RETIE RUP Retentiebekken Bempdekens

Transcriptie

1 RETIE RUP Retentiebekken Bempdekens toelichting en stedenbouwkundige voorschriften ontwerp voorlopige vaststelling 1 september 2015

2 COLOFON opdrachtgever: gemeentebestuur Retie project: RUP Retentiebekken Bempdekens fase: Ontwerp voorlopige vaststelling datum: 1 september 2015 opdrachthouder: Dienstverlenende Vereniging Intergemeentelijke Samenwerking IOK Antwerpseweg 1, 2440 Geel projectcoördinator: Greet De Ruysscher projectverantwoordelijke: Luk Helsen projectteam: IOK plangroep Ing. Luk Helsen Projectverantwoordelijke Erkend Ruimtelijk planner Ir. Greet De Ruysscher Projectcoördinator Erkend ruimtelijk planner ruimtelijke planning: planmer-screening technisch ontwerp retentiebekken: CAD-GIS: secretariaat: Rhea Denissen, Greet De Ruysscher, Luk Helsen, Dirk Heylen, Liselotte Raes, David Rombaut, Marijke Sannen, Stijn Sneyers, Danny Vaes, Johan Van Opstal, An Vandeplas Liselotte Raes Raf Olbrechts Anja Dello, Dirk Poelmans, Tanja Van Dooren Annick Sprengers

3 RUP RETENTIEBEKKEN BEMPDEKENS Toepassing van hoofdstuk II van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Gezien en voorlopig vastgesteld door de Gemeenteraad van de gemeente Retie in zijn zitting van 1 september de secretaris, de voorzitter, Alois Noyens Natalie Adriaensen Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling IOK plangroep

4

5 Inhoud INHOUD DEEL 1 BESCHRIJVING VAN HET RUP Inleiding Doelstelling Locatie-alternatieven en locatiekeuze Ruimtelijke situering Afbakening van het plangebied Planologisch - juridisch kader Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen Afbakening natuurlijke en agrarische structuur Ruimtelijk structuurplan Provincie Antwerpen Gemeentelijk Ruimtelijk structuurplan Retie Bestemmingen Sectoraal juridisch kader Bestaande ruimtelijke structuur Beschrijving van de ruime omgeving van het RUP Beschrijving plangebied en omgeving Beschrijving plangebied Programma behoefteanalyse Behoefte retentiebekken Dimensionering retentiebekken Visie en ontwerp Ruimtelijke visie Krachtlijnen grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften Toetsing effecten van het RUP Verenigbaarheid GRS PlanMER-screening Watertoets en waterparagraaf Ligging in HAG Juridische impact van het RUP Ruimtebalans Register van percelen waarop een bestemmingswijziging gebeurt die aanleiding kan geven tot planschade, planbaten of compensatie Op te heffen voorschriften DEEL 2 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Stedenbouwkundige voorschriften DEEL 3 BIJLAGEN Foto Beslissing dienst MER Grafische weergave register van percelen waarop een bestemmingswijziging gebeurt die aanleiding kan geven tot planschade, planbaten of compensatie Figuren Figuur 1: Nieuwe ontwikkelingen en bestaande problematieken... 3 Figuur 2: Bestaand gemeentelijk bekken voor gemengd afvalwater... 5 Figuur 3: situering plangebied op stratenplan... 6 Figuur 4: afbakening van het plangebied... 6 Figuur 5: afbakening van het plangebied - detail... 7 Figuur 6: Ligging t.o.v. Herbevestigd Agrarisch gebied (HAG)... 8 Figuur 7: Visieschets gewenste ruimtelijke structuur deelgebied 2 Bovenlopen Kleine Nete... 8 Figuur 8: Gewenste structuur hoofddorp Retie cf. GRS Retie... 9 Figuur 9: Ligging op het gewestplan Figuur 10: BPA De Bempdekens (MB d.d. 17/11/2004) Figuur 11: Erfgoed Figuur 12: Zoneringsplan Figuur 13: Atlas der Buurtwegen Figuur 14: ligging plangebied tov beschermd landschap houten windmolen en omgeving Figuur 15: Bodemkaart Figuur 16: Digitaal hoogtemodel Figuur 17: Infiltratiegevoeligheid Figuur 18: Biologische waarderingskaart Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling IOK plangroep

6 Figuur 19: Landbouwgebruikspercelen (AVL 2013) Figuur 20: overzicht peilbuismetingen Figuur 21: Referentievoorbeeld aanleg buffer- en retentiebekken Figuur 22: Overzichtsplan: uitbreiding bedrijventerrein, ringweg en over gedimensioneerd retentiebekken Figuur 23: Over gedimensioneerd retentiebekken Figuur 24: Retentiebekken eerste fase in functie van ringweg (gaat na het zomerverlof in uitvoering) Figuur 25: Grafisch plan Figuur 26: Watertoets en waterparagraaf Figuur 27: Ligging van plangebied in HAG Figuur 28: Ligging WUG De Putten en WUG Groenedijk Tabellen Tabel 1: ruimtebalans RUP Retentiebekken Bempdekens IOK plangroep Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling

7 DEEL 1 Beschrijving van het RUP Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling IOK plangroep 1

8

9 DEEL 1 BESCHRIJVING VAN HET RUP 1 Inleiding 1 Inleiding 1.1 Doelstelling Figuur 1: Nieuwe ontwikkelingen en bestaande problematieken : nieuwe ontwikkelingen : bestaande afwateringsproblematieken Retentiebekken in functie van nieuwe ontwikkelingen en bestaande situaties Voorliggend RUP heeft als doel een bestemmingswijziging door te voeren van agrarisch gebied naar openbaar nut in functie van een te voorzien retentiebekken. Dit retentiebekken is bedoeld om enerzijds hemelwater afkomstig van nieuwe ontwikkelingen op te vangen, en anderzijds om bestaande wateroverlast -problematieken in de (ruime) omgeving op te lossen: Opvangen van hemelwater afkomstig van de verlenging van de ringweg rond Retie (doortrekken Veldenstraat tot aan Europalaan), in uitvoering van BPA De Bempdekens (MB 17/11/2004) Opvangen van hemelwater afkomstig van de uitbreiding van lokaal bedrijventerrein De Bempdekens, in uitvoering van BPA De Bempdekens (MB 17/11/2004) Ontlasten van het gemengd rioolstelsel van de Turnhoutsebaan, welk regelmatig onder druk komt te staan. O.a. het hemelwater afkomstig van bestaand lokaal bedrijventerrein De Bempdekens watert, via Kelderbeemd en de Veldenstraat, af naar het stelsel van de Turnhoutsebaan Ontlasten van het Klein Neetje, dat met een overstromingsproblematiek kampt (effectief overstromingsgebied cf. watertoets). Hemelwater afkomstig van de Slijkstraat, welke via inbuizingen op privédomein rechtstreeks afwatert naar het Klein Neetje, kan afgeleid worden naar het retentiebekken toe. bestaand bedrijventerrein Velden straat Slijkstraat plangebied RUP verlenging ringweg uitbreiding bedrijventerrein Kelderbeemd In eerste instantie vormden de nieuwe ontwikkelingen (ringweg, uitbreiding bedrijventerrein) de aanleiding om een retentiebekken te voorzien. Om ook de bestaande problemen op te lossen bleek echter dat een ruimere dimensionering wenselijk was. M.b.t. de inplanting werden een aantal locatie-alternatieven onderzocht (zie 1.2 op blz.4). De voorkeurslocatie ligt ten noorden van de ring, op de gravitair meest interessante plek, rekening houdend met de grondwaterstand, de infiltratiemogelijkheden, de ligging t.o.v. van de rioleringsbuizen in functie van de ringweg en de gestelde problematieken. Gemiddeld zal 45 % (zomer: 22%; winter: 68%) van het retentiebekken instaan voor de afwatering van de nieuwe bedrijvenzone. Het overige deel (gemiddeld 55 %) is voorzien in functie van de verlengde ringweg en het oplossen van vermelde bestaande problematieken (zie berekeningen verder in 5.2 op pg. 18). Turnhoutsebaan Klein Neetje Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling IOK plangroep 3

