gran chuleta gramática

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "gran chuleta gramática"

Transcriptie

1 La gran chuleta de gramática

2 HET ALFABET A a alemán B be Barcelona C ce casa, cero D de decir E e escribir F efe foto G ge gato, Argentina H hache hola I i Inglaterra J jota garaje K ca kilómetro L ele Latinoamérica M eme madre N ene nombre Ñ eñe España O o hermano P pe palabra Q cu quince R erre profesora, perro S ese famoso DE UITSPRAAK B - V (B-KLANK: BOOM) De b en de v worden uitgesproken als de b in boom, bijvoorbeeld: burro, vivir C - QU (K-KLANK: KAAS) De qu staat vóór e/i en wordt uitgesproken als de k in kaas, bijvoorbeeld: queso, esquis Ook de c wordt vóór a/o/u uitgesproken als de k in kaas, bijvoorbeeld: casa, cosa, Cuba C - Z (TH-KLANK: THING) De c wordt vóór e/i uitgesproken als de Engelse th in thing, bijvoorbeeld: once, domicilio De z staat vóór a/e/i/o/u/medeklinker en wordt ook uitgesproken als de Engelse th in thing, bijvoorbeeld: pizarra, zeta, zigzag, zumo, aparezco G J (G-KLANK: LACHEN) De g wordt vóór e/i uitgesproken als de ch in lachen, bijvoorbeeld: argentino, elegir Ook de j wordt vóór a/e/i/o/u uitgesproken als de ch in lachen, bijvoorbeeld: jamón, jefe, jirafa, joven, juego T te tener U u número V uve veinte W uve doble kiwi X equis taxi Y i griega playa, yo Z ceta pizarra la be la equis la ele In het Spaans zijn de letters vrouwelijk: G - GU (G-KLANK: GOAL) De g wordt vóór a/o/u/medeklinker uitgesproken als de g in goal, bijvoorbeeld: jugar, Bogotá, grande De g wordt ook voor ue/ui uitgesproken als de g in goal, bijvoorbeeld: portugués, guitarra H De h is stom en wordt niet uitgesproken: hola R RR De r wordt rollend uitgesproken, bijvoorbeeld: Roma. Aan het begin van een woord en na l, n en s, wordt de r langer aangehouden, bijvoorbeeld: Israel. Ook de rr wordt langer aangehouden, bijvoorbeeld: perro. 92 NOVENTA Y DOS

3 DE KLEMTOOON EN HET ACCENT BIJ SPAANSE WOORDEN Er zijn drie regels voor het gebruik van de klemtoon in Spaanse woorden: PALABRAS ESDRÚJULAS... Klemtoon op de twee na laatste lettergreep: Química, teléfono PALABRAS LLANAS... Klemtoon op de één-na-laatste lettergreep: casa, letra PALABRAS AGUDAS... Klemtoon op de laatste lettergreep: hablar, papá De meeste woorden hebben de klemtoon op de één-na-laatste lettergreep. Sommige woorden hebben een geschreven accent, andere niet: PALABRAS ESDRÚJULAS Woorden met de klemtoon op de twee na laatste lettergreep krijgen altijd een geschreven accent: Matemáticas, México, informática PALABRAS LLANAS Woorden die de klemtoon op de één-na-laatste lettergreep hebben en niet eindigen op een klinker, -n of -s, krijgen een geschreven accent: árbol, carácter PALABRAS AGUDAS Woorden die de klemtoon op de laatste lettergreep hebben en eindigen op een klinker, -n of -s, krijgen een geschreven accent: mamá, millón, París Libro se escribe con acento? LIDWOORDEN ONBEPAALDE LIDWOORDEN un bolígrafo unos helados una camiseta unas tiendas BEPAALDE LIDWOORDEN el bolígrafo los helados la camiseta las tiendas Tengo una camiseta blanca. (Ik heb een wit T-shirt.) Dónde está la camiseta blanca? (Waar is het witte T-shirt?) Me gustan las camisetas blancas. (Ik vind witte T-shirts mooi.) Mira. En esta tienda hay camisetas. (Kijk, in deze winkel zijn witte T-shirts.) En esta tienda hay unas camisetas muy bonitas. (In deze winkel zijn een aantal mooie T-shirts.) de + el = del a + el = al Estoy en el comedor del colegio. Voy al cine. ZELFSTANDIGE NAAMWOORDEN Het Spaans heeft mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden: MANNELIJK el chico el colegio VROUWELIJK la chica la clase Woorden die bij het zelfstandig naamwoord horen, krijgen een uitgang die past bij het geslacht (mannelijk/vrouwelijk) en getal (enkelvoud/meervoud) van het zelfstandig naamwoord. Es un lugar bonito. Tiene una niña muy guapa. Estos libros son muy interesantes. Estas libretas rojas son de Kike. No. Libro es una palabra llana y termina en vocal. Het geslacht van een zelfstandig naamwoord kun je herkennen aan het lidwoord, en vaak ook aan de uitgang: MANNELIJK De meeste zelfstandige naamwoorden die eindigen op -o, -aje, -or: cielo, oleaje, comedor VROUWELIJK De meeste zelfstandige naamwoorden op -a, -ción, -sión, -dad: mesa, canción, diversión, solidaridad NOVENTA Y TRES 93

4 Het meervoud van zelfstandige naamwoorden: KLINKER + -S Woorden die eindigen op een klinker, krijgen in het meervoud -s: lengua - lenguas MEDEKLINKER + -ES Woorden die eindigen op een medeklinker, krijgen in het meervoud -es: profesor - profesores AANWIJZENDE VOORNAAMWOORDEN De uitgang van een aanwijzend voornaamwoord richt zich naar het geslacht en getal van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort: ENKELVOUD este esta MEERVOUD estos estas Este ejercicio es un poco difícil. Te gusta ésta? Estos son mis padres. Quiénes son estas chicas? Esto wordt gebruikt voor iets wat onbekend is: Qué es esto? Esto? Un regalo para ti. Esto es para ti. MEERVOUD MANNELIJK VROUWELIJK mis perros mis casas tus hermanos tus hermanas sus padres sus madres nuestros hijos nuestras hijas vuestros profesores vuestras profesoras sus abuelos sus abuelas Esta es tu mochila? Vuestro colegio es muy grande? su madre = de Fernando de María de usted(es) sus padres = de Fernando de María de ustedes(es) BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een verschillende uitgang voor mannelijk/vrouwelijk, en enkelvoud/meervoud: americano americana americanos americanas rojo roja rojos rojas Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op -e of op een medeklinker, hebben dezelfde uitgang voor mannelijk en vrouwelijk: un gorro verde unos gorros verdes una camiseta verde unas camisetas verdes un chico formal unos chicos formales una chica formal unas chicas formales 94 NOVENTA Y CUATRO BEZITTELIJKE VOORNAAMWOORDEN De uitgang van een bezittelijk voornaamwoord richt zich naar het geslacht en getal van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort: ENKELVOUD MANNELIJK mi perro tu hermano su padre nuestro hijo vuestro profesor su abuelo VROUWELIJK mi casa tu hermana su madre nuestra hija vuestra profesora su abuela Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker, krijgen in het meervoud de uitgang -es. formal formales gris grises Bijvoeglijke naamwoorden op -ista of een beklemtoonde klinker hebben dezelfde uitgang voor mannelijk en vrouwelijk: un hombre optimista un hombre marroquí una mujer optimista una mujer marroquí Achter bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker en een nationaliteit of beroep aanduiden, komt een -a voor de vrouwelijke vorm: holandés holandesa alemán alemana

