Verantwoord sporten. Teksten gebaseerd op eerdere cursusboeken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verantwoord sporten. Teksten gebaseerd op eerdere cursusboeken"

Transcriptie

1 Verantwoord sporten Teksten gebaseerd op eerdere cursusboeken

2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Sportmedisch onderzoek Model belasting-belastbaarheid Belastende factoren Regelmogelijkheden Belastingsverschijnselen Belastingsgevolgen Verwerkingsvermogen Weersomstandigheden Lichaamstemperatuur Sporten in de zomer Sporten in de winter Lopen tijdens smog Veilig over straat Voeding De voedingsstoffen Het belang en de functie van voedingsstoffen in relatie tot sportprestaties Invloed van de voedselkeuze op vertering en opname van voedingsstoffen Het principe van de sportvoeding Het nut van drinken Praktische adviezen om uitdroging te voorkomen

3 Inleiding Atletiek is een leuke sport om te doen. Maar helaas ontstaan er ook bij de atletiek regelmatig blessures of gebeuren er andere vervelende zaken. Als deze tot een minimum beperkt kunnen worden, is atletiek nog leuker. In deze leertekst zullen diverse onderwerpen, die te maken hebben met verantwoord sporten, behandeld worden. In het eerste hoofdstuk wordt daarom gesproken over het sportmedisch onderzoek. Zeker voor oudere of herintredende sporters is het verstandig om eens te laten kijken hoe het lichaam er voor staat. Hoewel er voor blessures een aparte leertekst is, nemen we in hoofdstuk twee het model belastingbelastbaarheid op. Het model geeft een goed inzicht in de relaties tussen verschillende aspecten die blessures kunnen voorkomen. De weersomstandigheden staan centraal in het derde hoofdstuk. Hoewel het in Nederland niet vaak voorkomt is het wel goed om te weten hoe we om moeten gaan met het sporten in extremere weersomstandigheden. Voor lopers is het van belang dat ze ook veilig de straat op gaan. Belangrijke tips voor hen zijn in hoofdstuk vier te vinden. Het laatste hoofdstuk gaat over voeding en voeding tijdens het sporten.

4 Sportmedisch onderzoek Het aanvragen van een sportmedisch onderzoek (sportkeuring) wordt vaak vergeten. Het is immers niet meer verplicht! Die verplichting is echter alleen afgeschaft om de eigen verantwoordelijkheid van de sporter te benadrukken. Het is immers zijn eigen lijf en sport! Verstandig hiermee omgaan is het devies. Een sportmedisch advies is niet alleen nuttig bij aanvang van de sportbeoefening maar ook als: het vorige sportmedisch advies al weer enige jaren geleden is; de atleet jong is en snel groeit; de atleet (veel) meer gaat trainen; de atleet ouder dan jaar is; de atleet klachten heeft over zijn gezondheid (b.v. astma, hartkloppingen, pijnlijke knieën, etc.) en door wil gaan met atletiek; de atleet na een ernstige ziekte, operatie of blessure weer wil gaan sporten. Bij een sportmedisch onderzoek op een Sport Medische Instelling (SMI) wordt er aandacht besteed aan de algemene gezondheid, aan b.v. hart en longen. Daarnaast wordt er veel aandacht besteed aan het onderzoek van botten, gewrichten en pees / spierstelsel. Vindt de (sport-)arts hierbij een lichte afwijking, dan kan hij advies geven hoe er met die afwijking het beste hardgelopen kan worden. De ontdekte afwijking hoeft in het dagelijks leven geen enkel probleem te geven, maar kan bij het sporten blessures veroorzaken. Goed- of afkeuren is er niet meer bij. Adviezen over aanpassing van trainingsbelasting, trainingsopbouw en het uitvoeren van oefeningen worden gegeven om blessures zoveel mogelijk te voorkomen. Het spreekt voor zich dat deze adviezen alleen werken als ze ook opgevolgd worden! Bij steeds meer atletiekverenigingen is een goed sportmedisch team (arts en / of fysiotherapeut) aanwezig, dat een dergelijk onderzoek kan uitvoeren. De taakverdeling tussen de (club-)arts, de (club) fysiotherapeut en de sportmasseur is als volgt: De taak van de (club-)arts Een (club-)arts kan een lichamelijk onderzoek met nadruk op het houding- en bewegingsapparaat (botten, pezen en spieren) uitvoeren. Hierbij zal vooral het voorkomen (preventie) van sportblessures aandacht krijgen. Indien er toch een blessure is opgetreden, kan de clubarts deze onderzoeken, behandelen of een behandeladvies geven. Daarnaast kan de training- en wedstrijdhervatting na blessure en / of ziekte, in overleg met de atleet, trainer en eventueel fysiotherapeut, worden bepaald. Ook het geven van voorlichting en het verlenen van Eerste Hulp Bij (sport)ongevallen (EHBsO) kan tot de taken van de (club-)arts gerekend worden. Het verdient de voorkeur om een geregistreerd sportarts als clubarts te hebben. Als dit financieel of organisatorisch niet mogelijk is, dan kan geprobeerd worden een (huis-)arts die de basiscursus sportgeneeskunde heeft gevolgd hiertoe bereid te vinden. De taak van een (club-)fysiotherapeut De fysiotherapeut kan een gedeelte van de activiteiten van de arts overnemen. Met name ten aanzien van de preventie van blessures en advisering. De fysiotherapeut behandelt een blessure na een advies van de arts. Hij kan de atleet goed begeleiden bij de trainingshervatting. Ook de fysiotherapeut kan voorlichting geven en EHBsO verlenen. Het verdient de voorkeur een fysiotherapeut bij de club te betrekken die de applicatiecursussen sportgeneeskunde en bandageren / tapen heeft gevolgd. De taak van de masseur De masseur geeft in principe alleen massage aan een niet-geblesseerde sporter. Deze massage dient om het herstel te bevorderen en een blessure te voorkomen. Maar ook bij de trainingshervatting na een blessure kan een sportmasseur zijn waarde bewijzen door bijvoorbeeld het uitvoeren van oefeningen te begeleiden. In de opleiding van de sportmasseur wordt veel aandacht besteed aan het verlenen van EHBsO en sportverzorging. Het verdient de voorkeur dat de sportmasseur een N.G.S. licentie heeft, het liefst aangevuld met de applicatiecursus A en B.

5 Uiteraard speelt blessurepreventie ook een belangrijke rol bij verantwoord sporten, maar daarvoor is een speciale tekst geschreven.

6 1 Model belasting-belastbaarheid Het model belasting-belastbaarheid, dat hieronder is afgebeeld, laat het inzicht zien tussen belasting en belastbaarheid. 1.1 Belastende factoren De belastende factoren zijn alle kenmerken van sport/ bewegen/arbeid die responsen oproepen. Denk aan: klimaatfactoren en loopsnelheid. Het is belangrijk dat belastende factoren zo goed mogelijk worden afgestemd op de belastbaarheid (het verwerkingsvermogen) van iemand. Voor deze belastingfactoren heb je verschillende regelmogelijkheden. 1.2 Regelmogelijkheden Regelmogelijkheden zijn de mogelijkheden om veranderingen aan te brengen in de belastende factoren, bijvoorbeeld indeling van training, kleding, ondergrond (lopen op de weg is belastende dan lopen in het bos of op gras; hetzelfde geldt voor een harde of een zachte baan). Deze kun je per training regelen. Een verantwoorde opbouw van de training en eventuele aanpassingen van trainingen spelen hierbij een grote rol. In de loopcursus wordt je hierbij ondersteund. 1.3 Belastingsverschijnselen Onder belastingsverschijnselen verstaan we meer tijdelijke na-effecten van sportbeoefening die verdwijnen na een herstelperiode. Bijvoorbeeld: verhoogde HF, hijgen of spierpijn. Deze belastingsverschijnselen zijn als het ware een signaal voor je lichaam. Op dat moment ben je minder belastbaar. Heb je nog veel spierpijn van de vorige training, dan is het wellicht zinvol om de volgende training aan te passen (regelmogelijkheden) of zelfs over te slaan. Er zijn een aantal herstelbevorderende maatregelen die je kunt nemen sneller te herstellen van belastingsverschijnselen. Je kunt hierbij denken aan, goed en gezond eten en drinken (zie hoofdstuk vijf), een massage of een saunabezoek. 1.4 Belastingsgevolgen Belastingsgevolgen zijn de na-effecten van sportbeoefening die een meer permanent karakter hebben, zoals bijvoorbeeld de reacties van de verschillende weefsels als bot, banden, pezen en spieren. Door regelmatige training worden deze sterker; je wordt meer belastbaar. Maar door te veel of te zware belasting kan ook een overbelastingsblessure ontstaan. Een overbelastingsblessure is in eerste instantie te herkennen aan ochtendstijfheid, een zeurende pijn na

7 een zware training en drukpijn op de pees. Vaak wordt dit eerste stadium niet gezien als een eerste signaal van overbelasting. Vaak wordt gezegd 'och dat hoort erbij' of 'je moet het voelen anders is het niet goed'. Van pijn bij aanvang van de training zegt men al snel 'dat loop je er wel uit'. Maar bedenk, klachten of beginnende klachten loop je er nooit uit, voor je het weet is een overbelastingsblessure ontstaan. Pijn bij aanvang van de training, na de inspanning of ochtendstijfheid zijn signalen van het lichaam dat het niet hersteld is. 1.5 Verwerkingsvermogen Het verwerkingsvermogen (of belastbaarheid) is de prestatiemogelijkheid die de atleet beschikbaar kan en wil maken. Bijvoorbeeld de belastbaarheid van hart, longen en spieren. Het gaat niet alleen om kunnen, maar ook om willen (emotionele aspecten). Door regelmatige training wordt dit verwerkingsvermogen groter en kun je dus grotere belastingsfactoren aan. We noemen dit ook wel een trainingseffect.

8 2 Weersomstandigheden In Nederland zijn de weersomstandigheden meestal zodanig dat je zonder gezondheidsproblemen kunt sporten. Toch kunnen de weersomstandigheden af en toe zo zijn dat het sporten, vooral duurinspanningen, je gezondheid kan schaden. Denk hierbij maar aan lopen bij een hoge temperatuur en een hoge luchtvochtigheidsgraad, aan lopen bij een lage temperatuur als het regent en de wind tegen staat of aan lopen als er smog is. Sporten bij een hoge temperatuur en een hoge luchtvochtigheid is voor het lichaam vele malen zwaarder en moeilijker dan sporten bij koud weer. Het is voor het lichaam moeilijker ervoor te zorgen niet oververhit te raken dan ervoor te zorgen dat het lichaam niet onderkoeld raakt. Het is verstandig om als sporter enig inzicht te hebben in hoe het lichaam reageert op veranderingen in de omgevingstemperatuur en hoe je problemen kunt voorkomen. 2.1 Lichaamstemperatuur Tijdens rust wordt de lichaamstemperatuur constant gehouden op 37.2 Celsius. Bij een hoge of juiste lage omgevingstemperatuur wordt het handhaven van de lichaamstemperatuur moeilijker. Als de lichaamstemperatuur teveel gaat afwijken van de rusttemperatuur (37.2 Celsius), is dit gevaarlijk. Bij afkoeling van de lichaamstemperatuur beneden de 35.4 Celsius, zullen hart, longen en spieren minder goed gaan werken. Als de lichaamstemperatuur zakt onder 26 Celsius, heeft dit meestal de dood tot gevolg. Ook bij een hoge omgevingstemperatuur kan het lichaam in grote problemen komen, met name als er gesport wordt. Tijdens inspanning kan er tot 20 maal meer warmte geproduceerd worden door de arbeidende spieren dan door spieren die in rust zijn. Hittestuwing Hitte-uitputting De lichaamstemperatuur kan bij zware inspanning oplopen tot 40.6 Celsius, zonder dat dat schadelijke gevolgen voor het lichaam hoeft te hebben. Zou het lichaam geen mogelijkheid hebben om de extra warmte bij inspanning af te voeren, dan zou de lichaamstemperatuur in korte tijd nog verder oplopen, waarbij de gevarenzone van 42 Celsius wordt bereikt. Hoofdpijn, coördinatieverlies en braken kunnen dan optreden. Als de lichaamstemperatuur blijft stijgen heeft dit meestal de dood tot gevolg. Dood Lichamelijke inspanning Rust Blootstelling aan koude Dood c De mate waarin de lichaamstemperatuur kan variëren en de daarmee gepaard gaande verschijnselen. (Lamb 1984, 22) Daling van de hartslag en ademhaling Hevig trillen Rillen wordt minder of stopt Om te overleven is (medische) hulp noodzakelijk Slaperig 2.2 Sporten in de zomer Echte zomerse dagen zijn er niet zoveel in Nederland. Als er zo'n warme zomerse dag optreedt, moet het lichaam extra moeite doen om de warmte kwijt te raken. Het lichaam kan dit doen door: Het openzetten van meer bloedvaatjes in de huid. Warm bloed uit het lichaam stroomt door de huid waar de warmte aan de omgeving wordt afgegeven. Dit betekent dat er bij lopen in de warmte een herverdeling van het bloed plaatsvindt,

