OP HET SNIJVLAK VAN HANDEL MET VOORKENNIS EN WINSTMANAGEMENT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OP HET SNIJVLAK VAN HANDEL MET VOORKENNIS EN WINSTMANAGEMENT"

Transcriptie

1 DOOR MESSOD D. BENEISH Resultatenvermeerderend management algemener dan resultatenverminderend management OP HET SNIJVLAK VAN HANDEL MET VOORKENNIS EN WINSTMANAGEMENT Samenvatting Wat is winstmanagement? Hoe vaak komt het voor? En: hoe wordt het gemeten? Dit artikel presenteert een standpunt over het managen, bijsturen of ook wel masseren van winsten. Allereerst behandelt het de hierboven gestelde vragen. Vervolgens bespreekt het wat de wetenschap heeft te zeggen over prikkels die de winst vergroten dan wel verkleinen. Daarnaast worden onderzoeksresultaten gepresenteerd over de incentives voor het management die voortkomen uit de regelgeving, bepalingen van leningen en beloningscontracten, voorschriften over het handelen met voorkennis en verzekeringspolissen voor de beveiliging. Ook bespreekt het artikel enkele onderwerpen over het meten van de strekking van winstmanagement en geeft het enige voorstellen voor toekomstige onderzoek. E en vraagstuk dat in het onderzoek op het gebied van accounting een centrale plaats inneemt is de mate waarin managers de te rapporteren winst ten eigen bate veranderen. In de jaren zeventig en de beginjaren negentig zijn een groot aantal studies gemaakt van de factoren die de keuzen op het gebied van accounting en de financiële verslaggeving bepalen. Deze onderzoeken bevestigen dat er voor managers prikkels bestaan om binnen de context van regelgeving en contracten, die een zekere relatie hebben met de rapportage van de winst, die methoden te kiezen die voor hen gunstig uitvallen (zie [1] en [2] voor een bespreking van deze onderzoeken). Voor de explosieve groei van het onderzoek naar management op basis van het accrual principe (periodetoerekening) zijn drie vermoedelijke oorzaken aan te wijzen. In de eerste plaats zijn transitoria van passiva (accruals) het hoofdproduct van de Generally Accepted Accounting Principles, GAAP,de algemeen aanvaarde grondslagen voor de accounting. Als daarom winsten worden gemanaged, is het meer waarschijnlijk dat dit gebeurt op basis van de transitorische component dan met de cashflowcomponent van de winst. In de tweede plaats vermindert bestudering van de transitoria - met andere woorden: doorgeschoven en geactiveerde kostenelementen - de problemen in verband met het onvermogen om het effect op de winst te bepalen van verschillende keuzen met betrekking tot de financiële verslaggeving. In de derde plaats is het minder waarschijnlijk dat beleggers het effect van winstmanagement op de gerapporteerde winst kunnen uitpluizen als dat winstmanagement een niet waarneembare component van de transitorische passiva is. De voornaamste uitdaging bij het onderzoek naar winstmanagement is dat wetenschappers, net als beleggers en investeerders, niet in staat zijn het element van het winstmanagement in de transitorische passiva te zien, laat staan te meten. Ingrepen van de 60 JUNI 2002

2 kant van de management accounting die bedoeld zijn om: de beloning van managers te vergroten, inbreuken op gestelde zekerheden te vermijden, het kapitaal uit te breiden of een uitkomst op basis van de regelgeving te beïnvloeden, onttrekken zich grotendeels aan de waarneming. Als gevolg daarvan heeft eerder onderzoek gevolgtrekkingen gemaakt uit de gecombineerde hypothesen waarmee testen kunnen worden uitgevoerd van zowel het bestaan van prikkels voor het management van winsten als van de theoretische validiteit van de verschillende modellen die worden gebruikt om de beslissingsvrijheid te meten die managers in de accounting hebben gebruikt. Omdat bestaande modellen van de verwachte transitorische passiva onnauwkeurige schattingen opleveren van de vrijheden die het management heeft genomen, wordt betwijfeld of de niet-waarneembare acties van het management in feite wel voorkomen (zie noot 1). Ondanks problemen met de opzet van het onderzoek, hebben uiteenlopende bewijzen voor winstmanagement zich opgestapeld. De volgende paragraaf stelt drie algemene vragen over winstmanagement aan de orde: 1. Wat is het? 2. Hoe vaak komt het voor? 3. Hoe schatten onderzoekers winstmanagement in? Beleggers kunnen het effect van winstmanagement minder goed uitpluizen als het een niet waarneembare component is van de transitorische passiva Kenmerkend voor eerdere navorsingen van de incentives voor het management om de winsten bij te sturen is dat ze in twee categorieën kunnen worden ingedeeld, namelijk studies die het effect nagaan van contracten op opties met betrekking tot de verslaggeving hebben en studies naar de stimulerende effecten in verband met de noodzaak om externe financiële middelen aan te trekken. Dit artikel volgt deze indeling niet, maar presenteert bewijsmateriaal op basis van de richting waarin het incentivesklimaat werkt. De paragrafen 3 en 4 geven daarom een samenvatting van wat bekend is over prikkels zelf om de winst te vergroten dan wel te verminderen. In paragraaf 5 worden bewijzen besproken met betrekking tot de context van incentives om de winst te vergroten dan wel te verminderen. Paragraaf 6 formuleert tenslotte enige conclusies en suggesties voor toekomstig onderzoek. DEFINITIES WINSTMANAGEMENT Het kopje Definities is bewust in de meervoudsvorm gesteld aangezien er onder wetenschappers geen overeenstemming bestaat over wat winstmanagement (earnings management) is. Er zijn ten minste drie pogingen gedaan om winstmanagement te definiëren: 1. Het managen van winsten is: de procedure waarbij binnen de randvoorwaarden van de GAAP welbewust maatregelen worden genomen om tot een gewenst niveau van de gerapporteerde winst te komen. (Davidson, Stickney en Weil (1987) geciteerd in [4], pag. 92.) 2. Het managen van de winsten is: een opzettelijke ingreep in het proces van de externe financiële verslaggeving met als doel om enig particulier voordeel te behalen (en dus niet om bijvoorbeeld louter de neutrale uitvoering van het proces te bevorderen)... Een ondergeschikte uitbreiding van deze definitie zou gaan over het management van reële winsten die worden bewerkstelligd door het timen van investeringen of financiële beslissingen die zijn bedoeld om de gerapporteerde winst of enig onderdeel daarvan te wijzigen (zie [4], pag. 92). 3. Management van winsten vindt plaats als managers op hun eigen oordeel afgaan binnen de financiële verslaggeving of voor het structureren van transacties met de bedoeling om de jaarrekeningen te wijzigen zodat enkele aandeelhouders worden misleid over de fundamentele bedrijfseconomische performance dan wel contractuele uitkomsten te beïnvloeden die afhangen van cijfers in de verslaggeving (zie [5]). Het ontbreken van overeenstemming over de definitie van winstmanagement houdt in dat verschillende interpretaties worden gegeven van het empirisch bewijsmateriaal in onderzoeken die proberen gevallen van winstmanagement op te sporen of die incentives voor winstmanagement proberen te vinden. Het is daarom nuttig de drie bovenstaande definities met elkaar te vergelijken. Alledrie definities hebben het over maatregelen die het management neemt binnen de context van de financiële verslaggeving, inclusief het structureren van transacties zodat de toepassing van een gewenste accounting-handelwijze mogelijk wordt (bijvoorbeeld pooling,operationele leases). Maar volgens de tweede definitie vindt winstmanagement ook plaats door middel van het timen van reële investerings- en financieringsbeslissingen. Als het timing-vraagstuk ervoor zorgt dat een vrije beslissing van het JUNI

3 management over een uitgave voor een zeer korte tijd rond het belastingjaar wordt vertraagd dan wel versneld, is de timing van reële beslissingen als een wijze voor het managen van winsten te beschouwen. Met de tweede definitie ontstaat een probleem als reële beslissingen waaronder beslissingen die inhouden dat managers van winstgevende mogelijkheden afzien als winstmanagement worden geïnterpreteerd. Gezien het bestaan van alternatieve manieren om de winst te managen is het niet erg aannemelijk om winstmanagement een afwijking van het rationele investeringsgedrag te noemen. Dit weerspiegelt onze opvatting dat winstmanagement een verschijnsel op het gebied van de financiële verslaggeving is. Er zijn twee visies op winstmanagement. Het opportunistische standpunt is dat managers proberen beleggers te misleiden. Daar staat tegenover de opvatting in het teken van de informatieverschaffing die voor het eerst door Holthausen en Leftwich is geformuleerd en die inhoudt dat het naar eigen bevinding handelen van het management een middel is waarmee managers hun persoonlijke verwachtingen over de toekomstige cashflows van het bedrijf aan beleggers kunnen onthullen (zie [1]). Eerder onderzoek heeft veelal zijn conclusies gebaseerd op een opportunistisch uitgangspunt over winstmanagement en heeft die conclusies niet getoetst aan het informatieperspectief. De drie definities omvatten de mogelijkheid dat winstmanagement plaatsvindt om verslechterende vooruitzichten te maskeren, maar het woord misleiden in de definitie van Healy en Wahlen lijkt de mogelijkheid uit te sluiten dat winstmanagement kan worden toegepast om het signaal dat van de gerapporteerde winst uitgaat te bekrachtigen (zie noot 2 en [5]). Dit kan het gevolg zijn van het opnemen in de derde definitie van contractuele incentives. Ter verklaring: eerder onderzoek is niet in staat geweest om te bepalen of het naar eigen keuze handelen van managers bedoeld is om te misleiden of om te informeren. Het is dan ook kenmerkend voor onderzoek naar relaties met contracten dat prikkels daarin feitelijk resulteren in opportunistisch winstmanagement. Volgens de derde definitie heeft winstmanagement een groot aandeel aan fraude behelst. Daarbij wordt fraude gedefinieerd als: een of meer opzettelijke handelingen die zijn bedacht om andere personen te bedriegen en hen financiële schade toe te brengen. (zie [6]). Het voornaamste verschil tussen winstmanagement volgens de derde definitie en fraude is dat stakeholders hebben kunnen anticiperen op het gedrag van managers en contractvoorwaarden hebben uitonderhandeld die koersbescherming bieden. HET VOORKOMEN VAN WINSTMANAGEMENT Als men mag afgaan op wat de oud-voorzitter van de SEC, Levitt, in 1998 heeft gezegd, komt winstmanagement op uitgebreide schaal voor, althans onder open vennootschappen, omdat zij onder druk staan van de verwachtingen van beleggingsanalisten. Winstmanagement zou ook algemeen voorkomen als vanuit analytische argumenten wordt geredeneerd. Bagnoli en Watts beweren dat het bestaan van vergelijkende performance-beoordelingen ondernemingen brengt tot het managen van de winst als zij verwachten dat concurrerende ondernemingen dat ook doen (zie [7]). Soortgelijke argumenten op basis van het prisoner s dilemma voor het bestaan van winstmanagement brengen Erickson en Wang naar voren binnen de context van fusies van ondernemingen en Shivakumar binnen de context van inschrijvingen op aandelen met een bestaande goede reputatie (zie [8] en [9]). Het opportunistische standpunt is dat managers proberen beleggers te misleiden Aan het andere uiterste kunnen we er alleen zeker van zijn dat winsten inderdaad zijn of worden gemanaged als de rechter, in zaken die door de Securities and Exchange Commission of het Ministerie van Justitie zijn aangebracht, tot de conclusie is gekomen dat winstmanagement daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Waarschijnlijk vindt winstmanagement vaker plaats dan uit juridische maatregelen en beslissingen blijkt, maar het is niet duidelijk dat winstmanagement op uitgebreide schaal voorkomt. Het lijkt niet plausibel dat ondernemingen in de loop van de tijd steeds met dezelfde motieven voor het managen van winsten worden geconfronteerd. Zoals we later zullen zien, hangen de bewijzen van winstmanagement af van de resultaten van ondernemingen, wat er op wijst dat winstmanagement waarschijnlijker is als de performance van een onderneming ofwel ongewoon goed, ofwel ongewoon slecht is. Voor het evalueren van het bestaan van winstmanagement hebben onderzoekers drie methoden gebruikt. Bij de eerste methode worden geaggregeerde transitorische passiva bestudeerd waarbij regressiemodellen worden gebruikt om de verwachte en onverwachte accruals te berekenen. De tweede benadering concentreert zich op specifieke transitoria zoals voorzieningen voor dubieuze debiteuren of op transitoria in specifieke sectoren, zoals de reserve voor verlies op claims in de verzekeringsbranche. De derde benadering onderzoekt discontinuïteiten in de verdeling van winsten. 62 JUNI 2002

