ENGELS GRAMMATICA BRUGKLAS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ENGELS GRAMMATICA BRUGKLAS"
  • Ida Vos
  • 7 jaren geleden
  • Aantal bezoeken:

Transcriptie

1 ENGELS GRAMMATICA BRUGKLAS VOLGORDE 1 In het Nederlands en het Engels is de basisvolgorde altijd: Eerst het ONDERWERP Daarna het GEZEGDE (alle werkwoorden) OND GEZ DE REST Hij vertelde mij... He told me... Als er in het Nederlands iets voor komt te staan (zoals "zachtjes" of "gisteren") dan wordt in het Nederlands de volgorde anders: IETS ERVOOR GEZ OND DE REST Zachtjes vertelde hij mij... In het Engels blijft de volgorde hetzelfde: IETS ERVOOR OND GEZ DE REST Softly he told me... VOLGORDE REGEL 1: IN HET ENGELS BLIJFT DE VOLGORDE ALTIJD: Eerst het ONDERWERP Daarna het GEZEGDE (Alleen in Engelse vragen is het anders. Dat komt later) De andere regels hebben te maken met BEPALINGEN van PLAATS en TIJD In het Nederlands kunnen de plaats en tijd op veel plaatsen in de zin staan. Deel van de zin TIJD PLAATS Rest van de zin Hij vertelde mij dat hij volgend jaar naar Londen zou gaan In het Engels staan ze meestal bij elkaar aan het einde van de zin. Zin PLAATS TIJD He told me that he would go to London next year VOLGORDE REGEL 2: PLAATS en TIJD altijd aan het EINDE van de zin. (de TIJD kan ook wel eens helemaal vooraan in de zin staan) VOLGORDE REGEL 3: Eerst de PLAATS Daarna de TIJD Wat kun je uit je hoofd leren? REGEL 1 REGEL 2 REGEL 3 Altijd eerst ONDERWERP - dan GEZEGDE PLAATS en TIJD aan het EINDE van de zin PLAATS voor TIJD 1

2 Hoofdregel: In het Engels nooit s gebruiken. (Anders gezegd: s in het meervoud is altijd fout) MEERVOUD 2 Wat moet je dan wel doen? Normaal gesproken: een s eraan vastplakken photo piano gun day CD photos pianos guns days CDs Bij sis-klanken : es eraan vastplakken box bush boxes bushes Woorden die eindigen op: medeklinker + y: Het wordt ies party parties baby babies Uitzondering hierop: Familienamen Kennedy the Kennedys Woorden die eindigen op: f Meestal ves wolf wolves shelf shelves (= planken) Utzonderingen: dwarf dwarfs (= dwergen) roof roofs (= daken) chief chiefs (= bazen) Sommige woorden die eindigen op: o Het wordt oes hero potato tomato cargo heroes (= helden) potatoes (= aardappels) tomatoes cargoes (= ladingen) Onregelmatige vormen (Gewoon uit je hoofd leren dus): man men = mannen foot feet = voeten child children = kinderen woman women = vrouwen goose geese = ganzen sheep sheep = schapen tooth teeth = tanden aircraft aircraft = vliegtuigen mouse mice = muizen deer deer = herten louse lice = luizen

3 BRUGKLAS OEFENINGEN OEFENING 1: VOLGORDE Vertaal de volgende zinnen. Gebruik alleen de woorden die gegeven zijn. Begin met het onderstreepte gedeelte. 1. Columbus heeft in 1492 Amerika ontdekt. Columbus / discovered / in 1492 / America. 2. De leerlingen stonden tijdens de eerste les voor in het lokaal. The pupils / were standing / during the first lesson / in front of the classroom. 3. Hij dronk gisteren een cola in het café. He / drank / yesterday / a coke / in the pub. 4. Als het avond wordt drinken we veel. When the evening comes / drink / we / a lot 5. Als je heel goed kijkt, kun je de Tower Bridge zien. If look very well, / can / / Tower Bridge / see OEFENING 2: MEERVOUD GEEF HET MEERVOUD VAN DE VOLGENDE WOORDEN: 1. story 2. play 3. wolf 4. roof 5. cargo 6. piano 7. aircraft 8. valley 9. partens (onzinwoord) 10. I.E.D. (afkorting)

4

5 WERKWOORD RIJTJES 3 (TEGENWOORDIGE TIJD) Hele Ww TO BE= zijn I am (I'm) are (You're) he/she/it is (He's) we are (We're) are (You're) they are (They're) Hele Ww I he/she/it we they TO DO = doen do do does do do do Hele Ww TO HAVE = hebben I have (I've) have (You've) he/she/it has (He's) we have (We've) have (You've) they have (They've) Hele Ww CAN = kunnen I can can he/she/it can we can can they can Hele Ww WILL = zullen I will will he/she/it will we will will they will Hele Ww I he/she/it we they TO WALK = lopen walk walk walks walk walk walk Hele Ww TO GO = gaan I go go he/she/it goes we go go they go Hele Ww TO TRY = proberen I try try he/she/it tries we try try they try Hele Ww TO WATCH = kijken I watch watch he/she/it watches we watch watch they watch VAN IEMAND = S 4 (Genitive) Als je wil zeggen dat iets van een persoon is (van John bv.) dan gebruik je s De fiets van John John s bike Dus niet: The bike of John. De vader van mijn vriend De zus van haar moeder My friend's father Her mother's sister THIS / THAT / THESE / THOSE 5 (Aanwijzend voornaamwoord) Dichtbij & Enkv. This Dichtbij & Meerv. These Ver weg & Enkv. That Ver weg & meerv. Those Dichtbij Ver weg Enkelvoud THIS THAT Meervoud THESE THOSE Let op zinnen als: DAT zijn mijn vrienden. Dat = ver weg / Vrienden = Meervoud Dus: THOSE THOSE are my friends. Je kunt dus DAT niet zomaar vertalen met THAT. 2

6 WERKWOORDSVORMEN 6 Er zijn maar 5 vormen van ieder werkwoord. Tegenwoordige Tijd: 1: WALK / 2: WALKS Verleden Tijd: 3: WALKED Dan is er nog: 4: WALKING (+ED) (Ing-vorm) (Het Hele werkwoord en de he-she-it vorm (+S)) En het VOLTOOID DEELWOORD: 5: WALKED (Vaak is het Volt.Dw. hetzelfde als de Verl.tijd. Alleen bij een aantal ONR.WW niet, volgend jaar ga je die leren) REGEL 1: Na (bijna) alle HULPWERKWOORDEN komt: het HELE WERKWOORD. (uitzonderingen staan hieronder bij REGEL 2) Voorbeelden van hulpwerkwoorden: do can will shall would could must need to have to should did does (Als het gezegde uit 2 (of meer) werkwoorden bestaat is het 1 e ww (zijn de 1e werkwoorden) een hulpwerkwoord.) We can follow them. We don t follow them. We should follow them. Telkens het HELE WERKWOORD. REGEL 2: UITZONDERINGEN LEREN: UITZONDERING 1: Na alle vormen van HAVE (HAVE/HAS/HAD): VOLTOOID DEELWOORD. He has walked a lot She had never seen him. UITZONDERING 2: Na alle vormen van BE (AM / IS / ARE / WAS / WERE / BEEN): de ING-VORM He is walking. They were shouting.

7 OEFENING 3: WW RIJTJES TEGENWOORDIGE TIJD Vul één van de volgende woorden in: AM / IS / ARE. 1. How? 2. I fine! 3. My dad a bit ill. 4. It nothing serious. 5. His eyes hurting him. Vul één van de volgende woorden in: HAVE / HAS. 6. Anthony called. 7. he left a message? 8. I got a dog too! 9. My grandparents given it to me. 10. We got a big garden. Vul de goede vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd in. To be To hurry 11. he we I... To try 14. she they he I... will 19. we he... to watch 21.I she OEFENING 4: 'S BIJ PERSONEN (GENITIVE) Vertaal de volgende zinnen. 1. Hij is de vader van mijn vriend. 2. Dat is de zus van haar moeder. 3. Dat is het huis van Cathy. 4. De auto van Peter is veel beter.

