Veranderingen in het radio- en televisielandschap
|
|
- Nele Eilander
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Maandelijks tijdschrift Jaargang 55 nr augustus 2000 ISSN Veranderingen in het radio- en televisielandschap in dit nummer... Veranderingen in het radio- en televisielandschap... 1 Media en internet Op zoek naar synergieën Internationaal beursoverzicht Debatavonden KUL Perspectieven R adio en televisie zijn typische exponenten van de twintigste eeuw. In de Verenigde Staten werden deze media al vanaf het begin door de vrijemarktwerking beheerst. In Europa daarentegen ontstonden zij als nationale overheidsmonopolies met strikte regulering. Dat werd verantwoord door de relatieve schaarste aan frequenties, het streven naar een universele dienstverlening en de grote potentiële impact van de audiovisuele media op de publieke opinie. Dankzij de introductie van nieuwe technologieën die de zendcapaciteit aanzienlijk verhoogden, en later gesteund door de Europese liberalisering, brak de vrijemarktwerking vanaf de tweede helft van de jaren tachtig ook in de meeste Europese landen door. Het succes van nieuwe commerciële omroepen leidde er tot scherpe concurrentie op de nationale markten, die echter nog steeds in belangrijke mate door culturele barrières van elkaar gescheiden blijven. In de komende jaren zal de doorbraak van digitale televisie het zendaanbod verder doen toenemen en tegelijk een groter deel van de marktmacht naar individuele kijkers verschuiven. Dat houdt een risico van oververzadiging in, waardoor de levensvatbaarheid van een aantal commerciële zenders op termijn allicht in het gedrang zal komen. In zo n omgeving zal ook het debat over de rol van de openbare zenders voortdurend aan de orde blijven. De moderne audiovisuele media hebben hun technologische wortels in de telegrafie. In 1895 gebruikte Marconi voor het eerst opgewekte elektromagnetische golven om gegevens draadloos over te brengen over een korte afstand. Vier jaar later overbrugde hij het Kanaal en in 1901 de Atlantische Oceaan. Het gebruik van de radio tijdens de Eerste Wereldoorlog stimuleerde het ontstaan van radiostations in zowat alle westerse landen vanaf de jaren twintig. Het principe van televisie ontstond in 1884, toen de Poolse student Nipkow een methode ontwierp om beelden mechanisch af te tasten. In 1925 bracht de Schotse uitvinder Baird voor het eerst een televisiebeeld draadloos over, en vier jaar later startte de BBC met experimentele tv-uitzendingen. Een grote stap voorwaarts volgde in 1931 met de uitvinding van de iconoscoop, die beelden elektronisch kon aftasten, zodat het aantal beeldlijnen steeg en de schermdefinitie verbeterde. De televisie verspreidde zich in de Verenigde Staten (VS) vlak na de Tweede Wereldoorlog, gemiddeld tien jaar vroeger dan in Europa, dat toen noodgedwongen meer prioriteit gaf aan de economische wederopbouw. Ook vandaag nog ligt het aantal tv-toestellen Economisch Financiële Berichten 1
2 per inwoners in de VS significant hoger dan in de meeste Europese landen, al moeten de cijfers hierover in grafiek I wat worden genuanceerd. Voor de Europese landen slaan de betrokken cijfers immers op het aantal toegekende vergunningen en zijn zij, als gevolg van het zwartkijken, naar gelang van het land wellicht met zo n 10 tot 40 % onderschat, terwijl het voor de VS gaat om ramingen van het werkelijke aantal toestellen. Overigens blijkt de penetratie van televisie zowel in Europa als in de VS sinds het midden van de jaren tachtig enigszins te stagneren. Marktwerking versus publieke voorziening In de VS werden de audiovisuele media al vanaf de vroegste ontwikkelingsfasen gedomineerd door de vrijemarktwerking, met als voornaamste financieringsbron het tegen betaling uitzenden van reclameboodschappen. Wie wou uitzenden, moest wel een overheidsvergunning hebben, maar er werden nauwelijks beperkingen opgelegd. Aangezien het spectrum slechts een beperkt aantal frequenties telt, leidde de wildgroei van radiostations in de VS al snel tot een overbevolking van de ether. Om hierin wat meer orde te brengen, werd in 1927 de Federal Communications Commission (FCC) belast met het beheer van de frequenties. De FCC schrapte enkele licenties en moedigde tegelijk de start van nieuwe stations aan in minder dicht bevolkte en dus economisch minder interessante gebieden. In de jaren dertig werd de FCC ook bevoegd voor de toekenning van televisielicenties. Tot 1960 beperkte zij zich daarbij vrijwel uitsluitend tot een controle op de concentratie van stations. Voor het overige bestonden er nauwelijks regelgevende restricties. De FCC was in principe wel belast met een zeker toezicht op de inhoud van de programmatie, maar deze bevoegdheid was omstreden, en zij trachtte dan ook eerder te overtuigen dan te verplichten. Het gevolg was dat ook het televisieaanbod in de VS al snel een indrukwekkende expansie vertoonde. Geleidelijk vormden zich drie nationale netwerken (ABC, NBC en CBS), die zelf een aantal stations bezitten en daarnaast hun programma s via honderden geaffilieerde stations uitzenden. Kritiek op het ongebreidelde commercialisme, waarbij reclame aan weinig regels onderworpen was en de inhoudelijke kwaliteit van de programma s te wensen overliet, leidde in de jaren zestig tot een verscherping van het toezicht en in 1967 tot de oprichting van het openbare netwerk Public Broadcasting Service. Dat netwerk telt een 300-tal stations die vooral drama, concerten en educatieve programma s uitzenden en daarmee gemiddeld minder dan 3 % van de kijkers weten te verleiden. Zij halen hun inkomsten bij de federale en staatsoverheden, kijkers, universiteiten, programmaverkoop, en in beperkte mate uit reclame. In 1987 kwam ten slotte nog een vierde commercieel netwerk tot stand, Fox TV. Momenteel tellen de VS ongeveer commerciële televisiestations die via de ether uitzenden. Daarvan zijn er zo n 60 % bij een netwerk aangesloten en werken er ongeveer 40 % onafhankelijk. Helemaal anders dan in de VS, werd de organisatie van radio en televisie in Europa aanvankelijk opgevat als een publieke dienstverlening, onderworpen aan strikte regels. De relatieve schaarste aan frequenties werd in Europa meteen aangegrepen om tot rantsoenering over te gaan en zo de chaotische toestanden te vermijden die zich op dit vlak in de VS hadden voorgedaan. In de meeste Europese landen berustten de eigendom en/of het beheer van de radiogolven bij de autoriteiten voor telegrafie en telefonie, waaruit de radioen tv-technologie was ontstaan. Vrijwel alle 2
3 Belgische radio en televisie: historische ontwikkeling De Belgische radiogeschiedenis begon in 1923, met de inhuldiging van de Franstalige Radio Belgique. Vijf jaar later zond de Vlaamse Radio Vereniging uit vanuit de dierentuin in Antwerpen, en waren ook al lokale privé-zenders in de ether, zoals de Antwerpse Radio t Kerkske. Deze lokale zenders waren de voorlopers van de naoorlogse gewestelijke omroepen. De openbare zender zag in 1930 het levenslicht onder de naam Nationaal Instituut voor de Radio-Omroep (NIR). In februari 1931 volgde de eerste radio-uitzending van het NIR. In datzelfde jaar werd het luistergeld ingevoerd, waarvan het NIR 90 % opstreek. In 1934 had 7 % van de Belgische inwoners een geregistreerd radiotoestel. Tegen 1939 was dat percentage al bijna verdubbeld. Tijdens de Tweede Wereldoorlog installeerde de Duitse bezetter Sender Brüssel, terwijl het NIR noodgedwongen twee stations oprichtte in Londen, naast afdelingen in New York en Belgisch Congo. Na de oorlog kende de openbare omroep een sterke uitbreiding. De Congolese afdeling werd de Wereldomroep, en gewestelijke omroepen vulden volgens een beurtrol de zendtijd van het tweede programma. Ook het aantal geregistreerde radiotoestellen ging in de naoorlogse decennia weer de hoogte in: van 16 % van de bevolking in 1949 naar 40 % in Daarna vertraagde de groei (a). De eerste experimentele televisie-uitzendingen in België vonden plaats in 1932, maar werden stopgezet toen bleek dat zij de radio-uitzendingen verstoorden. Pas op 31 oktober 1953 deed de televisie zijn definitieve intrede, aanvankelijk voor een publiek van slechts enkele honderden mensen. Het zou nog vijf jaar duren vooraleer de nationale televisieprogramma s het volledige grondgebied konden bestrijken en het kijkgeld werd ingevoerd. Eind jaren vijftig waren er in België ruim tv-bezitters. In 1975 was dat aantal meer dan vertienvoudigd tot 250 toestellen per inwoners. Daarna vertraagde de stijging tot 350 per inwoners in 1998 (b). In 1971 deed de kleurentelevisie zijn intrede en startte ook de kabeltelevisie in België. Het NIR werd in 1960 opgedeeld in BRT, RTB en het in 1977 afgeschafte Instituut van de Gemeenschappelijke Diensten. Elf jaar later werden radio en televisie onder invloed van het federaliseringsproces bevoegdheden van de cultuurgemeenschappen. Dit proces ging in 1979 verder met de oprichting bij decreet van de Belgische Radio en Televisie Nederlandse Uitzendingen, een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid. Inmiddels was ook het tweede net opgericht (1977). De noodzakelijke sanering van de overheidsfinanciën confronteerde de Belgische openbare omroep in de jaren tachtig nog meer dan de publieke omroepen in andere landen met een chronisch gebrek aan financiële middelen. Halfweg de jaren tachtig moest hij rondkomen met een budget dat tot de helft lager lag dan dat van vergelijkbare buitenlandse omroepen. Bovendien kwam er een aanzwellende golf van kritiek op de politisering en de bureaucratie van de openbare omroep. Die kritiek kwam niet alleen uit politieke hoek telkens wanneer een partij haar ideeëngoed te weinig op het scherm herkende, maar was ook afkomstig van diverse economische groepen. Het wettelijk televisiemonopolie van de BRT verdween in Vlaanderen na de goedkeuring van het kabeldecreet begin In 1989 ging de commerciële zender VTM succesvol van start, in 1995 gevolgd door VT4. Als reactie hierop zocht de openbare omroep, aanvankelijk zonder veel succes, naar een duidelijker profilering op de Vlaamse televisiemarkt. In uitvoering van nieuwe decreten van de Vlaamse Raad werd in 1996 haar managementstructuur grondig gewijzigd en begin 1998 werd zij herdoopt tot VRT (Vlaamse Radio- en Televisieomroep), een naamloze vennootschap van publiek recht, met de Vlaamse Gemeenschap als enige aandeelhouder. In 1997 werd met de Vlaamse Gemeenschap een eerste beheersovereenkomst gesloten die meetbare doelstellingen inzake programmatie, strategie en personeels- en financieel beleid vastlegt, en de nodige middelen bepaalt om deze doelstellingen te bereiken. In datzelfde jaar volgde een herprofilering van het eerste net, TV1, en van de nieuwsberichtgeving, en werd het tweede net, TV2, gesplitst in de jongerenzender Ketnet en de duidings-, sport- en cultuurzender Canvas. Een en ander heeft ertoe geleid dat de televisiekanalen van de VRT, na een forse achteruitgang in de eerste helft van de jaren negentig, hun aandeel op de Vlaamse televisiemarkt opnieuw konden opkrikken van 23 % in 1995 tot 31 % in (a) De laatst beschikbare cijfers dateren van 1987 en geven een penetratiegraad van 47 %. Sindsdien zijn enkel nog gegevens voorhanden over het aantal autoradio s, omdat de belasting op andere radiotoestellen afgeschaft is. Merk bovendien op dat enkel de aangegeven toestellen in deze cijfers vervat waren, het echte aantal radiotoestellen was ongetwijfeld een veelvoud hiervan. (b) Het gaat hier om de aangegeven toestellen. Een schatting van het werkelijke aantal komt uit op zo n 450 toestellen per inwoners. Nr. 7 /