9 waarbij er meer bloed door de huid en minder bloed door de arbeidende spieren stroomt. De arbeidende spieren krijgen dus minder zuurstof en voedingsstoffen via het langsstromende bloed en de afvalproducten zullen minder afgevoerd worden. Wat gunstig is voor de temperatuurhuishouding, is dat niet voor de prestatie. De prestatie zal onder deze weersomstandigheden omlaag (moeten) gaan!; Meer te gaan zweten. Als dit zweet aan het lichaamsoppervlak verdampt, zal de huid en het warme bloed in de huidbloedvaatjes gekoeld worden. De verdamping van zweet is sterk afhankelijk van de relatieve luchtvochtigheid. Bij een hoge luchtvochtigheid verdampt het zweet veel moeilijker of zelfs helemaal niet meer. Hierdoor zal (een gedeelte van) het zweet van de huid afdruppelen, waardoor het verkoelende effect minder is. De warmtehuishouding kan dan in de problemen komen. Uitdroging Bij droog en zonnig weer met een lage luchtvochtigheid merk je vaak niet dat je zweet, omdat het zweet verdampt voordat het de huid nat kan maken. Dit is verraderlijk, want bij deze weersomstandigheden kan je meer dan twee liter lichaamsvocht per uur verliezen zonder dat je dat merkt. Als het vochtverlies meer dan 2% van het lichaamsgewicht bedraagt, treedt al een vermindering van de prestatie op. Het vochtverlies na een lange duurloop of een marathon waarin onvoldoende gedronken is, kan wel 5-6% van het lichaamsgewicht bedragen. Er is dan echt sprake van uitdroging (dehydratie), met alle gevaren van dien. Het bloedvolume is afgenomen en ingedikt. Hierdoor is het bloed stroperiger en zal de huiddoorbloeding verminderen. Hierdoor neemt de warmteafgifte af en zal de lichaamstemperatuur gaan oplopen! Daarnaast neemt ook de doorbloeding van de spieren, het maag-darmgebied en de nieren af, wat kan leiden tot spierkrampen en bloed in de urine en de ontlasting. De nieren en de darmen kunnen zelfs blijvend beschadigen door de afname van de doorbloeding. De symptomen van een hittestuwing Iemand die zich gedurende langere tijd heeft ingespannen in warme, vochtige omstandigheden en niet voldoende heeft gedronken, kan een hittestuwing oplopen. Wat zijn de verschijnselen van een hittestuwing? Vaak is het eerste verschijnsel van een hittestuwing het optreden van pijnlijke krampen in de kuitspieren, de spieren die het zwaarst belast worden tijdens het lopen. Ook de coördinatie gaat achteruit, wat zich kan uiten in verstappen of slingerend gaan lopen. De kans op blessures neemt door uitdroging dus toe. Daarnaast treden vaak hoofdpijn, kippenvel, rillen, misselijkheid, braken, duizeligheid en extreem veel of juist extreem weinig zweten op. Het beoordelingsvermogen is verstoord. Zo kan iemand met een hittestuwing agressief worden als iemand probeert hem te laten stoppen met lopen. Uiteindelijk kan de loper het bewustzijn verliezen en kan een levensgevaarlijke situatie ontstaan. De eerste hulp bij een hittestuwing bestaat uit het aanbieden van koele dranken, uit het leggen van ijspakkingen in de nek of op het voorhoofd, uit afsponzen en uit koelte toewuiven. Als hierop de lichaamstemperatuur niet snel daalt, is het zaak snel verdere medische hulp te zoeken, waarbij een ziekenhuisopname noodzakelijk kan blijken te zijn. Wanneer dreigt er gevaar voor een hittestuwing? De mogelijkheid die het lichaam heeft om efficiënt af te koelen hangt niet alleen af van de buitentemperatuur, maar ook met de windsnelheid, de relatieve luchtvochtigheid en de zonnestraling. De met de normale thermometer meetbare temperatuur is dus maar één factor die meegewogen dient te worden bij het bepalen van het risico dat duursporters lopen op het ontstaan van een hittestuwing. Zo zijn er ook eerder problemen te verwachten, wanneer binnen de termijn van enkele dagen de temperatuur gestegen is, zodat de lopers hier nog niet aan gewend (geacclimatiseerd) zijn. Daarnaast hebben sporters met een slechte conditie, zij die ziek zijn of al eerdere problemen in de warmte hebben gehad, een verhoogd risico op het ontstaan van warmteproblemen. Het risico neemt natuurlijk ook toe naarmate de duurinspanning langer wordt. Wedstrijdorganisatoren van kunnen op basis van de weersomstandigheden tijdens en de dagen voorafgaande aan het loopevenement een inschatting maken van dit risico en dit bij een laatste briefing of direct voorafgaande aan de start aan de lopers kenbaar maken.

10 Algemene richtlijnen voor het sporten bij warm weer Bij warm weer is het verstandig een aantal algemene maatregelen op te volgen. Draag luchtige kleding die verdamping van zweet mogelijk maakt, zodat de huid kan afkoelen. Ook de kleur van de kleding is belangrijk. Lichte kleuren zullen de zonnestralen weerkaatsen en daardoor minder warmte opnemen. Donkere kleuren daarentegen absorberen de zonnestralen waardoor ze juiste warmte opnemen. Probeer geleidelijk te acclimatiseren als het weer plotseling omgeslagen is of wanneer je naar een land gereisd bent waar het warm is. Het kan dagen tot ruim een week duren voordat je geacclimatiseerd bent. Train bij voorkeur s morgens of s avonds en probeer de hete middag te vermijden. Las bij warm weer regelmatig drinkpauzes in, zelfs wanneer je geen dorst hebt. Dorst treedt namelijk pas op als je al (te) veel vocht verloren hebt. Het al dan niet hebben van dorst is dus een slechte graadmeter voor het uitgedroogd zijn. Een loper zal zich dus moeten aanleren om tijdens lange duurlopen regelmatig te drinken en niet te wachten tot het dorstgevoel optreedt. Als je een wedstrijd wilt gaan doen, train dan op het tijdstip van het komende evenement. Hierbij kan het lichaam zich aanpassen aan de weersomstandigheden van dat tijdstip van de dag. Gaan de trainingen niet lekker, wees dan zo verstandig om niet deel te nemen! Extra voor lopers: Loop in de hitte in een lager tempo dan je gewend bent en loop minder kilometers. Dit is vooral belangrijk wanneer je niet zo goed getraind bent. Loop op bosgrond of gras. Dit is aanzienlijk koeler dan lopen op asfalt waar de warmte wordt teruggekaatst. Voor richtlijnen voor het drinken tijdens inspanning zie het hoofdstuk over voeding 2.3 Sporten in de winter Sporten in de winter is in de praktijk minder gevaarlijk dan lopen in de zomer. Je kunt je immers in principe goed tegen koude en gure omstandigheden kleden en beschermen. De training en wedstrijd hoeft dus bijna nooit afgelast te worden. Bij ijzel, hevige sneeuwval of zeer dichte mist kan het wel verstandig zijn een training of een wedstrijd niet door te laten gaan. Het is belangrijk dat je je realiseert dat onderkoeling in principe al kan ontstaan bij temperaturen rond de 15 Celsius, met name als er een harde wind staat en het regent. Als je de volgende regels opvolgt, kun je problemen (van onderkoeling) voorkomen. Zorg ervoor dat je continu in beweging blijft zodat je lichaam steeds warmte blijft produceren. Blijf niet te lang stilstaan wanneer je nat en bezweet bent. Draag je kleding in laagjes, wat voorkomt dat je door en door bezweet raakt. Natte kleding geleidt de warmte namelijk vele malen sneller dan droge kleding. De onderkleding moet het zweet niet opnemen maar naar buiten toe afgeven. De buitenlaag moet waterafstotend zijn om te voorkomen dat bij regen en sneeuw vocht van buitenaf naar binnen dringt. Draag handschoenen of wanten, waarbij het van belang is om te weten dat wanten warmer zijn. Mannen doen er verstandig aan een extra short te dragen. Trek meteen na de training droge kleren aan. Van omkleden in de buitenlucht, zelfs bij lage temperaturen is nog nooit iemand verkouden geworden, wel van te lang rondlopen in vochtige kleren. Extra voor lopers: Begin de training tegen de wind in en eindig met de wind mee. In het begin van de training ben je minder bezweet en zal het afkoelende effect van de wind minder groot zijn dan wanneer je de wind tegen krijgt op het einde van de training als je bezweet bent. Hou rekening met de grote temperatuurverschillen die in de winter kunnen optreden. Draag kleding, die je kunt aanpassen aan de omstandigheden. Een trainingsjack met een lange rits en een capuchon is handig als je de wind tegen hebt. Als je jezelf niet tegen de (koude) tegenwind kunt beschermen, verlies je veel warmte, met name via het onbedekte hoofd. Ook de bivakmuts die het gezicht en de mond bedekt, is hiervoor prima geschikt. Deze bivakmuts heeft dan gelijk het voordeel dat de koude buitenlucht al enigszins voorverwarmd is voordat deze in de longen komt. Dit is met name plezierig als je overgevoelige luchtwegen hebt (inspanningsastma!).

11 2.4 Lopen tijdens smog Het woord smog wordt gebruikt voor (ernstige) luchtverontreiniging in zowel de zomer als in de winter. Zomersmog bevat echter andere schadelijke stoffen dan wintersmog, waardoor zomersmog andere gezondheidsschade kan veroorzaken dan wintersmog. Zomersmog Zomersmog bestaat uit een mengsel van een aantal gassen dat vrijkomt bij de verbranding van brandstoffen en de verdamping van oplosmiddelen. De belangrijkste zijn stikstofoxiden (NO2) en vluchtige organische stoffen. Als er fel zonlicht op deze gassen schijnt, wordt door een chemische reactie ozon (O3) gevormd. Het proces van ozonvorming duurt enige uren. Als de zon de hele dag fel heeft geschenen, is de concentratie ozon het hoogst tussen twaalf uur s middags en acht uur s avonds. Zomersmog komt alleen voor bij hoge temperaturen, felle zonneschijn en een zwakke oostelijke of zuidelijke wind die (nog meer) schadelijke stoffen uit het Roergebied aanvoert. Een verandering van het weer (andere windrichting, meer wind, regen) maakt over het algemeen een eind aan een periode van zomersmog. Tijdens een periode van zomersmog kan het inademen van lucht waarin veel ozon zit, leiden tot: tijdelijke luchtwegklachten zoals hoesten, een droge keel, pijn bij diep ademhalen en een benauwd gevoel. Ook hoofdpijn, misselijkheid en duizeligheid kunnen optreden; tijdelijk verminderde werking van de longen. Dit kan gepaard gaan met (tijdelijke) aantasting van het longweefsel en een verhoogde kans op luchtwegontstekingen; irritatie van het neus- en oogslijmvlies. Mensen die zich in de buitenlucht langdurig zwaar inspannen (lopen!), lopen tijdens een periode van ernstige zomersmog een verhoogd risico voor de gezondheid. Zeker als zij daarbij ook nog een aandoening aan de luchtwegen hebben of als zij extra gevoelig zijn voor zomersmog. Ernstige zomersmog komt ( maar ) enkele malen per jaar voor. Je kunt de effecten van zomersmog verminderen door tussen twaalf uur 's middags en acht uur s avonds niet hard te lopen. Bij zeer ernstige smog kunnen prestatielopen en wedstrijden zelfs afgelast worden! Wintersmog Wintersmog kan in Nederland ontstaan als er een zwakke (zuid-)oostelijke wind staat. Door de zwaveldioxide en de zwevende stofdeeltjes in de lucht kan er een (tijdelijk) verminderde longfunctie ontstaan. Er wordt aanbevolen om je tijdens zeer ernstige wintersmog niet langdurig lichamelijk in te spannen in de buitenlucht (lopen!). Overigens komt deze zeer ernstige wintersmog maar zelden in Nederland voor.