10 Vooroverleg Bedoeling was om initieel het retentiebekken in zijn geheel aan te leggen (dus tegelijk voor het nieuwe bedrijventerrein en de verlenging van de ringweg). Dit werd voorafgaandelijk afgetoetst bij een aantal adviesinstanties. Naast meerdere overlegmomenten met onder meer AWV, Aquafin, De Provincie Dienst Waterbeleid en de gemeente, werd op 10 juli 2013 overlegd met Ruimte Vlaanderen betreffende de vergunbaarheid en meer bepaald de over gedimensioneerde buffervijver. Dit overleg was positief, maar na het overmaken van het dossier aan Ruimte Vlaanderen werden bezwaren kenbaar gemaakt aangaande het aansnijden van de landbouwpercelen voor de waterbuffering, in die zin dat niet het gehele retentiebekken in functie van het algemeen belang kon beschouwd worden (met name het deel voor het nieuwe bedrijventerrein). In functie van deze bemerking werd op 25/11/2013 overlegd met Ruimte Vlaanderen en Departement Duurzame Landbouw en Visserij. Op dit overleg werd het volgende geconcludeerd: In de toelichtingsnota bij het RUP dient het retentiebekken ruimer gesitueerd te worden binnen het omgevende agrarische gebied. Het grafisch plan wordt beperkt tot de twee percelen van het retentiebekken. Departement Landbouw wijst op het feit dat de twee percelen deel uitmaken van Herbevestigd Agrarisch Gebied en vraagt aan de gemeente Retie om een compensatieonderzoek op te starten. Gezien het aandeel algemeen belang van de buffervijver kan de vergadering in dit specifieke geval akkoord gaan met de categorie van gebiedsbestemming openbaar nut. De stedenbouwkundige vergunningsaanvraag voor de wegenis (met beperkte buffer) wordt apart ingediend; zie Figuur 24 op blz. 22. (opm.: deze werd ondertussen vergund d.d. 20/6/2014). Tegelijk wordt voorliggende RUP-procedure opgestart. Bedrijven die wensen te bouwen vóór goedkeuring van dit RUP moeten dus op eigen terrein bufferen. Na in werking treden van het RUP kan het collectieve retentiebekken (in functie van het bedrijventerrein) aangelegd worden. 1.2 Locatie-alternatieven en locatiekeuze De voorkeurslocatie ligt ten noorden van de ring, op de gravitair meest interessante plek, rekening houdend met de grondwaterstand, de infiltratiemogelijkheden, de ligging t.o.v. van de rioleringsbuizen in functie van de ringweg, de gestelde wateroverlast -problematieken (zie 1.1 op blz.3) en de afweging t.o.v. alternatieve locaties of oplossingen Locatie-alternatieven/alternatieve oplossingen In functie van de inplanting van het bufferbekken (voor het nieuw bedrijventerrein) werden alternatieve scenario s afgewogen, maar deze bleken geen betere optie te zijn dan een gemeenschappelijke buffering op de gekozen locatie voor het nieuwe bedrijventerrein, de verlenging van de ringweg, en in functie van het oplossen van waterproblematieken in de ruimere omgeving. alternatief 1: de bedrijven voorzien een individuele buffer op eigen terrein alternatief 2: voorzien van een gemeenschappelijke buffer op het aan te leggen bedrijventerrein alternatief 3: gebruik/uitbreiding van een bestaand gemeentelijk bekken voor gemengd afvalwater in de oostelijke tip van het aan te leggen bedrijventerrein Alternatief 1: de bedrijven voorzien een individuele buffer op eigen terrein De bedrijven moeten zelf (of grotendeels) voor de waterbuffering instaan (dus geen of een beperkte gemeenschappelijke waterbuffering). De gemeente noch de ontwikkelaar zijn hier voorstander van omwille van volgende redenen: De ontwikkelaar geeft voorkeur aan collectieve voorzieningen voor opvang, infiltreren en bufferen van hemelwater, omdat jarenlange ervaring leert dat een gezamenlijk systeem op het openbaar domein eenvoudiger te controleren en te onderhouden is dan een verdeling over verschillende percelen. Een over dimensionering is niet evident wanneer uitgegaan wordt van individuele buffers. Een gemeenschappelijk bufferbekken kan wel over gedimensioneerd worden. Deze over dimensionering is noodzakelijk om volgende redenen: De over dimensionering zorgt ervoor dat, zelfs bij de hoogste waterstand, de buffervijver voldoende bufferend vermogen heeft. Door de reservecapaciteit en de grote oppervlakte krijgt het water alle kans om te infiltreren in de ondergrond. Er hoeft m.a.w. geen water afgewenteld te worden op omliggende grachten en waterlopen, wat gezien de overstromingsgevoeligheid van het Klein Neetje meer zuidelijke aangewezen is. Het ontworpen rioleringssysteem langs de nieuwe ringweg kan enkel optimaal functioneren indien bij het opslaan van de pompen voor vulling van het retentiebekken het aangesloten rioolstelsel in één maal volledig leeg gepompt kan worden, zodat bezinking en aanslibbing van het stelsel (en als gevolg daarvan het eventueel uitvallen van de pompen) vermeden kan worden. De beste garantie voor het volledig kunnen leegpompen van het stelsel zonder onderbreking is het over dimensioneren van de buffer. 4 IOK plangroep Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling

11 DEEL 1 BESCHRIJVING VAN HET RUP 1 Inleiding Alternatief 2: voorzien van een gemeenschappelijke buffer op het aan te leggen bedrijventerrein Om het systeem voor de hemelwaterafvoer optimaal te laten functioneren is, zoals hierboven aangetoond, een over gedimensioneerd bekken noodzakelijk. De inplanting van dergelijk bekken op het nieuw bedrijventerrein zou 24% van de ontwikkelbare oppervlakte innemen (0,72 ha bekken op een ontwikkelbare oppervlakte van 2,97 ha), of maar liefst ¼ van de oppervlakte van het bedrijventerrein. Hier tegenover staat het feit dat alle gronden van het bedrijventerrein al toegewezen konden worden voordat met de effectieve ontwikkeling begonnen is, wat wijst op een effectieve ruimtelijk-economische behoefte m.b.t de lokale bedrijvigheid (het aanbod aan bedrijfspercelen kan op dit ogenblik al niet aan de vraag voldoen, en de buffer zou net netto aanbod bedrijfspercelen wegnemen). Bijkomend wordt vermeld dat BPA De Bempdekens (MB d.d. 17/11/2004) tussen 1999 en 2004 werd opgemaakt, volgens een procedure en principes die momenteel achterhaald zijn (RUP of planmer-screening bestond niet). In die zin werd toen geen kwantitatief of kwalitatief onderzoek verricht m.b.t. de hemelwaterafvoer. Het BPA meldt louter de toen geldende, maar momenteel achterhaalde principes en normen m.b.t. de afwatering van afval- en hemelwater. Alternatief 3: gebruik/uitbreiding van een bestaand gemeentelijk bekken voor gemengd afvalwater in de oostelijke tip van het aan te leggen bedrijventerrein Figuur 2: Bestaand gemeentelijk bekken voor gemengd afvalwater bestaand bufferbekken (afvalwater) Het bestaand gemeentelijk bekken voor gemengd afvalwater (zie Figuur 2 op blz.5) heeft momenteel restcapaciteit. Deze restcapaciteit zal in de toekomst echter benut worden i.f.v. nieuwe ontwikkelingen in het oostelijk deel van de kern van Retie. Een ruime uitbreiding (i.f.v. de over dimensionering) van de buffer zou bovendien netto aanbod bedrijfspercelen wegnemen (cf. alternatief 2). Daarnaast zijn sowieso extra ingrepen nodig om het bekken voor gemengd afvalwater (deels) om te vormen tot een buffer- en retentiebekken voor hemelwater Locatiekeuze De keuze voor de inplanting is het resultaat van een aantal afwegingen: De gemeente en de ontwikkelaar opteren voor een gemeenschappelijk retentiebekken voor de bedrijven én in functie van het oplossen van bestaande waterproblematieken in de omgeving. Vermits gemiddeld 45% 1 (22% zomer; 68% winter) van het bekken in staat voor het bedrijventerrein en gemiddeld 55% voor de overige waterproblematieken ( op het openbaar domein ), werd in eerst instantie afgetoetst of het bekken in functie van openbaar nut op de betreffende percelen vergund kon worden. Naast meerdere overlegmomenten met onder meer AWV, Aquafin, De Provincie Dienst Waterbeleid en de gemeente, werd op 10 juli 2013 overlegd met Ruimte Vlaanderen betreffende de vergunbaarheid van de over gedimensioneerde buffervijver. Dit overleg was positief, maar na het overmaken van het dossier aan Ruimte Vlaanderen werden bezwaren kenbaar gemaakt aangaande het aansnijden van de landbouwpercelen, in die zin dat niet het gehele retentiebekken i.f.v. algemeen belang kon beschouwd worden (met name het deel voor het nieuwe bedrijventerrein). I.f.v. deze bemerking werd op 25/11/2013 overlegd met Ruimte Vlaanderen en Departement Duurzame Landbouw en Visserij. Op basis van dat overleg is de RUP-procedure gestart (zie ook bij vooroverleg onder 1.1 op blz.3). De locatie werd beschouwd als de beste van de onderzochte alternatieven (zie op blz.4). De locatie scoort zeer gunstig op de gevoerde infiltratieproeven (zie ook op blz.14). Het plangebied ligt op percelen die reeds eigendom zijn van de ontwikkelaar van het aanliggende bedrijventerrein. Het beleidskader werd getoetst: Het plangebied ligt weliswaar in HAG, maar er zijn geen concrete acties vermeld voor het betreffende gebied (zie ook 7.4 op blz.29) Het GRS stelt dat landbouw de hoofdfunctie, en dat andere functies en activiteiten ondergeschikt zijn men maar mogelijk zijn in de mate dat ze de leefbare landbouw niet hypothekeren. Uit de afweging in het verzoek tot raadpleging blijkt vervolgens dat het aansnijden van dit deel landbouwgebied de agrarische structuur niet significant aantast (zie ook 25 op blz.25). 1 zie berekeningen verder in DEEL 15.2 op pg. 18 Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling IOK plangroep 5

12 1.3 Ruimtelijke situering Het plangebied ligt ten noorden van het centrum van Retie, net ten noorden van de te voorziene verlenging van de ringweg en de te voorziene uitbreiding van het lokaal bedrijventerrein De Bempdekens. Figuur 3: situering plangebied op stratenplan 1.4 Afbakening van het plangebied Het RUP ligt ter plaatse van de percelen 272A en 274A. Ten zuiden wordt het plangebied begrensd door de te voorzien ringweg (en de uitbreiding van het bedrijventerrein de Bempdekens), ten noorden door het woonlint langs de Slijkstraat. Ten westen grenst het plangebied aan een bebost perceel en aan een pad (in functie van langzaam verkeer en lokaal landbouwverkeer) dat in het verlengde van de Veldenstraat ligt. Ten westen grenst het plangebied aan enkel landbouwpercelen. Figuur 4: afbakening van het plangebied plangebied RUP verlenging ringweg uitbreiding bedrijventerrein Slijkstraat plangebied contour ringweg en uitbreiding bedrijventerrein (cf. BPA) Veldenstraat 6 IOK plangroep Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling

13 DEEL 1 BESCHRIJVING VAN HET RUP 1 Inleiding Figuur 5: afbakening van het plangebied - detail plangebied Slijkstraat wegverbinding (langzaam verkeer, plaatselijk landbouwverkeer) in verlengde van Veldenstraat 272A 274A contour ringweg en nieuw bedrijventerrein Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling IOK plangroep 7