4 West-Europese omroepen ontstonden dan ook als openbare monopolies (1), gefinancierd door gemeenschapsgelden, meestal in de vorm van kijk- en luistergeld. Eens een monopolie toegekend, was strenge regelgeving nodig om de gevangen luisteraars en kijkers een universele dienstverlening, een passende kwaliteit en verscheidenheid van programma s te waarborgen. De invloedrijke geschreven pers lobbyde bovendien succesvol voor belangrijke beperkingen op het uitzenden van reclame. Het model van publieke dienstverlening werd in Europa ook nog verantwoord met het argument dat de omroepen een grote potentiële invloed op de publieke opinie en het kijkersgedrag hebben. Een overheidsmonopolie moest meer garanties bieden inzake objectiviteit en pluralisme, maar had in de praktijk als schaduwzijde dat de omroepen ook erg kwetsbaar werden voor politisering. Wel bestonden er op dit vlak grote verschillen tussen de Europese landen. In Frankrijk oefende de regering onder De Gaulle in een traditie van sterke staat en centralisatie de facto een heel sterke controle uit over de informatieverspreiding via de media. Duitsland anderzijds had na de oorlog Grafiek I Aantal televisietoestellen per inwoners België Duitsland Frankrijk Nederland VK VS Bron: Eurostat. KBC Bank CPX071 het misbruik van de media door de nazi s nog vers in het geheugen en was dan ook allergisch voor elke vorm van politieke manipulatie van de media. De deelstaten werden er de bevoegde autoriteit voor de openbare omroepen, maar doordat sociaal significante groepen een vertegenwoordiging kregen in interne omroepraden kwam een zekere politisering toch weer snel om de hoek kijken. In het Verenigd Koninkrijk (VK) kreeg de BBC de status van onafhankelijke publieke vennootschap en gebeurde de beïnvloeding niet door interne kolonisatie, maar veeleer subtiel en vanop afstand. In Nederland verdeelden de omroepverenigingen, die elk een politieke zuil vertegenwoordigen (bv. de katholieke KRO, de protestantse NCRV, de liberaal-conservatieve AVRO, de socialistische VARA, enz.), de uitzendtijd, terwijl het beheer van studio s en technische productiemiddelen aan de overkoepelende NOS werd toevertrouwd. In België, ten slotte, vertaalde het streven naar pluralisme zich in politieke benoemingen in de hiërarchie en in de samenstelling van de raad van bestuur van de openbare omroep, waar de verschillende politieke partijen, eerst op nationaal niveau en vanaf de jaren zeventig in de verschillende taalgemeenschappen, de macht deelden. In de jaren zestig brak de televisie in Europa op grote schaal door en rond het begin van de jaren zeventig kreeg de kijkersbelangstelling een nieuwe impuls dankzij de introductie van de kleurentelevisie (zie grafiek I). De stijging van de kijkersaantallen zorgde voor fors toenemende inkomsten uit kijk- en luistergeld, zodat de openbare omroepen in de periode hun gouden tijdperk beleefden. Vanaf het midden van de jaren zeventig begon de groei van de televisiepenetratie evenwel te vertragen. Samen met de oplopende inflatie en begrotingstekorten zette dit de reële inkomstengroei van de openbare omroepen onder 4
5 Tabel I Internationale vergelijking van het televisielandschap Publieke Financiering Marktaandeel Commerciële # kanalen Marktaandeel zender openbare openbare zender gericht op binnenlandse sinds zender (%) (a) zenders (1997) sinds binnenland kanalen (excl. (in %) (jan 1999) (b) reg./lokale) (in %) VK 1936 D /70 99 Frankrijk 1948 D 44/R 49 (c) /76 97 Nederland 1951 D 69/R / Denemarken 1951 D 92 (d) /37 88 Duitsland 1952 D 78/R / België 1953 W: D 65/R27 W: 19 W:1987 W: 10/12 W: 51 Vl: D 69/R13 Vl: 28 Vl:1989 Vl: 13/9 Vl: 71 Portugal 1955 D 42/R /2 100 Spanje 1956 D 13/R /ca Italië 1957 D 56/R /ca Oostenrijk 1957 D 45/R /19 62 Zweden 1957 D /50 96 Finland 1958 D 74/R /3 92 Zwitserland 1958 D 71/R /26 50 Ierland 1961 D 35/R (e) 7/1 58 (a) De belangrijkste financieringsbronnen zijn de overheidsdotatie (D) en het uitzenden van reclamespots op televisie en radio (R). Daarnaast kan de omroep vaak nog een beroep doen op andere commerciële inkomsten, bv. uit de verkoop van programma s, de verkoop van magazines, de verhuur van materiaal, sponsoring, enz. Die zijn minder belangrijk en daarom niet opgenomen in de tabel. (b) Het linkse cijfer geeft de som van het aantal nationale kanalen, overgedragen via de ether, via de kabel of via de satelliet, en de kanalen die zich vanuit het buitenland specifiek op de nationale markt richten. Het rechtse cijfer geeft het aantal regionale of lokale zenders. (c) Cijfers voor France 2; France 3 wordt voor 60 % met gemeenschapsgeld en voor 30 % met reclame gefinancierd. (d) Cijfers voor Danemarks Radio; de andere openbare omroep TV2 wordt voor 22 % met gemeenschapsgeld en voor 70 % met reclame gefinancierd. (e) Commerciële televisie was toegestaan vanaf De Ierse reclamevijver bleek echter te beperkt opdat, naast de geschreven pers en de openbare omroep RTE, ook een commerciële zender erin zou kunnen vissen. Het duurde uiteindelijk tien jaar voor een kapitaalverschaffer het aandurfde. Bronnen: European Audiovisual Observatory (1999) en OECD Communications Outlook (1999). druk. Forse jaarlijkse verhogingen van het kijken luistergeld waren politiek immers onpopulair. Omgekeerd stegen de kosten van de omroepen nog sneller dan de algemene inflatie. In die context vormde reclame als onzichtbare last op de consument een aantrekkelijke alternatieve inkomstenbron. De meeste openbare omroepen, met uitzondering van de Belgische, de Britse BBC en enkele Scandinavische, schakelden dan ook gaandeweg over op gemengde financiering. Dat impliceerde overigens niet dat zij zich ook in hun algemeen aanbod van programma s commerciëler moesten opstellen, want noch op de kijkersmarkt, noch op de reclamemarkt hadden zij concurrentie. Marktwerking verovert Europa In 1980 lieten in Europa enkel het VK en Finland een commerciële omroep toe, terwijl in Italië door een hiaat in de wet vanaf 1976 ongereguleerde netwerken van lokale commerciële zenders waren ontstaan. Vanaf het midden van de jaren tachtig maakte de dominantie van overheidsmonopolies plaats voor meer marktwerking (zie tabel I). Dat had twee oorzaken. Ten eerste was er de technologische vooruitgang die de capaciteitsbeperking, verbonden aan de schaarste aan frequenties in de ether, aanzienlijk reduceerde. Televisiesignalen Nr. 7 /
6 konden niet enkel meer via elektromagnetische golven van zendmast naar ontvangstantenne gestuurd worden, maar ook via kabelnetwerken en schotelantennes de huiskamer bereiken. Een tweede factor was de deregulering en de afbouw van de nationale overheidsmonopolies. Daarbij fungeerde de liberalisering van de Europese omroepmarkt als katalysator. De Europese richtlijn Televisie zonder Grenzen van 1989, herzien in 1997, bepaalde immers dat alle programma s uitgezonden door omroepen uit de EU vrij verdeeld mochten worden in alle EU-lidstaten, op voorwaarde dat ze de wetgeving van het thuisland respecteerden. Inzake de uitbouw van kabeldistributienetwerken namen in Europa vooral de kleinere, dichtbevolkte landen het voortouw. In België, Nederland, Luxemburg en Zwitserland zijn ondertussen al ongeveer 90 % van de gezinnen op het kabelnet aangesloten. Grote landen (o.a. Spanje, Frankrijk en het VK) begonnen later met de aanleg van kabelinfrastructuur. Zij maken momenteel een inhaalbeweging. Directe satelliettelevisie is globaal nog niet zo sterk ingeburgerd, maar kent een sterke groei Tabel II Penetratie van kabel- en satelliettelevisie: een internationale vergelijking (1997) Penetratie Gemiddeld Penetratie kabel aantal satelliet (in %) aangeboden (in %) zenders via kabel Nederland België Luxemburg Zwitserland VS 65 n.b. 9 Zweden Noorwegen Duitsland Frankrijk VK Spanje Italië 0 3 Bron: OECD Communications Outlook (1999). die vermoedelijk nog een tijdlang zal aanhouden (zie tabel II). Inzake deregulering waren vooral de grote Europese landen de koplopers. Het VK kende met de 14 ITV-zenders, die elk over een regionaal uitzend- en reclamemonopolie beschikten, en Channel 4, dat door ITV werd gefinancierd, al langer commerciële zenders, maar die concurreerden niet met elkaar. In de jaren tachtig verscherpte de mededinging, wat in 1990 culmineerde in de veiling van de ITV-vergunningen aan de hoogste bieder, die wel bepaalde kwaliteitseisen in acht moest nemen. Frankrijk kreeg in 1984 de betaalzender Canal Plus, en in 1985 de volledig met reclame gefinancierde zender La Cinq. Deze ging in 1992 failliet in de concurrentieslag met het in 1987 geprivatiseerde TF1, tot dan de belangrijkste openbare zender. Deze privatisering is tot op heden uniek in Europa. In Duitsland lieten sommige deelstaten commerciële omroepen toe, terwijl andere ze verboden. De kabelvergunningen, satellietcapaciteit en nieuwe landelijke frequenties werden echter door de federale Bundespost toegekend, zodat de commerciële zenders die in één deelstaat waren erkend, de facto het hele land konden bestrijken. Dat gaf aanleiding tot heel wat controverse. Een arrest van het Duitse hooggerechtshof, dat de verdere ontwikkeling van de openbare zenders als voorwaarde stelde en een vrij strikte gedragscode oplegde aan de commerciële omroepen, bracht in 1986 weer consensus. Kleinere, dichtbevolkte landen zoals Nederland en België gingen pas later tot deregulering over. Via die kabel boden zij al een ruim gamma van buitenlandse (publieke) zenders aan, zodat hun eigen omroepen de facto al concurreerden en de consument minder te winnen had bij vrijmaking. Bovendien leefde de verwachting dat hun relatief kleine mediaindustrie weinig van een deregulering zou pro- 6
7 fiteren en dat de vrijmaking van de televisiemarkt integendeel zou leiden tot meer invoer van buitenlandse programma s en een afbouw van het eigen openbaar aanbod. Naarmate de liberalisering op Europees vlak veld won, viel een bescherming van de nationale monopolies echter ook in deze landen steeds moeilijker vol te houden. Door de Europese richtlijn waren zij immers verplicht buitenlandse commerciële zenders op hun kabelnet toe te laten als die de wetgeving van hun thuisland naleefden. In anticipatie daarop effenden de regionale kabeldecreten in België het pad voor binnenlandse commerciële zenders. Het Waalse RTL-TVi sleepte in 1987 een erkenning voor negen jaar in de wacht, en VTM kreeg twee jaar later een tv-reclamemonopolie in Vlaanderen, aanvankelijk voor 18 jaar. In Nederland kwam RTL- Veronique, later herdoopt tot RTL4, in 1989 vanuit Luxemburg via satelliet op de kabel. Door de afbouw van de publieke monopolies nam het aantal televisiekanalen in Europa een hoge vlucht: in 1983 waren er nog geen vijftig (bijna uitsluitend openbare) kanalen in de EU, Zwitserland en Noorwegen samen (2), in 1999 was dat opgelopen tot niet minder dan 500, en dan nog zonder rekening te houden met de meer dan regionale zenders (zie tabel I blz. 5). Daarbij ontwikkelden zich ook enkele pan-europese zenders. Het gaat hier zowel over etnische zenders die landgenoten in het buitenland willen bereiken (bv. TVE, TRT en TV5) als over themazenders die zich tot welbepaalde doelgroepen richten (bv. Eurosport, CNN International, BBC World, MTV, National Geographic, enz.). Toch was de aanbodexplosie in de meeste Europese landen overwegend een nationaal en veel minder een grensoverschrijdend fenomeen. De taal- en culturele barrières zijn blijkbaar nog te groot om een echte binnenmarkt te creëren. Zeker in de grote landen rijven de eigen binnenlandse zenders het leeuwenaandeel van de markt binnen. Alleen in kleinere landen of regio s die dezelfde taal voeren als grotere buurlanden, zoals Oostenrijk, Zwitserland, Luxemburg, Ierland of Wallonië kapen de omroepen uit die buurlanden een derde tot de helft van de kijkers weg. Het marktaandeel van anderstalige buitenlandse zenders blijft evenwel in vrijwel alle Europese landen marginaal. Deze dynamiek van de omroepmarkt zorgde in Europa voor een forse toename van de vraag naar programma s, waaraan de EUproducenten, gehandicapt door de versnippering in talen en culturen en door geldgebrek, niet zelf konden voldoen. Dat was koren op de molen van de Amerikaanse programmamakers en netwerken, die zich in een concurrentieomgeving thuisvoelen, van de voordelen van een omvangrijke thuismarkt en de universele Engelse taal profiteren en over uitgebreide programmabibliotheken beschikken. Zij kunnen hun vaste kosten al in eigen land dekken, zodat de buitenlandse omzet bijna volledig winst is. Dankzij de nieuwe afzetmogelijkheden op de Europese markt konden de traditionele ethernetwerken in de VS hun krimpende resultaten op de thuismarkt gedeeltelijk compenseren. Ook in de VS zorgde de invoering van kabeldistributie vanaf 1975 immers voor een sterke uitbreiding van de capaciteit, waarvan tal van nieuwe commerciële (bv. CNN, USA Network, Nickelodeon, Discovery Channel, MTV) en betaalzenders (bv. Disney Channel, Movie Channel, Cinemax) gebruikmaakten om de concurrentie met de gevestigde netwerken aan te gaan. Niet-betalende commerciële kabelzenders palmen in de VS inmiddels meer dan 40 % van het publiek en een kwart van de reclamekoek in, en hun aandeel stijgt verder. Om in die meer concurrerende omgeving nog voldoende kijkers te lokken, besteden de traditionele netwerken fortuinen aan succesvolle shows, films en sport, wat hun winstmarge echter nog meer uitholt. De rol van deze net- Nr. 7 /
