Veranderende structuren in de wereldeconomie en China s economische integratie. . De gevolgen voor het Nederlandse bedrijfsleven
|
|
- Saskia Timmermans
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Veranderende structuren in de wereldeconomie en China s economische integratie. De gevolgen voor het Nederlandse bedrijfsleven Prof. Dr. H.A. Ebbers Oratie in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar International Economics aan Nyenrode Business Universiteit 21 april
2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Veranderende structuren in de wereldeconomie Globalisering; een definiëring Het meten van globalisering; verschuivende panelen? Veranderingen in de aard van de internationale handel Wijzigingen in de mondiale investeringsstromen Verdieping van regionale integratieprocessen 14 3 China s integratie in de wereldeconomie Veranderingen in de structuur en spreiding van de Chinese internationale handel Wijzigingen in de investeringsstromen naar China China s rol in de Aziatische regionale integratieprocessen De risico s van China s groei 22 4 Nederlands-Chinese economische relaties Het plaatsen van de bilaterale economische relatie in het juiste perspectief; internationale handel Het plaatsen van de bilaterale economische relatie in het juiste perspectief; investeringen Veldwerk in China 29 5 Toekomstig onderzoek 33 6 Dankwoord 34 7 Literatuur 35 2
3 Veranderende structuren in de wereldeconomie en China s economische integratie. De gevolgen voor het Nederlandse bedrijfsleven Leden van de Raad van Toezicht, Members of the International Advisory Board, Mijnheer de President, Mijnheer de Dean, Beste collega s, beste studenten, Lieve familie en vrienden, en voorts u die door uw aanwezigheid blijk geeft van uw belangstelling. 1. Inleiding De titel van mijn rede maakt duidelijk waar ik de laatste jaren mee bezig ben geweest en waar ik hoop de aankomende periode mee bezig te kunnen gaan. Op de eerste plaats gaat het in mijn onderzoek over veranderende structuren in de wereldeconomie. Hiermee bedoel ik de veranderingen in het multilaterale handels-en investeringsverkeer, in combinatie met de veranderingen in regionale integratieprocessen. Het lijkt erop alsof mondiaal gezien het economische zwaartepunt verschuift naar de Aziatische regio en dat voor het eerst in de geschiedenis ook in dit werelddeel regionale integratieprocessen worden uitgediept. Op de tweede plaats gaat het over de economische integratie van China. Natuurlijk is hier sprake van een sterke relatie met de hierboven genoemde veranderende structuren. De verschuiving van het economisch zwaartepunt naar zuid-zuidoost Azië en verdieping van regionale integratieprocessen zijn gedeeltelijk geïnitieerd en grotendeels beïnvloed door de enorme Chinese economische groei en China s ambitie om een economische grootmacht te worden; regionaal en mondiaal. Het derde element in de titel van deze oratie is het in kaart brengen van enkele effecten van deze mondiale en regionale ontwikkelingen op het Nederlandse bedrijfsleven. Deze drie elementen worden ingekaderd door het overkoepelende begrip globalisering. Ik verheug me uitermate op deze lezing vanwege het feit dat ik rustig mijn betoog kan opbouwen; een luxe situatie. Als ik tijdens de colleges de onderwerpen uit de titel behandel ontstaan er heftige discussies; de onderwerpen zoals globalisering, handelsblokken en China leiden tot verschillende standpunten en gedachten. Wat dat betreft is de collegezaal een afspiegeling van de maatschappij met haar voor- en tegenstanders. Hetzelfde doet zich voor in de discussie met soortgenoten. Een econoom is immers iemand die het beter weet dan een andere econoom en als er twee of drie economen bij elkaar zitten, zit je al gauw met vijf a zes meningen. Wat deze situatie voor mij als econoom zo aantrekkelijk maakt is dat ik mag praten en u moet luisteren. Ik kan als het ware eerst het hele huis opbouwen voordat u gaat vragen waarom de deur nou daar is of waarom de keuken zo ongelukkig is neergezet. Ik heb heel wat adviezen gekregen over de wijze waarop deze rede zou moeten worden uitgesproken en de mate van diepgang. Jack gaf aan dat je makkelijk moet beginnen voor de 3
4 familie en vrienden en dat je lekker moeilijk moest eindigen om ook je collega s het naar hun zin te maken. Mark gaf vorige week nog aan niet in paniek te raken; jij bent immers de specialist en de toehoorders hangen aan je lippen. Piet gaf tijdens ons bezoek aan Shanghai vorige maand aan dat er een foto in de presentatie moest zitten waarin ik in een Chinese outfit poseer. Roberto gaf aan dat het vooral om een visie gaat. Pieter gaf vorige week nog aan dat het gaat om een lezing; concentreer je op het gesproken woord omdat dia s afleiden. Genoeg (goed bedoelde) adviezen. Ik heb ze ook allemaal meegenomen en afgewogen om te komen tot deze invulling die nu volgt. Het is mijn invulling geworden! Ik zal me vandaag en ook in mijn toekomstig onderzoek vooral richten op de internationale reële economie waarbij internationale handel en directe investeringen centraal staan. De veranderende structuren in de wereldeconomie hebben wat mij betreft betrekking op met name deze twee grootheden. Vanuit dit perspectief is aandacht voor regionale handelsblokken en het multilaterale systeem noodzakelijk. De interesse voor China is zowel academisch als persoonlijk. Al in 1986 was ik met Rinske in China en vanaf het eerste moment wilde ik meer weten en heb ik altijd gezegd terug te gaan. Dat is me gelukt! China werd voor mij een belangrijk onderzoeksgebied in 1999 toen Zhang Jianhong vanuit Kunming een jaar mocht studeren en werken op Nyenrode. Vanaf 1999 hebben we samen regelmatig artikelen geschreven over de ontwikkeling van de Chinese handel en directe investeringen. Het derde element van de titel omvat de koppeling tussen international economics en international business. We zijn hier op een business school en dat betekent dat onderzoek ook in dienst moet staan van het onderwijs. Ik probeer de resultaten van mijn onderzoek dan ook in te passen tijdens de discussies in de collegezaal. Dat betekent nadruk op toepasbaarheid en de vertaling van de resultaten in te hanteren concepten en raamwerken. Ik heb het geluk dat ik twee vakken geef op Business Universiteit Nyenrode waarbij de (praktische) relevantie door studenten wordt gevoeld. Het gaat om het vak Economic Environment en International Business. In beide vakken gaat het grotendeels om de externe en onbeheersbare omgeving. Het zal een ieder duidelijk zijn dat deze externe omgeving waarbinnen een bedrijf moet opereren snel kan veranderen. Wie had bijvoorbeeld in 1999 kunnen denken dat de olieprijs vijf jaar later op ruim 55 dollar per vat zou liggen. In het midden van 1999 lag de prijs nog onder de 10 dollar per vat. Er komen steeds meer signalen dat de olieprijsstijging nog niet achter de rug is en dat olie kan doorstijgen tot 85 à 100 dollar per vat. Vooral olieprijsgevoelige sectoren en bedrijven zullen de fluctuaties van de olieprijs voelen. Hetzelfde geldt voor de wisselkoersen; eveneens een onbeheersbare factor in de bedrijfsomgeving. In 1999 werd de euro geïntroduceerd op 1,17 dollar. Aan het eind van 2000 was de euro weggezakt tot 0,83 dollar. Op dat moment was export vanuit de eurozone erg makkelijk en veel internationaal opererende bedrijven kozen voor de exportstrategie. Begin april 2005 stond de euro op 1,30 dollar. Ook nu zullen wisselkoersgevoelige sectoren en bedrijven de fluctuaties met argusogen bekijken. Het laatste voorbeeld betreft de economische ontwikkeling in voor het Nederlandse bedrijfsleven belangrijke markten zoals de Verenigde Staten en Duitsland. Een sterke daling van de internationale conjunctuur heeft grote consequenties voor conjunctuurgevoelige bedrijfstakken en individuele bedrijven. Tijdens de colleges gaan we dus niet alleen in op de achtergronden van deze omgevingsvariabelen, maar maken we ook duidelijk op welke wijze individuele bedrijven hierdoor geraakt kunnen worden. Tenslotte past een dergelijke titel ook wel bij mij. Ik zoek in het algemeen de nuance en het zoeken naar de nuances betekent dat veel woorden nodig zijn. Dit was ook al tijdens mijn promotieonderzoek het geval. Ik kan me nog herinneren hoe Rinske enkele van mijn hoofdstukken op het Engels controleerde en helemaal tureluurs werd van de vele 4
5 ontsnappingsroutes. Ik geloof dat ze op een gegeven moment uit één hoofdstuk 20 keer on the one hand.on the other hand aanstreepte. Ik beloof overigens dat ik deze woorden enerzijds en anderzijds in de rest van mijn betoog niet meer zal hanteren. Ik hoop dat ik binnen de tijd die de pedel mij geeft de juiste toon kan vinden om mijn boodschappen met u te delen. Want ondanks de nuance heb ik wel enkele boodschappen die ik kwijt wil. Dat betekent overigens niet dat ik me schuldig zal maken aan, wat Paul Krugman (1997) noemt, borreltafeleconomie. Ik zal me baseren op gedegen, gedeeltelijk eigen onderzoek. Ik zal de drie onderdelen uit de titel eerst afzonderlijk bespreken; ik bouw er als het ware een Chinese Muur tussen. In het laatste deel zal ik delen van deze muur afbreken om te komen tot een meer geïntegreerd beeld van de wereldeconomie, de plaats van China hierin en de gevolgen voor het Nederlandse bedrijfsleven. Het is niet mijn bedoeling antwoorden te geven op de vele vragen die ons bezig houden, maar zal wel her en der op basis van eigen onderzoek mijn visie geven op de economische machtsverschuivingen in de wereldeconomie. Daarbij moet worden opgemerkt dat mijn toekomstbeeld over met name de effecten op de Nederlandse economie nog niet geheel stabiel is. De ene keer kom ik uit China terug met een gevoel dat we ons in Nederland nog niet echt druk hoeven te maken over de Chinese (en Aziatische ) concurrentie. Op veel terreinen is er nog sprake van grote achterstand en nog steeds is de groei gebaseerd op transpiratie in plaats van inspiratie. De andere keer kom ik terug uit China met een voor Nederland (en Europa) somberder beeld over de toekomst van de Nederlandse en Europese economie. Dan zie ik de dynamiek en de snelheid waarmee zaken in China worden aangepakt, ik zie zeer competente Chinese managers die hun opleiding in het Westen hebben genoten en merk in de gesprekken dat erg veel bedrijven aangeven in China te willen (of kun je beter zeggen: moeten) uitbreiden. Natuurlijk kijken we dan met name naar de snelle groeiregio s aan de Oostkust van China, maar ook in het binnenland zien we groeimetropolen ontstaan. Ik heb dat in een eerdere publicatie wel de internalisatie van het vliegende ganzenmodel genoemd (Ebbers, 2002). Ik zal hier later nog op terugkomen. Een belangrijk deel van mijn lezing zal gaan over onderzoek dat we enkele jaren geleden zijn begonnen aan deze universiteit op het terrein van China s integratie in de wereldeconomie. Dia 2 hier plaatsen Het is ook belangrijk aan te geven wat niet ter sprake komt tijdens deze lezing. Allemaal zeer interessante zaken die aanknopingspunten hebben met het onderwerp van vandaag, maar we moeten ons toch gaan concentreren ook al is dat soms moeilijk. Ik zal het vandaag niet hebben over de financiële integratie; de verstrengeling van internationale kapitaalmarkten via met name het kortetermijn kapitaalverkeer. De hiermee samenhangende valutaire markt zal ik ook laten rusten. Ik realiseer me dat ontwikkelingen op deze markten grote invloed hebben op de zichtbare globalisering in de vorm van internationale handel en directe investeringen; denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van de Aziecrisis van 1997, maar je moet nou eenmaal keuzes maken. Ook probeer ik de politieke globalisering los te weken van de economische globalisering en regionalisering. U begrijpt dat dit soms moeilijk en geforceerd is; vaak heeft politiek ingrijpen immers een economische achtergrond. De economische situatie zal zeker politieke keuzes beïnvloeden en politieke keuzes beïnvloeden ook in sterke mate internationaal opererende bedrijven. Toen bijvoorbeeld in 1999 de Chinese ambassade in Belgrado per ongeluk werd getroffen door Amerikaanse bommen kwam de CEO van General Motors direct de volgende dag over vanuit de Verenigde Staten om zijn excuses aan te bieden aan de Chinese president, Jiang Zemin voor deze dramatische fout. Natuurlijk waren economische motieven hier de drijfveer; General Motors had net een enorme investering gedaan in China en zag opeens allerlei doemscenario s voorbij schieten. 5
