Toerekening en definitie van overhead kosten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toerekening en definitie van overhead kosten"

Transcriptie

1 Toerekening en definitie van overhead kosten ABC, Rick Anderson en Bruno Steiner 1. Inleiding In opdracht van de gemeente Den Haag, Bestuursdienst, directie Financiën, worden in deze notitie een aantal conceptuele modellen uitgewerkt die binnen de gemeente kunnen worden toegepast om overhead kosten toe te rekenen. Aanleiding voor deze notitie was de constatering vanuit de directie Financiën dat verschillende diensten verschillend omgaan met de toerekening van overhead (onderzoek uniformering bedrijfseconomische uitgangspunten, pag. 3). Het betreft daarbij zowel de definiëring van overheadkosten als de toerekening zelf. In de notitie van januari 2007 (besproken op 8 februari 2007), is een aantal modellen gepresenteerd en tegen elkaar afgezet. Uiteindelijk is voorgesteld te kiezen voor de stapsgewijze methode. Dat voorstel herhalen we hier, maar gaan kort in op een vraag die rees tijdens de bespreking van 8 februari, namelijk hoe de productiecentramethode zich verhoudt tot de stapsgewijze methode. Dat gebeurt in hoofdstuk 2. Een tweede punt in de bespreking was de definitie van het begrip overhead. Dat is een cruciale kwestie. In de praktijk staat en valt daarmee elke (theoretische) methode van kostenverbijzondering. Dit komt in hoofdstuk 3 aan de orde. In hoofdstuk 4 leggen we de link tussen de stapsgewijze methode en de definitie van overhead. In hoofdstuk 5 geven we de in onze ogen voornaamste beslispunten. 2. Stapsgewijze methode en Productiecentramethode In de bespreking van 8 februari rees de vraag hoe de productiecentramethode zich verhoudt tot de stapsgewijze methode. De productiecentramethode is een verzamelnaam waar de kostenplaatsenmethoden onder vallen. Eén van de kostenplaatsmethoden is de stapsgewijze. Hierbij wordt enkelzijdig doorberekend van de ene ondersteunende afdeling naar de andere (maar dus niet vice versa). Vervolgens wordt doorberekend naar de hoofdkostenplaatsen of de producten. Een andere is de directe methode. Hierbij wordt niet doorberekend van een ondersteunende afdeling naar de andere. De ondersteunende afdelingen worden enkel direct doorberekend naar de hoofdkostenplaatsen of de producten. De derde is reciproque. Hierbij wordt doorberekend van de ene ondersteunende afdeling naar de andere en weer terug (dus meerzijdig). Pas daarna vindt doorberekening richting hoofdkostenplaatsen of producten plaats. De stapsgewijze is dus een vorm van de productiecentramethode, komt het meest voor binnen gemeenten en wordt ook in Den Haag gebruikt. Er zijn ook productiecentramethoden die geen kostenplaatsmethode zijn, maar deze hebben binnen de gemeentelijke context geen praktische betekenis. 1

2 3. Typen overhead in Den Haag en hun definities 3.1 Inleiding Uit de inventarisatie van het eigen gemeentelijke onderzoek Uniformering Haagse bedrijfseconomische uitgangspunten wat kost nou een medewerker? uit juni 2006 (hierna kortweg Uniformering genoemd ), bleek dat in de gemeente diverse overheadbegrippen worden gehanteerd en dat binnen elk van de diensten eigen definities van die begrippen worden gebruikt (zie bijv blz. 11 van Uniformering ). Soms doelt men met overhead vooral op niet direct productief personeel, zoals directie, P&O, etc. Soms rekent men tot overhead ook kosten van huisvesting, ICT e.d., dus niet-personele kosten. Zo zijn er diensten die geen onderscheid maken tussen indirecte en directe overhead en zijn er diensten die dat wel doen. De laatste hanteren echter uiteenlopende definities. Schema 1 geeft enkele voorbeelden: Schema 1: Voorbeelden van definities indirecte en directe overhead Voorbeelden directe overhead Voorbeelden indirecte overhead kosten van afdelingsmanager en centrale stafafdelingen, directie en de ondersteuning van de afdeling bedrijfsbureaus managementuren en directie-uren, stafafdelingsuren, accountmanagementuren nietdeclarabele uren, alle niet direct toerekenbare materiële overhead huisvesting, werkplekkosten, ICT en dienstleiding, planning & control, afdelingsstaf directie, financiën, huisvesting, haagnet / ict, vorming & opleiding, salarisadministratie *) directie en ondersteuning, P&O, financiën, facilitaire zaken #) bedrijfsmanagement, financiële administratie en bedrijfsbureau personeelskosten, huisvestingskosten en bureaukosten personeel & organisatie. afdelingsmanagement *) personeel en dagelijkse leiding van productieafdelingen middelenafdelingen en directie *) Op basis van definitie van andere voorbeelden is men geneigd deze twee juist in de andere kolom te plaatsen #) deze opsomming wordt door betrokken dienst centrale overhead genoemd. Bovenstaande tabel is enkel een illustratie van de verscheidenheid in definities die binnen Den Haag gehanteerd worden. 2

3 Wij achten het zinvol om in de definitie van overhead aan te sluiten bij het voorstel dat al in Uniformering stond. Deze definitie vindt haar basis in een rekenschema voor de bepaling van de integrale kostprijs, dat deze opbouw heeft: Schema 2: Integrale kostprijs per fte / per uur Salariskosten 0,00 Overige personele kosten 0,00 Huisvesting 0,00 ICT / Haagnet 0,00 Diverse (materiële) afdelingskosten 0,00 direct toerekenbare kosten 0,00 Directe overhead 0,00 Indirecte overhead 0,00 0,00 integrale kostprijs per fte 0,00 aantal productieve uren per jaar 0 integrale kostprijs per uur 0,00 We zullen ons hierna op de overhead richten en de componenten van de direct toerekenbare kosten buiten beschouwing laten, ofschoon ook deze onderwerp van kosten verbijzondering zijn of zouden kunnen zijn. Complicerend hierbij is, dat directe kosten voor de ene afdeling, indirecte kosten voor de andere afdeling zijn. Gekozen wordt in deze opzet, om aan te sluiten bij de eerder genoemde notitie Uniformering. Daarbij wordt een afdeling en haar primaire activiteiten als uitgangspunt genomen. Zie ook de volgende paragraaf. 3.2 Begrippen van Overhead in Den Haag Onder overhead worden doorgaans indirecte kosten bedoeld. Deze kosten kunnen dan enkel via een verdeelsleutel worden toegerekend aan producten, omdat ze niet rechtstreeks aan producten zijn te koppelen. In de gemeente Den Haag worden de begrippen directe en indirecte overhead onderscheiden 1. Ofschoon enigszins verwarrend in het licht van de begrippen directe kosten en indirecte kosten, is wel duidelijk wat er doorgaans mee wordt bedoeld: directe overhead is nauw verbonden met de uitvoering, bijvoorbeeld het management en de ondersteuning van een uitvoerende afdeling binnen een dienst. indirecte overhead is ver verwijderd van de uitvoering, bijvoorbeeld de directie en centrale stafafdeling van een dienst, die overigens over diverse uitvoerende afdelingen beschikt. (Op de concern-overhead komen we in 4.2 terug.) Het uitgangspunt om een afdeling centraal te stellen in het overheadvraagstuk, heeft als consequentie, dat de lasten van alle ondersteunende activiteiten welke zich voltrekken binnen de afdeling, als directe overhead worden aangemerkt. Alle lasten van ondersteunende activiteiten welke zich voltrekken buiten de afdeling worden als indirecte overhead aangemerkt. Een tweede consequentie is, dat de externe producten van de afdeling als uiteindelijke kostendragers gaan fungeren. Er zijn ook diensten die weinig of geen externe producten kennen, en juist veel projecten. Bij hen vervullen de projecten de rol van de producten bij andere diensten. In wat hierna volgt kan voor product meestal ook project worden gelezen. 1 Ook komen de begrippen centrale overhead en dienstbrede overhead voor, maar dat valt min of meer samen met het vaker gebruikte begrip indirecte overhead. 3

