Voordat u de instelling wijzigt

Transcriptie

1 AppleTalk-type wijzigen Als u AppleTalk-netwerkafdruktaken wilt afdrukken op de J110-printer moet u eerst het AppleTalk-type wijzigen. Voordat u de instelling wijzigt Controleer of de installatie van de printerhardware is voltooid. Raadpleeg de installatiehandleiding van de printer voor gedetailleerde instructies. Wijzig het AppleTalk-type 1 Als uw netwerk beschikt over TCP/IP, wordt u aangeraden een IP-adres toe te kennen aan de MarkNet-printerserver. Als u TCP/IP uitvoert met de printerserver kunt u het volledige aanbod aan hulpprogramma's voor printerbeheer benutten en zeer gemakkelijk configureren. Methode 1 is een gemakkelijke manier waarop u het AppleTalk-type voor printerservers in een IP-configuratie kunt wijzigen. U kunt ook methode 2 gebruiken. Als u geen TCP/IP gebruikt, moet u methode 2 gebruiken.

2 Methode 1 -- TCP/IP 2 1 Ken een IP-adres toe aan de printerserver. Als u DHCP gebruikt, wordt het IP-adres automatisch toegekend. Druk op de testknop op de MarkNet-printerserver om een pagina met netwerkinstellingen af te drukken. U vindt het adres onder de TCP/IP-koptekst. Als u geen DHCP gebruikt, kunt u vanaf het bedieningspaneel handmatig een IPadres toekennen. Raadpleeg voor instructies pagina 4. 2 Typ het IP-adres in de adresbalk van de browser (bijvoorbeeld 3 Wanneer u de MarkNet-webpagina's bereikt, klikt u achtereenvolgens op Configuration/AppleTalk/Advanced Settings. 4 Breng in het bovenste gedeelte de volgende wijzigingen aan: Wijzig het type in Hb PCL emulation. (De standaardinstelling is LaserWriter. LaserWriter functioneert niet juist met de J110-printer.) Verwijder de Prefix- en PostScript-strings Wijzig de modus in RAW 5 Klik op Submit om de wijzigingen op te slaan.

3 Methode 2 -- Universele configuratiebestanden (UCF) 3 De cd met stuurprogramma's, MarkVision en hulpprogramma's bevat twee universele configuratiebestanden (UCF). Tijdens de installatie van de printer worden deze bestanden in de map Lexmark Extras geïnstalleerd. U kunt de bestanden met MarkVision of per ftp naar de MarkNet-printerserver verzenden. Stel het AppleTalk-type in. U kunt MarkVision gebruiken om het universele configuratiebestand SetApple. ucf naar de MarkNet-printerserver te verzenden om het AppleTalk-type van LaserWriter in Hb PCL emulation te wijzigen. Gebruik de volgende adresstructuur als u het bestand per FTP verzendt: IP-adres/Dev/ Config (voorbeeld: // /Dev/Config). Standaardinstelling herstellen Met het universele configuratiebestand ResetApple. ucf herstelt u de standaardinstelling voor het AppleTalk-type (LaserWriter). Extra configuratie In de volgende instructies wordt beschreven hoe u IP-adresinformatie instelt, een desktopprinter maakt, MarkVision installeert en de AppleTalk zone van de printer wijzigt.

4 IP-adres vanaf het bedieningspaneel van de printer instellen 4 U kunt het IP-adres en -netmasker en de IP-gateway van de printerserver gemakkelijk instellen vanaf het bedieningspaneel van de printer. Deze methode kunt u alleen gebruiken vanaf de printer. 1 Kies op het bedieningspaneel van de printer menu Parallel, STD Parallel, Netwerk 0 instel, TCP/IP, IP-adres instell. Druk Menu> totdat het juiste menu-item wordt weergegeven en druk vervolgens op Selecteren. 2 Wanneer het huidige IP-adres wordt weergegeven, kunt u het adres met behulp van de knoppen wijzigen. Opmerking: Met Selecteren gaat u naar het volgende segment in het adres. Als u op >Menu drukt, wordt het nummer met één verhoogd. <Als u op Menu drukt, wordt het nummer met één verlaagd. 3 Nadat u het IP-adres hebt ingesteld, drukt u enkele malen op Selecteren totdat het woord OPGESLAGEN kort wordt weergegeven. 4 Stel op dezelfde wijze het IP-netmasker en de IP-gateway in. 5 Druk een pagina met netwerkinstellingen af om te controleren of de parameters naar wens zijn ingesteld.