8 OEFENING 5: THIS THAT THESE THOSE Kijk steeds goed: enkelvoud of meervoud? dichtbij of ver weg? 1. Come to room here. 2. Can see computer over there? 3. There is dirt on tables here. 4. windows there are broken 5. children here are very dirty. 6. car over here is very expensive. 7. cloud over there is very dark. 8. He smashed walls over there. 9. paint here is too light. 10. Buy some of discs over there. 11. I would like to have (deze) cellphone. 12. Take some of (deze) cups. 13. I want to taste some of (die) cakes over there. 14. (Dit) are my shoes!. 15. (Die) man is my uncle Come to (deze) corner. OEFENING 6: WERKWOORDSVORMEN Vul iedere vorm in die mogelijk is van het werkwoord WORK. 1. Peter. 2. Mary has. 3. John must. 4. They are. 5. They will. 6. The trainer. 7. Her friends should have been. 8. My parents.

9 AFKORTINGEN VAN WERKWOORDEN 7 De Engelsen korten veel korte werkwoorden af. Soms is het lastig om te zien welk werkwoord het is. Makkelijk: 're = are 'll = will 've = have Lastig: 's = is / has 'd = had / would Je kunt dit leren door het onderwerp hiervoor. (WERKWOORDSVORMEN) Je moet kijken naar het werkwoord dat er achter staat. Achter IS (een vorm van TO BE) komt een -ING VORM. Achter HAS / HAD (vormen van HAVE) komt een VOLTOOID DEELWOORD. Achter WOULD (een gewoon HULPWERKWOORD) komt het HELE WERKWOORD. He's going away. He's walked really far. He'd like to see. He'd found a nice house. IS HAS WOULD HAD He'd always listen to the radio. WOULD A / AN 8 (Onbepaalde Lidwoorden) A: Het woord erachter start met een medeklinker in de uitspraak. (p,t,k ) AN: Het woord erachter start met een klinker in de uitspraak. (a,e,o..) a house a boy a lovely car a tennisball an apple an idiot an old man an aunt Gemene woorden: OPPASSEN!!!! Er zijn woorden die op papier met een andere letter beginnen dan in de uitspraak. Spelling uitspraak DUS: honest onest an honest man hour our an hour late F-16 ef-16 an F-16 university joeni... a university Europe joeroop a European car 3

10 I / ME / MY 9 (Persoonlijk & Bezittelijk Voornaamwoord) 1e pers ev: I me my 2e pers ev: r 3e pers ev: he / she / it him / her / it his / her / its 1e pers mv: we us our 2e pers mv: r 3e pers mv: they them their I = Onderwerp me = lijdend vw / meew vw / na voorz. my = van mij (bezittelijk) Altijd zo: ik = I mij (me) = me mijn = my jij / u / jou = jouw = r hen = them hij = he hem = him zijn = his haar = her het = it van het = its wij (we) = we onze = our uw = r Lastig: zij (ze) = she (enkelvoud) of they (meervoud) she goes they go she is they are she walks they walk je = (=jij) of r (=jouw) achter r staat een ZNW hun = them of their achter their staat een ZNW ons = us of our achter our staat een ZNW jullie = of r achter r staat een ZNW Let op: Wij zeggen vaak hij / zij / haar / zijn tegen beesten en dingen. De Engelsen niet: dat beest of dat ding is een it. Dus: De hond likt zijn poot. = The dog licks its paw. Nodig om te weten: Hoe zie je in een Engelse zin of het onderwerp Enkelvoud of Meervoud is? (SHE of THEY?) Bij de 3e persoon enkelvoud (hij/zij/het - he/she/it) komt er een S achter het werkwoord. Zij loopt = She walks Zij lopen = They walk Wat is een ZNW? Je kunt er de/het/een voor zetten: Auto = ZNW (de auto) Blauw = geen ZNW (de blauw????)

11 OEFENING 7: AFKORTINGEN VAN WERKWOORDEN Maak van iedere afkorting een werkwoord. 1. He'll help. 2. We'd never do that! 3. They're very tired. 4. She's coming tomorrow. 5. He'd just finished his lunch. 6. He's opened the door. OEFENING 8: A / AN Vul de goede vorm in: a of an 1. new idea is what we need! 2. teacher I once saw told me secret 3. Americans love to drive in European car. 4. Look! That s F-16! 5. We only had hour left to find house. OEFENING 9: I / ME / MY Vertaal de woordjes die tussen haakjes staan. 1. (Haar) father came to (ons) and told (ons) that (wij) should stay in (ons) house. 2. (Het) is certainly (mijn) money. 3. (Hij) came to (mij) the next day. 4. Are (jullie) parents very nice? 5. Are (zij) in London this week? 6. Is (zij) (jouw) sister?

12

13 FIRST / SECOND / THIRD 10 (Rangtelwoorden) 1 one first 1 st 2 two second 2 nd 3 three third 3 rd 4 four fourth 4 th 5 five fifth 5 th 6 six sixth 6 th 7 seven seventh 7 th 8 eight eighth 8 th 9 nine ninth 9 th 10 ten tenth 10 th 11 eleven eleventh 11 th 12 twelve twelfth 12 th 13 thirteen thirteenth 13 th 14 fourteen fourteenth 14 th 15 fifteen fifteenth 15 th 16 sixteen sixteenth 16 th 17 seventeen seventeenth 17 th 18 eighteen eighteenth 18 th 19 nineteen nineteenth 19 th 20 twenty twentieth 20 th 21 twenty-one twenty-first 21 st 22 twenty-two twenty-second 22 nd etc. etc. etc. 30 thirty thirtieth 30 th 31 thirty-one thirty-first 31 st 32 thirty-two thirty-second 32 nd etc. etc. etc. 40 forty fortieth 40 th 50 fifty fiftieth 50 th 60 sixty sixtieth 60 th 70 seventy seventieth 70 th 80 eighty eightieth 80 th 90 ninety ninetieth 90 th 100 a hundred a hundredth 100t h MUCH / MANY 11 MUCH MANY ENKELVOUD MEERVOUD ALGEMEEN much money much work much energy I love very much many calories many people many books 4

14 FEW / LITTLE 12 LITTLE FEW ENKELVOUD MEERVOUD ALGEMEEN little money little faith little sleep He ate very little few calories few people few books WERKWOORD RIJTJES 13 (VERLEDEN TIJD) I he/she/it we they TO BE was were was were were were I he/she/it we they TO HAVE had had had had had had I he/she/it we they TO DO did did did did did did I he/she/it we they CAN could could could could could could I he/she/it we they WILL would would would would would would I he/she/it we they TO WALK walked walked walked walked walked walked I he/she/it we they TO GO went went went went went went I he/she/it we they TO TRY tried tried tried tried tried tried I he/she/it we they TO WATCH watched watched watched watched watched watched

15 OEFENING 10: (Rang)telwoorden Schrijf van de volgende getallen 3 dingen op. 1. Hoe schrijf je dit getal voluit in het Engels. 2. Hoe schrijf je volledig het rangtelwoord dat erbij hoort. 3. Wat is de Engelse afkorting van dat rangtelwoord OEFENING 11: MUCH of MANY 1. There are people who think that 10 euros is money. 2. children love to go to Burger King to eat food. 3. You hear about the few bad policemen and there is not can do about that. 4. He gave her presents because he loved her so. OEFENING 12: LITTLE / FEW 1. people really know a lot about Holland. 2. They say that he has patience for drunk people. 3. I have money but still I am happy with the things I can buy. 4. I have heard about him in the days that I was in England. 5. I always had (weinig) problems with those (weinige) kids who are naughty.