14 2 Planologisch - juridisch kader 2.1 Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werd definitief goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 23 september De bindende bepalingen werden op 17 december 1997 bekrachtigd. Het structuurplan werd een eerste maal herzien in 2003 (VR ). De bindende bepalingen daarbij werden bekrachtigd door het Vlaams Parlement bij decreet van Een tweede herziening is gebeurd in 2010 (VR ). De bindende bepalingen daarbij werden bekrachtigd door het Vlaams Parlement bij decreet van Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen heeft voor de overheden een bindend karakter, met weliswaar de mogelijkheid tot gemotiveerd afwijken van het richtinggevend gedeelte. Het RSV vormt de inhoudelijke basis voor de verordenende uitvoeringsinstrumenten en plannen die op termijn de gewestplannen en de gemeentelijke aanlegplannen kunnen vervangen. Intussen blijven deze van kracht. De gemeente Retie behoort tot het buitengebied van Vlaanderen. Bekeken op het niveau van Vlaanderen is het buitengebied dat gebied waarin de open (onbebouwde ruimte) overweegt. Bijkomende ruimte voor wonen, gemeenschapsvoorzieningen, diensten, kleinhandel en lokale economie kan enkel verantwoord worden vanuit de lokale groei en moet aansluiten bij bestaande kernen om de open ruimte te behouden en de leefbaarheid van de kernen te ondersteunen. Landbouw is de grootste ruimtegebruiker in Vlaanderen en de belangrijkste beheerder van de open ruimte. Daarom wordt in het RSV gesteld om een beleid te voeren dat streeft naar de aanduiding van gebieden die in de toekomst belangrijk blijven voor de landbouw. De aanduiding van deze gebieden werd intussen geconcretiseerd door de beleidsmatige herbevestiging van agrarische gebieden volgens gewestplan(hag s) die structuurbepalend zijn voor gewenste agrarische structuur in Vlaanderen. 2.2 Afbakening natuurlijke en agrarische structuur Figuur 6: Ligging t.o.v. Herbevestigd Agrarisch gebied (HAG) Het plangebied ligt in de buitengebiedregio Neteland, deelgebied 2 Bovenlopen Kleine Nete, in het HAG Landbouwgebied ten zuiden van Oud- Turnhout en rond Arendonk (BVR 21/12/2007). Figuur 7: Visieschets gewenste ruimtelijke structuur deelgebied 2 Bovenlopen Kleine Nete plangebied HAG De visieschets van de gewenste ruimtelijke structuur voorziet volgende acties voor deelgebied 2 Bovenlopen Kleine Nete: Bevestigen van de gewestplannen voor de aaneengesloten landbouwgebieden van de ruilverkavelingen Kasterlee I en III, ruilverkaveling Oud-Turnhout, ruilverkaveling Arendonk en gebied ten noorden van Arendonk, en het landbouwgebied Hoge Rielen Lage Rielen. 8 IOK plangroep Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling

15 DEEL 1 BESCHRIJVING VAN HET RUP 2 Planologisch - juridisch kader Opmaak Gewestelijk RUP voor verweving van landbouw en natuur in het gebied tussen de Tikkebroeken en Rode Loop en de vallei van de Wamp tussen Kasterlee en Oud-Turnhout (richtcijfer 190 ha) als actie van cat I. Opmaak Gewestelijk RUP voor differentiatie van het bestaand bos-, natuur- en recreatiegebied naar verweving voor Looieindse Bergen Westreties Heiken. Voor de zone waarin het plangebied ligt worden dus geen acties voorzien. 2.3 Ruimtelijk structuurplan Provincie Antwerpen De Provincie Antwerpen beschikt sinds 28 augustus 2001 over een goedgekeurd Ruimtelijk Structuurplan Provincie Antwerpen (R.S.P.A.). Het structuurplan werd een eerste maal herzien in 2011 (MB ). Retie behoort tot de hoofdruimte Netegebied en de deelruimte Gebied van de Kleine Nete. De hoofdruimte Netegebied is een waardevol en kwetsbaar gebied rond beide Netes. Deze hoofdruimte is sterk verbonden met de provincie Antwerpen en bepaalt voor een groot deel de eigenheid ervan. Hiervoor geldt een beleid van beheersing van de verschillende activiteiten in functie van de draagkracht van het gebied. 2.4 Gemeentelijk Ruimtelijk structuurplan Retie De zone tussen het bedrijventerrein, Slijkstraat en N118 wordt beschouwd als onderdeel van het kerngebied van de agrarische structuur. Dit zijn gebieden waar landbouw de hoofdfunctie is. Het richtinggevend gedeelte van het GRS vermeldt echter dat dit niet betekent dat er geen andere functies voorkomen. Weliswaar zijn deze andere functies in agrarisch gebied ondergeschikt aan de agrarische hoofdfunctie en gebonden aan voorwaarden. Een toename van andere functies mag niet leiden tot een devaluatie van de agrarische structuur door verstoring en verdringing van de professionele landbouw.. Het plangebied ligt tussen de ambachtelijke zone De Bempdekens en de uitlopers van de kern van Retie (lintbebouwing langs de Slijktraat). plangebied Figuur 8: Gewenste structuur hoofddorp Retie cf. GRS Retie Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling IOK plangroep 9

16 2.5 Bestemmingen Het plangebied ligt in agrarisch gebied volgens het gewestplan. Ten noorden grenst het plangebied aan woongebied met landelijk karakter (woonlint langs de Slijkstraat), ten oosten en ten westen aan agrarisch gebied. Figuur 9: Ligging op het gewestplan Figuur 10: BPA De Bempdekens (MB d.d. 17/11/2004) plangebied plangebied BPA De Bempdekens Ten zuiden grenst het plangebied aan het BPA De Bempdekens (MB d.d. 17/11/2004), waarin de verlenging van de ring en een KMO-bestemming in functie van de uitbreiding van bedrijventerrein De Bempdekens voorzien werden. 10 IOK plangroep Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling

17 DEEL 1 BESCHRIJVING VAN HET RUP 3 Sectoraal juridisch kader 3 Sectoraal juridisch kader Samenvattende tabel sectoraal kader Sectoraal kader Regelgeving Relevante elementen voor RUP Natuur en bos Gebieden van VEN/IVON Vogelrichtlijngebied Habitatrichtlijngebied Afbakening van deze gebieden met natuurfunctie cf. natuurdecreet Het betreft een decretale verankering (natuurdecreet) van de Europese Richtlijn 79/409/EEG Het betreft een decretale verankering (natuurdecreet) van de Europese Richtlijn 92/43/EEG Natuurreservaten Erkend natuurreservaat nvt Bosdecreet Landbouw Ruilverkaveling Afgebakend cf. de ruilverkavelingswetten. nvt Afbakening natuurlijke en agrarische structuur erf- Landschap/onroerend goed Beschermd monument, landschap, dorpsgezicht of stadsgezicht Erfgoedlandschappen Inventaris bouwkundig erfgoed Archeologisch erfgoed Fysisch systeem Waterloop Beschermingszone grondwaterwinning Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos, als basis voor het uitwerken van gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen decreet tot bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten Landschapsdecreet en decreet tot bescherming van monumenten, stads- en dorpsgezichten onderdeel van het Decreet inzake de landschapszorg. Cf vastgestelde lijst 14 september 2009 heeft de administrateur-generaal van het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE) de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed voor Vlaanderen vastgesteld Worden beschermd via decreet op het archeologisch patrimonium Wetgeving mbt bevaarbare en onbevaarbare waterlopen De afbakening van waterwingebieden en beschermingszones valt onder het besluit van 27 maart nvt nvt nvt nvt Het plangebied ligt in het herbevestigd agrarisch gebied (HAG) Landbouwgebieden ten zuiden van Oud- Turnhout en rond Arendonk, deelruimte 2. Bovenlopen Kleine Nete (BVR 21/12/2007). Zie 0 op blz.8. Op een 500-tal meter ten noorden van het projectgebied is het beschermde landschap van de houten windmolen en omgeving gelegen. nvt Aan de Oude Arendonksbaan wordt een voormalig boerenhuis (gesloopt) vermeldt op de Inventaris bouwkundig erfgoed. Dit ligt op 300 m van het plangebied (buiten gezichtsveld). Zie Figuur 11. In de onmiddellijke omgeving van het plangebied zijn geen vondsten gekend cf. CAI 400 m ten zuiden van het plangebied ligt het Klein Neetje, een onbevaarbare waterloop van derde categorie. nvt Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling IOK plangroep 11

