Inhoud. h 3. Voorwoord h4. Inleiding h6. Handleiding opzoekboek De bovenkamer h15. Opzoekboek De bovenkamer met toelichtingen h16

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoud. h 3. Voorwoord h4. Inleiding h6. Handleiding opzoekboek De bovenkamer h15. Opzoekboek De bovenkamer met toelichtingen h16"

Transcriptie

1 Inhoud h 3 Voorwoord h4 Inleiding h6 Handleiding opzoekboek De bovenkamer h15 Opzoekboek De bovenkamer met toelichtingen h16 Gebruikte termen h153 Literatuur h155 Inhoudsopgave cd-rom h156

2 Voorwoord h 5 Sinds jaar en dag geef ik lessen Nederlands aan leraren die op hun beurt weer lesgeven aan anderstalige leerlingen. Het viel me op dat men woordenschatlessen vanzelfsprekend vond, in tegenstelling tot grammatica lessen. Deze lessen, grammatica in ruime zin, kwamen nauwelijks aan bod. Op vragen als: Hoe maak je zinnen? Hoe spreek je Nederlandse klanken uit? Met welke intonatie? Hoe maak je een meervoud van een zelfstandig naamwoord? Hoe een verkleinwoord? Hoe vervoeg je werkwoorden? Wat betekenen de verschillende tijden in het Nederlands? Hoe maak je een samenstelling? hebben moedertaalmethodes geen antwoord. In oefeningen van moedertaalmethodes gaat men al van deze kennis uit, terwijl vooral anderstalige leerlingen geen taalintuïtie op deze terreinen hebben. Tijdens trainingen en nascholingen bleek dat er wel degelijk behoefte was aan een speciale grammatica voor jonge(re) leerlingen, zowel anderstalig als Nederlandstalig. Dit alles was voor mij de aanleiding om De bovenkamer te schrijven. Wat ik uiteindelijk met De bovenkamer beoog, is Nederlandstalige én anderstalige leerlingen op een plezierige wijze kennis laten maken met het Nederlands taalsysteem. Niet zozeer verbaal, maar zoveel mogelijk met visuele middelen zoals foto s, kleuren en schema s. Ik hoop verder dat de gekleurde zinsdeelstrookjes en woordstrookjes de leerlingen helpen bij het maken én, later, het ontleden van zinnen. Dit boek is met hulp van veel mensen tot stand gekomen, onder wie leerkrachten en leerlingen van scholen, cursisten van verschillende opleidingen en van nascholingen. Ik ben iedereen zeer erkentelijk voor hun medewerking. Een paar mensen wil ik apart noemen. Allereerst dank ik de leerlingen en de leerkrachten van de Kernschool Eerste Opvang Nieuwkomers te Zaandam voor hun medewerking bij het maken van de foto s. Voorts dank ik verscheidene vrienden en buren die op soms ongelegen momenten steeds bereid waren om zich te laten fotograferen. Ook dank ik Hidde en Sam Leurink voor hun bijdrage: ze figureren in verschillende foto s, al zijn soms alleen hun handen te zien. De vele versies van dit boek zijn uitermate kritisch becommentarieerd door Ans Drubbel en Marion Nout. Ik dank hun hartelijk voor hun doorwrochte commentaren. Verder dank ik Marian Hoefnagel en Joke Walvis die met hun Kleurensysteem de basis legden voor de kleuren van De bovenkamer. De montessorivereniging was verder zo vriendelijk mij toe te staan enkele symbolen uit de montessorigrammatica te gebruiken. Een woord van dank ook aan Valentine Kalwij die de geestige teksten aanleverde: we staan opnieuw samen in een boek. Iets wat we sinds onze studententijd nastreven. Tot slot dank ik Marije Heijdenrijk hartelijk voor alle geestelijke ondersteuning. Vanaf de jaren negentig geef ik met haar allerlei taaltrainingen. Zij bleef geloven in het nut en de noodzaak van De bovenkamer, ook als ik zelf begon te twijfelen aan de hele onderneming. Zonder haar en de uitgeverij Bazalt was De bovenkamer er niet gekomen. Voor de fouten die in het boek staan ben ik echter alleen verantwoordelijk. Voor opmerkingen en aanmerkingen houd ik mij dan ook aanbevolen. Amsterdam, zomer 2015 Josée Coenen

3 h 6 Inleiding Deze handleiding De bovenkamer hoort bij De bovenkamer, een kleurrijke grammatica van het Nederlands, een opzoekboek voor leerlingen. De handleiding is bedoeld voor leraren die lesgeven in de laatste klassen van het primair of basisonderwijs en in de eerste klassen van het secundair of voortgezet onderwijs. In de handleiding staat hoe u De bovenkamer, het opzoekboek voor leerlingen, kunt gebruiken in de klas. In deze inleiding beschrijf ik de achtergronden en de opzet van De bovenkamer, zowel van het opzoekboek als van de handleiding. Uitgave Het materiaal voor de leerling bestaat uit: De bovenkamer, het opzoekboek voor de basisgrammatica van het Nederlands; een set strookjes, met zinsdelen en woordsoorten. Het materiaal voor de leraar bestaat uit: De bovenkamer, de handleiding; een bijgevoegde cd-rom; overzichten van verschillende moedertaalmethodes voor het primair onderwijs met hierin aanwijzingen voor het gebruik van De bovenkamer, op de websites en Doelgroep De bovenkamer, het opzoekboek, kan elke individuele leerling van acht jaar tot en met vijftien jaar gebruiken. π De bovenkamer, het opzoekboek, is bedoeld: voor een moedertaalspreker van het Nederlands én voor een zogenoemde anderstalige leerling. Dat is een leerling die naast het Nederlands een andere moedertaal heeft. Dat kan een tweedetaalverwerver zijn: een leerling die het Nederlands leert in een vooral Nederlandstalige omgeving. Het kan ook een vreemdetaalleerder zijn: een leerling die het Nederlands leert in een omgeving waar weinig tot geen Nederlands gesproken wordt. Doelen π De bovenkamer kan de leerling gebruiken vanaf groep vier (Nederland) of leerjaar twee (Vlaanderen) van het primair onderwijs tot het derde jaar van het middelbare of secundair onderwijs, of in het Nederlandstalig onderwijs buiten Vlaanderen en Nederland. De leerling neemt het boek al die jaren met zich mee. π In De bovenkamer staan foto s, schema s en kleuren die allerlei Nederlandse taalverschijnselen illustreren zoals zinnen, woorden en woordsoorten, voorvoegsels en achtervoegsels, klanken en letters. Het ontleden van zinnen en woorden is in een apart hoofdstuk geplaatst. π Voor alle leerlingen is De bovenkamer taalbeschouwing, dat wil zeggen dat het boek inzicht geeft in de taalkunde van het Nederlands. Voor de anderstalige leerling is het ook een ondersteuning bij het verwerven of het leren van het Nederlands. π De verwachting is, dat wanneer de (anderstalige) leerling de taalverschijnselen gedurende een lange tijd ziet, hij deze zich eigen maakt. Hij slaat ze dan in zijn eigen bovenkamer op. 2 Doet?, doen?, gebeurt? eurt? (handeling) Z ij rent (enk elvoud). Z ij rennen (meervou d). oplezen plak- gebouwd. beloven schakel- werkwoord houden (van) werkwoord I k heb een to ren Ik kan zwemmen! Ik verheug me! Ik word later dokter! 32 In de handleiding, die bedoeld is voor leraren in het primair en gedeeltelijk secundair onderwijs in Nederland, in Vlaanderen en hierbuiten, geef ik eerst achtergrondinformatie over het tot stand komen van De bovenkamer. Vervolgens beschrijf ik de indeling van De bovenkamer, het opzoekboek en hoe deze te gebruiken. Daarna beschrijf ik de indeling en werkwijze van deze handleiding, gevolgd door de inhoud van de cd-rom. Voor de afstemming op de verschillende moedertaalmethodes verwijs ik naar bovengenoemde websites.

