TEST. test. les 4 tot en met les 6. woordenschat. naam cursist ... naam docent ... datum ... je kan me wat nt2taalmenu.nl test 4-6

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "TEST. test. les 4 tot en met les 6. woordenschat. naam cursist ... naam docent ... datum ... je kan me wat nt2taalmenu.nl test 4-6"

Rosalia Cecilia de Groot
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 TEST les 4 tot en met les 6 je kn me wt woorensht nm ursist nm oent tum test

2 LUISTER & EN KIES HET GOEDE PLAATJE SCHRIJF DE GOEDE LETTER IN HET RONDJE

5 SCHRIJF EEN PASSEND WOORD BIJ HET PLAATJE 1 e e stoel is e mn shrijft een 2 e e e 3 e het een gls 4 het kin is ij e e mn is ij e e vrouw is in e 4

6 LEES EN KIES DE GOEDE ZIN BIJ HET PLAATJE ] Het potloo stt oner het gls. ] Het potloo ligt nst het gls. ] Het potloo stt in het gls. 1 ] Ze zegt: Ik he orst! Ik wil wt rinken! ] Hij zegt: Ik he honger! Ik wil wt eten! ] Ze zegt: Ik he honger! Ik wil wt eten! 2 ] De oos stt nst e tfel. ] De oos stt op e tfel. ] De oos stt oner e tfel. 82_5.tif 3 ] Het meisje eet niet. Ze vint het eten vies. ] Het meisje eet. Ze vint het eten lekker. ] Het meisje eet. Ze vint het eten vies. 4 ] De oer legt het mes nst e vork. ] De oer legt e lepel nst het mes. ] De oer legt e vork nst e lepel.. 5 5

7 ] De lerres zegt: Prim, heel goe! ] De lerres zegt: Dt is fout! ] De lerres vrgt: Wt is jouw nm? 6 ] Het meisje heeft pijn. Hr rm loet. ] Het meisje heeft pijn. Hr hn loet. ] Het meisje heeft pijn. Hr uik loet. 7 ] De uto is kpot en e oom niet. ] De oom is kpot en e uto ook. ] De oom is kpot en e uto niet. 8 ] Ze stpt uit. ] Ze stppen uit. ] Ze stppen in. 9 ] De jongen vint oeken lezen leuk. ] De jongen vint oeken lezen vies. ] De jongen vint oeken lezen lief. 10 je kn me wt ROCvA nt2tlmenu.nl - eutie - ROCvA test 4-6 6

8 ZOEK DE JUISTE KLOK BIJ DE JUISTE TIJD 7

9 BESLIS: IS DE ZIN goe of fout? 1 Het tegenovergestele vn leeg is vol. 2 De mnnen gt zitten 3 Het meisje vlt. Hr een loet. 4 De mn roept zijn horloge 5 De oer zegt: `Eet mkkelijk.` 6 Het 5 voor hlf negen gt. 7 De us wht op e mn. 8 De mn eet veel. Hij heeft veel orst. 9 Mm, mg ik een hips. 10 De kker oet e oos in e trt. VUL EEN WOORD IN 1 Oer, mg ik een koffie? 2 Oer, mg ik een wter? 3 Oer, mg ik een ks? 4 Oer, mg ik een koffie? 5 Oer, mg ik een trt? 6 Oer, mg ik een ol? 7 Oer, mg ik een tomtensoep? 8 Oer, mg ik een ier? 9 Oer, mg ik een kroket? 10 Oer, mg ik een wijn? 8

10 ZOEK DE TEGENSTELLING 1 vies [..] verkeer 2 e verkoper [..] orst 3 zit [..] lekker 4 honger [..] e klnt 5 juist [..] stt 6 in [..] uiten 7 innen [..] zoner 8 smkelijk [..] eginnen 9 met [..] uit 10 klr! [..] h! 11 mkkelijk [..] uitoen 12 groot [..] huilen 13 lhen [..] moeilijk 14 noen [..] lstulieft 15 nk u wel [..] klein 16 honger [..] geen 17 nog een [..] ntwoort 18 vrgt [..] juist 19 zoner [..] orst 20 verkeer [..] met 21 te lt [..] uitstppen 22 innen komen [..] vol 23 instppen [..] vn ppier 24 vn plsti [..] op tij 25 leeg [..] weggn 26 snel [..] een hlve 27 een hele [..] ntwoort 28 vrgt [..] nr voren 29 whten op [..] lngzm 30 nr hteren [..] instppen ZOEK DE [este] KOMBINATIE KIJKEN WAT HET WORDT 1 gel terug [..] komen 2 een ts [..] zeggen 3 te lt [..] geven 4 Sorry! [..] lopen 5 nr e mrkt [..] rgen 6 e ppel is [..] zoeken 7 uit e us [..] eten 8 e sleutel [..] oen 9 in e ts [..] stppen 10 morgen [..] terug komen 11 shoon [..] twee lepels 12 een koffie [..] mken 13 it zijn [..] een mes 14 e mon [..] estellen 15 it is [..] vn e vrouw 16 een nn [..] is vies 17 e vrouw eet [..] ellen 18 ik lees [..] een nn 19 poep [..] oeken 20 e txi [..] is lekker 9