18 Sectoraal kader Regelgeving Relevante elementen voor RUP Watertoets Zoneringsplan Mobiliteit/openbare ruimte Artikel 8 decreet integraal waterbeleid, uitvoeringsbesluit watertoets Het plangebied ligt niet in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied. 150 m tot 450 m ten zuiden van het plangebied ligt het mogelijk en effectief overstromingsgevoelig gebied rond het Klein Neetje. De omliggende bebouwing (bestaand bedrijventerrein, Slijkstraat, Veldenstraat) ligt in centraal gebied, met reeds bestaande aansluiting op een zuiveringsstation. Zie Figuur 12 op blz.13. buurtwegen Cf. atlas der buurtwegen De Slijkstraat (grenst ten noorden aan het plangebied) wordt aangeduid als buurtweg nr. 5 (Chemin nr. 5). Zie Figuur 13 op blz.13. Mobiliteitsplan Visie geldende mobiliteitsplan Actualisering mobiliteitsplan Er zijn geen specifieke meldingen m.b.t. het plangebied, behoudens de wegencategorisering. De verlenging van de ring van wordt geselecteerd als secundaire weg type II (cf. het RSP-A). De Slijkstraat (noordelijke grens plangebied) is een lokale weg type III (erfontsluitingsweg). Rooilijnplan Andere Voorkooprecht Ruimtelijke veiligheidsrapportage Aanduiding van gebieden waar een recht van voorkoop geldt. Cf. Besluit mbt veiligheidsrapportage nvt nvt nvt Figuur 11: Erfgoed 12 IOK plangroep Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling

19 DEEL 1 BESCHRIJVING VAN HET RUP 3 Sectoraal juridisch kader Figuur 12: Zoneringsplan Figuur 13: Atlas der Buurtwegen plangebied plangebied Figuur 14: ligging plangebied tov beschermd landschap houten windmolen en omgeving Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling IOK plangroep 13

20 4 Bestaande ruimtelijke structuur Figuur 15: Bodemkaart Zie ook het plan van de feitelijke toestand. 4.1 Beschrijving van de ruime omgeving van het RUP 4.2 Beschrijving plangebied en omgeving Fysisch systeem Bodemtype Reliëfkenmerken Watertoetskaarten Het plangebied is grotendeels op een droge tot matig natte en natte podzol(achtige) bodem gelegen. Zie Figuur 15 op blz.14. Het plangebied is globaal vlak (hellingen tussen 0,5% tot 5%). Binnen de ruimere omgeving ligt het retentiebekken op een hoger gelegen deel, wat gunstig is in functie van infiltratie (Digitaal hoogtemodel: zie Figuur 16 op blz.15). Zie 7.3 op blz.26. Aanvullend: Het plangebied is niet erosiegevoelig Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2) Het plangebied is grotendeels infiltratiegevoelig (behoudens een stukje in het westen). Zie Figuur 17 op blz.16 Hogere ligging binnen ruimere omgeving Volgens het digitaal hoogtemodel (zie Figuur 12 op blz.13) ligt het retentiebekken op hoger gelegen gronden ten opzichte van de ruimere omgeving. Deze ligging is gunstig in functie van de infiltratie en gunstig ten opzichte van de ligging van de rioleringsbuizen langs de ringweg. Op basis van de simulaties voor het ontwerp van de riolering en de verdere technische uitwerking bleek namelijk dat bij het eventueel onder druk komen van de rioolstrengen (door mogelijk pompfalen of uitval elektriciteit of andere) het overtollige water gravitair in het bekken kan uitstromen alvorens er overstromingsrisico s dreigen op ander locaties in het project. Op deze locatie kon tevens de bodemdiepte van de vijver relatief beperkt gehouden worden tot circa 2,20 m. Op de hoogste locatie binnen het projectgebied zou deze diepte nog eens met 80 cm toenemen. Grondonderzoek In functie van onderzoek naar infiltratie werd een grondonderzoek verricht (27/09/2013). Het resultaat van dit onderzoek wees uit dat de infiltratiesnelheid 64 cm/h bedraagt, wat dus zeer goed is. 14 IOK plangroep Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling

21 DEEL 1 BESCHRIJVING VAN HET RUP 4 Bestaande ruimtelijke structuur Figuur 16: Digitaal hoogtemodel Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling IOK plangroep 15

22 Figuur 17: Infiltratiegevoeligheid Figuur 18: Biologische waarderingskaart Natuur Globale structuur natuurlijke Natuurwaarden in plangebied In het plangebied komen geen specifieke natuurwaarden voor. Het struweel op het perceel ten westen is aangeduid als biologisch waardevol. Dit gehele perceel is bebost. Binnen het plangebied zelf zijn geen waardevolle natuurelementen aanwezig. 16 IOK plangroep Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling

23 DEEL 1 BESCHRIJVING VAN HET RUP 4 Bestaande ruimtelijke structuur Landschap Figuur 19: Landbouwgebruikspercelen (bron:alv, 2013) land- Landschapstype Landschapsatlas Provinciale schapskaart Het plangebied bevindt zich in een ingesloten agrarisch landschap, tussen de Slijkstraat en het bestaande bedrijventerrein de Bempdekens. Ook in oostelijk en westelijke richting wordt deze zone omringd door bebouwing. Ten zuiden van het plangebied is de relictzone vallei van de Kleine Nete gelegen. Ten noorden van het plangebied is de relictzone interfluviaal bosgebied Looieindse Bergen, Berverdonkheide en Hoeve-straaleind gelegen. Op de provinciale landschapskaart heeft het plangebied geen aanduiding gekregen. Het plangebied ligt ten noorden van een industrieterrein Gebruikers Wonen Werken Landbouw Recreëren Woonlint langs Slijkstraat. Bedrijvigheid ten zuiden van de te verlengen Ringweg. landbouwgebruik: maïs landbouwtyperingskaart: matige waardering voor de hele zone tussen bedrijventerrein, Slijkstraat en N118 (opm.: percelen zijn in eigendom van de projectontwikkelaar van het bedrijventerrein) nvt Mobiliteit Ontsluitingspunten Wegtype Parking Openbaar vervoer Langzaam verkeer Verkeersgeneratie Ontsluiting via Slijkstraat, niet via te verlengen ringweg nvt nvt nvt Geen bovenlokale functionele of recreatieve fietsroutes nabij het plangebied. Het pad dat in het verlengde van de Veldenstraat ligt en een deel van de westelijke grens van het plangebied vormt een fiets- voetverbinding (en plaatselijk landbouwverkeer) tussen de Slijkstraat en de Veldenstraat. Nvt Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling IOK plangroep 17