4 Overheadkosten kunnen ook van niet personele aard zijn. Gewezen wordt dan op kosten voor materiaal, huisvesting, automatisering, etc., welke niet direct ten laste kunnen worden gebracht van een extern product. Bij sommige diensten kunnen deze niet personele overheadkosten overigens aanzienlijk zijn. Het verschil tussen directe overhead en directe lasten binnen een afdeling ligt in de vraag in hoeverre kosten direct kunnen worden toegerekend richting een extern product van deze afdeling. Bij directe lasten is dit per definitie wel het geval, bij directe overhead per definitie niet. Bij personeel dat zowel ondersteunende taken vervult, maar ook activiteiten verricht voor een extern product, worden de lasten verdeeld tussen directe overhead en directe productkosten (op basis van de tijdsplanning en na afloop op basis van de daadwerkelijk geschreven uren). Eenzelfde splitsing kan voor materieel gemaakt worden. Kosten op het gebied van huisvesting, ICT, etc. die direct aan een product kunnen worden toegerekend, behoren tot de directe kosten. Kosten die enkel via een verdeelsleutel kunnen worden toegerekend richting externe producten (van diezelfde afdeling), vallen onder directe overhead. 4. Overhead in Den Haag en de stapsgewijze methode 4.1 Toepassing van de stapsgewijze methode Een producerende afdeling heeft dus te maken met twee vormen van overhead. Directe en indirecte. De indirecte overhead is geheel en al afkomstig vanuit een directie of een stafafdeling. Gelet op het feit dat indirecte overhead geconcentreerd is binnen separate stafafdelingen of directies, is deze overhead vrij eenvoudig te traceren. Dit ligt moeilijker bij de directe overhead, aangezien directe overhead zich binnen een producerende afdeling bevindt. Er zal dus binnen een afdeling een splitsing moeten worden aangebracht tussen kosten die direct verband houden met de productie en kosten die een minder direct verband met de primaire productie kennen. Deze splitsing kent haar basis in het aanwijzen van directe producten. Slechts kosten die direct aan deze producten kunnen worden toegerekend zijn aan te merken als direct: de overige kosten zijn aan te merken als directe overhead. Overwogen kan worden, om analoog aan deze splitsing met twee kostenplaatsen te werken per afdeling: één voor de directe overhead en één voor de directe lasten. Deze splitsing kan ook enkel administratief inzichtelijk worden gemaakt. Via het gemeentelijke rekeningschema is de 5-rubriek geïntroduceerd om de verdeling van overhead inzichtelijk te kunnen maken. Dit betekent dat de huidige rekeningschema van de gemeente Den Haag mogelijkheden biedt het onderscheid tussen directe kosten en directe overhead inzichtelijk te maken en dit is feitelijk voldoende. Het streven is immers niet om het aantal kostenplaatsen zo groot mogelijk te maken. Als de indirecte en directe overhead is getraceerd, zal de overhead verdeeld moeten worden. Uit de notitie Uniformering valt op te maken, dat de indirecte overhead op basis van het aantal fte kan worden doorberekend richting de afdelingen. Het betreft hier het aantal fte s dat werkzaam is aan de primaire (directe) activiteiten van een dienst. Dit levert als extra complicatie op, dat tevens indirecte overhead wordt toegerekend naar directe overhead, welke vervolgens weer naar de uiteindelijke producten moet worden toegerekend. Aangezien in dezelfde notitie ook directe overhead op basis van het aantal fte dat werkzaam is aan primaire activiteiten wordt toegerekend, ligt het voor de hand om eerst alle indirecte overhead te verzamelen in de hulpkostenplaats (of rubriek) voor directe overhead. Vervolgens wordt deze hulpkostenplaats (of rubriek) voor afdelingsoverhead doorberekend richting de producten. Het volgende schema doet zich dan voor: 4

5 Figuur 1: Voorgestelde overheadtoerekening in Den Haag Directie Dienst Stafafdeling X Stafafdeling Y Som van indirecte overhead Hulpkostenplaats (of rubriek) voor directe overhead afdeling A, waaraan ook de indirecte overhead wordt toegevoegd. Deze HulpKP heet Afdelingsoverhead. Directe kosten 1 Directe kosten 2 Totale overhead aan producten toegerekend via directe fte (uren) Product 1 van A Product 2 van A Product 3 van A Naar andere afdelingen B, C en D Indirecte overhead aan afdelingen toegerekend via alle FTE Directe kosten 3 In het bovenstaande schema valt op, dat de indirecte overhead op basis van het aantal fte van de afdelingen wordt toegerekend en niet op basis van het aantal fte s dat primaire activiteiten levert. De reden daarvoor is, dat de kosten van directie en stafafdelingen doorgaans eerder causaal samenhangen met het totaal aantal fte en niet enkel met het aantal fte dat direct wordt ingezet. Een stafafdeling P&O bijvoorbeeld, levert evenzeer diensten voor ondersteunend personeel en niet enkel diensten voor personeel dat directe productie verzorgd. Het doorberekenen naar de producten op basis van het aantal fte heeft als consequentie, dat via een uurtarief doorberekend gaat worden. Doorgaans werken medewerkers immers aan verschillende producten. De doorberekening vindt dan plaats naar rato van het aantal uur dat gewerkt wordt aan een bepaald product, i.e. het aantal uur maal het uurtarief. Dit uurtarief komt als volgt tot stand: Doorberekening indirecte overhead Directe overhead Salariskosten (incl ov. pers. kn.) Som K L M N Vervolgens geeft N gedeeld door het totaal aantal productieve uren het uurtarief. Hierbij vier opmerkingen: Onder productieve uren worden de uren verstaan die geschreven of ingeschat worden op externe producten (of projecten). Met salariskosten worden de kosten bedoeld die gemoeid zijn met productieve uren. Indien medewerkers zowel ondersteunende uren als productieve uren werken, worden de salariskosten gesplitst in een ondersteunend deel (dat in de directe overhead terecht komt) en een productief deel. Ook overige personele kosten (vorming, training, opleiding, etc.) worden onder salariskosten gerekend. 5

6 K en L samen wordt afdelingsoverhead genoemd en wordt financieel-administratief geclusterd binnen de hulpkostenplaats (of rubriek) afdelingsoverhead. Het is soms raadzaam om per afdeling met één uurtarief te werken. Hoewel medewerkers verschillende salariskosten genereren, is het hanteren van verschillende uurtarieven in de praktijk administratief bijzonder tijdrovend. Het hanteren van verschillende uurtarieven heeft namelijk als consequentie, dat een differentiatie aangebracht moet worden tussen verschillende medewerkers die werkzaam zijn in verschillende schalen. Vervolgens moet de afdelingsoverhead naar deze verschillende medewerkers worden toegerekend om de verschillende integrale uurtarieven te kunnen bepalen. Hoewel iedere vorm van differentiatie en verfijning mogelijk is, zal men zich altijd moeten afvragen of het additionele inzicht dat men daarmee verkrijgt opweegt tegen de extra administratieve last. Dit inzicht kan evenwel noodzakelijk zijn waar het de calculatie van externe tarieven betreft (zie verder onder integrale kostprijzen en externe opbrengsten). Vanuit deze noodzaak zal men altijd de mogelijkheid tot het hanteren van verschillende uurtarieven per afdeling moeten openhouden. Daarnaast kan men er ook voor opteren om meerdere uurtarieven te hanteren als de salarisniveaus binnen een afdeling zeer verschillen. Voor het doorberekenen van indirecte overhead naar de afdelingen is geen uurtarief nodig: dit kan plaatsvinden op basis van het aantal fte dat werkzaam is binnen de betreffende afdelingen. Een cijfervoorbeeld van de stapsgewijze methode wordt hieronder uitgewerkt. Het voorbeeld betreft een dienst met een directie en een staf en twee afdelingen. Afdeling A maakt één product, afdeling B maakt er twee. De eerste stap is dat de indirecte overhead wordt toegevoegd aan directe overhead van afdelingen op basis van het totale aantal fte per afdeling. Daarna wordt de totale overhead verdeeld over de producten op basis van de aantallen uitvoerende fte s per product. Omdat afdeling A maar één product heeft, is er wat dit betreft geen verschil tussen afdeling en product. Afdeling B heeft twee producten en deze producten krijgen de overhead toegedeeld naar rato van uitvoerende fte op deze producten. Verder merken we op dat de toedeling dus niet plaatsvindt naar rato van salariskosten, maar van fte s. De eventuele verschillen in gemiddeld salaris per fte (zoals ook in dit voorbeeld voorkomen), spelen dus bij de toedeling geen rol. In het voorbeeld wordt er vanuit gegaan dat fte. s volledig werken voor een bepaald product. In de praktijk zal dit echter vrijwel nooit het geval zijn en werken fte. s voor verschillende producten. In dat geval worden de totale afdelingskosten (minus de directe kosten, zijnde geen salariskosten) gedeeld door het totaal aan productieve uren om een uurtarief te verkrijgen en wordt op basis van de gewerkte uren aan de producten maal het uurtarief richting de producten toegerekend. 6