4 h 7 Verantwoording Ruim vijfentwintig jaar geef ik lessen Nederlandse taalkunde aan leraren die lesgeven aan vooral anders - talige leerlingen in het primair onderwijs. Hier vielen me verschillende dingen rond het grammatica - onderwijs op. 1 In het gewone primair onderwijs komen grammaticale verschijnselen aan bod in moedertaalmethodes. In het montessorionderwijs zijn er ontwikkelingsmaterialen, zoals taaldozen en taalsymbolen voor de leerling om structuren van het Nederlands te begrijpen en er zelf mee te werken. Veelal is dit grammaticaonderwijs gericht op inzicht in het Nederlands (taalbeschouwing) en minder op het leren of verwerven van het Nederlands. Verder wordt in taaloefeningen vaak een beroep gedaan op de Nederlandse taalintuïtie van de leerling, een intuïtie die anderstalige leerlingen vaak niet hebben. Voor anderstalige leerlingen bieden moedertaalmethodes te weinig. 2 Kijkend naar het tweedetaalonderwijs viel me op dat er verschillende grammatica s zijn voor (jong) volwassenen zoals De regels van het Nederlands, Nederlandse grammatica voor anderstaligen of Grammatica in gebruik. (Zie E Literatuurlijst.) Maar er was/is weinig voor anderstaligen in het basisonderwijs. Vanaf de jaren negentig is de aandacht meer gericht op woordenschat- en niet op grammaticaonderwijs. 3 Ans Drubbel en Marian Hoefnagel wezen me op het speciaal onderwijs. Hier bestaat van oudsher aandacht voor een aparte, visuele grammatica voor dove en slechthorende leerlingen. 1 Het Kleurensysteem (Krijnen en Walvis (1996)) 2, is de recentste visuele grammatica. Met al deze zaken in het achterhoofd begon ik jaren geleden met het schrijven van De bovenkamer, met de betekenis als invalshoek (zie ook Van Dort-Slijper (1984)). Verder combineer ik de kleuren die afkomstig zijn van Het Kleurensysteem met een aantal symbolen voor woordsoorten, overgenomen uit de grammatica van M. Montessori. 3 Uit trainingen aan leraren bleek vervolgens dat niet alleen anderstalige leerlingen baat konden hebben bij proefversies van De bovenkamer, maar ook Nederlandstalige leerlingen. Dit alles resulteerde in de uiteindelijke uitgave De bovenkamer, met als doel leerlingen, Nederlandstalige én anderstalige, visueel houvast te geven bij het leren van het Nederlands én het verkrijgen van inzicht in de Nederlandse taal. Indeling van De bovenkamer Kleuren π Het Kleurensysteem kiest communicatie als doel van het taalonderwijs en realiseert dit met de vraagwoorden Wie? of Wat?, Doet? Doen? Gebeurt?, Wanneer?, Waar? of Waarheen?, Hoe? en Hoeveel?, waaraan kleur categorieën zijn gekoppeld. Dit systeem heb ik in De bovenkamer overgenomen. Vijf hoofdstukken zijn zo op basis van deze vraagwoorden en kleurcategorieën gerangschikt. Hierbij ligt de nadruk op de betekenis. De kleuren zijn de basis voor het bouwen van zinnen. Op deze wijze krijgen de leerlingen visueel inzicht hoe Nederlandse zinnen zijn opgebouwd en hoe je deze zinnen kunt maken. π De kleuren zijn: geel, voor de verwijzing naar mensen (Wie?) bruin, voor de verwijzing naar dieren en dingen (Wat?) rood, voor handelingen (Wat doet/doen de hoofdpersoon/hoofdpersonen? of Wat gebeurt er?) oranje, voor de verwijzing naar tijd (Wanneer?) paars, voor de verwijzing naar plaats en richting (Waar? of Waarheen?) groen, voor verwijzing naar het hoe van iets of iemand (Hoe?) en naar maten en gewichten (Hoeveel?). Aan deze kleuren heb ik de kleur roze voor de weergave van uitgesproken woorden (klanken) toegevoegd. 1 Zie Van Uden (1973). 2 De informatie over Het Kleurensysteem is geheel afkomstig van de speciaal voor de J.C. Ammanschool te Amsterdam geschreven grammatica, voor het leren van het Nederlands voor kinderen met een auditieve beperking. Zie Krijnen en Walvis (1996) en Hoefnagel-Höhle (1996). 3 Zie Boots en Heijenk (1981).

