Bouwen met of zonder meervoudig ruimtegebruik: Is er behoefte aan modellen/systemen in het besluitvormingsproces?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bouwen met of zonder meervoudig ruimtegebruik: Is er behoefte aan modellen/systemen in het besluitvormingsproces?"

Transcriptie

1 Bouwen met of zonder meervoudig ruimtegebruik: Is er behoefte aan modellen/systemen in het besluitvormingsproces? Een behoefte-scan Eindverslag november 2001

2 Onderzoeksrapport Bouwen met of zonder meervoudig ruimtegebruik: Is er behoefte aan modellen/systemen in het besluitvormingsproces? Een behoefte-scan Onderzoeksrapport van het project Verkenning behoefte, eisen en wensen integrale afwegingsmodellen en beslissingsondersteunende systemen ondergronds en meervoudig ruimtegebruik (J620) van het Centrum Ondergronds Bouwen (COB). Dit COB-project is onderdeel van de Programmacommissie Economie en Processen. L.J. Carton, W.A.H. Thissen J.W Plekkenpol H.M. Vermande TU Delft, faculteit TBM Berenschot Osborne BV PRC Bouwcentrum B.V Centrum Ondergronds Bouwen Büchnerweg 1 Postbus 420, 2800 AK Gouda november 2001, Centrum Ondergronds Bouwen 2

3 Inhoudsopgave 1 Voorwoord Inleiding ACHTERGROND BIJ HET PROJECT DOELSTELLING VAN HET PROJECT AANPAK ONDERZOEK Gebruik van modellen in besluitvorming ALGEMEEN WIE GEBRUIKT? WAARVOOR GEBRUIKT? WANNEER? VERBREDINGEN MODELLEN Resultaten uit interviews INLEIDING ENIGE CONCLUSIES UIT DE INTERVIEWS ENIGE AANBEVELINGEN VAN DE GEÏNTERVIEWDEN GDR-workshop INLEIDING VRAGEN DE GROUP DECISION ROOM (GDR) DEELNEMERS WERKWIJZE TIJDENS WORKSHOP ACHTERGROND-INFORMATIE TIJDENS WORKSHOP DEFINITIE VAN BEGRIPPEN Afweging Integraal Model Het besluitvormingsproces RESULTAAT BRAINSTORM RESULTAAT PRIORITERING VAN BEHOEFTES SLOTDEBAT WORKSHOP Het spel en de knikkers Het besluit wordt gefaseerd genomen, in een onvoorspelbaar proces Detail ontwerp is reeds goed voorzien van modellen Breng actoren in kaart Draagvlakvorming Ambitie tot allure Milieu Koppeling met modellen uit J MODELLEN VOOR DE VROEGE FASE MODELLEN VOOR DE FASE VOORLOPIG ONTWERP MODELLEN VOOR DE FASE DETAIL ONTWERP Conclusies ALGEMENE CONCLUSIES OVERZICHT BEHOEFTEN VANUIT DE GDR-SESSIE Aanbevelingen

4 9 Bijlage 1: Overzicht literatuur Bijlage 2a: Lijst geïnterviewden Bijlage 3: Antwoorden geïnterviewden Bijlage 4: Deelnemerslijst GDR-workshop Bijlage 5: Programma workshop Bijlage 6: Match van modellen en behoeften Bijlage 7: Samenvatting modellen J

5 1 Voorwoord De COB uitvoeringscommissie J620 heeft onderzoek gedaan naar de behoefte, eisen en wensen aan integrale afwegingsmodellen en beslissingsondersteunende systemen voor ondergronds en meervoudig ruimtegebruik. In het voorliggende rapport wordt een overzicht gegeven van de behoefte, de eisen en de wensen aan deze modellen en systemen. Tevens is een koppeling gelegd naar de inventarisatie van bestaande en in ontwikkeling zijnde integrale afwegingsmodellen en concepten. Aan de hand van bevindingen zijn conclusies getrokken en worden aanbevelingen richting COB gedaan. De inhoudelijke werkzaamheden zijn verricht door: Mw. Ir. L.J. Carton Prof.dr.ir. W.A.H. Thissen Ir. H.M. Vermande Ir. J.W. Plekkenpol (projectleider) TU Delft TU Delft PRC Bouwcentrum Berenschot Osborne De COB-uitvoeringscommissie J620 kende de volgende samenstelling: Ir. E.F.M. Nieuwenhuis (voorzitter) Fugro (namens TEC/Fugro) Mw.ir. R.C. van der Veen (secretaris) ProCap Projectmanagement Drs R. Meeuwsen Bouwdienst Rijkswaterstaat Ir. W.J. Hagen Aveco (namens BTC) Ir. J.W. Plekkenpol Berenschot Osborne Prof.dr.ir. W.A.H. Thissen TU Delft (namens Delft Cluster) Ing. P. Verheijen Gemeentelijke Havenbedrijf Rotterdam Ir. G. de Zwaan Railinfrabeheer Ir. H.M. Vermande PRC Bouwcentrum Mw.ir. C.J.M. Suykerbuyk Gemeentewerken Rotterdam (namens Grote Gem.) Dr.ir. M. Asin Ingenieursbureau Amsterdam (namens Grote Gem.) Mr. P.H. van der Kolk Fugro (namens COB-programmacommissie 2 Planologie en bestuurlijk instrumentarium) Ir. M.L. Ywema CUR/Habiforum Drs. G. Verrijn Stuart (programmacoordinator) COB Ir. J.J.P. Lodder (agendalid) Railinfrabeheer Mw.drs. K.J.M. Spaander-Van Gendt (agendalid) Holland Railconsult R. Fisser (agendalid) Provincie Zuid-Holland Mw.ir. A.G. Nijhof MBA (agendalid) Ministerie van VROM, RPD

6 2 Inleiding 2.1 ACHTERGROND BIJ HET PROJECT In COB-1 is onderzoek uitgevoerd naar het monetariseren van ruimtelijke en milieu-effecten en is een integraal afwegingsmodel ontwikkeld. Aan het begin van de COB-2-onderzoeksprogrammering is de COB-programmacommissie (PrC) Economie en Processen (waarbinnen het thema integraal afwegen thuishoort) geconfronteerd met de vraag in hoeverre aanvullend onderzoek op het gebied van integraal afwegen gewenst is. Hierbij zijn de volgende sporen denkbaar: Het ontwikkelen van een geheel nieuw model; Het verder ontwikkelen van al bestaande modellen (ontwikkelen van extra modules); Het toetsen/valideren van bestaande modellen aan de werkelijkheid; Het doen van onderzoek/aanbevelingen naar een optimaal gebruik van de modellen in het besluitvormingsproces. Teneinde een gemotiveerde keuze uit bovengenoemde sporen te kunnen maken heeft de PrC gekozen voor een tweetal kortlopende, inventariserende onderzoeksprojecten. Zo is in de eerste maanden van 2001 een literatuuronderzoek (J610) uitgevoerd naar integrale afwegingsmodellen en -concepten voor ondergronds en meervoudig ruimtegebruik. In dit onderzoek is een inventarisatie gemaakt van bestaande en in ontwikkeling zijnde integrale afwegingsmodellen, met een analyse van de belangrijkste kenmerken, modelfunctionaliteiten en mogelijkheden van modeltoepassing. In aanvulling op het project J610 is in het project J620 voorgesteld om een behoefteverkenning uit te voeren onder (potentiële) gebruikers van de modellen en (potentiële) opdrachtgevers/gebruikers van de modelresultaten. Onderzoeksvragen binnen dit project zijn o.a.: Aan welke eisen zouden dergelijke modellen moeten voldoen? Wanneer zouden dergelijke modellen moeten worden ingezet (in welke fase van de bestuurlijke besluitvorming)? Voor welk type project zouden ze inzetbaar moeten zijn? Wie (welke betrokkenen) zouden de modeluitkomsten nodig moeten hebben? De uitvoering van beide projecten is vervolgens op elkaar afgestemd. Eén COBuitvoeringscommissie is verantwoordelijk voor de aansturing, begeleiding en kwalitatieve beoordeling van de resultaten van de projecten J610 en J620. Uiteindelijk zullen de resultaten van de beide inventarisaties (J620 de behoeften, wensen en eisen en J610 de beschikbare modellen) naast elkaar worden gelegd. Daarna volgt een afsluitende synthese. 2.2 DOELSTELLING VAN HET PROJECT Het project moet inzicht geven in de behoeften, eisen en wensen die verschillende partijen (afhankelijk van hun belangen en de fase waarin het project zich bevindt) stellen aan integrale afwegingsmodellen en systemen voor ondergronds of meervoudig ruimtegebruik. 6

7 2.3 AANPAK ONDERZOEK Het in kaart brengen van de behoeften, eisen en wensen gebeurt via het doorlopen van een vijfstappen-plan, te weten: 1. In kaart brengen van de fasen in het besluitvormingsproces rondom bouwprojecten; 2. Onderzoeken op welke manier consensus wordt gefaciliteerd door integrale afwegingsmodellen en beslissingsondersteunende systemen; 3. Vertalen van de gewenste rol van deze modellen naar de gewenste functionaliteiten; 4. Toetsen van het bestaande instrumentarium aan deze gewenste functionaliteiten; 5. Formuleren van aanbevelingen om te komen tot een optimaal instrument. De volgende concrete activiteiten zijn ontplooid om bovengestelde stappen te kunnen uitvoeren. 1. In grote lijnen beschrijven welke fasen in de besluitvormingsproces rondom bouwprojecten te onderkennen zijn en hoe besluitvorming plaatsvindt. Dit heeft geresulteerd in een korte beschrijving en een overzichtslijst van publicaties op dit terrein. 2. De fasen 2 en 3 worden doorlopen middels een combinatie van: 1) literatuuronderzoek, 2) het mondeling en schriftelijk interviewen van sleutelfiguren, en vervolgens 3) het organiseren van een workshop met sleutelfiguren. 3. De fase 4 wordt uitgevoerd door de bevindingen uit de workshop te koppelen aan de resultaten van J610. Onderzocht zal worden in hoeverre de geïnventariseerde modellen en methodieken voldoen aan de gewenste functionaliteiten. 4. Formuleren van conclusies en het doen van aanbevelingen richting COB voor gericht onderzoek voor een optimaal instrument. 7