4 GEAGGREGEERDE TRANSITORISCHE PASSIVA PER SECTOR Het model van Jones is het meest toegepaste model in het onderzoek van geaggregeerde accruals (zie [10]). Het model volgt de suggestie van Kaplan dat transitorische passiva vermoedelijk voortkomen uit toepassingen van de beslissingsvrijheid van het management en uit veranderingen in de economische condities van de onderneming (zie [11]). Het model legt een verband tussen de totale transitorische passiva enerzijds en de verandering in de omzet ( Omzet) en het niveau van de brutowaarde van onroerend goed, machines en inventaris (Property, Plant, and Equipment) anderzijds: Totale transitorische passiva it = a 1i + b 1i Sales it + c 2i PPE it + 1it (1) Het model berust op twee veronderstellingen. De eerste houdt in dat de vlottende transitoria (veranderingen in de rekening voor het werkkapitaal) die het gevolg zijn van veranderingen in de economische omgeving van de onderneming verband houden met veranderingen in de omzet of de omzetgroei, omdat het kenmerkend is voor vergelijking (1) dat daarvan een schatting wordt gemaakt waarbij alle variabelen worden gekort voor ofwel nagekomen activa ofwel nagekomen omzet. De tweede veronderstelling is dat het brutobedrag voor onroerend goed, machines en inventaris op de balans bepalend is voor het aandeel van het totaal van de transitorische passiva dat verband houdt met de niet door het management te veranderen afschrijvingskosten. De tweede versie gebruikt de vlottende accruals als een afhankelijke variabele en alleen de verandering in de omzet als verklarende: Vlottend it = a 2i + b 2i Sales it + 2it (2) Deze modellen worden ofwel voor onderneming na onderneming geschat door middel van tijdreeksen of door middel van een dwarsdoorsnede van alle bedrijven in een gegeven bedrijfstak (met een tweecijferig getal in de standaardbedrijfstakindeling) en een gegeven jaar. Elke jaarlijkse schatting wordt gebruikt om een prognose van een jaar vooruit te maken van de verwachte transitorische passiva die als ze van de afhankelijke variabele worden afgetrokken de onverwachte accruals opleveren. Ook zijn er twee alternatieve versies van het Model van Jones voorgesteld. Voor het totaal van de transitorische passiva luiden de vergelijkingen van die modellen: Totale transitorische passiva it = a 3i + b 3i ( Sales it Receivables it ) + c 3i PPE it + u 3it (3) Totale transitorisch passiva it = a 4i + b 4i Cash Sales it + c 4i PPE it + u 4i (4) Het verwachtingsmodel in vergelijking (3) wordt algemeen toegeschreven aan Dechow, Sloan en Sweeney (zie bijvoorbeeld Gaver, Gaver en Austin), ook al is het aangepaste Jones-model in Dechow et al. hetzelfde als het Jones-model in de schattingsperiode en het alleen een correctie voor de debiteuren voor de te voorspellen periode heeft (zie [12] en [13]). De op de inkomsten gebaseerde variabele in vergelijking (3) is dan ook gelijk aan de Cash Sales it - Sales it - 1. Omdat niet duidelijk is wat de constructie betekent of op welke wijze die een benadering geeft van het effect van de veranderingen in de economische omgeving van de onderneming op de transitorische passiva, wordt een alternatieve aanpassing voorgesteld die van de contante verkopen (cash sales) uitgaat (zie [14]). De onderbouwing hiervan geeft aan dat een verandering in de contante verkopen de gevoelsmatige juistheid in stand houdt van het gebruik van veranderingen in de omzet als benadering van de veranderingen in de economische resultaten. Bovendien biedt deze aanpassing het voordeel dat het een concept uit de accounting als verklarende variabele gebruikt die het probleem van de endogeniteit vermindert (zie noot 3). Winstmanagement heeft soms ten doel verwachtingen over toekomstige cashflow te onthullen Ondanks deze modificaties blijft de primaire kritiek tegen de bestaande modellen voor transitorische passiva overeind. De modellen zijn niet in staat onderscheid te maken tussen de accruals die ontstaan als gevolg van het naar eigen bevinding handelen van managers en de accruals die resulteren uit veranderingen in de economische performance van de onderneming (zie McNichols voor een uitgebreide bespreking van vraagstukken met betrekking tot de opzet van het onderzoek naar modellen voor de geaggregeerde transitorische passiva (zie [15]). Dit wordt verergerd door het feit dat we niet weten hoe veranderende operationele beslissingen die ex ante waarde maximaliserend zijn, de ingrepen vanuit winstmanagement beïnvloeden. Met andere woorden, we weten niet of de schattingen ten behoeve van de JUNI

5 winst een afspiegeling zijn van efficiënte operationele beslissingen of van overwegingen met betrekking tot de verslaggeving. Hierover zegt Beneish dat... de strategie voor de financiële verslaggeving van een onderneming is afhankelijk van de ondernemingsstrategie en moet ex ante worden geëvalueerd en niet ex post. Om een voorbeeld te geven, neem een fabrikant van personal computers die om marktaandeel op een concurrent te veroveren, zijn productie heeft uitbreid en nu voor de feestdagen aan zijn distributeurs die meer afnemen incentives biedt. Als managers een incentive hebben om de winst te managen zullen zij dat zodanig doen dat het moeilijk is te achterhalen Als die strategie geen succes heeft en zich vertaalt in een lagere dan verwachte winst en een scherpe prijsverlaging, kan de fabrikant voor de rechter worden gedaagd en op zijn verslaggeving kritiek worden geuit. Waar de managers van de onderneming uiteindelijk vrijelijk besluiten om grotere accruals op te nemen, is de onderneming, gezien de strategie, veeleer een agressieve concurrent dan een onderneming die de winst masseert. Maar de onderneming is niet te onderscheiden van een onderneming die opzettelijk zijn distributeurs meer verkopen opdringt om zo zijn te publiceren winst te verbeteren. (zie [16]). Een bijkomend probleem is dat als managers inderdaad een incentive hebben om de winst te managen, zij dat waarschijnlijk zullen doen op een manier die moeilijk te achterhalen is, wat het ons dus moeilijker maakt om gevallen van winstmanagement te vinden en de kracht van onze toetsen verzwakt (zie noot 4). ANDERE METHODEN Ondanks de wijdverbreide toepassing bestaat er aanzienlijke kritiek op modellen voor geaggregeerde transitorische passiva (zie noot 1). Een alternatief voor deze benadering is een model te construeren voor een specifieke transitorische passiefpost, bijvoorbeeld de voorziening voor dubieuze debiteuren, om zich te concentreren op accruals in specifieke sectoren, zoals de reserve voor verloren claims in de verzekeringsbranche (zie [17], [18]). McNichols geeft een uitstekende verhandeling over de voor- en nadelen van deze specifieke benadering. Zo merkt zij over de voordelen op: Eén van de voordelen is dat de onderzoeker een speciaal gevoel kan ontwikkelen voor de hoofdfactoren die het gedrag van de accrual beïnvloeden waarbij hij grondig gebruik maakt van zijn kennis van de GAAP. Een tweede voordeel is dat de benadering van een specifieke transitorische passiefpost kan worden toegepast in bedrijfstakken waarvan de bedrijfspraktijk maakt dat de onderhavige accrual van materieel belang is en een zaak is waarover managers waarschijnlijk vrijelijk kunnen oordelen en beschikken. (zie [15], p. 333). Over de nadelen zegt ze dat bestudering van specifieke accruals een dure investering in institutionele kennis vergt en beperkingen stelt aan de generalisatie van de bevindingen omdat de neiging bestaat om onderzoeken van specifieke transitorische activa te beperken tot steekproeven uit kleinere en specifieke bedrijfstakken. In recente publicaties van Burgstahler en Dichev en van Degeorge, Patel en Zeckhauser wordt gebruik gemaakt van een interessante alternatieve methodiek voor het bestuderen van winstmanagement (zie [19], [20]). Zij onderzoeken discontinuïteiten in de verdeling van de gerapporteerde winsten rond een drietal drempelwaarden: 1. geen winsten; 2. de winsten van het voorgaande jaar; en 3. de verwachtingen van analisten voor het lopende jaar. Zij leiden voorspellingen af over het gedrag van de winsten binnen smalle intervallen rond deze drie drempels. Het bewijsmateriaal blijkt consistent met voorspelde discontinuïteiten: De tendens bestaat dat meer (minder) gevallen worden waargenomen dan verwacht voor de drempelwaarden van het winstniveau net onder (boven) de nulwinsten en van de winsten van het vorig jaar. Terwijl het onderzoeken van de verdeling van de winsten informatie oplevert over welke ondernemingen vermoedelijk hun winsten hebben gemanaged, zegt deze methodiek niets over de vorm en de mate van het winstmanagement. BEWIJZEN VAN WINSTMANAGEMENT DAT DE INKOMSTEN VERGROOT We bespreken hier vier bronnen van prikkels tot het toepassen van winstmanagement dat de inkomsten vergroot: 1. contracten voor leningen o/g; 2. afspraken over de beloning van het management; 3. inschrijvingen op aandelen; 4. handelen met voorwetenschap. Over de eerste twee bronnen zijn in eerder positief onderzoek met betrekking tot de accounting-theorie hypotheses opgesteld en de laatste twee bronnen worden expliciet beschreven als redenen voor het te hoog opgeven van de winst in uitvoerings- en toepassingsbeschikkingen voor de verslaggeving door de SEC en zijn bovendien onderwerp van recent onderzoek. 64 JUNI 2002

