De Relatie tussen Lage Rugklachten en Buikspieren.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Relatie tussen Lage Rugklachten en Buikspieren."

Transcriptie

1 De Relatie tussen Lage Rugklachten en Buikspieren. Beroepsopdracht 2003/2004 Beroepsopdracht van: Vincent Deinum. Sander ter Weel. Hogeschool van Amsterdam, Instituut Fysiotherapie. Amsterdam, 15 april 2004 Begeleidster: Ellen Bergsma. Opdrachtgeefster: Francien van Hoeve.

2 INHOUDSOPGAVE Voorwoord... 3 Inleiding... 4 Probleemstelling... 5 Onderzoek... 7 De Anatomie en Biomechanica van de Lage rug Passieve Structuren (16, 17, 18) Actieve Structuren (16, 17, 18) Training Resultaten Conclusie Aanbeveling Discussie Procesevaluatie Samenvatting Literatuurlijst: Bijlage

3 Voorwoord In het kader van onze beroepsopdracht hebben wij, Vincent Deinum en Sander ter Weel, derde jaars studenten aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA) afd. fysiotherapie, ons opgegeven voor deze interne opdracht bij HvA, de opdrachtgeefster is Francien van Hoeve, docente aan de HvA. Wij zijn in dit proces begeleid door Ellen Bergsma eveneens docente aan de HvA. Wij zijn beiden werkzaam binnen de fitnesswereld en vanuit dat oogpunt erg gemotiveerd om het volgende rapport te schrijven. Het betreft hier een literatuurstudie naar de zin en onzin van het trainen van de buikspierkracht bij rugpatiënten. De fysiotherapie staat onder druk en om deze reden wil men graag bewijzen. Evidence Based Practice is een heet hangijzer binnen ons werkveld. Wij worden daar als studenten mee geconfronteerd en worden er middels deze beroepsopdracht ook mee bekend gemaakt. Een literatuurstudie als leermiddel. Onze dank gaat uit naar onze begeleidster Ellen Bergsma, enter, het multidisciplinair centrum waar wij de foto s mochten maken. Disce Ut Sempre Victurus, Vive Ut Cras Mortiturus (Leer alsof je eeuwig zult leven, leef alsof je morgen zult sterven) 3

4 Inleiding Wie droomt er niet van, het bekende wasbordje of de blokjes. Buikspiertraining komt altijd aan de orde in de sportschool en dit alles om het ideale figuur te kweken. Maar hebben buikspieren ook nog een andere functie behalve dit cosmetische aspect? Veel sportscholen, maar ook fysiotherapeuten maken veelvuldig gebruik van buik-spiertraining, ter preventie van lage rugklachten of ter behandeling van lage rugklachten. Wij zullen een literatuuronderzoek gaan verrichten om te bekijken in hoeverre de buikspieren nu een invloed hebben op de lage rugklachten. Heeft men echt dat wasbordje nodig of is stabiliteit belangrijker en zo ja, welke delen van het bewegingsapparaat zorgen er dan voor stabiliteit in de onderrug? De cosmetische factor laten wij buiten beschouwing. De vraag is dan welke structuren verantwoordelijk zijn voor de belasting die de wervelkolom ondervindt. Gedurende lichamelijke bewegingen kunnen er grote krachten op de wervelkolom komen te staan. De lumbale wervelkolom wordt stabiel gehouden uiteraard door de gewrichten en ligamenten, maar voornamelijk door de de omliggende musculatuur. Gedacht wordt dat de buikspieren hier een belangrijke rol in spelen, maar toch zijn er ook fysiotherapeuten die er vraagtekens bij zetten of het idee totaal verwerpen. Onze opdrachtgever heeft ons opgedragen dit te onderzoeken in de literatuur en een aanbeveling te geven t.a.v. de training van de rompmusculatuur. Het rapport toont het literatuuronderzoek wat verricht is om te bepalen of buikspieren een functie hebben binnen de preventie en behandeling van lage rugklachten. Het rapport is zo opgezet dat langzamerhand duidelijk wordt welke rol de buikspieren en andere structuren spelen t.a.v. de lage rug. Er zal een beschrijving zijn van het probleem, de anatomie van de lage rug en de biomechanica, de wetenschappelijke verrichtingen om buikspiertraining te verduidelijken, de huidige situatie van training van de lage rug en tenslotte ónze aanbeveling van training ter preventie en behandeling van de lage rugklachten. 4

5 Probleemstelling Jaarlijks zijn er veel mensen die te maken hebben met rugklachten, in Nederland melde het CBS in 2000, dat er onder de beroepsbevolking tussen jaar, 23% heeft aangegeven gedurende drie maanden last gehad te hebben van rugklachten. Dat is alleen nog maar de beroepsbevolking in Nederland. Bij een steekproef in 2002 geeft 27% van de ondervraagden aan, het afgelopen jaar last gehad te hebben van rugklachten. Dat zijn alleen de mensen die het afgelopen jaar last hebben gehad van de rug. Er is vanuit de overheid, werkgevers, patiënten en verzekeraars veel vraag naar preventie van rugklachten. Het gaat hierbij met name om klachten aan de lage rug. Uit Canadees onderzoek van Peter Lee et al. 1 blijkt dat er een relatie te vinden is tussen lichamelijk zwaar werk en rugklachten. Het zware werk werd in dit onderzoek onder andere omschreven als: het veelvuldig tillen van zware objecten zwaarder dan twaalf en een halve kilo, dat onderdeel is van je dagelijkse werkzaamheden. Hieruit blijkt dat de beroepsgroep met zwaar lichamelijk werk een risicogroep is. Uit een ander onderzoek, uitgevoerd door J.L. Kelsey et al. 2 blijkt dat ook de beroepsgroep van chauffeurs een risicogroep is. Er zijn tal van auteurs die aanhalen dat zitten een heel grote belasting is voor de lage rug. Als zitten een grote belasting is voor de rug, hoe groot is dan de groep mensen met een zittend beroep die last van hun rug hebben. Dat geeft toch te denken. Een veel gestelde diagnose bij dit soort klachten is: een instabiliteit van de lage rug door een te lage belastbaarheid van de rompmusculatuur met daarbij een te hoge belasting. De rug kan niet gestabiliseerd worden en zo doen zich allerlei klachten voor. Via de huisarts wordt er een verwijzing voor fysiotherapie afgegeven en zo komt de patiënt in aanraking met de fysiotherapie. Waar voorheen veel gemasseerd werd, wordt er nu veel meer getraind, ondanks dat massage verlichting opbrengt, zo blijkt dit ook uit het onderzoek van M. Preyde. 6 De passieve therapie heeft echter plaats gemaakt voor de oefentherapie, omdat dit op langere termijn de belastbaarheid verhoogt. De fysiotherapeut onderwerpt zijn patiënt eerst aan een onderzoek, om uit te sluiten dat er andere oorzaken zijn voor de rugklachten. Men moet hier denken aan discogene problemen, of de aanwezigheid van andere pathologieën. Veel rugproblemen worden aangepakt met buikspiertraining. Niet alleen omdat deze vaak verslapt zijn, maar ook omdat er gedacht wordt dat deze een belangrijke rol spelen in de belastbaarheid van de rug. De vraag is echter of dit wel gerechtvaardigd is en of hierdoor de belastbaarheid van de rug verhoogd wordt. De belastbaarheid van de rug wordt voornamelijk bepaald door de mate van stabiliteit die heerst. Bij verzwakte rompmusculatuur is er vaak een instabiliteit aanwezig door de grote belasting die de wervelkolom ondervindt. De structuren die voor stabiliteit zorgen in de wervelkolom zijn divers en verschillend van aard. Wij onderscheiden eigenlijk twee soorten structuren, de passieve structuren en de actieve structuren. Onder passieve structuren verstaan 5

6 wij botten, ligamenten en fascie en de actieve structuren vinden wij terug in de vorm van spieren. Wanneer we gaan kijken naar de trainbare structuren die zorgen voor stabiliteit van de wervelkolom, komen we uit bij de spieren en de aansturing van spieren. Op dit moment ligt er erg veel nadruk op de kracht van de spieren en dan voornamelijk de buikspieren. De vraag is: is dat terecht? In menig oefenschema ter preventie/behandeling van lage rugklachten, staan oefeningen ter versterking van de buikspieren. Maar moet je wel expliciet kracht van de buikspieren trainen? Welke structuren zorgen wanneer voor stabiliteit en hoe gebruik je die? Dat zijn allemaal vragen waarop wij proberen een antwoord te vinden in dit rapport. 6

7 Onderzoek Het doel van deze literatuur studie is, het toetsen van de huidige opvatting over het het behandelen van lage rugklachten m.b.v. een trainingsschema. Het ontwerp van de studie ziet er als volgt uit: Er wordt eerst een onderzoeksvraag geformuleerd, met bijbehorende subvragen om de onderzoeksvraag te verduidelijken. Het zoeken van geschikte literatuur, geschiedt op basis van de onderzoeksvraag en de subvragen. De literatuur bestaat zowel uit wetenschappelijke artikelen als ook uit studieboeken gebruikt op de Hogeschool van Amsterdam afdeling fysiotherapie. Het lezen van de gevonden literatuur ten einde een antwoord te vinden op de geformuleerde vragen. Het interpreteren van de literatuur en het vormen van een conclusie. Het vormen van een advies. Het schrijven van een rapport. Het voorbereiden van een presentatie over het gekozen onderwerp. Onderzoeksvraag Het formuleren van een vraagstelling is een dynamisch proces waarin de onderzoekers steeds weer tegen nieuwe dingen aanlopen die de onderzoeksvraag verduidelijken en verder afbakenen. Oorspronkelijk luidde onze onderzoeksvraag: In hoeverre is buikspiertraining* een manier om de aanwezigheid van lage rugklachten bij mensen met een zittend beroep te voorkomen, in vergelijking met training van andere spiergroepen met hetzelfde doel, zoals rugspiertraining? (*Buikspiertraining is omschreven als oefeningen ter versterking van de buikspieren, en het vergroten van de kracht van de buikspieren d.m.v. concentrische bewegingen naar een flexie houding.) Vragen die de onderzoeksvraag ondersteunen en verduidelijken zijn de volgende, door ons opgestelde subvragen: 1. Welke anatomische structuren hebben invloed op de lumbale wervelkolom op gebied van kracht, stabiliteit en coördinatie? 2. Welke functie hebben de m. abdominus transversus, m. rectus abdominus, mm. obliques internus en externus? 3. Op welke manieren en dus vanuit welke uitgangshoudingen is een buikspiertraining te geven? 4. Bij welke stabiliteitsoefeningen worden de buikspieren getraind? Het beantwoorden van deze vragen moet leiden tot onze conclusie en tot ons advies dat wij willen geven ten aan zien van de relevantie van de veel toegepaste fysiotherapeutische oefentherapie ter versterking van de buikmusculatuur. 7

