les 21 blok 3 1 liter is 1000 milliliter. Waar gaat evenveel in? En waarin het meeste? Samen bespreken.

Transcriptie

1 110 les 21 C1 1 liter is milliliter. Waar gaat evenveel in? En waarin het meeste? Samen bespreken. C2 Hoeveel milliliter zit er in de beker? a ml b ml c 250 ml d ml e ml C3 Wat is samen 1 liter? Meer antwoorden. Schrijf de sommen op. Let op: je mag ook twee dezelfde maten bij elkaar doen. ml ml 250 ml ml ml werkschrift blz. 30 maatschrift blz. 26 en 27 computer

2 les C1 Hoeveel milliliter zit er in de beker? a ml b ml c ml d 450 ml e 750 ml C2 Hoeveel moet erbij? aa Vul aan tot 1 liter. ml + ml 650 ml ml 225 ml ml c Vul aan tot 250 milliliter. 25 ml ml 125 ml ml 225 ml + 25 ml b Vul aan tot milliliter. 350 ml ml 75 ml ml 375 ml ml bd Vul aan tot 750 milliliter. 550 ml + ml 325 ml ml 515 ml ml CD 3 Welk bloemperk is groter? Hoe heb je gemeten? De bloemperken zijn even groot. CD4 Welke van de figuren zijn vierkanten? 1 en werkschrift blz. 30 computer

3 112 les 23 C1 Reken uit op je eigen manier. a Julie heeft twee druiventrossen. Aan de ene tros zitten 37 druiven. Aan de andere tros zitten 48 druiven. Hoeveel druiven heeft zij in totaal? Samen bespreken = b Het zusje van Julie heeft een grote tros met 75 druiven. Ze eet er 47 op. Hoeveel druiven blijven er over? C2 Hoe reken je deze sommen uit? Meer antwoorden a = 83 b = 26 c = 61 d = 31 C3 Bedenk zelf sommen. Meer antwoorden. Een makkelijke en een moeilijke. a Bedenk twee optelsommen waar 52 uitkomt. b Bedenk twee aftreksommen waar 46 uitkomt. C4 Handige sommen. Samen bespreken = 33, dat weet ik zo! Weet je dan ook snel 53 19? 34 Bedenk zelf ook zo n som werkschrift blz. 31 maatschrift blz. 28 en 29 computer

4 les C1 aa = = = = 89 b = = = = 63 c = = = = 92 bd = = = = 699 C2 aa = = = = 9 b = = = = 9 c = = = = 28 bd = = = = 75 CD3 777? Oh dat is 23 Aan welke som denk jij? Meer antwoorden. 777? Ik denk aan ? Dat is aa Bij 111? b Bij 999? c Bij 765? bd Bij? CD4 CD5 Hoe reken jij? aa = 99 b 101 = 99 c = 333 bd = 442 Welk getal staat bij het vraagteken? aa 99 b 48 c 110 bd 206??? 33? ?? ? 11 11? 170? werkschrift blz. 31 computer

5 114 les 25 herhalen C1 Hoeveel pakken appelsap? pak 1 liter mok 250 ml kopje ml beker ml glas 225 ml aa 10 kinderen krijgen elk een beker appelsap. Uit een pak gaan 5 bekers. Je hebt dus 2 pakken nodig. b 20 kinderen krijgen elk een mok appelsap. Je hebt dan 5 pakken nodig. c 4 kinderen krijgen een mok en 5 krijgen een beker appelsap. Je hebt dan 2 pakken nodig. bd 8 kinderen krijgen een mok, 3 kinderen een beker, 4 kinderen een glas en 1 kind een kopje appelsap. Je hebt dan 3 pakken nodig. C2 Hoeveel moet erbij? aa Vul aan tot 1 liter. ml + ml 350 ml ml 825 ml ml c Vul aan tot 250 milliliter. 150 ml + ml 125 ml ml 225 ml + 25 ml b Vul aan tot 1 liter. 125 ml ml 75 ml ml 775 ml ml bd Vul aan tot 250 milliliter. 50 ml + ml 140 ml ml 215 ml ml C3 aa = = = = 80 b = = = = 92 c = = = = 97 bd = = = = 91 C4 aa = = = = 26 b = = = = 59 c = = = = 38 bd = = = = 36