16 OEFENING 13: VERLEDEN TIJD Wat is de verleden tijd van de volgende werkwoorden? 1. to walk 2. to hurry 3. to stop 4. to cook 5. to fill 6. to jump 7. to plot

17 ONREGELMATIGE WERKWOORDEN 14 Van een aantal werkwoorden moet je de verleden tijd gewoon uit je hoofd leren. (Zoals in het Nederlands: lopen / liep / gelopen) Nederlands Hele WW Verleden Tijd I always... Yesterday I... 1 pijn doen hurt hurt 2 laten let let 3 leggen/zetten put put 4 lezen read read 5 beginnen begin began 6 bellen ring rang 7 drinken drink drank 8 zitten sit sat 9 geven give gave 10 komen come came 11 rennen run ran 12 breken break broke 13 spreken speak spoke 14 rijden drive drove 15 schrijven write wrote Nederlands Hele WW Verleden Tijd I always... Yesterday I krijgen get got 17 vergeten forget forgot 18 denken think thought 19 gaan go went 20 horen hear heard 21 weten know knew 22 kunnen can could 23 zullen will would 24 maken make made 25 nemen take took 26 vertellen tell told 27 zeggen say said 28 zien see saw 29 hebben have had 30 doen do did 31 zijn be was of were (beide leren) TRAPPEN VAN VERGELIJKING 15 (big bigger biggest) 1 lettergreep woorden tall taller tallest lang nice nicer nicest aardig Verdubbelen big bigger biggest groot thin thinner thinnest dun 2 lettergrepen of meer beautiful more beautiful most beautiful mooi terrible more terrible most terrible verschrikkelijk Uitzonderingen easy easier easiest makkelijk Hoe weet je het verschil tussen er en est? Vaak komt achter er het woord THAN. Vaak komt voor est het woord THE Uit je hoofd leren: good better best goed beter best bad worse worst slecht slechter slechtst little less least weinig minder minst few fewer fewest weinig minder minst much more most veel meer meest many more most veel meer meest 5

18 Hele uren: KLOK KIJKEN 16 12:00 twelve o'clock 1:00 one o'clock 5:00 five o'clock Grote wijzer op de rechter helft (1 t/m 30): PAST het vorige uur. 11:03 three minutes past eleven 11:15 a quarter past eleven (fifteen minutes past eleven) 11:26 twenty-six minutes past eleven 11:30 half past eleven Grote wijzer op de linker helft (31 t/m 59): TO het volgende uur 11:33 twenty-seven minutes to twelve 11:45 a quarter to twelve (fifteen minutes to twelve) 11:49 eleven minutes to twelve a.m. = voor 12 uur s middags p.m. = na 12 uur s middags

19 OEFENING 14: ONREGELMATIGE WERKWOORDEN Geef het HELE WERKWOORD en de VERLEDEN TIJD van de volgende werkwoorden. 1. beginnen 2. drinken 3. komen 4. rennen 5. schrijven 6. weten 7. kunnen OEFENING 15: VERGELIJKEN Verander het woord tussen haakjes zodat het past in de zin. 1. I ll do this for. It s the (little) I could do. 2. Is coke really (sweet) than orange juice? 3. That is the (big) mistake I ve ever made. 4. The weather was even (bad) than the day before. 5. This test is much (easy) than I expected. OEFENING 16: KLOK KIJKEN Schrijf de tijden geheel op : : : : : : : :35

20

21 VRAGEN MAKEN 17 Tel het AANTAL WERKWOORDEN dat bij het 1 e Onderwerp van de zin hoort. (Tel het aantal werkwoorden van het 1 e GEZEGDE) You can feel the love tonight. He travels fast. He always smiles when she makes a joke. 2 werkwoorden 1 werkwoord 1 werkwoord 2 WERKWOORDEN (of meer) = Makkelijk Verander alleen de volgorde. Verder niets. Zet het 1 e werkwoord voor het onderwerp. You can feel the love tonight. Can feel the love tonight? 1 WERKWOORD = Regels leren Regel 1: Er komt DO / DOES / DID bij. DID Verleden Tijd Alle personen DOES Tegenwoordige Tijd He / she / it DO Tegenwoordige Tijd Alles behalve he / she / it Regel 2: Na DO / DOES / DID komt het HELE WERKWOORD. He travels fast. Teg. Tijd / He / Hele Ww = travel. Does he travel fast? Does he travels fast? He broke her heart. Verl. Tijd / Hele Ww = break Did he break her heart? Did he broke her heart? They go on holiday. Teg. Tijd / They Do they go on holiday? UITZONDERING: TO BE (is / am / are / was / were) Bij to be komt nooit do/does/did. Het is veel simpeler. He is nice. Is he nice? They were fine. Were they fine? Werkwoorden met TO ervoor moet je niet meetellen in de zin. They want to see. = 1 ww Do they want to see? She hoped to beat them. = 1 ww Did she hope to beat them? 6

22 Eigenlijk gelden hier dezelfde regels als bij vragen: 2 WERKWOORDEN (of meer) = Makkelijk Je zet gewoon not (n t) achter het 1 e werkwoord. ONTKENNEN 18 I will try to help I have seen him. I can play hockey. I will not try to help I have not seen him. I cannot play hockey. I won t try to help I haven t seen him. I can t play hockey. 1 WERKWOORD = Er komt DON T / DOESN T / DIDN T bij. Na DON T / DOESN'T / DIDN'T komt: het HELE WERKWOORD. They try very hard. She runs fast. They followed the car. They don t try very hard. She doesn t run fast. They didn t follow the car. UITZONDERING: TO BE (is / am / are / was / were) Bij to be komt nooit do/does/did. Het is veel simpeler. He is nice. He is not (isn t) nice. They were fine. They were not (weren t) fine. Werkwoorden met TO ervoor moet je niet meetellen in de zin. They want to see. = 1 ww I don t want to see. She hoped to beat them. = 1 ww She didn t hope to beat them. KORTE ANTWOORDEN 19 Engelsen zijn meestal redelijk beleefd en geven op een 'ja/nee-vraag' meestal niet alleen het antwoord: Ja! of Nee! Ze herhalen een klein stukje van jouw zin. Do like tea? Is he angry? Can Donna come? Yes, I do. No, he isn't. No, she can't Hoe werkt dit? Na YES of NO komt het ONDERWERP (Pers. Vnw.) Daarna HERHAAL je het 1e WERKWOORD.

23 OEFENING 17: VRAGEN Maak vragen van de volgende zinnen. 1. Peter cleaned the floor. 2. Mary believes in Santa Claus. 3. He puts the car in the garage. 4. I will come home at 12 o clock. OEFENING 18: ONTKENNEN Ontken de volgende zinnen. 1. Peter saw the car. 2. Mary believes in Santa Claus. 3. John must stay away. 4. They departed at 2 o clock. OEFENING 19: KORTE ANTWOORDEN Geef korte antwoorden op de volgende vragen. 1. Did Peter see the car? 2. Does Mary believe in Santa Claus? 3. Must John stay away? 4. Did they depart at 2 o'clock? 5. Can drive a car? 6. Should William help her? No, Yes, Yes, No, Yes, No,

24

25 HOOFDLETTERS 20 In het Engels krijg je overal hoofdletters waar ze in het Nederlands ook staan. Bijvoorbeeld: NAMEN My name is John Smith. LANDEN I live in England. De Engelsen gebruiken op een paar plekken hoofdletters waar wij dat niet doen: ik = I (altijd hoofdletter) We went to England and I had a great time! Nationaliteiten en Talen: I speak English. I am Dutch. Dagen Monday Friday Tuesday Saturday Wednesday Sunday Thursday Maanden January May September February June October March July November April August December 7

26

27 OEFENING 20: HOOFDLETTERS Vertaal de volgende zinnen. 1.Hij werkt op zaterdag en ik werk op donderdag. 2.Die engelse vrouw spreekt nederlands. 3.In juli en oktober is de winkel dicht.

28

29 DE ANTWOORDEN OEFENING 1: VOLGORDE 1. Columbus discovered America in (Plaats & tijd aan het einde. Plaats voor tijd) 2. The pupils were standing in front of the classroom during the first lesson. (Plaats & tijd aan het einde. Plaats voor tijd) 3. He drank a coke in the pub yesterday. (Plaats & tijd aan het einde. Plaats voor tijd) 4. When the evening comes we drink a lot. (Eerst Onderwerp dan Gezegde) 5. If look very well, can see Tower Bridge. (Eerst Onderwerp dan Gezegde) OEFENING 2: MEERVOUD 1.stories 2.plays 3.wolves 4.roofs 5.cargoes 6.pianos 7.aircraft 8.valleys 9.partenses (onzinwoord) 10.IEDs OEFENING 3: WW RIJTJES TEGENWOORDIGE TIJD 1. are 2. am 3. is 4. is 5. are 6. has 7. has 8. have 9. have 10.have 11.he is 12.we are 13.I am 14.she tries 15. try 16.they try 17.he hurries 18.I hurry 19.we will 20.he will 21.I watch 22.she watches 23. watch OEFENING 4: 'S BIJ PERSONEN (GENITIVE) 1. He is my friend s father. 2. That is her mother s sister. 3. That is Cathy s house. 4. Peter s car is much better. OEFENING 5: THIS THAT THESE THOSE 1.this (enkelvoud + dichtbij) 2.that (enkelvoud + ver weg) 3.these (meervoud + dichtbij) 4.those (meervoud + ver weg) 5.these (meervoud + dichtbij) 6.this (enkelvoud + dichtbij) 7.that (enkelvoud + ver weg) 8.those (meervoud + ver weg) OEFENING 6: WERKWOORDSVORMEN 1. works (worked) 2. worked 9.this (enkelvoud + dichtbij) 10.those (meervoud + ver weg) 11.this (enkelvoud + dichtbij) 12.these (meervoud + dichtbij) 13.those (meervoud + ver weg) 14.these (meervoud + dichtbij) 15.that (enkelvoud + ver weg) 16.this (enkelvoud + dichtbij)