8 3 Gebruik van modellen in besluitvorming 3.1 ALGEMEEN Er is enige literatuur over empirisch onderzoek naar gebruik/nut van modellen in besluitvorming; een deel dateert reeds uit de jaren zestig en zeventig (Brewer over Politicians, Burocrats and the consultant ; Geenberger et al: Models in the policy process ). Deze literatuur wordt geleidelijk aan aangevuld, maar evaluaties van modelgebruik of van beleidsanalyses vinden nog steeds in slechts zeer beperkte mate plaats. Er is vrijwel niets over specifiek gebruik van modellen in relatie tot de besluitvorming ondergronds versus bovengronds. Er is iets meer bekend over gebruik van resultaten uit onderzoek - of, meer specifiek, uit beleidsanalytische studies - in beleidsvorming. Ook dit is al een oud thema, en de discussie beweegt zich tussen enerzijds de visie dat uitkomsten van rationele analyses geen impact hebben; het politieke proces, onderlinge relaties, verborgen agenda s, etc. bepalen wat er uiteindelijk gebeurt, en anderzijds de constatering dat argumenten die niet solide onderbouwd kunnen worden in een politiek debat niet veel waard zijn, en de wens de besluitvorming rationeler te maken. Dit hoofdstuk geeft een korte schets van een aantal hoofdlijnen, uitgaande van visies op de rol en het gebruik van informatie (dus niet zozeer van modellen) in beleidsprocessen. Informatie die soms alleen met behulp van modellen verkregen wordt. We besteden aandacht aan vragen als gebruik door wie, met welk doel, en in welke situaties? 3.2 WIE GEBRUIKT? Waar in klassieke zin de informatievergaring gericht was op een (fictieve?) besluitvormer gaat men er tegenwoordig van uit dat alle partijen in een proces al dan niet gebruikers van informatie kunnen zijn, en dat besluitvorming niet een rechtlijnig proces is met een aanwijsbaar hoofdmoment van beslissen, maar veel meer een diffuus proces dat zich in ronden voltrekt waarbij steeds deelbesluiten genomen worden. Voornaamste punt: alle betrokkenen kunnen gebruikers van informatie zijn, in verschillende fasen van het proces. Zo wint de mening terrein dat informatie die bijdraagt aan de probleemformulering en afbakening veel essentiëler is dan informatie die ten doel heeft een keus tussen gegeven alternatieven te ondersteunen. 3.3 WAARVOOR GEBRUIKT? Hier worden in hoofdzaak drie typen gebruik onderscheiden: 1. Klassiek gebruik, hulp bij het vinden van de rationeel beste oplossing voor een gegeven probleem ( technisch ontwerp als doel eenduidig is vast te leggen)- of hulp bij het zichtbaar en bespreekbaar maken van de afwegingen (scorecard) 2. Hulpmiddel om nieuwe ideeën, oplossingen, etc. in besluitvormingsprocessen te brengen of te stimuleren dat die onderzocht worden. Komt voor, al zijn voorbeelden niet legio. 3. Als ammunitie in een strategisch debat of onderhandelingsspel. Komt zeer veel voor. Gebruik is selectief, actoren gebruiken die uitkomsten die hun van pas komen, c.q. zoeken naar rechtvaardiging van reeds ingenomen standpunten. Verschillende partijen maken hun eigen analyses c.q. huren hun eigen consultants in. Je ziet dit ook in zekere zin bij partiële analyses, bijv MER of VER, waarbij specifiek een aspect of gezichtspunt wordt benadrukt om dit in het besluitvormingsproces meer nadruk te geven. 8

9 3.4 WANNEER? Welke soort gebruik de overhand heeft, en voor wie hangt af van de situatie. Een algemeen beeld is dat gebruikstype 1 het meest voorkomt in situaties waarin doelen en procesregels helder en weinig conflicterend zijn en voldoende informatie/kennis vergaard kan worden - in relatie tot ondergronds bouwen dus dicht tegen het technische ontwerp aan. In een veel voorkomende typologie van situaties wordt deze situatie afgezet tegen een situatie met vele en conflicterende doelstellingen en percepties en verwarrende en beperkte informatie. In dergelijke messy situaties lijkt gebruik van klassieke rationele modellen minder kansrijk - anderzijds is er juist extra veel behoefte aan ordening en structurering van het argumentatieveld. 3.5 VERBREDINGEN In de literatuur met een meer beleidsgerichte inslag zie je dat de rol die men voor analyses ziet in dergelijke situaties verschuift van effectbepaling van alternatieven, naar het zoeken van realiseerbare/hanteerbare combinaties van problemen, oplossingsingredienten, en bijbehorende actoren (die hetzij een probleem hebben, hetzij over oplossingsmiddelen beschikken). Analyses krijgen hier veel meer een katalytische of zelfs onderhandelingsondersteunende rol, iets dat ook in de ondergronds bouwen/meervoudig ruimtegebruik sfeer steeds meer gerealiseerd wordt: het accent van het proces verschuift van het maken van een keuze tussen gegeven alternatieven naar naar het in onderhandeling met uiteenlopende actoren verkennen en ontwikkelen van oplossingen die voor alle betrokkenen meerwaarde kunnen opleveren. Relevant is ook het onderscheid dat gemaakt kan worden naar typen procesondersteuning: in de literatuur worden uiteenlopende stijlen van ondersteuning geschetst, bijv. klassiek - analytisch (objectief kennis-aandragend), argumentatief (proberend struktuur aan te brengen in argumentaties, inclusief de normatieve componenten daarvan), ontwerpgericht/doelzoekend (bijv. optimalisering, besliskunde), onderhandelingsgericht (aandacht schenkend aan uitruilmogelijkheden), participatief (gericht op stimuleren interactie) tot zuiver procesgericht (afspraken over hoe actoren met elkaar omgaan). Belangrijk punt - in aansluiting op de vorige alinea, is de verbreding van de scope in analytisch perspectief: niet alleen technisch-economische oplossingen worden bekeken, maar het probleemsysteem strekt zich ook uit over de betrokken (of mogelijk nog te betrekken) actoren, hun percepties, wensen, hulpmiddelen, etc. In dit verband is een sterk toenemende belangstelling waar te nemen voor methoden en modellen voor actor- en netwerk analyses als aanvullend hulpmiddel bij het engineeren van werkbare arrangementen en oplossingen. Evaluatieonderzoek (bijv. het proefschrift van Twaalfhoven) wijst ook uit dat in de praktijk uiteenlopende aspecten van belang worden gevonden bij het waarderen van analytische inputs in complexe keuzeprocessen. Niet alleen de inhoudelijke kwaliteit van de verschafte informatie telt, ook de mate waarin die aansluit op de probleemperceptie, de tijdigheid, de toegankelijkheid, etc, tellen. En ook de kwaliteiten van het proces waarin die informatie aan de orde komt. Opvallend (en dit komt uit meer onderzoeken) is dat besluitvormers vaak als vanzelfsprekend aannemen dat technische informatie die in een proces gebracht wordt betrouwbaar is, en er dus verder niet veel aandacht aan schenken. 3.6 MODELLEN Meer specifiek gericht op kwaliteiten van gewenste modellen is de algemene lijn dat, en dit geldt vooral in relatie tot het ondersteunen van complexe besluitvormingssituaties, veel waarde gehecht wordt aan transparantie en flexibiliteit (d.w.z. de mogelijkheid om snel te kunnen inspelen op de dynamiek van het proces zelf). 9

10 4 Resultaten uit interviews 4.1 INLEIDING Voorafgaande aan de workshop zijn ca. 30 personen geïnterviewd. Deze personen zijn afkomstig uit de volgende groepen: Opdrachtgevers-provincies Opdrachtgevers- gemeenten Beleidsmakers - Ministeries V&W en VROM Projectmanagers/ontwikkelaars/onderzoekers OEEI-systematiek (maatschappelijke kostenbatenanalyse infrastructuurprojecten) Projectontwikkelaars Onderzoekers uit de kring van modelontwikkelaars. De volgende vragen zijn voorgelegd aan de geïnterviewden: 1. Weegt u momenteel integraal af? Zo ja, heeft u daar voorbeelden van? 2. Heeft u behoefte aan modellen/instrumenten voor integraal afwegen? 3. Welke overige behoeften/aanbevelingen inzake integraal afwegen kunt u geven? In dit hoofdstuk wordt een aantal conclusies en aanbevelingen gegeven van de antwoorden van de geïnterviewden. Een compleet overzicht van de antwoorden treft men in Bijlage ENIGE CONCLUSIES UIT DE INTERVIEWS Toepassing integraal afwegen voor stedelijk gebied Er wordt weinig gebruik gemaakt van integrale afweging in stedelijk gebied. Als het al gebeurt dan gebeurt dit lopende de planontwikkeling. Varianten worden bekeken op allerlei voor- en nadelen, en als een bepaalde variant wat meer kost maar wel aanzienlijke betere kwaliteit levert, dan kan daar toch voor gekozen worden. Dan komt het geld er gewoon. Plannen in een stedenbouwkundige opzet worden vaak gedwongen om ondergronds te gaan, vanwege ruimteschaarste of mobiliteitsproblemen. Verschillende gemeenten (Leiden, Delft), hebben een beleid dat parkeren bij nieuwbouwplannen onder de grond moet. Dat is gewoon beleid, en er is geen sprake van integrale afweging. Voor het afwegen van voor- en nadelen wordt (althans in stedelijk gebied) meestal steeds dedicated (op maat) een afwegingsmodel gemaakt. Toepassing voor infrastructuur Maatschappelijke Kosten Baten Analyses, zoals de OEEI, worden wel steeds meer gebruikt, met name in de beginfasen van het project. Bij Verkeer & Waterstaat lopen enige van deze projecten (zoals 2 e Maasvlakte). Men kan zich voorstellen dat dit ook voor goederentransport gaat gebeuren, waarbij de vraag aan de orde kan komen: moet dit onder- of bovengronds? Welke heeft de gunstigste maatschappelijke kosten/baten? Toepassing voor groene ruimte en overgang stad naar land Integrale afweging wordt ook nog al eens toegepast als het gaat om planontwikkeling in de groene ruimte (landschap en natuur), of de overgang stad naar land. Daar is de afweging steeds die van ruimtelijke kwaliteit, duurzaamheid. Mogelijk zal er op dit gebied een vraag ontstaan naar modellen voor integrale afweging. Dergelijke modellen zijn ook in ontwikkeling. Dan kan het gaan om de overgang van Stad naar Land (bijv. bedrijventerreinen), maar ook het 10