5 BIJWOORDEN VAN HOEVEELHEID Soy demasiado responsable. Soy muy responsable. Soy bastante responsable. Soy un poco irresponsable. No soy nada responsable. OVERTREFFENDE TRAP Belice es el país más pequeño de América. El Everest es la montaña más alta del mundo. Nacho es el menor. Andrés es el mayor. Het persoonlijk voornaamwoord wordt wél gebruikt voor nadruk of contrast: Yo me llamo Laura y ella, Emilia. Yo soy italiana, y tú? Yo, rumano. Het persoonlijk voornaamwoord wordt ook gebruikt wanneer je naar iemand vraagt: El señor González, por favor? Soy yo. GEBRUIK VAN TÚ/USTED Om iemand beleefd aan te spreken worden usted (enkelvoud) en ustedes (meervoud) gebruikt. Ze krijgen dezelfde werkwoordsvorm als el/ella en ellos/ellas. Als jongere spreek je een volwassene die je niet kent, aan met usted (ustedes tegenover meerdere personen). Bijvoorbeeld een ober, een politieman, iemand op straat. Een docent wordt in Spanje vaak met tú aangesproken. In de meeste Latijns-Amerikaanse landen wordt vosotros niet gebruikt. Daar wordt voor jullie alleen ustedes gebruikt. PERSOONLIJKE VOORNAAMWOORDEN ONDERWERPSVORMEN Als onderwerp worden gebruikt: yo tú él ella usted nosotros nosotras vosotros vosotras ellos ellas ustedes In het Spaans herken je het onderwerp (ik, jij, hij,...) aan de werkwoordsuitgang. Het persoonlijk voornaamwoord als onderwerp wordt daarom meestal weggelaten: Hablo español e italiano. (-o = yo) Estudiamos español. (-amos = nosotros) VORMEN NA EEN VOORZETSEL Na een voorzetsel worden de onderwerpsvormen van het persoonlijk voornaamwoord gebruikt. Uitzonderingen: mí en ti. para mí ti él/ella/usted nosotros/nosotras vosotros/vosotras ellos/ellas/ustedes Este paquete es para mí o para ti? Con heeft met mí en ti een aparte vorm: conmigo contigo Vienes al cine conmigo? Me gusta estar contigo. Vergelijk: Normalmente juego al tenis con ella. NOVENTA Y CINCO 95

6 VORMEN ALS LIJDEND OF MEEWERKEND VOORWERP Als het persoonlijk voornaamwoord lijdend voorwerp is, worden deze vormen gebruikt: me te lo la nos os los las Y el chocolate? Lo he puesto en la mochila. Als het lijdend voorwerp vooraan in de zin staat, wordt het direct daarachter herhaald als persoonlijk voornaamwoord: El chocolate lo he puesto en la mochila. Als het persoonlijk voornaamwoord meewerkend voorwerp is, worden de vormen hieronder gebruikt. Vóór gustar, encantar, interesar en doler staat altijd een van deze vormen. me (gusta) te (gusta) le (gusta) nos (gusta) os (gusta) le (gusta) Te gusta jugar al ajedrez? Le duele la cabeza a tu hermana? WEDERKERENDE VORMEN Bepaalde werkwoorden worden gecombineerd met een wederkerend voornaamwoord: lavarse (zich wassen), llamarse (heten),... me (llamo) te (llamas) se (llama) nos (llamamos) os (llamáis) se (llaman) VOORZETSELS A ir a Sevilla/México a las tres de la tarde a + el= al Voy al campo. Voy a la playa. CON ir/estar/vivir... con David DE venir de Roma la mochila de Roberto una mochila de plástico las diez de la mañana d + el= del Vengo del comedor. Vergelijk: Vengo de la playa. EN en verano/navidad... ir en coche/tren/avión quedarse en casa/la ciudad... estar en casa/españa PARA un libro para Pamela POR viajar por España pasar por Madrid Este verano nos quedamos en casa. Mi gato se llama Oscar. Oscar se lava todos los días. HAY: ER IS, ER ZIJN ENKELVOUD En nuestro cole hay comedor. En nuestro cole no hay comedor. MEERVOUD Hay diez aulas. No hay muchos alumnos. 96 NOVENTA Y SEIS

7 GETALLEN 0 cero 1 uno 2 dos 3 tres 4 cuatro 5 cinco 6 seis 7 siete 8 ocho 9 nueve 10 diez 11 once 12 doce 13 trece 14 catorce 15 quince 16 dieciséis 17 diecisiete 18 dieciocho 19 diecinueve 20 veinte 30 treinta 40 cuarenta 50 cincuenta 60 sesenta 70 setenta 80 ochenta 90 noventa 100 cien 200 doscientos/as 300 trescientos/as 400 cuatrocientos/as 500 quinientos/as 600 seiscientos/as 700 setecientos/as 800 ochocientos/as 900 novecientos/as 101 ciento un/uno/una 102 ciento dos 110 ciento diez 120 ciento veinte 1000 mil 2000 dos mil diez mil cien mil doscientos/as mil un millón diez millones : quince millones setecientos catorce mil trescientos cincuenta y nueve HOEVEELHEID AANGEVEN Hago un poco de bastante mucho demasiado Bastante, mucho en demasiado krijgen dezelfde uitgang als bijvoeglijke naamwoorden, als ze bij een zelfstandig naamwoord horen: mucho demasiado mucha demasiada Mi hermano hace mucho deporte. ruido gente muchos demasiados muchas demasiadas estudiantes mesas bastante gente bastantes mesas Nada, bastante, mucho, muy en demasiado zijn onveranderlijk als ze bij een werkwoord of een bijvoeglijk naamwoord horen: MET WERKWOORDEN Ana no estudia nada. Ana estudia bastante. Ana estudia mucho. Ana estudia demasiado. MET BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN No son nada inteligentes. Son bastante inteligentes. Son muy inteligentes. Son demasiado inteligentes. Voor het aangeven van ongeveer worden gebruikt: Unos cinco euros. Unas tres horas al día. Tres horas, aproximadamente. Dos o tres horas. deporte. NOVENTA Y SIETE 97

8 PLAATSAANDUIDINGEN aquí allí a tu lado a mi lado arriba abajo a la derecha a la izquierda Dónde está? en el suelo encima de la mochila detrás de la mochila al lado de la mochila debajo de la mochila dentro de la mochila delante de la mochila entre la mochila y las botas Voor het aangeven van gewoontes op een bepaalde tijd gebruik je: Los lunes/martes/miércoles... En Navidad/verano... Los viernes voy a la piscina. Om te zeggen hoe vaak iets gebeurt, gebruik je: siempre normalmente una vez al día / al mes / al año / a la semana dos veces al día / al mes / al año / a la semana muchas veces a veces nunca Voy de vacaciones a España dos veces al año. Siempre voy al cine con mis padres. Voor voor en na gebruik je: antes del colegio antes de las seis después de las clases después de las seis TIJDSAANDUIDINGEN ayer hoy mañana pasado mañana marzo Hoy, después de las clases, vamos a una fiesta. Voor het verleden of de toekomst worden onder andere deze tijdsaanduidingen gebruikt: Este verano/otoño... Estas vacaciones/navidad... El lunes/domingo... El día 10/14... En agosto/pascua... Estas vacaciones he estado en Guatemala. El lunes voy a Madrid. DE ONPERSOONLIJKE VORM MET SE En México se habla español. En Latinoamérica se come mucha fruta. En Colombia se produce mucho café. En España se hablan 4 lenguas. 98 NOVENTA Y OCHO

9 VRAAGWOORDEN Quién es este chico de la foto? Javi, mi hermano pequeño. Dónde están los servicios? Al fondo a la derecha. Adónde vas a ir el domingo? A casa de mis abuelos. De dónde es Bernard? De París. Con quién están hoy los niños? Con María José. Cómo vas a ir a Grecia? En avión? No, en barco. Cuándo tienes vacaciones? En agosto. Y tú? Cuánto cuesta este jersey? Treinta euros. Cuánta pasta has comprado? Dos kilos. Cuántos años tiene Lara? Catorce. Cuántas galletas quieres? Sólo una. Por qué no vas al colegio? Porque estoy enfermo. Qué te gusta hacer los domingos? Ir al cine. Cuál te gusta más? Este o este? El azul. Cuáles te gustan? Los rojos o los grises? Los rojos. Y, PERO, NO NI (NI...) Voor en gebruik je y: Hago karate y surf. Víctor es español y Pamela es mexicana. Voor maar gebruik je pero: Quiero ir al cine pero tengo muchos deberes. Voor niet... en ook niet /ook geen gebruik je no... ni... (ni...): No hago karate ni surf. No es ni alto ni bajo. TAMBIÉN/TAMPOCO sí también ook no tampoco ook niet Laura habla inglés y también un poco de francés. Yo hablo inglés. Yo también. Yo no hablo inglés y tampoco italiano. Yo no hablo italiano. Yo tampoco. SÍ/NO sí wel no niet En el colegio XY3 no hay profesores. En nuestro colegio sí hay profesores. BETREKKELIJKE BIJZINNEN Cuál te gusta más? Esta o esta? No sé... Es un país. Tiene muchas montañas. Es un país que tiene muchas montañas. Es un país en el que se habla francés. Es un país donde se habla francés. Es una región en la que se cultiva café. Es una región donde se cultiva café. NOVENTA Y NUEVE 99