7 Schema 3: Voorbeeld van de stapsgewijze methode cijfermatig Dienst A indirecte overhead directie fte 3 30,00 staf in fte 10 in 80,00 afd X afd Y hulpkp voor indirecte overhead aandeel directie (via totale fte van X en Y) 1,8 1,2 18,00 12,00 aandeel staf (op totale fte van X en Y) 6,0 4,0 48,00 32,00 totalen indirecte overhead in fte 7,8 5,2 totalen indirecte overhead in 66,00 44,00 directe overhead in fte 15 5 in 120,00 40,00 uitvoerende medewerkers in fte in 300,00 270,00 hulpkp (indirecte en directe overhead): afdelingsoverhead 186,00 84,00 HoofdKP Producten (of projecten) X Y1 Y2 in uitvoerende fte integrale kosten aandeel overhead (via uitvoerende fte X, Y1 en Y2) 186,00 56,00 28,00 uitvoerende fte in 300,00 180,00 90,00 Niet-personele directe kosten in 1.000, , ,00 totale kosten 1.486, , , Aandachtspunten Interne leveringen Uiteindelijk worden zo alle kosten van een dienst, via afdelingen, doorberekend naar producten. Deze producten worden ofwel extern afgezet, ofwel intern. In dat laatste geval zal een productprijs bij een andere directie in rekening moeten worden gebracht. Ten aanzien van dit soort interne leveringen kan het volgende worden opgemerkt. De inkoop bij bijvoorbeeld de Facilitaire Dienst door een andere directie kan op drie manieren worden benaderd. Indien deze inkoop specifiek voor een stafafdeling of de directie zelf is, wordt zij onder deze stafafdeling geregistreerd. Indien deze inkoop voor een gehele directe afdeling is, maar niet toewijsbaar is aan een specifiek product, wordt zij geregistreerd onder de hulpkostenplaats (of rubriek) afdelingsoverhead van deze afdeling. Uiteraard wordt de inkoop die direct is te koppelen aan een product, ook als directe kostenpost aangemerkt. 7

8 Kosten Bestuur en Concern Evenals in veel andere gemeenten worden in Den Haag de kosten van het bestuur (college, raad en daaraan direct toe te rekenen kosten) niet beschouwd als overheadkosten die over producten moeten worden versleuteld. Dat betekent dat er financieel-administratief een afzonderlijk product bestuur wordt onderscheiden. In de Haagse praktijk gebeurt dit ook met concernafdelingen, zoals de Directie Concernfinanciën. Een uitzondering betreft uiteraard kleine onderdelen die kosten rechtstreeks aan de afnemers in rekening brengen. Deze werkwijze wordt vrij vaak toegepast en reduceert het aantal interne boekingen en de administratieve werkdruk bijzonder. Er is ook een alternatief denkbaar. De kosten van het concern kunnen naar rato van het aantal fte. per dienst over de diensten verdeeld worden. Zij komen dan bij de diensten binnen op een separate kostenplaats en worden opgevat als indirecte overhead. Het voordeel van deze verdeling is, dat zij zo veel mogelijk aansluit op de voorgestelde verdeling: zowel in verdeelsleutel (aantal fte.) als in benadering (feitelijk als stafafdeling). Aan de andere kant levert dit alternatief meer administratieve werklast op. Uit praktische overweging adviseren wij vooralsnog de Haagse praktijk te handhaven. Levering door stafafdelingen binnen diensten Indien stafafdelingen interne producten gaan leveren richting andere afdelingen, worden deze producten tegen een integrale kostprijs doorberekend. Deze kostprijs wordt in mindering gebracht op de kostenplaats van deze stafafdeling, zodat minder overhead hoeft te worden verdeeld. Hier wordt dus dezelfde gedragslijn gekozen als in het geval van (onderdelen van) concernafdelingen die bepaalde diensten rechtstreeks aan bepaalde producten of andere afdelingen leveren. Het kan voorkomen dat sommige stafafdelingen verder zijn in hun definiëring en facturering van interne producten. Deze afdelingen houden dus steeds minder overheadsaldo over welke uiteindelijk verdeeld moet worden. Daarmee kan de vergelijkbaarheid van overhead van ondersteunende afdelingen tussen diensten onder druk komen te staan. De uiteindelijke kostprijs van een extern product verandert evenwel niet. Bovendien zou volgens het principe waar mogelijk direct toerekenen, dit uitgangspunt eerder een stimulans moeten zijn voor andere stafafdelingen om ook interne producten te definiëren. Tot slot kan een systeem van toerekening, hoe uniform ook toegepast, nooit de noodzaak van een nadere verschillenanalyse wegnemen. Programma s en projecten Programma s of projecten welke afdelingsoverstijgend zijn, dienen te worden opgebouwd uit onderliggende producten vanuit de diverse afdelingen. Dit heeft als voordeel dat de toerekening richting deze producten niet hoeft te worden aangepast. Uiteindelijk worden deze producten geclusterd tot de programma- of projectkosten. Inhuur externe personeel Bij de inhuur van extern personeel kunnen complicaties ten aanzien van de boeking optreden. De volgende lijn wordt voorgestaan. Als personeel wordt ingehuurd om bestaand personeel te vervangen, wordt deze inhuur geboekt als ware het reguliere ambtelijke formatie. Er zal dan vermoedelijk een verschil optreden tussen de voor- en nacalculatie. Als personeel wordt ingehuurd om een additionele activiteit te verrichten, worden deze kosten direct geboekt op het product waar deze activiteit betrekking op heeft. Deze lijn geldt voor afdelingen welke externe producten produceren, maar in zekere zin ook voor ondersteunende afdelingen. Bij vervanging op ondersteunende afdelingen telt de inhuur mee als personele last (welke dus in de totale doorrekening richting extern producerende afdelingen meeloopt). Mocht de inhuur nu een specifieke additionele activiteit betreffen, dan staat hier een baat tegenover (om budgettair neutraal te blijven) en heeft de inhuur geen effect op de totale doorbelasting. Integrale kostprijzen en externe opbrengsten Soms zijn kosten van belang bij het genereren van externe opbrengst. Dit is bijvoorbeeld het geval bij leges en subsidies. Om hier zo bedrijfseconomisch mogelijk mee om te gaan worden eerst de vereisten bezien die gesteld worden aan de leges of de subsidie. Als de integrale kostprijs die in deze notitie wordt voorgestaan afwijkt van het toegestane, zal 8

9 separaat een besluit genomen moeten worden: dit kan in de praktijk extracomptabel plaatsvinden. Als het gaat om het doorbelasten van overhead, wordt voorgesteld dit te doen op basis van fte. en één uurtarief per afdeling en daarbij geen onderscheid te maken naar salarishoogte. Er wordt dus niet voorgestaan om aan uren en producten van hoge salarissen meer door te belasten dan van lagere. Een gevolg hiervan is dat de kostprijs van producten die via lage salarisschalen tot stand komen hoger wordt, dan wanneer zou zijn doorberekend op basis van separate salarissen. Als men deze kosten volledig zou willen door belasten aan een externe partij, dan is het denkbaar dat men zich uit de markt prijst. In een dergelijke situatie wordt geadviseerd om extracomptabel een kostprijscalculatie op te stellen. Daarbij kunnen overigens naast bedrijfseconomische ook politiek-bestuurlijke motieven gelden, terwijl men naast het concept van integrale kostprijs ook het concept van relevante kosten zal moeten toepassen. De redenering werkt tevens vice versa: het hanteren van één uurtarief heeft immers ook tot gevolg dat de kostprijs van producten die via hogere salarisschalen tot stand komen lager wordt. Administratieve inrichting hulpkostenplaatsen en kostenplaatsen Tot slot kunnen complicaties optreden met betrekking tot de administratieve verwerking. Deze houdt in, dat per afdeling een hulpkostenplaats (of rubriek) afdelingsoverhead en een producerende kostenplaats moet worden opgetuigd. Het is van belang, dat de sleutels op voorcalculatorische basis worden begroot, maar tijdens het boekjaar in stand blijven. Pas bij de jaarrekening kan de verdeling op nacalculatorische basis plaatsvinden. Hoewel het meer zuiver is om periodiek de verdeelsleutels te herijken, weegt dit voordeel niet op tegen de extra administratieve werkzaamheden die periodieke herijking met zich meebrengt. Medewerkers die voor een gedeelte worden ingezet voor ondersteunende werkzaamheden en voor een ander gedeelte voor directe productie, worden qua formatie en salariskosten gesplitst over de hulpkostenplaats (of rubriek) afdelingsoverhead en de directe-kostenplaats van de afdeling. Dit houdt in, dat vooraf een inschatting van het aantal uren moet worden gemaakt. De uiteindelijke toerekening kan op nacalculatorische basis plaatsvinden. Hiertoe is het noodzakelijk dat tijdens de rit ook uren worden geschreven. Ook is het mogelijk om de uiteindelijke toerekening te baseren op de inschatting en in dat geval hoeft men geen tijd te schrijven. Deze optie kan men hanteren als het aantal externe producten zeer beperkt is. Inschatting vindt dan plaats op basis van ervaringsgegevens. Men kan ervoor opteren om tijdens de rit deze ervaringsgegevens bij wijze van steekproeven te verifiëren op actualiteit. Ook zal men de voor- en nadelen van een geavanceerde wijze van tijdschrijven tegen elkaar moeten afwegen. 4.3 Stappenplan in administratieve zin Aan de hand van het bovenstaande kunnen de volgende stappen onderscheiden worden, die uiteindelijk leiden tot een toepassing van de stapsgewijze methode in de gemeente Den Haag. 1. Definieer voor elke dienst externe producten. Dit zijn producten die direct op een programma kunnen worden geboekt of producten waarvoor afnemers bereid zijn een prijs te bepalen. 2. Bepaal voor de externe producten de directe kosten. Bepaal voor de externe producten ook de uren dat aan deze producten gewerkt moet worden (of het aantal fte.). De overige kosten en uren zijn ondersteunende kosten en uren en komen samen in de hulpkostenplaats (of rubriek) afdelingsoverhead. 3. Leg een kostenverdeelschema aan, dat de relaties tussen de afdelingen van een dienst aangeeft. Zorg ervoor dat deze stapsgewijs en niet reciproque is opgezet. Zo ontstaat inzicht in ondersteunende afdelingen en directe afdelingen. 4. Breng voor de kostenverdeling eerst de opbrengsten van externe producten op de kostenplaatsen van de stafafdelingen in mindering. 5. Verdeel de resterende te verdelen kosten op basis van het aantal fte. richting andere afdelingen. Deze komen op de hulpkostenplaats (of rubriek) afdelingsoverhead van deze afdelingen terecht. 9