5 h 8 De bovenkamer, het opzoekboek π De eerste vijf hoofdstukken beginnen met een overzicht van het hele hoofdstuk. Allereerst met foto s die de betekenis in verschillende situaties weergeven Dan volgt een algemene uitleg van de betekenis en de hieraan gekoppelde kleuren. Bij Wie? of Wat? leg ik bijvoorbeeld uit hoe je verwijst naar personen, dieren en dingen en dat je dit doet met de kleuren geel en bruin. Dan ziet de leerling hoe je deze betekenis in zinnen met een gekleurd zinsdeel weer kunt geven, een gele of bruine horizontale balk. Dit correspondeert met een gekleurd strookje uit de set strookjes. 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en en dingen) n e en meisje en jongen wij e d ieren essen, s chotels het m slot, de sloten d e schoen, het schoentjee e igennamen d eze schaar, d eze bal 10 Hierna volgen verschillende andere vormen of woordsoorten waarmee je de betekenis kunt uitdrukken. Tot slot volgt een afbeelding van een strookje met een symbool voor de woordsoort, die correspondeert met het verticale strookje uit de set strookjes. Na het algemene overzicht in elk van deze vijf hoofdstukken volgen er deelhoofdstukken met woordsoorten en/of uitbreidingen met verbuigingen en vervoegingen. Bij het Wie?Wat?-hoofdstuk is dat onder meer het zelfstandig naamwoord en de woordsoorten die daarbij horen: het lidwoord en het aanwijzend voornaamwoord. Ook hier begint het deelhoofdstuk met een foto of een schema, gevolgd door een uitleg. Bij de woordsoorten staan ook vormaspecten zoals verbuigingen van zelfstandige naamwoorden of vervoegingen van werkwoorden. π Na deze vijf hoofdstukken volgt het hoofdstuk Joker woorden; dat is een door mij verzonnen term voor verwijzende functiewoorden. 4 Het hoofdstuk begint met een overzicht van een aantal verwijzende functiewoorden dat in De bovenkamer staat, zoals hij, zij, ze of die, dat, deze. Hierna volgt een aantal van deze functiewoorden met eerst een foto en dan een tekst die de verwijzing van het functiewoord laat zien, gevolgd door een uitleg. Dit hoofdstuk heb ik opgenomen omdat het gebruik en de betekenis in teksten van deze verwijzende functiewoorden moeilijk is, zowel voor Nederlandstalige als voor anderstalige leerlingen. 4 Zoals de joker in het kaartspel andere kaarten kan zijn, zo verwijzen deze functiewoorden naar steeds andere antecedenten, afhankelijk van de tekst.

6 h 9 π In het hoofdstuk Klanken en letters beschrijf ik de relatie tussen klanken en letters, de uitspraak en de schrijfwijze in ruime zin. Dat wil zeggen: niet alleen losse klanken, maar ook de klemtoon van woorden en in een zinsdeel. Kortom, de gehele zinsmelodie. Plus de namen van letters, afkortingen en de namen van leestekens. π Realiseert u zich dat de uitspraak van het Nederlands ten grondslag ligt aan de schrijfwijze. Voor Nederlands - talige leerlingen is de uitspraak een gegeven, maar niet voor anderstaligen. Het niet of slecht verstaan van de Nederlandse klanken heeft grote invloed op het leren en verwerven van het Nederlands. π In het hoofdstuk Zinnen beschrijf ik onder meer de (verschillende) volgordes in soorten zinnen als de hoofdzin, de mededelende zin, de twee soorten vraag - zinnen en de beveelzin, alsook de volgorde in een zinsdeel. Met de gekleurde zinsdelen die de betekenis weergeven, zien de leerlingen de volgorde in zinnen. De zinsdelen staan op aparte gekleurde strookjes. Nederlandstalige en anderstalige leerlingen krijgen zo meer inzicht in de opbouw van Nederlandse zinnen. Voor anderstalige leerlingen is het visueel een houvast. Dit geeft beide groepen leerlingen steun bij het zelf maken van zinnen, bij het zeggen en schrijven van eigen teksten, of, later, bij het ontleden. π Een apart hoofdstuk vormt het Ontleden, of, in traditionele termen, zinsontleding en woordbenoemen. Qua volgorde van aanbieding komt dit hoofdstuk na alle andere hoofdstukken. Omdat de leerlingen dan al bekend zijn met de verschillende betekenissen van de zinsdelen en omdat ze al kennis hebben gemaakt met de verschillende woordsoorten. Het verschil in zinsontleden (redekundig ontleden) en woordbenoemen (taalkundig ontleden) is te zien: de zinsdelen leg je horizontaal neer en de woordsoorten benoem je door de strookjes verticaal onder de woorden te leggen. Op de achterkant van de strookjes staan termen als persoonsvorm of gezegde. De verschillende bepalingen zijn heel eenvoudig af te leiden uit de gekleurde stroken voor tijd en plaats en richting. Een verdere indeling van bepalingen (van hoedanigheid, maat, graad of van gesteldheid) geef ik niet. Deze zijn wel eenvoudig toe te voegen. Zie verder bij E Ontleden, blz. 117 van het opzoekboek. Hierna komen syntactische categorieën aan bod: onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp en voorzetselvoorwerp. In de set strookjes staan deze op doorzichtige strookjes. Deze strookjes zou je ook joker strookjes kunnen noemen. Net als de joker woorden staan in elke zin zinsdelen die het onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp of voorzetselvoorwerp kunnen zijn.

