Visie document Regionale TrainingsCentra KNRB

Transcriptie

1 Visie document Regionale TrainingsCentra KNRB Inleiding TopRoeien in Nederland heeft een rijk en trots verleden en een indrukwekkende staat van dienst. Meer dan 100 "blikken" werden er door Nederlanders door de jaren heen getrokken op Olympische Spelen en Wereld Kampioenschappen. Op de Olympische medailleranglijst aller tijden voor het roeien bekleedt Nederland met 6 gouden medailles een 12 de positie. Wij vinden roeien een fantastische sport. Roeien is puur, eerlijk, gezond en teamwork. De waarden van waaruit wij denken en ook grensverleggende topsport willen bedrijven zijn plezier, groei/ontwikkeling, vertrouwen, hard werken en team/samen. De Nederlandse roeiwereld heeft een mooie en positieve ambitie. Nederland wil structureel tot de mondiale Top 5 van roeinaties behoren (KNRB Meerjarenplan ). Zo levert het Nederlandse roeien, als focussport van NOC*NSF, ook een gedegen bijdrage aan de Top 10-ambitie van Nederland als sportland en kan roeien uitgroeien tot nationale sport. Bovenal is die ambitie om het beste uit jezelf te halen, het beste uit elkaar te halen, en daarmee bij te dragen aan onze nationale trots, uitstraling, internationaal prestige, een goed gevoel, de populariteit van het roeien, de publieke interesse in het roeien en aan ieders persoonlijke ontwikkeling. TopRoeienNL wil dat mogelijk maken, stimuleren en regisseren. Wij zijn met elkaar op weg om van Nederland een groot roeiland te maken. Met aansprekende topprestaties laat de huidige generatie toproeiers en toproeisters onder begeleiding van topcoaches hun dromen werkelijkheid worden. Tegelijkertijd laten zij daarmee zien dat die mogelijkheid voor ieder die dat echt wil, om zelf te roeien of daarbij op de een of andere manier betrokken te zijn op het water of op de wal in Nederland goed aanwezig is. In het Aegon Nationaal RoeiTeam (ANRT) van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond (KNRB) werken de beste roeiers en roeisters van Nederland samen, coach gestuurd, om uiteindelijk op WK en OS topprestaties te leveren. Het ANRT is het vlaggenschip van het Nederlandse roeien. Wij trainen, coachen, stellen ploegen samen en bouwen daarmee ieder jaar aan de sterkste teams van ploegen die Nederland vertegenwoordigen tijdens internationale wedstrijden bij de junioren, onder 23 en de mondiale top. Roeien gebeurt bij de roeiverenigingen, die (vaak) samenwerken met gemeenten, scholen en universiteiten en met elkaar. Nederland is een goed georganiseerd roeiland. Met bijna 120 sterke roeiverenigingen, die samen zo'n leden hebben, is Nederland naar aantal georganiseerde roeiers al het derde roeiland van de wereld! Hard werkende en ambitieuze roeiers en roeisters laten zichzelf bij de roeiverenigingen zien op trainingen en wedstrijden en worden herkend, opgespoord en begeleid door de roeicoaches van de verenigingen. Daarna is de volgende stap de training en opleiding op de door de KNRB erkende Regionale TrainingsCentra Roeien (RTC s Roeien). Hier worden de goede roeiers en roeisters van de vereniging nog beter gemaakt. Vervolgens worden de betere roeiers "best" op het Olympisch TrainingsCentrum van de KNRB aan de Bosbaan in Amsterdam, het "home of the champions". Doel regionale talentontwikkeling roeien Talentontwikkeling is speerpunt van het Topsportbeleid van de KNRB. Er wordt gezocht naar sportmensen die én de (A)mbitie hebben om de top te bereiken, én (B)ereid zijn daarvoor hard te willen trainen én het (C)ommitment laten zien én daar ook alles voor over hebben. Deze mensen worden gestimuleerd en in staat gesteld hun talenten ook daadwerkelijk te ontplooien en hun droom te realiseren. Het uiteindelijke doel van talentontwikkeling is het opleiden van individuele talenten tot internationale toproeiers. Regionale talentontwikkeling richt zich daarbij op het ontwikkelen van een trainings- en wedstrijdprogramma onder regie van de KNRB, dicht bij de roeiers, dicht bij de verenigingen, in samenwerking met gemeenten, provincie, scholen en universiteiten, waarbij gebruik gemaakt wordt van de beste begeleiding, faciliteiten en voorzieningen voor talenten. VISIEDOCUMENT REGIONALE TRAININGSCENTRA 1