8 Literatuur Tijdens het formuleren van de onderzoeksvraag en de subvragen komen veel factoren naar voren die te maken hebben met het onderzoek. Deze factoren zijn tevens de items waarop je literatuur kunt gaan zoeken. Om meer artikelen te vinden die bruikbaar zijn, moet je ook op engelse termen zoeken. Dit vanwege het feit dat verreweg de meeste literatuur in het engels verschijnt. Waar wij in onze voorbereidende fase tegen aan liepen waren items als: Romp flexoren/extensoren, Trunk flexors/extensors Coactivatie, Muscle Coactivation Stabiliteit, Stability Kracht, Strength Coördinatie, Coördination Buikspieren, Abdominal muscles Via gerenommeerde zoekmachines als Pubmed, Cochrane, Medline en Picarta hebben wij heel wat titels gevonden en na het lezen van de abstracts hebben wij een aantal artikelen bij het NIWI gehaald. Het betreft hier artikelen uit tijdschriften als The Journal of Rheumatology, Spine en Archives Physical Medical Rehabillitation. Ook hebben wij via de zoekmachines een aantal artikelen online verkregen. Naast deze literatuur hebben wij eigen studieboeken gebruikt voor de anatomische kant van het onderzoek en hebben wij ook nog bruikbare literatuur ontvangen van de begeleiders. Het lezen van de artikelen De gevonden literatuur hebben wij verdeeld en na een week hebben we de andere helft gelezen. De literatuur is dus door beide onderzoekers gelezen. Het feit dat een dergelijk artikel in één van de eerder genoemde wetenschappelijke tijdschriften heeft gestaan, is voor ons een reden geweest om een eigen, korte, maar specifiek op ons onderzoek gerichte criterialijst te maken. Daarna hebben wij de artikelen getoetst en zijn zij bruikbaar, deels bruikbaar, of onbruikbaar bevonden. De criteria van de Criterialijst zijn: De artikelen hebben betrekking op lage rugpijn, met uitzondering van andere nevenpathologieën of specifieke diagnoses m.b.t. de lage rug. De artikelen hebben betrekking op de biomechanica van de lumbale wervelkolom en de invloeden van de rompmusculatuur op de biomechanica. De artikelen hebben betrekking op de onderzoeken naar de stabilisatoren / stabilisatiemechanismen van de lumbale wervelkolom. De artikelen hebben betrekking op de onderzoeken naar verschillende oefeningen en trainingsvormen, specifiek ter stabilisatie van de lumbale wervelkolom en krachtsvergroting van de rompmusculatuur. Het onderzoek moet vooral op patiënten met acute of sub-acute rugklachten gericht zijn. 8

9 De methode van het onderzoek staat voor de lezer duidelijk omschreven en is betrouwbaar en methodisch verantwoord. In de conclusie wordt rekening gehouden met het aantal en de eigenschappen van de onderzochte groep patiënten. In de conclusie wordt er kritisch gekeken naar de resultaten van het onderzoek en worden er verklaringen gegeven die door de lezer van het artikel als logisch worden beschouwd. In de artikelen worden de referenties naar artikelen benoemd. 9

10 De Anatomie en Biomechanica van de Lage rug (16, 17, 18) Passieve Structuren De structuren die zorgen voor de passieve stabiliteit in de wervelkolom zijn botstructuren in de vorm van wervels en bindweefselstructuren in de vorm van ligamenten. Wervels De stabiliteit die de wervelkolom krijgt van de wervels ligt met name in het weefsel en de vorm van de wervels. Een wervel bestaat uit botweefsel, de beenderige structuur die overal in het lichaam dient als karkas. De wervel is in vorm zo, dat er gewrichtjes gevormd kunnen worden met boven- en onderliggende wervels. Het corpus van de wervel dient als basis waarop gestapeld wordt. De verschillende uitsteeksels, proc. Spinosus en de procc. Transversus dienen als houders van gewrichtsvlakken en als aanhechtingsplaats voor zowel ligamenten als spieren. De tussenwervelschijf dient als stootkussen om de drukbelasting op te vangen en als bewegingsbegeleider. De wervelkolom bestaat uit, op elkaar gestapelde wervels, met tussen iedere overgang een tussenwervelschijf. Zonder deze wervels zou de mens niet rechtop kunnen staan. Het feit dat het een opstapeling is van wervels, betekent dat er beweging mogelijk is tussen iedere overgang. De mobiliteit die de opstapeling van de wervels met zich mee brengt is dus meteen een zwak punt. Deze mobiliteit moet verstevigd en gestabiliseerd worden en dat gebeurt door middel van ligamenten en de actieve structuren die zorgen voor stabiliteit, deze zullen hierna besproken worden. Ligamenten De wervel kolom wordt bijna aan alle kanten passief gestabiliseerd door ligamenten. Het karakter van ligamenten is, dat zij stug van structuur zijn, zij hebben slechts een remmende of beperkende functie, zij kunnen dus niet zelf een beweging te weeg brengen. Aan de ventrale zijde worden de wervellichamen ondersteund door het Anteriore longitudinale ligament (1) en aan de dorsale zijde dient het Posteriore longitudinale ligament(2) als stabilisator. Het lig. flavum (3) hecht aan de dorsale 10

11 rand van de lamina van alle wervels. De procc spinosi worden allen gestabiliseerd door het lig. Supraspinale(5). Dit zijn ligamenten die over het gehele bereik van de wervelkolom lopen. Daarnaast bestaan er ook nog korte intervertebrale ligamenten, tussen bijvoorbeeld de procc. Transversus het lig. Intertransversale(6). Het lig. Interspinale(4) is een dergelijke verbinding tussen de verschillende procc spinosi. Fascia Thoracolumbalis Anatomie: loopt van de processi spinosi naar lateraal tot de laterale raphe en keert dan anterior en mediaal naar de processi transversi. Hierin omsluit hij de mm. erector spinae en quadratus lumborum. Verder heeft de fascia laterale uitlopers naar de mm. abdominis transversus, oblique interna en latissimus dorsi en hecht hij caudaal aan het sacrum en de crista iliaca. Biomechanica: de fascie komt op spanning bij activiteit van de spieren die in directe verbinding staan met de fascie. Ook activiteit van de gluteale musculatuur brengt de fascie op spanning door de verbinding met de fascie glutealis(?). Lumbale flexie, contranutatie van het sacrum en rotatie van het bekken brengt de fascie ook op spanning. Spanning van de fascia thoracolumbalis veroorzaakt een verhoogde lumbale stabiliteit door de omringing van de oppervlakkige en diepe extensoren van de rug. (16, 17, 18) Actieve Structuren M. Rectus Abdominis Anatomie: loopt van de 5 e en 7 e rib, de proc. xiphoïdeus en ligg. costoxiphoïdea naar craniale rand van het os pubis tussen tuberculum pubicum en de symphysis pubica, de rectus abdominis is gescheiden door intersectiones tendinae. Biomechanica: lumbale flexie en contranutatie van het bekken M. Pyramidalis Anatomie: loopt van de symphysis pubica, ventraal van de insertie van de rectus abdominis naar de linea alba, craniaal van de symphysis. Biomechanica: spant de linea alba M. Oblique Externa 11

12 Anatomie: loopt met 7-8 spieruitlopers aan het oppervlak van de 5/6 e rib t/m de 12 e rib naar het labium externum met spiervezels, met een brede pees, aan lig. inguinale en aan het voorste blad van de rectusschede. Biomechanica: flexie van de romp, contranutatie van het bekken en bij unilaterale contractie een contralaterale rotatie M. Oblique Interna Anatomie: loopt van linea intermedia, fascia thoracolumbalis en laterale 2/3 e deel van lig. Inguinale naar caudale randen van de drie caudale ribben en aan de linea alba met pees die tevens rectusschede vormt. Biomechanica: flexie van de romp, contranutatie van het bekken en bij unilaterale contractie een gelijkzijdige rotatie M. Abdominis Transversus Anatomie: loopt van het binnenvlak van de 6 caudale ribben over de labium internum van de fascia thoracolumbalis aan de processi spinosi van de lumbale wervels en het laterale 1/3 e deel van het lig. inguinale naar craniaal van de linea arcuata gaat hij over in het achterste blad van de rectusschede en caudaalwaarts gaat hij over in het voorste blad van de rectusschede Biomechanica: intrekken en spannen van het abdomen. M. Latissimus Dorsi Anatomie: vanaf de kop van de humerus loopt de latissimus caudaal en hecht aan de op de fascia thoracolumbalis, lateraal aan de crista iliaca(de laterale raphe) tot mediaal T12. De fascie die de latissimus omringt loopt over in de fascia thoracolumbalis en daarom staat de latissimus indirect in verbinding met de lumbale wervelkolom. Biomechanica: een bilaterale contractie geeft een verhoogde stabiliteit lumbaal. Een unilaterale contractie vraagt om reactie van contralaterale musculatuur. M. Erector Spinae Anatomie: de m. erector spinae bestaat uit verschillende delen, de oppervlakkige musculatuur en diepere musculatuur. Voor een groot gedeelte hechten zij aan de erector spinae aponeurosis, een peesplaat die tot over het sacrum loopt en aanhecht op de lumbale en sacrale processi spinosi. De oppervlakkige musculatuur van de erector spinae(mm. longissimus thoracis en iliocostalis lumborum) heeft de origo ook aan de aponeurosis en de insertie ligt bij de costae en de thoracale wervels. De diepere musculatuur van de erector spinae hecht aan op het ilium en loopt naar de verschillende processi transversi. 12

13 Biomechanica: de oppervlakkige musculatuur van de erector spinae een als functie concentrische extensie, excentrische flexie en isometrische stabilisatie van de lumbale wervelkolom. De diepe musculatuur heeft echter door de ligging een andere functie als die van de oppervlakkige delen. Naast de extensie leveren zij een stabilisatie richting dorsaal d.m.v. de verankering in de anatomische ligging van deze spieren. Ook leveren ze een caudale compressie op de wervels en een unilaterale rotatie. Hydraulic Amplifier Mechanism: door de contractie en op bolling van de erector spinae komt de fascia thoracolumbalis op spanning en is dit een extra lumbale stabilisatie. Mm. Multifidis Anatomie: lopen van de processi transversi naar de bovenliggende processi spinosi. Op niveau van L4-S1 loopt hij echter van het sacrum, de aponeurosis van de erector spinae en het lig. sacroiliaca posterior naar de processie spinosi. Biomechanica: er zijn een aantal zaken die erop wijzen dat de multifidis stabilisatie als voornaamste functie heeft: -de ligging, dorsaal van de roterende bewegingsas(vlak achter de disci), geeft extensie als functie maar vooral antiflexie - contractie van de multifidis geeft een lumbale compressie wat de stabilisatie vergroot - de multifidis bestaat voornamelijk uit type-1 vezels en bepaalt daarom meer de tonus en heeft geen dynamische functie M. Quadratus Lumborum Anatomie: loopt van het lig. iliolumbale en de crista iliaca naar de 12 e rib en de procc. costalis van L1, 2, 3 en 4 Biomechanica: trekt de 12 e rib naar caudaal en maakt lateroflexie van de lumbale wervelkolom Intra-Abdominal Pressure De IAP wordt veroorzaakt door een contractie van de mm. abdomis transversus, diaphragma, oblique en de bekkenbodemspieren. De contractie van de spieren geeft een verhoogde druk in het abdomen, deze druk verlaagt de lumbale mobiliteit en vergroot dus de stabiliteit. 13

14 Conclusie Wat men hieruit kan concluderen is dat er een aantal primaire anatomische structuren verantwoordelijk zijn voor de lumbale stabiliteit: - m. abdominis transversus - fascia thoracolumbalis - m. latissimus dorsi - m. erector spinae(iliocostalis lumborum) - mm. multifidi Secundair hebben de mm. oblique interna en externa een invloed op de fascia thoracolumbalis en samen met de andere buikspieren, de m. diaphragma en de bekkenbodemspieren hebben ze ook een stabiliserende functie door de drukverhoging in het abdomen die veroorzaakt wordt door een contractie. 14