8 werken bestaat aldus in toenemende mate in het leveren van programma s aan onafhankelijke stations, het introduceren van shows die later voor veel geld worden verkocht, of, zoals bij ABC-Disney, het promoten van andere producten van de mediagroep. In 1997 kochten EU-zenders voor meer dan zes miljard USD Amerikaanse producties, bijna twintig keer meer dan in De EUproducenten ontvingen amper een tiende van dat bedrag aan inkomsten uit de VS, zodat het Europese mediadeficit tegenover de VS opliep tot zo n 5,5 miljard USD. Inspanningen van de Europese Commissie om de eigen audiovisuele productie te stimuleren, zowel door de creatie van een Europese binnenmarkt voor omroepdiensten als via een beperkte financiële ondersteuning, hebben die trend tot nog toe niet kunnen stoppen. De aanbeveling uit de richtlijn van 1989 dat een meerderheid van de films en televisieseries, uitgezonden door EU-omroepen, van Europese makelij moest zijn, bleef in de praktijk grotendeels een dode letter. Door de hogere vraag kwam ook de prijs van populaire programma s onder fors opwaartse druk, zowel in Europa als in de VS. Grafiek II Ontwikkeling van de Belgische audiovisuele industrie Bron: BTW-statistieken. Omzet (in miljarden BEF, linkse schaal) Aantal bedrijven (rechtse schaal) KBC Bank CPX072 In een versnipperd medialandschap worden programma s die hoge kijkcijfers halen voor concurrerende zenders steeds waardevoller. Vooral betaalzenders die met dit soort programma s zowel meer adverteerders als betalende kijkers kunnen lokken, zijn bereid om daarvoor een hoge prijs te betalen. Dat houdt het risico in dat sommige heel dure evenementen niet meer door het grote publiek kunnen worden bekeken. Daarom mogen de EU-lidstaten krachtens de vernieuwde richtlijn van 1997 een lijst van belangrijke evenementen opstellen die ongecodeerd moeten worden uitgezonden, zodat ook niet-betalende kijkers er toegang toe hebben. Wederzijdse erkenning tussen landen moet ervoor zorgen dat de verschillende zenders uit alle lidstaten deze lijsten respecteren. Door de deregulering, de marktexpansie en de herstructurering van de mediabedrijven die erop volgde, is de aanbodstructuur van de mediasector ondertussen bijzonder complex geworden. Horizontale integratie (ketens van televisiestations en/of radiozenders in handen van één eigenaar), kruismediabezit (belangen van persgroepen in audiovisuele media), verticale integratie (overnames van productiefaciliteiten of distributienetwerken door omroepen) of een combinatie daarvan creëerden grote grensoverschrijdende conglomeraten, die dan vaak nog met elkaar allianties aangingen. Op die manier trachten ze zowel hun reclameinkomsten te beschermen als mogelijke concurrenten de pas af te snijden door vroeg in nieuwe technologieën te investeren. Om het pluralisme van de media te garanderen, legden de meeste Europese landen wel beperkingen op inzake eigendom en kruismediabelangen. Ook de Europese Commissie ziet erop toe dat fusies en allianties niet tot te grote machtsconcentraties leiden. Van de 11 concentraties die zij sinds 1990 heeft verboden, waren er 5 in de mediasector (3). 8
9 Vlaams audiovisueel landschap in beweging De komst van commerciële televisie in Vlaanderen in 1989 werd door het publiek meteen goed onthaald. VTM oogstte veel succes met Vlaamse producties en artiesten van eigen bodem, en deed daarvoor in grote mate een beroep op externe productiehuizen, in tegenstelling tot de openbare omroep die bijna alle programma s in eigen huis maakte. Dit schudde de tot dan slapende Vlaamse audiovisuele industrie wakker. Het aantal bedrijfjes in de sector verdubbelde tot meer dan 1 000, en de omzet verdrievoudigde tussen 1988 en 1992 (zie grafiek II). In het beginjaar 1989 kaapte VTM meer dan een kwart van de kijkers weg, in de volgende jaren steeg dat aandeel tot bijna 40 % (zie grafiek III). De openbare omroep en de tot dan in Vlaanderen heel populaire Nederlandse zenders gingen fors achteruit. De komst van commerciële televisie veroorzaakte ook een aardverschuiving op de Vlaamse reclamemarkt (zie grafiek IV). Tussen 1988 en 1998 verdrievoudigde die markt in volume. Even belangrijk als dit volume-effect was de substitutie tussen de diverse reclamemedia. Televisie is nu met een marktaandeel van meer dan 40 % het voornaamste medium. Sinds de openbare omroep in 1991 het recht kreeg radioreclame uit te zenden, palmt ook radio een groter deel van de reclamekoek in. Dat ging ten koste van de geschreven pers, die haar aandeel zag slinken van 80 % in 1988 tot 60 % in 1989 en minder dan 40 % vanaf 1997 (4). Binnen de geschreven pers incasseerden de weekbladen, vooral de vrouwenen gezinsbladen, de hardste klappen. Dat werd aanvankelijk wel gecompenseerd door de dividenden die zij van VTM ontvingen. Het Vlaamse kabeldecreet bepaalde immers oorspronkelijk dat de geschreven pers een partici- Grafiek III Marktaandelen van de tv-zenders in Vlaanderen In % Bron: Studiedienst VRT. patie van minstens 51 % in de nieuwe zender moest aanhouden, juist als compensatie voor het verwachte verlies aan reclame-inkomsten. In vele andere landen waren dergelijke participaties daarentegen aan beperkingen onderworpen, om de onafhankelijkheid van de media te Grafiek IV Omzet op de reclamemarkt in Vlaanderen (in miljarden BEF) (a) Affichage Bioscoop Geschreven pers Radio Televisie VRT VTM Kanaal 2 VT4 NED Bron: Mediamark. (a) De vermelde cijfers zijn brutocijfers, gebaseerd op de officiële tarieven gehanteerd door de media, en houden geen rekening met kortingen, die soms fors oplopen. Dit geeft een vertekend beeld van het geheel. Omdat de kortingen bij televisie gemiddeld hoger liggen dan bij andere media, is het marktaandeel bovendien overschat. Over de netto reclamebestedingen zijn evenwel geen gestructureerde gegevens voorhanden. KBC Bank CPX KBC Bank CPX Nr. 7 /
10 vrijwaren. Keerzijde van het Vlaamse compromis was echter dat de aandeelhouders de zender meteen als een financiële melkkoe beschouwden, wat leidde tot spanningen met het management, een reeks ontslagen en aandeelhoudersherschikkingen (5). Bovendien kwam VT4, een commerciële zender met Britse licentie, begin 1995 op de Vlaamse kabel. De nieuwe zender werd met verrassend veel enthousiasme onthaald door adverteerders die eropuit waren om de prijzen voor tv-reclame te kelderen. Begin 1996 haalde VT4 een reclameaandeel van 30 %, dat nadien zou terugvallen tot een vrij stabiele 20 %. Het tweede kanaal dat VTM ter verdediging had opgericht, bracht niet het verhoopte succes, zodat de omroep ook financieel door een diep dal ging en zich uiteindelijk gedwongen zag om fors te snoeien in haar budgetten voor grote producties. Dat had pijnlijke gevolgen voor de Vlaamse audiovisuele industrie. De totale omzet van die industrie kromp in 1994 en belandde in de daaropvolgende jaren op een trager groeipad (zie grafiek II blz. 8). Dankzij deze sanering en de omschakeling op een beleid van winstreservering in plaats van -uitkering geraakte VTM financieel opnieuw op het juiste spoor. In 1998 sneuvelden wel haar wettelijk reclamemonopolie en de verplichte meerderheidsparticipatie van de geschreven pers, nadat de Europese Commissie ze in een beschikking van juni 1997 strijdig had bevonden met de Europese concurrentieregels. De concurrentie op de Vlaamse kijkersmarkt blijft inmiddels hevig. Niet alleen de nieuwe concurrent VT4, maar ook de openbare omroep knabbelde aan het marktaandeel van VTM. Na een dieptepunt in 1995 werd de openbare omroep begin 1996 grondig geherstructureerd, en nog een jaar later werd hij een naamloze vennootschap van publiek recht, herdoopt tot VRT. Een beheersovereenkomst van vier jaar legde doelstellingen inzake programma-aanbod, kijkcijfers, e.d. vast en koppelde de verhoging van het budget aan hun realisatie (zie ook kadertekst blz. 3). De hervorming sloeg alvast aan bij het publiek, maar lokt anderzijds de kritiek uit dat de VRT nu te veel de commerciële toer opgaat. Voor dit dilemma zien echter zowat alle Europese openbare zenders zich geplaatst. De versnippering van het Vlaamse televisielandschap werd verder in de hand gewerkt door de opkomst van commerciële thema-, doelgroepen-(6), en regionale zenders. Momenteel telt Vlaanderen 10 erkende regionale zenders, die elke dag één programma brengen en dat dan in lus herhalen, afgewisseld met reclameblokken. Doordat aldus tv-reclame nu ook binnen het bereik van kleinere budgetten kwam, veroorzaakte dat een nieuwe verschuiving van reclamebudgetten van de lokale geschreven pers naar televisie. Betaaltelevisie is in Vlaanderen dan weer niet zo populair. Dat houdt verband met de hoge kabelpenetratie en het relatief grote aantal gratis te bekijken zenders. Terwijl het Vlaamse televisielandschap grondig hertekend werd, behield de openbare omroep tot voor kort zijn monopolie op landelijke radio. De VRT exploiteert 5 radionetten, die in de tweede helft van 1999 ongeveer 83 % van de luisteraars aantrokken. Ruim 10 % luistert naar lokale privé-radio s, die over veel minder zendcomfort beschikken dan de VRT (7), minder dan 5 % naar buitenlandse zenders, en de rest naar kabelradio. Sinds 1998 mogen lokale radio s samenwerken op het vlak van informatiegaring, aanmaak van programma s en reclamewerving, en mogen kabelradio s zich tot het hele Vlaamse grondgebied richten. Hoewel sindsdien al een aantal kabelradio s zijn ontstaan, blijven zij een marginaal fenomeen, onder meer omdat zij de grote groep van autoluisteraars niet bereiken. Belangrijker potentiële concurrenten van de VRT zijn de netwerken van lokale radio s, die als padde- 10
11 stoelen uit de grond rijzen (8). Onvolledige dekking en soms minder goede ontvangst blijven echter een handicap, zodat zij nog geen echt alternatief vormen voor nationale commerciële radio. Toch zal dit laatste niet lang meer op zich laten wachten. De Vlaamse regering heeft in april 2000 immers een voorontwerp van decreet goedgekeurd dat moet leiden tot de erkenning van twee landelijke commerciële radiozenders. Naast VTM, hebben ook VT4, sommige kabelradio s en een paar uitgevers hun belangstelling hiervoor al bekendgemaakt. Ongetwijfeld zal dat de sterke positie van de openbare zender op de luistermarkt aantasten, en betekent dit voor de VRT ook een financiële aderlating. Momenteel is hij immers de enige die landelijke radioreclame kan uitzenden. Dit medium vertegenwoordigt in Vlaanderen zowat 10 % van de totale reclamebestedingen, terwijl het EU-gemiddelde minder dan 6 % bedraagt. De bruto-inkomsten (die geen rekening houden met de soms aanzienlijke kortingen) bedragen 3 miljard BEF per jaar, waarvan de VRT meer dan 90 % binnenrijft. De verdwijning van dit quasi-monopolie komt voor de VRT dus neer op een belangrijke inkomstenderving. Bovendien is er een reële kans dat door de versnippering ook de totale omzet op de radioreclamemarkt zal krimpen, aangezien de adverteerders een deel van hun reclamebudgetten wellicht opnieuw naar andere media zullen verschuiven. Digitale toekomst In de eerstkomende jaren zal de introductie van digitale technologie de audiovisuele media nog met grote technologische veranderingen confronteren. Digitale transmissie maakt het mogelijk nog meer kanalen in een eng spectrum te bundelen, storingen te elimineren, en interactieve diensten te leveren, zoals snelle internettoegang, rekeningkijken, video-op-aanvraag, of elektronische handel. Doordat de vereiste investeringen in satellietcapaciteit, programmarechten en decoder-technologie erg zwaar wegen, komt dit in de praktijk tot nog toe neer op betaaltelevisie. Directe omroepsatellieten waren de pioniers inzake digitale transmissie, in de VS met de lancering van DirecTV in 1994 en in Europa met het Franse CanalSatellite Numérique in Daarna volgde digitale kabeltelevisie (sinds 1998 bestaat bijvoorbeeld CanalDigital in Vlaanderen) en eind 1998 kwam het Britse ONDigital met digitale televisie via de ether. Alle digitale platforms samen tellen inmiddels ruim 12 miljoen abonnees, dat is 10 % van alle Europese huishoudens. Naar verwachting zal dit aantal in de komende vijf jaar minstens verdrievoudigen. Daarbij nemen minder bekabelde landen zoals Frankrijk en het VK het voortouw, net zoals bij analoge betaaltelevisie. In landen zoals België en Nederland, waar bijna alle gezinnen op de kabel aangesloten zijn en een relatief groot aantal zenders in het abonnement vervat zijn, is het succes voorlopig minder evident. Als zij de nodige investeringen opbrengen, kunnen nochtans ook niet-betalende zenders snel het digitale tijdperk binnenstappen, al hebben ook hun kijkers dan wel een decoder nodig om ze te ontvangen. Verschillende landen hebben plannen om hun openbare zenders op digitale televisie over te schakelen. Het VK wil tussen 2006 en 2010 volledig naar digitale transmissie overstappen en Finland heeft 2006 als streefdatum gesteld. Voorts leeft de verwachting dat digitale televisie zich zal ontwikkelen tot een belangrijk interactief platform, naast pc s en mobiele telefonie. De voornaamste troef van de televisie blijft daarbij zijn grote verspreiding. De EU telt meer dan 140 miljoen geregistreerde televisietoestellen, bijna het drievoud van het aantal pc s. Experimenten met interactieve televisie, vooral buiten Europa, werden tot dusver evenwel vrij kil Nr. 7 /