2 Rol KNRB in regionale talentontwikkeling De KNRB heeft een regierol als het gaat om de landelijke organisatie van talentontwikkeling in het roeien. De KNRB ontwikkelt, begeleidt en voert programma s uit die het opsporen en begeleiden van Beloften en het opleiden van Talenten tot TopRoeier ondersteunen. Bolwerken van inspiratie en prikkeling De KNRB centraliseert topsport op de Bosbaan in samenwerking met VWS, NOC*NSF, de Lotto, het Centrum voor Topsport en Onderwijs Amsterdam, de Vrije Universiteit, de Hoge School van Amsterdam en de sponsors, partners en suppliers van de KNRB. Regionale Talentontwikkeling vindt evenzo plaats in de Regionale TrainingsCentra. Het centraliseren van topsport en talentontwikkeling zorgt ervoor dat de beste roeiers met elkaar kunnen trainen met de beste coaches en de beste specialisten in een structuur die rijk is aan trainingsprikkels, daarmee inspireert en motiveert en ook voldoet aan de internationale benchmark. Het decentraliseren van talentontwikkeling in Regionale TrainingsCentra heeft verdere voordelen: - Kennisdeling: verenigingen onderling en van nationaal naar lokaal. - Centralisatie afspraken en samenwerking onderwijspartners uit de hele onderwijskolom. - Inzet van diverse specialisten (fysieke training, prestatiediagnostiek, voeding, mentale begeleiding, (para) medici, maatschappelijke begeleiding etc.) volgens gestandaardiseerde kwaliteit en procedures. - Bundeling van voorzieningen: accommodatie, materiaal, specialisten, etc. - Grootschalige uitstraling TopRoeicultuur. - Administratieve en financiële efficiëntie Wat is een RTC Roeien? Een RTC is een regionaal trainingscentrum waar met goedkeuring van de KNRB individuele talentontwikkeling - maatwerk - centraal staat. In het roeien is een RTC doorgaans een samenwerkingsverband van verenigingen en een aantal belanghebbenden zoals: universiteiten en andere onderwijsinstellingen, (boven)lokale sportorganisaties, gemeenten, provincies en sponsoren. Een RTC heeft een zelfstandige organisatie onder regie van de KNRB. Meestal is het RTC ondergebracht in een stichting. De organisatie heeft een Bestuur, soms een Raad van Toezicht en altijd een professionele door de KNRB goedgekeurde coach, bij voorkeur op basis van 1,0 fte. Er zijn een aantal randvoorwaarden die vanuit het RTC georganiseerd worden voor door de KNRB en het RTC benoemde roeitalenten. Roei(st)er centraal, coach gestuurd, prestatiegericht! In de programma s van de KNRB is een sterke nadruk op de ontwikkeling van talenten tot topsporters. De samenwerking van coach en roeier is daarin cruciaal. Een coach stuurt het programma, maar de sporter staat centraal, altijd prestatiegericht. Wanneer één van de drie ontbreekt is het doen van een programma niet zinvol. Wanneer is een RTC succesvol? Een RTC is succesvol als het goed opgeleide roeiers aflevert aan het Aegon Nationaal Roeiteam. Sporters die het vak van topsporter beheersen en zich in de systematiek van het centrale topsportprogramma gemakkelijk verder kunnen ontplooien. Het gaat niet alleen om kwantiteit, maar juist ook om kwaliteit van de roeiers. Het gaat niet om het presteren nu, maar om de medaillekans in de toekomst. Het gaat niet om het formeren van boten, maar om de ontwikkeling van de individuele roeier. Deelname aan toernooien zoals het WK Junioren en de WK U23 is niet bepalend voor de mate van succes van een RTC. VISIEDOCUMENT REGIONALE TRAININGSCENTRA 2