11 Buitengebied zelf, bijv. ontmoeting ecologische hoofdstructuur met infrastructuur (waarbij de vraag is: moet deze infra ondergronds worden gebracht). 4.3 ENIGE AANBEVELINGEN VAN DE GEÏNTERVIEWDEN Zoek het in bekendheid geven aan wat er al bestaat aan modellen/instrumenten, en beschrijf succes-stories. Dat is beste manier om toepassing te bevorderen. Breng deze ook onder de aandacht van beslissers/besluitvormers, want zij moeten er ook mee aan de slag gaan. Tracht aansluiting te vinden bij bestaande initiatieven van integrale afweging, zoals Maatschappelijke Kosten Baten Analyses, Duurzaamheids Effect Rapportage. Zoek modellen voor integrale afweging bij OG/MVR niet in een stedelijke context maar in een groene of duurzaamheids context: Ondergronds Bouwen levert extra ruimtelijke kwaliteit, en dit moet afgewogen worden. Maak BIOR af. 11

12 5 GDR-workshop 5.1 INLEIDING In het kader van het onderzoek is een workshop georganiseerd met behulp van het elektronisch vergadersysteem Group Decision Room (GDR) van de Technische Universiteit Delft. De GDR is gebruikt ter ondersteuning van de workshop, om snel de meningen te kunnen peilen en om efficiënt met elkaar in discussie te gaan over een aantal gerichte vragen. Het doel van de sessie is om in de praktijk de (maatschappelijke) behoefte te verkennen aan ondersteunende informatie, modellen of systemen tijdens het besluitvormingsproces rond bovengrondse versus ondergrondse / meervoudige aanleg van bouwprojecten. Met de praktijk worden beleidsmakers, bestuurders, projectontwikkelaars en adviesbureaus bedoeld. De bijeenkomst vond plaats op donderdagmiddag 30 augustus 2001 bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management in Delft. 5.2 VRAGEN Tijdens de workshop stonden de volgende vragen centraal om de behoefte in kaart te brengen: - Wat voor soort hulpmiddelen, richtlijnen en ondersteunende kennis/informatie zou u (geregeld) gebruiken in dergelijke beslissingen? - Hoe verhouden deze items zich tot elkaar in prioriteit (waar is de behoefte het grootst)? - Aan welke randvoorwaarden, eisen en wensen moet een dergelijk hulpmiddel voldoen? 5.3 DE GROUP DECISION ROOM (GDR) De GDR is om verschillende redenen geschikt voor de genoemde doelstelling. De deelnemers kunnen efficiënt en in redelijke anonimiteit met elkaar over een aantal gerichte vragen in discussie gaan. Het Group Decision Support Systeem, ook wel elektronische vergaderruimte genoemd, is een gebruikersvriendelijke techniek waarbij deelnemers via een computer informatie kunnen invoeren, bewerken en daarover met elkaar kunnen communiceren. Iedere werkplek in de vergaderruimte is voorzien van een computer, waarmee de deelnemers elektronisch met elkaar van gedachten kunnen wisselen. De GDR kan worden gebruikt voor het vergaren van informatie door het groepsgewijs genereren van ideeën, suggesties, mogelijkheden of invalshoeken. Hierbij is het mogelijk om, gelijktijdig met het genereren van ideeën, commentaar toe te voegen die de gedane suggesties kunnen verduidelijken. Niet relevante informatie kan met behulp van de GDR snel worden uitgefilterd. Met behulp van de soft- en hardware die voor de GDR is ontwikkeld kunnen diverse brainstormtechnieken worden ondersteund, op een wijze die het mogelijk maakt dat deelnemers gelijktijdig ideeën aandragen en delen met de andere participanten. Ideeën kunnen op diverse manieren worden gerangschikt in categorieën, eventueel verspreid over verschillende hiërarchische niveaus. Nadat ideeën zijn gegenereerd en georganiseerd kan men deelnemers aan een GDR-sessie in de gelegenheid stellen om commentaar te leveren op elkaars ideeën. Met behulp van de GDR kunnen mensen dus ook met elkaar in discussie gaan over de ideeën die naar voren zijn gebracht. Voor de selectie en rangschikking van ideeën beschikt de GDR over een grote verscheidenheid aan prioriterings- en stemprocedures, variërend van ranking (op volgorde van eigen voorkeur zetten) en puntentoekenning tot multicriteria-analyse en argumentatie-analyse. Resultaten van de diverse stemming(en) kunnen voor de deelnemers op toegankelijke wijze worden gepresenteerd met behulp van statistische en grafische methoden, waarmee ook de mate van consensus in de groep te bepalen is. 12

13 De kracht van de technologie ligt in een productiever en effectiever groepsoverleg. Middels snelle integratiemogelijkheden van informatie tussen verschillende werkstations, gekoppeld aan specifieke audiovisuele presentatie-faciliteiten kan het brainstormen, discussiëren en prioriteren snel en doeltreffend verlopen. 5.4 DEELNEMERS De opkomst van de sessie was teleurstellend. Na veel bellen en mailen bevatte de deelnemerslijst ca. 20 namen, waarvan uiteindelijk 10 mensen toezegden te komen. Er kwamen echter vlak voor de bijeenkomst 3 afmeldingen binnen en tot slot kwamen 3 mensen (zonder afmelding) niet opdagen. De reden van deze lage opkomst is niet geheel duidelijk. Het uitvoeringsteam heeft de indruk dat het onderwerp niet genoeg leeft bij de betrokkenen uit de praktijk. Uit de interviews en de workshop komt naar voren dat in de praktijk de afweging bovengronds versus ondergronds of meervoudig ruimtegebruik niet als zodanig aanwezig is, dit is een aspect in de totale afweging van ruimtelijke planning. Ook het resultaat uit de workshop en de interviews wijst erop dat de behoefte aan modellen niet groot is, dit is mogelijk een verklaring dat weinig mensen de behoefte voelden om naar de workshop te komen. De aanwezige 4 experts, aangevuld met 2 projectteamleden, waren afkomstig uit de volgende disciplines/instituten: - provincie - gemeente - projectbureau VINEX-locatie - adviesbureau 5.5 WERKWIJZE TIJDENS WORKSHOP Ter voorbereiding van de workshop is gebruik gemaakt van de volgende bronnen: - Interviews met diverse instanties - Discussies in de uitvoeringscommissie ter voorbereiding van het project - Resultaten uit het project J610 Inventarisatie van integrale afwegingsmodellen - Notities en begripsdefinities uit theorie rond integrale afweging van ruimtelijke vraagstukken De worskhop begon met een introductie door Wil Thissen, waarbij hij het doel en achtergrond van de workshop uiteen zette en een globaal overzicht gaf van de uitkomsten van het project Inventarisatie van Integrale Afwegingsmodellen. Vervolgens legde hij de werkwijze van de middag uit. Het eerste inhoudelijk onderdeel behelsde het presenteren en bespreken van een begrippenkader; dit ter voorkoming van spraakverwarring tussen de verschillende disciplines. De begrippen afweging, integraal en model werden toegelicht, alsmede verschillende fasen van het ruimtelijk planproces (waarbij een brug werd geslagen tussen het jargon uit de infrastructuur en de stedenbouw). Hierna werd de deelnemers gevraagd welke soort hulpmiddelen, richtlijnen en ondersteunende kennis/informatie zij zouden gebruiken in dergelijke beslissingen. Het besluitvormingsproces was hierbij opgedeeld in drie relevante fasen. Na een voorzichtige start kwam de ideeënstroom goed op gang. De deelnemers werden hierbij geprikkeld doordat zij de ideeën van de anderen op het scherm konden zien en hieruit inspiratie konden opdoen voor nieuwe ideeën. Na de pauze heeft men een tijdlang stil gestaan bij de opgevoerde ideeën. Deze werden gerubriceerd in categorieën. Er werd uitgebreid bediscussieerd waarom een idee wel of niet in een benoemde categorie thuishoorde, om een eenduidige beeld van de categorieën te verkrijgen. Vervolgens gaven de deelnemers per fase aan hoe groot hun behoefte is aan elk van de categorieën (middels een stemming door het toekennen van rapportcijfers). Tenslotte vond een slotdebat plaats waarin: 13

14 werd gecontroleerd of de uitkomst van de stemming in overeenstemming was met de verwachting, welke conclusies hieruit getrokken konden worden t.a.v. de algemene behoefte aan modellen e.d. in soortgelijke besluitvormingsprocessen, aan welke eisen en wensen dergelijke hulpmiddelen zouden moeten voldoen, en; welke concrete adviezen voor het COB hieruit kunnen voortkomen. Na de workshop: de resultaten uit deze workshop worden vergeleken met de resultaten uit de (bilaterale) interviews. Uit de inbreng van de geïnterviewden en de deelnemers van de workshop worden conclusies en aanbevelingen voor het COB opgesteld. De deelnemerslijst van de workshop is bijgevoegd in bijlage 4. Het programma is bijgevoegd in bijlage ACHTERGROND-INFORMATIE TIJDENS WORKSHOP Het doel van de workshop werd als volgt verwoord: Het inventariseren van de maatschappelijke behoefte, eisen en wensen aan integrale afwegingsmodellen en ondersteunende systemen (procesrol en inhoud) rond ondergronds en meervoudig ruimtegebruik. Als achtergrond werd de totstandkoming van het project binnen het COB belicht. De resultaten van het voorafgaand project Inventarisatie integrale afwegingsmodellen voor ondergronds en meervoudig ruimtegebruik (J610) werden als volgt samengevat: 14 modellen met beschrijving Variërend van rekenmodel tot proces-richtlijnen Doelgroep variërend van beleidsmaker tot aannemer Integraliteit variërend van alleen milieu-aspecten tot afweging milieu, kosten, opbrengst dubbel grondgebruik, draagvlak, etc. Fase in het proces variërend van initiatieffase tot ontwerpfase Voorbeelden van gevonden modellen: (slechts de namen van enkele modellen werden gepresenteerd) - MOB/BIOR (COB) - Quick Project Scan (LWI) - Bageo (SKB) - Quick Scan (COB) - Eco Quantum (SBR) - Verkenner Groene Ruimte (KDO-advies) - RasterGIS (TNO-Bouw) - OEEI (NEI & CPB) Figuur 1. Voorbeelden van diverse soorten hulpmiddelen ter afweging van ruimtelijke vraagstukken (v.l.n.r.gdr, modellen en visualisatietechnieken) 14