12 Welke rol voor de openbare omroepen? Radio- en televisie-uitzendingen hebben als bijzonder kenmerk dat zij door twee verschillende soorten consumenten worden gevraagd: enerzijds de luisteraars of kijkers die aan die uitzendingen een directe informatieve of ontspanningswaarde ontlenen, en anderzijds de adverteerders die via radio of televisie potentiële cliënten willen aantrekken. Als een uitzending eenmaal beschikbaar is voor één luisteraar of kijker, kan zij zonder bijkomende kosten worden beluisterd of bekeken door al wie daartoe over het nodige ontvangstmateriaal beschikt. De consumptie van de ene luisteraar of kijker sluit dus die van een andere niet uit. Zulke niet-uitsluitbare diensten gelden in de economische literatuur als typische voorbeelden van collectieve goederen. Dat zijn goederen die normaal niet door de vrije markt kunnen worden geleverd, aangezien het onmogelijk is om aan de consumenten van deze goederen een marktprijs aan te rekenen. Als de uitzendkosten niet door de aanrekening van marktprijzen kunnen worden gerecupereerd, kunnen zij nog wel worden gefinancierd door een retributie in de vorm van kijk- en luistergeld of uit de algemene belastingen van de overheid, die dan zelf de uitzenddiensten via haar openbare omroep produceert. Dat er ondanks deze niet-uitsluitbaarheid toch particuliere commerciële zenders bestaan, houdt verband de omringende landen wordt gemiddeld iets meer televisie gekeken dan in Vlaanderen, maar daar is de groei nog trager en in sommige landen treedt zelfs al een daling op. Dat getuigt van een nakende marktverzadiging, die ook de groei van de reclamekoek zal indijken, en dat terwijl steeds meer kanalen een hapje van die koek trachten mee te pikken. Daarenboven dalen de gemiddelde reclametarieven door de hogere concurrentie en de versnippering, terwijl om dezelfde redenen de kosten voor productie en aankoop van programma s stijgen. Digitalisatie maakt het de kijker ook mogelijk om als het ware een eigen programmatie op maat te selecteren. Met nieuwe digitale videomet het tweede soort consument van radio- of televisie-uitzendingen, nl. de adverteerders, van wie de uitsluiting wél mogelijk is (bij een reclamevrije openbare omroep is dat het geval). De vrije markt kan een evenwichtsprijs tot stand brengen waartegen commerciële zenders bereid zijn om reclameboodschappen van betalende adverteerders uit te zenden. Met de opbrengsten daarvan kunnen die zenders dan hun aanbod van programma s bekostigen. In de traditionele economische literatuur wordt echter meestal geargumenteerd dat dit aanbod voor de luisteraars of kijkers niet optimaal is. Als bijvoorbeeld 75 % van de bevolking geïnteresseerd is in populaire muziek en de rest in praatprogramma s, zou de vrije markt ertoe leiden dat commerciële zenders een overaanbod van populaire muziek uitzenden. Door vooral populaire programma s uit te zenden bereiken zij een ruimer publiek, genereren zij bijgevolg meer baten voor de adverteerder en kunnen ze hem daarvoor een hogere prijs aanrekenen. De vrije concurrentie kan dit overaanbod nog versterken. Alle concurrerende zenders willen immers een zo groot mogelijke luisteraars- of kijkerskring aanspreken en zullen in het voorbeeld dus allemaal geneigd zijn om vooral populaire muziek uit te zenden. Het gevolg is dat zij elkaars programma s grotendeels dupliceren, terwijl de liefhebbers van praatprogramma s nog altijd in de kou blijven staan. De overheid kan dit marktfalen corrigeren door zelf via de openbare omroep praatprogramma s uit te zenden. Daarnaast kan zij de openbare omroep ook gebruiken als eigen informatiekanaal voor de bevolking, en bijvoorbeeld meer dan commerciële zenders de nadruk leggen op nieuwsberichtgeving en zgn. boodschappen onthaald. Het initiatief Open TV dat in oktober 1999 in het VK van start ging en toegang biedt tot winkelen, bankactiviteiten en , heeft de interesse ondertussen weer wat aangewakkerd. De VRT van zijn kant kondigde in de lente van dit jaar aan dat hij de basis wil leggen voor een toekomstig digitaal multimediaplatform in Vlaanderen. De hamvraag bij dit alles is of de kijker wel zit te wachten op alle nieuwe zenders en diensten die hem via het scherm worden aangeboden. De kijkduur, die in de beginjaren van de commerciële televisie nog een flinke impuls kreeg, groeit de laatste jaren veel langzamer. In 12
13 van algemeen belang (bv. regeringsmededelingen en verkeersinformatie). Bij deze traditionele economische verantwoording van een openbare omroep worden echter hoe langer hoe meer vragen gesteld. Technologische vooruitgang heeft de zendcapaciteit aanzienlijk verhoogd en de gemiddelde uitzendkosten verlaagd, zodat het mogelijk wordt dat commerciële zenders met relatief beperkte reclamebudgetten toch specifieke doelgroepen op rendabele wijze met een gericht programma-aanbod kunnen aanspreken. Door het groeiende, zij het voorlopig nog beperkte, belang van betaaltelevisie verliezen televisie-uitzendingen bovendien voor de kijkers gaandeweg hun karakter van niet-uitsluitbaarheid. Of, om bij ons voorbeeld te blijven, in de toekomst wordt het voor de particuliere sector technisch én economisch wellicht steeds meer haalbaar om tegen betaling uitzendingen aan te bieden die enkel voor de liefhebbers van praatprogramma s zijn bestemd. En als de openbare omroep toch nog een marktleemte kan vullen met programma s die niet spontaan door de particuliere sector worden aangeboden, garandeert dat nog niet dat zij dit op efficiënte wijze doet. De efficiëntieprikkels van een openbare omroep zijn immers beperkt zolang de overheid bereid blijft om zijn exploitatieverliezen bij te passen. Een alternatieve oplossing, die op dit vlak meer garanties biedt, bestaat erin dat de overheid de uitzending van sociaal noodzakelijk geachte programma s uitbesteedt aan de goedkoopste leverancier uit de particuliere sector, uiteraard met inachtneming van kwaliteitsnormen en toezicht op de naleving ervan. Als nog een andere mogelijke rechtvaardiging van overheidsinterventie wordt soms gewezen op de negatieve externe effecten van reclameboodschappen. Reclame levert de luisteraar of kijker weliswaar wat informatie op, maar hij is daarin slechts matig geïnteresseerd. Bovendien legt zij beslag op zendtijd en verstoort zij de andere programma s. Reclame veroorzaakt m.a.w. een ergerniskost bij de luisteraars en kijkers, die slechts bereid zijn om deze kost te ondergaan voor zover dat nu eenmaal noodzakelijk is om tot hun geliefkoosde programma s toegang te krijgen. Een openbare zender die dezelfde programma s aanbiedt (en dus eventueel zelf de populaire toer opgaat), maar dan zonder reclame, kan in theorie de algemene welvaart verbeteren zolang de kijk- en luistergelden of andere belastingen die het publiek moet betalen om hem te financieren, kleiner zijn dan de ergerniskosten die de commerciële zenders bij datzelfde publiek veroorzaken. Het is tegen deze achtergrond dat in diverse Europese landen momenteel stemmen opgaan om de openbare omroep volledig reclamevrij te maken en tegelijk de bijdragen voor het kijk- en luistergeld te verhogen. Het is evenwel twijfelachtig of de openbare zenders daarmee ooit over voldoende inkomsten kunnen beschikken om de concurrentie met de commerciële zenders op de markt van populaire programma s aan te gaan. De hoge prijzen die commerciële zenders op deze markt bieden om exclusieve uitzendrechten te verwerven en de hoge kijkcijfers die zij daarmee bereiken, lijken er trouwens op te wijzen dat de ergerniskosten van de reclame lang niet opwegen tegen het nut dat de consument aan populaire programma s ontleent. recorders wordt het bijvoorbeeld heel gemakkelijk om de ingelaste reclame over te slaan zonder de band te moeten doorspoelen. Daardoor zullen de omroepen geleidelijk een deel van hun controle over het kijkerspubliek verliezen. Al bij al dreigt dus een overaanbod dat de levensvatbaarheid van sommige stations in gevaar kan brengen. De digitale revolutie verscherpt ten slotte het dilemma waarmee openbare zenders nu al worden geconfronteerd. Hun taak bestaat er in principe in bij te sturen waar de markt faalt, bijvoorbeeld door het uitzenden van educatieve, wetenschappelijke of culturele programma s die voor commerciële zenders te weinig reclame-inkomsten in het laatje brengen omdat zij op onvoldoende publieke belangstelling kunnen bogen (zie ook kadertekst hierboven). Door de digitale technologie wordt het gedeelte van het kijkerspubliek dat niet door de markt kan worden bereikt, evenwel steeds kleiner. De vraag is dan of programma s, die slechts een beperkt deel van de bevolking aanspreken, nog moeten worden aangeboden door openbare omroepen die bijna volledig met gemeenschapsgeld worden gefinancierd. Om nog voldoende kijkers aan te spreken, zien publieke zenders zich omgekeerd vaak verplicht om meer de populaire toer op te gaan, Nr. 7 /