6 2. Veranderende structuren in de wereldeconomie Veranderingen in de wereldeconomie uiten zich in twee routes. We hebben allereerst de multilaterale route waarbij onder auspiciën van multilaterale organisaties zoals het International Monetary Fund (IMF), de Worldbank en de World Trade Organisation (WTO) getracht wordt mondiale regels af te spreken op het terrein van onder andere internationale handel en investeringen. We hebben daarnaast te maken met de regionale route. Landen gaan steeds meer, onafhankelijk van de WTO, afspraken met elkaar maken op het terrein van afschaffing van handelsbarrières en verlaging van obstakels voor onderlinge investeringsstromen. Beide tendensen maken onderdeel uit van het proces van globalisering. Het is een goeie academische gewoonte om te beginnen met definities; in dit geval van globalisering. 2.1 Globalisering; een definiëring Globalisering kan op verschillende manieren worden gedefinieerd en gemeten. Het International Monetary Fund ( hanteert globalisering als de rising share of economic activity in the world which is taking place between people who live in different countries. This includes all production, trade, financial flows, investment, technology, labour and economic behaviour in nations and between nations. Joseph Stiglitz (2004), hoogleraar aan Columbia Business School en Nobelprijswinnaar Economie in 2001 definieert globalisatie als de (steeds) nauwe(re) integratie van landen en volkeren waarbij invloed wordt uitgeoefend op handel, kapitaalmarkten, buitenlandse directe investeringen, kennis en ideeën. Robert Gilpin (2002) hanteert een wat nauwere definitie van globalisering. Het is de increasing interdependence of national economies in trade, finance, and macroeconomic policy. Ook Renato Ruggerio ( voormalig directeur van de World Trade Organisation hanteert deze enge definitie van globalisering getuige zijn uitspraak : "We are creating a single global economy". Deze benadering, waarbij wordt gestreefd naar een single global economy, wordt neo-liberalisme genoemd; een gruwel voor de tegenstanders van globalisering. Een interessante vraag is wanneer we het beginpunt van de globaliseringproces kunnen duiden. John Gray (1999) refereert bij globalisering aan twee dimensies. De eerste dimensie is de aandacht voor internationale handel en kapitaalstromen en het hieraan gerelateerde economische regime. Dit economisch regime waarbij deregulering, liberalisering en privatisering centraal staan is pas echt tot bloei gekomen na de val van de Berlijnse Muur en de openstelling van grote delen van Azië en Latijns Amerika aan het eind van de jaren tachtig en begin jaren negentig. Maar Gray geeft aan dat er een diepere betekenis is van globalisering; namelijk het verbinden van landen en volkeren waardoor men van elkaar op de hoogte is, van elkaar leert en elkaars cultuur (gedeeltelijk) integreert binnen de eigen cultuur. In deze tweede, diepere betekenis van globalisering gaat dit proces terug tot 1860 toen de telegraaf via transatlantische kabels onder water voor de eerste maal toestond dat Noord Amerika en Europa direct contact hadden. Wanneer afstand kleiner wordt, neemt de relatieve snelheid van sociale interactie toe. Naar mijn mening is globalisering zoals ik dat straks definieer een nieuw fenomeen dat pas vanaf het begin van de jaren zeventig is begonnen. Je kunt weliswaar stellen dat internationalisering en het over de grenzen kijken al honderden jaren geleden is begonnen; wat dat betreft zie ik internationalisering als een langdurig proces, maar het bijzondere van de situatie na de jaren zeventig is de combinatie van technologische vooruitgang en de liberalisering van markten. De rol van de overheid en de politiek is hierbij essentieel; een nieuw fenomeen van de huidige globalisering is dat het automatische proces wordt gecomplementeerd met specifiek beleid dat 6
7 globalisering initieert en ondersteunt. Misschien is het juist dit aspect dat de huidige discussie over globalisering zo heftig maakt. Het proces van internationalisering dat uiteindelijk uitmond in de huidige globalisering kan in drie fasen worden verdeeld. De eerste fase van globalisering loopt van de 12 e en 13 e eeuw tot het midden van de 19 e eeuw. De tweede fase begint in 1860 en loopt door tot de jaren zeventig van de vorige eeuw. De derde, huidige fase begon in de jaren zeventig. Eerste fase Vanaf de 13e eeuw verkochten ondernemers koffie, thee, specerijen en metalen in verschillende continenten. Ook op het financiële vlak waren buitenland activiteiten te zien. Tussen de 13 e en 15 e eeuw leenden Italiaanse bankiers grote sommen geld uit aan personen in Engeland, Spanje en Denemarken. Belangrijk is hierbij op te merken dat dit buitenlandse activiteiten waren die als het ware niet ingebakken waren in een visie over internationalisering. In de woorden van Scholte (2000): they [buitenlandse activiteiten] had little existence outside the mind [ ] Even for the small miority who had international activities globality was usually a passing rather than a central thought. Dezelfde tenneur is te vinden bij Held (1999): The Silk Road from China (and Japan) to Europe was an example of early global connections but it was a 'thin' or extensive link affecting only a few people rather than a 'thick' or intensive link more characteristic of today. Tweede fase De hierboven aangehaalde John Gray refereert aan het midden van de 19 e eeuw als het startpunt van globalisering. Inderdaad leidde innovaties zoals de intercontinentale telefoonverbindingen en radio communicatie en iets later, vanaf 1919, het internationale vliegverkeer tot internationale communicatie. Ook bepaalde markten en merken kunnen al vanaf 1850 global worden genoemd. Denk aan de oprichting van de London Metal Exchange in 1876 en merken zoals Heinz en Coca Cola begonnen vanaf 1890 grote delen van de wereld te veroveren. In 1929 werd Coca Cola al in 79 landen verkocht. Door de gouden standaard tussen 1870 en 1914 werden valuta zoals het Britse Pond sterling, de Nederlandse gulden, maar bijvoorbeeld ook de Mexicaanse dollar in vele delen van de wereld geaccepteerd en gebruikt. De verdergaande internationalisering leidde tot de noodzaak tot global governance. Dat resulteerde in de jaren veertig van de vorige eeuw tot oprichting van de Bretton Woods instituties zoals het IMF en de GATT. Derde fase Hoewel op vele deelmarkten sprake was van een zekere internationale scope verschilt deze tweede fase van globalisering sterk van de derde fase. In deze derde fase van globalisering is het vooral de verdieping op allerlei terreinen die het zo uniek maakt. De techniek maakt bijna alles mogelijk, goederen- en dienstenmarkten zijn geliberaliseerd, productie kan in steeds meer plakjes worden opgeknipt, kapitaalmarkten zijn grotendeels geliberaliseerd, multilaterale instellingen hebben een steeds breder takenpakket gekregen en hebben een steeds grotere invloed op het beleid van landen en tenslotte ontstaat er een global mindset vanwege de kennis die we krijgen van buitenlandse markten, consumenten en producten. Gray (1999) geeft dit als volgt aan: Globalisation today goes well beyond the economic dimensions and has spread through political, cultural, environmental and even security influences unconfined to territorial boundaries. Dit is in mijn optiek de essentie van de huidige globaliseringfase en waarom het fenomeen globalisering uniek en nieuw is. De nadruk ligt vandaag op de economische globalisering. Vanuit deze economische bril bekeken is globalisering de versnelling in het proces van wereldwijde integratie door een sterke toename van de internationale handel en de directe investeringen. Hierdoor ontstaat een groeiende 7
