen huisdier

De meeste jonge kinderen zijn dol op dieren en willen heel graag een eigen huisdier Marlies Huijzer verzorging wat wil jouw dier? De meeste jonge kinderen zijn dol op dieren en willen heel graag een eigen huisdier om te vertroetelen. Ze denken niet zo na over wat een dier zelf leuk vindt

Nadere informatie

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar

ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND Leeftijd vanaf 4 jaar Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Toch is er heel wat voor nodig voordat uw kind goed praat. Soms gaat het niet zo vlot met

Nadere informatie

Als praten niet vanzelf gaat

Als praten niet vanzelf gaat Libra R&A locatie AC Eindhoven Als praten niet vanzelf gaat Niet alle kinderen leren vanzelf goed praten. Daar kunnen verschillende oorzaken voor zijn. In deze folder leest u waar u op moet letten en wat

Nadere informatie

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

In je kracht. Werkboek voor deelnemers In je kracht Werkboek voor deelnemers Uitleg Mijn toekomst! Benodigdheden: Werkblad Mijn toekomst! (je kunt het Werkblad meegeven om thuis na te lezen, maar dit is niet noodzakelijk) Voor iedere deelnemers

Nadere informatie

Een spreekbeurt houden

Een spreekbeurt houden Een spreekbeurt houden Groep 4 gaat voor het eerst een spreekbeurt voorbereiden en houden. Moeilijk? Eng? Voor veel kinderen is praten met de groep als publiek wel lastig. De een maakt zich er drukker

Nadere informatie

Hoe gaat het in groep 1/2 b

Hoe gaat het in groep 1/2 b Hoe gaat het in groep 1/2 b Binnenkomst: - Als je op school komt hang je je jas op je eigen haakje onder je tent. Je tas zet je op de plank. - In de klas geef je de juf een hand en je pakt een spelletje

Nadere informatie

Inleiding. Drie taalvormen

Inleiding. Drie taalvormen Inleiding Uw kind gaat binnenkort naar of zit inmiddels op de basisschool. Vaak horen wij van ouders: Tja, mijn kind zit nu in groep 1 of 2. Het stempelt daar met letters en het bekijkt en luistert naar

Nadere informatie

- Je spreekt leerlingen aan op ongewenst gedrag. Je geeft af en toe positieve feedback.

- Je spreekt leerlingen aan op ongewenst gedrag. Je geeft af en toe positieve feedback. Evaluatieformulier Lerarenopleiding (talen, exact, sociale vakken) Versie schoolcontactpersoon Student: Aldert Kasimier Schoolcontactpersoon: C. Vidon Opleiding: Geschiedenis Stageschool: Zernike Datum:

Nadere informatie

Inhoud van de voorstelling Boek uit je hoofd

Inhoud van de voorstelling Boek uit je hoofd Lesbrief Boek uit je hoofd. Theatergroep koeterwaals Vooraf In deze lesbrief staan een aantal ideeën die u na de voorstelling met de kinderen kunt doen. U krijgt deze lesbrief voorafgaand aan de voorstelling

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet. Het voordoen (modelen) van het schrijven van

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. - Schrijf je op een juiste manier in meervoud. - Gebruik je hoofdletters op een

Nadere informatie

s Speelbrief ZO LEES IK PIPPO PIPPO-thema prentenboeken JULI 2017 Speelbrief - Juli p1

s Speelbrief ZO LEES IK PIPPO PIPPO-thema prentenboeken JULI 2017 Speelbrief - Juli p1 THEMA: OP VAKANTIE MET DE ALLERKLEINSTEN! s Speelbrief JULI 2017 Aapje Pippo gaat met de trein op reis. Bruintje Beer en peuter Max spelen aan de waterkant en nijntje logeert bij haar opa en oma. Allemaal

Nadere informatie

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: > Categorieën De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën: 1 > Poten, vleugels, vinnen 2 > Leren en werken 3 > Aarde, water,

Nadere informatie

Video-hometraining. Informatie voor ouders

Video-hometraining. Informatie voor ouders Video-hometraining Informatie voor ouders Video-hometraining In het omgaan met kinderen komen we dagelijks grote en kleine problemen tegen. Bijvoorbeeld omdat kinderen moeilijk gerdag laten zien of problemen

Nadere informatie

Communiceren met kinderen: een andere benaderingswijze M.C. Franken en C. de Sonneville-Koedoot 1

Communiceren met kinderen: een andere benaderingswijze M.C. Franken en C. de Sonneville-Koedoot 1 Communiceren met kinderen: een andere benaderingswijze M.C. Franken en C. de Sonneville-Koedoot 1 Deel I: Het kind bevestigen Dit document bestaat uit twee delen. In dit eerste deel wordt uitgelegd hoe

Nadere informatie

TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG

TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG TOETSTAAK 9: HARD GEWERKT VANDAAG Vaardigheid: spreken. Doelstelling: eindterm 3 beheersen: de cursist kan zijn beleving (d.i. zijn wensen, noden en gevoelens) verwoorden en vragen naar de beleving van

Nadere informatie

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les: Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen "Welkom,." Introductiefase bij de eerste les: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie

Nadere informatie

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren TAAL IS LEUK Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren 1 Inhoudsopgave Pagina Besteed extra aandacht aan de taal van uw kind 4 Adviezen die u kunt toepassen tijdens een gesprekje met uw kind 5 Maak