14 waardoor zij uiteraard in het vaarwater van de commerciële televisie terechtkomen. Willen zij meespelen in de strijd om de steeds duurdere programmarechten en de investeringen in digitale technologie financieren, dan hebben ook de publieke zenders steeds meer geld nodig. Met zuivere gemeenschapsfinanciering is dat moeilijk haalbaar, tenzij de bijdragen voor kijk- en luistergeld drastisch zouden worden verhoogd. Dat debat is overal in Europa aan de gang. In Vlaanderen is het idee geopperd om de VRT reclamearm te maken vanaf 2002, zodat zij vanaf dan nog enkel op gemeenschapsgeld zou kunnen rekenen. Ook in Frankrijk is voorgesteld om de huidige reclametunnels op de openbare zenders te beperken. Deze voorstellen slaan meestal wel aan bij het publiek, dat terzelfder tijd echter veel minder bereid is om als compensatie hiervoor hogere bijdragen voor kijk- en luistergeld te betalen. In het VK is al beslist om de bijdragen voor de BBC op te trekken, hoewel ook daar de kijkers in peilingen aangaven dat de openbare zender beter zijn toevlucht zou nemen tot sponsoring, of zelfs reclame. Een verhoging van de reclameopbrengsten van de openbare omroepen zou anderzijds het onderscheid met de commerciële zenders nog verder doen vervagen. Volgens het Europese hof van Justitie zou de overheidsdotatie aan openbare omroepen die daarnaast ruime reclame-inkomsten zouden genieten, trouwens neerkomen op een ongeoorloofde overheidssteun en oneerlijke concurrentie met de zuivere commerciële zenders. Hoe dan ook zal het eerstkomende decennium op het vlak van de audiovisuele media hoogstwaarschijnlijk minstens evenveel veranderingen te zien geven als de voorbije tien jaar. De opmars van de vrijemarktwerking, met nog meer concurrentie en toenemend belang van de kijkcijfers, is nog niet ten einde, en zal integendeel nog worden versneld door de verspreiding van digitale transmissie. In de strijd om reclame-inkomsten zullen een aantal commerciële zenders allicht het onderspit delven en door andere worden overgenomen. De openbare zenders, pioniers van radio en televisie in Europa, krijgen het in zo n omgeving steeds moeilijker om hun positie op de radio- en televisiemarkt te definiëren (zie ook kadertekst blz. 3). Gezien de culturele fragmentatie van Europa, hechten de overheden in de meeste landen wel een groot belang aan de openbare omroepen als behoeders van hun culturele eigenheid in de audiovisuele media. Een omvangrijke privatiseringsgolf bij deze omroepen ligt dan ook niet meteen in het verschiet, zodat in de komende jaren allicht enkel aan hun financieringswijze zal worden gesleuteld. (1) Uitzonderingen vormden Luxemburg, Andorra en Monaco, waar privé-monopolies toegekend werden. Het bereik en dus de bron van reclame-inkomsten strekten zich uit tot een stuk in de buurlanden. (2) Volgens het Europees Instituut voor de Media. (3) Voorbeelden zijn RTL/Veronica/Endemol in 1995 en Bertelsmann/Kirch in (4) In 1999 heroverde de geschreven pers een stukje terrein, dankzij promotieacties door de commerciële regies Scripta en Full Page, maar vooral door een aantal tijdelijke factoren zoals de verkiezingen en de voedselschandalen. (5) Bij de start van VTM hadden negen Vlaamse uitgevers het volledige kapitaal in handen. In 1993 nam de Nederlandse uitgeversgroep VNU de aandelen van vier partijen of 44 % van VTM over. De resterende Vlamingen en enkele financiële partners verenigden zich in de Vlaamse Media Holding (VMH) om het bedrijf te verankeren. Naderhand verkocht VNU zijn participatie weer, en kregen de Persgroep en Roularta elk de helft van VMH in handen. (6) Voorbeelden zijn Medion, Care TV, Liberty TV en Kanaal Z. (7) In 1993 reserveerde de Vlaamse regering de frequenties tussen 88.5 en MHz voor de openbare, en die tussen en 108 MHz voor de lokale privé-zenders. In 1998 telde Vlaanderen 325 erkende niet-openbare radio s voor 343 frequenties. Die vergunningen zijn verlengd tot 31 december (8) Zo exploiteert de moedermaatschappij van VTM er twee, nl. Topradio en Radio Mango. 14
15 Media en internet Op zoek naar synergieën Meer nog dan andere bedrijfstakken, werd de mediasector de voorbije twee jaar overspoeld door een fusie- en overnamegolf. Van de grootste fusies ter wereld deden er zich sinds 1998 niet minder dan de helft voor in de media- en communicatiewereld. Die concentratietrend houdt verband met de toenemende convergentie tussen domeinen als media, telecommunicatie en informatietechnologie. De concentratie was tot dusver het meest uitgesproken in de Verenigde Staten (VS). Dat komt doordat de convergentie tussen deze domeinen daar al het verst is gevorderd en de regelgeving er soepeler is dan in Europa. Amerikaanse giganten De Amerikaanse wetgeving met betrekking tot de audiovisuele media is al van oudsher veel minder streng dan de Europese. In de jaren negentig werd zij nog verder geliberaliseerd, onder andere door versoepelingen in de regelgeving van de Federal Communications Commission (FCC). De VS-markt vormt voor de mediabedrijven bovendien één grote en homogene thuismarkt, met slechts één taal, zodat schaalvergroting er op heel wat minder culturele barrières stuit dan in het gefragmenteerde Europa. Fusies en overnames van mediabedrijven en aanverwante ondernemingen waren in de VS de jongste jaren dan ook schering en inslag. De meest spectaculaire tot dusver was de megafusie in januari 2000 tussen Time Warner, een mediagigant, en America Online, de grootste internetprovider in de VS. In de Europese mediasector leeft ondertussen de vrees dat deze Amerikaanse giganten hun greep op de Europese markt nog zullen verstevigen. De bestaande regelgeving die de Europese markt wil afschermen tegen een te verregaande Amerikaanse dominantie (zoals het opleggen aan de Europese zenders van minimale quota voor eigen Europese producties) was al weinig effectief, maar wordt helemaal zinloos wanneer nieuwe technologieën zoals uitzendingen via het internet van de grond zullen zijn gekomen. Overigens zijn de Amerikaanse mediabedrijven niet alleen concurrenten, maar ook belangrijke programmaleveranciers van de Europese bedrijven, die moeilijk kunnen overleven zonder de aankoop van relatief goedkope Amerikaanse films en televisieprogramma s. Aangezien grote afnemers betere voorwaarden kunnen bedingen, is dit voor de Europese mediabedrijven een belangrijk bijkomend argument om een grotere schaal te verwerven. Toch zijn fusies en overnames in de Europese mediasector tot dusver minder frequent gebleven. De mediabedrijven nemen er relatief vaker dan in de VS hun toevlucht tot de verwerving van minderheidsparticipaties. De sector heeft zich daardoor ontwikkeld tot een kluwen van allerlei soorten allianties. Een echte pan-europese consolidatie stuit evenwel nog op tal van beperkingen. De wettelijke restricties en het toezicht op de concurrentie zijn in de EU heel wat strenger dan in de VS. Zo heeft de Europese Commissie de samenwerking inzake digitale betaaltelevisie tussen Kirch en Bertelsmann verworpen en hebben de Franse autoriteiten de fusie tussen de Britse betaaltelevisiegroep BSkyB en het Franse Canal Plus tegengehouden. Sinds de fusie tussen AOL en Time Warner is de Commissie wel wat soepeler geworden. Het minderheidsbelang Nr. 7 /
16 van BSkyB in zijn Duitse sectorgenoot Premiere World werd goedgekeurd, zij het met strenge beperkingen inzake de gezamenlijke aankopen van sport- en filmrechten, en ook de meerderheidsparticipatie van het Duits-Luxemburgse CLT-UFA in de Duitse privé-zender Vox kreeg het groene licht. De strengere regelgeving in de EU is ook ingegeven door het geloof dat de televisiezenders afkomstig moeten zijn van het land dat ze bedienen, om zo de nationale cultuur en taal te beschermen. De fragmentatie van de Europese reclamemarkt voegt aan deze culturele differentiatie nog een commercieel aspect toe. Aangezien de Europese reclame-industrie grotendeels is opgesplitst in nationale markten, zijn er slechts weinig directe schaalvoordelen verbonden aan een pan-europese consolidatie. Digitalisering en internet De toenadering tussen traditionele mediabedrijven enerzijds en telecommunicatie- en informatietechnologiebedrijven anderzijds steunt op de opkomst van digitale technologieën en de doorbraak van het internet. Digitalisering maakt het niet alleen mogelijk om de traditionele radio- en televisiediensten te verrijken (bv. met een betere beeld- en geluidskwaliteit), maar ook om een hele reeks nieuwe interactieve diensten aan te bieden (zoals thuisbankieren en elektronische handel). Een digitale omgeving schept kansen voor allerlei multimediatoepassingen, waarbij onder andere het verschil tussen uitzenden via internet en traditionele televisie geleidelijk zal verdwijnen. Het internet is wel veel flexibeler in het beantwoorden van de consumentenbehoeften. De grootste concurrenten voor de traditionele mediabedrijven worden dus in de komende jaren ongetwijfeld aanbieders van digitale betaaltelevisie en internetbedrijven. Dat zal de traditionele televisieconsumptie onder druk zetten. Volgens sommige ramingen zou tussen 1999 en 2007 gemiddeld zowat 17 % van de kijkduur in de landen van de eurozone verschuiven naar digitale betaaltelevisie en/of naar het internet (zie tabel). In het spoor hiervan zal ook een deel van de reclamebestedingen verschuiven naar het internet, temeer daar dit medium beter dan televisie geschikt is om specifieke doelgroepen te bereiken. Tegen 2002 zou reclame op het internet naar verwachting verdrievoudigd zijn in de VS en verviervoudigd in Europa (tot respectievelijk 6 % en 2 % van de totale reclamebestedingen). Anderzijds biedt de ontwikkeling van het internet ook tal van groeimogelijkheden voor de mediabedrijven. Zo besteden de internetondernemingen (althans voorlopig) enorme bedragen aan reclame in de traditionele media, om bekendheid bij het grote publiek op te bouwen. Daarenboven heeft het internet nieuwe inkomstenbronnen voor de mediabedrijven in petto, vooral dan op het vlak van de elektronische handel. De groei van deze handel verhoogt bijvoorbeeld de opbrengsten voor de aanbieders van zogenoemde portaalsites op het net, die meestal een provisie van 5 à 10 % op de omzet ontvangen. De traditionele mediabedrijven zijn goed geplaatst om dit groeipotentieel van de internetmarkt te benutten. Zij beschikken over de nodige inhoud of content om een stevige marktpositie op het net te bemachtigen. Door aantrekkelijke programma s aan te bieden, kunnen zij hun portaalsites verrijken en het bezoek aan hun websites opkrikken. Bovendien kunnen zij langs hun eigen traditionele kanalen reclame maken voor hun internetactiviteiten, en daarbij gebruikmaken van hun merknaam om zo omvangrijke investeringen in het verwerven van naambekendheid uit te sparen. Naambekendheid wordt overigens steeds belangrijker in het mediakluwen, aangezien de meeste consumenten, op zoek naar veiligheid en betrouwbare 16
17 informatie, geneigd zijn om naar een vertrouwde naam te grijpen. De marginale kosten voor de ontplooiing van internetactiviteiten zijn dan ook veel lager voor gevestigde mediabedrijven dan voor totale nieuwkomers op het net. Ten slotte gaat het meestal om mature bedrijven met een omvangrijke cashflow, waarmee ze hun investeringen intern kunnen financieren, in tegenstelling tot nieuwe internetbedrijven, die noodgedwongen een beroep moeten doen op externe financiering. De liberalisering en de toegenomen concurrentie, samen met de digitalisering, leiden ertoe dat de loutere distributie van gegevens een activiteit wordt met een lage toegevoegde waarde. Ondernemingen die in dit gedeelte van de waardeketen actief zijn, streven ernaar om het volume van hun kernactiviteit te vergroten door horizontale allianties of organische groei op nieuwe geografische markten. Tezelfdertijd wensen ze door verticale integratie op te schuiven in de waardeketen, van eenvoudige levering naar activiteiten met een hogere toegevoegde waarde, zoals het produceren van inhoud of het aanbieden van on-linediensten en -transacties. Digitale technologieën gebruiken compressietechnieken, waardoor het aantal beschikbare kanalen aanzienlijk toeneemt en er dus veel meer mogelijkheden ontstaan om inhoud te verspreiden. De behoefte aan programma s om deze kanalen te voeden, wordt dan ook steeds groter. Dit versterkt de concurrentie voor het verwerven van inhoud en doet de prijzen voor programmarechten uit de pan rijzen. Wie zelf inhoud produceert of over een voldoende schaal beschikt om programmarechten aan te kopen, heeft in deze omgeving dan ook een streepje voor. De recente fusies en overnames wijzen erop dat de jacht op inhoud volop open is. Na de aankondiging van de fusie tussen AOL en Time Warner, zijn investeringen in internet en inhoud ook in de Europese mediasector een Raming van het effect van het digitale tijdperk op de traditionele televisieconsumptie (in minuten per dag) Traditionele Verwachte daling tvconsumptie totaal door digitale door in 1999 betaal- internet televisie België Nederland Ierland Finland Duitsland Oostenrijk Frankrijk Italië Spanje Portugal Eurozone Bron: Julius Baer European Brokerage. belangrijke strategische prioriteit geworden. Een eerste aanzet tot verticale integratie in Europa was de poging tot overname van het Britse mediaconcern SBS door het Nederlandse kabelbedrijf UPC. De volgende stap was de overname van de Nederlandse programmamaker Endemol door het Spaanse telecommunicatiebedrijf Telefonica. In april 2000 kondigde de Britse mediagroep Pearson aan haar televisieactiviteiten te willen fuseren met CLT- UFA (een joint venture van het Luxemburgse Audiofina en het Duitse Bertelsmann) om op die manier het grootste televisiebedrijf van Europa te vormen. CLT-UFA heeft belangen in 22 commerciële televisiezenders, terwijl Pearson een belangrijke producent van series en spelprogramma s is. De nieuwe groep plant ook een samenwerking met Canal Plus, voor de aankoop van televisierechten op films en sportevenementen. Canal Plus wenst op zijn beurt de Canadese mediagroep Seagram over te nemen en mikt hierbij vooral op de uitgebreide bibliotheek aan films en muziek van Seagram om zijn distributiekanalen te voeden. Het Britse mediabedrijf Carlton wil zijn internetactiviteiten samenbundelen met die van vier Nr. 7 /