3 Algemene aandachtspunten regionale en nationale talentontwikkeling Regionale TrainingsCentra kunnen in samenwerking met de KNRB bijdragen aan verbeteringen die als aandachtspunt worden gekenmerkt. Verbeteren van de doorstroom van Talent naar Topsporter In de fase waarin de omvang van training- en wedstrijdprogramma s sterk toe moet nemen om de aansluiting op het internationale niveau te krijgen of te behouden, zorgt een aantal factoren uiteindelijk voor uitval van een deel van de talenten. Voorbeelden hiervan zijn de combinatie sport en studie, het gebrek aan goede en beschikbare trainingsfaciliteiten, de toenemende reistijden, beschikbaarheid van voorzieningen, begeleiding voor stagnerende prestatieontwikkeling en overbelasting en blessures. Zij vormen belangrijke randvoorwaarden voor het opleidingsprogramma van het sporttalent. Opstellen Meerjaren Opleidingsprogramma Roeien Op jonge sporters worden nog te vaak de trainingsplanning en wedstrijdprogramma s van senioren toegepast. Ook domineren nu nog de verschillen in kalenderleeftijd en biologische leeftijd te vaak de uitkomst van training- en wedstrijdprogramma s en selectiesystemen. Opleidingsprogramma s met voldoende trainingsuren realiseren Uit onderzoek blijkt dat de norm voor een opleiding tot topsporter bestaat uit ongeveer trainingsuren gedurende een periode van 10 jaar. Deze norm wordt door Nederlandse talenten niet gehaald waardoor de trainingsarbeid op latere leeftijd ingehaald moet worden. De kritische of gevoelige periode voor versnelde ontwikkeling van jonge sporters wordt hierdoor echter onvoldoende benut. Dat betekent ook dat de huidige nadruk op wedstrijden moet worden verminderd ten gunste van trainingen. Gespecialiseerde coaches voor talenten De beste coaches trainen bij de senioren en talentcoaches stromen snel door of haken snel af om maatschappelijke redenen. Een stabiele beroepsgroep van gespecialiseerde talentcoaches kan het rendement van de talentopleidingen sterk verhogen. Locaties met opleidingsprogramma s en faciliteiten bundelen Hoogwaardige accommodaties met volledige beschikbaarheid, woongelegenheid, opleidingsfaciliteiten en andere voorzieningen op geringe onderlinge afstand (fietsafstand) zijn nodig om de omvangrijkere programma s op verantwoorde wijze te realiseren. Gelijke faciliteiten talenten en topsporters Voor de talenten in de hogere opleidingsfasen moeten dezelfde programma s en faciliteiten beschikbaar zijn als voor de topsporters op internationaal niveau: wedstrijden op hoog niveau, sparringpartners, sportmedische en sportwetenschappelijke begeleiding, accommodaties enzovoort. Verbeterde sturingsmogelijkheden van de KNRB op regionale en lokale initiatieven Nog te vaak heeft de KNRB geen invloed op de kwaliteit van lokale initiatieven. Ook de continuïteit en stabiliteit van de initiatieven is een groot knelpunt. Rol KNRB rond Regionale Trainingscentra De KNRB benoemt een RTC en toetst in hoeverre een RTC voldoet aan het beleid van de KNRB. De KNRB heeft ten aanzien van een RTC een regierol. De KNRB neemt daarom bij voorkeur geen zitting in de RTC organisatie, zoals in het bestuur of in de Raad van Toezicht. Daarnaast steunt en begeleidt de KNRB de centra actief bij beleidsvorming en uitvoering. Jaarlijks evalueren de KNRB en het RTC de samenwerking. Vanuit de KNRB zijn de volgende functies bij een RTC betrokken: 1. Technisch Directeur: ondersteuning van de organisatiestructuur, begeleiden van RTC bestuur. 2. Bondscoach Talentontwikkeling: monitoren van talentontwikkeling, begeleiden van talentcoaches RTC (aansturing van het trainingstechnisch programma). 3. Bondscoaches Aegon Nationaal Roeiteam: met betrekking tot bepaalde secties (vb vrouwen/mannen, licht/zwaar) en n.a.v. input van bondscoach talentontwikkeling. 4. Specialisten van het Aegon Nationaal Roeiteam (ANRT): krachttrainers, fysiologen, VISIEDOCUMENT REGIONALE TRAININGSCENTRA 3