6 Contracten voor leningen zijn een belangrijk onderwerp in het onderzoek van de financiële verslaggeving. De reden daarvoor is dat uitleners van geld vaak accounting-cijfers gebruiken om de activiteiten van de lenende onderneming te reguleren, bijvoorbeeld door te eisen dat bepaalde performance-doelen worden gehaald of door grenzen te stellen aan toegestane investerings- en financieringsactiviteiten. Het verband tussen accountingcijfers en leningsovereenkomsten is in studies gebruikt om na te gaan: 1. waarom economische consequenties worden waargenomen als ondernemingen voldoen aan verplicht gestelde of vrijwillig doorgevoerde veranderingen in de accounting die niettemin geen effect op de cashflows hebben; 2. wat de determinanten zijn van keuzen met betrekking tot de verslaggeving en het gebruik dat managers van hun beslissingsvrijheid maken met betrekking tot schattingen in de verslaggeving die consequenties voor de nettowinst hebben. De veronderstelling hierachter is dat zekerheden voor schulden managers een prikkel geven om de winst op te voeren om zo ofwel de beperkingen van de op de accounting gebaseerde randvoorwaarden in leningsovereenkomsten te verminderen of de kosten van boeten door schendingen van die beschermingsregelingen te voorkomen. De uitkomsten van studies naar de genoemde economische consequenties zijn in het algemeen gemengd en sinds kort hebben Contracten voor leningen zijn belangrijk voor het onderzoek van de financiële verslaggeving onderzoekers zich gericht op de verslaggevingskeuzen in ondernemingen die werkelijk technisch in gebreke zijn geweest (zie [21], [22], [23], [24], [25]). Zij willen de kracht van de testinstrumenten vergroten door zich op een steekproef te concentreren waarin het effect van schendingen van zekerheidsbepalingen duidelijker waar te nemen is. Terwijl een deel van de researchuitkomsten uitwijst dat managers die winstvergrotende maatregelen nemen daarmee de aanvang van het technisch in gebreke zijn vertragen (zie [23], [24]), blijkt dat niet uit andere uitkomsten (zie [21], [25]). Bovendien is het niet duidelijk dat zulke maatregelen ook werkelijk voldoende zijn om het in gebreke zijn te vertragen (zie noot 5). De bewijzen in deze studie dat managers al dan niet winstvergrotende keuzen in de verslaggeving maken om te voorkomen dat ze in gebreke zijn, zijn dus gemengd. Maar in hun onderzoek op basis van een grote steekproef van privé-leningsovereenkomsten en hun metingen hoe dicht in de buurt ondernemingen komen bij gestelde randvoorwaarde met betrekking tot de current ratio en de netto vermogenswaarde van materiële activa, hebben Dichev en Skinner gevonden dat significant grotere aantallen ondernemingen zich net iets boven de drempelwaarden van de beschermingsbepalingen bevinden dan eronder (zie [26]). Dit wijst er volgens hen op dat managers maatregelen nemen die consistent zijn met het vermijden van een toestand van in gebreke zijn met betrekking tot geëiste zekerheden. OVEREENKOMSTEN OVER DE BELONING Studies naar de bonushypothese hebben bewijzen opgeleverd die consistent zijn met de veronderstelling dat managers gerapporteerde winsten bijstellen om daarmee hun beloning te vergroten (zie [13], [27], [28]). Met uitzondering van het onderzoek van Healy (zie [27]) leveren deze studies bewijzen die consistent zijn met het verschijnsel dat managers de gerapporteerde winsten verminderen om hun toekomstige beloning te vergroten. Bovendien hebben Holthausen et al. er weinig bewijs voor gevonden dat managers de ondernemingswinst (income) zelf vergroten en stellen zij dat de bewijzen voor winstvergroting (earnings) en resultaatverbetering (income) van Healy zijn terug te voeren in de opzet van het onderzoek (zie [28]). INSCHRIJVINGEN OP AANDELEN Steeds meer onderzoek richt zich op de incentives voor managers om de gerapporteerde winst te vergroten in het kader van een inschrijving op effecten. Eerdere research erkent het bestaan van informatieasymmetrie tussen eigenaren/managers en beleggers, vooral ten tijde van Initial Public Offerings.Een model als dat van Leland en Pyle geeft aan dat de hoeveelheid aandelen die insiders vasthouden een aanwijzing zijn voor hun eigen waardering van de onderneming (zie [29]). Modellen als die van Hughes, Titman en Trueman, en Datar et al. onderzoeken de rol van de reputatie van de controlerend accountant op de aangeboden koers (zie [30], [31], [32]. In deze modellen wordt de asymmetrie weggenomen door de aanstelling van een certificeerder van buitenaf of door een toezegging van een overeenkomst die de emittent een straf oplegt voor de publicatie van onware informatie. Onderzoeken naar de praktijk gaan ervan uit dat er informatieasymmetrie blijft bestaan en gebruiken uiteenlopende modellen om te schatten of en in hoeverre ze gebruik maken van hun beslissingsvrijheid met betrekking tot transitorische passiva ten tijde van een inschrijving op effecten. Vier studies hebben onderzocht of winstmanagement een verkla- JUNI

7 ring kan zijn voor het onbegrijpelijke gedrag van beurskoersen na de emissie (zie [33], [34] (2x), [35]). Twee van die studies (zie [33], [34]) zijn gewijd aan winstmanagement in het kader van een Initial Public Offering (IPO) en twee (ook [34] en [35]) aan winstmanagement rond inschrijvingen voor aandelen met een bestaande goede reputatie. Deze studies maken een raming van de mate van winstmanagement met behulp van Jones-achtige modellen rond de tijd dat effecten worden geëmitteerd en correleren deze ramingen over het winstmanagement met rendementen en gerapporteerde winsten na de emissie. Het bewijsmateriaal dat ze presenteren wijst uit dat ramingen van winstmanagement tijdens een emissie significant negatief correleren met latere rendementen en gepubliceerde winsten. Managers nemen maatregelen om te vermijden dat zij in gebreke raken in relatie tot geëiste zekerheden De resultaten van deze studies wijzen op het onvermogen van partijen op financiële markten om de implicaties van onverwachte transitorische passiva op waarderingen te begrijpen. De uitkomsten zijn fascinerend maar het is voorbarig om daaruit te concluderen dat opzettelijk winstmanagement ten tijde van een emissie beleggers met succes misleidt. Het voorbehoud met betrekking tot de generalisatie van een dergelijke conclusie kan als volgt worden geformuleerd: Ten eerste impliceert de conclusie dat ten tijde van emissies fraude met financiële rekeningen algemeen verbreid is. Ter verduidelijking: fraude wordt door de National Association of Certified Fraud Examiners gedefinieerd als een of meer opzettelijke handelingen die zijn bedoeld om andere personen te bedriegen en hen financiële schade toe te brengen. Als fraude met financiële rekeningen bij emissies wijdverbreid is - wat bijvoorbeeld inhoudt dat managers succes hebben met het misleiden van beleggers - is het te verwachten dat het ondernemingen na de emissie slecht vergaat in rechtszaken die door de Securities and Exchange Commission (SEC) (zie [6]), kwade beleggers en advocaten van eisers tegen hen aanspannen. Het is dan ook te verwachten dat managers het er na de emissie ook niet best van afbrengen wat betreft hun vermogenspositie en werkgelegenheid. Er zouden aanwijzingen worden gevonden over consequenties na emissies voor managers en ondernemingen die iets zouden kunnen zeggen over het bestaan van opzettelijk winstmanagement dat is bedoeld om beleggers te misleiden. Dit onderwerp is beslist de moeite van onderzoek in de toekomst waard. (zie [14], p. 210) HANDEL MET VOORKENNIS Net als het aantrekken van vermogen vormt het handelen met voorkennis (insider trading) een prikkel die verband houdt met de handel in effecten en een betrekkelijk nieuw element in de reeks van potentiële aanzetten tot inkomensvergrotend winstmanagement. De oorzaak daarvan is dat als men - zoals vroeger - uitgaat van de juistheid van twee argumenten die berusten op het principe van economische efficiency, het onderzoek van dergelijke incentives zinloos is. Deze twee argumenten zijn: 1. Kapitaalmarkten zijn efficiënt wat betreft informatie (een centrale hypothese in het onderzoek naar kapitaal) en beleggers doorzien de actie van managers met betrekking tot de financiële verslaggeving; en 2. Reputatie-effecten en de disciplinerende werking van de arbeidsmarkt voor insiders verhinderen dat zij profiteren in ondernemingen met teruglopende vooruitzichten. Het bewijs voor handelen met voorkennis als incentive voor het vergroten van de winst met als doel het misleiden van beleggers is minder algemeen, maar naar onze mening overtuigender dan het bewijs dat aandelenemissies zo n prikkel zouden zijn. Eén van de redenen daarvoor is dat het bewijs afkomstig is van ondernemingen die daadwerkelijk schuldig zijn geweest aan fraude met betrekking tot hun jaarrekeningen (zie [36]) of die wederrechtelijke daden hebben begaan (zie [37]). Dit is verenigbaar met visies van professionals met betrekking tot de redenen van winstmanagement (zie [6]) en ook met bewijzen dat managers hun aandeel in het eigen vermogen van de onderneming verminderen in de jaren die aan een faillissementsaanvraag vooraf gaan (zie [38]). Terwijl Seyhun en Bradley het niet hebben over winstmanagement (zie [38]), worden de bedrijven in hun onderzoek met verslechterende resultaten geconfronteerd, een situatie waarvan vaak wordt aangevoerd dat die voorafgaat aan onwettig gedrag door een onderneming (zie [6]). Het meest directe bewijs voor een verband tussen manipulaties met de jaarrekening en handelen met voorkennis geeft Beneish die concludeert dat het waarschijnlijker is dat managers van ondernemingen met te hoog opgegeven winsten welke in strijd zijn met de GAAP, hun aandelen in de onderneming verkopen en hun rechten op koerswinsten verzilveren gedurende de periode waarin de winsten te hoog worden opgegeven dan managers in een controlesteekproef. Ook is geconstateerd dat een gemiddeld koersverlies van 20 procent optreedt als de te hoge winst wordt ontdekt en dat het gemiddelde van de schikkingskosten in rechtszaken 9 procent bedraagt van de beurswaarde vóór die ontdek- 66 JUNI 2002