11 KIES HET GOED GESCHREVEN WOORD 1 loeen looen louen loen 2 kppot kpot kpot kppot 3 zwemen zwemmen zweemen zweemmen 4 het ppier het ppeir het ppir het pppier 5 het res het res het res het resse 6 e nn e nn e nn e enn 7 het pootlo het pootloo het potloo het potlo 8 orst orest oorst oorest 9 e erste e eerste e ereste e eereste 10 erinkt rinkt rinket erinket 11 veroorrie! verorie! verorrie! verori! 12 springt springet speringt sepringt 13 soner sooner zoner zonir 14 suikker seuker suikir suiker 15 luumen lumen leumen loemen 10

12 LEES DE VRAAG en SCHRIJF EEN KORT ANTWOORD OP Wr g je nr toe ls je ziek ent?... Wr in huis stt e mn?... Wr g je nr toe ls je hr geknipt moet woren?... Wr g je nr toe ls je ooshppen gt oen?... Wr g je nr toe ls je een film wilt zien?... Wr in het huis stt e mn?... 11

13 VUL DE VRAGEN VAN HET FORMULIER IN Ahternm Voorletters Ares Postoe + Woonplts Telefoon Beroep Geoortetum Ntionliteit Burgerlijke Stt gehuw / gesheien / smenwonen / lleenstn In Neerln sins Op les sins 12

14 VORDERINGEN TOETS - JE-KAN-ME-WAT 4-6 Instrutie De toets is smengestel uit pgin s vn e moules 4 tm 6. Het oel is om tl mteril te verkrijgen voor een [mentor] gesprek met e ursist. Inzet is een positief gesprek: Kijk eens wt je lleml l kn! De toets kn twee keer gegeven woren: De eerste keer: iniviueel n wel in kleine groepjes met steun vn e oent. Inzet: feek geven: kijk nog een goe nr e moules, herhl. De tweee keer: iniviueel [n twee weken], zoner steun vn e oent. Inzet: tlmteril voor een serieus mentor gesprek. Per onereel 1 [ 1 tm 3]: luisteren zinsnivo Doent leest zinnen voor. De ursist omirkelt het juiste pltje[zie e moules] 2 [ 4]: proutieve woorkennis op inhou. Correte spelling is nog niet vn elng 3 [ 5 en 6]: lezen zinsnivo 4 [ 7]: reeptieve woorensht - tijen 5 [ 8]: woorominties inhouelijk eoorelen op zinsnivo - reeptief 6 [ 8]: invullen inhouelijk woor in ontext op zinsnivo - proutief 7 [ 9]: reeptieve woorensht ominties op woornivo 8 [ 10]: wooreel 9 [ 11]: woorensht situties 10 [ 12]: personli [4 goe invullen is voloene] Beooreling Bepl per onereel of e ursist een A, B n wel een C soort. Er zijn 10 onerelen. Stel t een eelnemer 6 A, 2 B s, en 2 C s soort n soort e eelnemer A nivo. Stel t een eelnemer 4 A, 4 B s, en 2 C s soort n soort e eelnemer A/B nivo. Stel t een eelnemer 3 A, 5 B s, en 2 C s soort n soort e eelnemer B nivo. Stel t een eelnemer 2 A, 4 B s, en 4 C s soort n soort e eelnemer B/C nivo Stel t een eelnemer 1 A, 3 B s, en 6 C s soort n soort e eelnemer C nivo. De voreringen toets heeft ls oel: het voeren vn een leerzm en positief mentor gesprek. Onerelen 2, 4, 7,9 en 10 zijn op woornivo; 2, 6, 9en 10 proutief, 4 en 7 reeptief Onerelen 1, 3, 5 en 6 zijn op zinsnivo; lle reeptief

15 NORMERING TOETS - JE-KAN-ME-WAT 4-6 Nm Dtum Sore: tm 3 - luisteren zinsnivo [mx 14] A = tot 10 B = tussen 10 en 14 C = 14 of meer 2 4 proutieve woorkennis op inhou. [spelling niet vn elng] [mx 12] A = tot 6 B = tussen 6 en 9 C = 9 of meer 3 5 tm 6 - lezen zinsnivo [mx 10] A = tot 4 B = tussen 4 en 8 C = 8 of meer 4 7 tijen rurieren op woornivo [mx 10] A = tot 4 B = tussen 4 en 8 C = 8 of meer woorominties inhouelijk eoorelen op zinsnivo reeptief [mx10] A = tot 4 B = tussen 4 en 8 C = 8 of meer invullen inhouelijk woor in ontext op zinsnivo proutief [mx 10] A = tot 4 B = tussen 4 en 8 C = 8 of meer reeptieve woorensht ominties op woornivo [mx 40] A = tot 15 B = tussen 15 en 25 C = 25 of meer 8 10: wooreel [mx 15] A = tot 6 B = tussen 6 en 11 C = 11of meer 9 11: wooren proutiief ~situties [mx 6] A = tot 2 B = tussen 2 en 5 C = 5 of meer 10 10: personli [mx 10] A = tot 3 B = tussen 3 en 5 C = 5 of meer Totl A Totl B Totl C

Vergelijkbare documenten

TEST. test. module 1 tot en met module 3. woordenschat. naam cursist ... naam docent ... datum ... je kan me wat nt2taalmenu.

TEST. test. module 1 tot en met module 3. woordenschat. naam cursist ... naam docent ... datum ... je kan me wat nt2taalmenu. TEST moule 1 tot en met moule 3 je kn me wt woorensht nm ursist nm oent tum......... test LUISTER & EN KIES HET GOEDE PLAATJE SCHRIJF DE GOEDE LETTER IN HET RONDJE 1 2 3 4 1 5 6 7 8 9 2 10 11 12 13 14