10 WERKWOORDEN Spaanse werkwoorden worden ingedeeld in drie groepen, op basis van de uitgang van de infinitief (-ar, -er, -ir): INFINITIEF OP -AR estudiar trabajar ordenar INFINITIEF OP -ER beber leer correr INFINITIEF OP -IR escribir vivir traducir GEBRUIK VAN DE PRESENTE De Presente wordt gebruikt voor gebeurtenissen in het heden en voor gewoontes: Vivo en Holanda. Los lunes voy a la piscina. Voor toekomstige gebeurtenissen worden deze vormen gebruikt: IR + A + INFINITIEF Este verano voy a viajar por Francia. Mañana voy a salir con Laura. PRESENTE Mañana voy a París. Este verano me quedo en casa. Het voltooid deelwoord wordt als volgt gevormd: INFINITIEF OP -AR INFINITIEF OP -ER/-IR -ADO -IDO estudiar leer salir estudiado leído salido Sommige voltooide deelwoorden zijn onregelmatig: abrir hacer decir poner escribir ver volver abierto hecho dicho puesto escrito visto vuelto Het voltooid deelwoord is onveranderlijk. De vorm van haber en het voltooid deelwoord staan altijd achter elkaar, zonder iets ertussen. No he todavía desayunado. No he desayunado todavía. MOETEN Voor moeten kun je deze vormen gebruiken: DE PERSOONLIJKE VORM Tener que + infinitief DE ONPERSOONLIJKE VORM Hay que + infinitief Tengo que estudiar. Para tener buenas notas hay que estudiar. PRETÉRITO PERFECTO De Pretérito Perfecto (voltooid tegenwoordige tijd) wordt gebruikt voor gebeurtenissen in het verleden die een verband hebben met het heden. HABER + VOLTOOID DEELWOORD (yo) he (tú) has (él, ella, usted) ha (nosotros, nosotras) hemos + estudiado (vosotros, vosotras) habéis (ellos, ellas, ustedes) han In Gente joven 2 leer je nog twee andere verleden tijden. Vienes a la playa? No puedo. Mañana tengo un examen y tengo que estudiar CIEN

11 REGELMATIGE WERKWOORDEN 1. WERKWOORDEN OP -AR PRESENTE (yo) (tú) (él, ella, usted) (nosotros, nosotras) (vosotros, vosotras) (ellos, ellas, ustedes) compro compras compra compramos compráis compran Andere regelmatige werkwoorden op -ar: anotar, ayudar, bailar, buscar, celebrar, chatear, comparar, completar, contestar, copiar, deletrear, dibujar, escuchar, estudiar, expresar, grabar, hablar, llegar, mejorar, mirar, necesitar, ordenar, practicar, preparar, pronunciar, regalar, trabajar, visitar PRETÉRITO PERFECTO (yo) he comprado (tú) has comprado (él, ella, usted) ha comprado (nosotros, nosotras) hemos comprado (vosotros, vosotras) habéis comprado (ellos, ellas, ustedes) han comprado 2. WERKWOORDEN OP -ER PRESENTE (yo) (tú) (él, ella, usted) (nosotros, nosotras) (vosotros, vosotras) (ellos, ellas, ustedes) bebo bebes bebe bebemos bebéis beben PRETÉRITO PERFECTO (yo) he bebido (tú) has bebido (él, ella, usted) ha bebido (nosotros, nosotras) hemos bebido (vosotros, vosotras) habéis bebido (ellos, ellas, ustedes) han bebido Andere regelmatige werkwoorden op -er: creer, comer, comprender, corresponder, leer 3. WERKWOORDEN OP -IR PRESENTE (yo) (tú) (él, ella, usted) (nosotros, nosotras) (vosotros, vosotras) (ellos, ellas, ustedes) vivo vives vive vivimos vivís viven PRETÉRITO PERFECTO (yo) he vivido (tú) has vivido (él, ella, usted) ha vivido (nosotros, nosotras) hemos vivido (vosotros, vosotras) habéis vivido (ellos, ellas, ustedes) han vivido Andere regelmatige werkwoorden op -ir: añadir, decidir, descubrir, discutir, escribir, recibir, vivir CIENTO UNO 101

12 ONREGELMATIGE WERKWOORDEN INFINITIEF PRESENTE VOLTOOID DEELWOORD conocer conozco conocido conoces conoce conocemos conocéis conocen dar doy dado das da damos dais dan decir digo dicho dices dice decimos decís dicen dormir duermo dormido duermes duerme dormimos dormís duermen estar estoy estado estás está estamos estáis están hacer hago hecho haces hace hacemos hacéis hacen ir voy ido vas va vamos vais van INFINITIEF PRESENTE VOLTOOID DEELWOORD jugar juego jugado juegas juega jugamos jugáis juegan oír oigo oído oyes oye oímos oís oyen pensar pienso pensado piensas piensa pensamos pensáis piensan preferir prefiero preferido prefieres prefiere preferimos preferís prefieren poder puedo podido puedes puede podemos podéis pueden poner pongo puesto pones pone ponemos ponéis ponen querer quiero querido quieres quiere queremos queréis quieren INFINITIEF PRESENTE VOLTOOID DEELWOORD saber sé sabido sabes sabe sabemos sabéis saben salir salgo salido sales sale salimos salís salen ser soy sido eres es somos sois son tener tengo tenido tienes tiene tenemos tenéis tienen traer traigo traído traes trae traemos traéis traen venir vengo venido vienes viene venimos venís vienen ver veo visto ves ve vemos veis ven 102 CIENTO DOS

13 VEELGEBRUIKTE WOORDEN EN UITDRUKKINGEN IEMAND BEGROETEN EN AFSCHEID NEMEN Hola! Buenos días. Buenas tardes. Buenas noches. Adiós! Buen fin de semana! Hasta luego. Hasta mañana. Hasta el viernes. PERSOONLIJKE INFORMATIE VRAGEN EN GEVEN NOMBRE: Pedro APELLIDOS: Martínez Arroyo LUGAR DE NACIMIENTO: Ronda (Málaga) FECHA: DOMICILIO: C/ Zurbano, 14, Madrid Cómo te llamas? (Me llamo) Pedro. Cuál es tu apellido? Martínez Arroyo. De dónde eres? De España, de Málaga. Chao, hasta mañana! Hasta mañana! Dónde vives? En Bilbao. Cuántos años tienes? (Tengo) doce. Cuándo es tu cumpleaños? El 5 de agosto. VRAGEN IN DE LES Quién es Enrique? Es un amigo. / Es el novio de mi hermana. Quiénes son? Son unos amigos. / Son mis padres. Eres Jaime? No, yo me llamo Ernesto. Cómo se escribe tu apellido? Se escribe con uve/acento/hache? Cómo se escribe zapato? Nariz lleva acento? Cómo se dice goodbye en español? Cómo se llama esto en español? Qué significa cuaderno? En qué página estamos? En qué ejercicio estamos? Cómo dices? Puedes hablar más alto, por favor? Puedes volverlo a explicar? Puedes hablar más despacio, por favor? Puedes escribirlo en la pizarra? Es usted el señor Vázquez? Sí, soy yo. Quién es? El novio de mi hermana. CIENTO TRES 103

14 TELEFOONNUMMERS EN ADRESSEN Cuál es tu número de teléfono? (Es el) Tienes móvil? Sí, es el Tienes correo electrónico? Sí. Cuál es tu dirección de correo heet in het Spaans arroba. IEMANDS UITERLIJK BESCHRIJVEN VRAGEN EN ZEGGEN HOE LAAT HET IS Qué hora es? Es la una. / Son las dos Son las 2 y cuarto. Son las 2 y media. Son las 2 y diez. Son las 2 menos cuarto. Son las 2 menos cinco. A qué hora tienes la clase? A las once. / A la una. Cómo es? Tiene el pelo muy largo. Tiene el pelo rubio. Tiene el pelo rizado. Tiene los ojos marrones. Tiene los ojos muy bonitos. Es rubio/a. Es calvo. Es bastante alto/a y moreno/a. Es alto/a. Es bajito/a. Es delgado/a. Es gordito/a. Perdone, tiene hora? No, lo siento. No llevo reloj. Lleva gafas. Lleva bigote. Es muy guapo/a. Es bastante guapo/a. No es muy guapo/a. Es un poco feo/a. No es ni alto/a ni bajo/a. IEMANDS KARAKTER BESCHRIJVEN Soy muy responsable y muy ordenado. Laura es un poco despistada. Tus padres son muy simpáticos. De werkwoorden ser en estar betekenen in het Nederlands allebei zijn. Belangrijk verschil: estar drukt een tijdelijke toestand uit. Juani está guapa hoy. (= Vandaag ziet ze er goed uit.) Roberto está muy moreno. (= Roberto is erg bruin geworden.) DE DAGEN VAN DE WEEK lunes martes miércoles jueves viernes sábado domingo Hoy es lunes, verdad? No, hoy es martes. Mañana, qué día es? Miércoles. Qué haces los domingos? Juego al tenis. De dagen van de week zijn mannelijk: Cuándo es la fiesta? El sábado. 104 CIENTO CUATRO