24 4.3 Beschrijving plangebied Het plangebied is in landbouwgebruik (zie hoger ) Bestaande ruimtelijk-juridische context plangebied Milieuvergunning / Stedenbouwkundige vergunning verkavelingsvergunning / Functie vergund / Administratieve handelingen (PV s) Erfdienstbaarheid In het meest zuidelijke deel van het plangebied is recent een klein bufferbekken ikv afwatering van het regenwater van de nieuwe weg vergund (zie Figuur 24 op blz. 22 zie ook 1.1 op blz.3) / Binnen het plangebied zijn geen erfdienstbaarheden gekend. 5 Programma behoefteanalyse 5.1 Behoefte retentiebekken Twee percelen ten noorden van de ringweg komen in aanmerking voor de aanleg van een retentiebekken. Deze percelen zijn reeds in eigendom van de ontwikkelaar omdat ze onderdeel uitmaakten van percelen die verder lopen binnenkant de verlengde ring, en daar binnen het bedrijventerrein liggen. Met het oog op de aanleg van een buffer- en retentiebekken werden op deze percelen infiltratieproeven uitgevoerd, met gunstig resultaat. Bovendien bieden de percelen voldoende ruimte om een over gedimensioneerd buffer- en retentiebekken te voorzien, zodat eventuele bijkomende impact op de Kleine Nete meer zuidelijk vermeden kan worden. Lokaal kan het grachtensysteem van de Slijkstraat (noordelijke grens van de betreffende percelen) mee op het bekken worden aangesloten, zodat de capaciteitsproblemen hiervan mee opgelost worden. Het bufferbekken ligt op hoger gelegen gronden, wat een gunstige ligging is ten opzichte van de rioleringsbuizen van de ring, en gunstig is in functie van de infiltratie. Het buffer- en retentiebekken zullen aangelegd worden volgens de principes van de milieutechnische natuurbouw. 5.2 Dimensionering retentiebekken Het retentiebekken wordt maximaal gedimensioneerd om het hemelwater van nieuwe ontwikkelingen (verlenging ringweg, nieuw bedrijventerrein) op te vangen en bestaande waterproblematiek op te lossen. In die zin wordt het retentiebekken in functie van de nieuwe ontwikkelingen over gedimensioneerd. Er wordt een buffervolume voorzien van m³ (winter) à m³ (zomer), rekening houdend met de grondwaterstand. Op die manier zal gemiddeld 45 % (zomer: 22%; winter: 68%) van het retentiebekken instaan voor de afwatering van de nieuwe bedrijvenzone. Het overige deel (gemiddeld 55 %) is voorzien in functie van de verlengde ringweg en het oplossen van vermelde bestaande problematieken (zie onder) Uit de berekeningen (zie verder) blijkt dat zelfs bij de hoogste grondwaterstand de buffervijver voldoende bufferend vermogen heeft. Door de reservecapaciteit die tevens aanwezig is en de grote oppervlakte krijgt het water al de kans om te infiltreren in de ondergrond. 18 IOK plangroep Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling

25 DEEL 1 BESCHRIJVING VAN HET RUP 5 Programma behoefteanalyse Figuur 20: overzicht peilbuismetingen met twee pompen van 15 l/s opgepompt worden tot in het bekken met een overstortleiding die vanaf 22,85 m TAW in werking zal treden bij pompfalen. Door dit bekken zal de toevoer naar de reeds overvolle waterloop, via een achterwaarts overstort op peil 23,20 m TAW heel beperkt zijn. Een terugslagklep op de overstortleiding zal voorkomen dat water vanuit de vijver in het regenwaterstelsel terecht komt en niveaumeting van het waterpeil van de vijver kunnen de pompen doen stilleggen bij het bereiken van het maximaal bufferpeil. Berekeningen De onderstaande bufferberekeningen gelden voor de nieuw te ontwikkelen bedrijfspercelen gelegen tussen de grens met de bestaande zone en tot aan het gemeentelijk bekken voor opvang vuilwater. Het resterende gedeelte gelegen aan de Europalaan watert niet af naar het bekken en zal volledig zelf moeten instaan om te voldoen aan de buffervoorwaarden. Dimensionering i.f.v. de nieuwe ambachtelijke zone Bufferberekeningen: Aangesloten verharde oppervlakten: Wegenis 2 = Bedrijventerreinen = 2,97 ha aan 80% = Totaal = 0,30 ha 2,37 ha 2,67 ha Algemeen In de nieuwe zone wordt een gescheiden stelsel aangelegd waarbij de DWAriolering door middel van een terugslagklep zal aangesloten worden op het DWAstelsel van de Europalaan. Het regenwater van het overgrote deel van de zone wordt aangesloten op een gezamenlijk buffer- en infiltratiebekken. Het stelsel bezit een achterwaarts overstort waarbij het overstortende water via de baangrachten van de Europalaan in het Klein Neetje uitkomt. De mogelijkheid bestaat om een bestaand gemeentelijk bekken voor gemengd afvalwater in te schakelen (zie Figuur 2 op blz.5). Dit echter enkel indien uit onderzoek blijkt dat de oorspronkelijke werking van het bekken niet meer van nut is. Toelichting buffervijver Op de percelen (deel 272 en deel 274A) wordt een buffervijver voorzien met een natuurtechnische oever met een helling van 15 graden en rietaanplanting. Het bodempeil is voorzien op 21,60 m TAW zodat er in de zomer een minimale waterstand is van circa een halve meter (zie peilbuismetingen grondwaterstand op Figuur 20). De voorziene buffervijver heeft een oppervlakte van ongeveer m². Met een waterhoogte van 35 cm tussen gemiddelde voorjaarsgrondwaterstand en overstortpeil komt dit overeen met een buffervolume van minimaal m³ en in de zomer een pak meer door de lagere grondwaterstand. Het regenwater zal via een pompput Buffervoorwaarde Provincie Antwerpen Dienst waterlopen: 330 m³/ha x 2,67 ha = 881 m³ Buffervolume vijver volgens overstortpeil van 23,20 m TAW Bij gemiddelde hoogste grondwaterstand van 22,85 m TAW = (23,20 m TAW 22,85 m TAW) x m² = m³ Dit betekent dat in de winterperiode, met de hoogtste grondwaterstand ongeveer 68% van het bufferbekken zal instaan voor de afwatering van de nieuwe bedrijvenzone, inclusief aanleg van de nieuwe weg. Bij laagst gemeten grondwaterstand van 22,12 m TAW = (23,20 m TAW 22,12 m TAW) x m² = m³ Dit betekent dat in de zomerperiode, met de laagste grondwaterstand slechts 22% van het bufferbekken zal instaan voor de afwatering van de nieuwe bedrijvenzone, inclusief aanleg van de nieuwe weg. 2 Met wegenis wordt het deel van de Ring dat wordt doorgetrokken bedoeld. Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling IOK plangroep 19