8 economische afhankelijkheid tussen landen. Gebeurtenissen in bepaalde delen van de wereld zullen zich steeds sneller verspreiden naar andere delen; soms met positieve, maar soms ook met alle negatieve gevolgen van dien. De drijvende krachten achter het globaliseringproces zijn: De sterke afname van de transport- en communicatiekosten. De ontwikkeling van nieuwe technologieën. Het doorgevoerde deregulering- en liberaliseringproces van het handels- en investeringsverkeer. De convergentie van het welvaartsniveau in de OECD landen waardoor aankooppatronen naar elkaar toegroeien. Volgens International Chamber of Commerce ( brengt globalisering louter voordelen: Consumers are its principal beneficiary. Its benefits in terms of faster growth, quicker access to new technology, cheaper imports and greater competition are available for all. Globalization has made the world economy more efficient and has created hundreds of millions of jobs, mainly, but not only, in developing countries. It generates an upward spiral of jobs and prosperity for countries that embrace the process, although the advantages will not reach everybody at the same time. Ook Micklethwait en Wooldridge (2000) benadrukken in hun boek A Future perfect de voordelen van gloablisering: For the vast majority of people and countries, the great danger of globalisation is not that it will succeed but that it will fail. Peter Schwartz geeft eveneens aan dat globalisering per saldo materiele welvaart genereert, ook voor de armste delen van de wereld. Tegenover deze positieve geluiden over de effecten van globalisering staan de kritieken van de tegenstanders van globalisering. In de Organisation for Economic Cooperation and Development ( wordt in meerdere publicaties benadrukt dat er bijvoorbeeld negatieve gevolgen te verwachten zijn voor de rijkere landen als gevolg van wereldwijde integratie en de daaraan gekoppelde vlucht van arbeidsplaatsen naar lage lonen gebieden. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken (2005) is onderzoek gedaan naar de effecten van productieverplaatsing naar het buitenland voor de Nederlandse economie (met name de ICT sector). Volgens dit onderzoek dat begin 2005 werd gepubliceerd overweegt weliswaar een deel van het bedrijfsleven productie te verplaatsen naar Centraal Europa, India en China, maar bij de presentatie van het rapport onderstreepte de staatssecretaris van EZ, mevrouw van Gennip dat het verplaatsen van bedrijvigheid naar het buitenland per saldo werk oplevert. Dezelfde conclusie trok ook Paul Krugman (2003) in zijn breed opgezette onderzoek naar de productieverplaatsing van Amerikaanse bedrijven naar Mexico en de Aziatische regio. De onderzoeksresultaten over de effecten van productieverplaatsing zijn echter niet eenduidig. Waarschijnlijk spelen dataproblemen hierbij een rol. Economen zijn meestal juist in hun voorspellingen, maar verkeerd in hun data. De gedachte dat bedrijven liever in lagelonenlanden produceren dan in Nederland en dus massaal Nederland gaan verlaten lijkt ondanks de extreem grote loonverschillen inderdaad niet voor de hand te liggen. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat het opbouwen van een kwalitatief goed toeleveranciersnetwerk veel tijd en geld kost en soms zelfs onmogelijk is. Maar dit is een momentopname; mijn ervaring in China geeft me het gevoel dat we de enorme snelheid waarmee veranderingen gaan onderschatten. De opbouw van een kwalitatief hoogwaardig netwerk van toeleveranciers is misschien nu nog een brug te ver in China, maar dat kan snel veranderen. Kijk naar de voorbeelden van Carrefour, Wal-Mart, Nokia en Toyota. Meer dan 95% van de halfproducten, componenten en eindproducten wordt nu lokaal geproduceerd. 8
9 Tegelijkertijd geven anti-globalisten juist aan dat globalisering de verschillen tussen arme en rijke landen groter zal maken. Ook hier zijn de resultaten niet eenduidig. Zo wordt vaak gebruik gemaakt van de Gini coefficient om ongelijkheid te meten, maar ook hierbij spelen dataproblemen een rol. Statistiek is als een lantaarnpaal voor een dronken man: meer ter ondersteuning, dan ter verlichting. Daarnaast wordt in veel studies niet alleen gekeken naar materiele welvaart, maar worden ook allerlei andere indicatoren meegenomen om het ongelijkheidniveau aan te geven. Mijn mening is dat internationale handel en directe investeringen (en dus de economische globalisering) niet heeft geleid tot een grotere internationale ongelijkheid. Ik ben er namelijk van overtuigd dat internationale handel en directe investeringen economische groei stimuleren. De zeer uitgebreide studie van Jeffrey Sachs and Andrew Warner (1995) heeft dit wat mij betreft aangetoond. De conclusie van dat onderzoek werd door de onderzoekers als volgt samengevat: Developing countries with open economies grew by 4.5% a year in the 1970 s and 1980 s, while those with closed economies grew by 0.7% a year. At that rate, open economies double in size every 16 years, while closed ones must wait a hundred. Tegelijkertijd moet worden geconstateerd dat miljarden mensen nog steeds in volledige armoede leven. Het is tragisch dat nog steeds ruim 1 miljard mensen met 0,80 eurocent per dag moeten rondkomen. Daar moet wat aan worden gedaan, maar we kunnen hier de internationale handel, het bedrijfsleven en de multilaterale instellingen zoals de Wereldbank en het IMF niet de schuld van geven. Daarbij wordt de attitude over het IMF in de Aziatische regio nog steeds gevormd door de rol die het IMF heeft gespeeld in het oplossen van valutacrisis in enkele Aziatische landen in het midden van de jaren negentig. Dia s 3 en 4 hier plaatsen Discussies omtrent globalisering gaan vaak over multinationale ondernemingen; zij zijn immers de zichtbare vorm van globalisatie. De anti- globalisten zien deze multinationale ondernemingen dan ook als uitbuiters van de arme landen. Klein (2002) geeft dat op de volgende manier weer: The poor countries are in an unfortunate discussion position, because the Multi National Enterprises (MNEs) have abundant alternatives of countries to settle their production facilities in. This results in Free-exporting zones (no tax paying zones), underpaying employment, and the worst possible working circumstances. Dezelfde teneur is te lezen bij Hertz (2003). Zij legt nadruk op de macht van het internationale bedrijfsleven op buitenlandse (vaak onderontwikkelde) markten: globalisation means the governmental control of nations by the private MNE s. Companies are in charge and instead of one person, one vote, you get one Dollar, one vote. Deze gedachtegang wordt gevoed door de enorme grootte van enkele multinationale ondernemingen. Zo is de jaarlijkse omzet van het Amerikaanse Wal-Mart vanaf 2001 groter dan de totale productiewaarde per jaar van het Afrikaanse continent ten zuiden van de Sahara (exclusief Zuid-Afrika zijn dat 42 landen). Natuurlijk maakt Hertz hier een denkfout door verkopen en productiewaarde (als toegevoegde waarde concept) met elkaar te vergelijken, maar feit blijft dat bedrijven enorme machtsposities hebben die vertaald kunnen worden in politieke, sociale en culturele macht. Ik heb in dia 5 enkele bedrijven en landen in één figuur geplaatst waarbij de toegevoegde waarde als vergelijkingsmaatstaf is gehanteerd. Dia 5 hier plaatsen De wereld verandert en dit veranderingsproces lijkt zich in steeds sneller tempo te voltrekken. Laten we eens kijken of we dit in kaart kunnen brengen. Logischerwijs moeten we dan beginnen met het meten van globalisering. 9
10 2.2 Het meten van globalisering; verschuivende panelen? Er zijn allerlei manieren om globalisering in al haar facetten te meten. Zo heeft het consultancybureau A.T Kearney in samenwerking met het tijdschrift Foreign Policy ( de zogenoemde Globalisation Index ontwikkeld. Via allerlei wegingsfactoren en normalisatietechnieken wordt uiteindelijk een rangorde samengesteld van landen in termen van hun integratie in de wereldeconomie. Zij hanteren een zeer brede definitie van globalisering en meten dus niet alleen de economische integratie tussen landen, maar meten ook de intensiteit van de politieke, technologische en persoonlijke integratie. Zo wordt bij de politieke globalisering onder andere gekeken naar het aantal lidmaatschappen van internationale organisaties en het aantal ambassades in het betrokken land. Bij de technologische globalisering wordt onder andere het aantal internetgebruikers in beschouwing genomen. Bij de persoonlijke contacten wordt gekeken naar toerisme en het internationale telefoonverkeer. Zoals eerder is aangegeven richt ik mij op de economische globalisering en zal in dit onderdeel drie facetten analyseren: Veranderingen in de aard van de internationale handel Wijzigingen in de mondiale investeringsstromen Verdieping van regionale integratieprocessen In dia 6 is de jaarlijkse groei van de internationale handel en de binnenlandse productie aangegeven. Dia 6 hier plaatsen Duidelijk is dat de groei van de internationale handel vooral vanaf 1990 de jaarlijkse groei van de binnenlandse productie forst overtreft; wat dat betreft lijkt er sprake van een versnelling van economische integratie; een van de elementen in de eerder aangehaalde definitie van globalisering Veranderingen in de aard van de internationale handel Van inter- industrie naar intra- industriehandel Er is dus mondiaal gezien sprake van steeds verdergaande internationale arbeidsverdeling en handelsintegratie. De verklaringen waarom landen handel drijven zijn bekend en worden door de meeste economen onderschreven. Wat dat betreft zijn er maar weinig theorieën die op een zo brede consensus kunnen rekenen als de theorie van de relatieve kostenverschillen. Binnen dit concept van het Ricardiaanse denken wordt verklaard waarom twee landen met elkaar handelen. De achtergrond is een verschil in opportunity costs. Als landen zich specialiseren in de productie waarin ze relatief gezien het efficiëntst zijn en deze onderling uitwisselen ontstaat er voor beide landen een voordeel. Technisch gesproken verschuiven de productiemogelijkhedencurven naar buiten. De verklaring van het ontstaan van verschillen in relatieve kostenvoordelen werd gegeven door Heckscher en Ohlin via de door hen ontwikkelde factor-proportions theory. China heeft bijvoorbeeld relatief veel arbeid en de prijs van arbeid zal dus relatief op een laag peil liggen. Specialisatie in arbeidsintensieve producten en export van deze producten ligt dan voor de hand. Deze handel zal vooral plaatsvinden met landen die juist relatief weinig arbeid tot hun beschikking hebben, zoals bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Zij 10
11 hebben juist veel kapitaal en zullen zich dus gaan specialiseren in de productie en export van kapitaalintensieve producten. Dit is een logisch en consistent model en vormt de basis van het beleid zoals dat door de wereldhandelsorganisatie wordt uitgevoerd. Multilaterale vrijhandel moet worden gepromoot omdat hierdoor een win-win situatie ontstaat. Behalve het feit dat we binnen deze gedachtegang vaak abstraheren van transportkosten en niet ingaan op de problemen te komen tot een voor beide landen gunstige ruilvoetverhouding, is het ook een statische gedachtegang. Dynamische effecten zoals schaalvoordelen worden niet meegenomen. MIT econoom Paul Krugman heeft in enkele van zijn publicities laten zien dat deze win-win situatie daarom niet altijd opgaat: The combination of increasing returns to scale and high transport costs may cause economic activity to concentrate somewhat accidentally in some areas at the expense of others. De theorie van de relatieve kostenverschillen heeft echter nog een belangrijke tekortkoming. Het is niet in staat te verklaren waarom dezelfde producten worden geëxporteerd en geïmporteerd. Juist deze intra-industrie handel is een belangrijk kenmerk van de huidige internationale handel. Landen produceren en exporteren statistisch gezien dezelfde producten als die worden geimporteerd. Dat betekent dat bij het verklaren van dit soort internationale handelsstromen productdifferentiatie in de analyse moet worden meegenomen. En dat betekent weer dat we bij het verklaren van de huidige handelsstromen vooral moeten kijken naar multinationale ondernemingen. De moderne handelstheorie ligt dus zeer sterk aan tegen het verklaren van directe investeringen en de internationale opbouw van netwerken. Intra-industrie handel (export