15 5.7 DEFINITIE VAN BEGRIPPEN De term integrale afweging is heel breed, en omvat in de wetenschappelijke wereld eigenlijk het gehele scala aan disciplines die verenigd zijn binnen de bestuurskunde. Een voorbeeld van een definitie die in de wetenschappelijke wereld wordt gehanteerd voor de engelse term integral assessment (Rotmans en Dowlatabadi, 1995): Integral assessment is een interdisciplinair proces van het combineren, interpreteren en communiceren van kennis uit diverse wetenschappelijke disciplines, op zo n manier dat de hele oorzaak-gevolg keten kan worden geëvalueerd vanuit een perspectief met twee kenmerken: I. Het moet meerwaarde hebben boven monodisciplinaire afweging II. Het moet bruikbare informatie verschaffen aan beleidsmakers en politici ( decision makers ) Ten behoeve van de workshop wordt een concretere definitie gegeven van de begrippen afweging, integraal en model. Ter verduidelijking worden bij ieder begrip voorbeelden gegeven Afweging Hier verstaan we: De voorbereiding van een keus tussen een gewone maaiveld-optie en een ondergrondse/ meervoudige variant, waarbij is gewikt en gewogen tussen voor- en nadelen van diverse opties. Dit omvat o.a: Discussieren over opties Tegen elkaar afzetten van voor- en nadelen In kaart brengen van de diversiteit aan opties en al hun voor- en nadelen Uitrekenen van (vermoedelijk doorslaggevende) aspecten Formuleren en onderbouwen van advies Integraal Hier verstaan we: Het meenemen van alle (uiteenlopende) te voorziene implicaties in de afweging, waarbij het (ruimtelijk) vraagstuk als onderdeel van een groter geheel wordt aanschouwd. Dit omvat o.a: Direkte en indirekte effecten Soorten implicaties: Milieu, economie, beleving, alle kostenaspecten, maatschappelijke effecten, etc. Andere vraagstukken die mede beïnvloed worden door de te kiezen opties Vanuit verscheidene standpunten bekeken Model Hier verstaan we een breed scala aan modellen: Een afbeelding van de werkelijkheid dat relevante aspecten in hun samenhang weergeeft. Men kan een model gebruiken om structuur te brengen in een veelheid aan informatie, partijen en/of aspecten, ter ondersteuning (inhoudelijk of procesgericht) van een besluitvormingsproces Dit omvat o.a: Rekentools Verzameling kengetallen en vuistregels Checklist met niet-te-vergeten aspecten in de afweging Stappenplan met een werkwijze welke aspecten in kaart te brengen en hoe (procesgericht of inhoudelijk) Procesrichtlijnen voor het regisseren van het proces 15

16 5.7.4 Het besluitvormingsproces De verschillende typen besluitvormingsprocessen rond ruimtelijke vraagstukken (met de vraag bovengronds versus ondergronds/meervoudig) worden als volgt ingedeeld (zie Figuur 2). Plangebied (gebouwen: bedrijven en woningen) Infrastructuur (tracé) Groot Zuidas Amsterdam Rotterdam CS Arena Boulevard Amsterdam HSL A4 Midden Delfland Ringweg A10 Klein Parkeergarage Westerhaven in Groningen Bedrijventerrein Laakhaven West in Den Haag Groente-opslag ondergronds in Rotterdam Tunnel voor station Leiden Trambanen Figuur 2. Indeling van typen besluitvormingsprocessen rond ruimtelijke vraagstukken, met praktijkvoorbeelden per categorie Het besluitvormingsproces kunnen we indelen in de volgende fasen: 1 Initiatieffase (politieke aandachtsvorming) 2 Vroege fase: eisen en randvoorwaarden Fase A 3 Voorlopig ontwerp (VO) Fase B [beleidsvoornemen] 4 Detail ontwerp (DO) Fase C [besluit] 5 Realisatie Tijdens deze workshop worden alleen de fasen 2 t/m 4 belicht. De strikte scheding tussen de eerste en tweede fase is niet te trekken. In bepaalde gevallen zal met de eerste fase worden begonnen, in andere gevallen met fase 2. Bijv. een projectontwikkelaar die een plan voorlegd aan de gemeente. De eerste fase vindt plaats in de politieke arena, er is dan nog geen ruimtelijk vraagstuk in beeld, er valt nog niets af te wegen. In de tweede fase, de vroege fase, wordt de in te richten ruimte of het te bouwen artefact gedefinieerd en worden randvoorwaarden, eisen en wensen geformuleerd. Vervolgens wordt een globaal ruimtelijk ontwerp gemaakt, hiermee is de planvorming gestart. Dit resulteert doorgaans in een beleidsvoornemen, waarna één of enkele opties worden uitgewerkt (fase 4, detail ontwerp). Bij goedkeuring hiervan kan de realisatie in gang worden gezet (werkvoorbereiding, etc). Deze fasen worden in verschillende disciplines vaak in eigen termen benoemd. Voor de workshop zijn termen van verschillende jargons naast elkaar gezet (zie Figuur 3). 16

17 Algemeen Vroege fase Voorlopig ontwerp (VO) Detail ontwerp (DO) Plangebied Planproces Masterplan Deelplan (inrichtingsplan) Infrastructuur (tracé) Nut/noodzaak Tracékeuze Tracé ontwerp Figuur 3. De fasen uit het besluitvormingsproces in verschillende jargons; algemeen, stedenbouw en infrastructuur 5.8 RESULTAAT BRAINSTORM Hieronder zijn de resultaten weergegeven van de brainstorm en rubricering van ideeën uit de behoefte-brainstorm. Hierbij stond de volgende vraag centraal: Wat voor soort hulpmiddelen, richtlijnen en ondersteunende kennis/informatie zou u (geregeld) gebruiken in dergelijke beslissingen? De hoofdstructuur bestaat uit de drie fasen: vroege fase (A), voorlopig ontwerp (B) en detail ontwerp (C). Per categorie (onder nummer 1.1 t/m 3.5) zijn de originele ideeën van de deelnemers weergegeven. 1. Vroege fase (A) 1.1 Actor en Netwerk analyse Wat willen de diverse politieke partijen een waar kunnen ze zich op profileren Bij een model wat technokratisch is, is hiervoor meestal weinig ruimte. De politiek accepteert dit op een geven moment niet en gaat zijn eigen proces leiden Een inschatting maken van de decision maker: een particuliere of private opdrachtgever heeft andere motieven en prioriteiten dan "de overheid" Een rollenspel (-simulatie) dat inzicht geeft in de verschillende belangen van partijen en in mogelijke reakties, om het maatschappelijk en politiek draagvlak te meten Checklist van (mogelijke) actoren Procesrichtlijnen met welke partijen je rekening moet houden/afstemmen in verschillende situaties 1.2 Gebiedsgerichte inventaristie Gaat het om een vastomlijnd gebied? Kunnen de betreffende plannen alleen daar? Wat leeft er nog meer binnen het gebied? Zijn er ook andere plannen? Handleidingen welke opties er bestaan van vergelijkbare voorbeeld-bouwwerken (verdiept, halfverdiept, overdekt, etc.) 1.3 Procesrichtlijnen Procesondersteunende tools voor publiek-private samenwerking. Hoe ga je met elkaar om? Welke stappen in het proces spreek je met elkaar af? Meervoudig ruimtegebruik levert vaak ook meerdere gebruikers op: in dit stadium dienen reeds afspraken gemaakt te worden over rolverdeling (evt. penvoerder) 17

18 1.3.3 Checklist wie over welk aspect beslist; hoe wordt integraliteit in besluitvorming georganiseerd. 1.4 Verdeling Kosten en Baten per actor Handreiking over kostenverdeling per actor Bij nut/noodzaakdiscussies wil de overheid de maatschappelijke kosten en baten zichtbaar krijgen. Deze hoeven op zich niet in geld uitgedrukt te zijn, maar het zou natuurlijk wel handig zijn als de kosten/baten door middel van dezelfde eenheid worden uitgedrukt (bijv. geld). Dan zijn er uniforme richtlijnen/modellen nodig om deze kosten/baten uit te rekenen, en deze richtlijnen/modellen moeten ook door alle partijen geaccepteerd worden Opmerking op: "Handreiking over kostenverdeling per actor". Ook: "handreiking over batenverdeling per actor" Als door het ondergronds bouwen het gebied en meer waarde krijgt, wie gaat wat betalen. Er wordt in het algemeen nog heel sectoraal gedacht. Doet een sector een extra investering waar de andere voordeel bij heeft, moet deze ''extra'" investering dan ook betaald worden door de sector die hier baat bij heeft of staat deze extra investering voor, de veroorzaker betaalt, en betreft het een mitigrerende maatregel en moet het uit de buidel van de initiatiefnemer komen Verdeling van de investeringen. 1.5 Gebrek aan meetlat voor gevoelszaken, flexibiliteit en omgevingskwaliteit Hoe is stedenbouwkundige of ruimtelijke omgevingskwaliteit af te wegen tegen andere aspecten Ondergrondse bouwwerken kunnen minder flexibel zijn in ruimtegebruik (slopen en uitbreiden is haast niet mogelijk). Hoe maak ik dit effect zichtbaar, en hoe weeg ik het af? Opmerking/vraag: Hoe kunnen gevoelszaken gemonetariseeerd worden? 1.6 Risicoanalyses Informatie over valkuilen uit worst cases (Haagse tramtunnel) en kansen van vergelijkbare projecten Risicoanalyses, ook in deze fase Opmerking bij risicoanalyses: hoe beperk ik de risico's voor de bestuurders? Want die willen alleen een beslissing nemen als zij zelf zo min mogelijk risico lopen Opmerking: met name ondergrondse bouwwerken worden momenteel gekenmerkt door vertragingen in de uitvoering, met als gevolg dat het project later wordt opgeleverd en later zijn rendement haalt. Hoe kan dit aspect al in een vroege fase worden meegenomen? 1.7 Draagvlakprocedure, communicatietraject Commitment partijen verwerven en vastleggen Visualisatie-tools waarmee de consequenties voor de omgeving zichtbaar kunnen worden gemaakt, zodat iedere belanghebbende zich ook direct een voorstelling kan maken wat het voor hem/haar betekent. Planwijzigingen dienen direct d.m.v. de tools doorgevoerd te kunnen worden. 1.8 Model/grondslagen ter vergelijking veiligheid t.o.v. de andere aspecten Model/rekengrondslagen waarmee het aspect 'veiligheid' kan worden afgewogen t.o.v. andere aspecten. De aanleg van een fietstunneltje is bijv. duurder dan een gelijkvloerse 18