5 Desktopprinter maken 5 Als u een Macintosh-systeem in een AppleTalk-netwerk gebruikt en u de netwerkprinter wilt gebruiken, voert u de volgende stappen uit. 1 Selecteer de J110-printer in de Kiezer. 2 Als u een netwerk met router gebruikt, kunt u uit een aantal zones kiezen. De nieuwe printer is in de standaardzone voor het netwerk. Selecteer deze zone. Als u niet weet welke zone u moet selecteren, kijkt u op de pagina met netwerkinstellingen onder AppleTalk bij de instelling Zone. 3 Selecteer de nieuwe printer. Als u niet weet welke printer u moet selecteren, kijkt u op de pagina met netwerkinstellingen onder AppleTalk. Zoek de MarkNet-poort voor uw printer. De standaardnaam van de printer wordt weergegeven bij Name. 4 Klik op Create. 5 In de Kiezer verschijnt nu een symbool naast de printernaam. Dit betekent dat de installatie van de nieuwe printer is voltooid. Op uw bureaublad wordt ook een nieuw printersymbool geplaatst.

6 Zone en printernaam wijzigen Uw MarkNet-printerserver werkt automatisch met AppleTalk-netwerken. Als u echter een andere zone en printernaam wilt gebruiken dan de standaardwaarden, kunt u deze instellingen wijzigen met MarkVision. MarkVision installeren 1 Plaats de cd met stuurprogramma's, MarkVision en hulpprogramma's. 6 Opmerking: Het is mogelijk dat u meerdere versies van de cd met stuurprogramma's, MarkVision en hulpprogramma's hebt, die u op verschillende momenten bij verschillende Lexmark producten hebt ontvangen. Gebruik altijd de meest recente versie van de cd. 2 Selecteer de gewenste taal. 3 Klik op Lexmark Installer. 4 Klik op Install the version of software on the CD. 5 Accepteer de licentieovereenkomst. 6 Klik op Easy Install. 7 Klik op Install en volg de instructies op het scherm.

7 Als u extra hulp nodig hebt bij de installatie van de MarkNet-printerserver voor AppleTalk, kunt u het volgende proberen. 7 Veelvoorkomende oplossingen van netwerkproblemen 1 Zorg ervoor dat het AppleTalk-protocol is ingeschakeld op de printerserver. U kunt de instelling voor AppleTalk controleren door de pagina met netwerkinstellingen af te drukken. 2 Controleer of de status van de MarkNet-printerserver "connected" (aangesloten) is. U kunt de instelling voor Status controleren door de pagina met netwerkinstellingen af te drukken. 3 Wordt de printer weergegeven in de Kiezer? Als dit niet het geval is, moet u het Macintosh-werkstation opnieuw opstarten en nogmaals controleren. Opmerking: Als u een netwerk zonder router gebruikt, wordt de printer alleen weergegeven als de werkstationverbinding (LocalTalk, Ethernet of Token-Ring) overeenkomt met de verbinding van de printer. Als het Macintosh-werkstation bijvoorbeeld LocalTalk gebruikt, wordt een printer die Ethernet gebruikt niet weergegeven tenzij het netwerk over een router beschikt.