12 3 Veilig over straat Lopers trainen in de wintermaanden regelmatig op de openbare weg. Ondanks de vele fietspaden en goede straatverlichting kan je tijdens het hardlopen een ongelukje krijgen of lastig worden gevallen. Vervelend om aan te denken maar wel iets om rekening mee te houden. Hieronder een aantal tips om het hardlopen veiliger te maken: Neem altijd een vorm van identificatie mee met een contacttelefoonnummer zodat men snel weet wie je bent en familie kan waarschuwen. Kies een route die je kent en verken een nieuwe route overdag. Zorg dat je ook in het donker goed zichtbaar bent. Gebruik kleding met reflecterende strepen en/of lichtjes, zodat auto's en fietsers je zien in het donker. Blijf in het donker ook altijd alert: er zijn genoeg fietsers die zonder licht rijden of dat je toch niet goed gezien ondanks al je maatregelen. Wanneer je stukjes langs de weg moet lopen met vrij veel auto- of fietsverkeer kan je het beste het verkeer tegemoet lopen. Loop in het donker een route die verlicht is en waar regelmatig verkeer langskomt, vermijdt polders, bossen en afgelegen wegen. Gebruik bij drukke en onveilige omstandigheden geen MP3 speler. Pas in de winter op met gladheid. Neem als de grootte dat toelaat je mobiel mee als je gaat lopen. Laat altijd weten aan thuisblijvers hoe je gaat lopen en hoe lang je wegblijft. Zoek een loopmaatje of groep om mee te trainen.

13 4 Voeding In de algemene voedingsleer worden voedingsstoffen in twee categorieën verdeeld: de essentiële en de niet-essentiële. De essentiële of levensnoodzakelijke voedingsstoffen moeten in de dagelijkse voeding aanwezig zijn omdat het lichaam niet in staat is deze voedingsstoffen zelf te produceren. De niet-essentiële voedingsstoffen kan het lichaam echter zelf vormen uit de verschillende stoffen die in de dagelijkse voeding aanwezig zijn 4.1 De voedingsstoffen Eiwitten Eiwitten zijn de belangrijkste bouwstenen voor spieren, organen, bloed etc. Hun aandeel in het totale lichaamsgewicht bedraagt gemiddeld 18%. Eiwitten bestaan uit aminozuren die in lange ketens aan elkaar gekoppeld zijn. Van de twintig die voor de menselijke voeding van belang zijn, kunnen bij de volwassen mens acht aminozuren niet door het lichaam gemaakt worden. Deze worden dan ook als essentieel bestempeld en dienen in voldoende mate in de dagelijkse voeding aanwezig te zijn. Hoe beter deze essentiële aminozuren in het voedingseiwit overeenstemmen met die in het lichaamseigen eiwit, des te waardevoller is dit voor het lichaam. Zeer gunstig in dit opzicht zijn dierlijke eiwitten uit vlees, vis, eieren en melk. Maar ook plantaardige eiwitten uit graan (sojabonen, maïs etc) zijn waardevol. Het meest optimaal zijn combinaties van dierlijke en plantaardige eiwitten, bijvoorbeeld melk en brood, aardappelen en ei enz. Een gezonde niet-sporter heeft aan ongeveer 1 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht voldoende. Vetten Vetten zijn met 9 kcal (38 KJ) per gram de meest energierijke voedingsstof. Ze dienen enerzijds als energiereserve in de vorm van vetvoorraden, anderzijds als bescherming- en isolatiemateriaal (het onderhuidse vetweefsel bijvoorbeeld). Vetten bestaan uit vetzuren en glycerol. De vetzuren zijn in te delen in verzadigde en onverzadigde vetzuren. De verzadigde vetzuren kan het lichaam zelf produceren uit een teveel aan energiehoudende voedingsstoffen (vet, koolhydraten en eiwit). Enkele van de onverzadigde vetzuren, waarvan het meervoudig onverzadigde vetzuur linolzuur de bekendste is, hebben de naam essentiële vetzuren verkregen omdat ze met de voeding moeten worden toegediend. Dierlijke vetten bevatten bijna uitsluitend verzadigde vetzuren terwijl in vis, plantaardige vetten en oliën (linolzuur, Becel) veel onverzadigde vetzuren aanwezig zijn. In doorsnee bevat het menselijk lichaam 16% vet. Omdat vetten zich slecht of zelfs helemaal niet mengen met water, is hun vertering zeer ingewikkeld en tijdrovend. Vetarme voedingsstoffen verdienen voor de sporter de voorkeur. Het lichaam heeft echter altijd een kleine hoeveelheid vet nodig in verband met de in vet oplosbare vitamines. Koolhydraten Koolhydraten dat wil zeggen druivensuiker (glucose), vruchtsuiker (fructose) moutsuiker (maltose), melksuiker (lactose), zetmeelsuiker (maltodextrine) en zetmeel zijn belangrijke energieleveranciers op korte termijn. Met name voor sporters zijn ze dan ook van groot belang. Het menselijk lichaam kan normaliter maar 300 tot 400 gram koolhydraten opslaan in de vorm van lever- en spierglycogeen. Glycogeen is opgebouwd uit ketens glucosemoleculen. De met de voeding opgenomen koolhydraten worden eerst in glucose omgezet. De via het bloed getransporteerde glucose, ook wel bloedsuiker genoemd, zorgt ervoor dat de organen, de hersenen en het spierweefsel van energie worden voorzien. Een gram koolhydraten levert 4 kcal (17 KJ) energie. Onze dagelijkse voeding moet voor 50 tot 60% uit koolhydraten bestaan. Deze zijn met name in brood, aardappelen, meel, deegwaren, rijst, muesli, maïs, vruchten, honing, peulvruchten en natuurlijk in alle met suiker gezoete spijzen en dranken, rijkelijk voorhanden. Koolhydraten zijn in principe licht verteerbaar.

14 Vitaminen Vitaminen zijn levensnoodzakelijke (essentiële) voedingsstoffen maar leveren geen energie in tegenstelling tot wat veelal beweerd wordt. Men onderscheidt twee groepen. De vetoplosbare vitaminen A, D, E en K zijn van belang voor de instandhouding van de slijmvliezen, de samenstelling van de botten, het behoud van het gezichtsvermogen, de stolling van het bloed en als bescherming tegen oxidatie (dat wil zeggen bescherming tegen de vorming van schadelijke verbindingen met zuurstof). De tweede groep bestaat uit negen wateroplosbare vitaminen, te weten, B1, B2, B6, B12, niacine, pantotheenzuur, foliumzuur, biotine en de meest bekende: vitamine C. Deze laatste dankt haar bekendheid aan de beschermende werking bij infecties terwijl de overige wateroplosbare vitaminen absoluut noodzakelijk zijn voor de stofwisseling, dat wil zeggen voor de benutting van de energiebehoudende voedingsstoffen. De vetoplosbare vitaminen komen voor in vethoudende voedingsmiddelen als boter, noten, levertraan en in lever, terwijl de wateroplosbare vooral in granen, melk, verse vruchten, gist en vlees voorhanden zijn. Mineralen Mineralen zijn energievrije, maar essentiële voedingsstoffen die zeer verschillende functies vervullen. Natrium, kalium en in mindere mate chloor spelen vooral een rol in de waterhuishouding in het lichaam terwijl calcium, fosfor en magnesium hoofdzakelijk als bouwstof voor de botten dienen. Daarnaast is het samenspel van natrium, kalium, calcium en magnesium verantwoordelijk voor de optimale geleiding van de zenuwprikkels, evenals voor de goede functionering van alle spierweefsels. Fosfor tenslotte is betrokken bij de verzorging van het energietransport. Bepaalde mineralen worden tijdens het transpireren uitgescheiden. Mineraalrijke voedingsmiddelen zijn melk en melkproducten, groente, vruchten, brood, granen, vlees en vis. Spoorelementen Spoorelementen zijn, hoewel slechts in zeer kleine hoeveelheden, absoluut noodzakelijk voor het functioneren van speciale eiwitten, zoals hormonen en enzymen. IJzer bijvoorbeeld is als bestanddeel van de rode bloedkleurstof (hemoglobine) mede verantwoordelijk voor het zuurstoftransport in het lichaam. Jodium komt voor in het schildklierhormoon dat de snelheid van de stofwisseling regelt. Zink is belangrijk voor de eiwitsynthese, de groei van de botten en de genezing van wonden alsook voor het functioneren van het immuunsysteem (infectieafweer). Spoorelementen zijn vooral aanwezig in granen, vlees, eieren, melk en cacao. Ballaststoffen Ook wel voedingsvezels genoemd zijn onverteerbare voedingsbestanddelen, die dankzij hun grote zwelvermogen (na de opname van water) de darmen stimuleren tot verhoogde activiteit. Zeer rijk aan ballaststoffen zijn zemelen, volkerenproducten, peulvruchten en muesli. Water De mens bestaat voor ca. 60% uit water. Water dient niet alleen als 'vloeibare bouwsteen' in de vorm van celvloeistof (cytoplasma), maar ook als oplos- of transportmiddel voor voedingsstoffen en afvalproducten. Water is ook van belang voor het vervoer van de rode bloedlichaampjes die een rol spelen bij de uitwisseling van gassen in het lichaam. Door middel van zweetvorming zorgt het water ervoor dat de lichaamstemperatuur zo veel mogelijk stabiel blijft. De dagelijkse behoefte aan vocht bedraagt ongeveer 2,5 liter, waarvan ongeveer een liter door de vaste voeding wordt ingebracht. In een hete omgeving, bij verhoogde lichamelijke activiteit of bij de combinatie hiervan, kan de behoefte aan vocht toenemen tot 5 à 10 liter per dag. Een onvoldoende vochttoevoer kan zeer ernstige gevolgen hebben. Te veel water drinken (tijdens een wedstrijd) is niet gevaarlijk.

15 4.2 Het belang en de functie van voedingsstoffen in relatie tot sportprestaties Eiwitten in de sport Het gehele menselijk lichaam bevindt zich voortdurend in een cyclus van opbouw en afbraak, zelfs de botten ontkomen hier niet aan. Onze energiereserves, glycogeen (koolhydratenreserve) of vet, kunnen binnen enkele seconden opgebouwd en weer afgebroken worden. Maar ook de eiwitten, onze bouwstoffen, zijn onderhevig aan een constante cyclus van opbouw en afbraak. Zelfs een niet-sporter breekt per dag tenminste 25 gram eiwit af, waarbij eiwitten uit de spiermassa, het maagdarmkanaal, de botten, het bloed enz. gebruikt worden voor de vorming van andere eiwitten dan wel verloren gaan. Indien de verbruikte eiwitten niet elke dag vervangen of aangevuld worden, treedt er na verloop van tijd een verarming op van de eiwitomvang in het lichaam, hetgeen leidt tot spiervermindering, slapheid en een verhoogde vatbaarheid voor infecties. In tegenstelling tot de andere energieleverende voedingsstoffen, de koolhydraten en de vetten, kunnen eiwitten (of beter: bepaalde bouwstenen van de eiwitten, de zogenaamde essentiële aminozuren) door geen enkele alternatieve voedingsstof vervangen worden. Ze moeten dus door middel van ons dagelijks voedsel aangevoerd worden. Eiwitten kunnen echter wel omgezet worden in vetten of koolhydraten. De omzetting tot koolhydraten vindt plaats wanneer het lichaam veel koolhydraten heeft verloren, bijvoorbeeld tijdens duursporten. Eiwitten worden alleen dan in vetten omgezet indien er veel te veel eiwitten zijn geconsumeerd. Ook een overschot aan koolhydraten wordt in vet omgezet, terwijl vetten op hun beurt in geen enkele andere voedingsstof kunnen worden omgezet. Vet wordt óf verbrand, zodat er energie vrijkomt, óf het wordt als vetvoorraad in het lichaam opgeslagen. Ieder voedseloverschot, of dat nu uit eiwitten, koolhydraten of vetten bestaat, leidt tenslotte tot een toename van de vetvoorraden. Daarentegen heeft een tekort aan eiwitten tot gevolg, dat waardevol eiwit, zoals bijvoorbeeld het spiereiwit, wordt afgebroken. Datzelfde gebeurt ook indien er een tekort aan koolhydraten bestaat omdat het lichaam dan koolhydraten, (d.w.z. glucose) zal gaan vormen uit eiwitten. De eiwitbehoefte van de sporter heeft aanleiding gegeven tot vele discussies. Tegenwoordig staat het onomstotelijk vast dat een sporter een verhoogde eiwitbehoefte heeft afhankelijk van de bedreven tak van sport, en de lichamelijke inzet. Tijdens intensieve belasting van de spieren vindt er geen eiwitsynthese plaats, terwijl meer spiercellen afgebroken worden dan in rusttoestand. In de fase na de belasting is de eiwitsynthese vervolgens vergroot om het afgebroken eiwit weer op te bouwen. Streeft men dus naar een groei van de spiermassa, bijvoorbeeld in de krachtsport of bij bodybuilding, dan is de eiwitbehoefte ten gevolge van training verhoogd. Evenzo belangrijk als de dagelijkse eiwithoeveelheid is echter de kwaliteit. In de normale dagelijkse behoefte wordt voldoende voorzien wanneer de voeding bestaat uit een combinatie van hoogwaardig dierlijke en plantaardige eiwitten. Normaliter komt die behoefte overeen met 0,8 tot 1 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht per dag. In deze eiwitbehoefte zijn reeds enkele mogelijke toepassingsdoelen van eiwit ingecalculeerd, zoals bijvoorbeeld vervanging van spiercellen, botmateriaal, bloedcellen, plasma-eiwit, darm- en levercellen etc. In extreme gevallen zal de optimale eiwitinname van de krachtsporter de normale inname twee tot drie maal overtreffen. Voor een optimale benutting van de extra eiwitinname is het wel van belang dat voldoende energie wordt ingenomen. Dit om te voorkomen dat de eiwitten als brandstof worden aangewend. Koolhydraten en vetten in de sport Als energiebron dienen in principe twee groepen voedingsstoffen, de koolhydraten en de vetten. Voor de sporter heeft elk zijn eigen betekenis, iets wat ten dele al blijkt uit hun beschikbaarheid: koolhydraten kunnen in hoeveelheden van 300 tot 400 gram in het lichaam opgeslagen worden, vetten daarentegen tot 50 kilo of meer. Een verder verschil zit in de toepassing van beide energiebronnen. Koolhydraten (d.w.z. glucose en glycogeen) kunnen in het lichaam gedurende zeer korte tijd bij plotselinge, intensieve belasting (bijvoorbeeld 400 m loop) zonder zuurstof, in energie worden omgezet. Dit proces heet anaërobe verbranding en het eindproduct is melkzuur (lactaat). Bij langdurende prestaties wordt glucose met behulp van zuurstof, door de aërobe verbranding, in energie omgezet. Dit verbrandingsproces is zeer economisch en laat alleen CO2 (kooldioxide) en water achter. Het menselijk lichaam maakt bij voorkeur gebruik van deze vorm van energiewinning. Zijn echter de glycogeenvoorraden (koolhydraatreserves) opgebruikt (bijvoorbeeld in een hongertoe-