8 king. Dit geeft aan dat aandelentransacties van managers tijdens de periode waarin de winst wordt overdreven, gebeuren tegen opgeblazen koersen die het effect van de te hoog voorgestelde winst weerspiegelen. (zie [36], p. 426). In genoemde publicatie wordt gebruik gemaakt van eerder onderzoek naar handelen met voorkennis om hypothesen te ontwikkelen over incentives voor manipulatie in verband met handelen met voorkennis. Dit onderzoek geeft aan dat managers zich als goed geïnformeerde handelaars gedragen die voorafgaand aan stijgingen (dalingen) van de aandelenkoers kopen (verkopen) (zie [39], [40]). De vermogenswinsten die managers op die manier behalen worden daarbij gezien als een beloning voor het tijdig aan beleggers bekend maken van informatie waarover zij voor zichzelf beschikken (zie [41], [42], [43]. Er zijn bewijzen dat managers hun aandeel in het eigen vermogen verminderen in de jaren die voorafgaan aan een faillissementsaanvraag De redenering in Beneish gaat dan als volgt: Als managers zich als goed geïnformeerde handelaars gedragen, is het te verwachten dat zij hun informatie over te hoog opgevoerde winsten gebruiken om te handelen zodat zij er zelf beter van worden. Dat wil zeggen dat als managers te hoge winsten opvoeren om deelnemers aan de markt van positieve privé-informatie over de vooruitzichten van de onderneming te voorzien, is het te verwachten dat zij ofwel hun strategische participatie in het ondernemingsvermogen vergroten (wellicht om een ander positief signaal af te geven over die vooruitzichten) ofwel afzien van handel. Als, omgekeerd, managers met te hoge winsten komen om de verslechterende performance van de onderneming te verbergen, is het te verwachten dat zij hun van het aandelenkapitaal afhankelijke bezit verkopen. Als de te hoge rapportage is bedoeld om beleggers te misleiden, kunnen managers hun verkopen beperken om minder kans te lopen dat zij de aandacht trekken van de mensen die bij de SEC op insider trading toezien. Anderzijds voeren Summers en Sweeney (zie [37]) aan dat managers die beleggers misleiden lage persoonlijke ethische normen kunnen hebben, in geringe mate risicomijdend zijn en/of geneigd zijn om hun pakkans te onderschatten. Maar er is nog een andere mogelijkheid, namelijk dat als ze worden opgespoord, managers kunnen zeggen dat zij aandelen hebben verkocht met het oog op hun persoonlijke liquiditeit (zie [36], p. 435). Beneish onderzoekt ook de straffen waarmee managers worden geconfronteerd nadat hun manipulaties zijn ontdekt (zie [36]). Het verlies aan reputatie en de bestraffing door de aandelenbeurs kunnen managers afhouden van het manipuleren van winsten en het realiseren van lucratieve deals. Maar dat gebeurt alleen als de straf die managers ondervinden met betrekking tot hun baan en financiële positie substantieel is. Beneish heeft evenwel gevonden dat managers na het ontdekken van te hoog opgevoerde winsten even snel hun baan verliezen als managers in andere ondernemingen en dat de SEC niet gauw handelssancties oplegt aan managers van ondernemingen die hun winsten overdrijven, tenzij zij hun eigen aandelen verkopen als onderdeel van een doorplaatsing of emissie van effecten van de onderneming. (zie [36], p. 425). BEWIJZEN VAN WINSTMANAGEMENT DAT DE INKOMSTEN VERMINDERT Hiervóór hebben we bewijzen besproken over managers die aangeven dat managers de gerapporteerde winst over het lopend boekjaar verminderen om in de toekomst een hogere beloning te krijgen. We laten daarbij de bonus als vorm van beloning buiten beschouwing. Veel van de bewijzen in vroeger onderzoek over winstmanagement dat de ondernemingsresultaten vermindert, zijn consistent met het verschijnsel van managers die de gerapporteerde winst tijdelijk laten dalen om de kans op een bepaalde uitkomst van onderhandelingen of regelgeving te vergroten. Zo is aangetoond dat een lagere gerapporteerde winst het waarschijnlijker maakt dat nutsbedrijven een tariefsverhoging weten te realiseren (zie [44]), dat de kans van waardeoverdrachten kleiner wordt (zie [45]) en dat de druk van importen wordt verminderd (zie [10]). Liberty en Zimmerman hebben incentives onderzocht voor het verminderen van de winst in de periode rond onderhandelingen met vakbonden (zie [46]). DeAngelo heeft prikkels voor winstvermindering onderzocht in de perioden voorafgaand aan management buy-outs (zie [47]. De kracht van de testen in deze studies is gering omdat de steekproeven klein zijn en het verkregen bewijs niet altijd doorslaggevend is. Liberty, Zimmerman en De Angelo hebben geen bewijs voor manipulaties voor een lagere winst gevonden (zie [46], [47]). De uitkomsten van een recente enquête geven aan dat verlaging van de ondernemingsresultaten door winstmanagement in de vorm van snoeptrommel -reserves op uitgebreide schaal voorkomt zie [48]). Uit een enquête van 526 partners en managers van de Big 5 accountantsfirma s blijkt dat 40% van de respondenten pogingen beschrijft om met winstmanagement de onderne- JUNI

9 mingsresultaten te verminderen. Dit cijfer geeft inderdaad aan dat resultatenverminderend winstmanagement algemeen voorkomt, maar het is moeilijk een meer gedetailleerde uitspraak te doen omdat de enquête in de herfst van 1998 werd gehouden, een periode die gekenmerkt werd door economische expansie en een bull market. SPECIFIEKE OMSTANDIGHEDEN Financiële instellingen en verzekeringsmaatschappijen zijn bedrijfstakken waarin managers een evenwicht moeten vinden tussen incentives voor de financiële rapportage en randvoorwaarden gesteld door de regelgeving. Onderzoeken van gereglementeerde financiële instellingen geven bijvoorbeeld aan dat managers aan een aantal verschillende prikkels blootstaan om de gerapporteerde winsten te managen. Deze studies wijzen in het bijzonder uit dat incentives die samenhangen met voorschriften voor het vermogen en belastingvermindering worden gecompenseerd door incentives voor het vergroten van de winsten. In het algemeen leveren deze studies dan ook bewijzen die consistent zijn met het egaliseren van de winst (zie [49], [50] en [51]). Onderzoeken op dit gebied vermijden de problemen die samenhangen met het gebruik van een verwachtingsmodel voor de geaggregeerde accruals doordat zij zich kunnen concentreren op de handelingsvrijheid met betrekking tot bepaalde transitorische passiva zoals voorzieningen voor verliezen op leningen in de bankensector en voorzieningen voor verloren claims in de verzekeringsbranche. De geëiste publicatie van informatie in deze bedrijfstakken stelt onderzoekers in staat om achteraf ondernemingen te identificeren die te hoge dan wel te lage reserveringen hebben gemaakt en om hypotheses te toetsen over de factoren die tot dergelijk gedrag aanzetten. Zo vindt Petroni dat financieel zwakke verzekeraars geneigd zijn verliezen te onderschatten en te lage reserves te vormen in vergelijking met ondernemingen die een grotere financiële kracht laten zien (zie [52]). Beaver, McNichols en Nelson analyseren de spreiding van winsten van verzekeringsmaatschappijen en stellen dat zwakke verzekeraars incentives hebben om te lage reserves te vormen terwijl sterke verzekeraars incentives hebben om juist te grote reserves aan te leggen (zie [53]). CONCLUSIES EN VERDER ONDERZOEK Het geaccumuleerde bewijs geeft aan dat resultatenvermeerderend winstmanagement meer algemeen is dan resultatenverminderend winstmanagement. De uitkomsten van onderzoek zijn gemengd of onderhevig aan verwarrende effecten, maar er zijn zwakke bewijzen dat contracten voor leningen en inschrijvingen voor aandelen prikkels geven om de ondernemingsresultaten te vergroten. Er zijn ook bewijzen dat managers een incentive hebben om de resultaten te vergroten en zo een verslechtering van de performance te verhullen. Op die manier zijn ze in staat hun vermogenscomponenten die afhankelijk zijn van het aandeel van hun onderneming tegen hogere koersen te verkopen. Maar het bewijs voor deze laatste prikkel is beperkt door te kleine steekproeven en voor generalisaties is verder onderzoek vereist. Met uitzondering van onderzoeken die uitgaan van specifieke omstandigheden in bedrijfstakken, is het bewijs voor resultatenverlagend winstmanagement mager en blijkt hoogstens geldig te zijn voor bepaalde tijden en branches. Winstmanagement om de winst te verminderen, bedoeld als snoeptrommelreserve, komt regelmatig voor Toekomstig onderzoek is nodig om een antwoord te vinden op het probleem van het niet kunnen waarnemen van ingrepen door managers die waarschijnlijk leiden tot manipulatie van de ondernemingsresultaten (income). De moeilijkheden die modellen voor geaggregeerde accruals opleveren, wijzen erop dat studies van specifieke transitorische passiva nodig zijn en wellicht ook casestudies. In zijn oproep voor artikelen geeft Beneish twee routes voor onderzoek aan die tot nu toe nog niet zijn benut. (We bedoelen hier) bestudering van de vorm en de grenzen van de handelingsvrijheid in de verslaggeving binnen de context van een bepaalde bedrijfstak. Bijvoorbeeld, over welke inkomens- en uitgavencomponenten kunnen managers zelf beslissen (discretionary) in de gezondheidszorg? Hoe vertaalt deze beslissingsvrijheid over winstcomponenten zich in transitorische passiva waarover managers kunnen beslissen? Wat kunnen we van hun gedrag in de loop van de tijd leren? (zie [54], p ). Vanuit een soortgelijke optiek zou onderzoek kunnen worden verricht naar de vrijheid van handelen met betrekking tot het moment van verantwoording van inkomsten in de hightechindustrie, de gezondheidszorg en de bouwnijverheid, of naar de beslissingsvrijheid in verband met de voorziening voor voorraadveroudering bij computerfabrikanten. Een van de manieren waarop de externe validiteit van modellen voor geaggregeerde accruals kan worden beoordeeld en waarop inzicht kan worden verkregen in de toepassing van de beslissingsvrijheid in bepaalde bedrijfstakken, is het bestuderen van gecorrigeerde uitspraken over de winst. Beneish stelt ook nog een andere 68 JUNI 2002