18 Europese commerciële televisiebedrijven (Kirch, Mediaset, Telecinco, en TF1), om gezamenlijke investeringen in interactieve projecten te bevorderen. Nieuwe fusies en overnames zullen ongetwijfeld nog volgen. Geen enkel Europees bedrijf beschikt immers al over voldoende vaardigheden of middelen om de totale waardeketen in de mediasector te controleren. Beurshype Indexontwikkeling Dow Jones Euro Stoxx Grafiek A Januari 1997 = 100 Algemeen Media Telecom Software /97 1/98 7/98 12/98 Grafiek B Januari 1999 = 100 Algemeen Media Telecom Software /99 1/2000 8/2000 Bron: Datastream KBC Bank CPX075 Sinds het najaar van 1999 blijkt ook de beurs de toenemende convergentie tussen informatietechnologie, telecommunicatie en media te hebben ontdekt. De aandelenkoersen van bedrijven uit de drie sectoren lopen sindsdien opvallend parallel, wat hun trouwens het gezamenlijk predikaat TMT-aandelen heeft opgeleverd. Voordien was de correlatie heel wat minder groot. Zo zetten de softwarebedrijven al in 1997 puike koersprestaties neer op de beurs, maar deze beweging werd toen helemaal niet gevolgd door de telecommunicatie- en mediabedrijven. De aandelenkoersen van de mediabedrijven stabiliseerden zich in de periode , en presteerden daarmee zelfs slechter dan de algemene beursindex (zie grafiek A). De informatietechnologie, en meer bepaald het internet, werd door de beleggers toen veeleer gepercipieerd als een bedreiging voor de traditionele mediabedrijven. De fusies, overnames en/of allianties van de afgelopen maanden hebben evenwel ook de beurs bewustgemaakt van het enorme synergiepotentieel tussen media, telecommunicatie en IT. Dat uitte zich in sterk stijgende aandelenkoersen in alle drie de domeinen, die bovendien een sterke correlatie met elkaar vertoonden (zie grafiek B). De hoge koersen in het voorjaar van 2000 hebben op hun beurt de fusieen overnamegolf gevoed. Bedrijven met hoge marktwaarderingen maakten daarvan immers gebruik om overnames op relatief goedkope wijze via aandelenruil te financieren. Sinds einde maart blijkt de beurshype rond de TMTbedrijven echter wat afgekoeld, waardoor een aantal overnameplannen werden afgeblazen. Wellicht slechts voorlopig, want het lijdt weinig twijfel dat vooral Europese mediabedrijven in de komende maanden bij nog heel wat allianties, fusies en overnames zullen betrokken zijn. Een uiting hiervan is de overname van de Canadese mediagroep Seagram door de Franse nutsgroep Vivendi (moeder van de betaalzender Canal Plus) in juni 2000, om op die manier de tweede grootste mediagroep ter wereld te vormen, na de combinatie AOL Time Warner. 18
19 Internationaal beursoverzicht Beursindex van Basis Koers Wijziging in % tegenover vorige Koers laatste 12 maanden 18/08/2000 maand kwartaal jaar hoogste laagste Brussel Bel-20 Belgian All Shares koers Belgian All Shares return (*) Termijn Belgische return (*) VLAM 21 30/12/90 = ,90 + 4,62 + 8,16 + 1, , ,05 01/01/80 = ,25 + 4,32 + 7,27 + 0, , ,38 01/01/80 = ,92 + 4,32 + 8,87 + 2, , ,60 01/01/80 = ,95 + 4,72 +10,31 + 2, , ,31 30/06/94 = ,31 + 3,81 + 1,68 7, , ,45 Europa Easdaq All Share (EASI) Euro NM All Share Dow Jones Stoxx50 Amsterdam AEX Frankfurt DAX-30 (*) Helsinki HEX Algemeen Milaan COMIT Algemeen Madrid Algemeen Parijs CAC-40 Kopenhagen KFX Londen FTSE 100 Stockholm Affarsvarlden Alg. Zurich SMI 30/06/98 = ,09 8,23 15,20 +38, ,38 828,82 30/12/97 = ,70 6,77 14,70 +74, , ,14 31/12/92 = ,16 0,90 0,11 +35, , ,89 693,75 + 1,49 + 3,82 +21,69 693,75 529,13 31/12/87 = ,42 2,36 + 0,71 +38, , ,10 31/12/90 = ,18 19,80 21,60 +76, , ,02 31/12/72 = ,83 1,84 + 2,00 +38, , ,13 31/12/85 = ,90 + 3,25 + 2,77 +19, ,21 831,63 31/12/82 = ,35 + 1,23 + 2,21 +47, , ,90 31/07/89 = ,28 + 4,55 +12,08 +53,82 329,52 207,57 31/12/83 = ,66 + 1,44 + 4,98 + 5, , ,18 31/12/79 = ,49 7,29 7,78 +48, , ,38 30/06/88 = ,90 + 4,50 + 5,85 +18, , ,10 Wereld MSCI World (USD) New York Dow Jones Industrials S&P 500 Composite Nasdaq Composite Johannesburg JSE Industrial Sao Paulo Bovespa Sydney All Ordinaries Toronto Composite 300 Hongkong Hang Seng Singapore Straits Times Tokio Nikkei 225 jan 1970 = ,48 2,23 + 2,15 +11, , ,40 26/05/1896 = 40, ,48 + 2,85 + 2,50 + 0, , , = ,72 0,14 + 3,79 +11, , ,40 01/02/71 = ,34 5,91 +11,07 +47, , ,43 01/09/86 = ,96 + 1,94 + 5,72 +24, , ,98 10/11/98 = ,00 0,32 +18,37 +78, , ,00 01/01/80 = ,50 + 1,33 + 9,68 +12, , , = ,81 + 3,71 +16,59 +58, , ,38 31/07/64 = ,00 + 0,00 +21,77 +34, , ,13 31/12/66 = ,52 + 3,75 + 8,63 + 6, , , = ,49 3,92 4,41 9, , ,36 Bron: Datastream International. (*) return index Correspondentieadres: KBC Bank NV, ECO - Economisch Financiële Berichten, Havenlaan 2, B-1080 Brussel. Tel.: 02/ Fax: 02/ Jaarabonnementen kunnen op elk ogenblik ingaan. Aanvraagformulieren zijn verkrijgbaar in elk KBC-bankkantoor of op het bovenvermelde adres. Betaling na ontvangst van het overschrijvingsformulier. Abonnements- of adreswijzigingen kunt u vermelden op de enveloppe, die u afgeeft in een KBC-bankkantoor of opstuurt naar het bovenvermelde adres. Prijs jaarabonnement: Nederlands, Frans of Engels - maandelijks - 10 euro (5 euro voor jongeren tot 25 jaar die een KBC-rekening bezitten). U kunt de Economisch Financiële Berichten opvragen via de website van KBC Bank NV, nl. Nadruk van artikelen of berichten is toegestaan onder opgave van de bron. De in dit blad voorkomende gegevens zijn ontleend aan door ons betrouwbaar geachte bronnen en worden alleen verstrekt bij wijze van inlichting. Voor de juistheid en volledigheid ervan kunnen wij echter niet instaan. Verantwoordelijke hoofdredacteur: Edwin De Boeck, Kardinaal Sterckxlaan 137, B-1860 Meise. Nr. 7 /
20 De Katholieke Universiteit Leuven organiseert 4 debatavonden PERSPECTIEVEN 2025 Perspectieven 2025 beweegt zich op het raakvlak tussen wetenschap en maatschappij. Vooraanstaande sprekers belichten de stand van de wetenschap met betrekking tot vier maatschappelijke problemen die onze leefwereld zullen beheersen in de komende 25 jaar. Dit initiatief richt zich zowel tot de gehele wetenschappelijke gemeenschap als tot eenieder die zich fundamentele vragen stelt over de evolutie van wetenschap en maatschappij in de nabije toekomst. Health care: evolution of medical technologies versus socio-economic aspects 26 september 2000 Atmospheric changes, air pollution and energy 28 september 2000 De evoluties binnen medische wetenschap en technologie verhogen de mogelijkheden binnen de gezondheidszorg. Tegelijkertijd ontstaan echter vragen in verband met de bereidheid van de maatschappij om de nodige financiële middelen vrij te maken zodanig dat de nieuwe medische technologieën voor alle patiënten beschikbaar worden. W. Bodmer, Imperial Cancer Research Fund, Hertford College, Oxford L.J. Gunning-Schepers, Board of Directors AMC (Academic Medical Centre), Amsterdam Moderator: F. Vandenbroucke, Minister van sociale zaken en pensioenen Panel: K. Kesteloot en H.Vanden Berghe, K.U.Leuven Plaats: Aula P. De Somer, aanvang uur, Deberiotstraat 24, 3000 Leuven. Demography world-wide 27 september 2000 De wereldwijde demografische evolutie is gekenmerkt door een exponentiële bevolkingsgroei in bepaalde gebieden en een afname van het geboorte-aantal in andere, vaak rijkere gebieden. Beide evoluties zullen niet enkel gevolgen hebben voor de lokale welvaart, maar ook voor de gehele wereld. D. van de Kaa, gewezen voorzitter Nederlands Interuniversitair Instituut (NIDI) P. Demeny, Population Council United Nations Moderator: R. Lesthaeghe, Vakgroep Sociaal Onderzoek, VUB Panel: K. Matthijs, L. Berlage en E. Tollens, K.U.Leuven Plaats: Grote Aula, aanvang uur, Maria-Theresiacollege, Sint-Michielsstraat 6, 3000 Leuven. Onze levensstijl en onze economische ontwikkeling gaan inherent gepaard met een hoog energieverbruik. De evolutie van de luchtvervuiling is zorgwekkend, ondanks meerdere internationale overeenkomsten in dat verband. P.J. Crutzen, Max-Planck-Institut für Chemie, Nobelprijs Scheikunde 1995 S. Proost & W. D Haeseleer, Energie Instituut K.U.Leuven Moderator: Ph. Bodson, Senator Panel: J. Peeters, S. Proost en W. D Haeseleer, K.U.Leuven Plaats: Aula P. De Somer, aanvang uur, Deberiotstraat 24, 3000 Leuven. Europe and democracy 13 oktober 2000 De uitbreiding van de Europese Unie, de demografische evolutie, de houding van de burger en de technologische ontwikkelingen zijn slechts enkele van de vele factoren die in de komende jaren de inhoud en vorm van democratie in Europa kunnen beïnvloeden. J. Delors, gewezen voorzitter van de Europese Commissie M. Eyskens, gewezen Eerste Minister Moderator: E. Suy, gewezen Directeur-generaal UNO Panel: F. Delmartino, K. Malfliet en K. Lenaerts, K.U.Leuven Plaats: Aula P. De Somer, aanvang uur, Deberiotstraat 24, 3000 Leuven. Deelname gratis. Inschrijving vooraf noodzakelijk. Verdere informatie en inlichtingen kunt u bekomen bij: Ann Van der Voorde Dienst Onderzoekscoördinatie, Naamsestraat 22, 3000 Leuven Tel.: 016/ Fax : 016/ Ann.Vandervoorde@doc.kuleuven.ac.be Ce bulletin paraît également en français. English edition also available. Drukk. Schaubroeck, Nazareth 20
2009 brengt weinig verandering
2009 brengt weinig verandering in de reclameoverflow vanuit Frankrijk De Franse overheid heeft per 5 januari 2009 de publieke omroep France Télévisions verboden om tussen 20u en 6u -nog reclame uit te
Nadere informatie5.7. Werkstuk door een scholier 3127 woorden 11 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave
Werkstuk door een scholier 3127 woorden 11 april 2006 5.7 22 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inhoudsopgave Inleiding Wat is het duale omroepbestel? Hebben we altijd een duaal omroepbestel gehad? Hoe
Nadere informatieHervorming van de Franse openbare omroep in 2009
Hervorming van de Franse openbare omroep in 2009 zal weinig gevolgen hebben voor de Belgische adverteerder De Franse overheid heeft per 5 januari 2009 de publieke omroep France Télévisions verboden tussen
Nadere informatieBeschikking op ontheffingsverzoek
Beschikking op ontheffingsverzoek Kenmerk: 15637\2009000994 Betreft: ontheffingsverzoek Europese quota Film 1, Film 1.2 en Film 1.3 alsmede Film 1 Action Beschikking van het Commissariaat voor de Media
Nadere informatieTarief voor de doorgifte via de kabel van prestaties van uitvoerende kunstenaars verschuldigd door de kabelmaatschappijen... Tarieffiche
Tarief voor de doorgifte via de kabel van prestaties van uitvoerende kunstenaars verschuldigd door de kabelmaatschappijen... Tarieffiche 2019-2021 I. Toepasselijke tarieven Het tarief dat een kabelmaatschappij
Nadere informatieVR DOC.1315/1BIS
VR 2018 2311 DOC.1315/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA VOOR DE VLAAMSE REGERING Betreft: Tweede principiële goedkeuring van: - besluit van de Vlaamse Regering betreffende
Nadere informatieWijnimport Nederland naar regio
DO RESEARCH Wijnimport Nederland naar regio Sterke opmars wijn uit Chili Jeroen den Ouden 1-10-2011 Inleiding en inhoudsopgave Pagina I De invoer van wijn in Nederland 1 II De invoer van wijn naar herkomst
Nadere informatieInstituut voor de nationale rekeningen
Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in
Nadere informatieinhoud Woord Vooraf 13 Inleiding Omroep 17
Woord Vooraf 13 Inleiding 15 1. Omroep 17 Begrippen en evolutie 17 Televisie gisteren, vandaag en morgen 17 Radio, televisie of omroep? 18 Mag het iets meer zijn? 19 Radio, de uitvinding 20 Televisie,
Nadere informatiebabbel 2012 zal herinnerd worden als het jaar dat mobiliteit een belangrijk onderdeel van onze langetermijnstrategie werd.