19 kruising, maar kan verkeersveiliger zijn. Hoe weeg ik dan die extra veiligheid af t.o.v. de meerkosten? 1.9 Model/grondslagen ter vergelijking milieu/duurzaamheid t.o.v. de andere aspecten Ondergronds of meervoudig ruimtegebruik levert vaak milieuvoordelen op, of is duurzamer. Hoe kan ik bouwplannen integraal op milieu/duurzaamheid toetsen, en hoe moet ik de milieuvoordelen van ondergronds/meervoudig ruimtegebruik afwegen t.o.v. andere milieuvoordelen? 1.10 Kennis over en aandacht voor aspecten onder de grond Hoe verhouden de positieve bovengrondse aspecten van een plan zich ten opzicht van negetieve aspecten die ontstaan onder de grond. Bijvoorbeeld als positief effect boven de grond minder geluidshinder en als bijvoorbeeld als negatieve aspecten ondergrond, verstoring van archeologie (verdrag van Malta waarbij het bodemarchief bewaard moet blijven) en verstoring van de grondwaterstromingen. 2. Voorlopig ontwerp (fase B) 2.1 Milieuaspecten Checklist milieuaspecten (geluidhinder, luchtkwaliteit, bodemkwaliteit, grondwater) Breed geaccepteerde rekenmethode om mileuaspecten in geld uit te kunnen drukken Hoe weeg ik ondergronds/meervoudig ruimtegebruik af in een MER-procedure? 2.2 Kosten en Baten in de breedte (checklisten) Globale kostenschatting van iedere eis en randvoorwaarde (zodat die bijgesteld kunnen worden) Overzicht van (inter)nationale subsidieregelingen Onderscheid van de kosten en de baten naar de betreffende actor Naast investeringskosten dienen ook expliciet exploitatiekosten in beeld te zijn Volledige kostenchecklist, dus inclusief bv alle grondwateronttrkkingsheffingen 2.3 Ruimtelijke plannen Hoe verhoudt meervoudig grondgebruik zich met ruimtelijke plannen zoals streekplan? 2.4 Wegwijs in Regelgeving Checklist van relevante eisen, regelgeving en vergunningprocedures Bij welke keuze moeten welke procedure en vergunning aanvraagd c.q doorlopen worden. Hoeveel grip is door tussentijdse bijsturing hierop mogelijk als initiatiefnemer zijnde. (Deze vraag kan ook zinvol zijn om bij fase A te stellen) Kan ik bij bepaalde procedure versnellingen of vertragingen ondervinden? Checklist op welke punten ondergrondse varianten afwijken t.o.v. bovengrondse varianten 2.5 Veiligheid en rsico Integrale veiligheidsaspecten checklist Risico's van toe te passen technieken (methodes van aanleg) 19

20 2.6 Kennis en advies Bij wie kan ik voor advies terecht? Kenniscentra, adviesbureaus Opmerking: een overzicht van kennisdragers in alle fases is zeer bruikbaar! 2.7 Rekenmodellen kosten en baten Ik wil een financieel-economisch model hebben dat ik op maat kan maken voor de betreffende situatie. Daarmee kan ik zorgen dat ik het debat al in een bepaalde richting stuur die ik zelf wenselijk vind Rekenmodel dat de investeringskosten uitrekent n.a.v. eerste globale dimensies en functies Rekenmodellen, gegevens e.d. waarmee life cycle kosten berekend kunnen worden. 2.8 Visualisatie-tools Visualisatie-tools, waar plannen in 3D zichtbaar gemaakt kunnen worden. 2.9 Inzicht in omgang met zaken als duurzaamheid etc Wat kan ik binnen mijn ontwerp met het begrip duurzaam ontwerpen, duurzaam veilig etc.? 3. Detail ontwerp (fase c) 3.1 Regelgeving Inzicht in verschillen op het gebied van regelgeving (bijvoorbeeld brandveiligheid, bouwvergunning, milieuvergunning) tussen een bovengrondse en een ondergrondse oplossing 3.2 Optimalisatie Milieu Nationaal pakket om de energieprestatie van een gebouw aan te geven Hoe kan ik een en ander optimaliseren ten aanzien van duurzaam bouwen? 3.3 Veiligheid Veiligheidsaspekten, sociaal, brand etc. 3.4 Rekenmodel kosten Rekenmodel dat de bouwkosten uitrekent n.a.v. materiaalkeuze Modellen/tools voor life cycle kosten benadering. 3.5 Flexibiliteit t.a.v. uitbreiding Flexibiliteit t.a.v. ruimtelijke uitbreiding (verplaatsbare gevels in de grond?). Hoe kan in de detaillering van het ontwerp met deze flexibiliteits-eis rekening houden? 20

Instrument: de Actorenanalyse. 1. Wat is een Actorenanalyse. 2. Doel van een Actorenanalyse. Instrumenten Actorenanalyse

Instrument: de Actorenanalyse. 1. Wat is een Actorenanalyse. 2. Doel van een Actorenanalyse. Instrumenten Actorenanalyse Instrument: de Actorenanalyse Instrument: de Actorenanalyse 1 1. Wat is een Actorenanalyse 1 2. Doel van een Actorenanalyse 1 3. Het opstellen van een Actorenanalyse 2 4. Eisen aan een goede Actorenanalyse

Nadere informatie

De Netwerkvitaliteitsmeter Een korte toelichting op het meten van de netwerkvitaliteit

De Netwerkvitaliteitsmeter Een korte toelichting op het meten van de netwerkvitaliteit De Netwerkvitaliteitsmeter Een korte toelichting op het meten van de netwerkvitaliteit Aad Zoeteman, Sigrid Fiering en Linda van der Lans Eenheid Audit en Advies (tel. 070 441 75 78) Provincie Zuid-Holland

Nadere informatie

Stappenplan nieuwe Dorpsschool

Stappenplan nieuwe Dorpsschool Stappenplan nieuwe Dorpsschool 10 juni 2014 1 Inleiding Het college van burgemeester en wethouders heeft op 10 juni 2014 dit stappenplan vastgesteld waarin op hoofdlijnen is weergegeven op welke wijze

Nadere informatie

ONTWIKKEL EEN GEZAMENLIJKE VISIE OP HET DUURZAAM BODEMGEBRUIK. Bijeenkomst XXX dag-maand-jaar, Locatie

ONTWIKKEL EEN GEZAMENLIJKE VISIE OP HET DUURZAAM BODEMGEBRUIK. Bijeenkomst XXX dag-maand-jaar, Locatie ONTWIKKEL EEN GEZAMENLIJKE VISIE OP HET DUURZAAM BODEMGEBRUIK Bijeenkomst XXX dag-maand-jaar, Locatie OPZET VAN DE PRESENTATIE Bodemvisie Waarom? Doel Middel Ingrediënten SPRONG Wie, wat, waarom? Het proces

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj

Olde Bijvank Advies Organisatieontwikkeling & Managementcontrol. Datum: dd-mm-jj BUSINESS CASE: Versie Naam opdrachtgever Naam opsteller Datum: dd-mm-jj Voor akkoord: Datum: LET OP: De bedragen in deze business case zijn schattingen op grond van de nu beschikbare kennis en feiten.

Nadere informatie

Voorstel ontwikkeling duurzaamheidsparagraaf Zoetermeer. 1. Inleiding

Voorstel ontwikkeling duurzaamheidsparagraaf Zoetermeer. 1. Inleiding Voorstel ontwikkeling duurzaamheidsparagraaf Zoetermeer 1. Inleiding Zoetermeer wil zich de komende jaren ontwikkelen tot een top tien gemeente qua duurzaam leefmilieu. In het programma duurzaam Zoetermeer

Nadere informatie

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten Checklist Informatievoorziening Grote Projecten Najaar 2010 Rekenkamercommissie Berkelland, Bronckhorst, Lochem, Montferland 1. Inleiding De uitvoering van grote projecten in Nederland heeft nogal eens

Nadere informatie

Plan van aanpak uitwerking gebiedsgerichte risicobenadering of MLV

Plan van aanpak uitwerking gebiedsgerichte risicobenadering of MLV memo Opdrachtgever: DPNH, DPV, STOWA Plan van aanpak uitwerking gebiedsgerichte risicobenadering of MLV Voorstel voor uitwerking in de regionale deltaprogramma s Auteurs: B. Kolen (HKV) R. Ruijtenberg

Nadere informatie

Workspace Design Onderzoeksopzet voor SOZAWE

Workspace Design Onderzoeksopzet voor SOZAWE Workspace Design Onderzoeksopzet voor SOZAWE Datum: 16 december 2010 Ir. Jan Gerard Hoendervanger Docent-onderzoeker Lectoraat Vastgoed Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte Hanzehogeschool Groningen

Nadere informatie

Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC)

Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC) Kwaliteitstoets op Quick scan welvaartseffecten Herontwerp Brienenoord en Algeracorridor (HBAC) notitie Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Johan Visser April 2011 Pagina 1 van 9 scenario s en gevoeligheidsanalyse

Nadere informatie

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. In de BEROEPSCOMPETENTIES CIVIELE TECHNIEK 1 2, zijn de specifieke beroepscompetenties geformuleerd overeenkomstig de indeling van het beroepenveld.