4 bondsarts, etc. kunnen bijeenkomsten organiseren of projecten lanceren voor kennisvermeerdering en ten einde de RTC s landelijk in lijn te brengen en op te lijnen met de werkwijze van het ANRT. 5. Coördinator Opleidingen: inzet voor opleiding van talentcoaches en andere coaches die in het RTC functioneren. 6. Aanspreekpunten KNRB: a. sporttechnisch: bondscoaches talentontwikkeling b. beleid, organisatie, financiën: technisch directeur Contactmomenten RTC s en KNRB Jaarlijks zijn er drie RTC coach overleggen waarbij vanuit de KNRB minimaal de technisch directeur en/of de bondscoaches talentontwikkeling aanwezig zijn. Jaarlijks vinden twee overleggen plaats samen de RTC Besturen waarbij de technisch directeur en/of de commissaris TopRoeien aanwezig zijn. Deze overleggen worden door de KNRB georganiseerd. Coachmeetings - maart (na Head) --> evaluatie winter, vooruitzicht seizoen - juni --> jaarplanning komend seizoen - eind oktober --> planning winter Bestuur meetings - mei --> voortgang en komend seizoen, middellange termijn - okt / november --> evaluatie afgelopen seizoen, en financiële planning Talentvolgsysteem De KNRB stelt voor RTC s een digitaal talentvolgsysteem beschikbaar (ICT-oplossing, SporterOnline) waarbinnen op gestandaardiseerde wijze de ontwikkeling van talenten door coaches gevolgd kan worden. Verenigingen worden aangemoedigd om tegen gereduceerd tarief ook het pakket aan te schaffen, waardoor de gehele loopbaan van beginner tot topper vroegtijdig en langdurig in beeld komt. Sporttechnisch jaarprogramma De KNRB stelt een jaarprogramma voor als leidraad voor vorming van het sporttechnische plan van de RTC's. Het plan bevat o.a. de seizoenperiodisering, testmomenten, selectiecriteria en de beoogde deelname aan (internationale) roeiwedstrijden. Het plan wordt definitief na evaluatie van het roeiseizoen en vaststelling van de budgettaire mogelijkheden voor het volgende roeiseizoen (november). In concept zal het plan vóór 1 september van elk jaar beschikbaar worden gesteld aan de RTC besturen en talentcoaches. Financiële ondersteuning Binnen het topsportbudget van de KNRB zal jaarlijks een voorziening voor talentontwikkeling worden opgenomen die kan worden aangewend om ontwikkeldoelen van RTC's (bv. ontwikkeling van individuele talenten, of deelname aan buitenlandse wedstrijden) te ondersteunen. Het programma-budget wordt beheerd door de bondscoaches talentontwikkeling, onder verantwoordelijkheid van de technisch directeur van de KNRB. In de bijlage bij deze visie worden de criteria voor financiële ondersteuning van RTC s door de KNRB nader uiteen gezet. VISIEDOCUMENT REGIONALE TRAININGSCENTRA 4

5 Richtlijnen Regionale TrainingsCentra De richtlijnen van NOC*NSF voor een RTC vormen een uitgangspunt voor de KNRB en een RTC voor verdere ontwikkeling: 1. De nationale sportbond is aanspreekbaar op de kwaliteit en het resultaat van het programma; 2. het programma voldoet aan de eisen uit het Meerjaren Opleidingsplan van de KNRB; 3. de sporttechnische trainer/coach wordt benoemd door de sportbond en voert het beleid en programma van de bond uit. Een RTC Roeien kan op voordracht van de KNRB door NOC*NSF gecertificeerd worden als bovenstaande uitgangspunten worden gegarandeerd en indien aan onderstaande criteria wordt voldaan. a. RTC organisatie criteria Het RTC is zo georganiseerd dat de dagelijkse gang van zaken goed verloopt en er een reële kans is op continuïteit gedurende de duur van een meerjarenplan ( ). 1. Zelfstandige bestuurlijke organisatie (Stichting); 2. strategisch plan tot en met 2016; 3. gedetailleerd activiteitenplan op jaarbasis; 4. winsten volledig investeren in het versterken van de regionale talentontwikkeling (stichting zonder winstoogmerk); 5. vastleggen van structuren (onderdeling, afdelingen en functies) en processen (informatiestromen, communicatielijnen en samenwerking); 6. één (professionele) eindverantwoordelijke voor de operationele leiding en één aanspreekpunt; 7. de organisatie is functioneel ingericht. Dat wil zeggen dat alle bestuurlijke taken zijn gericht op het bereiken van de sportieve doelstelling talentontwikkeling het creëren van continuïteit en het borgen van kwaliteit in de begeleiding. b. RTC infrastructuur criteria Het RTC heeft de infrastructuur zo georganiseerd dat de sporters voor het trainingsprogramma weinig reistijd hebben, ongeacht het type vervoer. 