en import van identieke producten) ontstaat vooral tussen landen die qua economische ontwikkeling dicht bij elkaar staan. Inter-industrie handel (exportstructuur die afwijkt van de importstructuur) ontstaat met name tussen landen die ver van elkaar afstaan in economische ontwikkeling. De discussies over de vraag welke groepen in een land nadelen ondervinden van toenemende economische integratie wordt in sterke mate beïnvloed door de belangrijkste handelspartners. Zijn er intensieve handelsrelaties die gebaseerd zijn op interindustrie handel, dan zie je emotionele debatten over de problemen van internationalisering of globalisering. Dit is veel minder het geval indien de bilaterale handel wordt getypeerd als intraindustrie handel. Intensiteit van handelsstromen Een centraal thema in mijn onderzoek is de vraag hoe intensief handelsrelaties zijn. Vele publicaties beantwoorden deze vraag door te kijken naar de ontwikkeling van de bilaterale handel. Een stijging van de bilaterale handel tussen bijvoorbeeld landen in de Aziatische regio en China wordt dan gezien als een intensivering van de onderlinge handel. Indien bijvoorbeeld de export vanuit de Aziatische regio naar China toeneemt, hoeft dit niet te betekenen dat de intensiteit van de bilaterale handel is toegenomen. Dat klinkt tegenstrijdig, maar ik zal dat proberen met een voorbeeld (dia 7) te verduidelijken. Essentieel in mijn benadering is dat we een beeld moeten hebben over wat je in economische termen mag verwachten van de hoogte van de bilaterale handel. Dia 7 hier plaatsen In het voorbeeld wordt 50 procent van China s import in 2000 gehaald uit de Aziatische regio, terwijl 60 procent van de import in 2005 uit Azië komt. In eerste instantie lijkt het erop alsof de handelsbetrekkingen tussen China en de Aziatische regio zijn toegenomen. Je kunt echter stellen dat deze toename louter het gevolg is van de sterke economische ontwikkeling in Azië en de 11
12 hieraan gerelateerde toename van het aandeel van de regio in de mondiale handelsstroom. Stel dat haar aandeel in de totale mondiale export is toegenomen van 10% in 2000 naar 20% in De toename van de bilaterale handelsbetrekkingen tussen China en de Aziatische regio betekent niet dat de handel intensiever is geworden; het tegenovergestelde is het geval; de handelsintensiteit daalt immers van 5 naar 3. Wil men dus inzicht hebben in de intensiteit van bilaterale handelsstromen, dan moet worden gecorrigeerd voor het belang dat de landen hebben in de wereldeconomie. Dit is de kern van de zogenaamde handelsintensiteit. Verschillende berekeningen zijn mogelijk, maar we hebben in ons laatste onderzoek (Ebbers, 2005) gebruik gemaakt van onderstaande formules. X M h,nl nl ExTI nl,h = en X h Mwrld M ImTI nl,h = M h,nl h X X nl wrld ExTI nl,h : ImTI nl,h : X h,nl : M h,nl : X h : M h : X nl : M nl : X wrd : M wrd : Handelsintensiteit van de export tussen Nederland en het gastland Handelsintensiteit van de import tussen Nederland en het gastland Export van het gastland naar Nederland Import van het gastland uit Nederland Totale export van het gastland Totale import van het gastland Totale export van Nederland Totale import van Nederland Mondiale export Mondiale import Een waarde van boven de één betekent dat de bilaterale handelsrelatie intensiever is dan je zou verwachten op basis van economische grootte van beide landen of regio s, terwijl een waarde kleiner dan één een relatief lage handelsintensiteit betekent. Zoals te zien is in de formules, kan deze handelsintensiteit vanuit de export-en importkant worden berekend. In de bovenstaande ratio s hebben we de economische grootte van het land meegenomen in de noemer via het aandeel in de mondiale export en import. Dit wijkt af van de methodologie van de wereldhandelsorganisatie en auteurs zoals Drysdale en Carnaut (1995). Zij corrigeren voor de grootte van het land door het aandeel in de mondiale binnenlandse productie te nemen. Dynamiek in de analyse kan worden verkregen door meerdere jaren de handelsintensiteit te berekenen en uiteindelijk moeten de uitkomsten worden genormaliseerd. Het is immers zo dat buren intensiever met elkaar handelen dan regio s die ver van elkaar af liggen. Normalisatie kan bijvoorbeeld plaatsvinden door de handelsintensiteiten te berekenen voor het handelsblok en deze te vergelijken met individuele landen Wijzigingen in de mondiale investeringsstromen In lijn met wat we gedaan hebben met de handelsintensiteit, kan ook de intensiteit van de directe investeringen worden bepaald. 12
13 FDI FDIII nl,h = FDI nl,h nl,wrld FDI FDI wrld,h wrld FDIII nl,h : FDI nl,h : FDI wrld : Investeringsintensiteit index tussen Nederland en het gastland, Investeringen van Nederland naar het gastland Totale uitgaande investeringsstroom in de wereld Als de FDIII nl,h groter is dan één betekent dit dat de Nederlandse investeringen in land h relatief hoog zijn. Als de waarde van FDIII nl,h onder de één ligt, investeert het Nederlandse bedrijfsleven minder in land h dan dat het mondiaal doet. Een lage index impliceert dat de investeringsrelatie tussen twee landen minder intensief is dan wat je zou mogen verwachten in economische termen. Een tekortkoming van de investeringsintensiteit index is dat we veranderingen in de structuur van de bilaterale investeringsstroom niet herkennen. Complementair aan de investeringsintensiteit index kan daarom het Investment Development Path theorema (IDP) van Dunning en Narula (1996) hiervoor worden gebruikt. Dunning en Narula hebben voortgeborduurd op de eigendom, internalisatie en locatievoordelen van Dunning (1992) zoals deze in zijn eclectische model zijn beschreven. De centrale gedachte is dat ingaande en uitgaande investeringsstromen zijn gerelateerd aan de economische ontwikkeling van een land. Landen doorlopen in het IDP-model vijf stadia in economische ontwikkeling en hieraan gerelateerd vijf posities met betrekking tot de netto buitenlandse investeringspositie. Deze NBI is het verschil tussen de uitgaande buitenlandse investeringen en de inkomende directe investeringen. Een positieve NBI betekent dat de voorraad aan uitgaande investeringen groter is dan de voorraad inkomende investeringen. Een negatieve NBI betekent dat er per saldo meer inkomende investeringen hebben plaatsgevonden. Binnen het kader van het IDP model verandert het comparatieve voordeel van een land of regio en dit vertaalt zich in een structuurwijziging in de aard van de directe investeringen; een verschuiving van arbeids- naar kapitaal en kennis intensieve sectoren. Dit verschuiven van het comparatieve voordeel is ook een belangrijk element in het vliegende ganzenmodel zoals dat door Akamatsu (1961) in de jaren dertig van de vorige eeuw is beschreven. Het is duidelijk dat internationaal opererende bedrijven de meest zichtbare vorm is van globalisering en internationalisering. Directe investeringen groeiden tot 2001 enorm en na enkele jaren van teruggang is vanaf 2004 weer groei te observeren. De consequentie van de enorme uitbreiding van directe investeringen is dat bedrijven steeds meer afhankelijk worden van buitenlandse markten. Een manier om dat te laten zien is via de micro-transnationaliteitsindex. Deze index is in 1992 door de UNCTAD geïntroduceerd en wordt vanaf dat jaar in het World Investment Report ( berekend voor de grootste mondiale bedrijven. Dia 9 hier plaatsen Deze index bestaat uit het ongewogen gemiddelde van drie subindicatoren: buitenlandse bezittingen als percentage van de totale bezittingen; buitenlandse omzet als percentage van de totale omzet en de buitenlandse werkgelegenheid als percentage van het totale aantal werknemers. De mondiaal meest geïntegreerde bedrijven zijn in het overzicht aangegeven. We zijn op Nyenrode bezig met het ontwikkelen van een Nyenrode Globalisation List (NGL) waarbij 13
14 we deze benadering wat fijnmaziger willen maken. Een belangrijk nieuw element is dat we globalisering meer vanuit een bedrijfsperspectief bekijken. De uitgangspunten van het NGL-model zijn de acht segmenten waaruit de mate van globalisering voor bedrijven opgemaakt kan worden. Voor elk segment zijn via onderzoek onderliggende criteria gevonden, die het betreffende segment representeren. Per criterium is er een weging ten opzichte van het gehele model meegegeven. Om de mate van globalisering voor een bedrijf te kunnen meten, wordt elk criterium ingevuld en door middel van de wegingen wordt de uitkomst bepaald. Twee van deze elementen zijn hieronder kort weergegeven. Dia s hier plaatsen Producten en diensten Het segment van producten en diensten is zodanige geïnterpreteerd dat er wordt gekeken naar de mate van gestandaardiseerde internationale- producten en productiefaciliteiten. Hiermee wordt onder andere bedoeld in hoeverre producten (of diensten) dezelfde naam dragen, uit dezelfde componenten bestaan en of deze producten en diensten in meerdere landen (gestandaardiseerd) geproduceerd worden. Kapitaal Het segment kapitaal beslaat meer dan alleen het percentage van buitenlandse activa en omzet. We kijken in dit segment bijvoorbeeld ook naar het percentage gedane buitenlandse overnames in de achterliggende perioden. Vanuit academisch perspectief is de NGL een bruikbaar model om organisaties en branches te vergelijken. De output van het model kan gebruikt worden voor additioneel onderzoek naar bijvoorbeeld de correlatie tussen de mate van globalisering en de winstgevendheid. We zijn begonnen met de concretisering van deze NGL voor enkele bedrijven en de resultaten zijn bemoedigend. We denken het aankomende jaar met de nulmeting te kunnen beginnen. Binnen enkele jaren hebben we dan een goede benchmark database waaruit naast vergelijkingen bovendien trendanalyses gemaakt kunnen worden Verdieping van regionale integratieprocessen De derde structurele wijziging in de wereldeconomie is de uitbreiding en verdieping van regionale integratieprocessen. Twee verklaringen zijn hiervoor te geven. Op de eerste plaats is het niet meer dan logisch dat landen die in sterke mate met elkaar zijn geïntegreerd via handelsen investeringsstromen zoeken naar (bilaterale) samenwerkingsovereenkomsten vanwege de positieve effecten voor de economie. Het model en de gedachtegang van Viner heeft aangetoond onder welke voorwaarden wederzijds voordeel kan worden behaald. De tweede verklaring van de sterke toename van regionale integratieprocessen is de onvrede met het multilaterale handelssysteem zoals dat onder auspiciën van de wereldhandelsorganisatie wordt ontwikkeld en uitgevoerd. Deze ontevredenheid stoelt op de lange tijd die het kost om uiteindelijk te komen tot een nieuw handelsakkoord. De GATT werd dan ook omgedoopt van de General Agreement on Tariffs and Trade in General Agreement on Talk and Talk. Vooral de wijze waarop de grote spelers zich opstellen tijdens de onderhandelingen veroorzaakt wrevel bij de economisch kleinere landen. Vooral aan het begin van de Doha ronde in 2001 ontstonden grote problemen tussen allerlei groepen van landen. Zo waren er bijvoorbeeld de tegenstellingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten en problemen tussen de groep van ontwikkelingslanden en de Cairns-group. Het gevolg is dat landen elkaar opzoeken om gezamenlijk de handelsonderhandelingen voor te bereiden en tijdens de onderhandelingen één blok te vormen. 14