15 Training Principes Het beeld dat men over het algemeen heeft van buikspiertraining in de sportscholen zijn de crunches, sit-ups en spierpijn die de dagen erna volgt. Na ons onderzoek kunnen we een aantal zaken op rij zetten over hoe een effectieve training voor de lage rug eruit moet zien. Voorafgaand aan een training zijn er een aantal principes waaraan moet worden voldaan: - Het principe van Specificiteit: een training moet specifiek zijn voor het weefsel dat getraind beoogt te worden en het moet specifiek zijn in functie. - Het principe van Overload: een training moet een hogere prikkel aan het lichaam leveren dan het in normale situaties gewend is. - Het principe van Supercompensatie: gedurende het proces van training moet er op het juiste tijdstip weer een prikkel worden gegeven aan het lichaam om adaptatie te bevorderen. - Het principe van Verminderde Meeropbrengst: De vorderingen die je maakt worden, naar mate je steeds sterker/beter wordt, steeds kleiner. - Het principe van Reversibiliteit: een training is omkeerbaar, d.w.z. bij inactiviteit gaan de behaalde prestaties net zo snel weer terug. De vraag is wat wij met deze principes kunnen m.b.t. de preventie/behandeling van lage rugklachten. Kijkend naar het beeld wat er heerst van de buikspiertraining en onze gevonden informatie over het trainen van de rompmusculatuur kunnen een aantal zaken worden geconcludeerd. Als we kijken naar de specificiteit van een training. Uit het onderzoek van Danneels et al. 8 blijkt dat de stabilisatoren(abdominis transversus, multifidi) van de lage rug de belangrijkste functie hebben binnen de preventie van lage rugklachten. De wijze waarop deze getraind worden is d.m.v. stabilisatie training waarbij een neutrale houding wordt aangenomen en deze gestoord wordt door externe krachten vanuit de periferie, terwijl de houding gehandhaafd blijft. Kijkend naar de training die verschaft wordt in de sportschool, een dynamische training voor de rompmusculatuur, kunnen we zeggen dat deze training totaal niet specifiek is aan het doel. Dit is op functioneel niveau, maar op weefselniveau geldt hetzelfde. De spieren worden gefaciliteerd op dynamische kracht en niet op isometrische kracht. Een overload is nodig om de prikkel een zodanige prikkel te geven dat er een gewenst effect van adaptatie optreedt. Bij de beschrijving van specificiteit zien we al dat het gewenste effect niet optreedt door de verkeerde uitvoering. Ook de overload speelt hier een rol in. In het onderzoek van P.W. Hodges et al. 9 wordt beschreven dat bij een te grote belasting de stabilisatoren geen actieve rol meer spelen in het stabilisatieproces, omdat de grotere spieren actief worden. Deze grote belasting is vaak aanwezig bij buikspiertraining. 15

16 Het principe van Supercompensatie en Verminderde Meeropbrengst is binnen het kader van ons onderzoek niet van toepassing. Deze principes bepalen meer het proces van een training, waar wij ingaan op de basis. Als er sprake is van een periode van inactiviteit, kan het behaalde trainingseffect even snel weer terugzakken naar een lager niveau. Dit betekent dus dat een training altijd bijgehouden moet worden om de belastbaarheid op het gewenste niveau te houden. Kortom mensen moeten altijd actief blijven om het lichaam ook belastbaar te houden en m.b.t. de rug is het belangrijk de rompmusculatuur te blijven trainen. Krachtraining Een stabiliteitstraining is eigenlijk een gespecificeerde isometrische krachttraining. Kijkend naar het doel van de functie van het spierweefsel komt het erop neer dat een stabiliteitstraining in het gebied van de propioceptieve training en krachtuithoudingsvermogen (K-UHV) training zit. Dat wil zeggen dat tijdsduur en intensiteit van belang zijn. In het onderzoek van Danneels et al. 8 wordt vermeld dat een grote belasting al snel de activiteit vraagt van de globale spieren en dat de multifidus juist minder actief is als stabilisator. Propioceptieve eigenschappen zijn de basis van elke training. Belangrijk is dus dat men een voldoende coördinatie heeft wat betreft het lichaam en met name de lage rug. Voordat mensen dus op lange duur het K-UHV gaan trainen is het belangrijk dat ze een goede controle hebben over hun lichaam. In dit opzicht is kwaliteit in bewegen belangrijker dan de kwantiteit in bewegen. In de literatuur is terug te vinden dat 30-70% van de maximale kracht het trainingsgebied is van het K-UHV. 19 Het aantal herhalingen wordt vaak gesteld op minimaal 15 herhalingen. Dit betekent dus dat bij een stabiliteitstraining er lage weerstanden gebruikt moeten worden en qua tijd kun je een baseline opstellen aan de hand van de capaciteiten van de patiënt. Een test zou hier het niveau per patiënt kunnen aangeven. De fysiotherapie en de revalidatie zijn dynamisch, er worden constant nieuwe theorieën en therapieën ontwikkeld. Gangbaar op het moment is de gewone fitnesstraining, een apparatieve training of oefeningen met losse gewichten. Nieuw is bijvoorbeeld de vorm van Pilates. Joseph Pilates Pilates is een nieuwe trainingsvorm, overgewaaid uit Amerika. Wij halen dit aan vanwege de vorm van uitvoering die de theorie van Pilates waarborgt. Pilates is gericht op taakgerichte oefeningen die worden toegepast in veel voorkomende bewegingen als zitten, lopen, draaien, reiken, springen. Het lichaam wordt gedurende de oefeningen telkens uitgenodigd om zich aan te passen aan de zwaartekracht, het handhaven van een neutrale houding, de plaats van ondersteuning en het beperken van het aantal bewegingsvrijheden. Deze adaptatie wordt eigenlijk gevraagd van het neurale besturingssysteem. Het principe van Pilates is het versterken van de rompmusculatuur(core-training) en het is de controle van de romp die de basis legt voor het maken van andere bewegingen. Centraal staat ook de propriocepsis die ervoor moet zorgen dat het lichaam efficiënt en gericht spieren aanspant. Dit om te voorkomen dat er een 16

17 overrecruitment* plaats vindt van spieren die eigenlijk niet voor stabiliteit zorgen en dus eigenlijk alleen maar vermoeidheid te weeg brengt. (* verkeerde aansturing, kan zijn verkeerde motor units, te veel / weinig) Zodra de rompstabiliteit bewerkstelligd is, kunnen de extremiteiten gebruikt worden om via een hefboomwerking kracht uit te oefenen op de romp. Het lichaam moet ook dan de stabiliteit weten te waarborgen middels de effectieve recrutering van spiergroepen. Romp fixeren en van daaruit de rompbalans verstoren als training voor de rompstabiliteit. Uitgangspunt voor deze Core-training is dat de afstand tussen de onderste ribben en de Spinae Iliaca Anterior Superior (SIAS) gelijk blijft tijdens de oefeningen. Men begint de oefeningen in de neutrale houding en van daaruit worden de oefeningen begonnen, de uitgangshouding wat betreft de romp blijft dus gehandhaafd. Zodra de patiënt een beweging pijnvrij kan doen wordt de intensiteit opgevoerd door de hulp te verminderen, de base of support (mate van stabiele uitgangshouding) te veranderen en de mogelijkheid om de lengte van de hefboom te veranderen. Met deze drie variabelen kan oneindig veel gevarieerd worden. 17

18 Resultaten Uit de anatomie blijkt dat er een aantal structuren bestaan die theoretisch voor stabiliteit van de lumbale regio kunnen zorgen. Het betreft zowel passieve als actieve structuren, de mm. abdominis transversus, latissimus dorsi, erector spinae (iliocostalis lumborum), multifidi en de fascia thoracolumbalis. Ook een biomechanisch verschijnsel als intra-abdominale druk kan voor stabiliteit zorgen. Hieronder staat een schema waarin staat beschreven welke belangrijke factoren voor de belastbaarheid van de lage rug in de artikelen naar voren komen. Artikel TrA* ES* MF* EO* RA* FT* Motor Control Oefeningen Kracht Coörd Stab x x x x x 4 5 x x x 6 7 x x x x 8 x x x x x 9 x x x x x x x 10 x 11 x x x x x x 12 x x x x x 13 x x x IAP * TrA: m. transversus abdominis ES: m. erector spinae MF: m. multifidis EO: m. obliques externus abdominis RA: m. rectus abdominis FT: fascia thoracolumbalis Hier zien we dus dat artikelen 3, 8,9, 11, 12 en 13 de functie van de musculatuur in verband brengen met stabiliserende oefeningen. De m. obliques externus(eo) wordt hier ook in opgenomen, echter komt er in de literatuur naar voren dat de EO een hoge activiteit heeft bij stabiliserende oefeningen, deze moet dus ook zeker meegenomen worden als stabilisator van de lage rug, ondanks dat in de anatomie niet duidelijk is af te leiden dat deze een grote functie heeft voor lumbale stabiliteit. De m. abdominis transversus(tra) lijkt een grotere rol daarin te spelen, vanwege de transversale ligging en de volledige aanhechting aan de fascia thoracolumbalis. De vraag alleen is, wanneer ze een rol spelen. De TrA is een spier die vaak een contractie verricht om de stabiliteit in de rug te waarborgen. De EO daarentegen, zo blijkt uit onderzoek van M.J. Vezina et al. 3 en het onderzoek van F.J. Vera-Garcia et al. 13, contraheert alleen als er onder een hoge belasting stabiliteit gevraagd wordt. Het laatstgenoemde onderzoek beschrijft een oefening die op een skippybal wordt uitgevoerd, de activiteit van de EO was zeer hoog. 18

19 Activiteiten waarbij een contractie van de transversus alleen niet voldoende is om de stabiliteit in de lage rug te handhaven zullen dus ook een beroep doen op de EO. Grote krachten zullen van de TrA niet gevraagd worden, een goede timing echter wel. Uit het EMG-onderzoek van P.W.Hodges en C.A. Richardson 9. blijkt dat de TrA een vertraagde functie heeft bij patiënten met chronische lage rugklachten. Ook het onderzoek van A. Radebold et al. 11 laat met EMG zien dat een vertraagde motor-control van de rompmusculatuur een probleem kan zijn bij patiënten met lage rugklachten. Het is echter niet bekend of dit een oorzaak of gevolg is van lage rugklachten. In het artikel van C.A. Richardson et al. 10 wordt ook de opmerking geplaatst dat de TrA individueel functioneert naast de abdominale spiergroep. Belangrijk is dus om de aparte aansturing van de TrA terug te laten komen in het trainingsschema. Naast de functie van de buikspieren spelen de extensoren van de rug ook een grote rol in de stabiliteit van de rug. De mm. multifidi(mf) en erector spinae(es) worden respectievelijk tot een van de lokale en globale spieren gerekend. Samen met de m. transversus abdominis vormen de MF als lokale spieren de segmentale stabilisatoren van de lage rug. Uit het EMG-onderzoek van L.A. Danneels et al. 8 blijkt dat de MF bij patiënten met chronische en sub-acute lage rugklachten in kracht en coördinatie verminderd is vergeleken met gezonde mensen. Ook kwam uit dit onderzoek naar voren dat de m. iliocostalis lumborum(onderdeel van de erector spinae) in functie vermindert is, maar weliswaar minder dan de MF. Dit onderzoek gaf ook aan dat bij stabiliserende oefeningen de activiteit van de MF en m. iliocostalis lumborum tussen de patiënten- en controlegroep gelijkwaardig zijn. De onderzoekers gaven als verklaring dat de belasting zodanig groot is bij de oefeningen dat andere rompstabilisatoren actief werden waardoor de betreffende spieren geen hogere uitslag gaven op de EMG resultaten. Onze verklaring is ook dat de houdingen maar twee seconden gestabiliseerd werden en dat een langere duur wél verschil zal tonen tussen de controle- en de patiëntengroep. De oefeningen zelf zijn specifiek genoeg voor een stabiliteittraining van de lage rug, alleen is niet bekend welke spieren nog meer getraind worden. Duidelijk is dus wel dat de rugspieren belangrijk zijn wat betreft stabiliteit. Het onderzoek van J.P. Arokoski et al. 8 laat zien dat ook de m. longissimus thoracicus meespeelt in de keten bij stabiliserende oefeningen. De activiteit van de bovenstaande spier samen met de MF waren het hoogst tijdens de serie stabiliserende oefeningen. Een laatste punt wat betreft training is de uitvoering van training. Onze visie en de visie die ook in de literatuur gehanteerd wordt is dat getracht wordt een zo neutraal mogelijke houding aan te nemen tijdens een training. Dat wil zeggen de lichte lordose in de lumbale wervelkolom welke aanwezig als men op de rug ligt met de knieën in 90 graden en de voeten op de grond. Deze houding dient te worden vastgehouden gedurende de oefening. Er is ook nog een fenomeen wat coactivatie heet. De globale spieren hebben dan wel voornamelijk een dynamische functie wat betreft bewegingen, maar bij een 19