10 6. Bepaal per afdeling een uurtarief: dit zijn de salariskosten die betrekking hebben op de externe producten plus de hulpkostenplaats (of rubriek) afdelingsoverhead gedeeld door het aantal uur dat op externe producten wordt geschreven of ingeschat. Eventueel kunnen per afdeling meerdere uurtarieven worden berekend indien de externe omgeving de noodzaak hiertoe accentueert of indien de salarisniveaus van de medewerkers zeer verschillen. 7. Verdeel binnen de afdelingen zelf de kosten van ondersteuning en salaris op basis van het aantal uur dat aan externe producten wordt gewerkt (of ingeschat) keer het uurtarief. Zo worden de kosten voor ondersteuning uiteindelijk richting de externe producten doorberekend. 8. Ontwikkel enkele voorbeelden waaraan de praktische werking van de gemaakte afspraken vooraf en in de eerste fase van invoering kan worden getest. 5. Beslispunten De volgende beslispunten kunnen aan de hand van de bovenstaande overwegingen worden geformuleerd: 1. Hanteer de stapsgewijze toerekening. Als een afdeling op een andere afdeling heeft toegerekend, kunnen er dus geen kosten meer worden terugbelast. 2. Verdeel overhead in dienstoverhead (tot nu toe meestal indirect genoemd) en afdelingsoverhead (tot nu toe meestal direct genoemd). 3. Dienstoverhead betreft kosten die gemaakt worden binnen stafafdelingen en directie van een dienst en die niet richting producten worden toegerekend welke in rekening kunnen worden gebracht. 4. Afdelingsoverhead betreft kosten die niet direct kunnen worden toegerekend richting de directe producten van de afdeling. 5. Het onderscheid tussen personele afdelingsoverhead en directe personeelskosten ligt in de vraag of en in hoeverre er tijd geschreven wordt op de directe producten van een afdeling. Dit onderscheid wordt zowel in uren als in salariskosten gemaakt. 6. Leg in administratieve zin een hulpkostenplaats of een rubriek aan voor afdelingsoverhead. 7. Dienstoverhead wordt eerst richting deze hulpkostenplaats (of rubriek) afdelingsoverhead toegerekend. Vervolgens wordt de afdelingsoverhead naar de producten toegerekend. 8. De eerste stap gebeurt op basis van het aantal fte. per afdeling. De tweede op basis van het aantal uren dat wordt geschreven of ingeschat op de producten van de afdeling maal het uurtarief. 9. Iedere afdeling kent één uurtarief. Indien de externe omgeving hiertoe noodzaakt of indien de salarisniveaus binnen een afdeling zeer verschillen, kan men ervoor opteren om meerdere uurtarieven per afdeling te hanteren. 10. Kosten voor het bestuur en concernbrede afdelingen worden direct naar een eigen product toegeschreven. Deze kosten vallen dus buiten de kostenverbijzondering. 11. Als concernafdelingen, stafafdelingen en directies directe producten leveren voor andere afdelingen, wordt daarvoor een interne kostprijs gehanteerd. Deze wordt in mindering gebracht op de kostenplaats van deze afdelingen en dus ook op de overhead die uiteindelijk van deze afdelingen moet worden doorbelast. 12. Begroot op voorcalculatorische basis en herijk pas tijdens de jaarrekening op nacalculatorische basis (dus niet tijdens de rit zelf). Hiervoor zal men moeten tijdschrijven. De herijking kan echter ook op basis van de inschatting vooraf plaatsvinden. Deze inschatting kan men bij wijze van steekproef op actualiteit verifiëren. Per dienst zal een keuze gemaakt moeten worden tussen tijdschrijven of herijken op basis van de inschatting vooraf. 13. Gemeentelijke diensten leggen het toepassen van de voorgestelde methodiek op de eigen afdelingen en producten vast en informeren de directie Financiën van de Bestuursdienst hierover. 10

Bij de verschillende gemeentelijke diensten is informatie opgevraagd over of en hoe een integrale kostprijs berekend wordt.

Bij de verschillende gemeentelijke diensten is informatie opgevraagd over of en hoe een integrale kostprijs berekend wordt. Samenvatting onderzoek uniformering bedrijfseconomische uitgangspunten Doel onderzoek Het doel van het doelmatigheidsonderzoek was te komen tot voorstellen om de wijzen van berekening van de integrale

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN Opgave 1 a. Wat wordt verstaan onder het verbijzonderen van de indirecte kosten? Het verbijzonderen van de indirecte kosten houdt in dat de indirecte kosten aan de producten

Nadere informatie

Overhead en Ontwikkelingen personele kosten Informatieavond Gemeenteraad 27 september 2011

Overhead en Ontwikkelingen personele kosten Informatieavond Gemeenteraad 27 september 2011 Overhead en Ontwikkelingen personele kosten Informatieavond Gemeenteraad 27 september 2011 Overhead Opbouw kosten van overhead Benchmark Berenschot Verdeling van overhead Hoe om te gaan met overhead uitbesteding

Nadere informatie

Notitie K o s t e n v e r d e l i n g B & W

Notitie K o s t e n v e r d e l i n g B & W Notitie K o s t e n v e r d e l i n g B & W 3-9 - 2 0 1 3 Inleiding In het afgelopen jaar is duidelijk geworden dat de huidige verdeling van de kosten niet meer voldoet. De huidige verdeling is niet meer

Nadere informatie

OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN Opgave 1 a. Wat wordt verstaan onder het verbijzonderen van de indirecte kosten? Het verbijzonderen van de indirecte kosten houdt in dat de indirecte kosten aan de producten

Nadere informatie

Terugkoppelsjabloon kostprijsmodel RZ15A

Terugkoppelsjabloon kostprijsmodel RZ15A Terugkoppelsjabloon kostprijsmodel RZ15A Versie 1.2 15 oktober 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Controles... 4 2.1 Algemeen... 4 2.2 Aanlevering documenten... 5 3 Fases conform het kostprijsmodel...

Nadere informatie

Projectplannr: A.2.06. Kostprijs- en tarievenmodel Nederlandse Emissieautoriteit

Projectplannr: A.2.06. Kostprijs- en tarievenmodel Nederlandse Emissieautoriteit Projectplannr: A.2.06 Kostprijs- en tarievenmodel Nederlandse Emissieautoriteit 21 januari 2005 I N H O U D Hoofdstuk Pagina 1. Inleiding 2 2. Uitgangspunten bij de opzet van het kostprijs- en tarievenmodel

Nadere informatie

Regionale Uitvoering Bbz. Kostprijs producten

Regionale Uitvoering Bbz. Kostprijs producten Regionale Uitvoering Bbz Kostprijs producten Inhoudsopgave 1 Producten als basis voor aansturing van een Bbzsamenwerkingsverband 2 2 Producten begroten: hoe bereken je de kostprijs? 3 2.1 Directe kosten

Nadere informatie

De kostenplaatsenmethode en Activity Based Costing

De kostenplaatsenmethode en Activity Based Costing 8 hoofdstuk De kostenplaatsenmethode en Activity Based Costing 8.1 A 8.2 C 8.3 D 8.4 C 8.5 B 8.6 D 8.7 C 8.8 B 8.9 D 8.10 A (220.000 / 4.000) 1.400 = 77.000 8.11 C (4.500 + 25 + 110 + 145 + 710) 1.000

Nadere informatie

Dienstverlening Bedrijfsvoering (Overeenkomst Gemene rekening)

Dienstverlening Bedrijfsvoering (Overeenkomst Gemene rekening) betreft Algemeen bestuur GGD IJsselland datum 19 december 2013 agendapunt 5 onderwerp informant portefeuillehouder Dienstverlening Bedrijfsvoering (Overeenkomst Gemene rekening) P. Seinen / E. Roelenga

Nadere informatie

Beheerbegroting. Versie: D&H 29 Oktober Inclusief verplichte bijlagen en overige uitvoeringsinformatie

Beheerbegroting. Versie: D&H 29 Oktober Inclusief verplichte bijlagen en overige uitvoeringsinformatie Beheerbegroting 2014 Versie: D&H 29 Oktober 2013 Inclusief verplichte bijlagen en overige uitvoeringsinformatie 1 INHOUDSOPGAVE 1 Algemeen... 3 2 Uitvoeringsinformatie met betrekking tot de begroting...