16 stand) of dient er een langdurige 'uithoudingsprestatie' te worden geleverd, dan moeten de vetreserves aangesproken worden. De energiewinning uit vet vereist ongeveer 10% meer zuurstof en levert iets minder snel energie dan de gebruikelijke glucoseverbranding (6% minder economisch). Juist bij prestaties die het uithoudingsvermogen intensief aanspreken (bijvoorbeeld duurlopen) is dus de zuurstoftoevoer de kritische factor. Elke training die gericht is op het vergroten of vasthouden van het uithoudingsvermogen, heeft tot doel het lichaam zo te gewennen aan de energieproductie, dat enerzijds voldoende zuurstof via het bloed aan het spierweefsel geleverd wordt (verhoging van de zuurstofopnamecapaciteit) en dat anderzijds de stofwisseling een aanvang neemt met de verbranding van vet, ten gunste van het sparen van glycogeen. Hoe beter deze mechanismen op elkaar afgestemd zijn, des te langer kan een topprestatie opgebracht en volgehouden worden. Vitaminen in de sport Zoals in het voorafgaande reeds vermeld, spelen de wateroplosbare vitaminen op verschillende plaatsen bij de stofwisseling van de voedingsstoffen een belangrijke rol. Bij een verhoogde eiwitbehoefte stijgt ook de behoefte aan vitamine B6. De vitaminen B1, B2, niacine, panthotheenzuur en biotine zijn vooral bij de stofwisseling van koolhydraten en vetten betrokken en daarmee bij de energieproductie Afhankelijk van de energiebehoefte dient de vitaminevoorziening aangepast te worden. Vitamine C en E beschermen het lichaamsvet tegen oxidatie en verhinderen daarmee de vorming van schadelijke afbraakproducten (peroxiden en radicalen). De vetoplosbare vitaminen A en D spelen in het kader van intensieve sportbeoefening een ondergeschikte rol. In z'n algemeenheid kan gesteld worden dat bij een goede vitaminestatus de inname van extra vitaminen géén effect op het prestatievermogen zal hebben. Dit laatste valt alléén te verwachten indien er gedurende langere tijd een onvoldoende vitamine-inname, bijvoorbeeld door het eten van te veel geraffineerde voedingsmiddelen en te weinig natuurlijke producten, heeft plaatsgevonden. Waterhuishouding, mineralen en spoorelementen in relatie tot sportbeoefening De waterhuishouding is voor een sporter van zeer groot belang. Indien een mens ca. 10% van het lichaamsgewicht aan water verliest, dan volgt daarop zeer waarschijnlijk de dood. Reeds bij een verlies van 2% neemt het prestatievermogen meetbaar af. Water gaat verloren in de vorm van zweet en als uitgeademde waterdamp. Goed getrainde sporters zweten minder dan ongetrainde en hun zweet bevat ook iets minder mineralen. Water verdwijnt weliswaar het snelst uit de maag, het kan echter alleen in tegenwoordigheid van mineralen en koolhydraten optimaal door de darmen opgenomen worden. Wordt er daarentegen een te sterk geconcentreerde drank ingenomen, dan dient die allereerst in de maag en in de darmen met lichaamseigen vloeistoffen verdund te worden, voordat hij opgenomen kan worden. Dit vereist tijd, hetgeen vooral bij een grote vochtbehoefte nadelig is. Vandaar ook dat het gebruik van zouttabletten zonder gelijktijdig vloeistofinname zeer ongunstige effecten kan hebben. Tevens kunnen hierdoor maagwandbeschadigingen ontstaan. Ideaal zijn die dranken, die de met het zweet verloren gegane mineralen in ongeveer gelijke mate aanvullen. Deze dranken worden als elektrolytdranken bestempeld. In veel gevallen is het raadzaam ook een bepaalde hoeveelheid koolhydraten toe te voegen. Vast is komen te staan, dat isotone dranken het beste door het lichaam opgenomen worden. Isotone dranken zijn in dezelfde mate geconcentreerd als het bloed, d.w.z. ze bevatten een gelijke hoeveelheid opgeloste stoffen (bijvoorbeeld zouten, koolhydraten) als het bloed. Hierdoor wordt verdunning van de isotonedrank overbodig, hij kan zonder vertraging via de darmen in het bloed opgenomen worden. Het isotone bereik ligt tussen 280 en 320 mosm/liter. Het zijn vooral de mineralen natrium, kalium en chloor die tijdens het zweten verloren gaan en juist deze zijn ervoor verantwoordelijk dat het water in het lichaam vastgehouden wordt. Ook een tekort aan calcium en magnesium dient te worden vermeden, daar dit de spiercontractie ongunstig beïnvloedt. De betekenis van spoorelementen voor de sporter mag tegenwoordig geenszins onderschat worden. Het is een gebied waarop veel onderzoek wordt verricht. Belangrijk hierbij is niet zozeer de aanwezigheid van afzonderlijke spoorelementen zoals ijzer, zink, mangaan, chroom, koper, jodium, selenium, etc., maar vooral hun subtiele onderlinge verhouding. De inname van afzonderlijke sporenelementen in een te hoge dosering kan tot een acuut tekort aan andere spoorelementen leiden. Derhalve is voorzichtigheid geboden. Een gemengde maaltijd van dierlijke en vooral plantaardige voedingsmiddelen blijkt bijzonder goed te zijn.

17 4.3 Invloed van de voedselkeuze op vertering en opname van voedingsstoffen Met name in de sport is het erg belangrijk dat het maag-darmkanaal, wanneer er gepresteerd dient te worden, niet al te vol is, want een volle maag kan aanleidinggeven tot bezwaarlijke ongemakken als druk op de maag, oprispingen of zelfs overgeven. Bovendien onttrekt het bloed zich tijdens de sport in verhoogde mate aan de verteringsorganen (maag, dunne en dikke darm en alvleesklier), hetgeen tot een relatief bloedtekort in het maag-darmkanaal leidt. Daar is nu juist het bloed het meest nodig tijdens het verteren van voedsel. Het bloed wordt verplaatst naar de spieren opdat er energie geleverd kan worden uit vet en glucose en afvalproducten zoals CO2 (kooldioxide) afgevoerd kunnen worden. Een goede spijsvertering komt daardoor in het gedrang. Door opwinding, stress en lichamelijke activiteit komen adrenaline en noradrenaline vrij, twee hormonen die de voortgang van de vetering verder afremmen. Het merendeel van onze voedingsmiddelen kan niet direct als bouwstof of energiebron gebruik worden zonder dat er een verteringsproces heeft plaatsgevonden. Veel voedingsstoffen, in het bijzonder de vetten, eiwitten en bepaalde koolhydraten, zijn veel te groot om zonder een 'verkleinende' behandeling via de darmwand in het bloed opgenomen te kunnen worden. De enzymen die voor het verteringsproces verantwoordelijk zijn, bevinden zich in speeksel, het maagsap en in het sap van de alvleesklier. Voor de vertering van de vetten is bovendien de gal belangrijk. De maaglediging is afhankelijk van verschillende factoren: consistentie van de voeding: vloeistoffen sneller dan vaste voeding. Goed gekauwde voeding sneller dan grote brokken. de samenstelling van de voeding: koolhydraten sneller dan vetten. de temperatuur. Koude drank sneller dan warme (warme thee is fout!). De voedingsstoffen worden tijdens de vetering door de enzymen in hun kleinste bestanddelen gesplitst: de eiwitten in ketens van 2 tot 4 aminozuren (peptiden) of in enkelvoudige aminozuren. de vetten in vetzuren en glycerol de koolhydraten in enkelvoudige suikers, bijvoorbeeld glucose en fructose. Aangezien zowel vetten als vetzuren niet in water oplosbaar zijn, duurt hun opname in de darm meerdere uren. Ze zijn voor een sporter zeer nadelig indien genuttigd (vlak) voor het leveren van prestaties. Zolang eiwitten niet samen met vet geconsumeerd worden, zijn ze relatief snel en licht verteerbaar. Hetzelfde geldt voor koolhydraten die in pure vorm zeer snel geresorbeerd (d.w.z. in het bloed opgenomen) worden. Het innemen van vloeibare koolhydraten in rust, bijvoorbeeld 45 minuten vóór de aanvang van de activiteit, is onnodig en onverstandig daar het tot ongewenste pieken in de bloedsuikerspiegel kan leiden. Onderzoek heeft laten zien dat inname kort voor de belasting, bijvoorbeeld enkele minuten vóór het van start gaan, het beste is en deze ongewenste bijeffecten vermeden worden. Optimaal is een combinatie met een intensieve warming-up. Het tijdstip waarop voedsel ingenomen wordt is tevens bijzonder belangrijk. Het overzicht geeft enkele aanknopingspunten met betrekking tot de keuze van het voedsel in verband met de verschillen in verteringstijd.

18 verblijftijd in de maag tot 30 min. voedingsmiddelen kleine hoeveelheden van koolhydraten, vruchtensuiker, honing, alcohol, isotone (koolhydraat) dranken 30 min-1uur thee, koffie, magere melk, vetarme bouillon, gezoet mineraalwater (limonades) 1-2 uur melk, yoghurt, cacao, magere kwark, vetarme kaas, witbrood, zachtgekookte eieren, aardappelpuree, droge rijst, gekookte vis, vruchtenjam, vetarme opbouwdranken, vetvrije eiwitconcentraten. 2-3 uur mager vlees, gekookte groenten, gekookte aardappelen, gekookte deegwaren, roerei, omelet, bananen, biefstuktartaar 3-4 uur roggebrood, kaas, rauwkost, gestoofde groenten, groene sla, kip, gegrild kalfsvlees, filet, gebakken aardappelen, ham, botergebak 4-5 uur gebraden vlees en vis, gebakken biefstuk of schnitzel, erwten, linzen, witte en bruine bonen, slagroomtaart ongeveer 6 uur tot 8 uur spek, gerookte zalm, tonijn in olie, komkommersla, gefrituurde aardappelen, paddenstoelen, (gebraden) varkensvlees of karbonades sardientjes in olie, gebraden gans, zuurkool, kool. 4.4 Het principe van de sportvoeding De laatste jaren groeit het inzicht dat voeding van groot belang is in de sport. Parallel aan deze ontwikkeling vertonen de prestaties in de afzonderlijke sportdisciplines een stijgende tendens. Steeds duidelijker wordt onderkend dat voeding in het algemeen, en meer specifiek de voedingskeuze en het tijdstip van consumptie van grote invloed is op het leveren van lichamelijke inspanningen. Globaal onderscheidt men een viertal fasen: de training, de opwarming voor een wedstrijd, de wedstrijd zelf en de herstelfase erna. Deze indeling mag in enkele gevallen zinvol en makkelijk toepasbaar zijn, in veel takken van sport kan men er niet altijd mee uit de voeten. De reden hiervoor is dat de specifieke behoeften van het lichaam er niet goed in tot uitdrukking komen. Bovendien is de huidige tendens, om ook de component kracht in de training op te nemen, in deze faseverdeling moeilijk te plaatsen. Zelfs in de klassieke duursporten als het langlaufen is krachttraining een rol gaan spelen. Het blijkt tegenwoordig dan ook zinvoller de (sport)voeding nauwkeurig af te stemmen op de tak van sport en de individuele behoefte van de sporter. Dit sluit overigens niet uit dat in bepaalde sporttakken de nieuwe indeling enige overeenkomst vertoont met de tot dan toe gebruikelijke. Het nieuwe principe onderscheidt drie categorieën die van belang zijn bij de juiste samenstelling van de sportvoeding: 1 de opbouw van kracht 2 het aanvullen van energie en 3 het lessen van dorst In elke tak van sport keren deze elementen terug, maar de betekenis en het belang ervan is in elke discipline verschillend. Zo spelen dorst en energie voor de langeafstandloper een grotere rol dan kracht, terwijl een kogelstoter of gewichtheffer zelden of nooit te kampen heeft met energie- en vochttekort (en dus met de inname van voldoende vocht). Voor de laatste twee is met name de kracht (-opbouw) de beslissende factor. Hoe professioneler een sporter zijn sport benadert, hoe meer hij zijn gehele levenshouding daarnaar richt. Hierbij behoort natuurlijk ook de voeding betrokken te worden. Zo ziet men tegenwoordig bij topsporters een sterk van de normale voeding afwijkend voedingspatroon. Ook hobby-, amateur- en gelegenheidssporters worden met nieuwe inzichten en uitgangspunten geconfronteerd en kunnen er in toenemende mate van profiteren, niet in de laatste plaats omwille van hun eigen gezondheid. Kracht Kracht ontstaat door samentrekking van zogenaamde spierfibrillen. Samengepakt in bundels van spiervezels vormen zij de spiermassa in het lichaam. De basisbestanddelen van deze spierfibrillen zijn de eiwitten. Goed geoefende en ontwikkelde spieren leveren meer kracht. Kracht en eiwit zijn