1. trainingsaccommodaties bevinden zich allemaal binnen het geografisch dekkingsgebied van het RTC. Reistijden worden zoveel mogelijk beperkt. 2. reistijd tussen trainingslocatie en onderwijsinstelling wordt zoveel mogelijk beperkt, indien mogelijk worden er transportoplossingen aangeboden. 3. reistijd tussen trainingslocatie en woonruimte wordt beperkt, zo nodig wordt met atleten gezocht naar oplossingen. 4. reistijd tussen trainingslocatie en het sportmedisch centrum wordt zoveel mogelijk beperkt. 5. er is een goede openbaar vervoer mogelijkheid tussen alle locaties. c. Trainingsaccommodatie 1. De KNRB heeft de accommodatie goedgekeurd op grond van kwantitatieve en kwalitatieve gronden en de (inter)nationale benchmark. 2. Er is een krachtruimte in de nabijheid van de trainingslocatie. 3. Er is een ruimte voor ergometertrainingen in de nabijheid van de trainingslocatie. 4. Er is een werkplek voor de talentcoach(es) en er is ruimte voor teambesprekingen. 5. Er zijn voldoende boten om te voldoen aan het ontwikkelen van individueel talent. VISIEDOCUMENT REGIONALE TRAININGSCENTRA 5

6 d. Studie Het RTC biedt de mogelijkheid tot het volgen van onderwijs dat goed aansluit bij het training- en wedstrijdprogramma van de betreffende sportbond. 1. Sporters kunnen een opleiding volgen die aansluit bij het training- en wedstrijdprogramma. 2. Het training- en wedstrijdprogramma van de roeier is leidend en het onderwijsprogramma wordt daar waar mogelijk en noodzakelijk aangepast. 3. Het RTC kan een studiecoördinator inzetten die samenwerkt met coördinatoren van onderwijsinstellingen. 4. Een RTC kan studiebegeleiding aanbieden en kan daarvoor bij de roeibond richtlijnen ontvangen die in overeenstemming zijn met NOC*NSF normen. 5. Een RTC heeft in elk geval ruimte(s) om te studeren voor individueel en/of gemeenschappelijk gebruik. e. Wonen Het RTC kan bemiddelen in woonruimte daar waar nodig en/of verwijst daarvoor naar Olympische Netwerken. 1. Er wordt woonruimte direct aangeboden of er wordt bemiddeld. 2. Er kunnen woonruimtes ontstaan waarin ook gemeenschappelijke ruimtes zijn opgenomen. 3. In sommige gevallen kunnen maaltijden aan sporters worden aangeboden (ontbijt, lunch, diner). f. (Para)medisch 1. Het RTC werkt samen met een (liefst SCAS geaccrediteerd) sportmedisch centrum dat de beschikking heeft over een sportarts, manueel therapeut en fysiotherapeut. 2. Het RTC of SMC werkt samen met één of meerdere ziekenhuizen zodat alle relevante vormen van specialistische zorg binnen 24/48 uur beschikbaar zijn. 3. Het RTC/SMC werkt samen met één of meerdere huisartsen/tandartsen zodat roeiers op afroep deze zorg kunnen gebruiken. 4. Het RTC/SMC kent behandelruimten voor sportmedische begeleiding van de sporters. g. Begeleiding 1. Een RTC coördineert de begeleiding door te beschikken over: 1 coördinator, 1 overlegvorm en 1 database. 2. Een RTC biedt al dan niet in samenwerking met derden zoals een Olympisch Netwerk sociaal-maatschappelijke begeleiding. 3. Het RTC biedt prestatiediagnostiek die voldoet aan de kwalitatieve en kwantitatieve eisen van de KNRB. 4. Het RTC maakt gebruik van (sport) diëtisten van de NVSD (Nederlandse Vereniging voor Sport Diëtiek). 5. Het RTC maakt gebruik van sportpsychologen die zijn aangesloten bij de Nederlandse Vereniging voor Sportpsychologen (VSPN). VISIEDOCUMENT REGIONALE TRAININGSCENTRA 6