6 les 25 oefenen 115 CD5 De kat Boefje. Emma krijgt een kat. Ze noemt hem Boefje. Ze koopt meteen allerlei spullen voor hem en gaat met hem naar de dierenarts. dierenarts kattenbak kattenbrokken drinkbakje eetbakje kattenbakstrooisel kattensnoepjes 23 euro 16 euro 2 euro 1 euro 4 euro 5 euro 1 euro CD6 aa Hoeveel kost alles bij elkaar? 52 euro b 2 keer per maand koopt Emma een zak kattenbakstrooisel. Hoeveel kost dat per jaar? 120 euro c Per maand eet Boefje 2 dozen brokken en 1 zakje snoepjes. Hoeveel kost dat per jaar? 60 euro bd Hoeveel kost Boefje per maand aan voer en strooisel? 15 euro Basisschool De Klimroos. groep leerlingen jongens meisjes 1 en aa In welke groep zitten de meeste kinderen? groep 1 en 2 In welke groepen zitten meer meisjes dan jongens? groep 1 en 2 en 6 b Zet de groepen op volgorde van groot naar klein. groep 1 en 2, 5, 4, 8, 6 en 7, 3 c Hoeveel kinderen zitten er in groep 1 tot en met 5 samen? 125 kinderen Hoeveel kinderen zitten er in de groepen 6 tot en met 8 samen? 73 kinderen bd Hoeveel jongens zitten er op De Klimroos? En hoeveel meisjes? 101 jongens, 97 meisjes even snel blz verder blz plus blz computer

7 116 even snel CD1 a 3 x 2 = 5 x 3 = 7 x 1 = 9 x 2 = b 3 x 3 = 4 x 5 = 6 x 2 = 8 x 4 = c 5 x 2 = 9 x 1 = 4 x 2 = 8 x 4 = d 4 x 4 = 3 x 5 = 3 x 2 = 9 x 5 = CD2 a 2 x 5 = 4 x 5 = 6 x 5 = 8 x 5 = b 3 x 6 = 5 x 6 = 7 x 6 = 9 x 6 = c 5 x 3 = 7 x 4 = 9 x 5 = 8 x 6 = d 4 x 8 = 7 x 5 = 3 x 9 = 9 x 4 = CD3 a 3 x = 12 4 x = 20 5 x = 30 6 x = 24 b x 2 = 16 x 3 = 18 x 4 = 20 x 5 = 25 c 6 x = 30 7 x = 28 8 x = 40 9 x = 54 d x 8 = 16 x 6 = 36 x 4 = 28 x 2 = 18 CD4 Zoek sommen met dezelfde uitkomst. Het zijn er steeds 2. 3 x 5 4 x 8 7 x de helft van 42 5 x 3 6 x 6 CD5 Bij welke tafels horen deze uitkomsten? a 10 b 15 c 9 d 16 e 40 f 54 g 72 Bij 36 horen de tafels van 4, 6 en 9. CD6 a 30 : 5 = 24 : 6 = 25 : 5 = 18 : 6 = b 40 : 5 = 36 : 6 = 36 : 4 = 36 : 9 = c 42 : 6 = 36 : 4 = 45 : 9 = 54 : 9 = d 35 : 5 = 27 : 9 = 54 : 9 = 80 : 8 =

8 117 CD7 a = = = = b 18 + = = = = c = = = = d = = = = CD8 a = = = b = = = c = = = d = = = CD9 Vul aan. a Maak er van: 70 + = 30 + = 35 + = 45 + = b Maak er 150 van: = = = = 150 c Maak er 250 van: = = = = 250 d Maak er van: + = = 75 + = 85 + = CD10 a = = = = b 61 8 = 52 9 = = = c = = = = d = = = = CD11 a 1 = 21 = 12 = 22 = b 3 = 53 = 110 = 197 = c = = = = d = = = =