20 synergistische activiteit die zij verrichten hebben zij ook invloed op de stabiliteit van de onderrug. In de richtingen flexie/extensie en lateroflexie zijn de mm. rectus abdominus, oblique externa en interna, erector spinae en de quadratus lumborum actief. Als de antagonisten synergistisch aanspannen is er geen bewegingsrichting en is er sprake van stabiliteit. Dit fenomeen is dus aanwezig ter stabilisatie en daarom geven wij ook aan dat een minimale kracht van 3 á 4 vereist is van deze spieren om normaal te kunnen functioneren. De lokale spieren hebben dus niet een alleenstaande functie wat betreft de stabiliteit. 20

21 Conclusie In hoeverre is buikspiertraining een manier om de aanwezigheid van lage rugklachten bij mensen met een zittend beroep te voorkomen, in vergelijking met training van andere spiergroepen met hetzelfde doel, zoals rugspiertraining? Buikspiertraining in een concentrische/dynamische oefenvorm is niet de juiste trainingswijze om de aanwezigheid van lage rugklachten te verlagen. De crunches en sit-ups die ter preventie in de sportschool of als behandeling door fysiotherapeut worden gegeven, vergroten de kracht van de buikspieren, maar hebben geen directe invloed op de stabiliteit. Minimale kracht is uiteraard nodig om algeheel te kunnen functioneren en om de musculaire balans(coactivatie/antagonistische werking) in stand te houden. Als conclusie uit ons onderzoek kun je trekken dat een training om de belastbaarheid van de rug te vergroten bestaat uit het trainen van de stabiliteit, waarbij er nadruk gelegd wordt op de mm. multifidus, erector spinae, oblique externa en transversus abdominis, waarbij de laatste bij elke activiteit geactiveerd moet worden om de motor control te stimuleren. Het gaat hierbij om het vasthouden van de neutrale houding (zie blz. 16) gedurende bepaalde tijd tijdens het uitvoeren van een oefening die de stabiliteit verstoord. Aan de hand van onze bevindingen kunnen we een aanbeveling doen wat betreft oefeningen ter preventie en behandeling van de lage rug (zie blz. 17). Subvragen: In het hoofdstuk Onderzoek (zie blz. 7) staan een aantal subvragen beschreven die hieronder zullen beantwoord. 1. Zowel de passieve als de actieve structuren, beschreven in het hoofdstuk De anatomie van de lumbale wervelkolom (blz. 9), spelen een belangrijke rol in de stabiliteit. Zowel de co-activatie tussen de extensoren en flexoren van de lage rug spelen een rol in de kracht, coördinatie en stabiliteit en met name de lokale spieren voor de coördinatie en de globale spieren voor kracht. Samenwerking tussen deze groepen leidt tot stabiliteit. 2. De functies van de mm. abdominus transversus, rectus abdominus, obliques internus en externus staan beschreven op blz. 10 en Mogelijke houdingen in de lumbale wervelkolom gedurende een oefening zijn een lordose, een neutrale of afgevlakte houding. In de gelezen artikelen kwam alleen de neutrale houding naar voren, dat wil zeggen een lichte lordose in de lumbale wervelkolom welke aanwezig als men op de rug ligt met de knieën in 90 graden en de voeten op de grond. Deze houding dient te worden vastgehouden gedurende de oefening. 4. De oefeningen die de stabiliteit kunnen vergroten staan beschreven in de handleiding: Sta jij stabiel? (zie blz. 18) 21

22 Aanbeveling Aan de hand van de bovenstaande gegevens kunnen we uit de literatuur een selectie van oefeningen maken die de belastbaarheid van de lage rug kunnen verhogen. Er zijn verschillende stabiliserende oefeningen naar voren gekomen. Duidelijk is ook welke spieren er getraind moeten worden om de stabiliteit te verhogen en welke oefeningen daar representatief voor zijn. Onduidelijk is nog hoelang dit zou moeten, veel artikelen beschrijven contractietijden tussen de 2 en 8 seconden, wij zijn echter van mening dat dit langer moet zijn om het krachtsuithoudingsvermogen te verbeteren. Deze oefeningen staan beschreven in onze handleiding: Sta jij stabiel? Deze is te verkrijgen in de mediatheek van de Hogeschool van Amsterdam, en via te bestellen bij Sander ter Weel en Vincent Deinum. Stuur een mailtje met uw naam en adresgegevens naar -stw122211@hotmail.com -dvonz1981@hotmail.com onder vermelding van aanvraag aanbeveling BO. Als u de aanbeveling per bestelt, houdt u dan rekening met een bedrag van 7,50 wegens printkosten en verzendkosten. 22

23 Discussie Punten die wat ons betreft ter discussie staan zijn de volgende: Zittende beroepsgroep: een punt dat ter discussie staat is bijvoorbeeld de zittende beroepsgroep. In de probleemstelling hebben wij het over het mogelijke gevaar voor de zittende beroepsgroep. Gezien het vergrootte risico dat deze groep loopt met het oog op inactiviteit lijkt dit een waardevolle onderzoeksgroep. Echter wordt deze groep niet veelvuldig gebruikt, of staat niet als zodanig omschreven, bij de onderzoeken die wij hebben gelezen. Neutrale houding: de neutrale houding is wel specifiek maar staat nergens beschreven als de onderzochte houding. Wij achten deze houding als specifiek, omdat dit de houding is die wij van nature aannemen. Motor Control, oorzaak of gevolg: er is maar één artikel dat zegt dat de vertraagde motor control een gevolg is van de lage rugpijn, dit is naar onze mening te weinig, en voor ons is het dus ook niet duidelijk of het een oorzaak of een gevolg is. Trainbaarheid van stabiliteit, motor control en k-uhv: hoe trainbaar zijn deze items. Wij hebben te weinig tijd gehad om op zoek te gaan naar de EBP van de trainbaarheid van deze items. Inhoud term buikspiertraining: wat verstaat men over buikspiertraining, dat is eigenlijk de vraag die wij ons hier stellen. Weinig onderzoeken vermeldt wat zij echt onder buikspiertraining verstaan. In de ruimste zin van het woord kun je stellen dat iedere vorm van beweging waarbij de buikspieren aanspannen of op spanning komen een vorm van buikspiertraining is. Wij gaan echter uit van het vergroten van de kracht van de buikspieren. Wij vinden het een aanbeveling om juist deze bovenstaande items duidelijker te laten omschrijven door de wetenschap. Want het zijn juist deze punten die tot verwarring leiden in de zoektocht naar het antwoord op onze vraagstelling. Wat in de literatuur ook niet duidelijk naar voren komt is: hoelang, hoe vaak en met welke intensiteit getraind moet worden. Wij hebben hier wel onze ideeën over naar voren gebracht in dit rapport maar dit zou nog verder onderzocht moeten worden. Ook zou een onderzoek naar de verbetering van leven- en werksituatie na een training in onze aanbevolen vorm (m.b.t. spieren en uitvoering) meer duidelijkheid kunnen geven over de praktische effectiviteit van de training. Tot nu toe werd voornamelijk gekeken naar de verbetering in EMG uitslag. 23

24 Procesevaluatie Bij het formuleren van een onderzoeksvraag loop je altijd tegen een aantal problemen aan. Zo wil je de onderzoeksvraag graag zo specifiek mogelijk maken en alles zoveel mogelijk afbakenen, dat helpt bij het zoeken, maar je moet wel wat ruimte overlaten om te zoeken anders valt alles meteen buiten je onderzoeksvraag. Wij zijn er goed in geslaagd een vraag op te stellen die genoeg afbakent maar tevens voldoende ruimte laat om er veel over te vinden. Het enige waar je steeds op moet blijven letten, is dat je in het rapport ook antwoord geeft op je onderzoeksvraag met de subvragen. In de brainstormfase hebben wij een aantal onderzoeksgebieden geformuleerd, die uitgezocht moesten worden. Wij hebben een verdeling gemaakt tussen literatuur en artikelen en zijn op verschillende items en combinaties van items gaan zoeken. De anatomie en biomechanica kunnen goed worden uitgezocht in de bestaande werkboeken op het gebied van fysiotherapie. De nieuwste inzichten kunnen het best worden opgezocht in de wetenschappelijke artikelen. Eerst hebben wij gezocht op de items en dan via de abstracts van het artikel besloten of het een bruikbaar artikel zou kunnen zijn. Als je bijvoorbeeld op het item buikspieren zoekt, dan komen er ontzettend veel artikelen in aanmerking, maar je kunt ze nooit allemaal gebruiken. Na het combineren met andere items kom je op steeds specifiekere artikelen. Wij kwamen er al snel achter dat er een aantal auteurs zijn die veel hierover gepubliceerd hebben, dus zijn wij ook gaan zoeken op auteur en dat leverde ook weer goede artikelen op. Na het lezen van de artikelen moet je bepalen of een artikel bruikbaar is voor je literatuuronderzoek, dat hebben wij gedaan aan de hand van een soort criterialijst, zie het deel Onderzoek(blz. ). Wij zijn wat soepel omgesprongen met het volgende punt: Het onderzoek moet vooral op patiënten met acute of sub-acute rugklachten gericht zijn. Omdat veel van de artikelen niet de acute maar juist de chronische fase behandelen in combinatie met onze andere items hebben wij dit criterium iets soepeler gehanteerd omdat wij anders géén tot te weinig artikelen zouden kunnen gebruiken. Na het lezen en scoren van de artikelen moet daar een conclusie uit gevormd worden, die vervolgens weer tot een aanbeveling moet leiden. Een aanbeveling voor vervolg onderzoek en/of een (voorlopige) klinisch werkbaar advies. De laatste beschreven punten vallen samen met het schrijven van het rapport en het voorbereiden van de presentatie. Het moeilijkste aan deze literatuurstudie is het aanbod van artikelen, er is zo veel over gepubliceerd, zoveel dat niet bruikbaar is en dat moet je dus eerst filteren. Er blijft op deze manier wel altijd de angst bestaan dat je net dat ene superartikel dat precies jouw onderzoeksvraag dekt, niet gevonden hebt. Wij zijn van mening dat we met het aanbod van artikelen dat wij nu hebben gebruikt, een solide advies kunnen uitbrengen tan aanzien van dit vraagstuk. Kanttekening hierbij is wel dat wij op dit moment deze resultaten hebben gevonden. Wij kunnen de toekomst nooit inhalen, dus wellicht dat over drie maanden er een onderzoek wordt gepubliceerd waaruit blijkt dat het allemaal weer anders moet. Eerste aanbeveling luidt dan ook: houdt de wetenschap in de gaten. 24

25 Het opstellen van de literatuurlijst hebben wij gedaan aan de hand van voorkomen in ons rapport. De eerste titel komt overeen met de eerste verwijzing in het rapport. De artikelen die wij niet aanhalen in het rapport staan wel vermeld. 25

