De NS vindt Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland niet interessant als markt om daar haar dienstverlening te verbeteren.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De NS vindt Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland niet interessant als markt om daar haar dienstverlening te verbeteren."

Transcriptie

1 Aan: Onderwerp: Datum: Statengriffie Infrastructuur spoorwegen zondag 18 september :30:38 Geachte leden van Raden en Staten, Voor u een interessante presentatie. Dit gaat over waar Nederland naar toe wil met haar spoorinfrastructuur tot Vooral het grensoverschrijdende deel is interessant. De partijen die dit trekken zijn het Ministerie van Infrastructuur & Milieu, NS en de Schipholgroep. GoudappelCoffeng is erbij betrokken als initiator. Intussen is het wel tijd om aan de bel te trekken voor de snelle verbinding Amsterdam - Groningen - Randstad. Want vanuit de gedachtegangen van de NS en Schipholgroup komt een snelle internationale verbinding met Hamburg via Groningen niet in hun denkwijze voor. Verder het Rijk is niet in staat om een fatsoenlijke Maatschappelijke Kosten Baten Analyse te maken over hogesnelheidslijnen of magneettreinen. Daar de kennis die daarvoor nodig is niet in huis is. Ook de TU/Delft weet er te weinig van om een weloverwogen advies te geven. U kan rustig de snelle lijn weer op de agenda zetten bij uw bestuurder. Nu is het tijd om na het Regio Specifiek Pakket Zuiderzeelijn na te denken. De NS vindt Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland niet interessant als markt om daar haar dienstverlening te verbeteren. Voor Schiphol loopt haar zogenaamde catchmentarea over land tot en met Hamburg, maar een snelle verbinding via Groningen zien zij ook niet zitten? Waarom vraagt u niet Bas Govers en Maurits Schaafsma(Schipholgroep) een vergelijkbare presentatie bij u te geven? Vooral de heer Schaafsma is van belang voor uw politiek handelen. Met vriendelijke groet, Frank Menger

2 Toekomstbeeld OV 2040 Pilot Zuidelijke Randstad Bas Govers, Utrecht, 13 september 2016 Community Infrastructuur en Ruimte

3 OV Toekomstbeeld Achtergrond en proces Resultaat Moreelse Tafel Pilot Zuid Holland: Magneten-analyse perspectieven en analyse 10 punten plan Nationale Perspectieven Inhoud Proces 2

4 Waarom een OV Toekomstbeeld? Bestuurlijke afspraken PHS zijn gemaakt, focus op intercity-product Maar er zijn ontbrekende onderdelen: Internationale dimensie MIRT-onderzoek internationale connectiviteit Zuidvleugel Samenhang regionale netwerk OV Toekomstbeeld Zuidvleugel Samen met alle partijen Ruimtelijk- economisch perspectief: hoe kan OV optimaal bijdragen aan ruimtelijkeconomische structuurversterking? 3