15 DE MAANDEN EN JAARGETIJDEN En junio empiezan las vacaciones. En primavera no hace mucho calor. En verano hace mucho calor y a veces llueve. En otoño hace mucho viento. En invierno nieva y hace mucho frío. WAAR? Perdona/e, dónde están los servicios? Los servicios, por favor? Por allí. A la derecha. Al fondo, a la izquierda. VRAGEN WAT IETS KOST Cuánto cuesta esta camiseta? Veinticinco euros. Cuánto cuestan estos pantalones? Treinta y cinco euros. IETS BESTELLEN PRATEN OVER WAT JE (NIET) LEUK VINDT Me interesa mucho la historia. Me gusta mucho la informática. No me interesa el deporte. No me gusta el fútbol. No me interesa nada este libro. No me gusta nada este coche. Te gusta el tenis? Te gustan estos pantalones? Os interesa la informática? Os interesan los videojuegos? Sí, mucho. No, no mucho. No, nada. Os interesa la informática? A mí sí. A mí también. Os gusta el fútbol? A mí no. A mí tampoco. Mi asignatura favorita es el inglés. Mi deporte favorito es el baloncesto. No me gusta el campo, prefiero la playa. Tú cuál prefieres? Este o este? Este. Tienen bocadillos calientes? Yo quiero una ración de patatas fritas. Para mí una pizza de queso. Un agua con gas, por favor. AFREKENEN Cuánto es? Trece euros. Aquí tiene. ZEGGEN HOE JE JE VOELT Qué te pasa? Me duele la cabeza. Me duelen las piernas. Tengo dolor de cabeza / estómago... Estoy resfriado/a. Estoy mareado/a. Estoy cansado/a. No me encuentro (muy) bien. Me he hecho daño en la mano / el pie... Tengo (un poco de) sed/hambre/calor/frío. Qué calor/frío! Qué sed/hambre! Qué daño! Qué dolor (de cabeza / estómago...)! Het werkwoord estar drukt een tijdelijke toestand uit. CIENTO CINCO 105

16 IEMAND UITNODIGEN, EEN VOORSTEL DOEN Si quieres, puedes venir a mi casa. Quieres venir conmigo / con nosotros? Por qué no vienes a mi casa / con nosotros? Vamos de compras? IETS AFSPREKEN, EEN VOORSTEL AANNEMEN A qué hora quedamos? A las cinco. Dónde quedamos? Quedamos en mi casa? Qué tal a las seis? Fenomenal, a las seis estoy allí. Vale. Muy bien. EEN VOORSTEL AFSLAAN No puedo, tengo que estudiar. No puedo, estoy resfriado. AANGEVEN WAAR EEN LAND LIGT España está al norte de Marruecos. España está al sur de Francia. España está al este de Portugal. España está al oeste de Italia. Suecia está en el norte de Europa. España está en el sur de Europa. Bij het aangeven van de ligging van een land wordt estar gebruikt. EEN LAND BESCHRIJVEN Nicaragua tiene cinco millones de habitantes. Tiene km 2. Tiene un clima tropical/continental/mediterráneo. España tiene montañas muy altas. Quieres jugar con nosotros? Vale! PRATEN OVER HET WEER EN HET KLIMAAT En verano, en España hace bastante calor. Aquí hoy hace muy buen tiempo. En mi país en invierno hace mal tiempo. En el norte de España llueve mucho, verdad? Hace mucho frío, no? No vamos a esquiar. Hace viento. En los Pirineos nieva. 106 CIENTO SEIS

Keuzevak Spaans voor beginners 1 - Extra oefeningen

Keuzevak Spaans voor beginners 1 - Extra oefeningen Keuzevak Spaans voor beginners 1 - Extra oefeningen Met deze oefeningen kun je je voorbereiden op het tentamen Spaans voor beginners 1. De uitwerkingen staan op www.keuzevakspaans.com. Het echte tentamen

Nadere informatie

Het belang en het gemak van het Spaanse werkwoord

Het belang en het gemak van het Spaanse werkwoord Het belang en het gemak van het Spaanse werkwoord Door: Victor Sánchez Vaak starten Nederlanders heel enthousiast aan een cursus Spaans. Mijn ervaring heeft geleerd dat men vroeg of laat tegen de grammatica

Nadere informatie

Sí, claro! 1.2. Instaptoets. Opgaven. 1. Dos amigos miran el plano de Sevilla. 4. En la oficina de turismo.

Sí, claro! 1.2. Instaptoets. Opgaven. 1. Dos amigos miran el plano de Sevilla. 4. En la oficina de turismo. Sí, claro! 1.2 Instaptoets Opgaven Met behulp van deze toets kan worden bepaald over hoeveel kennis van de Spaanse taal een cursist reeds beschikt. De toets kan worden gebruikt om te bepalen in welke groep

Nadere informatie

SPAANS HERHALINGLES 2 Español

SPAANS HERHALINGLES 2 Español pagina:1 H2-1 Inleiding We herhalen de lessen 6 t/m 10. Lees eerst de betreffende lessen door. H2-2 Vertaal: El buen pastor su vida da por las ovejas La vaca muge La conozco Os ven María tiene los libros

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Ondersteunend materiaal página 4. Inhoud + checklist páginas 2-3. Opdracht página 1. Información personal páginas 6-13

Inhoudsopgave. Ondersteunend materiaal página 4. Inhoud + checklist páginas 2-3. Opdracht página 1. Información personal páginas 6-13 Inhoudsopgave Opdracht página 1 Inhoud + checklist páginas 2-3 Ondersteunend materiaal página 4 Información personal páginas 6-13 La familia página 14 El colegio página 15 Las palabras 1-100 página 16

Nadere informatie

1 Ficha de trabajo DOS POSTALES DESDE GALICIA. 1. Lee la postal de Elena para su madre. Completa el texto con las palabras.

1 Ficha de trabajo DOS POSTALES DESDE GALICIA. 1. Lee la postal de Elena para su madre. Completa el texto con las palabras. 1 Ficha de trabajo DOS POSTALES DESDE GALICIA 1. Lee la postal de Elena para su madre. Completa el texto con las palabras. animales ayudar cabañas campamento hermanas monitores montar a caballo otros Pontevedra,

Nadere informatie

SPAANS LES 4 Español

SPAANS LES 4 Español pagina:1 4-1 Inleiding In deze vindt u heel wat bouwstenen voor een dialoog. Die vindt u niet alleen in de beide dialogen maar ook onder het kopje vraagwoorden. Veel succes! 4-2 Zinnen voor een dialoog

Nadere informatie

Sí, claro! 1.1. Instaptoets. Opgaven. 4. En un hotel. 1. En un viaje. Perdón, ustedes francés? No, sólo inglés. Hola, cómo? Ernesto, y tú?

Sí, claro! 1.1. Instaptoets. Opgaven. 4. En un hotel. 1. En un viaje. Perdón, ustedes francés? No, sólo inglés. Hola, cómo? Ernesto, y tú? Sí, claro! 1.1 Instaptoets Opgaven Met behulp van deze toets kan worden bepaald over hoeveel kennis van de Spaanse taal een cursist reeds beschikt. De toets kan worden gebruikt om te bepalen in welke groep

Nadere informatie

SPAANS LES 2 Español

SPAANS LES 2 Español pagina:1 2-1 Inleiding U leert weer veel in deze les. U leert hoe u woorden in het meervoud kunt zetten, u leert weer heel wat over werkwoorden en u leert de telwoorden van 1 t/m 10. Veel succes! 2-2 Zinnetjes

Nadere informatie

SPAANS LES 6 Español

SPAANS LES 6 Español pagina:1 6-1 Inleiding Deze keer een klein gedeelte uit de Bijbel, twee dialoogjes en wat grammatica. De opmerking dat de antwoorden aan het eind van de les staan, laten we in het vervolg weg. Veel succes!

Nadere informatie

Instaptoets. Opgaven. 1. En un viaje. 4. En un hotel. Hola, cómo? Ernesto, y tú? Perdón, ustedes francés? No, sólo inglés.