26 Samenvatting HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM FYSIOTHERAPIE INSTITUUT SAMENVATTING AFSTUDEEROPDRACHT Van: Sander ter Weel en Vincent Deinum Datum/jaar: 12 april 2004 Titel: De Relatie tussen Lage Rugklachten en Buikspieren Samenvatting: Inleiding: veel sportscholen, maar ook fysiotherapeuten maken veelvuldig gebruik van buikspier-training, ter preventie van lage rugklachten of ter behandeling van lage rugklachten. Veel rugproblemen worden aangepakt met buikspiertraining. Niet alleen omdat deze vaak verslapt zijn, maar ook omdat er gedacht wordt dat deze een belangrijke rol spelen in de belastbaarheid van de rug. De vraag is echter of dit wel gerechtvaardigd is en of hierdoor de belastbaarheid van de rug verhoogd wordt. Doel: er zal worden aangetoond of buikspieren wel of niet een rol spelen bij de belastbaarheid in de lage rug, of zij verantwoordelijk zijn voor de stabiliteit en welke structuren nog meer een rol spelen. Er zal antwoord gegeven worden op de vraag: In hoeverre is buikspiertraining een manier om de aanwezigheid van lage rugklachten bij mensen met een zittend beroep te voorkomen, in vergelijking met training van andere spiergroepen met hetzelfde doel, zoals rugspiertraining? Methode: er is een literatuuronderzoek verricht om dit te bepalen. Aan de hand van vijftien artikelen is gekeken naar zaken als de functie van de extensoren en flexoren van de lumbale wervelkolom, de biomechanica, de stabilisatoren van de lage rug en de motor control. Resultaten: gebleken is dat voornamelijk de lokale stabilisatoren, de mm. abdominis transversus en multifidus, en globale stabilisatoren, de mm. erector spinae en oblique externa, een belangrijke rol manifesteren m.b.t. de stabiliteit. De motor control is daar een belangrijk element in. Conclusie: naar voren is gekomen dat buikspiertraining, in de vorm van concentrische contracties, niet effectief is voor het verhogen van de belastbaarheid van de rug. Het is meer specifiek om stabiliserende oefeningen uit te voeren, dit heeft ook een positief effect op lage rugklachten op lange termijn. 26

27 Literatuurlijst: 1. Lee P, Helewa A, Goldsmith CH, Smythe HA, Stitt LW. Low back pain: Prevalence and risk factors in an industrial setting. J of Rheum. 2001;28(2): Kelsey JL, Hardy RJ. Driving motor vehicles as a risk factor for acute herniated lumbar intervertebral disc. Am J Epidemiology. 1975;102: Vezina MJ, Hubley-Kozey CL. Muscle activation in therapeutic exercises to improve trunk stability. Arch Phys Med Rehabil. 2000;81: Gardner-Morse MG, Stokes IAF. The effects of abdominal muscle coactivation on lumbar spine stability. Spine. 1998;23(1): Helewa A, Goldsmith CH, Lee P, Smythe HA, Forwell L. Does strengthening the abdominal muscles prevent low back pain. J of Rheum. 1999;26(8): Preyde M. Effectiveness of massage therapy for subacute low-back pain. CMAJ. 2000;162(13) Konrad P, Schmitz K, Denner A. Neuromuscular evaluation of trunktraining exercises. J Athl Train. 2001;36(2) Danneels LA, Coorevits PL, Cools AM, Vanderstraeten GG, Cambier DC, Witvrouw EE, Cuyper HJ de. Differences in electromyographic activity in the mutifidis muscle and the iliocostalis lumborum between healthy subjects and patients with subacute and chronic low back pain. Eur Spine J. 2002;11: Hodges PW, Richardson CA. Inefficient muscular stabilization of the lumbar spine associated with low back pain. Spine. 1996;21(22): Richardson CA, Snijders CJ, Hides JA, Damen L, Pas MS, Storm J. The relation between the transversus abdominis muscle, sacroiliac joint mechanics, and low back pain. Spine. 2002;27(4) Radebold A, Cholewicki J, Panjabi MM, Patel TCh. Muscle response pattern to sudden trunk loading in healthy individuals and in patients with chronic low back pain. Spine. 2000;25(8): Arokoski JP, Valta T, Airaksinen O, Kankaanpää M. Back and abdominal muscle function during stabilization exercises. Arch Pfys Med Rehabil. 2001;82: Vera-Garcia F, Grenier SG, McGill SM. Abdominal Muscle Response During Curl-ups on Both Stable and Labile Surfaces. Phys Ther. 2000;80(6): Richardson C.A., Jull G.A. Mucle control Pain control. What exercises would you prescribe? Man Ther. 2000;1(1); Anderson B.D, Spector A. Introduction to Pilates-Based Rehabilitation. Orth Phys Ther Clin of North Am. 2000;9(3): Mechanical Low Back Pain Perspectives in Functional Anatomy J.A. Porterfield, C. DeRosa; 1991; pag

28 17. Grieve s Modern Manual Therapy(Second Edition) The Vertebral Column J.D. Boyling, N. Palastanga; 1994; pag Sobotta De Menselijke Atlas 19. Fox Fysiologie van het menselijk lichaam 28

29 Bijlage 1 Conclusie Belangrijkste Artikelen The relation between the transversus abdominis, sacroiliacal joint mechanics and low back pain. 10 De abdominis transversus speelt een grote rol in de stabiliteit van het SI gewricht, dit geldt overigens voor alle transverse spieren rond de bekkengordel. Dit verlaagt de lage rugpijn. Inefficiënt muscular stabilization of the lumbar spine associated with low back pain. 9 Dit artikel gaat in op de motor controle van de m. abdominis transversus. Het bleek dat bij gezonde personen de abdominis transversus bij schouderbewegingen in alle richtingen activiteit vertoonde, zodanig dat voor de beweging zich inzette de spier al contraheerde. Bij mensen met lage rugpijn gebeurde dit echter later. Een ongegronde verklaring die de wetenschappers hiervoor geven is een inhibitie van de reflex die optreedt door pijn, rek op de ligamenten enz. dit moet echter nog verder onderzocht worden, net als de vraag of de vertraagde motor control een oorzaak of een gevolg is van LBP. Duidelijk was om te zien dat andere musculatuur ook actief was gedurende de bewegingen van de schouder, dit met een antagonistische werking(io, EO, RA, ES, MF). Muscle activation in therapeutic exercises to improve trunk stability. 3 Er werden drie stabilisatie oefeningen uitgevoerd en bekeken welke musculatuur(io, EO, RA, MF, ES) volgens EMG actief waren gedurende de bewegingen. De oefeningen bestonden uit rugafvlakking, intrekken van de buik en rechtomhoog uitstrekken van de benen, dit alles ruglig. Het bleek dat de m. oblique externa, als enige, een hoge actviteit had gedurende de bewegingen. Bij de bekkenkanteling had de rectus abdominis ook een licht verhoogde activiteit en bij het uistrekken van de benen waren alle spieren enigszins in activiteit verhoogd. Differences in electromyographic activity in the multifids muscle and the iliocostalis lumborum between healthy subjects and chronic low back pain. 8 In dit artikel kwam naar voren dat verschil in kracht, coördinatie en stabiliteit, tussen gezonde mensen, mensen met sub-acute rugklachten en mensen met chronische rugklachten, alleen significante verschillen toont van kracht en coördinatie tussen de gezonde en chronische mensen. Bij de coördinatieve oefeningen was de activiteit van de multifidis beduidend lager bij de chronische groep dan bij de gezonde groep. Bij de krachtsoefeningen kwam dit nog sterker naar voren bij zowel de multifidis als bij de iliocostalis lumborum. Ook de subacute groep gaf een verschil in activiteit. Een verklaring voor dit fenomeen wordt gericht op het feit dat pijnvermijding een inactiviteit van de persoon veroorzaakt en er een deconditionering van de musculatuur plaatsvindt. The effects of abdominal muscle coactivation on the lumbar spine. 4 29

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren Vlak As Beweging Gym Frontaal Sagitale Ab-adductie Radslag Latero flexie Ulnair-radiaal deviatie Elevatie-depressie Sagitaal Frontale Flexie-extensie Salto Transversale Ante-retro flexie Dorsaal flexie

Nadere informatie

core stability training

core stability training core stability training Inleiding: Het strekken van de heup en de onderrug Het strekken van de heup veroorzaakt bij dansers vaak overbelasting van de onderrug. De verkorte stijve heupbuigers zorgen er

Nadere informatie

Inhoud. Spiertrainer 4 Romp

Inhoud. Spiertrainer 4 Romp Borst-(tussenrib)spieren 1 4.A Eigenlijke borstspieren (gewrichtsspieren van de ribben) aan de binnenzijde van het thoraxskelet, achteraanzicht; oorsprong (linker lichaamshelft), aanhechting (rechter lichaamshelft).

Nadere informatie

Victor Niemeijer Sportarts SMA Elkerliek

Victor Niemeijer Sportarts SMA Elkerliek Victor Niemeijer Sportarts SMA Elkerliek Onderzoek lage rug en heup core stability The Fifa 11 + Epidemiologie - 60-90% van alle mensen maakt een keer een episode van aspecifieke lage rugpijn door - Incidentie

Nadere informatie

MOVING WITH SPONDYLARTHROPATHY. Dr C. Hindryckx. Fysische Geneeskunde en Revalidatie

MOVING WITH SPONDYLARTHROPATHY. Dr C. Hindryckx. Fysische Geneeskunde en Revalidatie MOVING WITH SPONDYLARTHROPATHY Dr C. Hindryckx Fysische Geneeskunde en Revalidatie Kan fysiotherapie het ziektebeeld positief beïnvloeden? Relatief aandeel in behandeling? Welke signs & symptoms beïnvloedbaar?

Nadere informatie

Lumbaal actief onderzoek Instabiliteit

Lumbaal actief onderzoek Instabiliteit Lumbaal actief onderzoek Instabiliteit De actieve stabiliteit wordt gewaarborgd door de rug- en buikspieren en de tussen het bekken en de onderste extremiteiten uitgespannen musculatuur. Belangrijkste

Nadere informatie

Stabiliteitstraining van de lage rug

Stabiliteitstraining van de lage rug Stabiliteitstraining van de lage rug De sleutel tot succes bij stabiliseren is het doelgericht trainen van de juiste spieren. Buik- en rugspieroefeningen worden veelvuldig toegepast in de behandeling bij

Nadere informatie

Stabiliteit training. Wat, waarom en hoe?