19 daardoor direct aan elkaar gekoppeld. Zonder voedingseiwit kan zoals bekend geen lichaamseiwit opgebouwd worden en dus ook geen spierweefsel. Energie Energie wordt in de spiercellen uit koolhydraten (glucose en glycogeen) en vetten gevormd. Zonder energie kan een samengetrokken spier zich niet meer ontspannen. Anderzijds is het spierweefsel in rusttoestand niet in staat om zich zonder energie samen te trekken: beweging wordt op dat moment onmogelijk. Ook de ademhaling en het functioneren van de hersenen vergen de nodige energie. Energie is voor het lichaam net zo belangrijk als benzine voor een auto. Moet een lichamelijke inspanning gedurende langere tijd gecontinueerd worden, dan is daar meer energie voor nodig. Dit geldt met name voor duursporten, waar het gevaar dreigt dat de glycogeenvoorraden geleidelijk uitgeput raken, terwijl ze niet meer tijdig aangevuld kunnen worden (d.w.z. op een effectieve wijze tijdens de wedstrijd). Het aanvullen van geheel verbruikte glycogeenreserves duurt bij gebruik van onze normale westerse voeding namelijk ongeveer 48 uur. Een voldoende toevoer van energie dient dus zowel tijdens de training als voor, gedurende en na afloop van een wedstrijd gewaarborgd te worden. Slechts de hoeveelheid waarin dit dient te gebeuren varieert per discipline. Dorst Dorst ontstaat wanneer het lichaam een bepaalde hoeveelheid vocht verloren heeft. Tijdens het sporten wordt dit hoofdzakelijk veroorzaakt door transpiratie en de intensievere ademhaling. Het dorstgevoel wordt bij sportbeoefening echter pas bewust waargenomen indien er reeds langere tijd sprake is van een vochttekort. Daarom zou elke sporter er steeds attent op moeten zijn dat hij regelmatig voldoende drinkt. Een vochtverlies van slechts 2% van het totale lichaamsgewicht (d.w.z. 1,4 liter voor een persoon van 70 kilo) leidt tot een meetbare prestatievermindering van 20%. Wanneer en hoeveel gedronken moet worden is afhankelijk van de tak van sport, het klimaat (de weersomstandigheden) en de intensiteit waarmee die tak van sport bedreven wordt. Vast staat dat drinken in de sport geleerd en geoefend dient te worden. Dit geldt ook voor duursporten. Ook hier is het van belang dat niet alleen tijdens de wedstrijd maar ook daarvoor en erna en gedurende de training steeds voldoende gedronken wordt. Aangezien er door transpiratie niet alleen water maar ook bepaalde mineralen verloren gaan (samen met enkele afbraakstoffen van de eiwitten) heeft het een positief effect wanneer deze mineralen tegelijk met het nodige vocht weer in het lichaam worden opgenomen), bij voorkeur dus door middel van een sportdrank want water alleen is niet voldoende. 4.5 Het nut van drinken Het belang van voldoende drinken wordt enorm onderschat. Uitdroging( dehydratie) kost tijdens een marathon om te beginnen al vele minuten en op de tweede plaats kan het schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid en zelfs levensbedreigend zijn. Waar is het vocht in het lichaam voornamelijk aanwezig? Het menselijk lichaam bestaat voor gemiddeld 60 % uit water. Dit vocht is globaal over drie verschillende compartimenten verdeeld: binnen de lichaamscellen (intracellulair vocht). Dit is ongeveer 2/3 van het totale lichaamsvocht; buiten de lichaamscellen (extracellulair vocht). Dit vocht stroomt tussen de cellen door en kan met het bloed vermengd worden; ook het bloedplasma (2-3 liter) bestaat voor het grootste deel uit vocht. Waarom is voldoende drinken zo belangrijk? Een draaiende automotor wordt warm. Bij de motoren van het menselijk lichaam, de spieren, zien we eveneens een temperatuurstijging als we in actie komen. Om de motorwarmte van een auto af te voeren, wordt koelvloeistof naar de radiator geleid. Wanneer de koelvloeistof verloren gaat, zal de motor oververhit raken. Bij een loper kun je transpiratievocht als koelvloeistof beschouwen. Het verdampen van zweet op de huid (de radiator) onttrekt warmte aan het lichaam. Het voorkomt dat de lichaamstemperatuur te veel stijgt.

20 De levensprocessen van ons lichaam zouden gevaar lopen als de temperatuur te hoog wordt Verschillende hormonen en enzymen verrichten hun werk optimaal bij een temperatuur van 37 C. Gaat er teveel zweet verloren, dan kan ook ons lichaam oververhit raken. Tijdens de verdamping van transpiratievocht op de huid wordt warmte aan het lichaam onttrokken. Dit zweetverlies kan oplopen tot 2 à 3 liter per uur. Transpiratievocht wordt door de zweetklieren onttrokken aan het bloed dat daardoor indikt. De hoeveelheid zweet die geproduceerd wordt is afhankelijk van de hoeveelheid vrijkomende warmte en van de mate waarin deze warmte aan de omgeving kan worden afgegeven. Het is de bedoeling de circulerende koelvloeistof weet aan te vullen om het herstel na een wedstrijd of training beter te laten verlopen. Wat kunnen de gevolgen van uitdroging zijn? Ons lichaam bevat slechts 5 liter bloed. Bloed is een transportmiddel. Het brengt voedingsstoffen en via de longen ingeademde zuurstof naar die plaatsen die arbeid verrichten. Dus tijdens het hardlopen voornamelijk naar de beenspieren. Het bloed voert tevens de gevormde afvalstoffen af. Deze worden onder andere via de darmen (ontlasting) en via de nieren (urine) uit ons lichaam verwijderd. Bloed bestaat uit tweecomponenten: de bloedcellen (witte en rode bloedlichaampjes, bloedplaatjes) en het bloedplasma (voornamelijk vocht). Een goed getrainde loper heeft naar verhouding wat meer bloedplasma dan een niet-sporter. Het lichaam heeft dit aangelegd met de bedoeling een extra vochtvoorraad achter de hand te hebben. Verliezen we veel vocht door transpiratie, zonder dat dit wordt aangevuld, dan vermindert de hoeveelheid bloedplasma. Het bloedvolume neemt af en het bloed wordt dikker en stroperiger. Je kunt je voorstellen dat zuurstof en voedingsstoffen moeilijker aangevoerd kunnen worden en afvalstoffen minder gemakkelijk te verwijderen zijn. Zoals in de volgende figuur wordt aangegeven, gaat dit ten koste van de prestaties. Het lineair verband tussen uitdroging (dehydratie) en prestatievermogen 100 prestatievermogen in procenten Vochtverlies in procenten van het lichaamsgewicht Dit proces verloopt als volgt: Tijdens de inspanning is het bloed voornamelijk aanwezig in de spieren (motoren) die het werk verzetten. Tijdens het hardlopen zijn dit de beenspieren. Deze worden voorzien van voedingstoffen terwijl afvalstoffen worden afgevoerd. Ook onder de huid (radiator) is, om warmte kwijt te raken meer bloed aanwezig (de huid kleurt rood). Bij vochtverlies is het lichaam minder in staat om voldoende bloed naar de huid te sturen. Als het transpireren aanhoudt, vermindert het plasmadeel (waterrijk deel) van het bloed. Het circulerende bloedvolume neemt af. Het wordt nog moeilijker warmte via de huid af te geven; als gevolg van een verminderd bloedvolume, wordt de hoeveelheid bloed die het hart per slag pompt, minder. De hartslagfrequentie neemt toe om toch een beetje aan de vraag te kunnen voldoen. Tegelijkertijd neemt de hoeveelheid bloed die naar de huid stroomt, nog meer af, omdat de bloedvoorziening aan de spieren voorrang heeft; vermindering van transpireren en de afnemende mogelijkheid van het lichaam zijn warmte kwijt te kunnen, zorgen ervoor dat de lichaamstemperatuur kan opklimmen naar een gevaarlijke hoogte van 41 C.

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4 Gezonde voeding 1 INLEIDING Thema 3 hoofdstuk Gezonde voeding blz. 149 Onderwerpen: -Persoonlijke verschillen -Voeding en levensfasen -Voedingsmiddelen en voedingsstoffen -Richtlijnen

Nadere informatie

Voeding en sport. Rianne Booijink diëtist

Voeding en sport. Rianne Booijink diëtist Voeding en sport Rianne Booijink diëtist Waarom aandacht voor voeding? Goede voeding is belangrijk om een goede sportprestatie neer te zetten. Of het nou gaat om topsport, wedstrijdsport of sport op recreatief

Nadere informatie

Gezonde Sportvoeding. als basis voor optimale sportieve prestaties

Gezonde Sportvoeding. als basis voor optimale sportieve prestaties Gezonde Sportvoeding als basis voor optimale sportieve prestaties Een gezonde voeding is levensbelangrijk. Niet enkel om sportieve prestaties te leveren is een uitgebalanceerde voeding een vereiste, maar

Nadere informatie

Eten en drinken, voor, tijdens en zeker na een inspanning. Trainer u16, KSV Roeselare

Eten en drinken, voor, tijdens en zeker na een inspanning. Trainer u16, KSV Roeselare Eten en drinken, voor, tijdens en zeker na een inspanning Renzy Callewaert Trainer u16, KSV Roeselare renzy.callewaert@hotmail.com Index Voeding Koolhydraten Vetten Eiwitten Drinken Wat drinken? Hoeveel

Nadere informatie

Gezonde voeding voor teamsporters

Gezonde voeding voor teamsporters Gezonde voeding voor teamsporters Inleiding Door: Esther Verhoef en Puck Reckers Doel: Kennis vergroten goede voeding rondom trainingen/wedstrijden. Inhoud Presentatie Wat is voeding - Koolhydraten - Vetten

Nadere informatie

Aanvullende informatie Sport en voeding

Aanvullende informatie Sport en voeding Aanvullende informatie Sport en voeding Nieuwe Langendijk 58, 2611VL Delft T: 06-41705083 E: bo@myfoodcoach.nl www.myfoodcoach.nl Inhoud Inleiding... 3 Waar moet een gezonde sportvoeding aan voldoen?...

Nadere informatie

Eet smakelijk René de Groot 15-06-2014

Eet smakelijk René de Groot 15-06-2014 Eet smakelijk René de Groot 15-06-2014 Inhoudsopgave: Kennis testen Waar is voeding eigenlijk goed voor? Waarmee moeten we dan ontbijten? Bloedsuiker spiegel Calorieën?? Schijf van 5 Hoeveel calorieën

Nadere informatie

gezond zwanger met vitamines en mineralen

gezond zwanger met vitamines en mineralen gezond zwanger met vitamines en mineralen Vitamines en mineralen: we kunnen geen dag zonder We weten dat we ze elke dag nodig hebben. Maar wat zijn het nu eigenlijk? Vitamines en mineralen zijn voedingsstoffen

Nadere informatie

Eiwitten. Voeding en Welzijn

Eiwitten. Voeding en Welzijn Eiwitten Voeding en Welzijn Vandaag Mindmap Maak een mindmap Wat weet je allemaal over eiwitten? Filmpje Filmpje Wat is je opgevallen in het filmpje? Wat wist je nog niet? Opdracht Pak ons voedsel erbij.