30 3. work 4. working 5. work 6. works (worked) 7. working 8. work (worked) OEFENING 7: AFKORTINGEN VAN WERKWOORDEN 1. will 2. would (do = hele werkwoord) 3. are 4. is (coming = ing vorm) 5. had (finished = voltooid deelwoord) 6. has (opened = voltooid deelwoord) OEFENING 8: A / AN 1. a (new klinkt als medeklinker) 2. a a (teacher klinkt als medeklinker - secret klinkt als medeklinker) 3. a ( Joe ropean klinkt als medeklinker) 4. an( EF -16 klinkt als klinker) 5. an a (OUr klinkt als klinker - house klinkt als medeklinker)) OEFENING 9: I / ME / MY 1. Her / us / us / we / our (alleen achter de laatste ons staat een ZNW (house)) 2. It / my 3. He / me 4. r (achter jullie staat een ZNW (parents) 5. they (zij = meervoud, dat zie je aan are) 6. she (zij = enkelvoud, dat zie je aan is) r OEFENING 10: (Rang)telwoorden 1. eighty / eightieth / 80 th 2. twenty-one / twenty-first / 21 st 3. a hundred / a hundredth / 100 th 4. fifteen / fifteenth / 15 th 5. nine / ninth / 9 th OEFENING 11: MUCH of MANY 1. many / much (people = mv / money = ev) 2. many / much (children = mv / food = ev) 3. much / much (verwijst naar niets / verwijst naar niets) 4. many / much (presents = mv / verwijst naar niets)

31 OEFENING 12: LITTLE / FEW 1. few (people = mv) 2. little (patience = geduld = ev) 3. little / few (money = ev / things = mv) 4. little / few (verwijst naar niets (algemeen) / days = mv) 5. few / few (problems = mv / kids = mv) OEFENING 13: VERLEDEN TIJD 1. walked 2. hurried 3. stopped (verdubbelen!!! anders klinkt het fout) 4. cooked 5. filled 6. jumped 7. plotted (verdubbelen!!!!) OEFENING 14: ONREGELMATIGE WERKWOORDEN 1. begin began 2. drink drank 3. come came 4. run ran OEFENING 15: VERGELIJKEN 1. least (the... little/less/least) 2. sweeter (than) 3. biggest (the) 4. worse (than... bad/worse/worst) 5. easier (than... y wordt ie) OEFENING 16: KLOK KIJKEN 1. two o'clock 2. twenty-three (minutes) past four 3. a quarter to six 4. ten past nine 5. ten to eleven 6. a quarter past six 7. twenty-five (minutes) past seven 8. twenty-five (minutes) to nine OEFENING 17: VRAGEN 1. Did Peter clean the floor? 2. Does Mary believe in Santa Claus? 3. Does he put the car in the garage? 4. Will I () come home? 5. write wrote 6. know knew 7. can could

32 OEFENING 18: ONTKENNEN 1. Peter didn't see the car. 2. Mary doesn't believe in Santa Claus. 3. John must not (mustn't) stay away. 4. They didn't depart at 2 o clock. OEFENING 19: KORTE ANTWOORDEN 1. No, he didn't. 2. Yes, she does. 3. Yes, he must. 4. No, they didn't. 5. Yes, I can. 6. No, he shouldn't. OEFENING 20: HOOFDLETTERS 1. He works on Saturday(s) and I work on Thursday(s). 2. That English woman speaks Dutch. 3. In July and October the shop is closed.

Grammar Book 1KGT. Name: Class:

Grammar Book 1KGT. Name: Class: Grammar Book 1KGT Name: Class: Persoonlijke voornaamwoorden (1)... 2 Persoonlijke voornaamwoorden (2)... 2 Bezittelijke voornaamwoorden... 2 Het werkwoord zijn (be)... 2 Het werkwoord kunnen (can)... 2

Nadere informatie

Het Engels kent vier woorden om personen/zaken aan te wijzen: this / that / these / those (zie hoofdstuk 9).

Het Engels kent vier woorden om personen/zaken aan te wijzen: this / that / these / those (zie hoofdstuk 9). OPZOEKGRAMMATICA In deze Opzoekgrammatica komt een aantal grammaticale woorden en uitdrukkingen aan bod in alfabetische volgorde. Voorbeelden worden zowel in het Nederlands als in het Engels gegeven. In

Nadere informatie

voltooid tegenwoordige tijd

voltooid tegenwoordige tijd SirPalsrok @meestergijs It has taken me a while to make this grammar explanation. My life has been quite busy and for that reason I had little time. My week was full of highs and lows. This past weekend

Nadere informatie

irregular verbs onregelmatige werkwoorden

irregular verbs onregelmatige werkwoorden SirPalsrok @meestergijs Wanneer je een zin maakt, zul je iets moeten doen met een werkwoord. Je kan tenslotte niet het hele werkwoord gebruiken bij elk onderwerp. Bijvoorbeeld: spelen Wij spelen volleybal.

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE READER GRAMMATICA P.Verberne

INHOUDSOPGAVE READER GRAMMATICA P.Verberne INHOUDSOPGAVE READER GRAMMATICA P.Verberne pag.: 1. to be 1 2. persoonlijk voornaamwoord 2 3. kunnen 2 4. lidwoord 2 5. aanwijzend voornaamwoord 2 6. getallen 3 7. rangtelwoorden 3 8. have got 4 9. van

Nadere informatie

1. will + hele werkwoord (Future Simple) 2. shall + hele werkwoord 3. to be (am/is/are) going to + hele werkwoord

1. will + hele werkwoord (Future Simple) 2. shall + hele werkwoord 3. to be (am/is/are) going to + hele werkwoord FUTURE TENSE ( TOEKOMENDE TIJD ) Hoe? 1. will + hele werkwoord (Future Simple) 2. shall + hele werkwoord 3. to be (am/is/are) going to + hele werkwoord Wanneer? Ad 1. Als iets in de toekomst zal gebeuren

Nadere informatie

Grammatica uitleg voor de toets van Hoofdstuk 1

Grammatica uitleg voor de toets van Hoofdstuk 1 Grammatica uitleg voor de toets van Hoofdstuk 1 Vraagzinnen: Je kunt in het Engels vraagzinnen maken door vaak het werkwoord vooraan de zin te zetten. Bijv. She is nice. Bijv. I am late. Bijv. They are

Nadere informatie

possessive determiners

possessive determiners personal pronouns possessive determiners SirPalsrok @meestergijs Ik = I (altijd met een hoofdletter schrijven) I am William. I have no brothers or sisters. I play tennis and love to play videogames. I

Nadere informatie

Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City!

Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City! 1 Meet and greet read Lees de tekst. Wat is de prijs die je kunt winnen? early too late on time vroeg te laat op tijd Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City! Do you have a special

Nadere informatie

DE VOLTOOID TEGENWOORDIGE TOEKOMENDE TIJD

DE VOLTOOID TEGENWOORDIGE TOEKOMENDE TIJD 1 Grammatica les 11 THE FUTURE PERFECT TENSE DE VOLTOOID TEGENWOORDIGE TOEKOMENDE TIJD 11.1 FUTURE PERFECT The Future Perfect oftewel de Voltooid Tegenwoordig Toekomende Tijd bestaat uit "will" of "shall"

Nadere informatie

Grammatica overzicht Theme 5+6

Grammatica overzicht Theme 5+6 Past simple vs. Present perfect simple Past simple: Ww + ed OF 2 e rijtje van onregelmatige ww. I walked I went Ontkenningen past simple: Did not + hele ww He did not walk. Present perfect: Have/has +

Nadere informatie

onvoltooid verleden tijd

onvoltooid verleden tijd onvoltooid SirPalsrok @meestergijs What did you do yesterday? Past Simple I went to the movies yesterday. We had to do some homework yesterday. Yesterday I visited my niece and nephew. Yesterday I fell

Nadere informatie

Puzzle. Fais ft. Afrojack Niveau 3a Song 6 Lesson A Worksheet. a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel.