Stabiliteit training. Wat, waarom en hoe? Stabiliteit training. Wat, waarom en hoe? Ik heb dit boek geschreven omdat core stability de laatste tijd een hot item is geworden. En dat is ook logisch. Ik ben er heilig van overtuigd dat als mensen

Nadere informatie

ASPECIFIEKE, HOUDINGSGEBONDEN LAGE

ASPECIFIEKE, HOUDINGSGEBONDEN LAGE ASPECIFIEKE, HOUDINGSGEBONDEN LAGE RUGPIJN: OEFENTHERAPIE Aspecifieke lage rugpijn bestaat uit klachten waarvoor geen lichamelijke afwijking kan gevonden worden die deze klachten veroorzaakt. Het probleem

Nadere informatie

1 Buikplank (2 benen) Oefentherapie bekken en romp Pagina 1 van 5

1 Buikplank (2 benen) Oefentherapie bekken en romp Pagina 1 van 5 Pagina 1 van 5 Welke spieren zijn van belang bij deze oefentherapie? De spieren rondom het bekken en de romp kunnen grofweg worden verdeeld in 2 groepen: de globale en de lokale spieren. De globale spieren

Nadere informatie

2 De romp. Zichtbare en palpabele oriëntatiepunten van de romp

2 De romp. Zichtbare en palpabele oriëntatiepunten van de romp 6 Merck Manual 2 De romp De romp is het centrale deel van het lichaam. In dit boek zullen we alleen ingaan op de romp als deel van het bewegingsapparaat en niet op de interne organen. De wervelkolom (columna

Nadere informatie

Dryneedling bij bekkenproblemen postpartum

Dryneedling bij bekkenproblemen postpartum Dryneedling bij bekkenproblemen postpartum Een nuttige Interventie Cecile Röst Introductie In onze praktijk sinds 1996 ongeveer 800 nieuwe vrouwelijke bekkenpijnpatiënten per jaar 90% komt tijdens de zwangerschap,

Nadere informatie

Evidence based medicine proof oefentherapie voor lage rugpijn Prof. Dr. Ulrike Van Daele Vakgroep Movant opleiding Revaki

Evidence based medicine proof oefentherapie voor lage rugpijn Prof. Dr. Ulrike Van Daele Vakgroep Movant opleiding Revaki 24 oktober 2015 Evidence based medicine proof oefentherapie voor lage rugpijn Prof. Dr. Ulrike Van Daele Vakgroep Movant opleiding Revaki 2 Lifetime prevalentie LRP: 84% Prevalentie chronische LRP: 23%

Nadere informatie

Onderzoek naar de oorzaak van (chronische) lage rugpijn

Onderzoek naar de oorzaak van (chronische) lage rugpijn Onderzoek naar de oorzaak van (chronische) lage rugpijn In de laatste 13 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de oorzaak van lage rugpijn. Voornamelijk het veelvuldig voorkomen van lage rugpijn en het

Nadere informatie

1 Wat zijn eigenlijk de buikspieren?

1 Wat zijn eigenlijk de buikspieren? 1 Wat zijn eigenlijk de buikspieren? 1.1 Inleiding De buikspieren zijn in allerlei situaties actief Al direct bij de geboorte spant de pasgeborene zijn of haar buikspieren aan om de eerste kreet te slaken.

Nadere informatie

TRAININGSPLAN STABILITEIT

TRAININGSPLAN STABILITEIT TRAININGSPLAN STABILITEIT Stabiliteitstraining Om goed te kunnen bewegen en/of te kunnen sporten is een sterke romp noodzakelijk. In een rechtop staande houding moet de romp het lichaam te allen tijde

Nadere informatie

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg)

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg) Inleiding tot het orthopedisch onderzoek 1 DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg) 3. ENKEL EN VOET 3.1. Inspectie in staande houding m. gastrocnemius Calcaneum Valgushoek achillespees met hiel Malleolus

Nadere informatie

Gesloten vragen Functionele Anatomie II

Gesloten vragen Functionele Anatomie II Gesloten vragen Functionele Anatomie II 2013-2014 1. Ab- en adductie vindt plaats om een longitudinale as 2. In de anatomische houding is, in het sagittale vlak van de wervelkolom, lumbaal een lordose

Nadere informatie

Fitnessbal training. Kern training / Core stability

Fitnessbal training. Kern training / Core stability Fitnessbal training Kern training / Core stability De spieren van je buik, billen en onderrug vormen de 'kern'. Deze zone is verantwoordelijk voor alle acties waarbij je draait, reikt en buigt en is het

Nadere informatie

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006. 1. Wat is de diafyse van een pijpbeen? A. Het uiteinde van een pijpbeen. B. Het middenstuk van een pijpbeen. C. De groeischijf. 2. Waar bevindt zich de pink, ten

Nadere informatie

Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom

Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom Om uw rugklachten beter te kunnen begrijpen is een basiskennis van de rug noodzakelijk. Het Rughuis heeft in haar behandelprogramma veel aandacht

Nadere informatie

Anatomie van de heup. j 1.1

Anatomie van de heup. j 1.1 j1 Anatomie van de heup De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae, het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. As Vlak Beweging Transver- Sagittaal

Nadere informatie

Beroepsopdracht Hogeschool van Amsterdam gemaakt door:

Beroepsopdracht Hogeschool van Amsterdam gemaakt door: Beroepsopdracht Hogeschool van Amsterdam gemaakt door: Iris Dijksma Alice de Jong Simke Klaver Docentbegeleidster: Francien van Hoeve, HvA Opdrachtgever: Shanna Bussink, Only4Ladies Beroepsopdracht Hogeschool

Nadere informatie

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met LAGE RUGPIJN.

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met LAGE RUGPIJN. FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met LAGE RUGPIJN. RugNetwerk Twente Januari 2016, blok 5, Gerard Koel. Klachten (LRP) Disfuncties / stoornissen Beperkte activiteiten - WAT ZIJN DE RELATIES?

Nadere informatie

16-9-2014. Reina Welling WM/SM-theorieles 7. Waar zorgt de wervelkolom voor? (m.a.w. wat is de functie van de wervelkolom?)

16-9-2014. Reina Welling WM/SM-theorieles 7. Waar zorgt de wervelkolom voor? (m.a.w. wat is de functie van de wervelkolom?) Reina Welling WM/SM-theorieles 7 Met dank aan Jolanda Zijlstra en Bart van der Meer niow.nl Waar zorgt de wervelkolom voor? (m.a.w. wat is de functie van de wervelkolom?) A. Steun B. Bescherming C. Beweging

Nadere informatie

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak j1 Anatomie van de heup As Vlak Beweging De Latijnse naam voor het heupgewricht is art. coxae; en het is een kogelgewricht (art. spheroidea). In het gewricht kan om drie assen bewogen worden. transversaal

Nadere informatie

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg Anatomy is destiny Sigmund Freud Belangrijkste botten Nomenclatuur Reina Welling WM/SM-theorieles 1 Osteologie bekken en onderste extremiteit Myologie spieren bovenbeen Met dank aan Jolanda Zijlstra en

Nadere informatie

Provocatietesten en Mobiliteitstesten van het SI-gewricht: Validiteit & Betrouwbaarheid. Reader

Provocatietesten en Mobiliteitstesten van het SI-gewricht: Validiteit & Betrouwbaarheid. Reader Reader Provocatietesten en Mobiliteitstesten van het SI- Gewricht Anatomie en diagnostiek van het SI-gewricht Hans Denneman & Guido Stam, juni 2008 Inleiding De afgelopen tien / vijftien jaar is men met

Nadere informatie

Lage rugpijn. Voor meer informatie over onze organisatie kijkt u op: www.fydee.nl

Lage rugpijn. Voor meer informatie over onze organisatie kijkt u op: www.fydee.nl Lage rugpijn Voor meer informatie over onze organisatie kijkt u op: www.fydee.nl Inleiding Lage rugpijn Rugklachten komen veel voor. 4 van de 5 mensen heeft weleens te maken met rugpijn. In veel gevallen

Nadere informatie

Belangrijkste spiergroepen

Belangrijkste spiergroepen Welkom 2. Anatomie 2.6.7. Belangrijkste spiergroepen Als coach: belangrijk om belangrijkste spieren van het lichaam te kennen + ligging en functie van de spieren Ligging: beschreven a.d.h.v. oorsprong

Nadere informatie

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OK (LUMBOSACRALE) DISCECTOMIE/LAMINECTOMIE

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OK (LUMBOSACRALE) DISCECTOMIE/LAMINECTOMIE VERSIE JANUARI 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OK (LUMBOSACRALE) DISCECTOMIE/LAMINECTOMIE 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische

Nadere informatie

Assess & Correct. Assessments 9/11/18. Deel II ASSESSMENTS. Ademhaling assessment. Mobiliteit assessment. Motorische assessment

Assess & Correct. Assessments 9/11/18. Deel II ASSESSMENTS. Ademhaling assessment. Mobiliteit assessment. Motorische assessment Assess & Correct Deel II Assessments ASSESSMENTS We delen onze assessments op in 3 hoofd categorieën: Ademhaling assessment Mobiliteit assessment Motorische assessment 1 1. Ademhalings assessment Ademhalings

Nadere informatie

(De afbeelding kan mogelijks afwijken omwille van kleine aanpassingen die aan het toestel continue aangebracht worden door de fabrikant.

(De afbeelding kan mogelijks afwijken omwille van kleine aanpassingen die aan het toestel continue aangebracht worden door de fabrikant. PRODUCTCATALOGUS VOOR SAMCON SPINE CONCEPT. TOESTEL AFBEELDING: (De afbeelding kan mogelijks afwijken omwille van kleine aanpassingen die aan het toestel continue aangebracht worden door de fabrikant.)

Nadere informatie

De methode Pilates in de fysiotherapie

De methode Pilates in de fysiotherapie De methode Pilates in de fysiotherapie Beroepsopdracht 2004/2005 Paula Neculau Karin Wittberger Begeleidster: Francien van Hoeve Opdrachtgever: Instituut Fysiotherapie Hogeschool van Amsterdam Amsterdam,

Nadere informatie

De schakel tot. Mobiliteit / Stabiliteit. Overbelastingskwetsuren. Lichaamsscholing in de zwemsport: De schakel tot

De schakel tot. Mobiliteit / Stabiliteit. Overbelastingskwetsuren. Lichaamsscholing in de zwemsport: De schakel tot Trainer B-opleiding zwemmen De schakel tot Lichaamsscholing in de zwemsport: De schakel tot * Natuurlijke bewegingspatronen * Verbeteren van de fysieke capaciteiten * Fysieke voorbereiding Maximaal Rendement

Nadere informatie

Straksstrak. Beroepsopdracht van: Yajaira Huisjes en Wander Kriek. Hogeschool van Amsterdam Opleiding Fysiotherapie Amsterdam, januari 2008.

Straksstrak. Beroepsopdracht van: Yajaira Huisjes en Wander Kriek. Hogeschool van Amsterdam Opleiding Fysiotherapie Amsterdam, januari 2008. Straksstrak Beroepsopdracht van: Yajaira Huisjes en Wander Kriek Hogeschool van Amsterdam Opleiding Fysiotherapie Amsterdam, januari 2008. Straksstrak Beroepsopdracht van: Yajaira Huisjes en Wander Kriek

Nadere informatie

Whitepaper aspecifieke lage rugpijn. Martijn Groot, orthopedisch manueel therapeut Daniel Righard, master manueel therapeut i.o.

Whitepaper aspecifieke lage rugpijn. Martijn Groot, orthopedisch manueel therapeut Daniel Righard, master manueel therapeut i.o. Whitepaper aspecifieke lage rugpijn Martijn Groot, orthopedisch manueel therapeut Daniel Righard, master manueel therapeut i.o. (co-writer) Inhoud Inleiding De praktijk Het trainingsprogramma De ervaringen

Nadere informatie

Theorie-examen anatomie 12 januari 2007

Theorie-examen anatomie 12 januari 2007 Theorie-examen anatomie 12 januari 2007 1. Welke uitspraak met betrekking tot spiercontracties is altijd juist? A. Bij concentrische contracties wordt de spanning in de spier kleiner. B. Bij excentrische

Nadere informatie

GET FIT 2 SKI. Johan De Coninck Physical Coach - DuofiTT

GET FIT 2 SKI. Johan De Coninck Physical Coach - DuofiTT . GET FIT 2 SKI Johan De Coninck Physical Coach - DuofiTT Duofitt training & treatment www.duofitt.be Johan De coninck Physical Trainer & Coach Functionele oefentherapie Re-training na revalidatie Sportspecifieke

Nadere informatie

Theorie-examen anatomie 25 januari 2008

Theorie-examen anatomie 25 januari 2008 Theorie-examen anatomie 25 januari 2008 1. Welke van de volgende spieren is eenkoppig? A. De m. biceps brachii. B. De m. coracobrachialis. C. De m. gastrocnemius. 2. Welke van de volgende spieren geeft

Nadere informatie

Je lichaam als een kinetische keten

Je lichaam als een kinetische keten Je lichaam als een kinetische keten De kinetische keten in het kort Voet stabiliteit Enkel mobiliteit Knie stabiliteit Heup mobiliteit Lumbale wervels (onderrug) stabiliteit Thoracale wervels (bovenrug)

Nadere informatie

SAI SEI KAN. JKA Shotokan Karateclub Oudenaarde 4051 Lid van de Vlaamse Federatie v.z.w. Lid van de v.z.w. JKA Vlaanderen Sinds 1994.