5 Programma OV Toekomstbeeld 4

6 Globale trend: Economie trekt naar de steden

7 Globale trend: Economie trekt naar de steden

8 Schaalniveau 1 NW Europa Megalopolis Inwoners en BRP

9 Schaalniveau 1 NW Europa Megalopolis Reistijden auto trein - vliegtuig

10 Schaalniveau 1 NW Europa Megalopolis Netwerk

11 Schaalniveau 2 Stedelijke regio s NL en omgeving Inwoners en BRP

12 Schaalniveau 2 Stedelijke regio s NL en omgeving Positie trein

13 Schaalniveau 2 Stedelijke regio s NL en omgeving Reistijden auto en trein

14 Ruimtelijk-economische massa van de magneten (basisvoorstel). Niveau Functie Massa magneet 1 1 Verbinden Europese kernregio s binnen Noordwest-Europa Omvang magneet > 2 mln. inwoners Binnen een r = 25 km van referentiepunt (d = 50 km) Voor- en natransporttijd 1 uur tot best vanuit de massa te bereiken referentiepunt 2 Verbinden stedelijke regio s in de Deltaregio inwoners Binnen r = 7,5 km (d = 15 km) 30 minuten tot best vanuit de massa te bereiken referentiepunt 3 Verbinden van stedelijke en landelijke regio s onderling inwoners Binnen r = 2,5 km (d = 10 km) 20 minuten tot referentiepunt 4 Versterken interne verbindingen stedelijke regio s en ontsluiten kernlocaties meer dan inwoners? Binnen r =? km (fietsafstand) (d = 5 km) 10 minuten tot referentiepunt 1. Deze grenswaarden zijn dusdanig gekozen dat de herkenbare Europese Kernregio s en Stedelijke regio s op kaart komen. Dit betreft een eerste slag. Het bepalen van de gebieden die werkelijk op het betreffende schaalniveau op kaart moeten komen wordt in stap 1b gedaan op basis van meerdere kernindicatoren

15 Vier schaalniveaus Kenmerken spoorproduct Indicatie reisafstanden Concurerend met Opera-tionele snelheid (incl. halteren) Indicatie frequentie NW Europees Tot 500 km Vliegtuig, auto Concurrend met snelste vervoerwijze x per uur (Inter-) Nationaal km Auto, gelijke reissnelheid hart-ophart km/u 1 a 2x/u Interregionaal km In spits sneller dan auto hart-op-hart 80 km/u 2 a 4x/u Stedelijke regio 3-50 km Alternatief voor auto 40 km/u buiten stedelijk gebied 25 km/h in stedelijk gebied 4/ 8x

16 Zuidelijke Randstad: Vijf schaalniveaus in OV-product 1. Hogesnelheidstreinen (ICE, Thalys) 2. Internationale/lange-afstandstreinen (IC-direct) 3. Interregionale treinen (Intercity) 4. Regionaal openbaar vervoer (sprinter, RandstadRail, metro, HOV, tram, bus) 5. Overige vervoerdiensten (deelvervoer, taxi, fiets, e-bike, vraagafhankelijk vervoer) 15

17 Aanpak Pilot Zuidvleugel Procesmatig - MRDH en ZH als opdrachtgever - Met alle actoren: IenM, NS, ProRail, HTM, RET, Den Haag, Rotterdam, Connexxion, brede werkateliers, twee dwarsdenksessies - Bestuurlijke tafel 14 december 2015 Inhoudelijk - Analyse potentie, gebruik, kwaliteit - Doelstellingen - Vier perspectieven - OV Toekomstbeeld 16

18 Definieren van magneten Arbeidsplaatsen Inwoners Leerlingen Bezoekers attracties Medische voorzieningen De gele gebieden hebben dichtheid van 5000 inw, arb en leerl per km 2

19 Resultaat: 112 magneten

20 OV-potentie (RE-magneten) Te verwachten OVproductie (arbeidsplaatsen, inwoners, leerlingen, bezoekers) Top-magneten alleen in grote steden Ook bij grotere magneten sterke nadruk op steden Drechtsteden ontbeert zware magneet 19

21 Topmagneten bepalen de markt Verdeling OV potentie Top 10 OV potentie Rotterdam centrum Den Haag centrum Rotterdam Central District Beatrixkwartier Den Haag megastores Leiden Centrum Rotterdam Alexandrium Erasmus MC Medisch centrum Haaglanden Provinciehuis 20100

22

23

24

25

26 Huidig netwerk 25

27 Huidige OV-systeem: prestaties miljoen reizigerskilometers per jaar 350 miljoen reizigers per jaar 880 miljoen euro kosten per jaar 720 miljoen euro exploitatie 160 miljoen euro beheer- en onderhoud Exploitatiekosten 8% Reizigerskilometers 4% 22% 36% 56% Verbindend netwerk Hoogfrequent ontsluitend netwerk Laagfrequent ontsluitend netwerk 73% 26

28 Overzicht perspectieven Alle perspectieven: Zuidvleugelnet als basis, Transformatie zwakke lijnen, inzet op innovatie first&last mile 27