Nadere informatie

Onderzoek naar de informatiehuishouding. Twee vragenlijsten vergeleken

Onderzoek naar de informatiehuishouding. Twee vragenlijsten vergeleken Onderzoek naar de informatiehuishouding Twee vragenlijsten vergeleken Wat zijn de verschillen tussen een informatie audit vragenlijst en een e-discovery checklist en maak je een keuze of kunnen ze elkaar

Nadere informatie

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd

Concretere eisen om te (kunnen) voldoen aan relevante wet- en regelgeving zijn specifiek benoemd >>> Overgang Maatstaf 2016 Onderstaand overzicht bevat de selectie van de geheel nieuwe eisen uit de Maatstaf 2016 en de eisen waarbij extra of andere accenten zijn gelegd, inclusief een korte toelichting.

Nadere informatie

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen 28 hoofdstuk 1 achtergrond Structuurvisie 2020 keuzes samenvatting achtergrond ruimtelijk en sociaal kader inbreng samenleving thematisch van visie naar uitvoering bijlagen zones 1 2 3 4 5 6 7 29 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Generieke I Toets & Advies

Generieke I Toets & Advies Informatiseringsbeleid Rijk Architectuur en Standaarden Bijlagen 2 Generieke I Toets & Advies 1. Inleiding De ICCIO heeft op 17 april 2012 ingestemd met de volgende beslispunten A t/m D te nemen: A. Als

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64 Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 64 Haarlem, 17 augustus 2004 Onderwerp: Agenda Provinciaal Waterplan Bijlagen: - ontwerpbesluit - procesplanning provinciaal waterplan - op weg naar een

Nadere informatie

Kiezen opdrachtgevers het juiste bouworganisatiemodel?

Kiezen opdrachtgevers het juiste bouworganisatiemodel? Strategisch samenwerken in het bouwproces stichting bouwresearch Kiezen opdrachtgevers het juiste bouworganisatiemodel? Opdrachtgevers.. en organisatiemodellen Kiezen opdrachtgevers het juiste bouworganisatiemodel?

Nadere informatie

Plan van aanpak. Project : Let s Drop. Bedrijf : DropCo BV

Plan van aanpak. Project : Let s Drop. Bedrijf : DropCo BV Plan van aanpak Project : Let s Drop Bedrijf : DropCo BV Plaats, datum: Horn, 28 september 2012 Opgesteld door: 1205366 1205366smit@zuyd.nl Plan van Aanpak project Let s Drop pagina 1 Inhoudsopgave plan

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

VRAGENBOOM INTERACTIEF WERKEN [IBO-protocol]

VRAGENBOOM INTERACTIEF WERKEN [IBO-protocol] VRAGENBOOM INTERACTIEF WERKEN [IBO-protocol] Inleiding De vragenboom is een hulpmiddel om weloverwogen te bepalen of en in welke vorm interactief wordt gewerkt. Bij het aanbieden van de ingevulde vragenboom

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Onderzoeksaanpak

Rekenkamercommissie Onderzoeksaanpak Onderzoeksaanpak Rekenkameronderzoek Feitenrelaas Ligne Status Datum Omschrijving Door Status 26 maart 15 Onderzoeksplan Ligne TH Concept, ter bespreking in RKC 31-3-15 31 maart 15 Vaststelling onderzoeksplan

Nadere informatie

Delfts Doen! Delftenaren maken de stad

Delfts Doen! Delftenaren maken de stad Inhoud A Delfts Doen! Delftenaren maken de stad 1 Delfts Doen! Delftenaren maken de stad P lannen maken in de stad doe je niet alleen. Een goed initiatief vraagt samenwerking en afstemming met bewoners,

Nadere informatie

Reflectie op het vak Programma, Ontwerp & Projectmanagement. Essay

Reflectie op het vak Programma, Ontwerp & Projectmanagement. Essay Essay april 2005 Tim Den Dekker 1140612 Johannes van Ussel 1142194 BK6R050 Programma, Ontwerp en Projectmanagement Programma, Ontwerp en Projectmanagement BK6R050 1 Voorwoord Dit essay is een zelfreflectie

Nadere informatie

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde

Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde Competentie niveaus HHS TIS opleiding Werktuigbouwkunde 1. BoE domeincompetentie Analyseren (minimaal niveau eind major W: 3) (toelichting: deze omschrijving komt uit de Bachelor of Engineering (BoE))

Nadere informatie

Movares Duurzaamheidsscan

Movares Duurzaamheidsscan Movares Duurzaamheidsscan Innovatief procesinstrument Grip op duurzaamheid in elke projectfase Grip op duurzaamheid van A tot Z. Dat is de ambitie van Movares. Voor veel mensen en partijen is duurzaamheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 007 Parlementair onderzoek Onderwijsvernieuwingen Nr. 2 BRIEF VAN DE COMMISSIE PARLEMENTAIR ONDERZOEK ONDERWIJSVERNIEUWINGEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Van intentieovereenkomst naar omgevingsvergunning

Van intentieovereenkomst naar omgevingsvergunning Van intentieovereenkomst naar omgevingsvergunning U wilt een locatie ontwikkelen of een bouwproject starten dat niet past in het bestemmingsplan. Daarvoor zijn formele afspraken met de gemeente nodig.

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

Aan de commissie: Algemeen bestuur en middelen Datum vergadering: 22 maart 2007 Agendapunt: Aan de Raad. Made, 13 februari 2007

Aan de commissie: Algemeen bestuur en middelen Datum vergadering: 22 maart 2007 Agendapunt: Aan de Raad. Made, 13 februari 2007 Aan de Raad Made, 13 februari 2007 Aan de commissie: Algemeen bestuur en middelen Datum vergadering: 22 maart 2007 Agendapunt: Raadsvergadering: 12 april 2007 Onderwerp: Diagnose Integrale Veiligheid gemeente

Nadere informatie

De ordening van bodemenergie in de ondergrond

De ordening van bodemenergie in de ondergrond De ordening van bodemenergie in de ondergrond Roep om regie! Het wordt druk in de Nederlandse ondergrond, en met het besluit Bodemenergie wil de overheid de toepassing van bodemenergie verder stimuleren.

Nadere informatie

Toelichting ISO Milieuprestatiemeting versie 15 mei 2018

Toelichting ISO Milieuprestatiemeting versie 15 mei 2018 Toelichting ISO 14001 Milieuprestatiemeting versie 15 mei 2018 SCCM heeft een instrument ontwikkeld waarmee u goed inzicht krijgt in de milieuprestaties van uw organisatie, de ISO 14001 Milieuprestatiemeting.

Nadere informatie

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel Het meten van het effect van leren en ontwikkelen is een belangrijk thema bij onze klanten. Organisaties willen de toegevoegde waarde van leren weten en verwachten een professionele aanpak van de afdeling

Nadere informatie

Inleiding. Aanpak

Inleiding. Aanpak 04-02-2016 Rekenkamerbrief Huisvesting brandweerkazerne en gemeentewerf, behorend bij het rapport Een goed raadsvoorstel is het halve werk, onderzoek naar de kwaliteit van raadsvoorstellen van de gemeente

Nadere informatie

BentVoorbeeld. Proces en informatie onderzoek DECLA. consultancy. Versie : 1.0 Datum : 3 juli 2013 Auteur : D.W.F.

BentVoorbeeld. Proces en informatie onderzoek DECLA. consultancy. Versie : 1.0 Datum : 3 juli 2013 Auteur : D.W.F. BentVoorbeeld Proces en informatie onderzoek DECLA consultancy Versie : 1.0 Datum : 3 juli 2013 Auteur : D.W.F. Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 2 INTRODUCTIE... 4 3 OPDRACHTOMSCHRIJVING EN SCOPE... 5 4

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Agendanummer: p.h.:

RAADSVOORSTEL. Agendanummer: p.h.: RAADSVOORSTEL Onderwerp: Bijlage(n): Vergadering de dato: Programma van eisen en wensen en Bestuursopdracht Planfase project Brede Maatschappelijke Voorziening en Woonserviceontwikkeling Heusden 2011 Agendanummer:

Nadere informatie

h.ebels(&gemeentelangediik.ni en (in cc.) s.appeiman(d~c~emeenteiangediik.nl

h.ebels(&gemeentelangediik.ni en (in cc.) s.appeiman(d~c~emeenteiangediik.nl gemeente Langedijk Urhahn Urban Design Tav. de heer S. Feenstra Laagte Kadijk 153 1O18ZD AMSTERDAM Datum 17 maart 2015 B P/PEZ/SA Afdeling/team Uw brief/nummer Inlichtingen bi1 Onderwerp Bijiage(r) De

Nadere informatie

Cognitive Tools RECHTSVORMEN. Transparantie in besluitvorming

Cognitive Tools RECHTSVORMEN. Transparantie in besluitvorming RECHTSVORMEN Cognitive Tools! " # %$ & ')(! * +, - Transparantie in besluitvorming. 0/21-3 *+. # 3 (# 4 45 '6 78 '69+*$ 9 ( 45 '6 9 :& 43 '6 9+ ; < + 0/>=?@*7 % + 4 > 4 #!:&$4 + :! $ 3 % 4< A

Nadere informatie

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan proces- kwaliteit majeure projecten. gemeente Best

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan proces- kwaliteit majeure projecten. gemeente Best Rekenkamercommissie Onderzoeksplan proces- kwaliteit gemeente Best September 2014 Rekenkamercommissie gemeente Best Drs. J. J.M. van den Heuvel, Voorzitter Drs. M.A. Koster RA, Lid J.M. van Berlo (secretaris)

Nadere informatie

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS duurzame plaatsing van werknemers met autisme 1 Welkom bij toolbox AUTIPROOF WERKT Autiproof Werkt is een gereedschapskist met instrumenten die gebruikt kan worden bij

Nadere informatie

Overleg Klankbordgroep Windenergie Korendijk. Reinder Siebinga

Overleg Klankbordgroep Windenergie Korendijk. Reinder Siebinga Overleg Klankbordgroep Windenergie Korendijk Reinder Siebinga 1 Agenda Korte toelichting Voorstelrondje Introductie gemeente (wethouder) Informatie onderzoek Inhoud Proces Planning Input vanuit Klankbordgroep

Nadere informatie

Voor de TVDH site 1 Helderheid over Duurzaamheid. Inleiding

Voor de TVDH site 1 Helderheid over Duurzaamheid. Inleiding Voor de TVDH site 1 Helderheid over Duurzaamheid Inleiding Duurzaamheid is een begrip dat gebruikt wordt bij allerlei processen en producten. Heel vaak is het totaal niet helder wat er mee bedoeld wordt.