26 Uit bovenstaande berekening blijkt dat zelfs bij de hoogste grondwaterstand de buffervijver voldoende bufferend vermogen heeft. Door de reservecapaciteit die tevens aanwezig is en de grote oppervlakte krijgt het water al de kans om te infiltreren in de ondergrond. Bestaande zone Uitwerking korte termijn Momenteel loopt er een gemengde riolering onder de Veldenstraat die aangesloten is op het gemengd stelsel van de Turnhoutsebaan. Deze riolering zal vervangen worden door een gescheiden stelsel waarbij de DWA-persleiding van Kelderbeemd en het gemengd stelsel van de zijstraat van de Veldenstraat op de nieuwe DWA zal aangesloten worden. De nieuwe regenwaterstrengen zullen in het eerste gedeelte aangelegd worden met diameter 400 mm en vanaf de zijstraat Veldenstraat met diameter 600 mm. Het buffervolume in de buizen voldoet voor de verharding van de openbare wegenis te bufferen. Bufferberekeningen: Aangesloten verharde oppervlakten: Wegenis 3 = Totaal = Buffervoorwaarde Provincie Antwerpen Dienst waterlopen: 0,30 ha 0,30 ha 330 m³/ha x 0,30 ha = 99 m³ de DWA als de RWA via een pompput aangesloten te worden op het bestaande gemengd stelsel Turnhoutsebaan. Een terugslagklep in de voorlaatste RWAinspectieput zal vermenging van regen- en vuilwater vermijden. De pompput wordt uitgerust met 2 pompen van 15 l/s en met een noodoverstortleiding voor in het geval van niet-werking van de pompen. Uitwerking lange termijn Naast het belang om het regenwater van het gemengd stelsel van de Turnhoutsebaan af te halen is, loopt er momenteel tevens een afwateringsgracht vanuit de Slijkstraat onder de Veldenstraat om dan via privéterrein af te wateren naar het Klein Neetje binnen het gebied. Vanuit de gemeente wordt gevraagd om te trachten deze zo spoedig mogelijk aan te sluiten op het openbaar rioleringsnet. Dit zal echter betekenen dat er een ruime hoeveelheid extra regenwater geloosd zal worden op het gemengd stelsel van de Turnhoutsebaan, wat geen optie is voor Aquafin. Vandaar werd volgende oplossing uitgewerkt: Op korte termijn zal de bestaande ligging van de afwateringsgracht behouden blijven met wel de nodige syfonnering om de nieuwe riolering van de Veldenstraat te kunnen kruisen. De ingebuisde gracht zal tijdelijk blijven uitmonden op de waterloop binnen het centrum van Retie. Op lange termijn, waarmee na het doortrekken van de RWA-riolering tot aan de waterloop buiten het centrum bedoeld wordt, zal de afwateringsgracht wel aangesloten worden op de openbare riolering en zal daarmee de belasting van de waterloop binnen het centrumgedeelte aanzienlijk verminderd worden. Voor het doortrekken van de RWA-riolering, zal de RWA-streng losgekoppeld worden van de pompput en dan, al dan niet met een nodige syfonnering, gravitair aangesloten worden op het Klein Neetje ter hoogte van de Pijlstraat. Buffervolume in riolering en inspectieputten Riolering dia 400 mm: 0,1257 m²/m x 108 m = 13,58 m³ Riolering dia 600 mm: 0,2827 m²/m x 287 m = 1,13 m³ Inspectieputten: 0,78 m² x 0,60 m x 8 st = 3,74 m³ Totaal: 98,50 m³ Om de nieuwe strengen met voldoende dekking te kunnen aanleggen en om voldoende speling te hebben voor het plaatsen van bedrijfsaansluitingen, dient zowel 3 Met wegenis wordt het deel van de Ring dat wordt doorgetrokken bedoeld. 20 IOK plangroep Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling

27 DEEL 1 BESCHRIJVING VAN HET RUP 6 Visie en ontwerp 6 Visie en ontwerp 6.1 Ruimtelijke visie Figuur 22: Overzichtsplan: uitbreiding bedrijventerrein, ringweg en over gedimensioneerd retentiebekken Gefaseerde invulling Het buffer- en retentiebekken zullen aangelegd worden volgens de principes van de milieutechnische natuurbouw. Figuur 21: Referentievoorbeeld aanleg buffer- en retentiebekken Inrichtingsoefening Figuur 22 op blz.21 en Figuur 23 op blz.22 geven een mogelijke inrichting van het retentiebekken weer. In functie van de ringweg kan al een deel van dit bufferbekken gerealiseerd worden. Hiertoe werd recent een vergunning verleend. Het plan bij deze vergunningsaanvraag is weergegeven in Figuur 24 op blz.22. het retentiebekken op deze figuur zal dus, na goedkeuring van het RUP, uitgebreid worden. Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling IOK plangroep 21

28 Figuur 23: Over gedimensioneerd retentiebekken Figuur 24: Retentiebekken eerste fase in functie van ringweg (gaat inhet najaar van 2015 in uitvoering) 22 IOK plangroep Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling

29 DEEL 1 BESCHRIJVING VAN HET RUP 6 Visie en ontwerp 6.2 Krachtlijnen grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften Grafisch plan Figuur 25: Grafisch plan Artikel 1: Zone voor infiltratie- en buffervoorziening (categorie gebiedsaanduiding gemeenschaps- en nutsvoorzieningen). Krachtlijnen stedenbouwkundige voorschriften In de zone van Art. 1 wordt een retentie-, buffer- en/of infiltratiebekken aangelegd voor ten minste de opvang van hemelwater afkomstig van de uitbreiding van bedrijventerrein De Bempdekens, de verlenging van de ringweg (tussen Veldenstraat tot Europalaan), voor ontlasting van het gemengd rioolstelsel van Turnhoutsebaan (o.a. hemelwater afkomstig van het oude deel van bedrijventerrein De Bempdekens), voor ontlasting van het Klein Neetje (de ontvangende waterloop ). Indien deze zone (op termijn) niet meer of niet meer volledig is gebruik zou zin in functie van een buffer- of infiltratiebekkend, kan deze zone opnieuw een agrarisch gebruik kennen. Volgende activiteiten en voorzieningen zijn eveneens toegestaan, voor zover ze de hoofdbestemming niet in het gedrang brengen en de goede ruimtelijke ordening niet schaden: installaties en constructies voor nutsvoorzieningen (Momenteel is al een bestaande elektriciteitscabine in het plangebied aanwezig.) kleinschalige infrastructuur voor het toegankelijk maken en uitrusten van de zone voor educatief en/of recreatief medegebruik (Educatief medegebruik wil zeggen dat de zone kan bezocht worden in functie van educatie rond de werking van de infiltratie- en buffervoorziening. Educatief medegebruik wil zeggen dat de zone toegankelijk is voor wandelaars en fietsers.) De infiltratie- en buffervoorziening wordt aangelegd als een natuurlijke vijver, conform de principes van de natuurtechnische milieubouw. De natuurtechnische milieubouw tracht een geschikte uitgangssituatie te creëren, zodat natuur zich spontaan, of door beheer kan ontwikkelen. Ruimtelijk-visueel wordt een natuurlijke integratie van de infiltratie- en buffervoorziening in de omgeving beoogd, o.a. door natuurlijke aangelegde oevers met een zachte helling, het voorzien van een rietaanplant, en geen folie te voorzien. De keuze van de plantensoorten moet bijdragen aan de natuurlijke aanleg van de omgeving. De infiltratie- en buffervoorziening, de installaties en constructies voor nutsvoorzieningen en de kleinschalige infrastructuur voor het toegankelijk maken en uitrusten van de zone voor educatief en/of recreatief medegebruik worden in de groene zone geïntegreerd. Verhardingen zijn enkel toegelaten indien deze functioneel noodzakelijk zijn voor de installaties en constructies voor nutsvoorzieningen. Enkel wandelaars en fietsers worden in principe toegelaten in de zone. Gemotoriseerd verkeer wordt enkel toegelaten indien dit voor het onderhoud van de zone noodzakelijk is. Vanop de ringweg (tussen Veldenstraat en Europalaan) mag geen toegang voor gemotoriseerd verkeer naar de zone voorzien worden. Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling IOK plangroep 23