29 Perspectief A Innovatie/ transformatie alle ontsluitende lijnen Versterken knopen Geen (hoge) investeringen Perspectief B Transformatie ontsluitende lijnen buiten de steden Flankerend beleid in steden Nieuwe stations Viersporigheid hoofdrailnet Perspectief C RandstadRail ipv sprinter Doorkoppelingen Sterke ontsluitende lijnen (stad en regio) versterken Ontwikkelingslocati es aanknopen IC aan stadsranden Perspectief D Randstadrail ipv sprinter Doorrijden in stad en op regionale corridors Aanknopen van regionaal OV (bundelen) Flankerend beleid in stad en regio 28

30 Brede toetsing perspectieven - Bereikbaarheid - Leefkwaliteit - Ruimtelijk (ontsluiting magneten en bouwlocaties) - Robuustheid (scenario s I en M) - Financieel (investering, exploitatie, beheer en onderhoud) 29

31 Netwerkkwaliteit Perspectief A t.o.v. huidig miljoenen euro s per jaar Huidig Perspectief A Exploitatiekosten collectief OV Beheer- en onderhoud Investeringslast 0 10 Kosten collectief OV Exploitatie individueel OV Totale kosten OV Indices ten opzichte van huidig (= 100) Perspectief A Bereikbaarheid 82 Bediende reizigers 63 Ontsluiting magneten 76 Totaal benodigde investering: 200 miljoen euro, in de knooppunten 30

32 Netwerkkwaliteit Perspectief B t.o.v. huidig miljoenen euro s per jaar Huidig Perspectief B Exploitatiekosten collectief OV Beheer- en onderhoud Investeringslast Kosten collectief OV Exploitatie individueel OV Totale kosten OV Indices ten opzichte van huidig (= 100) Perspectief B Bereikbaarheid 93 Bediende reizigers 80 Ontsluiting magneten 79 Totaal benodigde investering: 2 miljard euro, vooral in viersporigheid hoofdspoor 31

33 Netwerkkwaliteit Perspectief C t.o.v. huidig miljoenen euro s per jaar Huidig Perspectief C Exploitatiekosten collectief OV Beheer- en onderhoud Investeringslast Kosten collectief OV Exploitatie individueel OV 0 60 Totale kosten OV Indices ten opzichte van huidig (= 100) Perspectief C Bereikbaarheid 109 Bediende reizigers 94 Ontsluiting magneten 100 Totaal benodigde investering: 4 miljard euro, vooral voor doorkoppelingen en versnelling. Extra benodigd budget: 240 miljoen euro per jaar. Komt overeen met groeiambitie van 40% meer reizigers dan huidig. 32

34 Netwerkkwaliteit Perspectief D t.o.v. huidig miljoenen euro s per jaar Huidig Perspectief D Exploitatiekosten collectief OV Beheer- en onderhoud Investeringslast Kosten collectief OV Exploitatie individueel OV 0 60 Totale kosten OV Indices ten opzichte van huidig (= 100) Perspectief D Bereikbaarheid 114 Bediende reizigers 94 Ontsluiting magneten 100 Totaal benodigde investering: 6 miljard euro, in nieuwe lightrail, doorkoppelingen en versnelling. Extra benodigd budget: 380 miljoen euro per jaar. Komt overeen met groeiambitie van 60% meer reizigers dan huidig. 33

35 Conclusie evaluatie Perspectief A: ruimte voor innovatie en flexibiliteit, maar minder bereikbaarheid en groei druk op de steden. Perspectief B: bereikbaarheid in de steden redelijk op orde, maar buiten de steden nog steeds ondermaats. Perspectief C: goed voor agglomeratiekracht grote steden, vraagt flankerend beleid en om maatwerk voor de regio. Perspectief D: goede bereikbaarheid hele Zuidelijke Randstad, maar te aanbodsgericht en een brug te ver 34