10 onderzoeksroute voor die tot nu toe niet is gebruikt. De bestudering van gevallen waarin ondernemingen met bijgestelde winstverklaringen zijn gekomen, dat wil zeggen: gevallen waarin feitelijk winstmanagement waarschijnlijker is. Dergelijke gevallen zijn interessant omdat: 1. door af te gaan op externe bronnen om ex post vast te stellen dat winsten zijn gemanaged het mogelijk wordt om de externe validiteit van accrual-modellen te beoordelen; 2. dergelijke gevallen het mogelijk maken om een beschrijving te maken van de vorm en de mate waarin managers beslissingsruimte hebben met betrekking tot de verslaggeving. Voorbeelden van vragen zijn: a. Wat is het verband tussen winstmanagement en rechtszaken door aandeelhouders en tussen winstmanagement en rechtszaken door onafhankelijke controlerende accountants? Wat is het verband tussen de omvang van de geschatte accruals waarover zelfstandig kan worden beslist en de omvang van de winstbijstellingen? b. Als maatregelen die de belastingautoriteiten nemen tegen ondernemingen resulteren in het elimineren van aftrekposten en/of herzieningen van de winst, wat is dan het verband tussen de omvang van de geschatte accruals waarover vrijelijk kan worden beslist enerzijds en de omvang van de winstbijstellingen anderzijds? (zie [64], p. 87). Een veelbelovende onderzoeksrichting is de bestudering van het snijvlak van handelen met voorkennis een waarneembare daad door managers - en winstmanagement een daad van het management die niet kan worden waargenomen. Bewijsmateriaal uit omvangrijke steekproeven in Beneish en Vargus (zie [55]) en het bewijs uit een steekproef van ondernemingen die technisch in gebreke zijn geweest in Beneish, Press en Vargus (zie [56]) geven aan dat de handel met voorkennis een nuttig instrument is voor het beoordelen van de waarschijnlijkheid van winstmanagement. Messod D. Beneish, Indiana University, Kelly School of Business, Bloomington, Indianana. Emerald Volume 27, Nr NOTEN 1. Kritiek op het vermogen van bestaande accrual-modellen om winstmanagementcomponent uit de transitorische passiva te isoleren is onder meer afkomstig van McNichols en Wilson, Holthausen Larker en Sloan, Beneish en McNichols (zie [17], [28], [16], [14], [15]). Zij stellen dat als de studies van de context van incentives wordt gecorreleerd met de performance, de conclusies uit het onderzoek verwarrend zijn. Andere kritiek is van Guay, Khotari en Watts die aangeven dat accrual-modellen voor transitorische passiva waarover managers zelf kunnen beslissen schattingen geven die in aanzienlijke mate onnauwkeurig zijn (zie [57]). Beneish presenteert bewijzen dat accrual-modellen slechte opsporingsresultaten leveren zelfs met betrekking tot ondernemingen die zich extreem genoeg gedragen om de aandacht van de regelgevers te trekken (zie [16]). Thomas en Zhang vinden dat de prestaties van accrual-modellen treurig zijn (zie [58]). 2. Een gesprek met een van de schrijvers bracht aan het licht dat hij ook een situatie waar een signaal van kracht zou uitgaan, misleidend zou vinden. Neem bijvoorbeeld aan dat een manager een te lage winst opvoert door een te grote voorziening voor dubieuze debiteuren, veroudering van voorraden of verliezen op leningen. De gebruikelijke redenering met betrekking tot het signaal dat daarvan uitgaat is dat de ingreep van de manager informatief is omdat het beleggers helpt zwakke ondernemingen van sterke te onderscheiden. Maar het is ook mogelijk dat de ingreep van die manager misleidend is omdat hij winst opzij zet als een appeltje voor de dorst. 3. Ter verduidelijking: het is veel moeilijker om vrijelijk te beslissen over contante verkopen dan over verkoop op krediet. In zijn onderzoek van ondernemingen waarvan het gedrag met betrekking tot de financiële verslaggeving afwijkend genoeg is om een uitvoeringsmaatregel door de SEC te rechtvaardigen, heeft Beneish geconstateerd dat contante verkopen zelden worden gemanipuleerd. Hij vermeldt dat één op de 64 onderzochte ondernemingen (1,6%) zich bezighoudt met het laten ronddraaien van bedragen om de indruk te wekken dat debiteuren worden geïncasseerd. In tegenstelling daarmee houdt 43 van de 64 ondernemingen (67,2%) zich bezig met manipulaties die van invloed zijn op de verkopen op krediet (bijvoorbeeld fictieve rekeningen, front loading met een recht van terugsturen, rekeningen pas afsluiten na afloop van het belastingtijdvak, een te hoog percentage van voltooiing opgeven) (zie [16]). 4. Defond en Jiambalvo en Sweeney hebben een subset van ondernemingen bestudeerd waarvan zij gegevens hadden over randvoorwaarden en condities (zie [24], [23]. Zij vonden dat noch beslissingsvrijheid over accruals, noch veranderingen in de accountingtechnieken effectief zijn voor het uitstellen van het begin van de toestand van in gebreke zijn. LITERATUUR [1] R.W. Holthausen en R.W. Leftwich, The economic consequences of accounting choice, Journal of Accounting and Economics, 5(2), 1983, p [2] R.L. Watts en J.L. Zimmerman, Positive accounting theory, Prentice Hall, Englewood Cliffs, [3] R.L. Watts en J.L. Zimmerman, Positive accounting theory: A ten year perspective, The Accounting Review, 65(1), 1990, p [4] K. Schipper, Earnings management, Accounting Horizons, 3(4), 1989, p [5] P.M. Healy en J.M. Wahlen, A review of the earnings management literature and its implications for standard setting, Accounting Horizons, 1999, p [6] National Association of Certified Fraud Examiners, Cooking the books: What every accountant should know about fraud, NASBA, New York, [7] M. Bagnoli en S.G. Watts, The effect of relative performance evaluation on earnings management: A game-theoretic approach, Journal of Accounting and Public Policy, 19(4/5), 2000, p [8] M. Erickson en S. Wang, Earnings management by acquiring firms in stock for stock mergers, Journal of Accounting and Economics, 1999, p [9] L. Shivakumar, Do firms mislead investors by overstating earnings before seasoned equity offerings?, Journal of Accounting and Economics, 2000, p JUNI

11 [10] J. Jones, Earnings management during important relief investigations, Journal of Accounting Research, 29 (Autumn), 1991, p [11] R. Kaplan, Comments on Paul Healy: Evidence of the effect of bonus schemes on accounting procedure and accrual decisions, Journal of Accounting and Economics, April 1985, p [12] P.M. Dechow, R.G. Sloan en A.P. Sweeney, Detecting Earnings Management, The Accounting Review, 70(2), 1995, p [13] J. Gaver, K. Gaver en J. Austin, Additional evidence of Bonus Plans and Income Management, Journal of Accounting and Economics, 1995, p [14] M.D. Beneish, Discussion on Are accruals during initial public offerings opportunistic?, Review of Accounting Studies, 3 (1/2), 1998, p [15] M. McNichols, Research design issues in earnings management studies, Journal of Accounting and Public Policy, 19(4/5), 2000, p [16] M.D. Beneish, Detecting GAAP Violation: Implications for assessing earnings management among firms with extreme financial performance, Journal of Accounting and Public Policy, 16(3), 1997, p [17] M. McNichols en G.P. Wilson, Evidence of earnings management from the provision of bad debts, Journal of Accounting Research, 26 (supplement), 1988, p [18] W.H. Beaver en M.F. McNichols, The characteristics and valuation of loss reserves of property casualty insurers, Review of Accounting Studies 3, 1998, p [19] D. Burgstahler en I. Dichev, Earnings management to avoid earning decreases and losses, Journal of Accounting and Economics, 24(1), 1997, p [20] F. Degeorge, J. Patel en R. Zeckhauser, Earnings management to exceed thresholds. Journal of Business, 72, 1999, p [21] M.D. Beneish en E. Press, Costs of technical violation of accounting-based debt covenants, The Accounting Review, April 1993, p [22] M.D. Beneish en E. Press, The resolution of technical default, The Accounting Review, April 1995, p [23] A. Sweeney, Debt covenant violations and managers accounting responses, Journal of Accounting and Economics, 17, 1994, p [24] M.L. Defond en J. Jiambalvo, Debt Covenant Effects and the Manipulation of Accruals, Journal of Accounting and Economics, January 1994, p [25] H. DeAngelo, L. DeAngelo en D.J. Skinner, Accounting choice in troubled companies, Journal of Accounting and Economics, 17(1/2), 1994, p [26] I.D. Dichev en D.J. Skinner, Large sample evidence on the debt covenant hypothesis, Working Paper, University of Michigan, [27] P.M. Healy, The effect of bonus schemes on accounting decisions, Journal of Accounting and Economics, April 1985, p [28] R.W. Holthausen, D.F. Larker en R.G. Sloan, Annual bonus schemes and the manipulation of earnings, Journal of Accounting and Economics, 19(1), 1995, p [29] H.E. Leland en D.H. Pyle, Informational asymmetries, financial structure, and financial intermediation, Journal of Finance, May 1977, p [30] P.J. Hughes, Signaling by Direct Disclosures Under Asymmetric Function, Journal of Accounting and Economics, 1986, p [31] S. Titman en B. Trueman, Information Quality and the Valuation of New Issues, Journal of Accounting and Economics, June 1986, p [32] S.M. Datar, G.A. Feltham en J.S. Hughes, The Role of Audits and Audit Quality in Valuing New Issues, Journal of Accounting and Economics, March 1991, p [33] Teoh, Welch en Rao; (Verdere verwijzing ontbreekt) [34] S.H. Teoh, I. Welch and T. Wong, Earnings management and the long-term under performance of initial public offerings, Journal of Finance, December 1998, p [35] S. Rangan, Earnings around seasoned equity offerings: Are they overstated?, Journal of Financial Economics, 50, October 1998, p [36] M.D. Beneish, Incentives and Penalties Related to Earnings Overstatements That Violate GAAP, The Accounting Review, (4), 1999, p [37] S.L. Summers en J.T. Sweeney, Fraudulent misstated financial statements and insider trading: An empirical analysis, The Accounting Review, 73, January 1998, p [38] H.N. Seyhun en M. Bradley, Corporate bankruptcy and insider trading, Journal of Business, 70, April 1997, p [39] J.F. Jaffe, Special information and insider trading, Journal of Business 47 (July 1974, p [40] H.N. Seyhun, Insider profits, cost of trading, and market efficiency, Journal of Financial Economics, 16, June 1986, p [41] D. Carlton en D. Fischel, The regulation of insider trading Stanford Law Review, 35, May 1983, p [42] R.C. Dye, Insider trading and incentives, Journal of Business, 53, July 1984, p [43] T.H. Noe, Insider trading and the problem of corporate agency, Journal of Law, Economics and Organization, 13, October 1997, p [44] G.A. Jarrell, Pro-Producer regulation and accounting for assets: The case of electric utilities, Journal of Accounting and Economics, August 1979, p [45] R.L. Watts en J.L. Zimmerman, Towards a Positive Theory of the Determination of Accounting Standards, The Accounting Review, January 1978, p [46] S.E. Liberty en J.L. Zimmerman, Labor Union Contract Negotiations and Accounting Choices, The Accounting Review, 61(4), 1986, p [47] L. DeAngelo, Accounting numbers as market valuation substitutes: A study of management buyouts of public stockholders, The Accounting Review, July 1986, p [48] M.W. Nelson, J.A. Elliott en R.L. Tarpley, Where Do Companies Attempt Earnings Management, and When Do Auditors Prevent It?, Working Paper, Cornell University, [49] S. Moyer, Capital adequacy ratio regulations and accounting choices in commercial banks, Journal of Accounting and Economics, 13, July 1990, p [50] A. Beatty, S. Chamberlain en J. Magliolo, Managing financial reports of commercial banks: The influence of taxes regulatory capital, and earnings, Journal of Accounting Research, 33, Autumn 1995, p [51] J.H. Collins, D.A. Shackelford en J.M. Wahlen, Bank differences in the coordination of regulatory capital, earnings and taxes, Journal of Accounting Research, 33, Autumn 1995, p [52] K. Petroni, Optimistic reporting in the property-casualty insurance industry, Journal of Accounting and Economics, 15, 1992, p [53] W.H. Beaver, M.F. McNichols en K.K. Nelson, Management of loss reserve accrual and the distribution of earnings in the property-casualty insurance industry, Working Paper, Stanford University. [54] M.D. Beneish, A Call for Papers: Earnings Management, Journal of Accounting and Public Policy, 17, 1998, p [55] M.D. Beneish en M.E. Vargus, Insider Trading, Accrual and Earnings Quality, Working Paper, Indiana University. [56] M.D. Beneish, E.G. Press en M.E. Vargus, An Empirical Examination of the Relation between Incentives to Avoid Debt Covenant Default and Insider Trading, Working Paper, Indiana University. [57] W.A. Guay, S.P. Kothari en R.L. Watts, A market-based evaluation of discretionary-accrual models, Journal of Accounting Research, 34, 1996, supplement, p [58] J. Thomas en X.J. Zhang, Identifying unexpected accruals: A Comparison of current approaches, te publiceren in Journal of Accounting and Public Policy. 70 JUNI 2002

Effect van het toepassen van Accounting Accruals op de kwaliteit van de gerapporteerde winsten

Effect van het toepassen van Accounting Accruals op de kwaliteit van de gerapporteerde winsten Bachelor Thesis Tweede versie Effect van het toepassen van Accounting Accruals op de kwaliteit van de gerapporteerde winsten Student: Denise van Dam Studentnummer: 5602874 Datum van voltooiing: 27 juni

Nadere informatie

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving Alternatieve financiële prestatie-indicatoren Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving April 2014 Inhoudsopgave 1 Conclusie en samenvatting 4 2 Doelstellingen, onderzoeksopzet en definiëring