15 Zo hebben we de G7 (G8), die zal worden uitgebreid naar de G10 en G11. Mijn verwachting is dat we in 2006 of 2007 deze uitbreiding te zien zullen krijgen. We hebben tweemaal de G20; een groep van rijke landen met daarbij enkele grote emerging markets, vooral gericht op financiële en monetaire stabiliteit. We hebben ook de G20 als groep van ontwikkelingslanden die tijdens de top in Cancun de VS en Europa onder druk zette wat aan de vrijmaking van landbouwproducten te doen. We hebben ook nog een G10; een samenwerkingsverband tussen landen die pleiten voor het behoud van protectionistische maatregelen die allerlei- niet-economische functies vervullen zoals natuurbehoud en het bewaren van nationale tradities. Als laatste voorbeeld van een groep binnen het multilaterale onderhandelingskader is de groep van 77 waarbinnen overigens 132 leden lid zijn. Hierin zitten de armste landen in de wereld. De Wereldhandelsorganisatie heeft een ambigu beeld met betrekking tot de toename van handelsblokken in de wereld. RTAs [ regional Trading Arrangements] can complement the multilateral trading system, help to build and strengthen it. But by their very nature RTAs are discriminatory: they are a departure from the MFN [ Most Favoured Nation] principle, a cornerstone of the multilateral trading system. Their effects on global trade liberalization and economic growth are not clear given that the regional economic impact of RTAs is ex ante inherently ambiguous. Though RTAs are designed to the advantage of signatory countries, expected benefits may be undercut if distortions in resource allocation, as well as trade and investment diversion, potentially present in any RTA process, are not minimized, if not eliminated altogether. An RTA's net economic impact will certainly depend on its own architecture and the choice of its major internal parameters (in particular, the depth of trade liberalization and sectoral coverage). Concurrent MFN trade liberalization by RTA parties, either unilaterally or in the context of multilateral trade negotiations, can play an important role in defusing potential distortions, both at the regional and at the global level. ( De figuur hieronder laat zien dat er vanaf de oprichting van de GATT bijna 300 regionale integratieprocessen zijn aangemeld. Een deel hiervan heeft maar kort bestaan of leidt een slapend leven, maar het overgrote deel van de regionale integratieprocessen functioneert en werd in de loop van de tijd steeds verder uitgediept; vooral vanaf Er zijn op het moment bijna 220 handelsblokken formeel actief en de verwachting is dat we snel op de 300 werkende regionale samenwerkingsovereenkomsten zitten. Dia 13 hier plaatsen Er zijn regionale integratieprocessen die bestaan uit vele landen en waarbij een breed scala van onderwerpen binnen de overeenkomst vallen. Natuurlijk is de Europese Unie hier een voorbeeld van; monetaire integratie is hier gekoppeld aan economische integratie. Overigens, wat het hoogtepunt van de verdieping had moeten worden; namelijk de Europese Grondwet, lijkt op een debakel uit te draaien. Aan de andere kant van het spectrum zijn er bilaterale overeenkomsten waarbij één bepaalde sector centraal staat. Dit zijn vaak parallelle processen. Zo heeft Singapore bijvoorbeeld in 2004 de Comprehensive Economic Cooperation Agreement met India gesloten waarbij wordt samengewerkt op het terrein van toerisme, biotechnologie en gezamenlijke ontwikkeling van zogenaamde special economic zones. Tegelijkertijd heeft Singapore in 2003 de US-Singapore FTA met de Verenigde Staten gesloten waarbij een groot deel van de bilaterale handel onder preferentiële tarieven valt en ook is Singapore een van de actiefste leden van het ASEAN handelsgebied. De Wereldhandelsorganisatie heeft het moeilijk om een algemeen oordeel te vormen of handelsblokken of bilaterale preferentiële afspraken gezien moeten worden als een stap op weg 15
16 naar mondiale vrijhandel of dat handelsblokken een stap terug is op weg naar multilaterale vrijhandel. Het ontstaan van een regionaal integratieproces waarbij de participerende landen de interne handelsbarrières afschaffen, terwijl voor niet-participerende landen de tarieven nog steeds gelden, leidt immers tot discriminatie. Dat is in contradictie met de uitgangspunten van de WTO. Duidelijk is echter dat regionale integratie de laatste jaren steeds vaker voorkomt, gedreven door het pessimisme en de frustratie te komen tot overeenstemming binnen de WTO. Hoewel de WTO niet enthousiast is over de huidige ontwikkeling, kan ze het niet tegenhouden en daarom probeert ze regionale integratieprocessen te beoordelen op haar effecten voor nietparticiperende landen. De beantwoording van de vraag op welke wijze regionale integratie van invloed is op niet participerende landen is complex. De uiteindelijke effecten worden namelijk pas na vele jaren zichtbaar en hangen grotendeels af van de dynamische effecten die het resultaat zijn van de grotere concurrentie en de creatie van schaalvoordelen. Als een eerste aanzet kan worden gekeken naar de statische effecten van regionale integratie die al snel zullen ontstaan. Twee van deze statische effecten zijn de handelscreatie en handelsverschuiving. Handelscreatie is de situatie dat door regionale integratie tussen de deelnemende landen handel ontstaat. Als de markten van land A en land B integreren, zal binnen het handelsblok specialisatie optreden. In- en uitvoer, die er nog niet waren, komen op gang. Beide landen profiteren van deze specialisatie; de welvaart in beide landen stijgt vanwege de toenemende efficiency. Handelsverschuiving ontstaat als de twee landen A en B gezamenlijk besluiten een handelsblok aan te gaan waarbij sprake is van een hoog buitentarief. Het buitentarief zorgt ervoor dat producten die ze voorheen voordelig in land C kochten, nu voor een hogere prijs in het handelsblok worden gekocht. De productie verschuift van een efficiënte producent in land C naar een minder efficiënte in land A of B. Dit is niet alleen voor het niet-participerende land zeer vervelend, maar ook voor de landen binnen het handelsblok. Het volgende voorbeeld maakt dit duidelijk. We gaan uit van drie landen A,B en C. Ieder land heeft een onderneming binnen hun landsgrenzen die in staat is een identiek product te maken. Het meest efficiënte bedrijf staat in land C en kan het product tegen een kostprijs van 85 produceren. Het minst efficiënte bedrijf staat in land A. Deze onderneming kan hetzelfde product produceren tegen een kostprijs van 100. Vanwege de buitentarieven van 20% is de onderneming uit land C, ondanks het feit dat het meest efficiënte bedrijf is, niet in staat te exporteren naar de consumenten in land A en B. In deze situatie zijn er geen internationale handelsstromen. Dan besluiten de landen A en B tot een vorming van een handelsblok; het tarief tussen A en B verdwijnt en men laat het buitentarief op 20%. Nu ontstaat handel binnen het handelsblok. Het meest efficiënte bedrijf in het handelsblok is nu in staat te exporteren naar de consumenten in land A. Dit leidt uiteindelijk tot een hogere materiele welvaart ondanks het feit dat er zich problemen kunnen voordoen op de arbeidsmarkt vanwege de toename van de concurrentie binnen het handelsblok. Deze situatie van handelscreatie leidt tot stijging van de intraregionale handel; de handel binnen het handelsblok. Dia s hier plaatsen Uitgaande van hetzelfde voorbeeld kunnen we ook handelsverschuiving aangeven. We hebben ten opzichte van het voorbeeld hierboven een kleine wijziging aangebracht in de initiële situatie. De productiekosten in land A liggen nu op 105. Ondanks het tarief van 20% kan het meest efficiënte bedrijf uit land C nog steeds exporteren naar land A; de prijs voor de consument zal komen te liggen op 102, terwijl de binnenlandse producent in A het product slechts kan produceren (en verkopen) voor 105. Ook nu ontstaat een handelsblok tussen A en B en verdwijnen de interne tarieven. Het bedrijf uit land B kan nu tariefvrij exporteren naar A en zal 16
17 dus de concurrent uit land C uit de markt drukken; het meest efficiënte bedrijf is niet meer in staat te exporteren. Handel verschuift van land C naar land B. Het proces van regionalisatie heeft zich vanaf 1995 in versterkte mate voortgezet. We zien zeer hoge percentages van intraregionale handel; het overgrote deel van de internationale handel blijft binnen het handelsblok en tussen 1990 en 2003 is deze intraregionale handel in de meeste handelsblokken gestegen. Ook is er sprake van concentratie van investeringsactiviteiten binnen regio s: De Europese Unie- lidstaten die vooral investeren in Oost-Europa, Japan dat zich vooral richt op Zuid en Zuidoost Azië en de Verenigde Staten die vooral investeert in Latijns Amerika. Dia s hier plaatsen Ter afsluiting van dit eerste deel zijn de volgende conclusies te trekken: Het is duidelijk geworden dat in de analyse van economische relaties internationale handel en directe investeringen gezamenlijk moet worden geanalyseerd We hebben een maatstaf gevonden om de intensiteit van handels- en investeringsstromen te meten Het lijkt erop dat we beter kunnen spreken van regionalisering dan van globalisering; de NGL kan hier op microniveau uitsluitsel over geven 17