SAI SEI KAN. JKA Shotokan Karateclub Oudenaarde 4051 Lid van de Vlaamse Federatie v.z.w. Lid van de v.z.w. JKA Vlaanderen Sinds 1994. SAI SEI KAN JKA Shotokan Karateclub Oudenaarde 4051 Lid van de Vlaamse Federatie v.z.w. Lid van de v.z.w. JKA Vlaanderen Sinds 1994 Buikspieren Auteur: Maarten Vermeersch Inhoudsopgave Inleiding... 3 1

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder 41 4.1 Anteflexie 42 4.2 Retroflexie 42 4.3 Abductie 44 4.4 Adductie 46

Inhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder 41 4.1 Anteflexie 42 4.2 Retroflexie 42 4.3 Abductie 44 4.4 Adductie 46 Inhoud Inleiding 1 1 Anatomie van de heup 3 1.1 Anteflexie 4 1.2 Retroflexie 6 1.3 Abductie 7 1.4 Adductie 8 1.5 Exorotatie 9 1.6 Endorotatie 12 1.7 Ligamenten van de heup 12 1.8 Schema 14 2 Anatomie van

Nadere informatie

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321)

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321) Auteur(s): F. Roelants, P. van Kempen Titel: Rugspieractiviteit tijdens het schaatsen Jaargang: 21 Jaartal: 2003 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 313-321 Deze online uitgave mag, onder duidelijke

Nadere informatie

Pre-& Postnataal Fitness. De bekkenbodem tijdens & na de zwangerschap

Pre-& Postnataal Fitness. De bekkenbodem tijdens & na de zwangerschap Pre-& Postnataal Fitness De bekkenbodem tijdens & na de zwangerschap Waar gaan we het in dit uur over hebben? Wat is de bekkenbodem? Anatomie & functie Wat zijn bekkenbodemklachten? Hoe train je de bekkenbodem?

Nadere informatie

Huisarts of hometrainer?

Huisarts of hometrainer? Huisarts of hometrainer? In het literatuuroverzicht werden zes studies opgenomen. Vier studies onderzochten het effect van training op ziekteverzuim, drie daarvan bestudeerden tevens de effecten op klachten

Nadere informatie

Krachttraining. Naam: Klas: Docent:

Krachttraining. Naam: Klas: Docent: Krachttraining Naam: Klas: Docent: Inhoudsopgave Voorwoord Blz. 1 Inleiding Blz. 2-3 Trainingsprincipes Blz. 4 Romp Blz. 5-9 Benen Blz. 10-14 Armen Blz. 15-17 Nawoord Blz. 18 Bronvermelding Blz. 19 Voorwoord

Nadere informatie

Core training. Door: Roeland Smits. Roeland Smits Core training voor zwemmers 1

Core training. Door: Roeland Smits. Roeland Smits Core training voor zwemmers 1 Core training Door: Roeland Smits Roeland Smits Core training voor zwemmers 1 Voorbereiding krachttraining zwemmen: Core training: In eerste instantie zal er een grondige bases gelegd moeten worden waar

Nadere informatie

Volgens Panjabi bestaat stabiliteit op basis van functies van drie systemen: osteoligamentair, het spierstelsel, neurale controle (CZS).

Volgens Panjabi bestaat stabiliteit op basis van functies van drie systemen: osteoligamentair, het spierstelsel, neurale controle (CZS). Therapeutic Exercise for spinal segmental stabilization in low back pain. Richardson, Jull, Hodges en Hides Uitgeverij: CURCHILL LIVINGSTONE ISBN: 0 443 058024 Vertaalde puntsgewijze samenvatting, Voor

Nadere informatie

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP)

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP) VERSIE JANUARI 2017 POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL HEMI-/TOTALE SCHOUDERPROTHESE (TSP) 1. Doel Het op eenduidige wijze uitvoering geven aan de postklinische fysiotherapeutische behandeling

Nadere informatie

HOUDINGSTRAINING. Onderdeel van de fysieke voorbereiding. Dag van de Trainer (17/12/2016)

HOUDINGSTRAINING. Onderdeel van de fysieke voorbereiding. Dag van de Trainer (17/12/2016) HOUDINGSTRAINING Onderdeel van de fysieke voorbereiding Dag van de Trainer (17/12/2016) Houdingstraining Wat? raakvlakken met stabilisatietraining hypes o.a., Core stability, Performance Stability, FMS,

Nadere informatie

EFA Target Product Aanpak Marketing Onderscheidend Besluit

EFA Target Product Aanpak Marketing Onderscheidend Besluit Wij zijn een alliantie van fitness clubs met de grootste expertise op het gebied van fitness en fysieke herconditionnering. Wij voeren permanent wetenschappelijk onderzoek naar oefenmethodes en trainingsprogramma

Nadere informatie

1. Abdominal Crunch - Rechte buikspieren

1. Abdominal Crunch - Rechte buikspieren Belangrijk voor de buikspieren Ga bij de buikspieroefeningen nooit vanuit je nek bewegen. Blijf naar boven kijken en beweeg ook richting het plafond en niet richting je knieën. Plaats eventueel 1 hand

Nadere informatie

HOUDINGSTRAINING. Houdingstraining. Houdingstraining. Wat? 12-12-2014. Onderdeel van de fysieke voorbereiding. Dag van de Trainer (13/12/2014)

HOUDINGSTRAINING. Houdingstraining. Houdingstraining. Wat? 12-12-2014. Onderdeel van de fysieke voorbereiding. Dag van de Trainer (13/12/2014) HOUDINGSTRAINING Onderdeel van de fysieke voorbereiding Dag van de Trainer (13/12/2014) Houdingstraining Wat? raakvlakken met stabilisatietraining hypes o.a., Core stability, Performance Stability, FMS,

Nadere informatie

Beroepsopdracht Het weten en meten van de core stability in de fysiotherapeutische praktijk.

Beroepsopdracht Het weten en meten van de core stability in de fysiotherapeutische praktijk. 762013 Beroepsopdracht Het weten en meten van de core stability in de fysiotherapeutische praktijk. Titel: Studenten: Coach: Opdrachtgever: Opleiding: Het weten en meten van de core stability in de fysiotherapeutische

Nadere informatie

Provocatietesten en Mobiliteitstesten van het SI-gewricht: Validiteit & Betrouwbaarheid. Reader

Provocatietesten en Mobiliteitstesten van het SI-gewricht: Validiteit & Betrouwbaarheid. Reader Reader Provocatietesten en Mobiliteitstesten van het SI- Gewricht Anatomie en diagnostiek van het SI-gewricht Hans Denneman & Guido Stam, juni 2008 Inleiding De afgelopen tien / vijftien jaar is men met

Nadere informatie

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S

I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S I. B E W E G I G E E A S S E S T E L S E L S Beweging is relatief. Beweging is een positieverandering van "iets" ten opzichte van "iets anders". Voor "iets" kan van alles worden ingevuld: een punt, een

Nadere informatie

Wat is een diastase? Sterkher Fundamentals

Wat is een diastase? Sterkher Fundamentals Wat is een diastase? Sterkher Fundamentals Wat is een diastase? Een diastase is het uitrekken of dunner worden van de linea alba. De linea alba is het bindweefsel dat de twee helften van je voorste buikspieren

Nadere informatie

1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. 2- Passieve ROM Extensie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec.

1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. 2- Passieve ROM Extensie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec. Notities: 1- Stretchen Flexie - Sets:3 / Vasthouden:10sec / Rust:10sec Ga op handen en knieën liggen (vierpuntspositie) met je knieën recht onder je heupen en je handen recht onder je schouders. Je rug

Nadere informatie

Trainingsrichtlijn Core Stability -Basics-

Trainingsrichtlijn Core Stability -Basics- Trainingsrichtlijn Core Stability -Basics- Uitleg voor de patiënt Oefening 1 en 2 zijn gericht op het activeren van de musculus tranversus abdominis (TVA). Middels het bewust en gecontroleerd aanspannen

Nadere informatie

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Informatie & behandeling. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Informatie & behandeling. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Informatie & behandeling Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Inleiding U bent patiënt op de afdeling neurologie van het IJsselland Ziekenhuis

Nadere informatie

Gebaseerd op wat? Het bekken; stabiliteit bekeken vanuit een anatomisch en biomechanisch perspectief. Wat is (in)stability? Wat voelen we?

Gebaseerd op wat? Het bekken; stabiliteit bekeken vanuit een anatomisch en biomechanisch perspectief. Wat is (in)stability? Wat voelen we? Het bekken; stabiliteit bekeken vanuit een anatomisch en biomechanisch perspectief Dr. Annelies Pool-Goudzwaard Department of Neuroscience Erasmus MC Rotterdam Wat is (in)stability? Termen gebruikt in

Nadere informatie

Auteur(s): Faber H, Lagerberg A Titel: Tillen en buikspieren Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): Faber H, Lagerberg A Titel: Tillen en buikspieren Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): Faber H, Lagerberg A Titel: Tillen en buikspieren Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 82-100 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Implementatieplan Flexchair-RBT

Implementatieplan Flexchair-RBT Implementatieplan Flexchair-RBT Job van der Bos & Sarah de Groot Beroepsopdracht Flexchair RBT, Amsterdam School of Health Professions - 1 - Auteur: Job van der Bos Sarah de Groot Opleiding: Hogeschool

Nadere informatie

Inspectie, anatomische structuren en palpatie liggend

Inspectie, anatomische structuren en palpatie liggend Inleiding tot het orthopedisch onderzoek 1 2.3. ENKEL EN VOET 2.3.1. Inspectie in staande houding m. gastrocnemius Calcaneum Valgushoek achillespees met hiel Malleolus medialis en lateralis Lengtegewelf

Nadere informatie

DUALISTISCHE STABILITEIT EN KINEMATICA VAN HET SACRO-ILIACALE GEWRICHT. Dr.ROEL GAIJMANS

DUALISTISCHE STABILITEIT EN KINEMATICA VAN HET SACRO-ILIACALE GEWRICHT. Dr.ROEL GAIJMANS DUALISTISCHE STABILITEIT EN KINEMATICA VAN HET SACRO-ILIACALE GEWRICHT Dr.ROEL GAIJMANS DE BEKKENRING FUNCTIONEERT als EEN COMPROMIS TUSSEN TWEEBENIG RECHTOP LOPEN en VOORTPLANTING DE FUNKTIE VAN DE

Nadere informatie

6. Van welk deel van de wervelkolom is de vertebra prominens een onderdeel? 7. Hoe wordt de binnenste laag van het gewrichtskapsel genoemd?

6. Van welk deel van de wervelkolom is de vertebra prominens een onderdeel? 7. Hoe wordt de binnenste laag van het gewrichtskapsel genoemd? Examen anatomie januari 2009 1. Wat kan gesteld worden van slow twitch spiervezels? A. Ze hebben een groot agonistisch vermogen. B. Ze hebben een groot anaeroob vermogen. C. Ze hebben een groot aeroob

Nadere informatie

Beroepsopdracht. Stabiliteitstraining is effectief bij patiënten met chronische aspecifieke lage rugklachten

Beroepsopdracht. Stabiliteitstraining is effectief bij patiënten met chronische aspecifieke lage rugklachten Hogeschool van Amsterdam ASHP, opleiding Fysiotherapie Beroepsopdracht Door: Miranda Arts Simone Lakeman Elleke Moerke Stabiliteitstraining is effectief bij patiënten met chronische aspecifieke lage rugklachten

Nadere informatie

Veel voorkomende specifieke rugaandoeningen zijn een lumbale hernia en een wervelkanaal vernauwing.