Tijd voor n babbel 2012 zal herinnerd worden als het jaar dat mobiliteit een belangrijk onderdeel van onze langetermijnstrategie werd. 50 Telenet Jaarverslag 2012 Markt en activiteiten Telefonie Telefonie
Nadere informatieAEG deel 3 Naam:. Klas:.
AEG deel 3 Naam:. Klas:. 1-Video Grensverleggend Europa; Het moet van Brussel. a-in welke Europese stad staat Jan Jaap v.d. Wal? b-beschrijf in het kort waarom een betere Europese samenwerking nodig was.
Nadere informatieAan het college van burgemeester en schepenen,
Ham, 19 september 2011 Aan het college van burgemeester en schepenen, Betreft: Schriftelijke vraag met schriftelijk antwoord over de Gemeentelijk Holding Geacht college, De Gemeentelijk Holding (verder:
Nadere informatieNieuwsmonitor 6 in de media
Nieuwsmonitor 6 in de media Juni 2011 Nieuws - Europa kent geen watchdog ANTWERPEN/BRUSSEL - Het Europese beleidsniveau krijgt in de Vlaamse TV-journaals gemiddeld een half uur aandacht per maand. Dat
Nadere informatieDossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding:
Dossier regionale luchthavens 0. Aanleiding: In 2004 presenteerde het Vlaams Forum Luchtvaart een rapport en aanbevelingen aan de Vlaamse regering over de luchtvaart in Vlaanderen [2]. Belangrijk onderdeel
Nadere informatieHoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model
Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide
Nadere informatieCountry factsheet - April 2016. België
Country factsheet - April 2016 België Inhoud Inleiding 3 Wat kopen de Belgische klanten online? 4 Populaire betaalmethodes 4 Populaire leveringsmethodes 5 Populaire online platformen 5 Over de grenzen
Nadere informatieBijlage 2 Feiten en Cijfers
Bijlage 2 Feiten en Cijfers 1 Aanbod Publieke en Commerciële Omroepen Tabel 1: Aantal zenders en aanbieders (ether en analoge kabel) (2004-2007) 2004 2005 2006 2007 aantal tv zenders 18 19 19 21 aantal
Nadere informatieBreedbandinternet voor alle Europeanen: de Commissie geeft het startsein voor een debat over de toekomst van universele diensten
IP/08/1397 Brussel, 25 september 2008 Breedbandinternet voor alle Europeanen: de Commissie geeft het startsein voor een debat over de toekomst van universele diensten Hoe kan de EU bereiken dat alle Europeanen
Nadere informatieGevolgen van Brexit voor de besluitvorming in de EU
VIVES BRIEFING 2016/06 Gevolgen van Brexit voor de besluitvorming in de EU Klaas Staal Karlstad Universitet 1 GEVOLGEN VAN BREXIT VOOR DE BESLUITVORMING IN DE EU Klaas Staal INLEIDING Op 23 juni 2016 stemmen
Nadere informatieDigitale (r)evolutie in België anno 2010.
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 23 februari 2011 Digitale (r)evolutie in België anno 2010. De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 73% van de Belgische
Nadere informatieMediabeleid in Nederland
Opgave 1 Massamedia tekst 1 Mediabeleid in Nederland 5 10 15 20 25 30 35 In de afgelopen tien jaar konden Nederlandse burgers, naast de drie publieke tv-zenders en vijf publieke radiozenders, steeds meer
Nadere informatieONMEDIA. E-newsletter 13 maart 2013
Adrem Flash ONMEDIA Op 14 februari 2013 is golf 2012-3 van de CIM Radiostudie verschenen. De studie dekt het radio luisteren van het tweede semester van 2012. Met uitzondering van de introductie van de
Nadere informatieScorebord van de interne markt
Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat België (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 1,1% (laatste verslag: 0,8%) voor het eerst sinds mei 2014 weer in de
Nadere informatieToespraak Ingrid Lieten Symposium VRM 24 november 2010, Leuven
Toespraak Ingrid Lieten Symposium VRM 24 november 2010, Leuven Dames en heren, Geachte aanwezigen, Vooreerst wens ik graag de Vlaamse Regulator voor de Media, de verschillende sprekers, panelleden, moderator
Nadere informatieKoningskade 4 Postbus 91503 2509 EC Den Haag. Veilingen emissierechten 2014
Koningskade 4 Postbus 91503 2509 EC Den Haag Veilingen emissierechten 2014 1 maart 2015 Samenvatting Veilingopbrengst Nederland Aantal rechten Opbrengst ( ) Gemiddelde veilingprijs ( ) EUA 1e kwartaal
Nadere informatieKijktip: Nieuwsuur in de Klas
Kijktip: Nieuwsuur in de Klas Korte omschrijving werkvorm De leerlingen beantwoorden vragen over de Europese politiek aan de hand van korte clips van Nieuwsuur in de Klas. Leerdoel De leerlingen leren
Nadere informatieDe CBC, Canadian Broadcasting Corporation
De CBC, Canadian Broadcasting Corporation In praktisch elk land ter wereld is er één of zijn er meerdere organisaties die zich verantwoordelijk stellen voor de organisatie van de publieke radio en televisie.
Nadere informatieSterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten
Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands
Nadere informatieHeden en toekomst van de tv-tarifering
De televisie doet het goed en blijft het uitverkoren communicatiemiddel van adverteerders voor commerciële boodschappen. Dat heeft het medium onder andere te danken aan de geperfectioneerde technieken
Nadere informatieTV Halfjaarrapport 2014 Amsterdam, 26 augustus
TV Halfjaarrapport 2014 Amsterdam, 26 augustus Management summary Onder impuls van een herstellende economie en de sport events zijn de netto TV-bestedingen met 6,7% gestegen in de eerste helft van 2014.
Nadere informatieVooral in Vlaanderen heeft de zender een onbetwistbaar potentieel en zal het aangekondigde aanbod wellicht op
EXQI, de gewaagde lancering van een nieuwe, generalistische zender met nationaal bereik Eind deze zomer lanceert Alfacam een nieuwe zender: generalistisch, zowel digitaal als analoog, met nationaal bereik
Nadere informatieStandaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie
Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese
Nadere informatieDe inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).
NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T3 2017 Barometer 34 MACRO-ECONOMISCH Het consumentenvertrouwen trekt sinds juli terug aan, de indicator stijgt van -2 in juni naar 2 in juli en bereikte hiermee
Nadere informatie2013 Monitoring Report
2013 Monitoring Report Executive summary Monitoring 2013 TV advertsing Websites Basisscholen Conclusie 2013 Monitoring Report Executive summary & Key findings Verantwoorde reclame en marketing naar kinderen
Nadere informatieBesluit van de Vlaamse Regering houdende diverse uitvoeringsbepalingen over radio-omroep en houdende wijziging van diverse besluiten over radio-omroep
VR 2016 2312 DOC.1503/3BIS Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse uitvoeringsbepalingen over radio-omroep en houdende wijziging van diverse besluiten over radio-omroep Verslag aan de regering
Nadere informatieOnderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief
Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief Organisation for Economic Coöperation and Development (2002), Education at a Glance. OECD Indicators 2002, OECD Publications, Paris, 382 p. Onderwijs speelt een
Nadere informatieHandelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie
Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14 Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd
Nadere informatieVlaanderen kende in 2012 laagste aantal tienermoeders ooit
Vlaanderen kende in 2012 laagste aantal tienermoeders ooit In 2012 bereikte het tienerouderschapscijfer in Vlaanderen een historisch laagterecord van 6 bevallingen per 1000 tieners (15-19 jaar). Ook in
Nadere informatieInleiding. A. analyse per programma
Inleiding De Vlaams-fractie in het Vlaams Parlement heeft een analyse gemaakt van de voornaamste VRT-programma s waarin politici worden uitgenodigd. Tijdens de periode 1-11- 2006 t.e.m. 29-04-2007 werden
Nadere informatieMonitor Diversiteit 2015 Een kwantitatieve studie naar de zichtbaarheid van diversiteit op het scherm in Vlaanderen
Monitor Diversiteit 2015 Een kwantitatieve studie naar de zichtbaarheid van diversiteit op het scherm in Vlaanderen Knut De Swert (UvA) Julie De Smedt (UA) Anne Hardy (UA) Ine Kuypers (UA) Debby Vos (UA)
Nadere informatieVANDAAG IN VLAANDEREN INDUSTRIEËN CREATIEVE MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE
CREATIEVE INDUSTRIEËN IN VLAANDEREN VANDAAG MAPPING EN BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE WAT? WAA 2 WAT ZIJN CREATIEVE INDUSTRIEËN? Het geheel van sectoren en activiteiten die een beroep doen op de input van
Nadere informatieDe financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens
De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat Jef Smulders & Bart Maddens KU Leuven Instituut voor de Overheid Faculteit Sociale Wetenschappen Tel: 0032 16 32 32 70 Parkstraat
Nadere informatieFACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere
Inleiding Al begin 20ste eeuw opende de eerste bioscopen hun deuren in België en midden de jaren twintig van de 20 e eeuw telde België al meer dan 1000 bioscopen (Convents, 2007; Biltereyst & Meers, 2007)
Nadere informatieSamenvatting. Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren. Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B
Samenvatting Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B Deze samenvatting gaat over hoofdstuk 4; eerst publiceren dan filteren,
Nadere informatieVLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD
STUK 581 (2014-2015) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2014-2015 17 JUNI 2015 VOORSTEL VAN RESOLUTIE - van mevrouw Annemie MAES - betreffende het Brussels medialandschap 1355 2 TOELICHTING
Nadere informatieDigitale radio in Nederland. Overheidsbeleid
Digitale radio in Nederland Overheidsbeleid Wat is het, en wat niet Digitale radio via de ether / aardse infrastructuur Dus geen Kabel en Satelliet (hebben eigen standaarden) Maar ook geen radio die via
Nadere informatieGemiddelde hypotheekrentes in 2012 met NHG
rente rente Datum: 2 januari 2013 Terugblik renteontwikkeling 2012: de hypotheekmarkt is dood 2012 was een heel saai jaar. Er waren maar heel weinig wijzigingen in de hypotheekrentes. Je kunt wel zeggen
Nadere informatieTV IN NEDERLAND 2007
TV IN NEDERLAND 2007 ONTWIKKELINGEN IN TV BEZIT EN TV GEBRUIK ESTABLISHMENT SURVEY Amstelveen, 31 januari 2008 Auteursrecht voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/of openbaar
Nadere informatie2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17
2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5
Nadere informatieGSM- of UMTS-repeaters: vragen en antwoorden
GSM- of UMTS-repeaters: vragen en antwoorden V: Mag ik zelf een repeater aanschaffen en installeren bij slechte GSM- of UMTSontvangst? Ik ondervind op bepaalde plaatsen bij mij thuis of in mijn firma slechte
Nadere informatieEntertainment & Media Outlook for the Netherlands
www.pwc.com Entertainment & Media Outlook for the Netherlands 2010-2014 Trends in television advertising voor de periode 2010-2014 Arno Scheepers Introductie De Nederlandse Outlook biedt een forecast van
Nadere informatieVeranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken
Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen
Nadere informatieEven voorstellen. Kabelbedrijven werken als multimediabedrijven
Even voorstellen Kabelbedrijven werken als multimediabedrijven in een bijzonder dynamische markt. In deze wereld van snelle ontwikkelingen ontplooien zij zich als vernieuwende en betrouwbare leveranciers
Nadere informatieStudiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel.