Instaptoets. Opgaven. 1. En un viaje. 4. En un hotel. Hola, cómo? Ernesto, y tú? Perdón, ustedes francés? No, sólo inglés. Instaptoets Opgaven Met behulp van deze toets kan worden bepaald over hoeveel kennis van de Spaanse taal een cursist reeds beschikt. De toets kan worden gebruikt om te bepalen in welke groep of op welk

Nadere informatie

SPAANS HERHALINGLES 1 Español

SPAANS HERHALINGLES 1 Español pagina:1 H1-1 Inleiding De eerste herhalingsles. Lees de lessen 1 t/m 5 nog eens rustig door. Niet allemaal achter elkaar! Maak daarna deze herhalingsles. Veel succes! H1-2 Vertaal: Yo soy el pan = Yo

Nadere informatie

EL HORARIO DE LOS CHICOS

EL HORARIO DE LOS CHICOS EL HORARIO DE LOS CHICOS ACÉRCATE! cd 2 9 COMPRENDER 1 Bekijk het rooster en luister naar de cd. Zoek de woorden op die je niet kent. 1 E L H O R A R I O D E L A C L A S E 1 DE ESO LUNES 09:10 10:05 Ciencias

Nadere informatie

Madrid maart 2 april Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 1

Madrid maart 2 april Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 1 Madrid 2013 28 maart 2 april 2013 Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 1 Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 2 Het Spaans of het Castellano is één van de vier officiële talen van Spanje. De andere

Nadere informatie

Spaans voor zelfstudie

Spaans voor zelfstudie Prisma Taaltraining Spaans voor zelfstudie drs. Gisa Muniz INHOUD Voorwoord 9 Uitspraak 11 Les 1 Tekst 1 14 Begroetingen 14 Mensen ontmoeten 15 Zich voorstellen 16 Vragen hoe iemand heet 16 Zeggen waar

Nadere informatie

SPAANS LES 7 Español

SPAANS LES 7 Español pagina:1 7-1 Inleiding We beginnen deze keer met een artikeltje uit de Spaanse krant (elmundo). Verder leren we een nieuwe tijd en de namen van de dagen van de week. Veel succes! 7-2 Uit de Spaanse krant

Nadere informatie

SPAANS LES 5 Español

SPAANS LES 5 Español pagina:1 5-1 Inleiding In deze les gaat het voor een belangrijk deel over het weer: U leest een weerbericht uit de bekende krant EL MUNDO. U leert een groot aantal uitdrukkingen over het weer. Maar ook

Nadere informatie

Ana María y Fernando en México. Mateo en la playa. Juan y sus compañeros de fútbol. Mamá, Clarita y Mirta

Ana María y Fernando en México. Mateo en la playa. Juan y sus compañeros de fútbol. Mamá, Clarita y Mirta Mi gente 3 familierelaties + + zeggen of je iets leuk vindt of niet + + iemands uiterlijk en karakter beschrijven + + de getallen 11 100 + + de maanden van het jaar + + de datum Mateo en la playa Ana María

Nadere informatie

Mi cole. aan deze pagina een persoonlijk tintje! Hier kun je schrijven, tekenen, plakken, SETENTA Y SIETE

Mi cole. aan deze pagina een persoonlijk tintje! Hier kun je schrijven, tekenen, plakken, SETENTA Y SIETE 2 Geef Mi cole aan deze pagina een persoonlijk tintje! Hier kun je schrijven, tekenen, plakken, SETENTA Y SIETE 77 1 Wat is er raar in dit klaslokaal? Schrijf het op. Hay cinco profesores. 2 A. Welke schoolvakken

Nadere informatie

Wonen. In deze les leert u

Wonen. In deze les leert u 2 Wonen In deze les leert u woorden en zinnen rond het onderwerp wonen: un sofá estupendo de regels voor klemtoon en geschreven accent de meervoudsvormen van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden: cama

Nadere informatie

Tú y yo. In deze Unidad ga je vertellen over jezelf, je familie en vrienden

Tú y yo. In deze Unidad ga je vertellen over jezelf, je familie en vrienden Tú y yo In deze Unidad ga je vertellen over jezelf, je familie en vrienden Je leert begroeten en afscheid nemen vragen hoe iemand heet, hoe oud hij is en waar hij vandaan komt namen spellen de getallen

Nadere informatie

la bicicleta De jongste mag beginnen en een passend kaartje aan het openingskaartje leggen. Als je niet kan moet je een kaartje van de pot pakken.

la bicicleta De jongste mag beginnen en een passend kaartje aan het openingskaartje leggen. Als je niet kan moet je een kaartje van de pot pakken. Dominospel / memory Knip alle kaartjes van de betreffende hoofdstukken uit. Doe het zo dat je een kaartje hebt met aan de linkerkant het plaatje en aan de rechterkant een woord. Dus alleen de dikke zwarte

Nadere informatie

Prisma Taalbeheersing. Basisgrammatica. Spaans. Begrijpelijk voor iedereen. drs. E. Slager dr. Y. Rodríguez Pérez

Prisma Taalbeheersing. Basisgrammatica. Spaans. Begrijpelijk voor iedereen. drs. E. Slager dr. Y. Rodríguez Pérez Prisma Taalbeheersing Basisgrammatica Spaans Begrijpelijk voor iedereen drs. E. Slager dr. Y. Rodríguez Pérez Prisma maakt deel uit van Uitgeverij Unieboek Het Spectrum bv Postbus 97 3990 DB Houten Auteurs:

Nadere informatie

Uitwerking Tareas Spaans 3. Qué has hecho hoy?

Uitwerking Tareas Spaans 3. Qué has hecho hoy? Uitwerking Tareas Spaans 3 Capítulo 1 p. 12 Qué has hecho hoy? 1. [Vraag hoe het met gaat] Hola, cómo estás? 2. [Vraag waarom] Por qué? 3. [Vraag wat gedaan heeft] Qué has hecho? 1. [Reageer, zeg dat je

Nadere informatie

1OEFENINGEN bij WERKWOORDEN (boek CAMINOS 1, PAG.133 e.v.)

1OEFENINGEN bij WERKWOORDEN (boek CAMINOS 1, PAG.133 e.v.) 1OEFENINGEN bij WERKWOORDEN (boek CAMINOS 1, PAG.133 e.v.) 7.1.1 Regelmatige vormen A. Vul de juiste vorm van het werkwoord in: Dónde...? (vivir, tú) Dónde...? (trabajar, tú) Yo no...muy bien español.

Nadere informatie

k ga naar school Voy al colegio

k ga naar school Voy al colegio Nederlandstalig onderwijs k ga naar school Voy al colegio Nederlands Español k ga naar school Voy al colegio Wat heb ik goed geslapen. Mama helpt me bij het wassen en aankleden. Ze vertelt me dat ik mijn

Nadere informatie

SPAANS HERHALINGLES 3 Español

SPAANS HERHALINGLES 3 Español pagina:1 H3-1 Inleiding Ook van deze herhaling kunt weer veel leren. Bekijk de werkwoordsvormen goed. Zorg dat alle zinnen (zelfstandig) kunt vertalen. Als extra service vindt u nog een aantal extra oefeningen.

Nadere informatie

Tú y yo 1. Actividades. Tú y yo. Geef deze pagina een persoonlijk tintje! Hier kun je schrijven, tekenen, plakken,...

Tú y yo 1. Actividades. Tú y yo. Geef deze pagina een persoonlijk tintje! Hier kun je schrijven, tekenen, plakken,... 1 Tú y yo Geef deze pagina een persoonlijk tintje! Hier kun je schrijven, tekenen, plakken,... SETENTA Y SIETE 77 1 Bekijk de namenlijst op pagina 10 in het tekstboek. Schrijf op hoe je de voor- en achternamen

Nadere informatie

SPAANS LES 8 Español

SPAANS LES 8 Español pagina:1 8-1 Inleiding Een eenvoudig briefje. Daar maakt u in deze les kennis mee. Aan het eind van deze cursus moet u zelf zo'n briefje kunnen schrijven! En dat gaat vast en zeker lukken! Veel succes!

Nadere informatie

januari el/un coche el/un gato la/una casa la/una chica la/una mesa

januari el/un coche el/un gato la/una casa la/una chica la/una mesa januari Woordsoorten: er worden vandaag drie belangrijke woordsoorten behandeld. 1. Zelfstandige naamwoorden. Dit zijn de woorden waar je de, het of een voor kunt zetten. Het zijn dingen, dieren of mensen.

Nadere informatie

SPAANS LES 9 Español

SPAANS LES 9 Español pagina:1 9-1 Inleiding In deze les vindt u van alles wat: een dialoogje, een stukje uit de krant, een nieuwe tijd en de getallen van 11 t/m 20. Veel succes! 9-2 Een dialoogje Paloma : ỊPerdone, señora!