Puzzle. Fais ft. Afrojack Niveau 3a Song 6 Lesson A Worksheet. a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel. Puzzle a Lees de omschrijvingen. Zet de Engelse woorden in de puzzel. een beloning voor de winnaar iemand die piano speelt een uitvoering 4 wat je wil gaan doen; voornemens 5 niet dezelfde 6 deze heb je

Nadere informatie

Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City!

Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City! 1 Meet and greet read Lees de tekst Wat is de prijs die je kunt winnen? Flash info early too late on time vroeg te laat op tijd Win a meet and greet with Adam Young from the band Owl City! Do you have

Nadere informatie

> hele werkwoord > werkwoord +s, als het onderwerp he, she of it is. bevestigend vragend ontkennend

> hele werkwoord > werkwoord +s, als het onderwerp he, she of it is. bevestigend vragend ontkennend PRESENT SIMPLE TENSE ( onvoltooid tegenwoordige tijd ) Hoe? > hele werkwoord > werkwoord +s, als het onderwerp he, she of it is!! als een werkwoord eindigt op een s-klank ( s,ch x) werkw. + es!! als een

Nadere informatie

Buy Me FILE 5 BUY ME BK 2

Buy Me FILE 5 BUY ME BK 2 Buy Me FILE BUY ME BK Can you resist all those incredible products that all seem to be screaming: Buy Me! Every day we see them on TV during the commercial break: the best products in the world. How would

Nadere informatie

3 I always love to do the shopping. A Yes I do! B No! I hate supermarkets. C Sometimes. When my mother lets me buy chocolate.

3 I always love to do the shopping. A Yes I do! B No! I hate supermarkets. C Sometimes. When my mother lets me buy chocolate. 1 Test yourself read a Lees de vragen van de test. Waar gaat deze test over? Flash info 1 In the morning I always make my bed. A Yes. B No. C Sometimes, when I feel like it. 2 When I see an old lady with

Nadere informatie

Toetsonderdeel R T1 T2 I Totaal aantal items Totaal aantal punten. Totaal percentage (%)

Toetsonderdeel R T1 T2 I Totaal aantal items Totaal aantal punten. Totaal percentage (%) Toetsonderdeel R T1 T2 I Totaal aantal items Totaal aantal punten A Vocabulary 2 6 8 8 B Vocabulary 2 4 2 8 8 C Grammar 2 5 1 8 8 D Grammar 1 8 1 10 10 E Grammar 3 7 10 10 F Grammar 1 7 8 8 G Grammar 7

Nadere informatie

In the classroom. Who is it? Worksheet

In the classroom. Who is it? Worksheet In the classroom 1 Lees wat de meester doet als hij s morgens op school komt. Lees ook wat een leerling doet. Wie van de twee doet het meest voordat de les begint? First, I go to my desk and take out my

Nadere informatie

- werkwoord + ed ( bij regelmatige werkwoorden ) - bij onregelmatige werkwoorden de 2 e rij ( deze moet je dus uit je hoofd leren )

- werkwoord + ed ( bij regelmatige werkwoorden ) - bij onregelmatige werkwoorden de 2 e rij ( deze moet je dus uit je hoofd leren ) PAST SIMPLE TENSE ( onvoltooid verleden tijd ) Hoe? vervoeging - werkwoord + ed ( bij regelmatige werkwoorden ) - bij onregelmatige werkwoorden de 2 e rij ( deze moet je dus uit je hoofd leren ) van bijv,

Nadere informatie

En nu weer Engels! EXERCISE 1: Leer de volgende onregelmatige werkwoorden:

En nu weer Engels! EXERCISE 1: Leer de volgende onregelmatige werkwoorden: ENGLISH, WE WILL DO BETTER! LESSON FOUR Beste leerling! Nog één keer wil aandacht schenken aan de huiswerkplanning. Ik wil je aandacht vragen voor het zinnetje uit les 1: Doe nooit twee talen achter elkaar!

Nadere informatie

THE LANGUAGE SURVIVAL GUIDE

THE LANGUAGE SURVIVAL GUIDE DUTCH THE LANGUAGE SURVIVAL GUIDE 4 0 0 W O R D S T O G E T S T A R T E D I N A N Y L A N G U A G E BY THE FOREIGN LANGUAGE COLLECTIVE Verbs Werkwoorden To be zijn I ik ben You jij bent He/She/It hij/zij/het

Nadere informatie

20 twenty. test. This is a list of things that you can find in a house. Circle the things that you can find in the tree house in the text.

20 twenty. test. This is a list of things that you can find in a house. Circle the things that you can find in the tree house in the text. 9006625806_boek.indd 1 31/08/16 15:26 1 6 test This is a list of things that you can find in a house. Circle the things that you can find in the tree house in the text. living room kitchen bedroom toilet

Nadere informatie

GRAMMATICA KLAS 3 VRAGEN MAKEN 1

GRAMMATICA KLAS 3 VRAGEN MAKEN 1 GRAMMATICA KLAS 3 VRAGEN MAKEN 1 Tel het AANTAL WERKWOORDEN dat bij het 1 e Onderwerp van de zin hoort. (Tel het aantal werkwoorden van het 1 e GEZEGDE) You can feel the love tonight. He travels fast.

Nadere informatie

Festival. Questions. Worksheet. Flash info. Bekijk de poster. Het is een aankondiging voor een muziekfestival. Welke bands die komen vind jij leuk?

Festival. Questions. Worksheet. Flash info. Bekijk de poster. Het is een aankondiging voor een muziekfestival. Welke bands die komen vind jij leuk? 1 Festival Bekijk de poster. Het is een aankondiging voor een muziekfestival. Welke bands die komen vind jij leuk? for the first time reach voor de eerste keer bereiken 2 Questions Lees de tekst. Beantwoord

Nadere informatie

4,9. Antwoorden door een scholier 1354 woorden 25 december keer beoordeeld

4,9. Antwoorden door een scholier 1354 woorden 25 december keer beoordeeld Antwoorden door een scholier 1354 woorden 25 december 2010 4,9 210 keer beoordeeld Vak Engels 1. cybercity wheelchair computers older Holland friends Nigeria shop tea 2. 1= false 2= true 3= true 4= false

Nadere informatie

Helpdesk points Voorbeeld Unit 1 Unit 2 Unit 3 Unit 4 Unit 5 Unit 6 Unit 7 Unit 8

Helpdesk points Voorbeeld Unit 1 Unit 2 Unit 3 Unit 4 Unit 5 Unit 6 Unit 7 Unit 8 Helpdesk points Voorbeeld Unit 1 Unit 2 Unit 3 Unit 4 Unit 5 Unit 6 Unit 7 Unit 8 Aanwijzen dit / deze (dichtbij) (enkelvoud) this house/ this map 1.4 dat / die (verder weg) (enkelvoud) that house / that

Nadere informatie

should(n t) / should(n t) have to zouden moeten / hadden meestergijs.nl

should(n t) / should(n t) have to zouden moeten / hadden meestergijs.nl @meestergijs meestergijs.nl Think of three things you should do to stay healthy. You should You should... You should Think of two things you shouldn t do when at school. You shouldn t You shouldn t Think

Nadere informatie

word order woordvolgorde

word order woordvolgorde SirPalsrok @meestergijs Learn you shall word order. Attention therefore you must pay. Exercise 1: Zet de volgende zinsdelen in de juiste volgorde. 1. the first roller coaster in Russia was built in the

Nadere informatie

Buy Me! FILE 5 BUY ME KGT 2

Buy Me! FILE 5 BUY ME KGT 2 Buy Me! FILE 5 BUY ME KGT 2 Every day we see them during the commercial break: the best products in the world. Whether they are a pair of sneakers, new mascara or the latest smartphone, they all seem to

Nadere informatie

much, many, (a) little/few

much, many, (a) little/few SirPalsrok @meestergijs Als je het hebt over veel van iets, dan gebruik je: a lot of lots of loads of voorbeelden He has a lot of homework to do. She has lots of friends abroad. Als je het tijdens formeel

Nadere informatie

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen. Lesbrief Les 2.1: My family Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen. Nouns: brother, sister, cousin, mother, father, aunt, uncle, grandmother,

Nadere informatie

Hulpwerkwoorden (een selectie)

Hulpwerkwoorden (een selectie) Hulpwerkwoorden (een selectie) SirPalsrok @meestergijs Ik kan... Ik moet modal verbs We zouden moeten Ik kon Ik ben in staat Ik wil heel graag Ik mag Ik kan... Ik moet modal verbs We zouden moeten Ik kon