8 4 Controleer als de printer nog steeds niet in de Kiezer wordt weergegeven of AppleTalk actief is op het werkstation (in het regelpaneel AppleTalk). 5 Neem als de hardwareproblemen niet zijn opgelost contact op met Lexmark. Raadpleeg "Technische ondersteuning van Lexmark" op pagina 8. Betekenis van lampjes op de externe printerserver De MarkNet externe printerserver geeft met behulp van verschillende cyclische patronen op de vier indicatorlampjes de activiteit, status en fouten weer. Onder normale omstandigheden, geven de lampjes aan of de printerserver Ready (niet actief) is, bezig is met de verwerking van een taak of een flash-bewerking of opnieuw opstart. Raadpleeg bij een ander lampjespatroon het overzicht met storingen in Storingen op pagina 10. Om de verschillende lampjespatronen gemakkelijker te kunnen beschrijven, is aan alle mogelijke combinaties een nummer toegekend zoals u hieronder kunt zien. De gekozen nummers komen overeen met de binaire representatie van de indicatorlampjes. 8

9 9 Vier indicatorlampjes Patroon binair 0 binair 1 binair 2 binair 3 binair 4 binair 5 binair 6 binair 7 binair 8 binair 9 binair 10 binair 11 binair 12 binair 13 binair 14 binair 15

10 10 Afdrukken Storingen Wat geven de vier indicatorlampjes weer Beschrijving Oorzaak en oplossing binair 12 (0,25 sec), binair 3 (0,25 sec), wordt voortdurend herhaald. Ernstige storing. Er is een onherstelbare fout opgetreden in de printerserver. Corrupte firmware in printerserver of voedingsonderbreking tijdens flash-bewerking. Neem contact op met de afdeling Technische ondersteuning. binair 15 (0,25 sec), binair x (0,25 sec), wordt voortdurend herhaald. x kan zijn 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, of 9 POST-fout Power-on self test-fout. Bij het opstarten is een hardwarefout gedetecteerd op de printerserver. 1 Stel de printerserver opnieuw in. 2 Neem contact op met Technische ondersteuning als het probleem aanhoudt.

11 11 Wat geven de vier indicatorlampjes weer Beschrijving Oorzaak en oplossing binair 9 (0,75 sec), binair 1 (0,75 sec), Seriële fout Er is een pariteitsfout opgetreden bij een seriële afdruktaak. wordt voortdurend herhaald. Type = Pariteit 1 Stel de printerserver opnieuw in. (De foutcode 9,1 wordt niet gewist totdat u de printerserver opnieuw instelt.) De reden hiervan is om ervoor te zorgen dat u deze fout niet over het hoofd ziet. U kunt pariteitscontrole uitschakelen door een hulpprogramma of telnet op poort 9000 te gebruiken.) 2 Stuur de afdruktaak opnieuw.

12 12 Wat geven de vier indicatorlampjes weer Beschrijving Oorzaak en oplossing binair 9 (0,75 sec), binair 1 (0,75 sec), wordt enkele seconden herhaald. Vervolgens stelt de printerserver de seriële poort automatisch opnieuw in (herstelpoging). Dit heeft geen invloed op de twee parallelle poorten. Seriële fout Type = Pariteit De seriële instellingen voor de printerserver komen niet overeen met de seriële instellingen voor de printer. Wijzig de seriële poortinstellingen ofwel voor de printerserver ofwel voor de printer zodat deze overkomen. De printer is uitgeschakeld tijdens het afdrukken van een seriële afdruktaak. 1 Zet de printer opnieuw aan. De printerserver wist de huidige taak. 2 Stuur de afdruktaak opnieuw.

13 Technische ondersteuning van Lexmark 13 World Wide Web CompuServe. Go Lexmark Internet V.S. en Canada, technische ondersteuning en overige informatie voor klanten Lexmark telefoonnummers (wereldwijd) ftp.lexmark.com LEXMARK Klik op de cd met stuurprogramma's, MarkVision en hulpprogramma's achtereenvolgens op Contact Lexmark en Customer Support.