Studiedienst PVDA Studie over de transfers van lonen naar winsten onder de regering-michel. EEN TRANSFER VAN BIJNA 9 MILJARD UIT DE PORTEMONNEE VAN DE WERKENDE MENSEN NAAR DE BEDRIJFSWINSTEN. EEN VERLIES
Nadere informatieAdvies over betaalde boodschappen van politieke (kandidaat-) mandatarissen
Advies Sectorraad Media 22 maart 2018 Advies over betaalde boodschappen van politieke (kandidaat-) mandatarissen Inleiding Naar aanleiding van de provinciale en gemeentelijke verkiezingen in oktober 2018
Nadere informatieJaarverslag Herplaatsingsfonds. 1.1 Aanvragen voor outplacementbegeleiding
Jaarverslag Herplaatsingsfonds 1.1 Aanvragen voor outplacementbegeleiding Het Herplaatsingsfonds financiert de outplacementbegeleiding van alle ontslagen werknemers tewerkgesteld in bedrijven in het Vlaamse
Nadere informatieMarktontwikkelingen varkenssector
Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te
Nadere informatieScorebord van de interne markt
Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat Nederland (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 0,6 % (laatste verslag: 0,6%) stabiel, nog steeds beter dan het EU-gemiddelde
Nadere informatieMediagroepen: op zoek naar
Mediagroepen: op zoek naar publiekcommunities (vervolg) Zoals aangekondigd vervolgen we onze studie naar de (eventuele) gelijkenissen in het publiek van de Belgische mediagroepen. Ter herinnering, de basisvraag
Nadere informatieSchagen FM / Schagen TV
Schagen FM / Schagen TV Toekomstplan 2016 2021 1. Schagen FM nu 2. Bereik Schagen FM/TV 3. Verandering medialandschap 4. Inspelen op verandering medialandschap 5. Samenwerking omroepen: Geschiedenis Toekomst
Nadere informatieWERELDWIJDE COMMERCIËLE RESULTATEN 2014
PERSBERICHT 19 januari 2015 WERELDWIJDE COMMERCIËLE RESULTATEN 2014 Wereldwijde verkoop van Renault stijgt opnieuw met 3,2% tot 2,7 miljoen voertuigen Terwijl de wereldwijde automarkt met 3,5% groeide,
Nadere informatieDe financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens
De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat Jef Smulders & Bart Maddens KU Leuven Instituut voor de Overheid Faculteit Sociale Wetenschappen Tel: 0032 16 32 32 70 Parkstraat
Nadere informatieOverheid en economie
Overheid en economie Overheid en economie Het aandeel van de overheid in de economie, de overheid als actor en de overheid op regionaal niveau, een verkenning Inleiding Het begrip economische groei komt
Nadere informatieVlaamse Gemeenschap VLAAMS COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA. Rolnummer: 270. Beslissing 2003/001. van 8 januari 2003 BESLISSING
Vlaamse Gemeenschap VLAAMS COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA Rolnummer: 270 Beslissing 2003/001 van 8 januari 2003 BESLISSING In zake: kapitaalsverhoging en wijziging aandeelhoudersstructuur 4 FM Groep NV (ERK2002/0276).
Nadere informatieEmissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan
IP/04/1250 Brussel, 20 oktober 2004 Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan De Europese Commissie gaat akkoord met een tweede
Nadere informatieVoorwoord 11. Deel I: Analyse van de Belgische dagbladmarkt: trends en uitdagingen 15
Inhoud Voorwoord 11 Deel I: Analyse van de Belgische dagbladmarkt: trends en uitdagingen 15 Hoofdstuk 1 Een historische terugblik: van het ancien régime tot en met de Tweede Wereldoorlog 17 1. De diverse
Nadere informatieDe Belgische farmaceutische industrie in een internationale context
As % of total European pharmaceutical industry De Belgische farmaceutische industrie in een internationale context Terwijl België slechts 2,6 % vertegenwoordigt van het Europees BBP, heeft de farmaceutische
Nadere informatieTRENDS IN UITGESTELD KIJKEN VIA DE TELEVISIE
% Huishoudens TRENDS IN UITGESTELD KIJKEN VIA DE TELEVISIE Deze brochure geeft inzicht in de ontwikkelingen in het uitgesteld kijkgedrag via het televisiescherm in de afgelopen jaren. GRAFIEK 1. BEZIT
Nadere informatieInleiding. Oorsprong gebruiksbeperkingen
Toelichting Inleiding Op 31 augustus 2017 lopen de vergunningen af die de Minister van Economische Zaken heeft verleend voor commerciële radio-omroepen. Het gaat om vergunningen voor gebruik van het spectrum
Nadere informatieAutoprijzen: ondanks prijsconvergentie blijft kopen in buitenland vaak nog interessant
IP/04/285 Brussel, 2 maart 2004 Autoprijzen: ondanks prijsconvergentie blijft kopen in buitenland vaak nog interessant Het jongste verslag over autoprijzen toont aan dat op alle markten de prijsconvergentie
Nadere informatieMODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!
MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG! I.I De geboorte van de Europese Unie Zoals jullie waarschijnlijk wel weten zijn er de vorige eeuwen veel oorlogen in Europa geweest. Vooral de Eerste en de Tweede Wereldoorlog
Nadere informatieBeslissing op bezwaar
Beslissing op bezwaar Kenmerk: 26574/2012006262 Betreft: Beslissing op bezwaar tegen de vaststelling toezichtskosten 2011 NostalgieNet b.v. Het Commissariaat voor de Media, gezien het besluit van 9 december
Nadere informatieDe groei voorbij. Jaap van Duijn september 2007
De groei voorbij Jaap van Duijn september 2007 1 Een welvaartsexplosie Na WO II is de welvaart meer gestegen dan in de 300 jaar daarvoor Oorzaken: inhaalslag, technologische verandering en bevolkingsgroei
Nadere informatiePresentatie van OPTA s jaarverslag 2011
Presentatie van OPTA s jaarverslag 211 1: 11: Opening door collegevoorzitter Chris Fonteijn Toelichting bij OPTA s jaarverslag door plaatsvervangend voorzitter Mark de Jong Presentatie van OPTA s marktmonitor
Nadere informatieTalpa verhoogt voorgenomen bod op TMG naar 6,35 per TMG Aandeel
PERSBERICHT Talpa verhoogt voorgenomen bod op TMG naar 6,35 per TMG Aandeel Talpa verhoogt haar voorgenomen bod naar 6,35 per TMG Aandeel, een premie van 8% ten opzichte van het voorgenomen bod van 5,90
Nadere informatieProcedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten
Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR De procedures in de verschillende lidstaten SAMENVATTING In de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie luidt het dat één van de doelstellingen
Nadere informatieDe positie van de Vlaamse kust op de Belgische reismarkt
Kusttoerisme West-Vlaanderen Werkt 3, 28 De positie van de Vlaamse kust op de Belgische reismarkt Foto: Evelien Christiaens Rik De Keyser bestuurder-directeur en hoofd afdeling toerisme, WES Evelien Christiaens
Nadere informatieHet tv-bereik van uitgesteld kijken :
Het tv-bereik van uitgesteld kijken : de eerste resultaten voor België Tot nog toe moesten we ons bij analyses over uitgesteld tv-kijken of time-shifted viewing (TSV) beperken tot buitenlandse gegevens
Nadere informatieONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9
ONGELIJKHEID OP DE ARBEIDSMARKT Hoofdstuk 9 Tom Vandenbrande Op het vlak van de gelijke vertegenwoordiging van kansengroepen op de arbeidsmarkt bengelt Vlaanderen aan de staart van het Europese peloton.
Nadere informatieDe jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA
De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.
Nadere informatieAudio Listening. Page 1 of 5
Historisch gezien is radio het eerste mobiele medium. Ondertussen heeft het zich uitgebreid tot tal van andere zendplatforms en ontvangtoestellen. We luisteren weliswaar nog altijd via een radiotoestel
Nadere informatieEindexamen aardrijkskunde havo 2003-I
Politiek en ruimte Opgave 6 bron 9 In de periode 2000-2006 zal de Europese Unie financiële steun voor sociaal-economische ontwikkeling toekennen aan twee soorten regio s: de regio s met een ontwikkelingsachterstand
Nadere informatieDe arbeidsmarkt in april 2015
De arbeidsmarkt in april 2015 Datum: 12 mei 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen
Nadere informatiePUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)
Nadere informatieVLAAMS WONINGFONDS VAN DE GROTE GEZINNEN cvba PERSBERICHT de Meeûssquare, 26-27 21 mei 2008 1000 BRUSSEL BLIKVANGER VAN HET ACTIVITEITENVERSLAG 2007
VLAAMS WONINGFONDS VAN DE GROTE GEZINNEN cvba PERSBERICHT de Meeûssquare, 26-27 21 mei 2008 1000 BRUSSEL KBO 0421 111 543 RPR Brussel BLIKVANGER VAN HET ACTIVITEITENVERSLAG 2007 Dankzij het ter beschikking
Nadere informatieEvolutie van de maandelijkse marktaandelen 1 : Noorden. Jul 11. Apr 11. Oct 10. Mar 11. Jan 11. Dec 10. Jun 11. Nov 10. May 11.
Jun 0 Jul 0 Aug 0 Sep 0 Oct 0 Nov 0 Dec 0 Jan Feb Mar Apr May Jul Aug Sep Oct Nov Dec Jan 2 Feb 2 Mar 2 Apr 2 of Screen Usage (%) 20 juli 202 Audimetrie Juni 202 Evolutie van de maandelijkse marktaandelen
Nadere informatieBuitenlandse handel. Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010.
Buitenlandse handel Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010. Link naar editie 2008/2009 van de Europese Schoolagenda: www.ec.europa.eu/consumers/empowerment/cons_education_en.htm#diary
Nadere informatieDigitale TV zenders Nader belicht. September 2011
Digitale TV zenders Nader belicht September 2011 Het digitale landschap Nederland digitaliseert X 1.000 6000 5000 Tele2 CanalDigitaal KPN Digitenne+IPTV Kabel Overig Ziggo UPC razend snel 4000 3000 2000
Nadere informatiebetreffende het afkoppelen van uitzendingen via antenne (DVB-T)
ingediend op 1768 (2018-2019) Nr. 1 28 november 2018 (2018-2019) Voorstel van resolutie van Bart Caron, Katia Segers en Björn Rzoska betreffende het afkoppelen van uitzendingen via antenne (DVB-T) verzendcode:
Nadere informatieVan baan naar eigen baas
M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat
Nadere informatieAdrem Flash. E-newsletter 31 augustus 2017
Adrem Flash ONMEDIA Op 24 augustus 2017 verscheen golf 2017-2 van de CIM Radio-studie. De studie dekt het luisteren in het tweede trimester van 2017. Structuur van de studie: herhaling De radiostudie is
Nadere informatieWie bestuurt de Europese Unie?
Wie bestuurt de Europese Unie? De Europese Unie (EU) is een organisatie waarin 28 landen in Europa samenwerken. Eén ervan is Nederland. Een aantal landen werkt al meer dan vijftig jaar samen. Andere landen
Nadere informatieWest-Europese krantensites komen terug op betaalstrategieën
VUB-onderzoek in het kader van FLEET (FLEmisch E-publishing Trends): West-Europese krantensites komen terug op betaalstrategieën In 2007 veranderden een aantal internationaal toonaangevende kranten hun
Nadere informatieVerhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen.
Verhoging tabaksaccijnzen : meer inkomsten en minder rokers PERSBERICHT Verhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen. In België werden er in 2009 11.617 miljoen sigaretten
Nadere informatieRespect voor klanten, partners en medewerkers
Respect voor klanten, partners en medewerkers Service : een ander woord voor het respect dat een onderneming verschuldigd is aan haar klanten, medewerkers en partners. Voertuigbeglazing KERNCIJFERS (in
Nadere informatieDe evolutie van de partijfinanciering op het niveau van de Europese Unie ( )
VIVES BRIEFING 2016/04 De evolutie van de partijfinanciering op het niveau van de Europese Unie (2001-2016) Wouter Wolfs Jef Smulders 1 DE EVOLUTIE VAN DE PARTIJFINANCIERING ROPESE UNIE (2001-2016) Wouter
Nadere informatieEnergieprijzen in vergelijk
CE CE Oplossingen voor Oplossingen milieu, economie voor milieu, en technologie economie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 611 HH Delft 611 HH Delft tel: tel: 015 015 150 150 150 150 fax: fax:
Nadere informatieMODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!
MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! De Europese Unie bestaat uit 27 lidstaten. Deze lidstaten hebben allemaal op dezelfde gebieden een aantal taken en macht overgedragen aan de Europese
Nadere informatieRabobank Cijfers & Trends
Communicatiebureaus Communicatie-/reclamebureaus verrichten advies-, ontwerp- en andere dienstverlenende werkzaamheden. Communicatie bestaat uit commerciële- en non-profit communicatie. Bureaus zijn onder
Nadere informatieVR DOC.1318/1BIS
VR 2018 2311 DOC.1318/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en de
Nadere informatie