Nadere informatie

SPAANS LES 3 Español

SPAANS LES 3 Español pagina:1 3-1 Inleiding In deze les gaat u de eerste tekst lezen! Maar eerst gaat u zich verder verdiepen in bijvoeglijke naamwoorden en werkwoorden. 3-2 Zinnetjes voor een dialoog Spaans: Buenos días,

Nadere informatie

Caminos nieuw 1. Instaptoets

Caminos nieuw 1. Instaptoets Caminos nieuw 1 Instaptoets Caminos nieuw 1 Instaptoets Opgaven Met behulp van deze toets kan worden bepaald over hoeveel kennis van de Spaanse taal een cursist reeds beschikt. De toets kan worden gebruikt

Nadere informatie

cuál? cuál es su número de reserva? a ver... acento, el alfabeto, el apellido, el apellidos, los aquí tiene arroba, la ascensor, el baño, el

cuál? cuál es su número de reserva? a ver... acento, el alfabeto, el apellido, el apellidos, los aquí tiene arroba, la ascensor, el baño, el a ver... acento, el alfabeto, el alojamiento, el aparcamiento, el aparcar apellido, el apellidos, los aquí tiene arroba, la ascensor, el baño, el buenas noches buenas tardes buenos días c / (calle) claro

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Podría ayudarme? Om hulp vragen Habla inglés? Vragen of iemand Engels spreekt Habla_[idioma]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt No hablo_[idioma]_. Duidelijk maken

Nadere informatie

Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85. Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87. Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89. Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91

Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85. Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87. Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89. Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91 inhoud lente zomer herfst winter Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85 Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87 Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89 Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91 Mode & schoonheid 14 15 40 41

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Podría ayudarme? Om hulp vragen Habla inglés? Vragen of iemand Engels spreekt Habla_[idioma]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt No hablo_[idioma]_. Duidelijk maken

Nadere informatie

tus amigos son mis amigos

tus amigos son mis amigos tus amigos son mis amigos Gramática 3 Me encantan a unas gafas de sol b un mp3 SMAAk en interesse: gustar, encantar, interesar Om plezier of interesse uit te drukken gebruik je werkwoorden als gustar,

Nadere informatie

Comer con gusto 5. b. Sus gustos de comida. Welke van de voedingsmiddelen uit de lijst vindt u lekker of juist niet?

Comer con gusto 5. b. Sus gustos de comida. Welke van de voedingsmiddelen uit de lijst vindt u lekker of juist niet? Comer con gusto 5 1 a. La pirámide de los alimentos. In deze voedingspiramide staan allerlei voedingsmiddelen. Volgens de piramide mogen de producten onderaan in grotere hoeveelheden gegeten en gedronken

Nadere informatie

MI COLEGIO. unidad. In deze Unidad ga je. Je leert

MI COLEGIO. unidad. In deze Unidad ga je. Je leert 2 MI COLEGIO unidad NUesTRo PRoyECto: Je MAakT Een FOldEr VooR JUllIe DRooMSChoOL. 1 In deze Unidad ga je lezen over bijzondere scholen en over het stripfiguur Mafalda, het Spaanse schoolsysteem en Gloria

Nadere informatie

Woordenlijst Nederlands Spaans

Woordenlijst Nederlands Spaans Taaltalent deel 1 Methode Nederlands voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Woordenlijst Nederlands Spaans Hoofdstuk 1 De cursus Henny Taks Katja Verbruggen u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2014

Nadere informatie

2.000. Cien 3.000. Doscientos. Trescientos 4.000. Cuatrocientos 5.000. Quinientos 6.000. Seiscientos 7.000. Setecientos 8.000. Ochocientos 9.

2.000. Cien 3.000. Doscientos. Trescientos 4.000. Cuatrocientos 5.000. Quinientos 6.000. Seiscientos 7.000. Setecientos 8.000. Ochocientos 9. Para funcionar Bloque I 1 Los números De getallen 1 Uno 11 Once 30 Treinta 100 Cien 2000 Dos mil 1000000 Un millón 2 Dos 12 Doce 31 Treinta y uno 200 Doscientos 3000 Tres mil 2000000 Dos millones 3 Tres

Nadere informatie

Rutinas de clase Lenguaje para la clase de español

Rutinas de clase Lenguaje para la clase de español Rutinas de clase Lenguaje para la clase de español Carin Macías Miñambres Sint Clemensschool Saludos y presentaciones Goededag! Goedemorgen! Goedemiddag! Hallo! Hoe gaat het met jullie? Hoe gaat het met

Nadere informatie

6.5-De werkwoorden ser en estar

6.5-De werkwoorden ser en estar 6.5-De werkwoorden ser en estar Het werkwoord "zijn" kent in het Spaans twee versies: ser en estar. ser estar 1e persoon enkelvoud: soy 1e persoon enkelvoud: estoy 2e persoon enkelvoud: eres 2e persoon

Nadere informatie

Nederlands Español. Handige zinnen en woorden om u snel op weg te helpen in Spanje

Nederlands Español. Handige zinnen en woorden om u snel op weg te helpen in Spanje Nederlands Español Handige zinnen en woorden om u snel op weg te helpen in Spanje Inhoudsopgave Als je mensen ontmoet... Als je je niet goed voelt... Tijdens het winkelen... In een restaurant... Een koffie

Nadere informatie

Les 1 Hola! Hola! Mi nombre es.. (Hallo! Mijn naam is) Vivo en. (Ik woon in) Soy.. (Ik ben)

Les 1 Hola! Hola! Mi nombre es.. (Hallo! Mijn naam is) Vivo en. (Ik woon in) Soy.. (Ik ben) Les 1 Hola! Hola! Mi nombre es Sofie. Vivo en Amsterdam. Soy Holandesa. Nombre: Apellido: Ciudad: País: Nacionalidad: Sofie van Brinkhoven Amsterdam Holanda Holandesa En nu jij: Hola! Mi nombre es.. (Hallo!

Nadere informatie

El horario de los chicos

El horario de los chicos El horario de los chicos Acércate! 1 Qué asignatura es? Welk schoolvak wordt er met de plaatjes bedoeld? Schrijf de Spaanse naam op. 1 4 2 5 3 6 cd 21 2 Gema explica su horario. Escucha y completa. Gema

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Ik spreek geen

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Podría ayudarme? Om hulp vragen Habla inglés? Vragen of iemand Engels spreekt Habla_[idioma]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt No hablo_[idioma]_. Duidelijk maken

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Ik spreek geen

Nadere informatie

Groene- Blokken- Boekje. Groene blokken om te leren uit: Juan y Rosa están de vacaciones

Groene- Blokken- Boekje. Groene blokken om te leren uit: Juan y Rosa están de vacaciones Groene- Blokken- Boekje Groene blokken om te leren uit: Juan y Rosa están de vacaciones Groene-Blokken-Boekje Hoe leer je deze blokken nu uit je hoofd? Zodanig dat je de Spaanse woorden en zinnen kunt

Nadere informatie

Woordenlijstenspel eigen

Woordenlijstenspel eigen Woordenlijstenspel Een taal leren betekent ook nieuwe woorden en woordcombinaties leren in de nieuwe taal! Er zijn veel verschillende manieren om die nieuwe woorden te leren en te onthouden zodat je ze

Nadere informatie

GRAMMATICA OEFENSTENCILS DEEL A (WERKWOORDEN)

GRAMMATICA OEFENSTENCILS DEEL A (WERKWOORDEN) GRAMMATICA OEFENSTENCILS DEEL A (WERKWOORDEN) 1. Schrijf volledig in je schrift de O.T.T. van: 2. vivir 3. ir 4. tener (ie) 5. decir (i) 6. haber 7. oír 8. conducir 9. caer 10. destruir 11. haber 12. morir

Nadere informatie

Serie Crímenes al sol. Pasión mortal

Serie Crímenes al sol. Pasión mortal Leesboekjes Spaans Serie Crímenes al sol Pasión mortal Pasión mortal Auteur Mónica Hagedorn Castro-Peláez Illustraties Bartolomé Seguí Redactie Olga Balboa Nederlandse bewerking Yonina Pullens (Intertaal)

Nadere informatie

Bienvenidos - Cuaderno de ejercicios

Bienvenidos - Cuaderno de ejercicios unidad 1 En el aeropuerto Zoek bij elke vraag het bijpassende antwoord. Luister naar de cd van het tekstboek, Oefening 1 van Unidad 1, en let op de uitspraak van de /k/-klank in de woorden equipaje en

Nadere informatie

Quisiera una habitación

Quisiera una habitación 9 Quisiera una habitación 1 Escucha y rellena 23 Escucha el fragmento Quisiera una habitación y rellena el resumen con las palabras que faltan. Luister naar de tekst Quisiera una habitación en vul de samenvatting

Nadere informatie

Mi nueva vida LECCIÓN 1

Mi nueva vida LECCIÓN 1 UNIDAD Mi nueva vida LECCIÓN 1 ESTOY MUY CONTENTO! 1 Ga naar een zoekmachine op Internet en typ in I.E.S. Zaragoza. Beantwoord deze vragen. a. Cuántos institutos hay en Zaragoza? b. Cuántos institutos