18 3. China s integratie in de wereldeconomie China wordt nog door veel economen en beleidsmakers beschouwd als een relatief gesloten economie. De economische ontwikkeling wordt gedragen door binnenlandse bestedingen zoals de particuliere consumptie en de investeringen, van tijd tot tijd geholpen door overheidsbestedingen. Dit beeld is onjuist en achterhaald; China s integratie in de wereldeconomie is nu al zichtbaar en zet zich in versnelde mate door. Er zijn vele manieren om de economische integratie te meten. Zo kun je bijvoorbeeld, in lijn wat we eerder hebben laten zien, de ontwikkeling van de Chinese internationale handel relateren aan de groei van de binnenlandse productie. Ook kun je kijken naar prijsverschillen tussen internationaal verhandelbare goederen en de intensiteit van de handelsbarrières. Correlaties van de conjunctuur en aandelen koersen geven ook inzicht in de economische samenhang tussen China en andere delen van de wereld. Andere factoren die in ogenschouw genomen kunnen worden zijn de handels- en investeringsintensiteiten en indicatoren die de impact meten van multinationale ondernemingen in de lokale economie. Het gaat te ver om alle indicatoren langs te lopen, maar alle signalen wijzen in dezelfde richting; de economische integratie en de wederzijdse beïnvloeding tussen China en de rest van de wereld wordt steeds duidelijker voelbaar. We zullen de structuur volgen van hoofdstuk twee en daarom drie aspecten van deze economische integratie langslopen: Veranderingen in de structuur van de Chinese internationale handel Wijzigingen in de investeringsstromen naar China China s rol in de Aziatische regionale integratieprocessen 3.1 Veranderingen in de structuur en spreiding van de Chinese internationale handel China is een belangrijke exporteur en importeur. Haar aandeel in de wereldhandel lag in 2004 op ruim 7%; een verdubbeling in nog geen 10 jaar. In 1993 was het aandeel van de internationale handel in het bruto binnenlands product net boven de 30%. In een decennium is dit aandeel gestegen tot bijna 60%. De stijging van het aandeel van de internationale handel in het BBP is logisch als we kijken naar de jaarlijkse groeicijfers van de export en de productie. De jaarlijkse economische groei lag gemiddeld op bijna 10% gedurende de periode , terwijl de gemiddelde jaarlijkse groei van de export ver boven de 15% lag. China s aandeel in de wereldwijde productie van goederen en diensten ligt in nominale termen nu op 4%. Haar aandeel in termen van koopkrachtpariteit ligt met 13% veel hoger. Binnen enkele jaren zal China de grootste exporteur ter wereld zijn. De export van China is de laatste jaren aan het veranderen. Ik heb hieronder dit proces op twee manieren in kaart gebracht. Op de eerste plaats is gekeken naar enkele belangrijke productgroepen en hun aandelen in de totale Chinese export tussen 1995 en Op de tweede plaats is de Balassa index (1961) berekend om te beoordelen in welke producten China een blijkbaar comparatief voordeel heeft. De onderstaande tabel geeft informatie over deze structuurwijziging met betrekking tot enkele belangrijke exportproducten tussen 1997 en Arbeidsintensieve producten zoals textiel en speelgoed verliezen aandeel, terwijl elektronische producten en auto onderdelen sterk aan belang winnen. 18
19 Dia 22 hier plaatsen Natuurlijk zal de exportstructuur niet van de ene op de andere dag veranderen, maar het gaat toch wel erg snel. Om antwoord te krijgen op de vraag in welke producten een land een concurrentievoordeel heeft, wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde Balassa index. De index meet welk aandeel een bepaald product heeft in het exportpakket van een land ten opzichte van het aandeel van hetzelfde product in het exportpakket van een referentiegroep van landen. Als bijvoorbeeld China veel elektronische apparatuur exporteert in vergelijking tot de referentielanden, heeft China blijkbaar een comparatief voordeel in de productie van deze producten. In dat geval is de Balassa index groter dan één. Wordt er relatief weinig van een product geëxporteerd, zal dat duiden op een comparatief nadeel en zal de Balassa index tussen de nul en één liggen. Binnen hetzelfde concept hebben Amighini en Chiarlone (2000) de Balassa index voor Chinese exporten als het aandeel van de Chinese export in een bepaald product/sector ten opzichte van het Chinese aandeel in de totale mondiale export gehanteerd. Ook nu duidt een index hoger dan één op een blijkbaar comparatief voordeel. Dia s 23 en 24 hier plaatsen Behalve de export- en importstructuur moet ook de regionale spreiding van de export en import in de analyse worden betrokken. In 1991 ging slechts 9% van de totale Chinese export naar de Verenigde Staten. In 2003 was het VS- aandeel in de totale Chinese export al opgelopen tot een kwart van de Chinese export. Het is interessant te zien dat de Chinese import van de VS en de EU in relatieve termen is gedaald tussen 1980 en Het aandeel van de Verenigde Staten in de Chinese import lag in 2003 op ruim 8%, beduidend lager dan in 1980 (19.6%) en 1995 (12.2%). Het aandeel van de Europese Unie ligt iets hoger, maar ligt met een aandeel van bijna 13% beduidend lager dan in 1995 (16.1%) en 1980 (15,8%). Het Aziatisch aandeel in de Chinese import is daarentegen gestegen tot bijna 53% in 2003, terwijl in 1980 dit aandeel op slechts 15% uitkwam ( Dia 25 hier plaatsen Ook landen waar we in eerste instantie niet aan denken hebben intensieve economische relaties met China. Brazilië bijvoorbeeld exporteert 6,5% van haar totale export naar China in ,5% van de Argentijnse export gaat nu naar China; een verzesvoudiging ten opzichte van Zoals in hoofdstuk 2 is aangegeven, moet de intensiteit van de handelsrelaties geanalyseerd worden via de handelsintensiteit index. Dia 26 geeft de handelsintensiteit tussen China en enkele specifieke regio s tussen 1992 en De berekening is vanuit het Chinese perspectief gedaan; de Chinese export op de eerste rij en de Chinese import op de tweede rij. Handelsintensiteiten lagen boven de één met betrekking tot landen als Japan, Hong Kong en overig Azië. Duidelijk zal zijn dat de fysieke en culturele afstand hiervoor verklaringen zijn. In vergelijking met andere regio s is de handelsintensiteit binnen de Aziatische regio echter relatief laag. Handelsintensiteiten met de EU zijn laag, maar lijken iets op te lopen. Handelsintensiteit van de Chinese export met betrekking tot de VS is hoog. Dia 26 hier plaatsen 19
20 Er kan gesteld worden dat de handelsintensiteit van China met de Aziatische regio onevenwichtig is. Ze is erg hoog en intensief met betrekking tot de Chinese import, maar laag ten aanzien van de Chinese export. Ik kom hier later nog op terug. 3.2 Wijzigingen in de investeringsstromen naar China Ook als ontvanger van directe investeringen is sprake van een explosieve toename. China had in de grootste instroom van directe investeringen ter wereld ( Door deze instroom aan buitenlands investeringskapitaal is de invloed van buitenlandse bedrijven op de Chinese economie toegenomen. Ook dit kunnen we op meerdere manieren analyseren. Binnen het raamwerk van Dunning&Narula (het Investment Development Path model) zit China tussen fase twee en drie en dat betekent dat we een structurele verandering zien in de investeringsstromen. Steeds meer Chinese bedrijven baten hun eigendomsvoordelen uit op Westerse markten. Lokale bedrijven kunnen nu concurreren met de buitenlandse bedrijven en ze zoeken investeringsmogelijkheden in regio s die in de voorgaande of achterliggende fase van het IDP zitten. Er wordt met enige angst gekeken naar de ontwikkeling van de Chinese concurrentie. Tijdens de interviews in Shanghai, die ik de afgelopen maand samen met twee Nyenrode studenten heb uitgevoerd, hebben we dit sterk gemerkt: The competition from local competitors is increases enormously. Ten years ago there was hardly any competition. Today, the Chinese companies have learned a lot. The question is how long this advantage will last since more and more Chinese companies buy Western companies to compete on the global market as well. We zien sinds enkele jaren een toename van de uitgaande investeringen, terwijl de inkomende investeringen zich verplaatsen van gestandaardiseerde, low-tech productie en arbeidsintensieve productie naar kapitaal- en kennisintensieve industrieën. We zien ook een steeds grotere concentratie van langetermijn kapitaalstromen tussen China en de Aziatische regio. In 2003 was de FDI intensity binnen de Aziatische regio erg hoog en deze zal de aankomende jaren nog verder stijgen. Het vliegende ganzenmodel, zoals we dat eerder hebben besproken, is een partiele verklaring. Verschuivende comparatieve kostenvoordelen binnen de Aziatische regio vertalen zich in verlegging van directe investeringen. Dia 27 hier plaatsen In onderstaande figuur is de ontwikkeling te zien van het aandeel van buitenlandse bedrijven (inclusief Joint Ventures) in de totale export en import van China. In 2000 werd 50% van de Chinese internationale handel bepaald door multinationale ondernemingen en deze ontwikkeling lijkt zich na 2000 door te zetten. De rol van het buitenlandse bedrijfsleven in de Chinese economie wordt steeds groter. Dia 28 hier plaatsen Een andere manier om de invloed van buitenlandse bedrijven op de Chinese economie te meten is via de zogenaamde transnationaliteitsindex; een concept van de UNCTAD dat door Ebbers&Zhang in 2002 voor China is aangepast. Voor de berekening van deze transnationaliteitsindex hebben Ebbers&Zhang het ongewogen gemiddelde genomen van vijf ratio s: 20
Veranderende structuren in de wereldeconomie en China s economische integratie.de gevolgen voor het Nederlandse bedrijfsleven
Veranderende structuren in de wereldeconomie en China s economische integratie.de gevolgen voor het Nederlandse bedrijfsleven Prof. Dr. H.A. Ebbers www.pearsoneducation.nl/ebbers Globalisering: nadelig
Nadere informatieInternationale Handel. HOVO 2016 College 3 Dr. Hein Roelfsema
Internationale Handel HOVO 2016 College 3 Dr. Hein Roelfsema Het fenomeen van Hyper Globalisering Subramanian, A., & Kessler, M. (2013). The hyperglobalization of trade and its future. ..vooral in opkomende
Nadere informatie1 De onderneming in de wereldeconomie
1 De onderneming in de wereldeonomie Meerkeuzevragen 1.1 1.1 Globalisering is een proes a van wereldwijde eonomishe integratie door een sterke toename van de internationale handel en investeringen. b waarbij
Nadere informatieSamenvatting (Summary in Dutch)
Samenvatting (Summary in Dutch) Tot 1978 was China ondanks zijn grootte een geïsoleerd land. Daar kwam verandering in toen partijleider Mao Zedong werd opgevolgd door Deng Xiaoping en China haar economie
Nadere informatieKoopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn.
Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn. 1. De Wereldbank berichtte onlangs dat de Chinese economie binnen afzienbare tijd de grootste economie van
Nadere informatieBuitenlandse handel. Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010.
Buitenlandse handel Europese Schoolagenda De volgende pagina s zijn afkomstig uit de Europese Schoolagenda 2009/2010. Link naar editie 2008/2009 van de Europese Schoolagenda: www.ec.europa.eu/consumers/empowerment/cons_education_en.htm#diary
Nadere informatieStatistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012
Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren
Nadere informatieVoorbeeld-Examenvragen (+ Antwoorden) DEEL INTERNATIONALE HANDEL
Internationale Economie KU Leuven 2016-2017 Prof. Dr. Jan Van Hove Voorbeeld-Examenvragen (+ Antwoorden) DEEL INTERNATIONALE HANDEL Vraag 1: Handelseffecten van Migratie (50 % van het puntentotaal van
Nadere informatieDe Toekomst van Europa. Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema
De Toekomst van Europa Hovo 2017 College 6 (6 november) Dr. Hein Roelfsema Opzet van het college 1. Balans tussen huidige problemen en de theoretische lens. 2. Politieke economie van Europese integratie.