30 Fietsers en wandelaars kunnen de zone bereiken via de Slijkstraat, en/of de wegverbinding (betonverharding van ongeveer 2,5 m breedte) tussen Slijkstraat en Veldenstraat, en/of via (het fietspad langs) de ringweg. 24 IOK plangroep Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling

31 DEEL 1 BESCHRIJVING VAN HET RUP 7 Toetsing effecten van het RUP 7 Toetsing effecten van het RUP 7.1 Verenigbaarheid GRS Zie ook 2.4 op blz.9. In het GRS werd uitgegaan van de ontwikkeling van het lokaal bedrijventerrein De Bempdekens in overeenstemming met het BPA De Bempdekens II, goedgekeurd bij MB Dit werd ook opgenomen in de bindende bepalingen van het GRS. De opmaak van het voorliggende RUP volgt hier rechtstreeks uit. Op structuurniveau werd de ruimere zone waarbinnen het plangebied gelegen is aangeduid als kerngebied van de agrarische structuur. Dit zijn gebieden waar landbouw de hoofdfunctie is. Het richtinggevend gedeelte van het GRS vermeldt echter dat dit niet betekent dat er geen andere functies voorkomen. Weliswaar zijn deze andere functies in agrarisch gebied ondergeschikt aan de agrarische hoofdfunctie en gebonden aan voorwaarden. Een toename van andere functies mag niet leiden tot een devaluatie van de agrarische structuur door verstoring en verdringing van de professionele landbouw. Het herbestemmen van 2 percelen agrarisch gebied doet geen afbreuk aan de algemene hoofdfunctie landbouw voor het betrokken gebied, zeker niet op niveau van het buitengebied van Retie. Het betrokken landbouwgebied kent immers een sterk ingesloten ligging en maakt hierdoor geen deel uit van de structurele grootschalige landbouwgebieden van Retie. Bovendien werd voor de inplanting van het retentiebekken een locatie gekozen met de minste versnipperende impact binnen het betrokken agrarisch gebied. De landbouwpercelen ten westen zijn van het plangebied gescheiden door een tussenliggende onverharde weg en een bosbestand. De percelen ten oosten worden niet in hun gebruik beperkt door voorliggende inplanting van het retentiebekken. Door het in werking treden van het RUP en de aanleg van het bekken op betreffend percelen wordt de leefbare landbouw niet gehypothekeerd (zie ook Het geplande retentiebekken zelf betreft een gemeenschapsvoorziening van openbaar nut. In het plangebied wordt voorzien in de aanleg van een retentie-, bufferen/of infiltratiebekken voor ten minste de opvang van hemelwater afkomstig van de uitbreiding van het bedrijventerrein De Bempdekens, de verlenging van de ringweg, voor ontlasting van het gemengd rioolstelsel van de Turnhoutsebaan en voor ontlasting van het Klein Neetje. Met betrekking tot de opvang van hemelwater afkomstig van de uitbreiding van het bedrijventerrein is het van belang dat ontwikkeling van bedrijvenzone gebeurt in uitvoering van het BPA uit 2004, waarin achterhaalde principes m.b.t. de afvoer van hemelwater gehanteerd werden. Ondertussen werd het bedrijventerrein echter bouwrijp gemaakt en werden alle bedrijfspercelen toegekend. Vanaf het ogenblik dat de ringweg aangelegd is, zullen de toegewezen bedrijven een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag kunnen indienen. Er is hierdoor geen ruimte over om een gemeenschappelijke bufferzone op het bedrijventerrein aan te leggen terwijl dergelijke gemeenschappelijke of collectieve voorziening de meeste garanties biedt op effectiviteit van de buffering, het beheer en de controle. Daarom wordt er van uitgegaan dat het medegebruik van een ruimer bufferbekken dat deels noodzakelijk is voor de opvang van hemelwater van het omliggende openbaar domein in deze omstandigheden de beste oplossing is met het oog op het algemeen belang inzake waterhuishouding in deze omgeving. Het bekken zal aangelegd worden volgens de principes van natuurtechnische milieubouw. De doelstelling bufferbekken en natuurinrichting is aldus van gemeenschappelijk en openbaar nut. Ook met betrekking tot gemeenschaps- en nutsvoorzieningen werden algemene ontwikkelingsperspectieven opgenomen in GRS Retie. Voor niet aan het wonen gekoppelde gemeenschaps- en nutsvoorzieningen moet de schaal aansluiten bij de schaal van het landschap en mag de omvang de structuurbepalende functies van het buitengebied niet aantasten. Zoals hoger reeds geargumenteerd kan geconcludeerd worden dat de in het voorliggende RUP voorziene herbestemming en retentiebekken zo ingepland wordt dat de functie landbouw in het buitengebied van Retie niet aangetast wordt op structuurniveau en dat een inplanting gezocht werd die ook lokaal een minimale impact op de agrarische structuur veroorzaakt en landschappelijk inpast in de omgeving. Op basis van voorgaande kan gesteld worden dat het voorliggende RUP in overeenstemming is met het GRS Retie. 7.2 PlanMER-screening In functie van voorliggend RUP werd een planmer-screening opgemaakt. De screeningsnota is raadpleegbaar via in de dossierdatabank, onder het nr. SCRPL De Dienst MER besliste d.d. 12/3/2015 dat op basis van het screeningsdossier geconcludeerd kan worden dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen, en dat de opmaak van een planmer niet nodig is. Deze beslissing is te vinden in DEEL 3 2 op blz.45. Conclusie planmer-screening Dit RUP wordt opgemaakt om het mogelijk te maken op deze plaats te voorzien in een bufferbekken ten behoeve van de opvang van hemelwater van het naastliggende bedrijventerrein, de naastliggende weg en de Slijkstraat om zo het Klein Neetje en het bestaande (nog gemengde) rioleringsstelsel niet bijkomend te belasten en te ontlasten. Op basis van de beoordeling van de milieueffecten voor de verschillende relevante disciplines en rekening houdend met de per discipline voorziene milderende maat- Retie RUP Retentiebekken Bempdekens ontwerp voorlopige vaststelling IOK plangroep 25