Nadere informatie

Vitaminen en mineralen. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Vitaminen en mineralen. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg Vitaminen en mineralen Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies Jouw gezondheid is onze zorg Inhoud Vitaminen 3 Mineralen 4 Voeding 4 Dagelijkse behoefte 4 Wanneer extra vitaminen gebruiken

Nadere informatie

Dia 1. Dia 2 Wat is voeding: Dia 3. Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema. Koolhydraten

Dia 1. Dia 2 Wat is voeding: Dia 3. Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema. Koolhydraten Dia 1 Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema Dia 2 Wat is voeding: Voeding = alle organische stoffen die je als mens of organisme nodig hebt om energie op te wekken in je

Nadere informatie

Topsport en Voeding V R I J D A G 2 8 M A A R T 2 0 1 4 Z N B A S A R A I P A N N E K OE K S P ORTVOEDINGSADVIES

Topsport en Voeding V R I J D A G 2 8 M A A R T 2 0 1 4 Z N B A S A R A I P A N N E K OE K S P ORTVOEDINGSADVIES Topsport en Voeding V R I J D A G 2 8 M A A R T 2 0 1 4 Z N B A S A R A I P A N N E K OE K S P ORTVOEDINGSADVIES Het menu voor de ouders Even voorstellen Voedingspiramide Basissportvoeding Koolhydraten,

Nadere informatie

EEN ANDERE MANIER VAN ETEN KAN JOUW PRESTATIE VERBETEREN!

EEN ANDERE MANIER VAN ETEN KAN JOUW PRESTATIE VERBETEREN! EEN ANDERE MANIER VAN ETEN KAN JOUW PRESTATIE VERBETEREN! Sportvoedingspiramide De sportvoedingspiramide bestaat uit 3 lagen. De onderste laag is basisvoeding die ieder mens nodig heeft zoals groenten,

Nadere informatie

INHOUDSTABEL VOEDING BIJ VOETBALLERS

INHOUDSTABEL VOEDING BIJ VOETBALLERS INHOUDSTABEL VOEDING BIJ VOETBALLERS voedingsbronnen... 1 koolhydraten... 1 vetten... 2 eiwitten... 2 water... 3 vitamines, mineralen... 4 tips... 5 voor de wedstrijd... 5 tijdens de wedstrijd... 5 na

Nadere informatie

Dieet Oké. TU Delft, November 2012

Dieet Oké. TU Delft, November 2012 TU Delft, November 2012 Dieet Oké Janet Vervoorn sportdiëtist Dieet Oké Summit Health Veilingweg 16A 2678 LN De Lier tel. 06-46675281 email: janet.vervoorn@chello.nl Inzicht krijgen in de energiehuishouding

Nadere informatie

Het belang van vocht- en natriumopname voor sporters

Het belang van vocht- en natriumopname voor sporters Het belang van vocht- en natriumopname voor sporters Eerst enkele weetjes: Vocht (=lichaamswater) is het belangrijkste bestanddeel van ons lichaam Afhankelijk van je leeftijd, gewicht, lichaamssamenstelling

Nadere informatie

WIE ZIJN WIJ MINDY THOOLEN BEN MENGELERS

WIE ZIJN WIJ MINDY THOOLEN BEN MENGELERS WIE ZIJN WIJ BEN MENGELERS PERSONAL TRAINER BGN GEWICHTSCONSULENT SPECIALISATIE SPORTVOEDING KNKF GEWICHTSHEFTRAINER PERFECT PERFORMANCE TRAINER DOCENT SUMMA SPORT MINDY THOOLEN MASTER TRAINER CLUBJOY

Nadere informatie

Voedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk

Voedingsleer. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedingsleer en het plantenrijk Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over voedingsleer: over voedingsstoffen en de manier waarop ons lichaam met deze stoffen omgaat. Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart

Nadere informatie

Ouderen, Sporten & Voeding

Ouderen, Sporten & Voeding Ouderen, Sporten & Voeding Vitaal ouder worden! Zelfstandig blijven! Yvette Kilian CBS-cijfers» Het aantal 65 plussers zal volgens prognoses van het CBS toenemen van ruim 3 miljoen in 2015 tot 4,2 miljoen

Nadere informatie

(Sport)voeding voor hardlopers! Jolanda Donk, Sportdiëtist

(Sport)voeding voor hardlopers! Jolanda Donk, Sportdiëtist (Sport)voeding voor hardlopers! Jolanda Donk, Sportdiëtist Opzet van de presentatie Brandstofgebruik bij langdurige inspanning Vochtbehoefte Voeding VOOR inspanning Voeding TIJDENS inspanning Voeding NA

Nadere informatie

Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice

Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice Bij hoeveel procent vochtverlies gaat de sportprestatie achteruit? Ong. 1% Bart van der Meer WM/SM theorie les 11 Amice Bij hoeveel procent vochtverlies krijg je een dorstsignaal? Ong. 2% Bewerkt door

Nadere informatie

Voeding voor, tijdens en na het wielrennen

Voeding voor, tijdens en na het wielrennen Voeding voor, tijdens en na het wielrennen Opzet presentatie: wielrennen energie wat doet voeding gezonde voeding/sportvoeding (sport)voeding voor, tijdens, na vragen Goede voeding zorgt voor Prestatieverbetering

Nadere informatie

b Sportvoeding en herstel

b Sportvoeding en herstel b Meer dan voeding! b Sportvoeding en herstel Anouska van Meer der dan Zee voeding! & Brenda Frunt Belang gezonde sportvoeding Prestatieverbetering Voldoende energie voor trainingen en wedstrijden Sneller

Nadere informatie

Golf vergt vaardigheid, concentratie en behendigheid Golf vergt zowel tactische en technische vaardigheden als balans en behendigheid.

Golf vergt vaardigheid, concentratie en behendigheid Golf vergt zowel tactische en technische vaardigheden als balans en behendigheid. Sportvoeding: Golf vergt vaardigheid, concentratie en behendigheid Golf vergt zowel tactische en technische vaardigheden als balans en behendigheid. Ik ben een vent van 80 kg en mijn vetpercentage is uitstekend

Nadere informatie

VOEDING. Trainingsadvies Transplantoux 2011. Belangrijk! Energie en opbouwstoffen voor het metabolisme ALGEMEEN: Gewicht ~ prestatie

VOEDING. Trainingsadvies Transplantoux 2011. Belangrijk! Energie en opbouwstoffen voor het metabolisme ALGEMEEN: Gewicht ~ prestatie VOEDING Belangrijk! Energie en opbouwstoffen voor het metabolisme Gewicht ~ prestatie Koolhydraten ~ prestatie Vochtopname ~ prestatie Voeding ~ gezondheid ALGEMEEN: - Koolhydraten: Koolhydraten zijn de

Nadere informatie

SPORTVOEDING. voor wedstrijd- of ook voor toerrijders? ledenvergadering TCN 21 november 2011 1

SPORTVOEDING. voor wedstrijd- of ook voor toerrijders? ledenvergadering TCN 21 november 2011 1 SPORTVOEDING voor wedstrijd- of ook voor toerrijders? ledenvergadering TCN 21 november 2011 1 MOTIVATIE OM TE FIETSEN steeds beter worden door training en voeding of fit zijn door voldoende te bewegen

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 3. Voeding 6. Slaap 22. Houding 30. Naar de dokter 37. Kleding 65. Mode 74. Kleding wassen 77

Inhoud. Voorwoord 3. Voeding 6. Slaap 22. Houding 30. Naar de dokter 37. Kleding 65. Mode 74. Kleding wassen 77 Inhoud Voorwoord 3 Voeding 6 Slaap 22 Houding 30 Naar de dokter 37 Kleding 65 Mode 74 Kleding wassen 77 6 VOEDING Weet wat je eet Je eet elke dag. Alles wat je eet (en drinkt) heet voeding. Is elke voeding

Nadere informatie

Welke brandstof en wanneer?

Welke brandstof en wanneer? Welke brandstof en wanneer? Na trainingen sneller en beter herstellen, tijdens inspanningen de hongerklop voorkomen of gewoon het maximale uit jezelf halen. Daarvoor heb je de juiste brandstof, de juiste

Nadere informatie

Gezond leven betekent dat je; - voldoende beweegt - gezond eet

Gezond leven betekent dat je; - voldoende beweegt - gezond eet Gezond leven betekent dat je; - voldoende beweegt - gezond eet Waarom eet je eigenlijk? Je krijgt er energie van! Energie heb je nodig alle processen in je lichaam b.v. voor lopen, computeren Maar ook

Nadere informatie

Sportvoeding bij Atleten

Sportvoeding bij Atleten Sportvoeding bij Atleten Pallas 67 16 maart 2017 Marlijn van den berg marlijn.vandenberg@gmail.com Voedingsdeskundige Voeding en gezondheid in Wageningen Nu werkzaam bij: Jouw actieve vakantie om je fitter,

Nadere informatie

Voeding en hardlopen

Voeding en hardlopen Voeding en hardlopen Sandra van der Westen- van Veltom, diëtiste Dieetvoorlichting de Grens www.dieetvoorlichting.nl Waar gaan we het vandaag over hebben? Voorstellen Gezonde voeding Voeding bij sport

Nadere informatie

WAT ETEN WE VANDAAG? 1 Waarom moet je eten?

WAT ETEN WE VANDAAG? 1 Waarom moet je eten? WAT ETEN WE VANDAAG? 1 Waarom moet je eten? Alles wat je eet en drinkt noemen we voedingsmiddelen. Voorbeelden hiervan zijn: brood, boter, groenten en vlees. In voedingsmiddelen zitten voedingsstoffen:

Nadere informatie

Hoe werkt ons lichaam? Waarom water drinken? Vocht vasthouden Puur water Tips bij water drinken Vragen

Hoe werkt ons lichaam? Waarom water drinken? Vocht vasthouden Puur water Tips bij water drinken Vragen Water 1 Onderwerpen Hoe werkt ons lichaam? Waarom water drinken? Vocht vasthouden Puur water Tips bij water drinken Vragen 2 Hoe werkt ons lichaam? Belangrijkste functie van de nieren/bijnieren: - filteren

Nadere informatie

123-12-2011 SPORTVOEDING. Zwat

123-12-2011 SPORTVOEDING. Zwat 1 SPORTVOEDING Zwat Inhoud: Wat is sportvoeding? Energiebehoefte Belang van Koolhydraten Praktisch Supplementen Atleet 1-2 2 WAAROM Voeding en sport Gezonde voeding: optimaal functioneren lichaam Extra

Nadere informatie

Vooronderzoek Sportvoeding

Vooronderzoek Sportvoeding Een diëtist kan zich specialiseren op een doelgroep zoals ouderen, kinderen en sporter. De laatste is de doelgroep die hier word behandeld. Deze groep is erg breed vanwege de vele sporten die mensen beoefenen

Nadere informatie

training TOP PRESTATIE Sportvoeding

training TOP PRESTATIE Sportvoeding (Top)Sport & Voeding - Drs. Jolanda Verstraten Inleiding Een goede energie en vochtvoorziening staat aan de basis van een goed lichamelijk prestatie vermogen. Een beperkte energievoorziening uit glucose

Nadere informatie

Sportvoeding. Antwoord op veel gestelde vragen over voeding. Sadia Rodjan Danique Stoop

Sportvoeding. Antwoord op veel gestelde vragen over voeding. Sadia Rodjan Danique Stoop Sportvoeding Antwoord op veel gestelde vragen over voeding Sadia Rodjan Danique Stoop Alles over eten Wanneer eet ik gezond? Gezond eten wordt vaak gezien als het eten van voldoende groente en fruit. Maar

Nadere informatie

Vakantie vitamines: hoe voorkom je vakantie kilo s? Jantine Blaauwbroek Diëtist

Vakantie vitamines: hoe voorkom je vakantie kilo s? Jantine Blaauwbroek Diëtist Vakantie vitamines: hoe voorkom je vakantie kilo s? Jantine Blaauwbroek Diëtist Inhoud 1 Vakantiebestemmingen 2 Wat is gezonde voeding? 3 Energieleveranciers en functies 4 Energiebalans op vakantie 5 Weet

Nadere informatie

Voedingsadviezen na een Whipple-operatie

Voedingsadviezen na een Whipple-operatie Voedingsadviezen na een Whipple-operatie Albert Schweitzer ziekenhuis september 2014 pavo 1127 Inleiding U heeft een Whipple-operatie gehad waarbij (een deel van) uw alvleesklier is verwijderd. Na de operatie

Nadere informatie

10 KEER GEZOND EET GROENTEN

10 KEER GEZOND EET GROENTEN 10 KEER GEZOND 10 KEER GEZOND Er zijn volgens ons tien regels waar het voedingspatroon van elke sporter of niet-sporter dagelijks aan zou moeten voldoen. Deze richtlijnen zijn grotendeels gebaseerd op

Nadere informatie

Mijn reactie is altijd hetzelfde; Oh oh oh.. Als je toch eens ECHT wist wat voor effect een eiwitshake op jouw lichaam heeft..