36 1) De OV-Markt ligt in de grote steden De basis van de OV-Markt ligt in de grote steden. De top-10 magneten liggen in Rotterdam, Den Haag en Leiden. Hier ligt 2/3 van de potentiële OVmarkt in de Zuidelijke Randstad. Aandacht nodig voor: - Den Haag Schiphol - Rotterdam/ Den Haag Brussel - Rotterdam/ Den Haag Utrecht en verder - Rotterdam/ Den Haag Brabant - Duitsland 35

37 2) Verbinden met omliggende landsdelen Niveau 3 is essentieel voor het ontsluiten en verbinden van de zwaarste magneten in de Zuidvleugel en het verbinden van de Zuidvleugel met de direct omliggende landsdelen. Aandacht nodig voor: - Aansluiting in HS, NOI, Blaak, Schiedam, Zoetermeer, Delft, Gouda, Rotterdam Zuid, Dordrecht - Ruimtelijke verdichting Dordrecht - Verbinding Leiden Utrecht - Verbinding Dordrecht Breda - Positie Den Haag Centraal 36

38 3) Verbinden regio met steden: RandstadRail als backbone Randstad Rail verbindt de belangrijkste magneten in de Zuidelijke Randstad. Door RandstadRail verder uit te bouwen, ook op de bestaande spoorcorridors, speelt het OV-systeem optimaal in op de zich ontwikkelende vervoervraag. Aandacht nodig voor RandstadRail ipv sprinters: hogere frequenties doorkoppeling in de steden. Meer halten Hogere vervoerwaarde Lagere kosten (investering, exploitatie, beheer) 37

39 4) Nationaal en regionaal spoor ontvlechten De ontwikkeling van het nationale en regionale spoor vraagt om het structureel ontvlechten van de regionale railverbindingen en de railverbindingen op hogere schaalniveaus in de Zuidvleugel. Hogere snelheid en frequentie op niveaus 1, 2 en 3 Niet alleen een regionaal belang Meer haltes en hogere frequenties op niveau 4 Aandacht nodig voor 4 sporigheid: Oude Lijn in vorm van heavy-rail Goudse corridors in vorm van lightrail 38

40 5) Doorkoppelen naar magneten in de steden Door meer directe verbindingen te bieden naar de zwaarste magneten in de steden maakt het regionale OV-systeem een kwaliteitsprong. Ook worden door deze doorkoppeling de hoofdknopen ontlast. Aandacht nodig voor A12 zone - Den Haag Koningskade ev Leiden Den Haag Centrum - Zuidwest Rotterdam Centraal Maastunnel Rotterdam Gouda Leiden Alphen Rotterdam Dordrecht Delft Den Haag Positie Zoetermeer 39

41 Ontwikkeling RandstadRail op vier manieren Ontvlechten Regionaal railvervoer (N4) en bovenregionaal railvervoer (N1/2/3 + goederen). Belangrijkste corridors zijn 4-sporig. Uitbreidingen op basis van lightrail. Bestaande sporen bieden meer ruimte voor hogere schaalniveaus. Doorkoppelen Regionale railverbindingen ontsluiten de belangrijkste magneten in Den Haag en Rotterdam rechtstreeks. Dit leidt tot minder overstappers op de knopen. Aantakken Bestaande railinfrastructuur optimaal benutten door het maken van verbindingen tussen bestaande railcorridors ( boogjes ) en extra stations/haltes op deze corridors. Uitbreiden Bestaande lijnen worden verlengd naar grote woonconcentraties en bij voldoende vervoervraag worden lijnen ontwikkeld tussen belangrijke magneten. 40

42 6) Bedienen magneten met frequente en snelle OV-assen Het OV-systeem in de regio vraagt om bundeling van collectieve OV-diensten op snelle en frequente regionale assen waarmee de magneten worden ontsloten. De omvang van de magneten bepaalt de ligging van deze frequente assen. Alle magneten in de zuidelijke Randstad zijn en blijven aangesloten op frequent lijngebonden OV Opgave Zuidflank Rotterdam, Ridderkerk, Dordrecht Westland Stedelijke netwerken versterken Investeringen koppelen aan besparingen exploitatie Inzetten op hogere frequentie: betrouwbaarheid Beter verknopen: parallelliteit vermijden, mede door extra haltes RandstadRail 41