Nadere informatie

3 vmbo-basis Theme 1 Grammar. Opfriscursus. 3 vmbo-basis Theme 1,2 en 3 Grammar. Noordhoff Uitgevers bv Stepping Stones, 5 e editie Pagina 1 van 8

3 vmbo-basis Theme 1 Grammar. Opfriscursus. 3 vmbo-basis Theme 1,2 en 3 Grammar. Noordhoff Uitgevers bv Stepping Stones, 5 e editie Pagina 1 van 8 Opfriscursus 3 vmbo-basis Theme 1,2 en 3 Grammar Noordhoff Uitgevers bv Stepping Stones, 5 e editie Pagina 1 van 8 Grammar 1: Korte ja / nee antwoorden 1 Wat wordt er in het korte ja/nee-antwoord herhaald

Nadere informatie

- werkwoord + ed ( bij regelmatige werkwoorden ) - bij onregelmatige werkwoorden de 2 e rij ( deze moet je dus uit je hoofd leren )

- werkwoord + ed ( bij regelmatige werkwoorden ) - bij onregelmatige werkwoorden de 2 e rij ( deze moet je dus uit je hoofd leren ) PAST SIMPLE TENSE ( onvoltooid verleden tijd ) Hoe? vervoeging - werkwoord + ed ( bij regelmatige werkwoorden ) - bij onregelmatige werkwoorden de 2 e rij ( deze moet je dus uit je hoofd leren ) van bijv,

Nadere informatie

DE VERLEDEN TOEKOMENDE TIJD

DE VERLEDEN TOEKOMENDE TIJD 1 Grammatica les 12 THE FUTURE PAST TENSE DE VERLEDEN TOEKOMENDE TIJD 12.1 FUTURE PAST Als je over het verleden praat, maar iets wilt vertellen over wat toen in de toekomst was, gebruik je ook de Future,

Nadere informatie

Het verschil met de zinnetjes uit les1 is dat deze zinnen ontkennende zinnen zijn.

Het verschil met de zinnetjes uit les1 is dat deze zinnen ontkennende zinnen zijn. ENGLISH, WE WILL DO BETTER! LESSON TWO Beste leerling! Fijn dat je aan deze tweede les begonnen bent! We hebben het nog even over de planning van het huiswerk. Leerlingen hanteren meestal de volgende regel:

Nadere informatie

class book I am reading a book. close your books homework My teacher gave me a lot of homework. to read We are going to read that book.

class book I am reading a book. close your books homework My teacher gave me a lot of homework. to read We are going to read that book. classroom The students are waiting for their teacher in the classroom. class pupil / student classmate You can ask your classmate for help with your homework. please sit down please stand up look at this

Nadere informatie

Aantekening Engels Engels Grammatica

Aantekening Engels Engels Grammatica Aantekening Engels Engels Grammatica Aantekening door M. 1022 woorden 26 juni 2014 5,6 25 keer beoordeeld Vak Methode Engels New interface Samenvatting grammatica engels. Present simple. Gebruik: bij een

Nadere informatie

Vergelijken in het Engels

Vergelijken in het Engels Vergelijken in het Engels Om te vergelijken in het Engels, moet je de verschillende trappen van vergelijking kennen. Er bestaat een stellende trap (de basis: bijvoeglijk naamwoord), een vergrotende trap

Nadere informatie

Tip! Let op deze (of vergelijkbare) signaalwoorden: Past Simple. Wanneer gebruik je de past simple? Voorbeeld: Hele werkwoord + ed

Tip! Let op deze (of vergelijkbare) signaalwoorden: Past Simple. Wanneer gebruik je de past simple? Voorbeeld: Hele werkwoord + ed Past Simple Hele werkwoord + ed OF Onregelmatig werkwoord (2 e rijtje) I You He She It walked studied played laughed worked We went You taught They knew Wanneer gebruik je de past simple? Als iets in het

Nadere informatie

Teksten van de liederen die gospelkoor Inspiration tijdens deze Openluchtdienst zingt.

Teksten van de liederen die gospelkoor Inspiration tijdens deze Openluchtdienst zingt. Don t you worry There s an eternity behind us And many days are yet to come, This world will turn around without us Yes all the work will still be done. Look at ever thing God has made See the birds above

Nadere informatie

B1 Woordkennis: Spelling

B1 Woordkennis: Spelling B1 Woordkennis: Spelling Bestuderen Inleiding Op B1 niveau gaan we wat meer aandacht schenken aan spelling. Je mag niet meer zoveel fouten maken als op A1 en A2 niveau. We bespreken een aantal belangrijke

Nadere informatie

The secret key. Worksheet. flash info. Lees de tekst en kruis het juiste antwoord aan. Deze tekst hoort bij

The secret key. Worksheet. flash info. Lees de tekst en kruis het juiste antwoord aan. Deze tekst hoort bij 1 The secret key read Lees de tekst en kruis het juiste antwoord aan. Deze tekst hoort bij informatie over buslijnen een game een reclame flash info inside outside cross the road binnen(in) buiten steek

Nadere informatie

VOORZETSELS. EXERCISE 1 Bestudeer de bovenstaande voorzetsels en zinnen goed!

VOORZETSELS. EXERCISE 1 Bestudeer de bovenstaande voorzetsels en zinnen goed! ENGLISH, WE WILL DO BETTER! LESSON EIGHT VOORZETSELS at three o'clock = om drie uur around three o'clock = rond drie uur by three o'clock = tegen drie uur before Saturday = voor zaterdag for a week = voor

Nadere informatie

Comics FILE 4 COMICS BK 2

Comics FILE 4 COMICS BK 2 Comics FILE 4 COMICS BK 2 The funny characters in comic books or animation films can put smiles on people s faces all over the world. Wouldn t it be great to create your own funny character that will give

Nadere informatie

Choices elementary GRAMMAR

Choices elementary GRAMMAR Choices elementary GRAMMAR Module 1 present simple p.15 Vorm Hele werkwoord (zonder to) Derde persoon (he/she/it) + (e)s I eat pizza. The cat eats fish. Mom washes my dirty clothes. Module 1 present simple

Nadere informatie

Fans talking about Martin

Fans talking about Martin Fans about Martin Wat vind jij van Martin Garrix? 1 read Fans talking about Martin Martin Garrix is a world famous DJ from Holland. Yesterday we interviewed two of Martin s fans. This is what they said.

Nadere informatie

Introduced: Unit Word Kindergarten 1 and Kindergarten 1 I Kindergarten 1 like Kindergarten 1 the Kindergarten 2 a Kindergarten 2 see Kindergarten 2

Introduced: Unit Word Kindergarten 1 and Kindergarten 1 I Kindergarten 1 like Kindergarten 1 the Kindergarten 2 a Kindergarten 2 see Kindergarten 2 Kindergarten 1 and Kindergarten 1 I Kindergarten 1 like Kindergarten 1 the Kindergarten 2 a Kindergarten 2 see Kindergarten 2 to Kindergarten 2 we Kindergarten 3 are Kindergarten 3 come Kindergarten 3

Nadere informatie

betrekkelijke voornaamwoorden

betrekkelijke voornaamwoorden betrekkelijke voornaamwoorden SirPalsrok @meestergijs I bought a house. The house has 3 bedrooms. Mr. Schultz plays tennis. He is my English teacher Een betrekkelijk voornaamwoord kan van 2 zinnen 1 zin

Nadere informatie

Love & Like FILE 2 LOVE & LIKE BK 2

Love & Like FILE 2 LOVE & LIKE BK 2 Love & Like I Like You Come a little closer Honey, come a little closer, let me whisper in your ear. Let me tell it to you quietly, So that no one else will hear. 1 File 2 - Love & Like BK2.indd 1 22-7-2014

Nadere informatie

ook (niet)

ook (niet) SirPalsrok @meestergijs Hij is gek op basketbal. Zijn buurman ook. Wij hebben twee zussen. Zij ook. Ik houd van aardappelen. Mijn moeder ook. Haar vriendin vindt winkelen leuk. Ik ook. Zij willen graag

Nadere informatie

Stars FILE 7 STARS BK 2

Stars FILE 7 STARS BK 2 Stars FILE 7 STARS BK 2 Of course you have seen X-Factor, The Voice or Got Talent on TV or via the Internet. What is your favourite act? Do you like the dancing performances or would you rather listen

Nadere informatie

Malala Ken je Malala? Wat weet je al van haar?