Mijn reactie is altijd hetzelfde; Oh oh oh.. Als je toch eens ECHT wist wat voor effect een eiwitshake op jouw lichaam heeft.. Zijn eiwitshakes goed voor je? Zijn eiwitshakes goed om af te vallen? Moet ik nu wel of geen proteïneshakes drinken? Dit zijn vragen die ik regelmatig krijg van sporters.. Mijn reactie is altijd hetzelfde;

Nadere informatie

SPORTVOEDING Annet Brons Sportdiëtist Hardlooptrainer & Personal Trainer

SPORTVOEDING Annet Brons Sportdiëtist Hardlooptrainer & Personal Trainer SPORTVOEDING Annet Brons Sportdiëtist Hardlooptrainer & Personal Trainer Voeding The Beginning! Goede basisvoeding! Wat is een goede basisvoeding? Voldoende koolhydraten, eiwitten en vetten! Voldoende

Nadere informatie

Naam: VOEDINGSSTOFFEN Gezond eten en drinken

Naam: VOEDINGSSTOFFEN Gezond eten en drinken Naam: VOEDINGSSTOFFEN Gezond eten en drinken Wat zijn voedingsstoffen Voedingsstoffen zijn stoffen die je nodig hebt om te lopen, te denken enz. Er zijn 6 soorten voedingsstoffen. 1. eiwitten (vlees, peulvruchten.

Nadere informatie

Workshop kernpunten van de presentatie Voeding en sport van Erik te Velthuis

Workshop kernpunten van de presentatie Voeding en sport van Erik te Velthuis Workshop kernpunten van de presentatie Voeding en sport van Erik te Velthuis Definitie van (Top)sportvoeding: Gedurende 24/7, dus altijd, iedere dag maar weer. Alle inname van voeding relateren aan het

Nadere informatie

S C H I J F V A N V I J F

S C H I J F V A N V I J F SCHIJF VAN VIJF DE SCHIJF VAN VIJF, GOED VOOR JE LIJF! V o o r i e d e r e e n i s e e n v o e d i n g s k e u z e v a n b e l a n g w a a r a l l e b e n o d i g d e voedingsstoffen in zitten. Dit zijn

Nadere informatie

Wie ben ik? Naam: Maud van der Meer. Plaats: Eindhoven. Sport: wedstrijdzwemmen ( EK, WK en OS) Studie: (sport) voedingsdeskundige

Wie ben ik? Naam: Maud van der Meer. Plaats: Eindhoven. Sport: wedstrijdzwemmen ( EK, WK en OS) Studie: (sport) voedingsdeskundige Wie ben ik? Naam: Maud van der Meer Plaats: Eindhoven Sport: wedstrijdzwemmen ( EK, WK en OS) Studie: (sport) voedingsdeskundige Workshop voeding Doel Basisvoeding Van theorie naar praktijk Sportspecifieke

Nadere informatie

Bewustsporten.nl. Goed voorbereid aan de start met een sportmedisch onderzoek

Bewustsporten.nl. Goed voorbereid aan de start met een sportmedisch onderzoek Goed voorbereid aan de start met een sportmedisch onderzoek Hardlopen is heerlijk en gezond, maar het is ook belangrijk verantwoord en veilig te sporten. Een goede voorbereiding en training zijn essentieel

Nadere informatie

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 3. Gezonde voeding

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 3. Gezonde voeding GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 3 Gezonde voeding 1 INLEIDING Thema 3 hoofdstuk Gezonde voeding blz. 149 Onderwerpen: -Persoonlijke verschillen -Voeding en levensfasen -Voedingsmiddelen en voedingsstoffen -Richtlijnen

Nadere informatie

Protocol Oververhitting

Protocol Oververhitting Inleiding Oververhitting (hyperthermie, hitteletsel) ontstaat wanneer het lichaam meer warmte produceert dan dat het kan afgeven. Hierdoor kan de lichaamstemperatuur oplopen tot boven de normale waarden.

Nadere informatie

Diabetes mellitus. Victoza en voeding

Diabetes mellitus. Victoza en voeding Diabetes mellitus Victoza en voeding In het kort Wat is diabetes? Diabetes mellitus wordt in de volksmond ook wel suikerziekte genoemd. Bij Diabetes mellitus is er geen of onvoldoende insuline beschikbaar

Nadere informatie

De voedingsmiddelendriehoek.

De voedingsmiddelendriehoek. Hoofdstuk 8 De voedingsmiddelendriehoek. 1. De voedingsdriehoek invullen. 2. De drie maaltijden per dag opnoemen. 3. Zeggen wanneer we best drinken en hoeveel liter we drinken. 4. Tips opnoemen om gezond

Nadere informatie

Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de. hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het

Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de. hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het SUIKERZIEKTE Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het lichaam. U kunt hierbij denken aan slecht functionerende

Nadere informatie

Voeding en prestatie bij turnsters. Shiannah Danen, Augustus 2012

Voeding en prestatie bij turnsters. Shiannah Danen, Augustus 2012 Voeding en prestatie bij turnsters Shiannah Danen, Augustus 2012 Welkom! Even voorstellen Waar komt energie vandaan? Algemene voeding Voeding voor/tijdens en na inspanning Voeding rondom een wedstrijd

Nadere informatie

Wij, Nederlanders, hebben er ook veel nieuwe eetgewoontes bij gekregen. Dat komt door drie dingen:

Wij, Nederlanders, hebben er ook veel nieuwe eetgewoontes bij gekregen. Dat komt door drie dingen: Samenvatting door B. 739 woorden 29 november 2016 6,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 7.1 Eten Eet iedereen hetzelfde? Eetgewoontes hangen van verschillende dingen af: je voorkeur voor eten

Nadere informatie

Leefregels voor. Gezond blijven. KBO Bernadette Helmond. 23 april 2014

Leefregels voor. Gezond blijven. KBO Bernadette Helmond. 23 april 2014 Leefregels voor Gezond blijven KBO Bernadette Helmond 23 april 2014 1 Senioren leven ongezonder dan 10 jaar geleden - Drinken meer - Roken (vrouwen) - Bewegen minder - Overgewicht - Eenzijdig eten 2 Leefregels

Nadere informatie

Samenvatting Biologie H7 Biologie Eten

Samenvatting Biologie H7 Biologie Eten Samenvatting Biologie H7 Biologie Eten Samenvatting door J. 1049 woorden 5 januari 2017 5,1 13 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 7.1 Eten Eet iedereen hetzelfde? Eetgewoontes hangen van verschillende

Nadere informatie

Voedingsadvies bij Diabetes Mellitus. Bij gebruik van GLP-1-analoog

Voedingsadvies bij Diabetes Mellitus. Bij gebruik van GLP-1-analoog Voedingsadvies bij Diabetes Mellitus Bij gebruik van GLP-1-analoog Aangezien u lijdt aan Diabetes mellitus, type 2 (oftewel ouderdomsdiabetes) én overgewicht hebt, heeft de arts u een behandeling met zogenaamd

Nadere informatie

DIEET BIJ CF-GERELATEERDE DIABETES. In deze folder vindt u informatie over het Dieet bij CF-gerelateerde Diabetes

DIEET BIJ CF-GERELATEERDE DIABETES. In deze folder vindt u informatie over het Dieet bij CF-gerelateerde Diabetes DIEET BIJ CF-GERELATEERDE DIABETES In deze folder vindt u informatie over het Dieet bij CF-gerelateerde Diabetes Inhoud 1. Inleiding 3 2. Diabetes bij CF 4 3. Behandeling 4 3.1. Doel van de behandeling

Nadere informatie

Betere sportprestaties met een aangepaste voeding?

Betere sportprestaties met een aangepaste voeding? Betere sportprestaties met een aangepaste voeding? Inhoud Energiebehoefte Energieverbruik door sport Sportvoeding = gezonde voeding Sporten en drinken Recreatieve- of prestatiesporter Besluit Meer informatie?

Nadere informatie

Voedingsadvies bij zwangerschapsdiabetes. diabetes gravidarum

Voedingsadvies bij zwangerschapsdiabetes. diabetes gravidarum Voedingsadvies bij zwangerschapsdiabetes diabetes gravidarum 2 Deze brochure is bedoeld voor vrouwen met diabetes gravidarum. In deze brochure wordt informatie gegeven over o.a. de richtlijnen voor de

Nadere informatie

Voeding voor dansers. Beter dansen en meer energie

Voeding voor dansers. Beter dansen en meer energie Voeding voor dansers Beter dansen en meer Om goed te kunnen dansen heb je en kracht nodig. In deze folder lees je alles over de juiste voeding om beter te kunnen presteren. Je vindt er praktische tips

Nadere informatie

Bloedarmoede tijdens en na de zwangerschap

Bloedarmoede tijdens en na de zwangerschap Bloedarmoede tijdens en na de zwangerschap We omringen jou en je kind met de beste zorg Wat is bloedarmoede (anemie)? Bloedarmoede betekent dat er een te laag gehalte aan hemoglobine (Hb) in het bloed

Nadere informatie

Sportcafé. (Sport)voeding in functie van prestatie en herstel

Sportcafé. (Sport)voeding in functie van prestatie en herstel Sportcafé (Sport)voeding in functie van prestatie en herstel Opzet Voeding Vocht Koolhydraten Eiwitten Eten en drinken rondom inspanning Vragen Belang sportvoeding Gezondheid / energie Optimale prestatie

Nadere informatie

Gezonde Leefstijl: Alcohol

Gezonde Leefstijl: Alcohol Gezonde Leefstijl: Alcohol 1 Onderwerpen Cijfers en feiten Alcohol in je lichaam Ziektes door Alcohol Alcohol in de praktijk Alcohol en overgewicht Tips Alcoholgebruik Vragen 2 Cijfers en feiten 1) Ruim

Nadere informatie

niveau 2, 3, 4 thema 5.5

niveau 2, 3, 4 thema 5.5 niveau 2, 3, 4 thema 5.5 Gezonde voeding Inleiding Wanneer eet je gezond? Hoeveel moet ik dagelijks eten? Wat is een goed lichaamsgewicht? Onder- en overgewicht Inleiding Goede voeding levert de dagelijks

Nadere informatie

Praktische-opdracht door een scholier 3507 woorden 23 november keer beoordeeld. Inhoudsopgave:

Praktische-opdracht door een scholier 3507 woorden 23 november keer beoordeeld. Inhoudsopgave: Praktische-opdracht door een scholier 3507 woorden 23 november 2003 7 88 keer beoordeeld Vak LO Inhoudsopgave: Inleiding Wat verstaan we onder een gezonde voeding voor een sporter? Wat is de voeding van

Nadere informatie

Voeding en turnen: van essentieel belang!

Voeding en turnen: van essentieel belang! Voeding en turnen: van essentieel belang! Shiannah Danen, Sportdiëtist December 2013 Even voorstellen Voormalig topturnster Sportdiëtist Post-HBO eetstoornissen Master Nutrition and Health (sinds september)

Nadere informatie

Vitamine B12 Brood Glucose Biefstuk Fruitsap Proteïnen Kiwi Zetmeel Calcium Broccoli

Vitamine B12 Brood Glucose Biefstuk Fruitsap Proteïnen Kiwi Zetmeel Calcium Broccoli Toetsvragen voedingsleer 1. Voedingsmiddel of voedingsstof? Kruis het juiste antwoord aan! Voedingsmiddel Voedingsstof Vitamine B12 Brood Glucose Biefstuk Fruitsap Proteïnen Kiwi Zetmeel Calcium Broccoli

Nadere informatie

Elke dag bouwen aan sterke botten

Elke dag bouwen aan sterke botten Elke dag bouwen aan sterke botten Waarom aandacht voor sterke botten? Hoe krijg je sterke botten? Of je sterke botten hebt of niet wordt voor een groot deel bepaald door erfelijke factoren. Een beetje

Nadere informatie

Afdeling Diëtetiek. Voedingsadvies bij jicht

Afdeling Diëtetiek. Voedingsadvies bij jicht Afdeling Diëtetiek Algemeen U heeft jicht. In deze folder vindt u een aantal algemene adviezen die eventuele klachten kunnen voorkomen of verminderen. Wat is jicht? Jicht is een aandoening die behoort

Nadere informatie

Praktijk voor Fysiotherapie. Altijd in beweging

Praktijk voor Fysiotherapie. Altijd in beweging Praktijk voor Fysiotherapie Altijd in beweging In samenwerking met. Viola Gijzen, diëtist Mieke Verschuren/Marijke Sligchers, fysiotherapeuten Inhoud Inleiding Wat is COPD? COPD en dan? COPD en voeding

Nadere informatie

Voeding in de Sport. 1. Het belang van voeding in sport. 2. De basis. a Macro-nutriënten. b Micro-nutriënten. 4. Drinken

Voeding in de Sport. 1. Het belang van voeding in sport. 2. De basis. a Macro-nutriënten. b Micro-nutriënten. 4. Drinken Voeding in de Sport 1. Het belang van voeding in sport 2. De basis a Macro-nutriënten Koolhydraten Eiwitten Vetten b Micro-nutriënten Vitamines en Mineralen 4. Drinken 5. Tijdstip inname voedingsmiddelen

Nadere informatie

Voeding bij chronische longziekten

Voeding bij chronische longziekten Voeding bij chronische longziekten Voeding bij chronische longziekten Goede lichamelijke conditie Veel mensen met chronische longziekten (ook wel COPD genoemd) hebben voortdurend last van hun aandoening.