43 7) Flexibel individueel vervoer Door de maatschappelijke en technologische ontwikkeling ontstaat ruimte voor nieuwe vervoerconcepten en nieuwe vormen van dienstverlening in de mobiliteitsmarkt in de vorm van flexibel individueel openbaar vervoer. Ontwikkelen van nieuwe markten in de steden Laagfrequente diensten vervangen 6% van het huidig OV gebruik vindt plaats binnen het laagfrequent ontsluitend netwerk Stadsdiensten middelgrote steden Laagfrequente lijnen in de regio Ontschotten van budgetten vanuit doelgroepenvervoer maakt deze vorm van vervoer haalbaarder 42

44 8) Flankerend mobiliteitsbeleid De ontwikkeling van het OV-systeem in de steden wordt versterkt door flankerend beleid op het gebied van parkeren en ruimte voor de fiets. Fiets en openbaar vervoer moeten als één samenhangend systeem worden ontwikkeld Hogere kwaliteit fietsparkeren Meer deelfietsen Verkorten fietsroutes naar stations / haltes Ontwikkelen laadpunten voor E-bike Parkeren: flankerend parkeerbeleid is gekoppeld aan de categorie van magneet en de daaraan gekoppelde OV-inzet Park and Ride op transferknopen 43

45 9) Ruimtelijk beleid Ruimtelijk beleid: de OV-bereikbaarheid van nieuwe bouwlocaties is in belangrijke mate sturend voor de inrichting van deze locaties, zowel kwantitatief (omvang) als kwalitatief (dichtheid, typologie). Bouwen in de steden of aan verbindingen naar de steden Ondergrens OV-bereik vaststellen voor grotere locaties Investeringsruimte voor ruimtelijke kwaliteit kan worden gekoppeld aan de zwaarte en invloedsfeer van de magneten 44

46 10) Governance De governance vraag op een aantal onderdelen om aandacht om de ontwikkeling van het OVsysteem maximaal te faciliteren. Er dient ruimte te worden gecreëerd om de transformatie naar een efficiënter en meer flexibel individueel vervoerssysteem te faciliteren. Ontschotten van budgetten vanuit doelgroepenvervoer maakt deze vorm van vervoer haalbaarder. De sturing op RandstadRail als backbone van het regionale OV-systeem in de Zuidelijke Randstad ligt meer in de regio, dit vraagt nadere uitwerking. In het verlengde ligt op termijn één integrale sturing op het OV-systeem in de Zuidelijke Randstad voor de hand. 45

47 Integrale nationale perspectieven Netwerk Nederland Toekomstbeeld OV 2040

48 47

49 Nationale perspectieven: doel Verkenning van dilemma s Extremen van strategische keuzen analyseren Verkrijgen van inzicht Integraal karakter 5 schaalniveaus Flankerend beleid Toekomstperspectief samenstellen Fasering Governance Maatwerk 48

50 Gedeelde basis OV vervult in 2040 een belangrijke functie als onderdeel van de totale mobiliteit Transformatie naar flexibel vraaggericht vervoer (N4/5) Vergroten agglomeratiekracht door betere verbindingen tussen stedelijke regio s (N2/3) Versterken van het daily urban system binnen stedelijke regio s (N3/4) Versterking internationaal OV, met name naar Londen (N1) 49

51 4 Dilemma s voor de perspectieven Regio s versterken (N4) versus regio s verbinden (N3) Conflicterende capaciteitsvragen (frequentie, snelheid) Vervoermarkt denken of ruimtelijkeconomisch denken Markt volgen of markt creëren Reisbereidheid Benutten versus bouwen Investeringsruimte: traditioneel of innovatief Belemmeringen wegnemen / snelheden benutten Geleidelijke of disruptive ontwikkeling hyperloop, zelfrijdende auto Mate van vervanging lijngebonden OV Technologische- en ICT-ontwikkeling 50