Nadere informatie

EEN NADERE ANALYSE VAN DE RELATIES TUSSEN AANDELENRENDEMENTEN EN WINSTEN, DIVIDENDEN EN CASH-FLOWS. Gert Hegge en Rezaul Kabir

EEN NADERE ANALYSE VAN DE RELATIES TUSSEN AANDELENRENDEMENTEN EN WINSTEN, DIVIDENDEN EN CASH-FLOWS. Gert Hegge en Rezaul Kabir EEN NADERE ANALYSE VAN DE RELATIES TUSSEN AANDELENRENDEMENTEN EN WINSTEN, DIVIDENDEN EN CASH-FLOWS Gert Hegge en Rezaul Kabir Vakgroep Bedrijfseconomie Katholieke Universiteit Brabant Tilburg, april 1995

Nadere informatie

ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI

ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 510, INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN - BEGINSALDI Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd door de International

Nadere informatie

ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN

ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 710, TER VERGELIJKING OPGENOMEN INFORMATIE - OVEREENKOMSTIGE CIJFERS EN VERGELIJKENDE FINANCIELE OVERZICHTEN Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd

Nadere informatie

Hoe cashflow te interpreteren. Volgens de lesgever <> begin liquiditeit einde liquiditeit hoewel alle reporting modellen wel zo

Hoe cashflow te interpreteren. Volgens de lesgever <> begin liquiditeit einde liquiditeit hoewel alle reporting modellen wel zo Hoe cashflow te interpreteren. Volgens de lesgever begin liquiditeit einde liquiditeit hoewel alle reporting modellen wel zo zijn opgemaakt (ook onder IFRS) IAS 7 maakt gebruik van cashstroom tabellen,

Nadere informatie

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming?

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Vragen hoofdstuk 8: Externe verslaggeving Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Externe verslaggeving is, zoals de naam al aangeeft, gericht op het verschaffen van informatie aan partijen

Nadere informatie

Equitisation and Stock-Market Development

Equitisation and Stock-Market Development Samenvatting In deze dissertatie worden twee belangrijke vraagstukken met betrekking tot het proces van economische hervorming in Vietnam behandeld, te weten de Vietnamese variant van privatisering (equitisation)

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de algemene vergadering van Nederlandse Waterschapsbank N.V. Verklaring over de jaarrekening 2014 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2014 van

Nadere informatie

Onderdeel A. Toepassingsgerichte opgaven

Onderdeel A. Toepassingsgerichte opgaven Onderdeel A. Toepassingsgerichte opgaven Dit onderdeel betreft een casus met 4 verschillende deelvragen. U dient de gestelde opgaven te beantwoorden binnen de omlijnde vakken. Vermeldt daarbij de gevraagde

Nadere informatie

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 560 GEBEURTENISSEN NA DE EINDDATUM VAN DE PERIODE

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 560 GEBEURTENISSEN NA DE EINDDATUM VAN DE PERIODE INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING 560 GEBEURTENISSEN NA DE EINDDATUM VAN DE PERIODE INHOUDSOPGAVE Paragraaf Inleiding... 1-3 Definities... 4 Gebeurtenissen die zich vóór de datum van de controleverklaring

Nadere informatie

Materieel belang in de jaarrekening. Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving

Materieel belang in de jaarrekening. Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving Materieel belang in de jaarrekening Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving Agenda Inleiding Doel van de jaarrekening Wat is materieel belang Wat

Nadere informatie

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 Docentenhandleiding Hoofdstuk 25 9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 a Per november 2008 wordt aan huur vooruitontvangen: 400 3 650 = 780.. b Per december wordt achteraf ontvangen: 25 3 720 = 270..

Nadere informatie

TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation 2009-2010

TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation 2009-2010 TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation 2009-2010 CiTG, minor Mining and Resource Engineering Economie college 1: Grip op Geldstromen Dr.ir. Gerard P.J. Dijkema Energy & Industry Group December

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE CONFORMITEIT TUSSEN IAS 32 (HERZIENE VERSIE VAN 1998) EN DE EUROPESE JAARREKENINGENRICHTLIJNEN

ONDERZOEK NAAR DE CONFORMITEIT TUSSEN IAS 32 (HERZIENE VERSIE VAN 1998) EN DE EUROPESE JAARREKENINGENRICHTLIJNEN XV/6026/99 NL ONDERZOEK NAAR DE CONFORMITEIT TUSSEN IAS 32 (HERZIENE VERSIE VAN 1998) EN DE EUROPESE JAARREKENINGENRICHTLIJNEN DIRECTORAAT-GENERAAL XV Interne markt en financiële diensten 1 Dit document

Nadere informatie

Schiphol Nederland B.V. Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013

Schiphol Nederland B.V. Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013 Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013 HALFJAARVERSLAG 2013 Schiphol Nederland B.V. is onderdeel van de Schiphol Group (N.V. Luchthaven Schiphol voert Schiphol

Nadere informatie

Jaarrekeninglezen voor non-financials. Ruitenburg University 15 november 2016

Jaarrekeninglezen voor non-financials. Ruitenburg University 15 november 2016 Jaarrekeninglezen voor non-financials Ruitenburg University 15 november 2016 Introductie Welkom Voorstelronde sprekers Doel Eerst even dit! Inhoud Waarom een jaarrekening? Onderdelen van de jaarrekening

Nadere informatie

Business Valuation : groeiend belang

Business Valuation : groeiend belang Business Valuation : groeiend belang Inleiding Vandaag de dag worden we steeds vaker geconfronteerd met de vraag hoeveel een onderneming waard is en of ze gelet op de huidige crisis financieel gezond is.

Nadere informatie

Examen PC 2 vak Cash Management

Examen PC 2 vak Cash Management Examen PC 2 vak Cash Management Instructieblad Betreft: examen: PC 2 leergang 6 onderdeel: CAS datum: 19 december 2013 tijd: 16.00 17.30 uur Deze aanwijzingen goed lezen voor u met uw examen start Aanwijzingen:

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Introductie van financiële overzichtsanalyse

Hoofdstuk 2: Introductie van financiële overzichtsanalyse Hoofdstuk 2: Introductie van financiële overzichtsanalyse Hoe kunnen beleggers genoeg leren over een organisatie voordat ze besluiten of ze daarin moeten beleggen of niet. Een belangrijke informatiebron

Nadere informatie

Financiële verslaggeving in beweging. Programma

Financiële verslaggeving in beweging. Programma Financiële verslaggeving in beweging Prof. dr Jos M.J. Blommaert 1 Programma Four key steps Recente ontwikkelingen Voorzieningen als verplichtingen Goodwill en reële waarde Impairmenttoets 2 1 Four key

Nadere informatie

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014 FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS 2014 Utrecht, november 2014 INHOUD Inleiding 5 1 Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 7 2 Expertisecentra 10 3 Voortgezet onderwijs 12 4 Samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Resultaten eerste halfjaar Dico International

Resultaten eerste halfjaar Dico International PERSBERICHT Bussum, 29 augustus 2014 Blijvende interesse in beursnotering Resultaten eerste halfjaar Dico International NV Dico International (Dico) heeft in de eerste zes maanden de instandhoudingskosten

Nadere informatie

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met

Nadere informatie

De logica achter de ISA s en het interne controlesysteem

De logica achter de ISA s en het interne controlesysteem De logica achter de ISA s en het interne controlesysteem In dit artikel wordt de logica van de ISA s besproken in relatie met het interne controlesysteem. Hieronder worden de componenten van het interne

Nadere informatie

Schiphol Nederland B.V. 2011. Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening

Schiphol Nederland B.V. 2011. Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening Schiphol Nederland B.V. 2011 Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening Jaarverslag 2011 Schiphol Nederland B.V. is onderdeel van de Schiphol Group (N.V. Luchthaven Schiphol voert Schiphol

Nadere informatie

Indorama Ventures Public Company Limited

Indorama Ventures Public Company Limited Indorama Ventures Public Company Limited Connected Transaction Policy Transactie Verbonden Partijen Beleid (Goedgekeurd door de Raad van Commissarissen Vergadering op 4 januari 2012) Remark In het geval

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Technische nota 2017/XX - Definiëring van EBIT / EBITDA na omzetting van de accounting richtlijn

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Technische nota 2017/XX - Definiëring van EBIT / EBITDA na omzetting van de accounting richtlijn COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Technische nota 2017/XX - Definiëring van EBIT / EBITDA na omzetting van de accounting richtlijn Ontwerp technische nota van 15 maart 2017 1. In hetgeen volgt wenst

Nadere informatie

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk www.jooplengkeek.nl belangrijk 1 Liquiditeitskengetallen Current ratio Quick ratio Working capital (werkkapitaal) Cashflow Kengetallen Kengetallen zijn verhoudingsgetallen, ze geven de verhouding aan tussen

Nadere informatie

Schiphol Nederland BV Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening

Schiphol Nederland BV Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening 2009 Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening Jaarverslag 2009 Toelichting bij vennootschappelijke balans per 31 december 2009 en vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 2009

Nadere informatie

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit BENCHMARK OP MAAT Inhoud pagina 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12 Bijlage 1 1 Inleiding Ons product Benchmark Op Maat is speciaal ontwikkeld

Nadere informatie

GEBRUIK VAN VERANTWOORDELIJKHEIDS- CENTRA

GEBRUIK VAN VERANTWOORDELIJKHEIDS- CENTRA Management control: GEBRUIK VAN VERANTWOORDELIJKHEIDS- CENTRA RECENTE ONTWIKKELINGEN IN ONDERZOEK 34 Jake Foster: beeld Verantwoordelijkheidscentra vormen binnen veel organisaties een essentieel onderdeel

Nadere informatie

1. Verslag zonder voorbehoud met toelichtende paragraaf

1. Verslag zonder voorbehoud met toelichtende paragraaf 1. Verslag zonder voorbehoud met toelichtende paragraaf 1.1. Onzekerheid van materieel belang Zonder afbreuk te doen aan ons oordeel vestigen wij de aandacht op Toelichting X bij de financiële overzichten.

Nadere informatie

Aurington. Administratie en Advies

Aurington. Administratie en Advies Aurington Administratie en Advies Let op de houdbaarheidsdatum! Mei 5 Pincode 6 7 8 Boetes Dit jaar Deze maand De balans Tandorine B.V. Debet Activa Bezittingen Wat heb ik? Credit Passiva Vermogen Hoe

Nadere informatie

BIJLAGE BIJ PERSBERICHT 10 MAART Fornix BioSciences N.V.

BIJLAGE BIJ PERSBERICHT 10 MAART Fornix BioSciences N.V. BIJLAGE BIJ PERSBERICHT 10 MAART 2011 Fornix BioSciences N.V. 1 GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING (alle bedragen x 1.000) voor het boekjaar van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 met vergelijkende

Nadere informatie

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA)

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 706, PARAGRAFEN TER BENADRUKKING VAN BEPAALDE AANGELEGENHEDEN EN PARAGRAFEN INZAKE OVERIGE AANGELEGENHEDEN IN DE CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE AUDITOR

Nadere informatie

Earnings management bij topbestuurderveranderingen

Earnings management bij topbestuurderveranderingen Earnings management bij topbestuurderveranderingen Nederland vs. Verenigde Staten Bachelor Thesis Accounting J.M. Bischoff 323997 1 Voorwoord Ik heb deze Bachelor Thesis geschreven in het kader van mijn

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 510 EERSTE UITVOERING VAN CONTROLE-OPDRACHTEN OPENINGSSALDI

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 510 EERSTE UITVOERING VAN CONTROLE-OPDRACHTEN OPENINGSSALDI INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 510 EERSTE UITVOERING VAN CONTROLE-OPDRACHTEN OPENINGSSALDI INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-3 Controlewerkzaamheden... 4-10 Controlebevindingen en rapportering...