9 120 verder CD1 a + = + = + = + = b = = = 50 + = c = 70 + = = = d = = 5 + = = CD2 a 32 = 4 x 33 = 4 x + 34 = 4 x + 35 = 4 x + 36 = 4 x b 32 : 4 = 33 : 4 = r 34 : 4 = r 35 : 4 = r 36 : 4 = c 28 = 7 x 31 = 7 x + 34 = 7 x + 37 = 7 x + 40 = 7 x + d 28 : 7 = 31 : 7 = r 34 : 7 = r 37 : 7 = r 40 : 7 = r CD3 Vul in. Je vertrekt om: De reis duurt: 3 uur 1 uur 30 min 2 uur 2 uur 30 min 2 uur 30 min 3 uur 40 min Je komt aan om: CD4 Vul in. Je vertrekt om: De reis duurt: 1 uur 30 min 3 uur 4 uur 30 min Je komt aan om: CD5 a 4 x 7 = 3 x 7 = 2 x 7 = 5 x 7 = b 6 x 7 = 8 x 7 = 5 x 7 = 7 x 7 = c x 7 = 63 x 7 = 21 x 7 = 56 x 7 = 35 d x 7 = 70 x 7 = 49 x 7 = 28 x 7 = 42

10 121 CD6 a + = = = = b + = = = = c = = = = d = = = = CD7 Hoeveel kost het samen? a de tv en mp3-speler b de dvd-speler en radio c de dvd-speler met 2 setjes dvd s d de radio en tv e de tv, radio en mp3-speler CD8 a Op de Palmschool zitten 119 jongens en 185 meisjes. Hoeveel kinderen zijn dat samen? b Corien wil een mountainbike. Ze heeft al 368 gespaard. Van opa en oma krijgt ze 20. Nu komt ze nog 11 tekort. Wat kost de fiets? c Een week vakantie aan zee kost 413. Drie dagen surfles kosten samen 175. Hoeveel kost een vakantie en surfles samen? CD9 Vul aan tot. a b c d

11 126 plus CD10 Een doosje vouwen. Van welke bouwplaten kun je een doosje vouwen zonder deksel? a b c d e f g h i CD11 Kaarten leggen Maak 9 kaarten met de cijfers 1 tot en met 9. Speel het spel met z n tweeën. Leg de kaarten zo op tafel dat je de getallen kunt lezen. Neem om de beurt een kaart weg. Wie na 3 beurten 3 kaarten heeft die samen 15 zijn, wint het spel. CD12 Hoeveel vierkanten tel je? Let op: tel grote en kleine vierkanten.

12 127 CD13 Uit de kunst. De beroemde schilder Albrecht Dürer leefde van 1471 tot Hij maakte een kunstwerk met dit tovervierkant a Tel steeds de getallen in de paarse, de gele, de blauwe en de groene vakjes bij elkaar op. Wat is de uitkomst? b Teken dit vierkant na. Kleur de vakjes zo dat steeds vier vakjes met getallen samen 34 zijn. Schrijf ook de sommen op. CCD 14 Tel tot. a Welke getallen bestaan helemaal uit dezelfde cijfers? b Hoeveel getallen zijn dat samen? CD15 Maak de reeksen af. a b c 650 d Bedenk zelf een leuke reeks van 10 getallen.

13 Legenda Alles telt Bovenaan de pagina staat een navigatiebalk met daarin het paginanummer, bloknummer en lesnummer. Elk blok bevat pagina s even snel, met extra opgaven voor het automatiseren en memoriseren. Elk blok bevat pagina s verder, met herhalingsopgaven over de nieuwe stof van het afgelopen blok. Elk blok bevat pagina s plus, met verrijkingsopgaven voor de meerbegaafde leerlingen. De blauwe kleur geeft aan dat een les of opgave leerkrachtgebonden is. De groene kleur geeft aan dat een les of opgave zelfstandig gemaakt kan worden. Nieuwe stof wordt aangeduid met een dicht rondje rondom het opgavenummer. Bekende stof wordt aangeduid met een open rondje rondom het opgavenummer.

14 blok 1 Elke opgave, die zelfstandig gemaakt kan worden, is systematisch opgebouwd in minimum, regulier en plus. Boven elke opgave staat een beknopte instructie. Verwijzing naar het werkschrift, voor de reguliere leerlingen. Verwijzing naar het maatschrift, voor de zwakke rekenaars. Verwijzing naar de digitale oefensoftware op de computer. Verwijzing naar het plusschrift, voor de hoogbegaafde leerlingen. Verwijzing naar de kwismeester, voor extra oefenopgaven voor het automatiseren en memoriseren.