52 Perspectief A: Regio s centraal Principe: concentratie binnen stedelijke regio s Grootste markt (< 30 km) Concentraties in de grotere steden OV + fiets als backbone Verstedelijking langs regionale hoofdassen 51

53 Perspectief A: Regio s centraal Hoofdkeuzes mobiliteitsnetwerk: Focus op directe, frequente verbindingen binnen stedelijke regio s Schaalsprong regionale OV (N4) Volledige integratie sprinter/ lightrail Doorkoppelingen binnen de regio over de hoofdknopen Ketenmobiliteit, gericht op N4 netwerk Regio s onderling verbonden door N2/ N3 netwerk - circa 70 knopen - reissnelheid tov auto circa 1,25 52

54 Perspectief B: Deltametropool Focus op ruimtelijk-economische structuurversterking binnen de Deltametropool (REOS). Sterkere concentratie in beperkt aantal 'metropol itane' gebieden. Snel van hart-op-hart ('zwaarste magneten'). Versterking ( nter-) nationale connectiviteit. OV als backbone binnen de Delta-regio. Regionaal voor- en natransport (N4) rpff ñrñrgrncnt cotrtûlttot Goud lcoffrng

55 Perspectief B: Deltametropool Uitwerking netwerk: Hoofdknopen onderling zeer snel verbonden 17 N2 hoofdknopen in Nederland Snelle verbindingen hart-op-hart v/f = 0, min tussen N2 knopen binnen de Randstad 45 min tussen Randstad en landsdeelknopen 90 min tussen Randstad en overige N2 knopen Internationale knopen snel verbonden: Brussel, Antwerpen, Luik, Aken, Keulen, Düsseldorf Goed verbinden binnen de regio met N4 Verbindingen met hoofdknoop N2 (hub & spoke) Lightrail in de Randstad (8x/uur) N5 gericht op ketenintegratie met N4 54

56 Perspectief 2: Veld van Steden Principe: Spreiding van economische ontwikkeling in grote en middelgrote steden Spreiden van ontwikkelingen rond meerdere knooppunten (middelgrote steden, stadsdelen) Verbeteren interregionale verbindingen Ruimtelijke verdichting rondom de N3 knopen Ruimte is minder schaars waardoor de (zelfrijdende) auto marktaandeel wint Doorgaan op de ingeslagen weg: spoor en stations incrementeel uitbreiden 55

57 Perspectief 2: Veld van Steden Hoofdkeuzes mobiliteitsnetwerk: Focus op goede verbindingen tussen middelgrote steden Ruimte voor nieuwe ÍC- stations: 150 knopen IC als randstad-metro (6-10x per uur) HOV buscorridors verbinden knopen buiten spoor Laagfrequente sprinters (2x per uur) en hoogfrequent lightrail in de steden (6 a 8 x per uur) Ketenmobiliteit gericht op N3 knopen Internationale treinen (N1/2) 56

58 Overzicht kenmerken perspectieven 3: Regio s centraal 4: Deltametropool 2: Veld van Steden Vf tussen N2/3 knopen 1,25 <1,0 1,5 Aantal N2/3 knopen Accent Binnen 45 minuten deur tot deur in de regio Binnen 60 minuten deur tot deur in de Randstad Hoogfrequent en / of rechtstreeks reizen 57

59 Toetsen perspectieven 58

60 Vervolgproces Effecten perspectieven (nationaal OV model) Vervoerwaarde effecten Bereikbaarheidseffecten Sociale functie Exploitatiekosten per laag Investeringsniveau 3 e versnellingsdag 27 september Sterktes en zwaktes Synergie Aanzetten nationaal Toekomstbeeld Bestuurlijke bijeenkomst 7 oktober Uitwerking en afronding Goederen Governance Fasering 59