Malala Ken je Malala? Wat weet je al van haar? 1 Malala Ken je Malala? Wat weet je al van haar? About Malala Malala Yousafzai comes from Pakistan. She was born on the 12th of July in 1997. When she was 14 years old she started a blog on the Internet.

Nadere informatie

trappen van vergelijking

trappen van vergelijking SirPalsrok @meestergijs Mr. A. is tall Mr. A. is taller than Mr. B. Mr. B is taller than Mr. C. Mr. A is the tallest. Mr. C. is small Mr A. Mr. B Mr. C Mr. C. is smaller than Mr. B. Mr. B. is smaller

Nadere informatie

present perfect simple.

present perfect simple. ENGLISH, WE WILL DO BETTER! LESSON SIX Beste leerling. Toch nog één keer een tip voor het leren van Engelse woordjes en zinnetjes. Voor het studeren geldt iets heel bijzonders: bij studeren is 3 X 1 meer

Nadere informatie

You probably know animals can have best friends too. But what do you think about these special friendships?

You probably know animals can have best friends too. But what do you think about these special friendships? 1 Animal friends read Lees de tekst. Waar gaat deze tekst over? Animal friends You probably know animals can have best friends too. But what do you think about these special friendships? Look at this mouse

Nadere informatie

Help! FILE 1 HELP! BK 2

Help! FILE 1 HELP! BK 2 Help! Hello! Can you hear me? Do you know where you are? You had an accident. My name is Reep. I m a paramedic. I will examine you and see if we need to get you to the hospital. Can you move your arms?

Nadere informatie

Martin Garrix and his fans

Martin Garrix and his fans Fans about Martin Wat vind jij van Martin Garrix? 1 read Martin Garrix and his fans Martin Garrix is more than a young star and producer. He s also a super nice guy! If there are fans who want his autograph,

Nadere informatie

Litter in your town. Questions. Worksheet. Flash info

Litter in your town. Questions. Worksheet. Flash info 1 Litter in your town read Lees de tekst. Bij wie ligt het minste zwerfafval op straat? Kruis aan. Amy Zoe Richard litter problem awful zwerfafval probleem vies afvalbak afschuwelijk Is litter messing

Nadere informatie

A2 Workshops Grammatica Heden

A2 Workshops Grammatica Heden Bestuderen Present Simple Normaal Hoe maak je de Present Simple? Kijk eerst maar even naar het volgende rijtje. I You He She It We You see see sees sees sees see see They see Je ziet dat het heel eenvoudig

Nadere informatie

Deze tekst gaat over Engelse en Amerikaanse feesten. Ken je deze feesten?

Deze tekst gaat over Engelse en Amerikaanse feesten. Ken je deze feesten? 1 Let s celebrate! read Deze tekst gaat over Engelse en Amerikaanse feesten. Ken je deze feesten? Let s celebrate! Guy Fawkes Night People in Britain celebrate Guy Fawkes Night. It s on the 5th of November.

Nadere informatie

Aan het einde van de unit kennen de leerlingen woorden in de woordvelden: kleding uiterlijk emoties landen

Aan het einde van de unit kennen de leerlingen woorden in de woordvelden: kleding uiterlijk emoties landen 1 Doelstellingen unit 1 Het thema van deze unit is describing people (mensen beschrijven). De leerlingen leren mensen te beschrijven aan de hand van hun kleding en uiterlijk. vragen en vertellen hoe iemand

Nadere informatie

Vertaling Engels Gedicht / songteksten

Vertaling Engels Gedicht / songteksten Vertaling Engels Gedicht / songteksten Vertaling door een scholier 1460 woorden 23 januari 2002 5,4 399 keer beoordeeld Vak Engels Songtekst 1 Another day in paradise Artiest: Brandy & Ray J She calls

Nadere informatie

Listen. Twenty One Pilots Niveau 3a Song 4 Lesson B Worksheet. a Luister naar wat Leo, Tina en Martin vertellen. Omcirkel het juiste antwoord.

Listen. Twenty One Pilots Niveau 3a Song 4 Lesson B Worksheet. a Luister naar wat Leo, Tina en Martin vertellen. Omcirkel het juiste antwoord. 1 Listen a Luister naar wat Leo, Tina en Martin vertellen. Omcirkel het juiste antwoord. 1 Leo is a kid / a teenager / a grown-up. 2 Tina is a kid / a teenager / a grown-up. 3 Martin is a kid / a teenager

Nadere informatie

Samenvatting grammar leerjaar 1 (leer ook uit je boek vanaf pagina 176!, deze samenvatting is extra)

Samenvatting grammar leerjaar 1 (leer ook uit je boek vanaf pagina 176!, deze samenvatting is extra) Aantekening door een scholier 2562 woorden 31 oktober 2017 4,4 3 keer beoordeeld Vak Methode Engels Stepping stones Samenvatting grammar leerjaar 1 (leer ook uit je boek vanaf pagina 176!, deze samenvatting

Nadere informatie

News: Tours this season!

News: Tours this season! 1 Do you remember? Lees de zinnen en vul de juiste woorden in. Kies uit: like listen presenter too loud great show number next crowd singer. Let op: je houdt twee woorden over. Welcome back to the best

Nadere informatie

Dear teacher. Kygo Niveau 3a Song 4 Lesson B Worksheet

Dear teacher. Kygo Niveau 3a Song 4 Lesson B Worksheet 1 Dear teacher Lees de briefjes en e-mails die meester Allan verzameld heeft. Schrijf onder elk briefje en e-mail wat de reden is dat het kind niet naar school komt vandaag. I can t come to school because

Nadere informatie

Als je zo'n zinnetje moet leren dan weet je best al wat woorden van dit zinnetje.

Als je zo'n zinnetje moet leren dan weet je best al wat woorden van dit zinnetje. ENGLISH, WE WILL DO BETTER! LESSON FIVE Beste leerling! Fijn dat je er nog steeds aan werkt om je kennis van de Engelse taal te verbeteren! Daar zul je straks in de brugklas veel voordeel van hebben! HOE

Nadere informatie

ENGELS GRAMMATICA 2 e KLAS

ENGELS GRAMMATICA 2 e KLAS ENGELS GRAMMATICA 2 e KLAS VRAGEN MAKEN 1 Tel het AANTAL WERKWOORDEN dat bij het 1 e Onderwerp van de zin hoort. (Tel het aantal werkwoorden van het 1 e GEZEGDE) You can feel the love tonight. He travels

Nadere informatie

Read this story in English. My personal story

Read this story in English. My personal story My personal story Netherlands 32 Female Primary Topic: SOCIETAL CONTEXT Topics: CHILDHOOD / FAMILY LIFE / RELATIONSHIPS IDENTITY Year: 1990 2010 marriage/co-habitation name/naming court/justice/legal rights

Nadere informatie

married getrouwd divorced gescheiden wife vrouw, echtgenote child ev / children mv kind / kinderen signature handtekening

married getrouwd divorced gescheiden wife vrouw, echtgenote child ev / children mv kind / kinderen signature handtekening Persoonlijke gegevens Dag 1 Woordenschat form formulier parents ouders place of birth geboorteplaats date of birth geboortedatum marital status burgerlijke staat married getrouwd divorced gescheiden wife

Nadere informatie

Night news. Fact sheets. Worksheet

Night news. Fact sheets. Worksheet 1 Night news read Het liedje van Caro Emerald speelt zich s nachts af. Lees twee nieuwsberichten die met nacht te maken hebben. Nieuwsbericht 1 Nieuwsbericht 2 Clouds block view for meteor watchers Do

Nadere informatie

Things to do before you re 11 3/4

Things to do before you re 11 3/4 Counting Crows 1 Things to do before you re 11 3/4 Lees de tekst en beantwoord de vragen. - Maak deze zin af: De schrijver van de tekst vindt dat kinderen - Welke dingen heb jij wel eens gedaan? Kruis

Nadere informatie

Mooie Engelse zinnen vormen, hoe doe je dit?

Mooie Engelse zinnen vormen, hoe doe je dit? Engelse zinnen Mooie Engelse zinnen vormen, hoe doe je dit? Schrijven in het Engels begint met het vormen van een zin. Op deze pagina bespreken we eerst de 4 soorten Engelse zinnen, nadien komt de zinsstructuur

Nadere informatie

Dr. P.J. van der Voort BACKBONE GRAMMAR. Basisgrammatica Engels. Walvaboek

Dr. P.J. van der Voort BACKBONE GRAMMAR. Basisgrammatica Engels. Walvaboek Dr. P.J. van der Voort BACKBONE GRAMMAR Basisgrammatica Engels Walvaboek VOORWOORD Het belang van grammatica Wat is taal? Taal is een communicatiemiddel waarmee je kunt lezen, luisteren, spreken en schrijven.