Veel voorkomende specifieke rugaandoeningen zijn een lumbale hernia en een wervelkanaal vernauwing. (Chronische) lage rugklachten en rompstabiliteit Zeven tot acht op tien personen krijgen ooit te maken met (a)specifieke lage rugpijn. Aspecifieke rugklachten zijn te definiëren als pijn in het gebied

Nadere informatie

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius Cursus Ontspanningsmassage Bijlage spieren. Trapezius De trapezius (monnikskapspier) is een ruitvormige spier boven aan de achterkant van het lichaam. De trapezius loopt van de schedelbasis tot aan het

Nadere informatie

Medical Taping bij M. Parkinson

Medical Taping bij M. Parkinson Medical Taping bij M. Parkinson Door: Josya Sijmonsma Fysiotherapeut en Medical Taping Instructor Binnen Europa neemt de bekendheid van het Medical Taping Concept het laatste decennium enorm toe. Veel

Nadere informatie

Rugmanagement. Hoe kun je rugklachten in de hand houden. Mark Vongehr, Fysio-/Manueeltherapeut. Medisch Centrum Aarveld

Rugmanagement. Hoe kun je rugklachten in de hand houden. Mark Vongehr, Fysio-/Manueeltherapeut. Medisch Centrum Aarveld Rugmanagement Hoe kun je rugklachten in de hand houden Mark Vongehr, Fysio-/Manueeltherapeut Rugmanagement Inleiding Anatomie en functie van de wervelkolom Belastingen van de wervelkolom tijdens houdingen

Nadere informatie

Buikspiertraining. De spieren aan de binnenkant zijn de transversus abdominus en de multifidus (de diepe rugspieren )

Buikspiertraining. De spieren aan de binnenkant zijn de transversus abdominus en de multifidus (de diepe rugspieren ) Uitgever : Damoi - Kwaï Nummer 71 17de jaargang 3de kwartaal 2014 Buikspiertraining Vervolg vorige editie De Zijkant Zoals je hebt kunnen zien bij de andere oefeningen wordt de zijkant van je buik - de

Nadere informatie

Rugklachten. www.fysiotherapie4all.nl info@fysiotherapie4all 076-5657133

Rugklachten. www.fysiotherapie4all.nl info@fysiotherapie4all 076-5657133 Rugklachten De wervelkolom bestaat uit de nekwervels, borstwervels, lendenwervels, heiligbeenwervels en het staartbeen. Op deze site staat een specifiek artikel over nekklachten geschreven en daarom worden

Nadere informatie

Anatomie. Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn drie antwoorden gegeven. Slechts één van deze antwoorden is het goede.

Anatomie. Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn drie antwoorden gegeven. Slechts één van deze antwoorden is het goede. Examenstichting Perimedische Opleidingen Diploma: sportmassage, massage, wellness massage 22 januari 2010, Beschikbare tijd: 60 minuten Anatomie Aanwijzing: Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn

Nadere informatie

Auteur(s): H. Faber Titel: De polyarticulaire buikspieren Jaargang: 16 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:

Auteur(s): H. Faber Titel: De polyarticulaire buikspieren Jaargang: 16 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: Auteur(s): H. Faber Titel: De polyarticulaire buikspieren Jaargang: 16 Jaartal: 1996 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 119-133 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt

Nadere informatie

Polar 3. Muscle patterning non-structural shoulder

Polar 3. Muscle patterning non-structural shoulder Polar 3 Muscle patterning non-structural shoulder Werkgroep Instabiliteit Schouder Ellen Grobben Bas Hassels Mönning Wendy Lever Eric Melchert Marike Bisschop Karin Hemmer Joyce Olde Scholtenhuis Stanmore

Nadere informatie

Conservatieve behandeling van lage rugklachten

Conservatieve behandeling van lage rugklachten 6074p ORT.039/1209.CV Zorgcommunicatie www.amphia.nl Conservatieve behandeling van lage rugklachten Wervelkolom Orthopedie Inleiding Deze folder geeft u meer informatie over uw lage rugklachten, welke

Nadere informatie

Conservatieve behandeling van lage rugklachten

Conservatieve behandeling van lage rugklachten Conservatieve behandeling van lage rugklachten Wervelkolom Orthopedie Inleiding Deze folder geeft u meer informatie over uw lage rugklachten, welke u met uw behandelend orthopeed besproken heeft. Anatomie

Nadere informatie

Assess & Correct ASSESS & CORRECT 7/07/17. Deel II

Assess & Correct ASSESS & CORRECT 7/07/17. Deel II Assess & Correct Deel II 1. Assessment strategie 2. Neurowetenschappen 3. First Things First 4. Assessment - Score criteria 5. Ademhalings assessment - Chemisch - Neurologisch - Mechanisch - Ademhalingsscreen

Nadere informatie

5.3. Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari keer beoordeeld. Inleiding

5.3. Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari keer beoordeeld. Inleiding Opdracht door Iris 2624 woorden 28 januari 2015 5.3 15 keer beoordeeld Vak LO Inleiding Met BSM hebben wij de opdracht gekregen om een trainingsschema te maken om jezelf te verbeteren op verschillende

Nadere informatie

TRAININGSPLAN XCO-TRAINER

TRAININGSPLAN XCO-TRAINER TRAININGSPLAN XCO-TRAINER HET PRINCIPE VAN XCO-TRAINING. Nieuw explosieve training met maximaal resultaat. Door actieve bewegingsvormen kan de mechanische belastbaarheid van spieren, het bindweefsel in

Nadere informatie

Patient gegevens. Patiënt gegevens. Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153

Patient gegevens. Patiënt gegevens. Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153 Patient gegevens Patiënt gegevens Naam: Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153 Postcode: 2011CG Haarlem Geboortedatum: 5-6-1996 Leeftijd: 20 Geslacht: V Telefoon: 0616287075 Telefoon mobiel: Telefoon werk: Email:

Nadere informatie

Bewegingsleer Deel III De romp en wervelkolom

Bewegingsleer Deel III De romp en wervelkolom Bewegingsleer Deel III De romp en wervelkolom Bewegingsleer Deel III De romp en de wervelkolom I.A. Kapandji Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij

Nadere informatie

GYNAECOLOGIE. In overleg met de gynaecologen hebben wij een oefenschema opgesteld om u zo snel mogelijk na de operatie te activeren.

GYNAECOLOGIE. In overleg met de gynaecologen hebben wij een oefenschema opgesteld om u zo snel mogelijk na de operatie te activeren. GYNAECOLOGIE Oefenschema na gynaecologische operatie Het doel van de oefeningen In overleg met de gynaecologen hebben wij een oefenschema opgesteld om u zo snel mogelijk na de operatie te activeren. Bij

Nadere informatie

Oefenprogramma Core Stability

Oefenprogramma Core Stability Oefenprogramma Core Stability Een woordje uitleg Wat wordt er eigenlijk bedoeld met Core? Dit is in feite het gebied van de rug, de buik en het bekken. De romp is het centrum van de functionele bewegingsketen

Nadere informatie

10 december 2013 Pro Patria, Zoetermeer

10 december 2013 Pro Patria, Zoetermeer Sport Medisch Netwerk Zoetermeer 10 december 2013 Pro Patria, Zoetermeer Wie zijn wij? Pascal Matla Sportfysiotherapeut Corpus Activum Robert van Oosterom Sportarts MCH Haaglanden Carola Dijkers Sportarts

Nadere informatie

Fysius werkt samen met u aan een leven zonder rugpijn.

Fysius werkt samen met u aan een leven zonder rugpijn. Rugpijn? Rugpijn is niet vanzelfsprekend Volgens het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) heeft 1 op de 5 volwassenen last van terugkerende rugklachten. Dit zijn 2,6 miljoen mensen die

Nadere informatie

Fysiotherapie na een hernia-operatie

Fysiotherapie na een hernia-operatie Fysiotherapie na een hernia-operatie Albert Schweitzer ziekenhuis maart 2015 pavo 0292 Inleiding U bent in het Albert Schweitzer ziekenhuis geopereerd aan een hernia in uw rug. In deze folder willen wij

Nadere informatie

Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair

Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Romphouding en Beweeglijkheid Bureaustoel versus Flexchair Thijs Hartveld Stagiair McRoberts Opleiding Bewegingstechnologie Den Haag Februari 2013 Achtergrond Veldon VelDon is gestart met een dynamisch

Nadere informatie

Diagnostiek aan de schoudergordel. Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel)

Diagnostiek aan de schoudergordel. Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel) Diagnostiek aan de schoudergordel Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel) Doorsnede art. humeri bicepspees, loopt door bovenkant van kapsel en voorkomt inklemming van kapsel in gewrichtsspleet

Nadere informatie

Dr. Stuart M. McGill professor of spine biomechanics at the University of Waterloo (Waterloo, ON, Canada. In edit board van:

Dr. Stuart M. McGill professor of spine biomechanics at the University of Waterloo (Waterloo, ON, Canada. In edit board van: 1 Dr. Stuart M. McGill professor of spine biomechanics at the University of Waterloo (Waterloo, ON, Canada In edit board van: 2 Persoonlijk veilig ruggebruik is de belangrijkste weg naar de preventie van

Nadere informatie

Coretraining voor lopers. Core training voor lopers. Take Home

Coretraining voor lopers. Core training voor lopers. Take Home Coretraining voor lopers @jordivanzelst Core training voor lopers Jordi van Zelst Manueel Fysiotherapeut Performance Coach Sportgek 2 Take Home Messages Practice What You Preach Doseren is key let op belasting

Nadere informatie

TRAININGSPLAN. Buikspieren

TRAININGSPLAN. Buikspieren TRAININGSPLAN Buikspieren Buikspieren, waarom zijn deze spieren belangrijk? Al een lange tijd benadrukken fitnessexperts het belang van een sterke kern. Dat houdt in: sterke buik- en rugspieren. Bewegingsexperts

Nadere informatie

Zwanger (geweest)? Spieren rondom uw bekken trainen? Klachten voorkomen en/of verminderen? voorkom bekkenpijn FYSIOHOLLAND

Zwanger (geweest)? Spieren rondom uw bekken trainen? Klachten voorkomen en/of verminderen? voorkom bekkenpijn FYSIOHOLLAND FYSIOHOLLAND voorkom bekkenpijn Zwanger (geweest)? Spieren rondom uw bekken trainen? Klachten voorkomen en/of verminderen? De therapeuten van FysioHolland geven tips. Veel vrouwen krijgen tijdens of na

Nadere informatie

Plank Challenge. Wat is de Core en waarom is core-training zo belangrijk? Door Personal Trainer: Ginny Mulders

Plank Challenge. Wat is de Core en waarom is core-training zo belangrijk? Door Personal Trainer: Ginny Mulders Plank Challenge Wat is de Core en waarom is core-training zo belangrijk? Door Personal Trainer: Ginny Mulders 1 Plank Challenge Wat is de Core? Inhoudsopgave 1. Plank Challenge en E- Book over de Core...

Nadere informatie

Training en praktische beweegadviezen. Voor kwetsbare groepen

Training en praktische beweegadviezen. Voor kwetsbare groepen Training en praktische beweegadviezen Voor kwetsbare groepen Onderwerpen Trainingsleer Richtlijnen voor het trainen Praktische oefeningen Trainingsleer Trainingsprincipes Trainingsvariabelen Training stijl

Nadere informatie