Nadere informatie

Gezondheid & Voeding

Gezondheid & Voeding Vetverbranding en afvallen wat is de beste training, Tabata, kracht of cardiotraining? Wat is de beste en snelste manier om af te vallen? Is dat door kracht of door cardiotraining of een combinatie van

Nadere informatie

Bewustsporten.nl. Risico op plotse hartdood. M:06-27072969 Info@bewustsporten.nl T:@bewustsporten Fb:Bewustsporten 023-202 303 4

Bewustsporten.nl. Risico op plotse hartdood. M:06-27072969 Info@bewustsporten.nl T:@bewustsporten Fb:Bewustsporten 023-202 303 4 Goed voorbereid aan de start met een sportmedisch onderzoek Hardlopen is heerlijk en gezond, maar het is ook belangrijk verantwoord en veilig te sporten. Een goede voorbereiding en training zijn essentieel

Nadere informatie

Anthozym Petrasch. aansterken na ziekte. bij verlies aan vitaliteit. ter bescherming van gezonde cellen en weefsels. stimuleert het immuunsysteem

Anthozym Petrasch. aansterken na ziekte. bij verlies aan vitaliteit. ter bescherming van gezonde cellen en weefsels. stimuleert het immuunsysteem Anthozym Petrasch Geconcentreerd sap van rode bieten en zwarte bessen met rechtsdraaiend melkzuur aansterken na ziekte bij verlies aan vitaliteit ter bescherming van gezonde cellen en weefsels stimuleert

Nadere informatie

Voeding voor optimale atletiekprestaties

Voeding voor optimale atletiekprestaties Voeding voor optimale atletiekprestaties Sportdiëtist Katrien Blaauw Sportvoedingsadvies t Groene Hart Inhoud Voorstellen Verschillende voedingsstoffen Koolhydraten/ Eiwitten/ Vetten/ Vocht Verschil sprint/

Nadere informatie

Voeding en aftrainen wedstrijdjudoka s Vetpercentage

Voeding en aftrainen wedstrijdjudoka s Vetpercentage Voeding en aftrainen wedstrijdjudoka s Er wordt veel geschreven en geïnformeerd over voeding. Soms zoveel dat mensen het niet meer weten. Het is niet onze bedoeling om het allemaal nog uitgebreider te

Nadere informatie

Alles over VETTEN GOEDE ÉN SLECHTE. E-book

Alles over VETTEN GOEDE ÉN SLECHTE. E-book Alles over VETTEN GOEDE ÉN SLECHTE E-book WAT IS VET? VET IS EEN VOEDINGSSTOF DIE ZIT IN BIJVOORBEELD HALVARINE, OLIE, VLEES, KAAS EN IN KOEK, SNACKS EN SAUZEN. VET IS ALTIJD EEN MENGSEL VAN VETZUREN.

Nadere informatie

Brandwonden en voedingstherapie

Brandwonden en voedingstherapie Brandwonden en voedingstherapie Auteur: A. Meijer Vertaald/bijgewerkt: Nieuwsbrief: 1989 Pagina: 31-33 Jaargang: 5 Nummer: 1 Toestemming: Illustraties: Bijzonderheden: Kernwoorden: voeding brandwonden

Nadere informatie

Belasting & Belastbaarheid; trainen en blessurepreventie. Rob Eijkelenboom - Sportarts

Belasting & Belastbaarheid; trainen en blessurepreventie. Rob Eijkelenboom - Sportarts Belasting & Belastbaarheid; trainen en blessurepreventie Rob Eijkelenboom - Sportarts Sportarts SMA Vitaal Venlo/Venray SMA Vitaal is TMS-gecertificeerd! Clubarts VVV-Venlo Teamarts Nationale selectie

Nadere informatie

Willen we een blijvend resultaat, wat meestal een verandering van levensstijl betekent, is dit slechts haalbaar door een gedragsverandering.

Willen we een blijvend resultaat, wat meestal een verandering van levensstijl betekent, is dit slechts haalbaar door een gedragsverandering. 1 Patrick van der Weegen Willen we een blijvend resultaat, wat meestal een verandering van levensstijl betekent, is dit slechts haalbaar door een gedragsverandering. Voordelen structureel sporten 1. beïnvloeding

Nadere informatie

Drinkwaters. De les ná G-kracht. In deze les gaat het over:

Drinkwaters. De les ná G-kracht. In deze les gaat het over: De les ná G-kracht Drinkwaters In deze les gaat het over: Welke rol water speelt voor onze gezondheid Welke soorten drinkwater er zijn Hoe je water het best kunt drinken en serveren Opdracht 1: Ben jij

Nadere informatie

"Als je weet wat je eet kan je bewuster keuzes gaan maken en een gezondere lifestyle ontwikkelen."

Als je weet wat je eet kan je bewuster keuzes gaan maken en een gezondere lifestyle ontwikkelen. Dagelijkse voeding Als je wat meer op je voeding wilt gaan letten, dan sta je vast stil bij wat je allemaal op een dag eet. En je vraagt je vast af wat heb je nu direct nodig en wat niet? Wat voor effect

Nadere informatie

Zuivelproducten voor sporters Effect van melkeiwit en micronutriënten voor prestatie. Jan Steijns

Zuivelproducten voor sporters Effect van melkeiwit en micronutriënten voor prestatie. Jan Steijns Zuivelproducten voor sporters Effect van melkeiwit en micronutriënten voor prestatie Jan Steijns physical activity, athletic performance, and recovery from exercise are enhanced by optimal nutrition @

Nadere informatie

Gezond Presteren. Marieke de Groot Sportvoedingsdeskundige/diëtist. marieke@devoedingsacademie.nl

Gezond Presteren. Marieke de Groot Sportvoedingsdeskundige/diëtist. marieke@devoedingsacademie.nl b Gezond Presteren Marieke de Groot Sportvoedingsdeskundige/diëtist Meer Tel: 06 dan 44 voeding! 515 114 marieke@devoedingsacademie.nl Inhoud Terug in de tijd Energie systemen KH, eiwitten, vetten Vitamines

Nadere informatie

(Sport)voeding bij roeien

(Sport)voeding bij roeien (Sport)voeding bij roeien Anne-Marijke Ambergen Sportdiëtist 1 Fit Consulting A.C. Ambergen-Sportdiëtist VSN Fit Consulting, A.C. Ambergen-Sportdiëtist VSN 2 Talent Training Coaching Etc. Sportvoeding

Nadere informatie

Voedingsadviezen na een buismaagoperatie

Voedingsadviezen na een buismaagoperatie Voedingsadviezen na een buismaagoperatie Albert Schweitzer ziekenhuis april 2015 pavo 1125 Inleiding De diëtiste is bij u langs geweest om met u te bespreken waar u met uw eten en drinken rekening mee

Nadere informatie

LES 16C VOEDINGSSTOFFEN: Beschermende (Bouw)stoffen en Mini lasagne

LES 16C VOEDINGSSTOFFEN: Beschermende (Bouw)stoffen en Mini lasagne [1] VERWERKING van AGRARISCHE PRODUCTEN LES 16C VOEDINGSSTOFFEN: Beschermende (Bouw)stoffen en Mini lasagne INLEIDING Deze les gaat over beschermende stoffen. Brandstoffen, bouwstoffen en beschermende

Nadere informatie

Inspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk 5. 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem

Inspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk 5. 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem Inspanningsfysiologie Hoofdstuk 5 Energiesystemen 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem Fosfaatpool Anaërobe alactische systeem Energierijke fosfaatverbindingen in de cel Voorraad ATP en

Nadere informatie

Vragen van (recreatieve) lopers over voeding. Door Elma Sandee op

Vragen van (recreatieve) lopers over voeding. Door Elma Sandee op Vragen van (recreatieve) lopers over voeding Door Elma Sandee op 5-11-2016 Even voorstellen Voedingsdeskundige (Ir.) Leefstijl- en Hardloopcentrum REactive Bewust Hardlopen 2 Vragen en antwoorden Mensen

Nadere informatie

Thema 3 Voeding en je lichaam

Thema 3 Voeding en je lichaam Naut samenvatting groep 7 Mijn Malmberg Thema 3 Voeding en je lichaam Samenvatting Voeding en je lichaam Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig. Die zitten in ons eten en drinken. Voedsel en vocht zijn

Nadere informatie

AARDAPPELS. voedzaam & veelzijdig

AARDAPPELS. voedzaam & veelzijdig KENNIS PLATFORM AARDAPPELS AARDAPPELS voedzaam & veelzijdig Deze brochure is voor diëtisten en andere gezondheidsprofessionals en bevat praktische informatie over de voedingswaarde van aardappels en de

Nadere informatie

Wat zijn vetten? Soorten vetten Onverzadigde vetten Verzadigde vetten Transvetten Vetpercentages Tips

Wat zijn vetten? Soorten vetten Onverzadigde vetten Verzadigde vetten Transvetten Vetpercentages Tips Vetten 1 Onderwerpen Wat zijn vetten? Soorten vetten Onverzadigde vetten Verzadigde vetten Transvetten Vetpercentages Tips 2 Wat zijn vetten? Vetten zijn naast eiwitten en koolhydraten, een van de drie

Nadere informatie

Koolhydraten. Voeding en Welzijn

Koolhydraten. Voeding en Welzijn Koolhydraten Voeding en Welzijn Koolhydraten Welke koolhydraten kennen jullie al? Verschillende koolhydraten Op te delen in 3 groepen Monosachariden Disachariden Polysachariden Op te delen in deze groepen

Nadere informatie

gezond zijn, gezond blijven met vitamines en mineralen

gezond zijn, gezond blijven met vitamines en mineralen gezond zijn, gezond blijven met vitamines en mineralen Vitamines en mineralen: we kunnen geen dag zonder We weten dat we ze elke dag nodig hebben. Maar wat zijn het nu eigenlijk? Vitamines en mineralen

Nadere informatie

De een heeft het warm, de ander te warm en de ander heeft het veel te warm, en dat in dezelfde werkruimte.

De een heeft het warm, de ander te warm en de ander heeft het veel te warm, en dat in dezelfde werkruimte. Hittestress: werken en warm weer Inleiding De een heeft het warm, de ander te warm en de ander heeft het veel te warm, en dat in dezelfde werkruimte. De gevoelstemperatuur wordt, behalve door de luchttemperatuur

Nadere informatie

DE (BASIS) SPORTVOEDING Bo van Rooij, sportdiëtist

DE (BASIS) SPORTVOEDING Bo van Rooij, sportdiëtist DE (BASIS) SPORTVOEDING Bo van Rooij, sportdiëtist bo@myfoodcoach.nl 06-41705083 WORKSHOP SPORTVOEDIG HET MENU Een goede basis (sport)voeding Koolhydraten Eiwitten Vetten Vocht Timing sportvoeding DOELSTELLINGEN

Nadere informatie

AFVALLEN ZONDER ZWETEN

AFVALLEN ZONDER ZWETEN AFVALLEN ZONDER ZWETEN 8:00 DAG 21 Vetten Er zijn veel misverstanden over vet. Feit is dat je niet zonder kunt. Maar net als bij suiker, is het goed om ook hier onderscheid te maken tussen natuurlijke

Nadere informatie

de voedingskundige samenstelling + onderbouwing

de voedingskundige samenstelling + onderbouwing de voedingskundige samenstelling + onderbouwing algemene informatie van de drinkvoeding, waarop de hoeveelheden van de ingrediënten zijn gebaseerd: Volledige voeding; drinkvoeding wordt zes keer op een

Nadere informatie