Nadere informatie

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012)

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012) -1- Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012) 1 Aanleiding voor het project Arbeidsparticipatie is een belangrijk onderwerp voor mensen met een chronische ziekte of functiebeperking

Nadere informatie

SROI Quick Scan als basis voor contractinnovatie

SROI Quick Scan als basis voor contractinnovatie SROI Quick Scan als basis voor contractinnovatie Het contracteren van de juiste zorg op de juiste plek Vitaal Thuis is een veldcoalitie: van en voor veldpartijen. Samen zetten we met de Werkgroep Structurele

Nadere informatie

Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging

Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging Review op uitgevoerde risico-inventarisatie implementatie resultaatgerichte bekostiging mr. drs. E.P.J. de Boer Rotterdam, Aanleiding en opzet van de review In opdracht van de GR Jeugdhulp Rijnmond is

Nadere informatie

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten Basisschool Aan de Bron en sporthal op het voormalige WML-terrein Onderzoeksopzet Rekenkamer Weert 16 december 2007 Inhoudsopgave 1. Achtergrond

Nadere informatie

De heer F. van der Lee Norbertusplein EE Vlijmen. Geachte heer Van der Lee,

De heer F. van der Lee Norbertusplein EE Vlijmen. Geachte heer Van der Lee, De heer F. van der Lee Norbertusplein 2 5251 EE Vlijmen ONS KENMERK: 00503647 UW KENMERK: HT2017011 UW BRIEF VAN: 7 maart 2017 Lucien Kuijsters ONDERWERP: Artikel 61 vragen GOL 2 (waarvan 1 vertrouwelijk

Nadere informatie

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard gemeente Valkenswaard Team Ruimtelijke ontwikkeling en economie 25-09-2013 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Definitie 3 3. Vergelijking veegplannen en postzegelbestemmingsplannen

Nadere informatie

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein

Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein Plan van aanpak voor een tussentijdse evaluatie beleidsplan Sociaal Domein Gemeente Bronckhorst, 23 augustus 2016 1. Aanleiding We willen het beleidsplan Sociaal Domein 2015-2018 gemeente Bronckhorst tussentijds

Nadere informatie

Participatie in Enschede 23 maart 2017

Participatie in Enschede 23 maart 2017 Participatie in Enschede 23 maart 2017 Wat heeft de rekenkamer onderzocht? Participatie is een breed begrip en kent verschillende betekenissen. In dit rapport hanteren we het begrip in de betekenis van

Nadere informatie

Quickscan Bedrijven. n en milieuzonering Binnenweg 31 te Tw. wello Project

Quickscan Bedrijven. n en milieuzonering Binnenweg 31 te Tw. wello Project Quickscan Bedrijven n en milieuzonering Binnenweg 31 te Tw wello Project projectnummer project Binnenweg 31 te Twello opdrachtgever Te Kiefte Architecten versie concept datum 5 december 2011 auteur ing.

Nadere informatie

De waarde van ondergronds bouwen: In beeld brengen van kosten, baten en argumenten van gerealiseerde ondergrondse projecten (ex post evaluatie)

De waarde van ondergronds bouwen: In beeld brengen van kosten, baten en argumenten van gerealiseerde ondergrondse projecten (ex post evaluatie) De waarde van ondergronds bouwen: In beeld brengen van kosten, baten en argumenten van gerealiseerde ondergrondse projecten (ex post evaluatie). slide 2 Actualiteit op leefbaarheidsbaten bij opening A2

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

Zeetoegang IJmond. Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van de Milieutoets. 3 november 2011 / rapportnummer

Zeetoegang IJmond. Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van de Milieutoets. 3 november 2011 / rapportnummer Zeetoegang IJmond Aanvullend advies over reikwijdte en detailniveau van de Milieutoets 3 november 2011 / rapportnummer 2525 85 1. Voorgeschiedenis en stand van zaken Rijkswaterstaat (RWS) heeft het voornemen

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR datum vergadering 17 juni 2010 auteur Daniëlle Vollering telefoon 033-43 46 133 e-mail dvollering@wve.nl afdeling Staf behandelend bestuurder drs. J.M.P. Moons onderwerp agendapunt Uitkomst en benutting

Nadere informatie

c U R Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving JRÏSNETI Kennisnetwerk Risicomanagement Risicobeheersing in de uitvoering

c U R Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving JRÏSNETI Kennisnetwerk Risicomanagement Risicobeheersing in de uitvoering c U R JRÏSNETI Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving Kennisnetwerk Risicomanagement rapport 2003-5 Risicobeheersing in de uitvoering Postbus 420 2800 AK Gouda CU Telefoon 0182-540600

Nadere informatie

Praktijkinstructie Oriëntatie op de informatie-analyse 4 (CIN08.4/CREBO:50131)

Praktijkinstructie Oriëntatie op de informatie-analyse 4 (CIN08.4/CREBO:50131) instructie Oriëntatie op de informatie-analyse 4 (CIN08.4/CREBO:50131) pi.cin08.4.v2 ECABO, 1 september 2003 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 27 januari 2010 ALDUS BESLOTEN 4 FEBRUARI 2010. Oostelijke randweg; afronding mer-procedure

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 27 januari 2010 ALDUS BESLOTEN 4 FEBRUARI 2010. Oostelijke randweg; afronding mer-procedure Aan de raad AGENDAPUNT 3 ALDUS BESLOTEN 4 FEBRUARI 2010 Oostelijke randweg; afronding mer-procedure Voorstel: 1. Het toetsingsadvies van de Commissie voor de mer over het milieueffectrapport (mer) oostelijke

Nadere informatie

Aan Provinciale Staten

Aan Provinciale Staten www.prv-overijssel.nl Aan Provinciale Staten Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 26 85 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum PS/2003/872 d.d.

Nadere informatie

Tijd 13.00 uur 17.00 uur Ons kenmerk Zeepkist4/9_N_11_46915

Tijd 13.00 uur 17.00 uur Ons kenmerk Zeepkist4/9_N_11_46915 Verslag 1 e bijeenkomst startup Veiligheid tunnels ProjectOmschrijving Datum 29 maart 2011 Plaats CURNET/COB, Gouda Tijd 13.00 uur 17.00 uur Ons kenmerk Zeepkist4/9_N_11_46915 Op het gebied van de veiligheid

Nadere informatie

Onderzoeksvoorstel Opbouw gefaseerde besluitvorming Purmerend

Onderzoeksvoorstel Opbouw gefaseerde besluitvorming Purmerend Onderzoeksvoorstel Opbouw gefaseerde besluitvorming Purmerend 1 Opbouw 1. Aanleiding 2. Algemene toelichting aanpak PlanMER 3. Voorstel 4. Oplossingsrichtingen 5. Organisatie 2 1. Aanleiding De partners

Nadere informatie

Stijn Smeulders / september 2017

Stijn Smeulders / september 2017 Agendapunt commissie: 5.4 steller telefoonnummer email Stijn Smeulders 06-14164246 stijn.smeulders@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 280559/287224 21 september 2017 portefeuillehouder

Nadere informatie

Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301

Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301 Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301 Doel Ontwikkelen, implementeren, evalueren en bijstellen van beleid op één of meerdere aandachtsgebieden/beleidsterreinen ten behoeve van de instelling,

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Duurzaamheid als grondhouding van de gemeente

Onderzoeksopzet. Duurzaamheid als grondhouding van de gemeente Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Duurzaamheid als grondhouding van de gemeente 1. Inleiding De gemeente Brummen wil een stevige faciliterende rol spelen bij initiatieven die de ambitie energieneutraal

Nadere informatie

Generieke Aanpak Natuur & Soortenmanagementplannen

Generieke Aanpak Natuur & Soortenmanagementplannen Generieke Aanpak Natuur & Soortenmanagementplannen 15.11.2013 Symposium Vleermuizen in de Stad Maarten Kaales Inhoud 1. Generieke Aanpak Natuur 2. Soortenmanagementplannen 3. Financiering... Tijd: Doel:

Nadere informatie

5 Opstellen businesscase

5 Opstellen businesscase 5 Opstellen In de voorgaande stappen is een duidelijk beeld verkregen van het beoogde project en de te realiseren baten. De batenboom geeft de beoogde baten in samenhang weer en laat in één oogopslag zien

Nadere informatie

Projectvoorstellen maken

Projectvoorstellen maken Projectvoorstellen maken 1. Kader 1.1. Gebruiksaanwijzing 1.2. Wat zijn de eisen aan een projectvoorstel? 2. Inleiding 2.1 Signalering 2.2 Vooronderzoek 2.3 Probleemsituatie 3. Doelstellingen en randvoorwaarden

Nadere informatie

Projectmanagement 2.0

Projectmanagement 2.0 Projectmanagement 2.0 Inleiding In ieder bedrijf waar in projecten wordt gewerkt liggen scopechanges op de loer. Zo ook bij het CrossOverteam Projectmanagement 2.0. De eerste dag van het project is gelijk

Nadere informatie

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner Bij iedere vraag uit de veranderplanner is hier een korte toelichting gegeven. Dit kan helpen bij het invullen van de vragen van de Veranderplanner. 1.

Nadere informatie

Samenwerking & Bedrijfsvoering

Samenwerking & Bedrijfsvoering Samenwerking & Bedrijfsvoering Plan van Aanpak Plan van aanpak: Themaonderzoek Samenwerking en Bedrijfsvoering Bestuurlijk opdrachtgever Ambtelijk opdrachtgever Naam projectleider T.C.C. den Braanker C.A.