Nadere informatie

Een juiste interpretatie van een calculatie hangt af van de onderliggende gegevens. 1 Gebruikt u in de calculatie de bruto of de netto grondstofprijs?

Een juiste interpretatie van een calculatie hangt af van de onderliggende gegevens. 1 Gebruikt u in de calculatie de bruto of de netto grondstofprijs? Artikel 5 Opslagmethodiek; de techniek verder uitgewerkt. In het vorige artikel hebben we een start gemaakt met een technische uitleg van de techniek van de opslagcalculatie. Als het goed is hebt u voor

Nadere informatie

Cursus Bedrijfseconomie 2

Cursus Bedrijfseconomie 2 Cursus Bedrijfseconomie 2 IBK2BEC20 1 Programma Kostenverbijzondering (Hfdst. 8) Verdeling indirecte kosten Vijf methoden (ABC volgende week) Opgaven deel 8.2 t/m 8.10 2 1 Kostenverbijzondering de primitieve

Nadere informatie

Rekenkamercommissie BEL. Kostentoerekening BEL Combinatie

Rekenkamercommissie BEL. Kostentoerekening BEL Combinatie Rekenkamercommissie BEL Kostentoerekening BEL Combinatie juni 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding onderzoek en ondezoeksvraag 3 1.2 Opbouw rapport 4 2. Situatieschets van betrokken partijen...

Nadere informatie

eenvoudig en transparant ma

eenvoudig en transparant ma Kostentoerekening in de praktijk Hoe Amersfoort en Pijnacker eenvoudig en transparant ma In de vorige editie van B&G stonden twee artikelen over de theoretische kant van kostentoerekening binnen gemeenten.

Nadere informatie

Bedrijfseconomische basisbeginselen. College 3, spm 1212

Bedrijfseconomische basisbeginselen. College 3, spm 1212 Bedrijfseconomische basisbeginselen College 3, spm 1212 Overzicht Kostenbegrippen Kostprijscalculatie en verbijzondering Kosten en industriële organisatie Waarom aandacht voor kosten? Belangrijk criterium

Nadere informatie

Voor bedrijven t/m 15 medewerkers Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering

Voor bedrijven t/m 15 medewerkers Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering TARIEF CALCULATOR en BEWAKER (TCB) Voor bedrijven t/m 15 werknemers PKM Adviseurs voor de metaal & technische sector Einsteinbaan 1 3439 NJ Nieuwegein 030 60523336 TARIEF CALCULATOR en BEWAKER (TCB) Voor

Nadere informatie

Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering

Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering TARIEF CALCULATOR en BEWAKER (TCB) Voor bedrijven t/m 15 werknemers PKM Adviseurs voor de metaal & technische sector Einsteinbaan 1 3439 NJ Nieuwegein 030 60523336 Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering

Nadere informatie

Coöperatie van Verenigingen van Leraren en ander Onderwijspersoneel U.A. Begroting 2013

Coöperatie van Verenigingen van Leraren en ander Onderwijspersoneel U.A. Begroting 2013 Coöperatie van Verenigingen van Leraren en ander Onderwijspersoneel U.A. Vastgesteld door het bestuur: 23 november 2012 Goedgekeurd door de Algemene Leraren Vergadering: 23 november 2012 Toelichting begrotingssystematiek

Nadere informatie

Bijlage B Herziening en uitwerking bij derden in rekening te brengen uurtarieven 2008

Bijlage B Herziening en uitwerking bij derden in rekening te brengen uurtarieven 2008 Bezoekadres De Blomboogerd 1, 4003 BX Tiel Postadres Postbus 599, 4000 AN Tiel T (0344) 64 90 90 F (0344) 64 90 99 E info@wsrl.nl I www.waterschaprivierenland.nl Bank 63.67.57.269 Bijlage B Herziening

Nadere informatie

www.pwc.nl Frictiekosten samenwerkingsverband regio Alkmaar 7 januari 2013

www.pwc.nl Frictiekosten samenwerkingsverband regio Alkmaar 7 januari 2013 www.pwc.nl Frictiekosten samenwerkingsverband regio Alkmaar 7 Agenda Aanpak Brongegevens Verschil met gegevensuitvraag zomer 2012 Frictie - Personeel primair proces - Personeel, overhead - Overhead, indirecte

Nadere informatie

Notitie Detachering aan derden Publicatie 15 april 2016

Notitie Detachering aan derden Publicatie 15 april 2016 Toelichting Deze notitie heeft de status van een inlichting/algemene voorlichting, omdat geen specifieke casuïstiek aan de orde komt. De notitie beoogt de overheidslichamen te ondersteunen bij het beoordelen

Nadere informatie

Leerarrangement 31 De Investering

Leerarrangement 31 De Investering Leerarrangement 31 De Investering Het programma van vandaag: Uitleg la31 1e Hoorcollege Directe en indirecte kosten De opslagmethode De kostenplaatsenmethode Toelichting LA 31.1 La 31 4 hoorcolleges: Kosten,

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Beleidsregel uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen provincie Drenthe

PROVINCIAAL BLAD. Beleidsregel uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen provincie Drenthe PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Drenthe. Nr. 6977 27 december 2016 Beleidsregel uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen provincie Drenthe Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe

Nadere informatie

Ten opzichte van de doorrekening van de jaarcijfers 2017 zijn wel de volgende wijzigingen bij de doorrekening van de jaarcijfers 2018 doorgevoerd:

Ten opzichte van de doorrekening van de jaarcijfers 2017 zijn wel de volgende wijzigingen bij de doorrekening van de jaarcijfers 2018 doorgevoerd: Algemeen bestuur Advies steller Leiden A. Kutlu/R. Vroonland 4 april 2019 Onderwerp Doorrekening jaarcijfers 2018 in kostprijscalculatiemodel Inleiding In de vergadering van het algemeen bestuur van 16

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 404 Besluit van 29 augustus 2011, houdende regels inzake doorberekening van kosten van de stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen

Nadere informatie

7 Kostenverbijzondering (I)

7 Kostenverbijzondering (I) 7 Kostenverbijzondering (I) V7.8 Speelgoedfabrikant Autoys BV heeft onlangs de Jolls Joyce ontwikkeld: een plastic speelgoedauto voor peuters in de leeftijdscategorie van twee tot vijf jaar. De productie

Nadere informatie

Werkorganisatie DEAL-gemeenten

Werkorganisatie DEAL-gemeenten IKB INTEGRALE KOSTPRIJSBEREKENING Werkorganisatie DEAL-gemeenten Mei 2015 1 P a g i n a Aanleiding De aanleiding voor deze notitie is het besluit van het bestuur op 22 april 2015 om de Integrale Kostprijsberekening

Nadere informatie

Bijlage 2: Impactanalyse gemeente Leiderdorp voor SSC Leidse Regio. Context

Bijlage 2: Impactanalyse gemeente Leiderdorp voor SSC Leidse Regio. Context Bijlage 2: Impactanalyse gemeente Leiderdorp voor Leidse Regio Context Het Bedrijfsplan Leidse Regio (hierna ) bevat berekeningen van de benodigde middelen voor het. Deze worden uitgewerkt in een begroting

Nadere informatie

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017 Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017 1 1. Inleiding en achtergrond De Financiële verordening van de provincie Zuid-Holland schrijft voor dat Provinciale Staten

Nadere informatie

Bijlage I: Kostentoerekening 2012

Bijlage I: Kostentoerekening 2012 Bijlage I: Kostentoerekening 2012 In artikel 4.2 lid 4 van het Waterschapsbesluit, is opgenomen dat de kostentoerekening plaats vindt op basis van objectieve, bedrijfseconomische criteria. De totale begroting

Nadere informatie

Aanbiedingsformulier voor AB

Aanbiedingsformulier voor AB Aanbiedingsformulier voor AB Bijlage bij agendapunt 4 Datum 11 februari 2019 Onderwerp Formatie 2019 Verseon: 2018194601 Vertrouwelijk Doel van agendering Toelichting door Ja Besluitvormend Marlies Krul-Seen

Nadere informatie

B&W besluit Publicatie

B&W besluit Publicatie B&W besluit Publicatie Onderwerp Kostenverdeelstaat Bestuurlijk behandelvoorstel (2013/415681) CS/CC Collegebesluit 1. Het college stelt de informatienota over de kostenverdeelstaat vast. 2. De nota heeft

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen subsidies Noord- Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Bijlage(n) - Gelet op

Nadere informatie

Cost Accounting. Fasttrack Microsoft Dynamics NAV 2013

Cost Accounting. Fasttrack Microsoft Dynamics NAV 2013 Fasttrack Microsoft Dynamics NAV 2013 Cost Accounting Gé Baltessen Freelance Dynamics NAV / CRM Consultant ge.baltessen@navige.nl 06-18654300 www.navige.nl Doelstelling Cost Accounting. Kostensoorten/kostenplaatsen/kostenobjecten.