7 h 10 Na het zinsontleden behandel ik de verschillende woordsoorten, met symbolen uit de montessorigrammatica, maar dan voorzien van de kleuren uit Het Kleurensysteem. π Als laatste is er een lijstje met gebruikte termen, zowel de bestaande grammaticale termen als fanienamen. π Tot slot heb ik verschillende bijlagen opgenomen. Als eerste een lijst met de frequentste voor- en achtervoegsels, waarmee leerlingen de betekenis van de voor-en achtervoegsels zien én welk effect dit heeft op het basiswoord om een nieuw woord te vormen. Hiervoor heb ik gedeeltelijk gebruik gemaakt van De Kleijn en Nieuwborg (1983). Dan volgen drie bijlagen met onregelmatige en sterke werkwoorden, alfabetisch geordend. Hiervoor heb ik gebruik gemaakt van lijsten uit Fontein en Pescher-ter Meer (1983), Bakx e.a.(1999) en Florijn e.a. (1994). Dit resulteerde in een lijst werkwoorden die ik vervolgens vergeleken heb met de werkwoorden die voorkomen in Schrooten en Vermeer (1994). Soms heb ik werkwoorden toegevoegd en weer andere weggelaten. De uiteindelijke keuze is een lijst van gebruikte werkwoorden, waarbij zeer niet-frequente werkwoorden eruit gelaten zijn. Voor Nederlandstalige leerlingen zijn de meeste vormen van deze werkwoorden niet vreemd. Anderstalige leerlingen zullen deze moeten leren. Op de laatste bijlage ziet u de afbeeldingen van de set strookjes, de voorkant en de achterkant. De set strookjes Bij De bovenkamer hoort een set strookjes. 5 Met de horizontale strookjes kun je zien hoe een Nederlandse zin is opgebouwd; met de verticale strookjes zie je de afzonderlijke woorden. π De horizontale, gekleurde strookjes geven de betekenis aan van de verschillende zinsdelen waaruit een Nederlandse zin kan bestaan. Op de voorkant van de strookjes staan de vraagwoorden. Op de achterkant staat de verwijzing, zoals mensen of dieren en dingen voor Wie? of Wat?. Bij de rode strookjes, Doet? Doen? Gebeurt?, staan op de achterkant de termen die de leerling nodig heeft bij het ontleden zoals persoonsvorm of werkwoordelijk gezegde. π De verticale, voornamelijk witte strookjes of kaartjes, staan voor de verschillende woordsoorten, zoals lidwoord of zelfstandig naamwoord, en zijn voorzien van een symbool, ontleend aan de montessorigrammatica, maar ingevuld met de kleuren van Het Kleurensysteem. π De geheel witte strookjes kan de leerling gebruiken voor zinsdelen of woorden die hij nog niet gehad heeft of niet weet. voorkant achterkant 5 De set geplastificeerde strookjes kunt u apart bestellen bij U kunt de strookjes ook zelf printen vanaf de cd-rom.

8 h 11 Hoe De bovenkamer te gebruiken? Algemene werkwijze van De bovenkamer π De bovenkamer, het opzoekboek, is allereerst bedoeld als naslagwerk van het Nederlands voor de leerling. Hij kan het zelfstandig gebruiken en hij neemt het boek mee vanuit de lagere naar de hogere leerjaren. π De volgorde van de hoofdstukken staat niet vast. Alle hoofdstukken zijn kris kras door elkaar te gebruiken. Doordat de moeilijkheidsgraad van de verschillende onderwerpen oploopt in de deelhoofdstukken, kan de leerling regelmatig teruggrijpen op datgene wat hij al kent en wat nog niet. π Er is één uitzondering. Het hoofdstuk Ontleden komt pas aan bod nadat de leerling verschillende hoofdstukken heeft gezien en hiermee heeft gewerkt. Werkwijze van de strookjes π De leerling legt de zinsdeelstrookjes boven de zin die hij schrijft. Op deze wijze: geeft hij betekenis aan de zinsdelen kan hij de volgorde (laten) zien van de zinsdelen kan hij zijn geschreven tekst controleren op volgordes. π De leerling legt de woordstrookjes onder de woorden in de zin die hij schrijft. Op deze manier: kan hij de verschillende woordsoorten (laten) zien kan hij de volgorde van de woord(soort)en in een zinsdeel (laten)zien kan hij zijn geschreven teksten controleren op volgordes. π Met de horizontale strookjes voor zinsdelen en de verticale strookjes of kaartjes voor de woordsoorten, kan de leerling het verschil in zinsontleden en woordbenoemen (laten) zien. Opbouw en werkwijze van deze handleiding π In deze handleiding staat De bovenkamer, het opzoekboek voor de leerling, integraal afgedrukt. π Op elke bladzijde in deze handleiding staat informatie voor u als leraar. π Het begin van elk hoofdstuk geeft een overzicht van het onderwerp. Dat gebruikt u als introductie. U ziet in nummers 1, 2, 3 of 4 in verschillende kleurgradaties, van licht naar donker de moeilijkheidsgraad van de onderwerpen. π Bij de volgende bladzijden, na het overzicht, staat achtergrond - informatie over dit deel en aanwijzingen voor het behandelen van de deelonderwerpen in de klas. Binnen elk niveau is ook weer een gradatie, beginnend bij a, b en zo verder. Het hangt af van het niveau van de leerling(en) wat u wilt behandelen. Een enkele keer geef ik extra achtergrondinformatie voor u als leraar. Die hoeft u niet te delen met de leerlingen. Er is af en toe aangegeven of een onderdeel extra moeilijk is voor een anderstalige leerling in vergelijking met een Nederlandstalige leerling. Uitleg π Bezit kun je in het Nederlands op drie manieren uitdrukken: met bezittelijke voornaamwoorden zoals in deze tabel staan: Dit is zijn boek. Je noemt eerst de bezitter : zijn, en dan het bezit : boek. met het voorzetsel van en eenepersoonlij jk voornaamwoord: Dit boek is van hem. met de klank s en letter s: Het boek van Jan = Jans boek. π S taan er twee vormen in de tabel, dan gebruik je in spreektaal mees tal de niet- vetgedrukte vorm m: dus z n en niet zijn. De vetgedrukte woorden in de ta abel gebruik je om nadruk te geven. Woordbenoemen n H et symbool voor het bezittelijk voornaamwoo ord is en dingen. Deze staan op samen één verticaal kaartje: mijn zus of zijn neef. π Bij de hoofdstukken Joker woorden, Klanken en letters en Zinnen staat, voorafgaand aan het eigenlijke hoofdstuk, een aparte inleiding en/of werkwijze beschreven. π In de toelichting verwijs ik af en toe naar Werkbladen die op de cd-rom staan. Zie voor de inhoud van de E cd-rom blz. h 12 en achterin dit boek. 1 Het bezittelij k voornaamwoord enkelvoud mijn, m n jouw, je uw zijn, z n haar, d r meervoud! onze ons jullie uw hun boek! Bij het-woorden, 28 z ijn h aar enkelvoud zeg je niet onze, maar ons: het voor team, Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) ons mensen en team. v oor dieren

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46 Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord

Nadere informatie

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46 Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord

Nadere informatie

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 6 Inleiding 8. Lidwoord en zelfstandig naamwoord 14. Zinnen 32. Aanwijzend voornaamwoord 62. Zelfstandig naamwoord, meervoud 68