Nadere informatie

a. U hebt voor deze toets 75 minuten de tijd. VERGEET U NIET UW GEMAAKTE TOETS IN TE LEVEREN BIJ DE SURVEILLANT?

a. U hebt voor deze toets 75 minuten de tijd. VERGEET U NIET UW GEMAAKTE TOETS IN TE LEVEREN BIJ DE SURVEILLANT? TOETS JAARREKENINGLEZEN BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR VOORJAARSSCYCLUS 2012 EN INHALERS 11 OKTOBER 2012 (12.00 13.15 UUR) Naam :..... Cursusgroep :..... a. U hebt voor deze toets 75 minuten de tijd. VERGEET

Nadere informatie

Geconsolideerde verkorte balans

Geconsolideerde verkorte balans Geconsolideerde verkorte balans ASSETS 30/06/2017 31/12/2016 Non-current assets 389 033 379 187 Goodwill & Intangible assets 303 910 304 088 Property, plant and equipment 67 449 57 099 Deferred tax assets

Nadere informatie

Raad voor de Jaarverslaggeving Antonio Vivaldistraat HP AMSTERDAM. Rotterdam, 22 januari Geachte leden van de Raad,

Raad voor de Jaarverslaggeving Antonio Vivaldistraat HP AMSTERDAM. Rotterdam, 22 januari Geachte leden van de Raad, Ernst & Young Accountants LLP Marten Meesweg 51 3068 AV Rotterdam Postbus 488 3000 AL Rotterdam Tel.: +31 (0) 10-406 8888 Fax: +31 (0) 10-406 8889 www.ey.nl RJ-Comm. 1089 Raad voor de Jaarverslaggeving

Nadere informatie

ABN AMRO Basic Funds N.V. Jaarrekening 2013

ABN AMRO Basic Funds N.V. Jaarrekening 2013 Jaarrekening 2013 Pagina 1 van 12 INHOUD Pagina Directieverslag 3 Balans per 31 december 2013 4 Winst- en verliesrekening 2013 5 Toelichting algemeen 6 Toelichting op de balans per 31 december 2013 8 Toelichting

Nadere informatie

Concept Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de goedkeurende controleverklaring

Concept Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de goedkeurende controleverklaring Nadere toelichtingen in de goedkeurende controleverklaring maart 2012 Concept Praktijkhandreiking 1119 Inleiding Binnen de huidige wet- en regelgeving kan de accountant reeds uitdrukkelijk inspelen op

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 19.12.2015 L 333/97 VERORDENING (EU) 2015/2406 VAN DE COMMISSIE van 18 december 2015 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1126/2008 tot goedkeuring van bepaalde internationale standaarden voor jaarrekeningen

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de controleverklaring 24 april 2012

Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de controleverklaring 24 april 2012 Nadere toelichtingen in de controleverklaring 24 april 2012 Datum: 24 april 2012 Onderwerp: Van toepassing op: Status: Accountants die controleopdrachten uitvoeren Praktijkhandreiking Relevante regelgeving

Nadere informatie

Algemene Vergadering van Aandeelhouders 16 Mei 2012

Algemene Vergadering van Aandeelhouders 16 Mei 2012 Algemene Vergadering van Aandeelhouders 16 Mei 2012 1. Opening 2. Notulen BAVA 20 september 2011 3. Verslag van de Raad van Commissarissen 4. Verslag van NBZ Management BV over 2011 5. Vaststellen jaarrekening

Nadere informatie

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA)

INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 720, DE VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE AUDITOR MET BETREKKING TOT ANDERE INFORMATIE IN DOCUMENTEN WAARIN GECONTROLEERDE FINANCIËLE OVERZICHTEN ZIJN OPGENOMEN

Nadere informatie

ISA 610, GEBRUIKMAKEN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN INTERNE AUDITORS

ISA 610, GEBRUIKMAKEN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN INTERNE AUDITORS INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 610, GEBRUIKMAKEN VAN DE WERKZAAMHEDEN VAN INTERNE AUDITORS Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd door de

Nadere informatie

Locked box mechanisme bij Nederlandse transacties vaker gebruikt dan internationaal

Locked box mechanisme bij Nederlandse transacties vaker gebruikt dan internationaal Locked box mechanisme bij se transacties vaker gebruikt dan internationaal Share Purchase Agreement onderzoek onderzoeksresultaten Uit een internationale survey van Grant Thornton blijkt dat bij fusies

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

TWEEDE OPENBARE VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET

TWEEDE OPENBARE VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET TWEEDE OPENBARE VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET Naam gefailleerde : City Cargo Amsterdam B.V. Faillissementsnummer : 08.618 F Datum uitspraak : 22 december 2008 Curator : mr J. Lensink Rechter-Commissaris

Nadere informatie

Halfjaarbericht 2015. N.V. Dico International

Halfjaarbericht 2015. N.V. Dico International Halfjaarbericht 2015 N.V. Dico International Inhoud Jaarverslag Directieverslag N.V. Dico International Verkorte halfjaarcijfers 2015 1. Verkort overzicht financiële positie per 30 juni 2015 2. Verkort

Nadere informatie

COUNTRY PAYMENT REPORT 2015

COUNTRY PAYMENT REPORT 2015 COUNTRY PAYMENT REPORT 15 Het Country Payment Report is ontwikkeld door Intrum Justitia Intrum Justitia verzamelt informatie bij duizenden bedrijven in Europa en krijgt op die manier inzicht in het betalingsgedrag

Nadere informatie

Jaarrekening 2010. ASR Nederland Beleggingsbeheer N.V.

Jaarrekening 2010. ASR Nederland Beleggingsbeheer N.V. Jaarrekening ASR Nederland Beleggingsbeheer N.V. Inhoudsopgave Bestuursverslag... 3 Balans per 31 december....4 Winst- en verliesrekening over... 5 Toelichting tot de beperkte balans per 31 december...

Nadere informatie

De bestuursleden van Stichting Goed Bezig Midscheeps 3 9733 A Groningen. Financieel verslag 2012. Dossiernummer: 800070.0

De bestuursleden van Stichting Goed Bezig Midscheeps 3 9733 A Groningen. Financieel verslag 2012. Dossiernummer: 800070.0 De bestuursleden van Stichting Goed Bezig Midscheeps 3 9733 A Groningen Financieel verslag 2012 Dossiernummer: 800070.0 Kenmerk: H. Veen Datum: 26 april 2013 Inhoudsopgave 1. Rapport 3 1.1 Opdracht 4 1.2

Nadere informatie

Renpart Vastgoed Management B.V. PUBLICATIESTUKKEN 2007 RENPART VASTGOED MANAGEMENT B.V. TE DEN HAAG

Renpart Vastgoed Management B.V. PUBLICATIESTUKKEN 2007 RENPART VASTGOED MANAGEMENT B.V. TE DEN HAAG PUBLICATIESTUKKEN 2007 RENPART VASTGOED MANAGEMENT B.V. TE DEN HAAG BALANS (opgemaakt voor resultaatbestemming, bedragen in euro) ACTIVA 31 december 2007 31 december 2006 VASTE ACTIVA Materiële vaste activa

Nadere informatie

Voorwoord. Mededelingen Aureus:

Voorwoord. Mededelingen Aureus: Voorwoord Dit is het overzicht van de studiestof Finance. Het betreft hier een overzicht van de verplichte literatuur. Hoofdstuk A tot en met M bestaat uit de verplichte literatuur van het hoofdboek. Dit

Nadere informatie

Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging. Het mega project van de IASB

Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging. Het mega project van de IASB Rubriek Verslaggeving en Verslaglegging Het mega project van de IASB Meerdere malen hebben we in deze rubriek gesproken over allerlei initiatieven van de International Accounting Standards Board (IASB)

Nadere informatie

Syllabus. Leerdoelen voor de European Business Competence* Licence, EBC*L Niveau A

Syllabus. Leerdoelen voor de European Business Competence* Licence, EBC*L Niveau A Syllabus en voor de European Business Competence* Licence, EBC*L Niveau A Modules: Bedrijfsdoelstellingen & kengetallen Financiële administratie Kosten & prijzen Bedrijfsvorm & wetgeving EBC*L International,

Nadere informatie

TOETSVRAGEN ONDERDEEL JAARREKENINGLEZEN VAN DE BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR. 17 februari 2010 13.30-14.30 UUR NAJAARSCYCLUS 2009 EN INHALERS

TOETSVRAGEN ONDERDEEL JAARREKENINGLEZEN VAN DE BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR. 17 februari 2010 13.30-14.30 UUR NAJAARSCYCLUS 2009 EN INHALERS TOETSVRAGEN ONDERDEEL JAARREKENINGLEZEN VAN DE BEROEPSOPLEIDING ADVOCATUUR 17 februari 2010 13.30-14.30 UUR NAJAARSCYCLUS 2009 EN INHALERS Naam :..... Cursusgroep :..... a: U hebt voor deze toets 60 minuten

Nadere informatie

Ter Reigerie 7 bus 3, 8800 Roeselare. www.pouseele.be. Resultaatmanipulatie. Pouseele B. & C, Bedrijfsrevisoren

Ter Reigerie 7 bus 3, 8800 Roeselare. www.pouseele.be. Resultaatmanipulatie. Pouseele B. & C, Bedrijfsrevisoren Pouseele B. & C, Bedrijfsrevisoren Ter Reigerie 7 bus 3, 8800 Roeselare www.pouseele.be Resultaatmanipulatie Pouseele B. & C, Bedrijfsrevisoren Resultaatmanipulatie Bij resultaatmanipulatie wendt de bedrijfsleiding

Nadere informatie

Resultaatsturing en kapitaalmarkten

Resultaatsturing en kapitaalmarkten 03060-5 22-04-2003 15:40 Pagina 196 Resultaatsturing en kapitaalmarkten Een overzicht van de academische literatuur Heidi Vander Bauwhede SAMENVATTING Recente financiële rapporteringsschandalen (Enron,

Nadere informatie

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen

Nadere informatie

Boekbesprekingen. Wat zijn de oorzaken en gevolgen van winststuring?

Boekbesprekingen. Wat zijn de oorzaken en gevolgen van winststuring? Boekbesprekingen Resultaatsturing meetbaar? Bart van Praag (2001), Earnings Management : Empirical Evidence on Value Relevance and Income Smoothing. Amsterdam : Tinbergen Institute. ISBN 90 51708246 Dr.