Nadere informatie

LOPKE OVERZICHT ALGEMENE FICHES, VERHALEN EN ACTIVITEITENFICHES DERDE KLEUTERKLAS. ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs

LOPKE OVERZICHT ALGEMENE FICHES, VERHALEN EN ACTIVITEITENFICHES DERDE KLEUTERKLAS. ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs LOPKE OVERZICHT ALGEMENE FICHES, VERHALEN EN ACTIVITEITENFICHES DERDE KLEUTERKLAS ECEGO-Expertisecentrum voor Ervaringsgericht Onderwijs Overzicht algemene fiches Lopke 3 de kleuterklas: algemene fiche

Nadere informatie

Druk de A, B en C vragen op hetzelfde kleur papier af (v.b. op geel papier) Druk de P-vragen op een afwijkende kleur papier af en de D vragen ook.

Druk de A, B en C vragen op hetzelfde kleur papier af (v.b. op geel papier) Druk de P-vragen op een afwijkende kleur papier af en de D vragen ook. Praten over boeken Kaartjes van iden hambers Handleiding bij onderstaande kaartjes: llereerst treft u een aantal pagina s aan met kaartjes met vragen. Deze zijn per categorie ingedeeld. -vragen: Eerste

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Communicatie op de werkvloer

Communicatie op de werkvloer Communicatie op de werkvloer Voor een goede communicatie op de werkvloer is het noodzakelijk dat we letterlijk dezelfde taal spreken. Een goede kennis van het vakjargon is dan ook erg belangrijk. Net zo

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!! Hoe maak ik in groep 8 een werkstuk? Jij gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in

Nadere informatie

Instructieboek Koken. Voor de Mpower-coach

Instructieboek Koken. Voor de Mpower-coach Instructieboek Koken Voor de Mpower-coach juni 2014 Mpower-coach Instructieboek Versie 1.2014 blz. 2 Inhoud: Inhoudsopgave blz. 3 Mpower-coach blz. 5 Thema koken : blz. 7 Module 0: Beginnen met koken blz.

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Sinterklaas en Kerstmis. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Sinterklaas en Kerstmis. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Sinterklaas en Kerstmis wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Welk materiaal kun je het best gebruiken? Welk

Nadere informatie

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen Mondelinge taal 1 Spraak-taalontwikkeling Baby blauw maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) herhaalt geluidjes Dreumes brabbelt bij (eigen) spel oranje begint steeds meer

Nadere informatie

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Les 17 Zo zeg je dat (niet) Blok 3 We hebben oor voor elkaar les 17 Les 17 Zo zeg je dat (niet) Doel blok 3: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren belangrijke communicatieve vaardigheden, zoals verplaatsen in het gezichtspunt

Nadere informatie

1. Doel 2. Soorten gesprekken 3. Vormen 4. Afspraken en regels. Kringen en kringgesprekken

1. Doel 2. Soorten gesprekken 3. Vormen 4. Afspraken en regels. Kringen en kringgesprekken 1. Doel 2. Soorten gesprekken 3. Vormen 4. Afspraken en regels Kringen en kringgesprekken 1. Visie 1.1.je voor de ander openstellen 1.2.inclusief denken bevorderen; alle gespreksdeelnemers zijn gelijkwaardig

Nadere informatie

NAAM ORGANISATIE: KDV DE KNUFFEL ACTIVITEIT:

NAAM ORGANISATIE: KDV DE KNUFFEL ACTIVITEIT: ADRES: Kinderopvang Knuffel Machteld Versweyveld Columbiastraat 231 2030 Antwerpen NAAM ORGANISATIE: KDV DE KNUFFEL CONTACTGEGEVENS: 035413154 KDV.knuffel@stad.antwerpen.be ACTIVITEIT: TREFWOORDEN: VOORTDUREND

Nadere informatie

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN?

Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1. Inleiding. Hoe maakt u de TGN? Aanvullende informatie ter voorbereiding op de TGN A1 Inleiding Dit is informatie over de Toets Gesproken Nederlands (of TGN) 1. De TGN maakt deel uit van het inburgeringsexamen buitenland. Moet u de TGN

Nadere informatie

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie heet vragen stellen. We gaan

Nadere informatie

SPEELWIJZE EIGEN WIJSHEDEN SPEL - Bladzijde 1 / 6

SPEELWIJZE EIGEN WIJSHEDEN SPEL - Bladzijde 1 / 6 SPEELWIJZE EIGEN WIJSHEDEN SPEL - Bladzijde 1 / 6 SPEELWIJZE Eigen Wijsheden Spel Citaten zijn sinds mensenheugenis voor velen een inspiratiebron: het is de kunst om met weinig woorden veel te zeggen.

Nadere informatie

datum: 7 november 2013 aantal leerlingen: 22 tijd: 13:00-15:05 groep: 3

datum: 7 november 2013 aantal leerlingen: 22 tijd: 13:00-15:05 groep: 3 Lesvoorbereiding Onderbouw Circuitles Zakelijke gegevens naam student: Anouk Bluemink stageschool: RKS De Leer Hengelo (gld) Iselinge klas: VR2B mentor/mentrix: Ria Menting datum: 7 november 2013 aantal

Nadere informatie