Nadere informatiePresentatie onderdirecteur Handel, Mw. Mr. H. Djosetiko voor de ASFA workshop op 20 oktober 2004. Lokatie: Ballroom Hotel Torarica
Presentatie onderdirecteur Handel, Mw. Mr. H. Djosetiko voor de ASFA workshop op 20 oktober 2004. Lokatie: Ballroom Hotel Torarica Voorzitter ASFA, dagvoorzitter Etc, Dames en heren,.. Goedemorgen, Met
Nadere informatieDe kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde
Boekverslag door H. 1034 woorden 15 februari 2007 6.6 80 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Hoofdstuk 2 het Noorden tegenover het Zuiden 2 Noord- Zuidverhoudingen 2.1 De kloof wordt
Nadere informatieHoofdstuk 4 Vragen 1. Hymer zag dat directe investeringen in clusters plaatsvonden en hij verklaarde dit door aspecten zoals de marktvorm, intensiteit van de concurrentie en economische macht. Hij probeerde
Nadere informatieEuropa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven
Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven America First! Wat is het potentiële banenverlies voor België en Europa? VIVES discussion paper
Nadere informatieExamen HAVO. Economie 1
Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed
Nadere informatieAantekening Aardrijkskunde Hoofdstuk 1: Globalisering
Aantekening Aardrijkskunde Hoofdstuk 1: Global Aantekening door F. 617 woorden 6 maart 2013 5,9 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Hoofdstuk 1: Wereldglobal 2,3 Global: Global verandert
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatieHoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model
Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide
Nadere informatieDe impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling
VIVES BRIEFING 2018/05 De impact van supersterbedrijven op de inkomensverdeling Relatief verlies, absolute winst voor werknemers Yannick Bormans KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen,
Nadere informatieEindexamen economie vwo II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een
Nadere informatie"De financiële sector is het probleem,
1 van 5 22-2-2019 07:44 sg.uu.nl "De financiële sector is het probleem, niet de oplossing" 6-8 minuten Investeren in een duurzamere wereld? Als het aan de aandeelhouders ligt, liever niet. Onderzoeker
Nadere informatieSamenvatting Economie Internationale Handel
Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 1611 woorden 9 september 2001 6,5 169 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland is erg
Nadere informatieFolkert Buiter 2 oktober 2015
1 Nuchter kijken naar feiten en trends van aardbevingen in Groningen. Een versneld stijgende lijn van het aantal en de kracht van aardbevingen in Groningen. Hoe je ook naar de feitelijke metingen van de
Nadere informatieUitnodiging Security Intelligence 2014 Dertiende editie: Corporate IAM
Uitnodiging Security Intelligence 2014 Dertiende editie: Corporate IAM 5 maart 2014 De Beukenhof Terweeweg 2-4 2341 CR Oegstgeest 071-517 31 88 Security Intelligence Bijeenkomst Corporate IAM On the Internet,
Nadere informatieBijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald
Bron: O. van Vliet (2017) Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald, Sociaal Bestek, nr. 6, pp. 58-59. Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald Olaf van Vliet Universiteit Leiden Voor veel
Nadere informatieProfit. Europa is een van s werelds meest welvarende regio s. en heeft een van de grootste interne markten. Deze
Profit Europa is een van s werelds meest welvarende regio s en heeft een van de grootste interne markten. Deze positie wordt echter bedreigd door de snelle opkomst van Azië, maar ook door het steeds groter
Nadere informatieOmarm de cloud. Een onderzoek naar de acceptatie van cloud computing onder Europese MKB s
Omarm de cloud Een onderzoek naar de acceptatie van cloud computing onder Europese MKB s Introductie Cloud computing symboliseert een grote verschuiving in de manier waarop ITdiensten worden geleverd binnen
Nadere informatie3.2 De omvang van de werkgelegenheid
3.2 De omvang van de werkgelegenheid Particuliere bedrijven en overheidsbedrijven nemen mensen in dienst. Collectieve sector = Semicollectieve sector = De overheden op landelijk, provinciaal en lokaal
Nadere informatieDe Staat van Nederland Innovatieland: een gouden ei? Walter Manshanden
De Staat van Nederland Innovatieland: een gouden ei? Walter Manshanden Van der Zee, F., W. Manshanden, F. Bekkers, T. van der Horst ea (2012). De Staat van Nederland Innovatieland 2012. Amsterdam: AUP
Nadere informatieTwee belangrijke aardrijkskunde vragen zijn waar komt iets voor? En waarom is het daar? Verklaring zoek je in interne factoren en externe factoren.
Samenvatting door Cristel 1008 woorden 26 juni 2016 7,1 3 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Het grensgebied tussen Mexico en de VS: Illegalen overschrijding van Mexicanen richting de verenigde staten.
Nadere informatieRethinking leadership and middle management
Rethinking leadership and middle management 17 October 2013 Prof. dr. Jesse Segers The Future Leadership Initiative @Segersjesse challenging thoughts about leadership. Ego-dominant ( macht ) Rationeel
Nadere informatieBuitenlandse investeringen maken de Nederlandse economie sterk
Buitenlandse investeringen maken de Nederlandse economie sterk Buitenlandse investeringen maken de Nederlandse economie sterk Investeringen door buitenlandse bedrijven hebben een belangrijke toe gevoegde
Nadere informatieWederom onrust op de beurs: hoe nu verder?
Wederom onrust op de beurs: hoe nu verder? Net als we vorig jaar meerdere keren hebben gezien, zijn de beurzen wederom bijzonder nerveus en vooral negatief. Op het moment van schrijven noteert de AEX 393
Nadere informatieGrootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland. Economie. Trainingsmateriaal. De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.
Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland Economie Trainingsmateriaal De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.nl Traininingsmateriaal Economie Lyceo-trainingsdag 2015 Jij staat op het
Nadere informatieDe impact van concurrentie op de productmix van exporteurs
VIVES BRIEFING 2016/09 De impact van concurrentie op de productmix van exporteurs Koen Breemersch KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, VIVES 1 DE IMPACT VAN CONCURRENTIE OP DE PRODUCTMIX
Nadere informatieNoordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004
Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004 Hoofdrapport Samenstelling: Dr. L. Broersma & Drs D. Stelder, Sectie Ruimtelijke Economie, FEW, RuG Prof. Dr. J. van Dijk, Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen,
Nadere informatieSocio-economic situation of long-term flexworkers
Socio-economic situation of long-term flexworkers CBS Microdatagebruikersmiddag The Hague, 16 May 2013 Siemen van der Werff www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525 1630 Discussion topics and conclusions
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 13 november 2015 Betreft Impact van TTIP op lage-inkomenslanden
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Onze Referentie Minbuza 2015.594488 Bijlage(n)
Nadere informatieAandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen
Rapport Aandeel MKB in buitenlandse handel en investeringen Drie afbakeningen van het MKB Oscar Lemmers Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Er waren geen
Nadere informatieGlobalisering 2.0: Europa in woelig vaarwater?
Globalisering 2.: Europa in woelig vaarwater? Jan Van Hove Chief Economist, KBC Groep NV Professor Internationale Economie, KU leuven 22 ste Maritiem Symposium 23 mei 218 KBC Economic Research Europa op
Nadere informatieHet Vijfkrachtenmodel van Porter
Het Vijfkrachtenmodel van Porter (een concurrentieanalyse en de mate van concurrentie binnen een bedrijfstak) 1 Het Vijfkrachtenmodel van Porter Het vijfkrachtenmodel is een strategisch model wat de aantrekkelijkheid
Nadere informatieBuitenlandse investeringen door het MKB
M00408 Buitenlandse investeringen door het MKB Toenemende investeringen in lagelonenlanden of op kousenvoeten naar buurlanden? Jolanda Hessels Maarten Overweel Zoetermeer, 13 oktober 004 Buitenlandse investeringen
Nadere informatieHoofdstuk 1 - Het noorden tegenover het Zuiden. 2 Noord-Zuidverhouding
Samenvatting door O. 1373 woorden 20 april 2013 6.9 9 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Hoofdstuk 1 - Het noorden tegenover het Zuiden 2 Noord-Zuidverhouding De kloof wordt breder Noord-Zuid
Nadere informatieAcademisch schrijven Inleiding
- In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze Algemene inleiding van het werkstuk In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze To answer this question,
Nadere informatieThe Netherlands of
The Netherlands of 2040 www.nl2040.nl 1 Tijden veranderen 2 Tijden veranderen 3 Nieuwe CPB scenario studie Vraag Waarmee verdienen we ons brood in 2040? Aanpak Scenario s, geven inzicht in onzekerheid
Nadere informatieDe bouwstenen van een geglobaliseerde economie
De bouwstenen van een geglobaliseerde economie BTC Informatiecyclus Lodewijk Smets (KUL, UA) Overzicht KISS: de gesloten economie economische kringloop met huishoudens en ondernemingen Arbeidsverdeling
Nadere informatieHoofdstuk 27 Landenrisico
Hoofdstuk 7 Landenrisico Open vragen 7. Het IMF verdeelt de wereldeconomie in industrielanden, opkomende industrielanden en ontwikkelingslanden. Binnen de opkomende industrielanden en ontwikkelingslanden
Nadere informatiebedrijfsfunctie Harm Cammel
Legal als geïntegreerde bedrijfsfunctie Harm Cammel Legal als Business functie Observatie 1. Door veranderende klantbehoefte verandert (een deel van) de Legal functie van ad hoc en vak gedreven naar continu
Nadere informatieUIT de arbeidsmarkt
Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid
Nadere informatieECONOMISCHE VERKENNINGEN METROPOOLREGIO AMSTERDAM Input voor een nieuwe MRA Agenda. Henri L.F. de Groot, Vrije Universiteit Amsterdam
ECONOMISCHE VERKENNINGEN METROPOOLREGIO AMSTERDAM 2018 Input voor een nieuwe MRA Agenda Henri L.F. de Groot, Vrije Universiteit Amsterdam Achtergrond Streven om EVMRA te benutten als basis voor evidence
Nadere informatieDEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F
DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be VERSLAG BEHEERSCOMITÉ VARKENS 19 SEPTEMBER 2018 ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Nadere informatieLAAT JE BEDRIJF GROEIEN DOOR HET INZETTEN VAN JE NETWERK!