Inhoud. Voorwoord 6 Inleiding 8. Lidwoord en zelfstandig naamwoord 14. Zinnen 32. Aanwijzend voornaamwoord 62. Zelfstandig naamwoord, meervoud 68 Inhoud Voorwoord 6 Inleiding 8 Lidwoord en zelfstandig naamwoord 14 algemeen 14 groep 1 en 2 een (onbepaald lidwoord, enkelvoud en meervoud) 18 groep 1 en 2 de, het (bepaald lidwoord, enkelvoud) 22 groep

Nadere informatie

Josée Coenen. De bovenkamer. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

Josée Coenen. De bovenkamer. een kleurrijke grammatica van het Nederlands Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands auteur Josée Coenen tekstbijdragen Valentine Kalwij projectleiding en redactie Bazalt, Anita de Jong fotografie Roel Burgler vormgeving

Nadere informatie

Thema In het ziekenhuis. Cursus vier, week vier. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. september cursus vier, week vier

Thema In het ziekenhuis. Cursus vier, week vier. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. september cursus vier, week vier Thema In het ziekenhuis Cursus vier, week vier Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. september 2016 www.watenhoe-nt2.nl, cursus vier, week vier 1 Cursus vier, week vier Zie de Inleiding voor onze uitgangspunten

Nadere informatie

Cursus drie, week een. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. mei cursus drie, week een

Cursus drie, week een. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. mei cursus drie, week een Thema In de klas Cursus drie, week een Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. mei 2016 www.watenhoe-nt2.nl, cursus drie, week een 1 Cursus drie, week een Zie de Inleiding voor onze uitgangspunten en achtergronden

Nadere informatie

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties

Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties Ronde 3 Joost Hillewaere Eekhoutcentrum Contact: joost.hillewaere@kuleuven-kulak.be Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties 1. Inleiding Waarom leren kinderen taal op school? Taal heeft

Nadere informatie

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer

Nadere informatie

Thema TIJD Cursus drie, week vijf. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. juni cursus drie, week vijf

Thema TIJD Cursus drie, week vijf. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. juni cursus drie, week vijf Thema TIJD Cursus drie, week vijf Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. juni 2016 www.watenhoe-nt2.nl, cursus drie, week vijf 1 Cursus drie, week vijf Zie de Inleiding voor onze uitgangspunten en achtergronden

Nadere informatie

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Basisgrammatica Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Basisgrammatica Het computerprogramma Basisgrammatica

Nadere informatie

Eigen vaardigheid Taal

Eigen vaardigheid Taal Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht

Nadere informatie

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er

Nadere informatie

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk

Nadere informatie

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. 9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw

Nadere informatie

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5 Taal actief 4 taal verkennen groep 5-8 taal verkennen groep 5 In dit document een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen Taal verkennen groep 5. Deze kenn maakt onderdeel uit van de leerlijn

Nadere informatie

Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica

Basisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica Basisgrammatica In Muiswerk Basisgrammatica wordt aandacht besteed aan de drie belangrijkste woordsoorten die de traditionele grammatica onderscheidt. Verder komen de eerste beginselen van zinsontleding

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren

Nadere informatie

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Ontleden Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Bij het redekundig ontleden verdeel je de zin in zinsdelen en geef je elk zinsdeel een redekundige naam. Deze zinsdelen

Nadere informatie

Thema Dokters. Cursus drie, week vier. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. juni cursus drie, week vier

Thema Dokters. Cursus drie, week vier. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. juni cursus drie, week vier Thema Dokters Cursus drie, week vier Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. juni 2016 www.watenhoe-nt2.nl, cursus drie, week vier 1 Cursus drie, week vier Wat en hoe Dokters MN-n module 3 Lichaam Zie de inleiding

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Thema Naar de markt. Cursus drie, week drie. Prentenboek Nandi s verrassing. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. mei 2016

Thema Naar de markt. Cursus drie, week drie. Prentenboek Nandi s verrassing. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. mei 2016 Thema Naar de markt Cursus drie, week drie Prentenboek Nandi s verrassing Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. mei 2016 www.watenhoe-nt2.nl, cursus drie, week drie 1 Cursus drie, week drie Zie de Inleiding

Nadere informatie

Thema De dagen van de week Prentenboek Rupsje Nooitgenoeg. Cursus een, week vijf. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. september 2016 (derde versie)

Thema De dagen van de week Prentenboek Rupsje Nooitgenoeg. Cursus een, week vijf. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. september 2016 (derde versie) Thema De dagen van de week Prentenboek Rupsje Nooitgenoeg Cursus een, week vijf Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. september 2016 (derde versie) www.watenhoe-nt2.nl, cursus een, week vijf 1 Cursus een week

Nadere informatie

Thema Een dagje uit. Cursus drie, week acht. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. 2 juli cursus drie, week acht

Thema Een dagje uit. Cursus drie, week acht. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. 2 juli cursus drie, week acht Thema Een dagje uit Cursus drie, week acht Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. 2 juli 2016 www.watenhoe-nt2.nl, cursus drie, week acht Cursus drie, week acht Zie de Inleiding voor onze uitgangspunten en achtergronden

Nadere informatie

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal in Beeld. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal in Beeld. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal in Beeld Bij verschillende onderdelen van de taalmethode Taal in Beeld, kunt u De bovenkamer

Nadere informatie

Thema Op het vliegveld. Cursus vier, week acht deel b. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. oktober cursus vier, week acht

Thema Op het vliegveld. Cursus vier, week acht deel b. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. oktober cursus vier, week acht Thema Op het vliegveld Cursus vier, week acht deel b Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. oktober 2016 www.watenhoe-nt2.nl, cursus vier, week acht 1 Pragmatiek Dialoog dag een HZS oef. 28 (stukje blz. 28-29)

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Fictie Klas: MH-1 Lesperiode:1 Taalportfolio In je taalportfolio komen 5 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden de eerste 3 opdrachten beoordeeld

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8. Naam: Mijn doelenboekje Grammatica Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8 www.gynzy.com Inhoud & Legenda In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden: Taalkundige ontleding...3 Redekundige

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp

Nadere informatie

Thema Op het vliegveld. Cursus vier, week acht deel a. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. oktober cursus vier, week acht

Thema Op het vliegveld. Cursus vier, week acht deel a. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. oktober cursus vier, week acht Thema Op het vliegveld Cursus vier, week acht deel a Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. oktober 2016 1 Cursus vier, week acht Zie de Inleiding voor onze uitgangspunten en achtergronden Wat en hoe Op het

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: leesvaardigheid Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1 + 2 Theorie blz. 7-8, 50 aantekeningen oefeningen uit het leerboek stappenplan lezen De leerling kent de termen onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte,

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde

Nadere informatie

Thema Wie niet sterk is. Prentenboek Zwemmie. Cursus twee, week vijf. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. 12 maart 2016

Thema Wie niet sterk is. Prentenboek Zwemmie. Cursus twee, week vijf. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. 12 maart 2016 Thema Wie niet sterk is Prentenboek Zwemmie Cursus twee, week vijf Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. 12 maart 2016 www.watenhoe-nt2.nl, cursus twee, week vijf 1 Cursus twee, week vijf Zie de Inleiding voor

Nadere informatie

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.

Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Grammatica op maat Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Grammatica op maat Dit programma is

Nadere informatie

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden Formuleren voor gevorderden Het programma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden op het

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2018-2019 Klas: HV1 Lesperiode: 1 + 2 Diploma grammatica Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: Grammatica HF 1 t/m 6 Bladzijde: 25 t/m 30, 67 t/m 72, 109 t/m 114, 151 t/m 156, 193 t/m 198, 235

Nadere informatie

Online cursus spelling en grammatica

Online cursus spelling en grammatica Handleiding Online cursus spelling en grammatica Het hoofdmenu In het hoofdmenu kun je links op een niveau klikken. Daarnaast zie je een overzicht van de modules die bij dit niveau horen. Modules Rechts

Nadere informatie

(werkwoordelijk gezegde)

(werkwoordelijk gezegde) Grammatica 1F Grammatica 1F bestrijkt de basisregels van de Nederlandse grammatica die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs meestal nog wordt geoefend. Doelgroepen

Nadere informatie

Woorden in prenten. 5 Voorwoord 6 Inleiding

Woorden in prenten. 5 Voorwoord 6 Inleiding Inhoud Woorden in prenten 5 Voorwoord 6 Inleiding Prentenboeken 2 38 Wil je mijn vriendje zijn? 66 Plons! 94 Nandi s verrassing 22 Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft Bijlagen

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Schooljaar 2015 2016 Nederlands havo vwo 1 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling H 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010 1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan

Nadere informatie

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

Thema Naar school. Cursus een, week een. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. 13 maart 2016 (tweede versie) cursus een, week een

Thema Naar school. Cursus een, week een. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. 13 maart 2016 (tweede versie)   cursus een, week een Thema Naar school Cursus een, week een Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. 13 maart 2016 (tweede versie) 1 Cursus een week een Zie de Inleiding voor onze uitgangspunten en achtergronden en een overzicht Wat

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Grammatica zinsdelen 1F Grammaticale kennis: onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, persoonsvorm. 1E Grammaticale kennis: meewerkend voorwerp. 2E Grammaticale kennis: bijwoordelijke

Nadere informatie

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden Formuleren voor gevorderden Het Muiswerkprogramma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden

Nadere informatie

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen. DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen. STRUCTUUR De lesstof is ingedeeld in rubrieken (onderwerpen)

Nadere informatie

Thema Slecht weer. Cursus drie, week zes. Prentenboek Koen wil een wolk. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. juni 2016

Thema Slecht weer. Cursus drie, week zes. Prentenboek Koen wil een wolk. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. juni 2016 Thema Slecht weer Cursus drie, week zes Prentenboek Koen wil een wolk Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. juni 2016 www.watenhoe-nt2.nl, cursus drie, week zes 1 Cursus drie, week zes Zie de Inleiding voor

Nadere informatie

Thema Thuis. Prentenboek Welterusten Kleine beer. Cursus een, week drie. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. 9 april 2016 (tweede versie)

Thema Thuis. Prentenboek Welterusten Kleine beer. Cursus een, week drie. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. 9 april 2016 (tweede versie) Thema Thuis Prentenboek Welterusten Kleine beer Cursus een, week drie Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. 9 april 2016 (tweede versie) 1 Cursus een week drie Zie de Inleiding voor onze uitgangspunten en achtergronden

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Het programma van deze PIT wordt gedurende het schooljaar aangepast aan het tempo en het niveau van de klas. Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Klas: IG1 - EBR Lesperiode: 1 en 2 Taalportfolio opdracht

Nadere informatie

Formuleren voor gevorderden

Formuleren voor gevorderden Formuleren voor gevorderden Het Muiswerkprogramma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden

Nadere informatie

Nederlands leren aan anderstalige kinderen

Nederlands leren aan anderstalige kinderen Voelen zij zich veilig genoeg om aan leren toe te komen? Hoe kunnen zij het beste Nederlands leren? Wat weten en kunnen zij al? Hoe komt u daarachter? Nederlands leren aan anderstalige kinderen Goede opvang

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden

Nadere informatie

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten Grammatica 2F Grammatica 2F bestrijkt de basisregels van de Nederlandse grammatica die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs meestal nog wordt geoefend. Doelgroepen

Nadere informatie

Thema Wil je mijn vriendje zijn? Prentenboek Wil je mijn vriendje zijn? Cursus twee, week negen. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d.

Thema Wil je mijn vriendje zijn? Prentenboek Wil je mijn vriendje zijn? Cursus twee, week negen. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. Thema Wil je mijn vriendje zijn? Prentenboek Wil je mijn vriendje zijn? Cursus twee, week negen Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. 9 april 2016 www.watenhoe-nt2.nl, cursus twee, week negen 1 Cursus twee,

Nadere informatie

Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen

Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen Toelichting bij de kaartjes die in het opzoekboekje spelling en werkwoordspelling zijn opgenomen Van elk kaartje wordt in deze toelichting kort beschreven wat erop staat. Een spellingregel wordt extra

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik

Nadere informatie

LESSTOF. Grammatica op maat

LESSTOF. Grammatica op maat LESSTOF Grammatica op maat INHOUD INLEIDING... 3 STRUCTUUR... 4 INHOUD... 6 DIDACTIEK... 13 TOT SLOT... 13 Lesstof Grammatica op maat 2 INLEIDING Muiswerkprogramma s zijn computerprogramma s voor het onderwijs.