Nadere informatie

In deze memo gaan we achtereenvolgens in op de volgende onderwerpen: Berekening structureel financieel effect en terugverdientijd UHR.

In deze memo gaan we achtereenvolgens in op de volgende onderwerpen: Berekening structureel financieel effect en terugverdientijd UHR. Aan Jos Zon (gemeente Utrechtse Heuvelrug) en Arnold Geytenbeek (BghU) Van ANG/ Berenschot Datum 12 mei 2015 Betreft Resultaat Quick Scan financiële consequenties toetreding UHR tot BghU Status Concept/

Nadere informatie

Stappenplan kostenverdeelmodel

Stappenplan kostenverdeelmodel Stappenplan kostenverdeelmodel Inleiding Een kostenverdeelmodel herverdeelt kosten binnen een organisatie. In het opstellen van een kostenverdeelmodel zijn diverse stappen te onderscheiden. Dit onderdeel

Nadere informatie

Bespreeknota wijziging Besluit Begroting en Verantwoording

Bespreeknota wijziging Besluit Begroting en Verantwoording Bespreeknota wijziging Besluit Begroting en Verantwoording Inleiding Met ingang van de begroting 2017 gaat er het nodige veranderen in het Besluit Begroting en Verantwoording en daarmee in onze begroting.

Nadere informatie

Indicatieve begroting Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

Indicatieve begroting Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Indicatieve begroting Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Status Deze indicatieve begroting is bestemd voor de colleges van de deelnemers aan de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. Het doel is

Nadere informatie

Toelichting frictiekosten en verfijnde begroting samenwerkingsverband regio Alkmaar 7 januari 2013

Toelichting frictiekosten en verfijnde begroting samenwerkingsverband regio Alkmaar 7 januari 2013 www.pwc.nl Toelichting frictiekosten en verfijnde begroting samenwerkingsverband regio Alkmaar 7 Agenda Wat is frictie en waar treedt dit op? Brongegevens Verschil met gegevensuitvraag zomer 2012 Frictie

Nadere informatie

Memo. Kostenstructuur CBS. December 2017

Memo. Kostenstructuur CBS. December 2017 Memo Kostenstructuur CBS December 2017 Algemeen De taak van CBS is het van overheidswege verrichten van statistisch onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap en het openbaar maken van de

Nadere informatie

DB-vergadering Agendapunt 11

DB-vergadering Agendapunt 11 DB-vergadering 13-03-2012 Agendapunt 11 Onderwerp Nota Uurtarieven 2012 Portefeuillehouder(s) R.L.M. Sleijpen Afdeling Middelen Bestuursprogramma Niet van toepassing Waterbeheersplan Niet van toepassing

Nadere informatie

NOTITIE OVERHEAD April 2016

NOTITIE OVERHEAD April 2016 NOTITIE OVERHEAD April 2016 INHOUDSOPGAVE Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding... 3 Hoofdstuk 2 Definitie... 4 Hoofdstuk 3 Kostendekking... 7 Hoofdstuk 4 Programmaplan... 8 Hoofdstuk 5 Paragraaf Bedrijfsvoering...

Nadere informatie

Veranderingen door BBV. Raadspresentatie 5 September 2016

Veranderingen door BBV. Raadspresentatie 5 September 2016 Veranderingen door BBV Raadspresentatie 5 September 2016 Doel bijeenkomst 5 september: technische uiteenzetting over aanpassingen in BBV; 6 oktober: financiële uiteenzetting over aanpassingen in BBV. 2

Nadere informatie

Rm mziz/wlimburg. Begrotingswijziging Programmabegroting RUD Zuid-Limburg. Meerjarenraming

Rm mziz/wlimburg. Begrotingswijziging Programmabegroting RUD Zuid-Limburg. Meerjarenraming Rm mziz/wlimburg -o Begrotingswijziging Programmabegroting 2017 Meerjarenraming 2018-2021 RUD Zuid-Limburg R < mzh/v/limburg Inhoud A. inleiding 3 B. Beheer van de RUD Zuid-Limburg 3 C. Financieel 3 C.1

Nadere informatie

GR A2-gemeenten Begroting

GR A2-gemeenten Begroting GR A2-gemeenten Begroting 2014-2017 2014 2015 2016 2017 LASTEN Programma I&A 4.260.662 4.309.225 4.395.408 4.483.320 Programma juza 642.474 647.149 660.091 673.112 Programma W&I 2.179.593 2.149.783 2.192.778

Nadere informatie

2.2 Aanvulling op geformuleerde uitgangspunten: verdeelsleutel financiering

2.2 Aanvulling op geformuleerde uitgangspunten: verdeelsleutel financiering 1 Inleiding In dit memorandum wordt een nadere toelichting gegeven op de concept- begroting Veilig Thuis 2017-2020. De algemene uitgangspunten voor het opstellen van de begroting zijn opgenomen in het

Nadere informatie

Algemeen Bestuur SK Dagelijks Bestuur SK Betreft: Kadernota Begroting 2016 en Meerjarenraming Datum: 5 maart 2015

Algemeen Bestuur SK Dagelijks Bestuur SK Betreft: Kadernota Begroting 2016 en Meerjarenraming Datum: 5 maart 2015 Aan: Van: Algemeen Bestuur SK Dagelijks Bestuur SK Betreft: Kadernota Begroting 2016 en Meerjarenraming 2017-2019 Datum: 5 maart 2015 Inleiding Met deze nota worden de uitgangspunten van de begroting 2016

Nadere informatie

Blauwdruk rekenmodel JGZ Eindrapport gezamenlijke werkgroep Z-org en GGD Nederland. 21 december 2005

Blauwdruk rekenmodel JGZ Eindrapport gezamenlijke werkgroep Z-org en GGD Nederland. 21 december 2005 Blauwdruk rekenmodel JGZ Eindrapport gezamenlijke werkgroep Z-org en GGD Nederland 21 december 2005 1 Inleiding Van oudsher werd de 0 tot 4-jarigen jeugdgezondheidszorg uitgevoerd door de thuiszorg en

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/5

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/5 PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/5 Officiële naam regeling: Citeertitel: Naam ingetrokken regeling: Besloten door: Onderwerp: Nadere regels met betrekking tot berekeningswijzen uurtarieven en uniforme

Nadere informatie

Commissie Beleidscyclus College van B&W Aanpak achterblijvende overhead

Commissie Beleidscyclus College van B&W Aanpak achterblijvende overhead Informatienota Aan: Commissie Beleidscyclus Van: College van B&W Onderwerp: Aanpak achterblijvende overhead Portefeuillehouder Wethouder L. Verspuij Datum collegebesluit 14 oktober 2014 Geheimhouding:

Nadere informatie

Gelet op: Artikel 14 van de verordening financieel beleid, financieel beheer en financiële organisatie,

Gelet op: Artikel 14 van de verordening financieel beleid, financieel beheer en financiële organisatie, Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten Vergadering April 2010 Nummer 6172 onderwerp beleidsnota kostprijsberekening en renteberekening 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland,

Nadere informatie

Beoogd effect Een adequate, professionele en efficiënte organisatie voor de gemeentelijke informatie- en communicatietechnologie.

Beoogd effect Een adequate, professionele en efficiënte organisatie voor de gemeentelijke informatie- en communicatietechnologie. Portefeuillehouder Datum raadsvergadering A.J. Gerritsen 26 januari 2012 Datum voorstel 13 december 2011 Agendapunt Onderwerp Samenwerking op het vlak van automatisering De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Nadere informatie

Leerarrangement 31 De Investering

Leerarrangement 31 De Investering Leerarrangement 31 De Investering Het programma van vandaag: Uitleg la31 Directe en indirecte kosten De opslagmethode De kostenplaatsenmethode 1 Toelichting LA 31.1 La 31.1 (50%) 5 hoorcolleges:kosten,

Nadere informatie

LEGESOPDRACHT Deel I (transparant systeem)

LEGESOPDRACHT Deel I (transparant systeem) NOTA LEGESOPDRACHT Deel I (transparant systeem) 1. Inleiding De legesverordening voorziet een groot aantal producten en diensten die op verzoek van burgers en bedrijven geleverd worden. De kosten worden

Nadere informatie

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord 1 e HERZIENING BEGROTING 2017 Omgevingsdienst Brabant Noord 1. ALGEMEEN 1.1 Algemene uitgangspunten Op basis van de meest actuele ontwikkelingen is de op een aantal onderdelen bijgesteld. Bij de herziening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 30 573 Migratiebeleid Nr. 94 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE, INTEGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Naam vragensteller: M.H.J. Bon Namens Fractie Inwonersbelangen Montfoort Linschoten.