Nadere informatie

1.1 Las vocales (de klinkers):

1.1 Las vocales (de klinkers): Lección 1 (Les 1): La pronunciación (De uitspraak) In deze eerste les leer je welke klinkers en medeklinkers het Spaans heeft. Je krijgt een overzicht van het Spaanse alfabet. Ook kijken we naar de regels

Nadere informatie

1 p camiseta prefieres?! pno sé, la roja quizás. 1 p botas prefieres?! pno sé, quizás estas, pero son muy caras. Y tú

1 p camiseta prefieres?! pno sé, la roja quizás. 1 p botas prefieres?! pno sé, quizás estas, pero son muy caras. Y tú CUÁL PREFIERES? 6-9 Luister nog een keer naar de dialoog van oefening 2 (tekstboek, p. 8) en schrijf uitdrukkingen op om kleding te beschrijven, bijvoorbeeld: es bonita, es de manga larga, enz. 10 3. Luister

Nadere informatie

agosto al lado de Alemania

agosto al lado de Alemania a partir de a pie abril abuela, la abuelo, el abuelos, los adónde? agencia de viajes, la agente de viajes, el / la agosto al lado de Alemania alquilar Amberes amigo, el animal, el año, el aproximadamente

Nadere informatie

Wiekendje. Vanuit het MT. Basisschool Het Molenven. In dit nummer: 25 februari 2016 2015-2016

Wiekendje. Vanuit het MT. Basisschool Het Molenven. In dit nummer: 25 februari 2016 2015-2016 Basisschool Het Molenven Wiekendje Koninginnelaan 1c 5263 DP Vught info@molenven.nl jaarboekmolenven@hotmail.nl 25 februari 2016 2015-2016 Interessante informatie: 17 maart: Rapport 2 groep 3 t./m 8 Vanaf

Nadere informatie

1 Informatie over personen

1 Informatie over personen 1 Informatie over personen 1 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 1 Leeftijd, gewicht en nationaliteit.

Nadere informatie

CUÁL PREFIERES? empezar E D 1. DE COMPRAS EN MÁLAGA. A. Estas son algunas tiendas del centro de Málaga. Wat voor producten verkopen deze winkels?

CUÁL PREFIERES? empezar E D 1. DE COMPRAS EN MÁLAGA. A. Estas son algunas tiendas del centro de Málaga. Wat voor producten verkopen deze winkels? 4Unidad CUÁL PREFIERES? empezar 1. DE COMPRAS EN MÁLAGA A. Estas son algunas tiendas del centro de Málaga. Wat voor producten verkopen deze winkels? p ropa p zapatos p bolsos p libros p comida p juguetes

Nadere informatie

SUBJUNTIVO. B. Tú + vos. 1. empezar 2. salir 3. decir 4. hacer 5. oír 6. encontrar 7. venir 8. poder 9. conocer 10. vivir

SUBJUNTIVO. B. Tú + vos. 1. empezar 2. salir 3. decir 4. hacer 5. oír 6. encontrar 7. venir 8. poder 9. conocer 10. vivir SUBJUNTIVO 1. Beantwoord de volgende vragen (op je eigen blad) 1. Hoe vorm je de subjuntivo? 2. Welke personen hebben dezelfde uitgang? 3. Is deze vorm goed? puedamos? 4. Welke schrijfverandering krijgen

Nadere informatie

Me llamo. Clase: Instituto:

Me llamo. Clase: Instituto: hola Y BienVenidos! Hola y bienvenidos! Yo Me llamo Clase: Instituto: Profesor / Profesora: cd A jugar Luister naar de cd en schrijf steeds het nummer van de vraag bij het juiste antwoord. Als je de letters

Nadere informatie

SPAANS LES 13 Español

SPAANS LES 13 Español pagina:1 13-1 De laatste les van deel 1. Ja dit is de laatste theorieles. Er volgt nog één les, een herhalingsles. In deze laatste theorieles van het eerste deel van deze cursus komen nog een aantal belangrijke

Nadere informatie

HANDLEIDING DEEL 2 hoofdstuk 4 t/m 6

HANDLEIDING DEEL 2 hoofdstuk 4 t/m 6 HANDLEIDING DEEL 2 hoofdstuk 4 t/m 6 TIP: Controleer of de leerlingen nog steeds woordenlijsten maken in wrts.nl. Het is belangrijk om woordjes uit eerdere lessen te herhalen. Je kunt wedstrijdjes doen

Nadere informatie

Cómo se escribe tu nombre en español? Tienes hermanos? Cómo se llaman?

Cómo se escribe tu nombre en español? Tienes hermanos? Cómo se llaman? HOLA Y BIENVENIDOS! Wat heb je nog onthouden van Apúntate! 1? Maak deze opdrachten om daarachter te komen! COMUNICARSE 1 a Haz preguntas a tu compañero/-a. Él / Ella contesta. Qué tal? Cómo se escribe

Nadere informatie

Encuentros. Unidad 2. Woordenschat. Grammatica

Encuentros. Unidad 2. Woordenschat. Grammatica Unidad 2 Encuentros Woordenschat Grammatica A Hola y adiós 1. Groeten en kennismaken 2. Het werkoord ser 3. Persoonlijke voornaamwoorden 4. tú / vosotros tegenover usted / ustedes 5. Dialogen 6. Señor,

Nadere informatie

diez Iedereen kan Spaans leren Desea algo más? ZIEN EN BEGRIJPEN Taalcursus Spaans Voor beginners

diez Iedereen kan Spaans leren Desea algo más? ZIEN EN BEGRIJPEN Taalcursus Spaans Voor beginners ZIEN EN BEGRIJPEN Voor beginners Taalcursus Spaans Iedereen kan Spaans leren Desea algo más? diez 10 20 30 40 Soy un edificio famoso. Soy una iglesia en Barcelona. Me llamo la Sagrada Familia met audio

Nadere informatie

lombricita De jongste mag beginnen en een passend kaartje aan het openingskaartje leggen. Als je niet kan moet je een kaartje uit de pot pakken.

lombricita De jongste mag beginnen en een passend kaartje aan het openingskaartje leggen. Als je niet kan moet je een kaartje uit de pot pakken. Dominospel / memory Het dominospel van Soy Don Toro speel je per hoofdstuk. Vanaf opdracht 3.1b begin je te spelen omdat je dan het Spaans hebt leren lezen. Knip alle kaartjes van de betreffende hoofdstukken

Nadere informatie

SPAANS LES 12 Español

SPAANS LES 12 Español pagina:1 12-1 Bijna de laatste les! In deze les maken we een begin aan het lezen van een tekst uit de Bijbel. Een uiterst leerzame tekst met veel werkwoorden in diverse tijden. Verder maakt u hier ook

Nadere informatie

Mi cole. In deze Unidad ga je praten over school en je droomschool ontwerpen

Mi cole. In deze Unidad ga je praten over school en je droomschool ontwerpen 2 Mi cole In deze Unidad ga je praten over school en je droomschool ontwerpen Je leert zeggen wat er is of niet is: hay..., no hay... de bijwoorden también/tampoco de bezittelijke voornaamwoorden nuestro/a,

Nadere informatie

Mis amigos y yo. Cuál es tu número de móvil? Û p. 20 del LA UNIDAD 1 LECCIÓN 1. Vul de bloem in met jouw persoonlijke gegevens.

Mis amigos y yo. Cuál es tu número de móvil? Û p. 20 del LA UNIDAD 1 LECCIÓN 1. Vul de bloem in met jouw persoonlijke gegevens. LECCIÓN UNIDAD Mis amigos y yo Cuál es tu número de móvil? Û p. 20 del LA mi edad Vul de bloem in met jouw persoonlijke gegevens. mi apellido mi fecha de cumpleaños mi nombre mi nacionalidad mi foto 2

Nadere informatie

cantar cocinar coleccionar novela sello ver casa cero cincuenta cine colección comida contar general gol guerra guitarra jamón jefe la jefa joven

cantar cocinar coleccionar novela sello ver casa cero cincuenta cine colección comida contar general gol guerra guitarra jamón jefe la jefa joven cantar cocinar coleccionar escribir esquí gimnasio jugar al fútbol leer noche novela sello ver casa cero cincuenta cine colección comida contar general gol guerra guitarra jamón jefe la jefa joven queso

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Você pode me ajudar, por favor? Om hulp vragen Você fala inglês? Vragen of iemand Engels spreekt Você fala _[idioma]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Eu não falo_[idioma]_.