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio /HV Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Taal

Visuele Leerlijn Taal Visuele Leerlijn Taal www.gynzy.com Versie: 05-09-2019 Taalbegrip Abstracties Probleem & oplossing Zender & ontvanger Functies van taal Discussie Standpunt & argument Feit & mening Illustratie (als voorbeeld)

Nadere informatie

Antwoorden Nederlands Ontleding

Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig

Nadere informatie

Een voorbeeldopgave: Ik geef de hond te eten. Wat is de? Een werkwoord, een lidwoord, een zelfstandig

Een voorbeeldopgave: Ik geef de hond te eten. Wat is de? Een werkwoord, een lidwoord, een zelfstandig Bij alle spellen in Taalzee moeten de opgaven binnen een bepaalde tijd opgelost worden. Bij de meeste spellen is dat 20 seconden. Alle spellen bevatten opgaven die variëren van heel makkelijk tot heel

Nadere informatie

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016 Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016 Inleiding Waarom klopt het niet als je werdt schrijft? Is het kookte of kookde? Als je onvoldoende Nederlands spreekt als tweede

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden

Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden Samenvatting door Bernard 1165 woorden 29 januari 2015 6,8 14 keer beoordeeld Vak Nederlands Redekundig ontleden Allereerst, wat is redekundig ontleden? Redekundig

Nadere informatie

Thema Op reis. Cursus twee, week zeven. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. 27 maart cursus twee, week zeven

Thema Op reis. Cursus twee, week zeven. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. 27 maart cursus twee, week zeven Thema Op reis Cursus twee, week zeven Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. 27 maart 2016 www.watenhoe-nt2.nl, cursus twee, week zeven 1 Cursus twee, week zeven Zie de Inleiding voor onze uitgangspunten en

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18 Inhoud Deel 1 Spelling 18 Inleiding 15 1 Grondbeginselen van de Nederlandse spelling 21 1.1 Verschil tussen klank en letter 22 1.2 Hoofdregels 22 1.3 Interactie tussen de regels 24 1.4 Belang van de regel

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Grammatica zinsdelen H1-H3 (RTTI) Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1-3 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online Cambiumned.nl De leerling kent de theorie m.b.t. de zinsdelen: - persoonsvorm

Nadere informatie

Extra opdrachten met het zinsbouwpakket. Bijlage bij het Basisboek syntaxis

Extra opdrachten met het zinsbouwpakket. Bijlage bij het Basisboek syntaxis Extra opdrachten met het zinsbouwpakket Bijlage bij het Basisboek syntaxis 1 Hoofdstuk 1: 1. De volgende opdrachten kun je alleen uitvoeren als je het zinsbouwpakket hebt. a. Zoek het puzzelstukje 'wolf'

Nadere informatie

Meer dan grammatica!

Meer dan grammatica! Gramm@foon Meer dan grammatica! 1e druk 2011 ISBN: 9789490807061 Copyright: KleurRijker B.V., info@kleurrijker.nl Auteurs: Karine Jekel, Vika Lukina, Nynke Oosterhuis Redactie: Karine Jekel, Nynke Oosterhuis,

Nadere informatie

Thema Mijn huis. Prentenboek Borre en de nachtzwarte kat. Cursus twee, week drie. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. oktober 2016 (tweede versie)

Thema Mijn huis. Prentenboek Borre en de nachtzwarte kat. Cursus twee, week drie. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. oktober 2016 (tweede versie) Thema Mijn huis Prentenboek Borre en de nachtzwarte kat Cursus twee, week drie Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. oktober 2016 (tweede versie) www.watenhoe-nt2.nl, cursus twee, week drie 1 . Wat en hoe Mijn

Nadere informatie

LESSTOF. Grammatica op maat

LESSTOF. Grammatica op maat LESSTOF Grammatica op maat 2 Lesstof Grammatica op maat INHOUD INLEIDING... 4 STRUCTUUR... 4 INHOUD... 8 DIDACTIEK... 19 TOT SLOT... 19 Lesstof Grammatica op maat 3 INLEIDING Muiswerkprogramma s zijn computerprogramma

Nadere informatie

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven. 1.8 Nederlands formuleren Als je zuiver Nederlands schrijft, moet je net als een verzorgde spelling een verzorgde zinsbouw gebruiken. Veel voorkomende fouten moet je daarbij vermijden. Deze fouten vind

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs

Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs kennisnet.nl Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs Op de volgende pagina s treft u het beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs. Het instrument is ingedeeld in acht

Nadere informatie

Thema Ruzie Cursus drie, week negen. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. 9 juli cursus drie, week negen

Thema Ruzie Cursus drie, week negen. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. 9 juli cursus drie, week negen Thema Ruzie Cursus drie, week negen Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. 9 juli 2016 www.watenhoe-nt2.nl, cursus drie, week negen Cursus drie, week negen Zie de Inleiding voor onze uitgangspunten en achtergronden

Nadere informatie

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww.,

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww., Zinsontleding: onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, handelend voorwerp, voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepalingen in zinnen.

Nadere informatie

Thema Naar huis. Cursus een, week twee. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. 19 maart 2016 (tweede versie) cursus een, week twee

Thema Naar huis. Cursus een, week twee. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. 19 maart 2016 (tweede versie)   cursus een, week twee Thema Naar huis Cursus een, week twee Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. 19 maart 2016 (tweede versie) 1 Cursus een week twee Zie de Inleiding voor onze uitgangspunten en achtergronden en een overzicht Wat

Nadere informatie

LESSTOF. Basisgrammatica

LESSTOF. Basisgrammatica LESSTOF Basisgrammatica 2 Lesstof Basisgrammatica INHOUD INLEIDING... 4 BASISGRAMMATICA EN MEIJERINK... 5 DOELGROEP... 5 STRUCTUUR... 6 OMVANG... 7 INHOUD... 9 Lesstof Basisgrammatica 3 INLEIDING Muiswerkprogramma

Nadere informatie

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Bezoek- en postadres: Bredewater 16 2715 CA Zoetermeer info@uitgeverijbos.nl www.uitgeverijbos.nl 085 2017 888 Aan de totstandkoming van

Nadere informatie

Vraagwoorden. kaartjes voor kleuters

Vraagwoorden. kaartjes voor kleuters Vraagwoorden kaartjes voor kleuters In deze download vind je kaartjes met daarop de vraagwoorden wie, wat, doet en waar. Elk vraagwoord heeft zijn eigen kleur. Met deze kaartjes oefenen de kinderen spelenderwijs