LAAT JE BEDRIJF GROEIEN DOOR HET INZETTEN VAN JE NETWERK! In dit E-book leer je hoe je door het inzetten van je eigen netwerk je bedrijf kan laten groeien. WAAROM DIT E-BOOK? Veel ondernemers beginnen
Nadere informatieGeslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive
1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:
Nadere informatieEmotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.
Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities
Nadere informatie[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster
[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster! Hoofdzaken Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Hoofdzaken Ster SOCIALE VAARDIGHEDEN VERSLAVING DOELEN EN MOTIVATIE 10 9 8 10 9 8 7 6 4 3 2 1 7 6 4 3 2 1 10 9
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8
Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8 Samenvatting door V. 1226 woorden 30 oktober 2016 7,1 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Par. 1.2 Er zijn 2 manieren om
Nadere informatie1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur
Samenvatting door een scholier 1067 woorden 13 juli 2001 4 44 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting:Internationale Handel Hoofdstuk 1: ****Nederland Handelsland**** 1.1 Export/Import: de waarde van
Nadere informatieVerder in Fusie & Overnames
Verder in Fusie & Overnames (Mid size en familiebedrijven) Datum: december 2009 Plaats: Zeewolde Door: Triple Play Keynote speaker: Mr. Pieter J.H. Mensink MBA Verbonden door vertrouwen; groeien door samenhang
Nadere informatieVan BBP naar naar NBP Wat houdt ons tegen?
Van BBP naar naar NBP Wat houdt ons tegen? Paul Teule 7 juni 2018 (p.r.teule@uva.nl) Het komende uur: Kritiek op het Bruto Binnenlands Product Waarom geen Groen Netto Binnenlands Product? Probleem 1a:
Nadere informatieLandbouw richting 2020
A Landbouw richting 2020 Bert-Jan Aling Rabobank Nederland Sectormanager Food & Agri Financieringsvolume 1996-2009 30,0 28,1 30,1 28,0 26,0 23,4 25,8 24,0 22 22,2 22,0 19,7 20,5 20,0 18,2 19 18,0 17,1
Nadere informatieDe groei voorbij. Jaap van Duijn september 2007
De groei voorbij Jaap van Duijn september 2007 1 Een welvaartsexplosie Na WO II is de welvaart meer gestegen dan in de 300 jaar daarvoor Oorzaken: inhaalslag, technologische verandering en bevolkingsgroei
Nadere informatieInvloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur
Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen
Nadere informatieHardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde
Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Kennisbericht over een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift: Hardell L, Carlberg M, Söderqvist F, Hansson Mild K, Meta-analysis of long-term
Nadere informatieGlobalisering en gender: privatisering en liberalisering van handel in diensten onder GATS
Globalisering en gender: privatisering en liberalisering van handel in diensten onder GATS door Myriam Vander Stichele (SOMO) Presentatie voor het Belgisch Sociaal Forum Brussel, 21 september 2002 1. Privatisering
Nadere informatieDe Nederlandse concurrentiepositie in de internationale dienstenhandel
De Nederlandse concurrentiepositie in de internationale handel De Nederlandse architect die gebouwen ontwerpt in Frankrijk en Portugal is net zoals de Bulgaarse datatypist die vanuit Sofia werkt voor een
Nadere informatieExamen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatieMACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD
pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn
Nadere informatieOnderneming en omgeving - Economisch gereedschap
Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap 1 Rekenen met procenten, basispunten en procentpunten... 1 2 Werken met indexcijfers... 3 3 Grafieken maken en lezen... 5 4a Tweedegraads functie: de parabool...
Nadere informatieNaar gezonde financiële verhoudingen en vertrouwen
Naar gezonde financiële verhoudingen en vertrouwen Geen renteniersland maar een vermogende toekomst Arnoud W. A. Boot Universiteit van Amsterdam Utrecht, Grip op je vermogen, 24 april 2015 Zijn economen
Nadere informatieInternationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: 25-2-2013. Waar komt het vandaan?
Internationale handel H7 1 Waar komt het vandaan? Economie voor het vmbo (tot 8,35 m.) Internationale handel Importeren = invoeren (betalen) Exporteren = uitvoeren (verdienen) Waarom importeren: Meer keuze
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo I
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 nivellering 38,2 : 9,6 = 3,98 : 1 2 maximumscore
Nadere informatieDatum 4 mei 2017 Betreft Beantwoording vragen van het lid Becker (VVD) over een Amerikaans onderzoek naar staalimporten/staaldumping
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 4 mei 2017 Betreft Beantwoording
Nadere informatieKiezen Theorieles 1 1 Schriftelijke toets
A. LEER EN TOETSPLAN Onderwerp: Kiezen Kerndoel(en): 40 De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties 46 De leerling leert in de eigen omgeving effecten te herkennen
Nadere informatieDe Watersector Exportindex (WEX)
De Watersector Exportindex (WEX) prognose 2006 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid
Nadere informatieWerkloosheid in : stromen en duren
Werkloosheid in 24 211: stromen en duren Wendy Smits, Harry Bierings en Robert de Vries Als het aantal mensen dat werkloos wordt groter is dan het aantal werklozen dat er in slaagt weer aan het werk te
Nadere informatieBuilding the next economy met Blockchain en real estate. Lelystad Airport, 2 november 2017 BT Event
Building the next economy met Blockchain en real estate Lelystad Airport, 2 november 2017 Blockchain en real estate Programma Wat is blockchain en waarvoor wordt het gebruikt? BlockchaininRealEstate Blockchain
Nadere informatieMeer of Minder Turkije. Hasselt 9 october 2014/Voka Stijn Skondras Michel Decat
Meer of Minder Turkije Hasselt 9 october 2014/Voka Stijn Skondras Michel Decat Inhoud De Perceptie op Turkije is fout. 1O goede redenen om te investeren in Turkije. Voor je zaken begint te doen. Contracten
Nadere informatieUIT arbeidsdeling
Arbeidsdeling Het streven van de mens is om zijn welvaart te laten toenemen. Meer welvaart is te bereiken door een hogere productie. Een hogere productie kun je op verschillende manieren bereiken. Een
Nadere informatie(Big) Data in het sociaal domein
(Big) Data in het sociaal domein Congres Sociaal: sturen op gemeentelijke ambities 03-11-2016 Even voorstellen Laudy Konings Lkonings@deloitte.nl 06 1100 3917 Romain Dohmen rdohmen@deloitte.nl 06 2078
Nadere informatieEvalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek
Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2
Nadere informatieSamenvatting Twente Index 2016
Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil
Nadere informatieImpact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven
Impact en disseminatie Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven Wie is wie? Voorstel rondje Wat hoop je te leren? Heb je iets te delen? Wat zegt de Programma Gids? WHAT DO IMPACT AND SUSTAINABILITY MEAN? Impact
Nadere informatieInternationale varkensvleesmarkt 2012-2013
Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt
Nadere informatieLandenanalyse H4. Week 1 Landenrisico
Landenanalyse H4 Week 1 Landenrisico Risico s en problemen die verbonden zijn met het exporteren naar het buitenland - Importbelemmeringen (als bijvoorbeeld de handelsbalans een groot tekort vertoont)
Nadere informatieKeuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie
1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011
Nadere informatieToelichting CPB-onderzoek opbrengsten introductie euro Voor de minister van Economische Zaken
CPB Notitie 21 mei 2014 Toelichting CPB-onderzoek opbrengsten introductie euro Voor de minister van Economische Zaken CPB Notitie Aan: De minister van Economische Zaken Centraal Planbureau Van Stolkweg
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2008-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vergemakkelijken van het ontslaan
Nadere informatieCare IS klantbijeenkomst. Hotel Van der Valk oktober 2015
Care IS klantbijeenkomst Hotel Van der Valk oktober 2015 Welkom Wij heten u van harte welkom in Van der Valk Hotel 2 Programma 19.00 uur Ontvangst 19.30 uur Opening 19.40 uur Chinese groeivertraging 20.00
Nadere informatieSuriname: een potentiële outsourcing
Suriname: een potentiële outsourcing en offshoring bestemming Business process outsourcing in de financiële sector 27 October 2009, Banquet Hall Hotel Torarica Drs. J.D. Bousaid, CEO Hakrinbank N.V. Overzicht
Nadere informatieArbeidskosten per eenheid product
Arbeidskosten per eenheid product CPB Achtergronddocument, behorend bij: MEV 2012 September 2011 Martin Mellens CPB Memo Aan: Belangstellenden Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM
Nadere informatieThe influence of team diversity inside and outside the team on the level of ambidexterity
The influence of team diversity inside and outside the team on the level of ambidexterity Synopsis onderszoeksplan Afstudeerscriptie Strategisch Management, faculteit Bedrijfskunde, Wendy Poppelaars -
Nadere informatieExamen VWO. Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl)
Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn maximaal 93 punten te
Nadere informatieSamenvatting. 1. Wat houdt het begrip internationale samenwerking in?
Aanleiding voor het onderzoek Samenvatting In de 21 ste eeuw is de invloed van ruimtevaartactiviteiten op de wereldgemeenschap, economie, cultuur, milieu, etcetera steeds groter geworden. Ieder land dient
Nadere informatieThe Netherlands of 2040. www.nl2040.nl
The Netherlands of 2040 www.nl2040.nl 1 Tijden veranderen 2 Tijden veranderen 3 Nieuwe CPB scenario studie Vraag Waarmee verdienen we ons brood in 2040? Aanpak Scenario s, geven inzicht in onzekerheid
Nadere informatieDe Wereldeconomie van Morgen: Op Zoek naar Groei
De Wereldeconomie van Morgen: Op Zoek naar Groei Jan Van Hove Chief Economist, KBC Group NV Bolero Tips & Trends 2016 10 september 2016 Globalization presumes sustained economic growth. Otherwise, the
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1718 Vragen van de leden
Nadere informatieConjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland
Conjunctuur enquête Technologische Industrie Nederland Gunstig beeld met internationale onzekerheden Het CBS kopt donderdag 16 februari dat het ondernemersvertrouwen in Nederland nog nooit op zo n hoog
Nadere informatieCreatieve Kansen, Grenzeloos Innoveren 21-10-2008
Creatieve Kansen, Grenzeloos Innoveren 21-10-2008 Inhoud Productontwikkelingomgeving Waar zijn we goed in? Producten pakket en product beleid. Strategische opties Innovatie? Product innoveren Synthem Philips
Nadere informatieRisico s van Technologisch Succes in digitale transformatie S T R A T E G I C A D V I S O R
Risico s van Technologisch Succes in digitale transformatie 2e Risk Event 2019 11 april 2019 The S T R A T E G I C A D V I S O R Ymanagement school of the autonomous University of Antwerp 2 Prof. dr. Hans
Nadere informatieHet Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.
Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine
Nadere informatie