Nadere informatie

1 Toepasselijke IFRS normen 1. 2 Definities 2 3 Informatie die in de balans moet worden opgenomen 3 4 Onderscheid tussen vlottend en vast 4

1 Toepasselijke IFRS normen 1. 2 Definities 2 3 Informatie die in de balans moet worden opgenomen 3 4 Onderscheid tussen vlottend en vast 4 Hoofdstuk 3 23/02/2011 - BvV Inhoudstafel 1 Toepasselijke IFRS normen 1 1.1 Referenties 1 1.2 Toepassingsgebied van IAS 1 Presentatie van de jaarrekening 1 2 Definities 2 3 Informatie die in de balans

Nadere informatie

Dutch Summary. Dutch Summary

Dutch Summary. Dutch Summary Dutch Summary Dutch Summary In dit proefschrift worden de effecten van financiële liberalisatie op economische groei, inkomensongelijkheid en financiële instabiliteit onderzocht. Specifiek worden hierbij

Nadere informatie

FINANCIËLE ANALYSE EN RATIO S

FINANCIËLE ANALYSE EN RATIO S FINANCIËLE ANALYSE EN RATIO S 1 CONTACT PARMENTIER GUY MGI BVBA Valkenlaan 31 2900 Schoten Tel: 03/685.40.07 Mail: guy@parmrev.be Guy Parmentier Bedrijfsrevisor Executive professor University of Antwerp

Nadere informatie

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT 1. VOORSTEL NIEUW DOMEIN F VERSLAGGEVING 1.1 Doel en inhoud Dit domein concentreert zich op de wijze waarop een organisatie zich extern via verslaggeving

Nadere informatie

ISA 320, MATERIALITEIT BIJ DE PLANNING EN UITVOERING VAN EEN CONTROLE

ISA 320, MATERIALITEIT BIJ DE PLANNING EN UITVOERING VAN EEN CONTROLE INTERNATIONAL STANDARD ON AUDITING (ISA) ISA 320, MATERIALITEIT BIJ DE PLANNING EN UITVOERING VAN EEN CONTROLE Deze Internationale controlestandaard (ISA) werd in 2009 in de Engelse taal gepubliceerd door

Nadere informatie

Accountantsverslag 2012

Accountantsverslag 2012 pwc I Accountantsverslag 2012 Permar Energiek B.V. 24 mei 2013 pwc Permar Energiek B.V. T.a.v. de Raad van Commissarissen en de Directie Horaplantsoen 2 6717LT Ede 24 mei 2013 Referentie: 31024B74/DvB/e0291532/zm

Nadere informatie

BETER BED HOLDING NV HALFJAARCIJFERS 2009

BETER BED HOLDING NV HALFJAARCIJFERS 2009 BETER BED HOLDING NV HALFJAARCIJFERS 2009 Beter Bed Holding N.V. halfjaarcijfers 2009 1 Inhoudsopgave 1. Geconsolideerde balans. 3 2. Geconsolideerde winst-en-verliesrekening.. 4 3. Geconsolideerd kasstroomoverzicht.....

Nadere informatie

650819 Bevestiging bij de jaarrekening 2014

650819 Bevestiging bij de jaarrekening 2014 tal Heemstede Ernst & Young Nederland LLP t.a.v. de heer R. Ellermeijer RA Postbus 7883 1008 AB AMSTERDAM Verzenddatum Bijlage Ons kenmerk Betreft 14 april 2015 650819 Bevestiging bij de jaarrekening 2014

Nadere informatie

Verkorte jaarrekening

Verkorte jaarrekening Geconsolideerde winst- en verliesrekening voor het jaar eindigend op 31 december 2011 x miljoen Doorlopende activiteiten Beëindigde Vóór Bijzondere activiteiten bijzondere posten posten Netto-omzet 9.048-9.048

Nadere informatie

Invloed van IFRS-toepassing op earnings management

Invloed van IFRS-toepassing op earnings management Invloed van IFRS-toepassing op earnings management Onderscheid tussen de vrijwillige en verplichte toepassing Jordy van de Vlag 10184139 30 juni 2014 Bachelor Accountancy & Control Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na verwerking van het resultaat) ACTIEF 31.12.2015 31.12.2014 VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA Kunstvoorwerpen en schilderijen 4.020.706 3.573.155 Antieke meubelen 66.522

Nadere informatie

Prof dr Philip Wallage 2 JUNI 2010 AMSTERDAM SEMINAR EUMEDION, NIVRA EN VBA

Prof dr Philip Wallage 2 JUNI 2010 AMSTERDAM SEMINAR EUMEDION, NIVRA EN VBA Wat is de feitelijke rol van de accountant ten aanzien van het jaarverslag en elders opgenomen niet financiële informatie? In hoeverre matcht deze rol met de verwachtingen van beleggers? Prof dr Philip

Nadere informatie

NIVE Controllerscongres Creatieve verslaggeving ontmaskerd! Drs. S.N. Betting RA April 2019

NIVE Controllerscongres Creatieve verslaggeving ontmaskerd! Drs. S.N. Betting RA April 2019 NIVE Controllerscongres Creatieve verslaggeving ontmaskerd! Drs. S.N. Betting RA April 2019 Drs. S.N. Betting RA 2 Creatieve verslaggeving ontmaskerd! Plaats van dit thema binnen dit congres en de 17 Sustainable

Nadere informatie

Halfjaarcijfers MTY. Bussum, 29 augustus 2014

Halfjaarcijfers MTY. Bussum, 29 augustus 2014 Bussum, 29 augustus 2014 Halfjaarcijfers MTY MTY Holdings (hierna: MTY ) bericht hierbij over de ontwikkelingen en de resultaten over het eerste halfjaar van 2014. MTY merkt daarbij op dat de bedrijfsactiviteiten

Nadere informatie

Twiki RoboticsR. Jaarverslag 2013

Twiki RoboticsR. Jaarverslag 2013 R Jaarverslag 2013 inhoudsopgave Directieverslag 3 Jaarrekening 2013 4 Balans 4 Winst- en verliesrekening 5 Toelichting op de jaarrekening 2013 6 Verwijzingen jaarrekening 2013 7 Overige gegevens 10 Controleverklaring

Nadere informatie

BinckBank N.V. trading update eerste kwartaal Voortgang van proces van openbaar bod van Saxo Bank conform verwachting

BinckBank N.V. trading update eerste kwartaal Voortgang van proces van openbaar bod van Saxo Bank conform verwachting PERSBERICHT Amsterdam, 23 april 2019 BinckBank N.V. trading update eerste kwartaal 2019 Voortgang van proces van openbaar bod van Saxo Bank conform verwachting Nettowinst per aandeel 19Q1 0,05 (18Q4: 0,12;

Nadere informatie

Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33)

Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33) Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33) Toezicht Financiële Verslaggeving 27 oktober 2011 Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij zijn de

Nadere informatie

Oefenopgave 1. Oefenopgave 1. Crediteuren 600 EV 600. Debiteuren 400. Gebouwen 300 EV. Voorraden 200 Crediteuren. Kas 300

Oefenopgave 1. Oefenopgave 1. Crediteuren 600 EV 600. Debiteuren 400. Gebouwen 300 EV. Voorraden 200 Crediteuren. Kas 300 Oefenopgave 1 Oefenopgave 1 Balans 1-1-2001 (x 1.000 euro) Gebouwen 300 EV Voorraden 200 Crediteuren Debiteuren 400 Kas 300 EV 600 Crediteuren 600 300 1200 1200 - Inkopen 600.000 euro (helft rekening,

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 550 VERBONDEN PARTIJEN

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 550 VERBONDEN PARTIJEN INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 550 VERBONDEN PARTIJEN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-6 Bestaan en toelichting van verbonden partijen... 7-8 Transacties tussen verbonden partijen... 9-12 Onderzoek

Nadere informatie

eindexamenprogramma m&o vwo

eindexamenprogramma m&o vwo Domein G: Externe financiële verslaggeving 17. : - de begroting en de jaarrekening van commerciële en niet-commerciële organisaties analyseren, zoals deze worden voorgelegd aan medezeggenschapsraden, ondernemingsraden

Nadere informatie

Schiphol Nederland B.V Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening

Schiphol Nederland B.V Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening Schiphol Nederland B.V. 2014 Vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening Jaarverslag 2014 Schiphol Nederland B.V. is onderdeel van de Schiphol Group (N.V. Luchthaven Schiphol voert Schiphol

Nadere informatie

H.O.G. Heerlen Onroerend Goed BV. Jaarrekening 2010

H.O.G. Heerlen Onroerend Goed BV. Jaarrekening 2010 H.O.G. Heerlen Onroerend Goed BV Jaarrekening 2010 Inhoudsopgave pagina Directieverslag 3 Jaarrekening 1. Ten geleide 4 2. Grondslagen van waardering van activa en passiva en van bepaling van het resultaat

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Economie en Bedrijfskunde Vakgroep Accounting ANTWOORDEN TENTAMEN FINANCIAL ACCOUNTING BDK

Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Economie en Bedrijfskunde Vakgroep Accounting ANTWOORDEN TENTAMEN FINANCIAL ACCOUNTING BDK Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Economie en Bedrijfskunde Vakgroep Accounting ANTWOORDEN TENTAMEN FINANCIAL ACCOUNTING BDK Semester 2.1 2012/2013 Woensdag 10 april 2013 Tijd: 9.00 uur tot 11.30 uur

Nadere informatie

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V.

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. VERONDERSTELLINGEN Vraagprijs 2.500.000 (pand en inventaris). Inkomsten: In totaal 40 kamers; Bezetting kamers: T1 45%, T2 52%, T3 63%, vanaf T4 en verder 68%;

Nadere informatie

HALFJAARREKENING 2015 MTY HOLDINGS N.V.

HALFJAARREKENING 2015 MTY HOLDINGS N.V. HALFJAARREKENING 2015 MTY HOLDINGS N.V. VERKORT GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING Halfjaar Halfjaar 2015 2014 Netto-omzet - - Bruto omzetresultaat - - Bruto marge in % van de netto-omzet - - Som

Nadere informatie

De eigen vermogens voor de fusie zullen opgeteld worden in het eigen vermogen na de fusie.

De eigen vermogens voor de fusie zullen opgeteld worden in het eigen vermogen na de fusie. Fusies en absorpties SigmaConso llen White Principieel kan een fusie van twee vennootschappen van dezelfde consolidatiekring geen impact hebben op de geconsolideerde rekeningen. Economisch gezien, wat

Nadere informatie

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Stichting 070Watt Pletterijkade 15 2515 SG Den Haag KvK-nummer: 60690461 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Inhoud ACCOUNTANTSVERSLAG Samenstellingsverklaring Resultaat-analyse Financiële positie JAARSTUKKEN

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

HOEBERT HULSHOF & ROEST

HOEBERT HULSHOF & ROEST Inleiding Artikel 1 Deze standaard voor aan assurance verwante opdrachten heeft ten doel grondslagen en werkzaamheden vast te stellen en aanwijzingen te geven omtrent de vaktechnische verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2015 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Fiscale positie

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming

Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Elke beslissing heeft consequenties voor de toekomst en deze consequenties kunnen voordelig of nadelig zijn. Als de extra kosten de voordelen overschrijden,

Nadere informatie

Financial due diligence: Toegevoegde waarde due diligence adviseur bij afrekenmechanismen

Financial due diligence: Toegevoegde waarde due diligence adviseur bij afrekenmechanismen Financial due diligence: Toegevoegde waarde due diligence adviseur bij afrekenmechanismen Door: Gijs van Reen Transacties vinden veelal plaats op een 'cash and debt' free basis. Een analyse van de netto

Nadere informatie

Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico

Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico Wynand van de Ven en Erik Schut Wederreactie op Douven en Mannaerts In ons artikel in TPEdigitaal (Van de Ven en Schut 2010) hebben wij uiteengezet

Nadere informatie