Nadere informatie

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 mei 2017 / projectnummer: 2732 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Moerdijk

Nadere informatie

Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal

Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal Evaluatie onderzoek Externe Inhuur Overveen, 25 januari 2018 Aanleiding De Rekenkamercommissie Bloemendaal evalueert al haar onderzoeken om na te gaan in hoeverre

Nadere informatie

Acteren in het krachtenveld

Acteren in het krachtenveld Acteren in het krachtenveld Het uitvoeren van een krachtenveldanalyse is een methode die veel in projectmanagement wordt toegepast. Door het uitvoeren van een krachtenveldanalyse kijk je met andere ogen

Nadere informatie

De scorelijst competenties collectieve belangenbehartiger

De scorelijst competenties collectieve belangenbehartiger De scorelijst competenties collectieve belangenbehartiger De scorelijst bestaat uit de twaalf competenties van de collectieve belangenbehartiger met daarbij steeds vier stellingen. Per stelling kunt u

Nadere informatie

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE STRATEGISCH BELEID 2013 2014 NAAR EEN EFFICIËNT EN ZICHTBAAR CENTRUM VOOR REVALIDATIE UMCG Centrum voor Revalidatie Strategisch beleidsplan 2013-2014 Vastgesteld op 1 november 2012 Vooraf Met het strategisch

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren Competenties Luuk van Paridon Overzicht waar ik nu sta: Afbeelding 1: Spinnenweb competenties De groene lijn geeft aan welke competenties ik tot nu toe behaald heb (zie Afbeelding 1). De competenties die

Nadere informatie

Bodembeheer: duurzaam in de breedte

Bodembeheer: duurzaam in de breedte Bodembeheer: duurzaam in de breedte Lokale / Regionale BodemAmbities Bodembeheer: moet je doen! Rob Lamers Uitvoeringsprogramma Bodembeleidsbrief Inhoud presentatie: Wat is de Routeplanner BodemAmbities?

Nadere informatie

SECOND OPINION. Finaal tegenbod ING-projecten Overhoeks, Centrumgebied Amsterdam Noord (CAN) en Beethoven

SECOND OPINION. Finaal tegenbod ING-projecten Overhoeks, Centrumgebied Amsterdam Noord (CAN) en Beethoven SECOND OPINION Finaal tegenbod ING-projecten Overhoeks, Centrumgebied Amsterdam Noord (CAN) en Beethoven Amsterdam, 10 februari 2011 Gobert Beijer Projectnummer: 37644 Amsterdam, datum Projectnummer: Inhoud

Nadere informatie

Werkwijzen ervaringsgerichte evaluatie 1. Open evaluatieverhaal 2. Gestructureerde evaluatievragen

Werkwijzen ervaringsgerichte evaluatie 1. Open evaluatieverhaal 2. Gestructureerde evaluatievragen Werkwijzen ervaringsgerichte evaluatie Het ervaringsgericht evalueren gebeurt bij voorkeur door een gesprek in een groep. Mensen vertellen hun verhaal over het van tevoren vastgestelde evaluatieonderwerp.

Nadere informatie

Conferentie Netwerk Vrede, Veiligheid, en Ontwikkeling Donderdag 28 Mei 2009 Malietoren, Den Haag

Conferentie Netwerk Vrede, Veiligheid, en Ontwikkeling Donderdag 28 Mei 2009 Malietoren, Den Haag Conferentie Netwerk Vrede, Veiligheid, en Ontwikkeling Donderdag 28 Mei 2009 Malietoren, Den Haag 09.00 9.30 uur Ontvangst 9.30 10.00 uur Welkomstwoord, kennismaking en openingwoord door dagvoorzitter

Nadere informatie

Startnotitie Omgevingsvisie Nijmegen

Startnotitie Omgevingsvisie Nijmegen Startnotitie Omgevingsvisie Nijmegen Inleiding In juni van dit jaar is met de gemeenteraad gesproken over de Nijmeegse Omgevingsvisie aan de hand van de Menukaart Omgevingsvisie (zie bijlage). Afgesproken

Nadere informatie

Vertrek van de Plek. Integraal benaderen van duurzame gebiedsontwikkeling

Vertrek van de Plek. Integraal benaderen van duurzame gebiedsontwikkeling Vertrek van de Plek Integraal benaderen van duurzame gebiedsontwikkeling Vertrek van de Plek Integraal benaderen van duurzame gebiedsontwikkeling Methodiek Vertrek van de plek Praktijkvoorbeelden Lonneke

Nadere informatie

HAALBAARHEIDSSTUDIE Nieuwbouw basisschool St. Jan te Leenderstrijp. Opdrachtgever Gemeente Heeze-Leende Jan Deckersstraat 2 5590 GA HEEZE

HAALBAARHEIDSSTUDIE Nieuwbouw basisschool St. Jan te Leenderstrijp. Opdrachtgever Gemeente Heeze-Leende Jan Deckersstraat 2 5590 GA HEEZE HAALBAARHEIDSSTUDIE Nieuwbouw basisschool St. Jan te Leenderstrijp Opdrachtgever Gemeente Heeze-Leende Jan Deckersstraat 2 5590 GA HEEZE Huisvestingsconsultancy Laride, Hart voor huisvesting Bastion 58

Nadere informatie

LoopbaanIndicator. Voor een duurzame loopbaanplanning

LoopbaanIndicator. Voor een duurzame loopbaanplanning LoopbaanIndicator Voor een duurzame loopbaanplanning 1. Inleiding LoopbaanIndicator wordt ingezet om alle relevante waarden rondom menselijke inzetbaarheid gestructureerd en genormeerd in kaart te brengen,

Nadere informatie

MKBA Rotterdamse Klimaatadaptatie Strategie. Rotterdam, november 2012

MKBA Rotterdamse Klimaatadaptatie Strategie. Rotterdam, november 2012 MKBA Rotterdamse Klimaatadaptatie Strategie Rotterdam, november 2012 Overzicht Page 2 1. Projectbeschrijving 2. Analyse 3. Afwegingskader Page 3 1. Projectbeschrijving Rotterdamse Adaptatie Strategie (RAS)

Nadere informatie

Statenvoorstel. Concept advies Bestuurlijke Regiegroep RTHA over regionaal draagvlak ontwikkeling Rotterdam The Hague Airport aan Staatssecretaris

Statenvoorstel. Concept advies Bestuurlijke Regiegroep RTHA over regionaal draagvlak ontwikkeling Rotterdam The Hague Airport aan Staatssecretaris Statenvoorstel Vergaderdatum GS: 18 april 2017 Portefeuillehouder: Bom - Lemstra, AW Uiterlijke beslistermijn: 28 juni 2017 Behandeld ambtenaar : K. de Jong E-mailadres: k.de.jong@pzh.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Leergang Deelnemeradministraties

Leergang Deelnemeradministraties DEFINITIEF Leergang Deelnemeradministraties 1/9 21 november 2013 PBLQ HEC - Leergang Deelnemeradministraties Leergang Deelnemeradministraties Plan van Aanpak versie 1.0 datum 21 november 2013 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert

Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert Onderzoeksaanpak Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert september 2013 Rekenkamer Weert 1. Achtergrond en aanleiding Het grondbeleid van de gemeente Weert heeft tot doel bijdrage te leveren, met

Nadere informatie

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans LEADERSHIP IN PROJECT-BASED ORGANIZATIONS Dealing with complex and paradoxical demands Leiderschap

Nadere informatie

Oplegnotitie quick scan Spoorbrugtracé

Oplegnotitie quick scan Spoorbrugtracé Oplegnotitie quick scan Spoorbrugtracé Maastricht, 16 september 2015 Inhoudsopgave 1. Samenvatting... 3 2. Het proces rondom de tracékeuze... 4 3. De aanleiding... 5 4. De aanpak... 5 5. De resultaten

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-

Nadere informatie

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Plan van aanpak Rekenkamer Maastricht februari 2007 1 1. Achtergrond en aanleiding 1 De gemeente Maastricht wil maatschappelijke doelen bereiken.

Nadere informatie

Inspirerend Management. in de zorg. Een modulaire aanpak gericht op de ontwikkeling van nieuw leiderschap

Inspirerend Management. in de zorg. Een modulaire aanpak gericht op de ontwikkeling van nieuw leiderschap Inspirerend Management Development in de zorg Een modulaire aanpak gericht op de ontwikkeling van nieuw leiderschap Behoefte aan effectief leiderschap Vergroting van de invloed van de politiek en zorgverzekeraars

Nadere informatie

WERKBOEK CTB1120 INLEIDING CIVIELE TECHNIEK

WERKBOEK CTB1120 INLEIDING CIVIELE TECHNIEK WERKBOEK CTB1120 INLEIDING CIVIELE TECHNIEK Het onderstaande geeft een beeld van de inhoud van het werkboek dat gemaakt moet worden ten behoeve van het vak CTB1120 Inleiding Civiele Techniek. Dit is geen

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 11. Doetinchem, 4 juli 2009 ALDUS BESLOTEN 9 JULI Economische visie en actieplan Dynamisch Duurzaam Doetinchem

Aan de raad AGENDAPUNT 11. Doetinchem, 4 juli 2009 ALDUS BESLOTEN 9 JULI Economische visie en actieplan Dynamisch Duurzaam Doetinchem Aan de raad AGENDAPUNT 11 ALDUS BESLOTEN 9 JULI 2009 Economische visie en actieplan Dynamisch Duurzaam Doetinchem Doetinchem, 4 juli 2009 Voorstel: 1. de foto van de sociaal-economische situatie in Doetinchem

Nadere informatie

On TRA K. TRAK, richtinggevend instrument bij waardenafwegingen rondom voedselkwaliteit

On TRA K. TRAK, richtinggevend instrument bij waardenafwegingen rondom voedselkwaliteit On TRA K TRAK, richtinggevend instrument bij waardenafwegingen rondom voedselkwaliteit Een beknopte omschrijving van TRAK als methodiek bij beleidsvorming. Geïllustreerd aan de hand van het praktijkvoorbeeld

Nadere informatie

Voor een volledig overzicht van de uitspraken van mijn ambtsvoorganger verwijs ik naar bijlage 1.

Voor een volledig overzicht van de uitspraken van mijn ambtsvoorganger verwijs ik naar bijlage 1. a 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070

Nadere informatie

Het ATO moet een expertisecentrum voor burgerparticipatie uitbouwen en vernieuwende participatieprocessen organiseren (als aanvulling bij de

Het ATO moet een expertisecentrum voor burgerparticipatie uitbouwen en vernieuwende participatieprocessen organiseren (als aanvulling bij de Het ATO moet een expertisecentrum voor burgerparticipatie uitbouwen en vernieuwende participatieprocessen organiseren (als aanvulling bij de wettelijke verplichtingen) voor de grote stedelijke projecten,

Nadere informatie