Naam vragensteller: M.H.J. Bon Namens Fractie Inwonersbelangen Montfoort Linschoten. INWONERSBELANGEN VRAGEN AAN HET COLLEGE Nr. 2013-16 Datum: 15-03-2013 Naam vragensteller: M.H.J. Bon Namens Fractie Inwonersbelangen Montfoort Linschoten. Vraag gericht aan het college Onderwerp: Raadsvoorstel

Nadere informatie

Rijkswaterstaat. Eindrapportage Onderzoek Financieel Business Plan Nationale Bewegwijzeringsdienst

Rijkswaterstaat. Eindrapportage Onderzoek Financieel Business Plan Nationale Bewegwijzeringsdienst Rijkswaterstaat Eindrapportage Onderzoek Financieel Business Plan Nationale Bewegwijzeringsdienst Pagina 1 0 Managementsamenvatting Inleiding In opdracht van Rijkswaterstaat (RWS) heeft Ernst & Young een

Nadere informatie

Jaarverslag 2013. Begroting 2015. Gemeenschappelijke regeling reinigingstaken Borsele-Goes

Jaarverslag 2013. Begroting 2015. Gemeenschappelijke regeling reinigingstaken Borsele-Goes Jaarverslag 2013 Begroting 2015 Gemeenschappelijke regeling reinigingstaken Borsele-Goes Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 1 INHOUDSOPGAVE... 2 JAARREKENING 2013... 3 BALANS... 4 WAARDERINGSGRONDSLAGEN...

Nadere informatie

Notitie Rentebeleid 2007

Notitie Rentebeleid 2007 Notitie Rentebeleid 2007 Inhoudsopgave Inleiding 3 De positie van de nota rentebeleid 3 De werking van het marktconform percentage 3 Totaalfinanciering versus project- of objectfinanciering 4 Rentetoerekening

Nadere informatie

SCHULDHULPVERLENING Een eerste doorkijk

SCHULDHULPVERLENING Een eerste doorkijk SCHULDHULPVERLENING Een eerste doorkijk Doorrekening kosten Kompas Januari 2011, versie 3.0 Kenmerk: MLK/2011/1841 Colofon: Document Aanbieder Afnemer Auteur(s) : Doorrekening kosten kompas voor uitvoering

Nadere informatie

DE PARAGRAAF LOKALE HEFFINGEN: KRIJGT DE GEMEENTERAAD AL HET VEREISTE INZICHT?

DE PARAGRAAF LOKALE HEFFINGEN: KRIJGT DE GEMEENTERAAD AL HET VEREISTE INZICHT? DE PARAGRAAF LOKALE HEFFINGEN: KRIJGT DE GEMEENTERAAD AL HET VEREISTE INZICHT? DE WIJZIGING VAN HET BBV, EEN JAAR LATER DE WIJZIGING VAN HET BBV: MEER EISEN AAN DE PARAGRAAF LOKALE HEFFINGEN PARAGRAAF

Nadere informatie

Voorgesteld wordt de volgende uitgangspunten voor de begroting 2014 te hanteren:

Voorgesteld wordt de volgende uitgangspunten voor de begroting 2014 te hanteren: Nota voor : vergadering Algemeen Bestuur Datum : 19 december 2012 Onderwerp : Uitgangspunten begroting 2014 en planning besluitvorming Agendapunt : 5 Kenmerk : AB/1224 Bijlage: Planning en controlcyclus

Nadere informatie

Portefeuillehoudersoverleg Jeugd, Samenwerkende gemeenten Jeugdhulp Rijnmond

Portefeuillehoudersoverleg Jeugd, Samenwerkende gemeenten Jeugdhulp Rijnmond Overleg: Portefeuillehoudersoverleg Jeugd, Samenwerkende gemeenten Jeugdhulp Rijnmond Datum vergadering: 12 december 2013 Agendapunt nr.: 18 Onderwerp: Voorstel Regionale Inkoop Rotterdam Gevraagde beslissing:

Nadere informatie

Tariefsopbouw nieuwe producten gemeente Eindhoven. Eindhoven 22 juli 2015

Tariefsopbouw nieuwe producten gemeente Eindhoven. Eindhoven 22 juli 2015 Tariefsopbouw nieuwe producten gemeente Eindhoven Eindhoven 22 juli 2015 Inhoudsopgave Achtergrond, vraagstelling en scope Achtergrond en vraagstelling Scope Werkwijze totstandkoming tariefsopbouw Werkwijze

Nadere informatie

BEKNOPTE HANDLEIDING KOSTPRIJSBEREKENING Samenvatting van de theorie

BEKNOPTE HANDLEIDING KOSTPRIJSBEREKENING Samenvatting van de theorie BEKNOPTE HANDLEIDING KOSTPRIJSBEREKENING Samenvatting van de theorie INLEIDING Zeker als de jaarcijfers te wensen over laten, komt al snel de roep om een adviseur. Dit om te zorgen dat de resultaten in

Nadere informatie

Bijeenkomst met aanbieders Wmo ambulant Haarlem e.o. Onderzoek naar tarieven 2018 Wmo ambulant

Bijeenkomst met aanbieders Wmo ambulant Haarlem e.o. Onderzoek naar tarieven 2018 Wmo ambulant Bijeenkomst met aanbieders Wmo ambulant Haarlem e.o. Onderzoek naar tarieven 2018 Wmo ambulant Haarlem 11 april 2017 1 Agenda/Inhoud 1. Terugblik 2. Toelichting op de voorlopige parameters calculatiemodel

Nadere informatie

Verdeelmodellen regionaal samenwerkingsverband sociale diensten regio Alkmaar Aanvulling 20 januari 2013

Verdeelmodellen regionaal samenwerkingsverband sociale diensten regio Alkmaar Aanvulling 20 januari 2013 www.pwc.nl Verdeelmodellen regionaal samenwerkingsverband sociale diensten regio Alkmaar Aanvulling 20 januari 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Verdeling uitvoeringskosten op basis totale frictie 3.

Nadere informatie

Berenschot rekenmodel basistarieven Hulp bij Huishouden gemeenteutrecht

Berenschot rekenmodel basistarieven Hulp bij Huishouden gemeenteutrecht Berenschot rekenmodel basistarieven Hulp bij Huishouden gemeenteutrecht Berekening verschillende componenten basistarief Tarieven Versie sept 2014 Schaal 10 Schaal 15 HV1 HV2 Loon FWG schaal Toelichting

Nadere informatie

Tussentijdse rapportage 2015 Realisatie januari tot en met september Outlook 2015. Algemeen Bestuur

Tussentijdse rapportage 2015 Realisatie januari tot en met september Outlook 2015. Algemeen Bestuur Tussentijdse rapportage januari tot en met Algemeen Bestuur Inleiding Voor u ligt de Tussentijdse rapportage. Deze rapportage biedt inzicht in de financiële resultaten van Holland Rijnland over de periode

Nadere informatie

J A A R STUKKEN 2 0 12. Energiek BV. Permar Energiek BV Ede

J A A R STUKKEN 2 0 12. Energiek BV. Permar Energiek BV Ede J A A R STUKKEN 2 0 12 Energiek BV Permar Energiek BV Ede Opmaakdatum:31 mei 2013 Jaarstukken 2012 - Jaarrekening - Overige gegevens Opmaakdatum: 31 mei 2013 1 Jaarrekening - Balans - Winst-en-verliesrekening

Nadere informatie

Financieel Statuut Gemeentelijke Gezondheidsdienst Haaglanden

Financieel Statuut Gemeentelijke Gezondheidsdienst Haaglanden Financieel Statuut Gemeentelijke Gezondheidsdienst Haaglanden Gemeentelijke Gezondheidsdienst Haaglanden Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Haaglanden;

Nadere informatie

Bijlage A Richtlijnen voor het opzetten van de begroting

Bijlage A Richtlijnen voor het opzetten van de begroting Bijlage A Richtlijnen voor het opzetten van de begroting Bijlage A, behorende bij het Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d. 13 november 2007, inhoudende afspraken betreffende het

Nadere informatie

TOELICHTING CONTROLEPROTOCOL STICHTING TRANSUMO. -versie 31 mei 2007- pag. 1. 1. Inleiding

TOELICHTING CONTROLEPROTOCOL STICHTING TRANSUMO. -versie 31 mei 2007- pag. 1. 1. Inleiding -versie 31 mei 2007- pag. 1 1. Inleiding Deze toelichting heeft betrekking op het controleprotocol Stichting Transumo, versie 31 mei 2007, en heeft tot doel een nader invulling te geven aan een aantal

Nadere informatie

Handreiking kostprijsberekening versie 4.0. 1. Inleiding...3. 2. Doel...4. 3. Productdefiniëring...5. 4. Systematiek kostprijsberekening...

Handreiking kostprijsberekening versie 4.0. 1. Inleiding...3. 2. Doel...4. 3. Productdefiniëring...5. 4. Systematiek kostprijsberekening... Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Doel...4 3. Productdefiniëring...5 4. Systematiek kostprijsberekening...6 5. Voorbeelden kostprijsberekening...7 BIJLAGE Bijlage 1. Prismant rekeningschema rubriek 4...