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Podría ayudarme? Om hulp vragen Habla inglés? Vragen of iemand Engels spreekt Habla_[idioma]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt No hablo_[idioma]_. Duidelijk maken

Nadere informatie

Qué Guay! Manual, parte 2

Qué Guay! Manual, parte 2 HANDLEIDING DEEL 2 hoofdstuk 1 t/m 3 en de repaso TIP: Laat de leerlingen woordenlijsten maken in wrts.nl. Ze kunnen er dan leuke oefeningen mee maken en de woordjes goed leren! Extra actividades: hier

Nadere informatie

Argentina Bolivia Cuba Salsa! Chile Durango España flamenco Guatemala Honduras Ibiza jugo zumo

Argentina Bolivia Cuba Salsa! Chile Durango España flamenco Guatemala Honduras Ibiza jugo zumo Ficha de trabajo 1 El Alfabeto A B C CH D E F G H I J K L LL M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z Argentina Bolivia Cuba Salsa! Chile Durango España flamenco Guatemala Honduras Ibiza jugo zumo La Paz Cómo te

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Podría ayudarme? Om hulp vragen Habla inglés? Vragen of iemand spreekt Habla_[idioma]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt No hablo_[idioma]_. Duidelijk maken dat

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Can you help me, please? Om hulp vragen Do you speak English? Vragen of iemand spreekt Do you speak _[language]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt I don't speak_[language]_.

Nadere informatie

Inleiding!...!i! Les!1:!Welkom!...!1! Inleiding!...!1! De!uitspraak!...!1! Klemtoon!...!2! Dubbele!medeklinkers!...!3! Oefeningen!...!3!

Inleiding!...!i! Les!1:!Welkom!...!1! Inleiding!...!1! De!uitspraak!...!1! Klemtoon!...!2! Dubbele!medeklinkers!...!3! Oefeningen!...!3! Inhoudsopgave( Inleiding...i Les1:Welkom...1 Inleiding...1 Deuitspraak...1 Klemtoon...2 Dubbelemedeklinkers...3 Oefeningen...3 Les2...5 Woordenschat...5 Hetzelfstandigenaamwoord(Elsustantivo)...5 Hetlidwoord(Elartículo)...6

Nadere informatie

Spaans leren als verbreding voor de jonge leerling.

Spaans leren als verbreding voor de jonge leerling. Juan y Rosa están de vacaciones Werkboek 1 Spaans leren als verbreding voor de jonge leerling Juan y Rosa Las Tareas (Werkboek) deel 1 Spaans voor het basisonderwijs Auteur: Antoinette Gerichhausen Derde,

Nadere informatie

Viaje al español. 1 a. Palabras españolas. Spaanse woorden. U begrijpt er wellicht al een paar. Welke woorden passen bij de foto s?

Viaje al español. 1 a. Palabras españolas. Spaanse woorden. U begrijpt er wellicht al een paar. Welke woorden passen bij de foto s? Viaje al español zich voorstellen + + begroeten en afscheid nemen + + naar iemands naam vragen + + naar de betekenis van een woord vragen + + zeggen waarom iemand Spaans leert + + de getallen 0 0 a. Palabras

Nadere informatie

Libro de prácticas Spaans 1

Libro de prácticas Spaans 1 Hogeschool Rotterdam Libro de prácticas Spaans 1 Grammatica en oefenmateriaal in het Nederlands Versie 2017-01 M.M. Pardiñas Facal en A. Twilt 2013 Herziende versie B. Cano González en Neri Arjona 2017

Nadere informatie

Keuzevak Spaans 1 Vocabulario en orden alfabético

Keuzevak Spaans 1 Vocabulario en orden alfabético Keuzevak Spaans 1 Vocabulario en orden alfabético (muy) poco (heel) weinig Buenas noches! Goedenavond/goede nacht! Buenas tardes! Goedemiddag! Buenos días! Goeiedag! Qué nombre más bonito! Wat een mooie

Nadere informatie

Spaans voor zelfstudie

Spaans voor zelfstudie Prisma Taaltraining Spaans voor zelfstudie drs. Gisa Muniz Auteur: drs. Gisa Muniz Vertaling/bewerking: Frieda Kleinjan insprekers: Juan Diego Escartin, Ana Martínez de Velasco, Nadine Munninghoff, Fiona

Nadere informatie

Exchange MALAGA CANISIUS IES La Cala de MIJAS

Exchange MALAGA CANISIUS IES La Cala de MIJAS Exchange MALAGA CANISIUS IES La Cala de MIJAS MEETING AT CANISIUS 21-29 March 2015 Scholengemeenschap Sint Canisius Slot 31 7608 ND Almelo Tel. 0031546-488488 Fax 0031546-488477 Naam.. Informatie in dit

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Kan du hjælpe mig, tak? Om hulp vragen Snakker du engelsk? Vragen of iemand Engels spreekt snakker du _[language]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Jeg snakker

Nadere informatie

SPAANS LES 1 Español

SPAANS LES 1 Español pagina:1 1.1 Inleiding Deze cursus is bestemd voor hen die willen kennismaken met de Spaanse taal in woord en geschrift. Voor het volgen van deze cursus is geen speciale vooropleiding noodzakelijk. Wel

Nadere informatie

Serie de publicaciones - Serie-overzicht

Serie de publicaciones - Serie-overzicht 1 Serie de publicaciones - Serie-overzicht Minicursus voor Spaanstaligen Niveau 1/ Mini curso para hispanohablantes Nivel 1 Formaat pdf / Formato pdf Toegang tot luisteroefeningen en antwoorden op de website

Nadere informatie

Eric Vandenbempt / Peter Holsters

Eric Vandenbempt / Peter Holsters OVERZICHT SPAANSE GRAMMATICA 1e JAAR Eric Vandenbempt / Peter Holsters Inhoud Inhoud...2 El alfabeto español...4 Het alfabet...4 La acentuación...5 De klemtoon...5 Klemtoon...5 Pronunciacíon...6 Uitspraak...6

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît?

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

RUDOLF RASCH: DUIZEND BRIEVEN OVER MUZIEK VAN, AAN EN ROND CONSTANTIJN HUYGENS - Chièze aan Huygens 30 augustus B -

RUDOLF RASCH: DUIZEND BRIEVEN OVER MUZIEK VAN, AAN EN ROND CONSTANTIJN HUYGENS - Chièze aan Huygens 30 augustus B - SÉBASTIEN CHIÈZE (MADRID) AAN CONSTANTIJN HUYGENS [DEN HAAG] 30 AUGUSTUS 1673 6910B Antwoord op Huygens brief van 11 augustus 1673 (6910). Samenvatting: Chièze stuurt tonos (liederen) en belooft meer,

Nadere informatie

oferta De appels zijn in de a. Ze zijn vandaag extra goedkoop. de arm brazo Ik kan vandaag niet zo goed schrijven, want ik heb pijn in mijn a.

oferta De appels zijn in de a. Ze zijn vandaag extra goedkoop. de arm brazo Ik kan vandaag niet zo goed schrijven, want ik heb pijn in mijn a. Woordenlijst bij hoofdstuk 3 (Spaans) de agenda agenda Ik schrijf de afspraak in mijn a. de aanbieding oferta De appels zijn in de a. Ze zijn vandaag extra goedkoop. de arm brazo Ik kan vandaag niet zo

Nadere informatie

Minigramática página 1

Minigramática página 1 Minigramática página 1 Algemeen... 3 Taalterminologie... 3 Woordenboekenverdriet... 3 Speciale tekens in een tekstverwerker... 4 Accenten en nadruk... 5 Tweeklanken: lettergrepen met I en U... 5 Onderwerpsvoornaamwoorden...

Nadere informatie

Magie en musica kleur en zweet. Zingen, lachen en huilen: ze vermengen meng hun dromen meng pijn en vreugde houd van het leven!

Magie en musica kleur en zweet. Zingen, lachen en huilen: ze vermengen meng hun dromen meng pijn en vreugde houd van het leven! Magie en musica kleur en zweet. Zingen, lachen en huilen: ze vermengen meng hun dromen meng pijn en vreugde houd van het leven! Vrouwen die dromen: lipstick in rood fel liefde en dans kleur en carnaval

Nadere informatie

Spaans leren als verbreding voor de jonge leerling.

Spaans leren als verbreding voor de jonge leerling. Juan y Rosa están de vacaciones Leerboek 1 Spaans leren als verbreding voor de jonge leerling. Juan y Rosa están de vacaciones Libro de texto (leerboek) deel 1 Spaans voor het basisonderwijs. Auteur: Antoinette

Nadere informatie

Les 9 - La entrevista

Les 9 - La entrevista Les 9 - La entrevista Wederkerende werkwoorden In het Nederlands zijn wederkerende werkwoorden die werkwoorden waar 'zich' voor staat. Bijvoorbeeld: zich scheren, zich wassen, zich aankleden, zich vergissen.

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Kan du vara snäll och hjälpa mig? Om hulp vragen Talar du engelska? Vragen of iemand Engels spreekt Talar du _[språk]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt Jag talar

Nadere informatie