Nadere informatie

Het liedje van Jessie J gaat over wat je kunt kopen. Lees het informatiebord van het winkelcentrum. Hoe heet dit winkelcentrum?

Het liedje van Jessie J gaat over wat je kunt kopen. Lees het informatiebord van het winkelcentrum. Hoe heet dit winkelcentrum? 1 Shopping mall Het liedje van Jessie J gaat over wat je kunt kopen. Lees het informatiebord van het winkelcentrum. Hoe heet dit winkelcentrum? The Tower - Shopping mall 1 Bookshop Blackwell s Waterstones

Nadere informatie

read beroepen in de toekomst. beroepen van vroeger.

read beroepen in de toekomst. beroepen van vroeger. 1 What do you want to be? Lees de tekst. Kruis daarna één van de zinnen aan. De tekst gaat over beroepen in de toekomst. beroepen van vroeger. grow up job future choose space groot worden baan toekomst

Nadere informatie

Bijwoorden: meer informatie geven over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord een hele zin of een ander bijwoord - uitleg

Bijwoorden: meer informatie geven over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord een hele zin of een ander bijwoord - uitleg Je ziet hier een plaatje van een man die aan het lopen is. Over de manier van lopen kun je aanvullende informatie geven. The man is walking fast. The man is walking slowly. De man loopt snel. De man loopt

Nadere informatie

Interactive Grammar leert de belangrijkste regels van de Engelste spelling en grammatica aan.

Interactive Grammar leert de belangrijkste regels van de Engelste spelling en grammatica aan. Interactive Grammar Interactive Grammar leert de belangrijkste regels van de Engelste spelling en grammatica aan. Doelgroep Interactive Grammar Het programma is bedoeld voor leerlingen in de brugklas van

Nadere informatie

passive de lijdende vorm

passive de lijdende vorm SirPalsrok @meestergijs My dad and I are playing cricket at the moment. Cricket is being played at the moment. Het gaat er niet om wie of wat iets doet. Het gaat er niet om wie of wat iets doet...maar

Nadere informatie

possessive s,,..of.. bezitsvorm

possessive s,,..of.. bezitsvorm possessive s,,..of.. SirPalsrok @meestergijs In het Nederlands gebruik je vaak het woord van om aan te geven dat iets van iemand is of om relaties aan te geven. Dit is de. In het Engels gebruik je s of.

Nadere informatie

You were living (enkelvoud + meervoud)

You were living (enkelvoud + meervoud) Past Continuous Was / were + hele werkwoord + ing I was You were He was She was It was We were You were They were Wanneer gebruik je de past continuous? 1. Als iets op een moment in het verleden aan de

Nadere informatie

Handleiding The very hungry caterpillar. Eric Carle

Handleiding The very hungry caterpillar. Eric Carle Handleiding The very hungry caterpillar Eric Carle In the light of the moon a little egg lay on a leaf. One Sunday morning the warm sun came up and pop! - out of the egg came a tiny and very hungry caterpillar.

Nadere informatie

Zet de volgende zinnen in de passive. Waar wenselijk geef je aan wie het gedaan heeft(". by".).

Zet de volgende zinnen in de passive. Waar wenselijk geef je aan wie het gedaan heeft(. by.). Zet de volgende zinnen in de passive. Waar wenselijk geef je aan wie het gedaan heeft(". by".). 1 Boys of sixteen to eighteen are to drive this tank. 2 Somebody had smashed the window with a brick. 3 When

Nadere informatie

adverbs & adjectives bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden

adverbs & adjectives bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden adverbs & adjectives bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden SirPalsrok @meestergijs Wat is de relatie van de woorden perfect en perfectly met de rest van de zin? That s a perfect answer. She sang perfectly.

Nadere informatie

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen. Lesbrief Les 5.1: Shopping, culture, friends Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen. Nouns: restaurant, cinema, book shop, music shop,

Nadere informatie

PRESENT CONTINUOUS ( duurvorm in de tegenwoordige tijd )

PRESENT CONTINUOUS ( duurvorm in de tegenwoordige tijd ) PRESENT CONTINUOUS ( duurvorm in de tegenwoordige tijd ) Hoe? Vervoeging Vorm van het werkwoord to be + werkwoord + ing Je kiest de vorm van to be die bij het onderwerp past Achter het werkwoord plaats

Nadere informatie

Animals 1 - Describe your Pet

Animals 1 - Describe your Pet Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Gonnie de Vries 27 October 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/67811 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Group work to study a new subject.

Group work to study a new subject. CONTEXT SUBJECT AGE LEVEL AND COUNTRY FEATURE OF GROUP STUDENTS NUMBER MATERIALS AND TOOLS KIND OF GAME DURATION Order of operations 12 13 years 1 ste year of secundary school (technical class) Belgium

Nadere informatie

Shopping. Questions. Worksheet. 1 read Bekijk goed wat er te koop is in de webwinkel van Ed Sheeran. Wat zou jij wel willen hebben?

Shopping. Questions. Worksheet. 1 read Bekijk goed wat er te koop is in de webwinkel van Ed Sheeran. Wat zou jij wel willen hebben? Shopping 1 Bekijk goed wat er te koop is in de webwinkel van Ed Sheeran. Wat zou jij wel willen hebben? I would like to have Ed Sheeran webshop Lego House hoody Jacket Cap Necklace This grey men s hooded

Nadere informatie

The English Corner. Exercise 1. Facility Service Facilitaire Dienstverlening

The English Corner. Exercise 1. Facility Service Facilitaire Dienstverlening Exercise 1 Facility Service Facilitaire Dienstverlening Wat zou je allemaal kunnen doen binnen de Facilitaire Dienstverlening? Match de Nederlandse woorden uit de onderstaande tabel met de Engelse woorden.

Nadere informatie

gerund or to+infinitive

gerund or to+infinitive SirPalsrok @meestergijs Wat is de vertaling van onderstaande zinnen? Zingen is mijn hobby. Ik houd van surfen. Maak af: We give (to run) all of our time. I m not very good at (to play) hockey. Wat is de

Nadere informatie

We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen.

We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen. Wordorder. We gaan het hebben over de woordvolgorde in Engelse zinnen. 2. SVO In de taalkunde wordt Engels als een SVO-taal beschouwd, vanwege de volgorde van woorden in een zin. SVO staat voor Subject,

Nadere informatie

Animal friends. Animal friends

Animal friends. Animal friends 1 Animal friends read Lees de tekst. Waar gaat deze tekst over? Animal friends Momi the African elephant and Otto the Labrador both live at the Greenwood Animal Park in California. They are very good friends

Nadere informatie

Writing 1 WRITING 1 PART A KGT 3

Writing 1 WRITING 1 PART A KGT 3 Writing 1 Isn t it incredible? After only two years of learning English you can write your own English WhatsApp messages, tweets and emails. You can also post some lines on an international website. Don

Nadere informatie

Stel je voor dat je de woorden bijvoorbeeld van het Engels naar het Nederlands moet leren.

Stel je voor dat je de woorden bijvoorbeeld van het Engels naar het Nederlands moet leren. ENGLISH, WE WILL DO BETTER! LESSON THREE Beste leerling! Fijn dat je aan ook deze les gaat beginnen! Als je straks naar de brugklas van het voortgezet onderwijs gaat, zul je veel woordjes moeten leren.

Nadere informatie

Writing 1 WRITING 1 PART D BK 3

Writing 1 WRITING 1 PART D BK 3 Writing 1 WRITING 1 PART D BK 3 Isn t it incredible? After only two years of learning English you can write your own English WhatsApp messages, tweets and emails. You can also post some lines on an international

Nadere informatie

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen.

Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen. Lesbrief Les 4.1: Sports and weather Main language Dit is de basiswoordenschat. Deze woorden moeten de leerlingen zowel passief als actief kennen. Nouns: tennis, football, goal, swimming pool, field, sun,

Nadere informatie

FOUNDATIONS 1 GROEP 5

FOUNDATIONS 1 GROEP 5 FOUNDATIONS 1 GROEP 5 INHOUD INTRODUCTION Introduction 3 Petlife 4 Hoi en wat leuk dat jij met dit boek de Engelse taal gaat leren! Dit boek helpt jou, samen met je teacher de woorden en klanken van de

Nadere informatie