Nadere informatie

Formuleren. Doelgroep Formuleren. Omschrijving Formuleren

Formuleren. Doelgroep Formuleren. Omschrijving Formuleren Formuleren Muiswerk Formuleren is een programma dat aandacht besteedt aan de belangrijkste stof die in de eerste klassen van het voortgezet onderwijs veelal aan de orde komt. Doelgroep Formuleren Formuleren

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige

Nadere informatie

Studiewijzer TaalCompetent

Studiewijzer TaalCompetent TaalCompetent - Studiewijzer 1 Studiewijzer TaalCompetent leer-/werkboek basisvaardigheden taalbeheersing Nederlands 1 Werken met TaalCompetent 2 Overzicht uitwerkingen 3 Taaltoetsen voor de pabo 4 Kennistrainingen

Nadere informatie

LESSTOF. Ontleden en Benoemen

LESSTOF. Ontleden en Benoemen LESSTOF Ontleden en Benoemen 2 Lesstof Ontleden en Benoemen INHOUD INLEIDING... 4 DOELGROEP... 5 STRUCTUUR... 6 INHOUD ONTLEDEN EN BENOEMEN 1... 10 INHOUD ONTLEDEN EN BENOEMEN 2... 17 Lesstof Ontleden

Nadere informatie

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Rapportperiode 1 Vak: Nederlands Onderdeel: LEZEN Docent: RKW 1 Aantal lessen per week: 4 Methode: Lees Mee Hoofdstuk: Blok 1 t/m 6 Blz. Weging: 1x 3x woordmixtoets 3x leestoets In totaal 6 cijfers Studievaardigheden:

Nadere informatie

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben.

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. INHOUD Inleiding 8 DEEL 1 13 Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. Les 2 - Wie is het? 19 A1 - Ik kan de persoonsnamen gebruiken.

Nadere informatie

Lesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten

Lesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten groep 6 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Lesduur 25 minuten Aanwijzingen bij de les Algemene

Nadere informatie

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk

Nadere informatie

Uitgebreide basisgrammatica NT2 Jenny van der Toorn-Schutte Boom, Amsterdam

Uitgebreide basisgrammatica NT2 Jenny van der Toorn-Schutte Boom, Amsterdam Klare taal! Uitgebreide basisgrammatica NT2 Klare taal! Jenny van der Toorn-Schutte Boom, Amsterdam Tweede herziene druk, vijfde oplage, 2010 2006, Jenny van der Toorn-Schutte, Houten Behoudens de in

Nadere informatie

Zinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding.

Zinnen. Zinsontleding VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote taalboek - oefenboek - Paragraaf 18 Zinsontleding. VOORBEELDPAGINA S Zinnen Zinsontleding Soorten zinnen Er zijn verschillende soorten zinnen. De meest gebruikte zijn: s MEDEDELENDE ZINNEN IN DE AANTONENDE WIJS )K GA VANDAAG NAAR HET STRAND s VRAGENDE

Nadere informatie

LESSTOF. Basisgrammatica

LESSTOF. Basisgrammatica LESSTOF Basisgrammatica INHOUD INLEIDING... 3 BASISGRAMMATICA EN MEIJERINK... 4 DOELGROEP... 4 STRUCTUUR... 5 OMVANG... 5 INHOUD... 7 Lesstof Basisgrammatica 2 INLEIDING Muiswerkprogramma s zijn computerprogramma

Nadere informatie

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I Grammatica I Rubriek Oefening Type Opgaven Uitleg Alle onderwerpen Totaaltoets Grammatica I (*) 42 1 Klanken/letters Deeltoets 1 (*) Naamwoorden Deeltoets 2

Nadere informatie

OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER / ZUTPHEN STUDIEWIJZER

OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER / ZUTPHEN STUDIEWIJZER OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER / ZUTPHEN STUDIEWIJZER BOL/BBL NEDERLANDS 2F module 1 Taalbegrip en taalverzorging basisfase Cohort 2018 2021 kwartiel 1 en 2 DOELSTELLINGEN:

Nadere informatie

Thema Feest Cursus drie, week tien. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. 27 augustus cursus drie, week tien

Thema Feest Cursus drie, week tien. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. 27 augustus cursus drie, week tien Thema Feest Cursus drie, week tien Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. 27 augustus 2016 www.watenhoe-nt2.nl, cursus drie, week tien Cursus drie, week tien Zie de Inleiding voor onze uitgangspunten en achtergronden

Nadere informatie

Praktische taalbeschouwing op de basisschool en in de eerste graad secundair onderwijs anno 2010

Praktische taalbeschouwing op de basisschool en in de eerste graad secundair onderwijs anno 2010 VIERENTWINTIGSTE CONFERENTIE HET SCHOOLVAK NEDERLANDS Ronde 6 Bart Masquillier VVKBaO Contact: bart.masquillier@vsko.be Praktische taalbeschouwing op de basisschool en in de eerste graad secundair onderwijs

Nadere informatie

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament Beknopte grammatica voor de cursus Grieks van het Nieuwe Testament versie 1.0 Menno Haaijman scripture4all.org Tijdens de try-out voor de cursus bleek dat veel, zo niet alle, toehoorders de Nederlandse

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands formuleren

Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting door een scholier 1199 woorden 3 maart 2016 7,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Samenvatting formuleren Par 1 dubbelop

Nadere informatie

Thema Werken. Cursus vier, week zeven. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. oktober cursus vier, week zeven

Thema Werken. Cursus vier, week zeven. Josée Coenen en Ans Drubbel. d.d. oktober cursus vier, week zeven Thema Werken Cursus vier, week zeven Josée Coenen en Ans Drubbel d.d. oktober 2016 www.watenhoe-nt2.nl, cursus vier, week zeven 1 Cursus vier, week zeven Zie de Inleiding voor onze uitgangspunten en achtergronden

Nadere informatie

Engels & Dyslexie Hoe gaat dat samen?

Engels & Dyslexie Hoe gaat dat samen? Engels & Dyslexie Hoe gaat dat samen? 2 Engels voor Dyslecten Inhoudsopgave Introductie p.3 Overzicht van alle tijden p.8 Present tense - Present Simple p.11 - Present Continuous p.12 - Present Perfect

Nadere informatie