Nadere informatie

agendanummer afdeling Simpelveld VI- IBR 23 juli 2012 Wet op de basistarieven Hulp bij het huishouden 844

agendanummer afdeling Simpelveld VI- IBR 23 juli 2012 Wet op de basistarieven Hulp bij het huishouden 844 Aan de raad agendanummer afdeling Simpelveld VI- IBR 23 juli 2012 onderwerp Wet op de basistarieven Hulp bij het huishouden 844 zaakkenmerk Inleiding Het initiatiefwetsvoorstel Leijten over basistarieven

Nadere informatie

Business case Slim Samenwerken

Business case Slim Samenwerken Business case Slim Samenwerken 13 oktober 2011 Daniël Huisman D.Huisman@Berenschot.nl 1 Inhoud presentatie Ervaring Berenschot met slim samenwerken en business cases Valkuilen bij samenwerkingstrajecten

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2016/593253

Raadsstuk. Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2016/593253 Raadsstuk Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2016/593253 1. Inleiding De gemeenteraad stelt kaders vast o.a. in de vorm van gemeentelijke verordeningen. De financiële verordening

Nadere informatie

BEGROTINGSWIJZIGING (concept)

BEGROTINGSWIJZIGING (concept) BEGROTINGSWIJZIGING (concept) Gemeenschappelijke Regeling Provincie Dienstjaar Wijziging GGD Midden-Nederland Utrecht 2013 nr. 2 Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling GGD Midden-Nederland,

Nadere informatie

Richtlijnen bij de Algemene Subsidieverordening Tilburg voor instellingen die in een jaar meer dan 125.000 subsidie ontvangen

Richtlijnen bij de Algemene Subsidieverordening Tilburg voor instellingen die in een jaar meer dan 125.000 subsidie ontvangen Richtlijnen bij de Algemene Subsidieverordening Tilburg voor instellingen die in een jaar meer dan 125.000 subsidie ontvangen Inhoud pag. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 1.1 Begripsomschrijving 1 1.2 Reikwijdte

Nadere informatie

Personeelsmanagement nader becijferd. Begrippenlijst. Karin Potting

Personeelsmanagement nader becijferd. Begrippenlijst. Karin Potting Personeelsmanagement nader becijferd Begrippenlijst Karin Potting bussum 2011 Deze begrippenlijst hoort bij de derde, herziene druk van Personeelsmanagement nader becijferd van Karin Potting 2002 Uitgeverij

Nadere informatie

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2 Wijzigingen artikelsgewijs financiële 212 nieuw versus huidig Bijlage 2 Algemeen Bij de opstelling van de financiële, zoals deze ter besluitvorming voorligt in de raad van 14 februari 2017, is het uitgangspunt

Nadere informatie

1. Inleiding en richtlijnen

1. Inleiding en richtlijnen NOTITIE RENTE 2017 1. Inleiding en richtlijnen 1.1 Inleiding Bij de wijzigingen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de invoering van de Vennootschapsbelasting (VPB) voor de lagere overheden

Nadere informatie

Markt en Overheid. Workshop Congres gemeentefinanciën

Markt en Overheid. Workshop Congres gemeentefinanciën Markt en Overheid Workshop Congres gemeentefinanciën Waarom een wet Markt en Overheid? Het is overheden toegestaan economische activiteiten uit te voeren (geen verbodstelsel) De inzet van publieke middelen

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Sturing en bedrijfsvoering SW Steller J. den Hoedt De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 41 57 Bijlage(n) 0 Ons kenmerk 6168312 Datum Uw brief van Uw

Nadere informatie

Berenschot rekenmodel basistarieven Hulp bij Huishouden gemeente Utrecht

Berenschot rekenmodel basistarieven Hulp bij Huishouden gemeente Utrecht Berenschot rekenmodel basistarieven Hulp bij Huishouden gemeente Utrecht Berekening is opgesteld op basis van CAO VVT 2013-2014. Wijzigingen in de CAO voor navolgende jaren zijn niet verwerkt in dit model.

Nadere informatie

Besluit van houdende regels ter uitvoering van artikel 36 van de Politiewet 2012 (Besluit verdeling sterkte en middelen politie)

Besluit van houdende regels ter uitvoering van artikel 36 van de Politiewet 2012 (Besluit verdeling sterkte en middelen politie) Besluit van houdende regels ter uitvoering van artikel 36 van de Politiewet 2012 (Besluit verdeling sterkte en middelen politie) Op voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van * 2012, nummer

Nadere informatie

ECFE/U Lbr. 16/070

ECFE/U Lbr. 16/070 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Modelverordening ex artikel 212 Gemeentewet uw kenmerk ons kenmerk ECFE/U201601248 Lbr. 16/070 bijlage(n)

Nadere informatie

GEMEENTE ONDERBANKEN

GEMEENTE ONDERBANKEN RAADSVOORSTEL GEMEENTE ONDERBANKEN Onderwerp: Vaststellen basistarief hulp bij het huishouden Gemeentebladnummer :2012/73 Behandelend ambtenaar : RAEVEN, FRANS Agendapunt : Portefeuille : WELZIJN, ECONOMIE

Nadere informatie

Individuele rapportage bedrijfsvergelijkend onderzoek Cedris 2013

Individuele rapportage bedrijfsvergelijkend onderzoek Cedris 2013 Rapport WEDEO Inleiding In de rapportage die nu voor u ligt is worden de resultaten getoond van de gegevens die u, samen met de andere deelnemers aan de benchmark, heeft aangeleverd. De gegevens zijn omgezet

Nadere informatie

Schriftelijke vragen aan college van B&W

Schriftelijke vragen aan college van B&W Schriftelijke vragen aan college van B&W Registratienr.: 05/15 Datum: 16-1-2015 Onderwerp: reactie dd. 16 augustus 2014 op rapport Interne analyse benchmark Berenschot van directie De burgemeester wordt

Nadere informatie

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten

Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Kostenterugwinning van Waterdiensten Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Sterk Consulting en Bureau Buiten Leiden, november 2013 1 2 Inhoudsopgave 1 Achtergrond en doel

Nadere informatie

Begroting Meerjarenraming

Begroting Meerjarenraming Begroting 2017 en Meerjarenraming 2018-2021 Begroting 2017, raming 2018-2021 Pagina 1 Inhoudsopgave Begroting 2017 Staat van baten en lasten begroting 2017 3 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument Opbrengstverrekening 2008

Verantwoordingsdocument Opbrengstverrekening 2008 Verantwoordingsdocument Opbrengstverrekening 2008 Fase 2 / Berekening CVZ augustus 2010 Inhoud 1. Algemene inleiding 5 2. Berekening overdekking per ziekenhuis per boekjaar 7 3. Berekening schadelastschuif

Nadere informatie

Programmabegroting Versie:

Programmabegroting Versie: Programmabegroting 2019 Versie: 4.0.0.0.0.0 3.1.12, Vpb en onvoorzien, Vpb en Onvoorzien bedragen x 1.000,- Rekening 2017 Begroting 2018 Begroting 2019 Meerjarenraming 2020 2021 2022 Lasten 61.713 57.658

Nadere informatie

Veranderen van denken en doen. in de praktijk. 20 november 2014 seminar gemeente Barneveld Hilko de Boer strategisch financieel adviseur

Veranderen van denken en doen. in de praktijk. 20 november 2014 seminar gemeente Barneveld Hilko de Boer strategisch financieel adviseur Veranderen van denken en doen in de praktijk 20 november 2014 seminar gemeente Barneveld Hilko de Boer strategisch financieel adviseur Inhoud workshop A Hoe kom je tot een eenvoudige administratieve structuur,

Nadere informatie

11. Staat van Baten en Lasten 2016

11. Staat van Baten en Lasten 2016 Jaarstukken 216 Stichting La Poubelle 11. Staat van Baten en Lasten 216 216 216 215 BATEN Kringloop 1.354.619 1.39.973 1.234.138 Eethuis de Pollepel 25.234 12.992 Begeleiding Subsidies 2.376.253 2.29.36

Nadere informatie

De JetStar bestaat uit een reeks onderdelen die in de onderneming JetFun bvba worden geproduceerd.

De JetStar bestaat uit een reeks onderdelen die in de onderneming JetFun bvba worden geproduceerd. De onderneming JetFun bvba produceert één type jetski, de JetStar. De JetStar bestaat uit een motor die de jetski aandrijft. De motor is een Kawasaki 23 pk die wordt aangekocht. De JetStar bestaat uit

Nadere informatie

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 15 februari 10 mei 6 juli 2017

Datum: Informerend. Datum: Adviserend. 15 februari 10 mei 6 juli 2017 Oplegvel 1. Onderwerp Plan van aanpak OV-visie Holland Rijnland Midden Holland en wijze van uitvoering 2. Rol van het Platformtaak volgens gemeente samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang

Nadere informatie