7 Subsidiecriteria RTC s Als RTC s de hierboven beschreven functies beogen te vervullen, en toegevoegde waarde willen leveren ten opzichte van de bestaande verenigingsstructuur, dan zijn daarvoor aanzienlijke extra middelen nodig. Eén fulltime talentcoach, wat als minimum gezien wordt, en de beschreven trainingsfaciliteiten en ondersteuning vragen een jaarlijks budget (in cash) van k. Daarnaast zijn aanzienlijke (in natura) bijdragen nodig van de betrokken verenigingen (materiaal, accommodatie, transport, vrijwilligersuren voor coaching, coördinatie, en afstemming, ed.), waarmee het totaal benodigde jaarlijkse exploitatiebudget al snel richting de 250k gaat. De KNRB heeft niet de middelen om RTC s volledig te financieren. RTC s zijn ontstaan uit regionale initiatieven, waarbij in een aantal situaties is gebleken dat regionale sponsoren gevonden konden worden om de exploitatie mogelijk te maken. De KNRB juicht dit uiteraard toe, omdat daarmee voor de roei(top)sport als geheel meer middelen beschikbaar komen en regionale sterkten en bronnen aangesproken kunnen worden waartoe de KNRB zelfstandig niet zonder meer toegang zou hebben. De KNRB voert een regierol over de RTC s, zoals hiervoor beschreven, en kan een RTC dat aan de beschreven kwaliteitseisen voldoet certificeren. Deze rol en certificering is van groot belang, omdat subsidieverlening door regionale sponsoren (HBO/universiteiten, gemeenten, regionale topsportorganisaties, ed.) deze rol en certificering doorgaans als eis stellen. De KNRB verstrekt(e) in 2013 en 2014 aan elk van de 5 RTC s een gelijke subsidie van 10k. Deze subsidie was en is bedoeld om de oprichting van de RTC s in het land mogelijk te maken en als startbijdrage richting andere sponsoren. Andere sponsoren zien deze bijdrage als een teken van commitment van de zijde van de KNRB, en als zekerstelling van een duurzame ondersteuning door de bond. De financiële ondersteuning door de KNRB is echter nadrukkelijk niet bedoeld om RTC s in de lucht te houden als andere bronnen die nodig zijn om een RTC aan de gewenste kritische massa te helpen ontbreken. Dergelijke RTC s zullen ook niet kunnen voldoen aan de, mede door NOC*NSF gestelde, eisen en komen daarmee niet in aanmerking voor certificering. Hiermee vervalt in feite hun bestaansrecht. Het beschikken over een landelijk dekkend netwerk van roei-rtc s is voor de KNRB geen doel op zich en is alleen op grond van het criterium reisafstand al vrijwel niet te realiseren. RTC s zullen zich daar ontwikkelen waar een cluster van samenwerkende verenigingen dit logistiek mogelijk maakt, en waar voldoende regionale sponsoren gevonden kunnen worden om een RTC financieel te kunnen exploiteren. Als RTC s eenmaal functioneren zullen zij omgekeerd als magneet gaan werken voor roeitalent, dat weet dat daar goede faciliteiten aanwezig zijn. Dat werkt in andere sporten ook zo, en is voor een aantal universiteiten zelfs een belangrijke reden om hun RTC financieel te ondersteunen. De atleten komen dan op de RTC s af, in plaats dat RTC s alle plekken zouden moeten afdekken waar zich talenten kunnen bevinden. Naast RTC s blijven overigens ook altijd nog sterke verenigingen bestaan die zelfstandig talent kunnen voortbrengen. Hoofdcriteria De KNRB hanteert de volgende overwegingen bij het bepalen of een RTC door de bond financieel ondersteund wordt. Daarbij gelden 2 hoofdcriteria: 1. Het RTC levert in kwalitatieve en kwantitatieve zin de bijdrage aan talentontwikkeling in het Nederlandse roeien zoals beoogd. 2. Een financiële bijdrage van de bond levert een substantiële hefboom op naar andere sponsoren in de omgeving van het RTC, en het RTC kan vervolgens zelf een substantiële bijdrage leveren aan het talentprogramma. VISIEDOCUMENT REGIONALE TRAININGSCENTRA 7

8 1. Prestatiecriteria RTC s De KNRB hanteert voor RTC s de volgende 4 prestatiecriteria: Criterium 1. Voortbrengen toptalenten die in kunnen stromen in het nationale programma (ANRT) 2. Deelname aan vertegenwoordigende ploegen. Op: -Coupe -WJK-U19 -WK-U23 -EUCR -FISU WK -Universiade Incidenteel -JOS -EJK-U19 -EJK-U23 3. Ontwikkeling coach-kader Toelichting en Benchmark Het nationale programma kan maximaal 60 toproei(st)ers faciliteren. Meer is in principe ook niet nodig om alle Olympische boottypen te kunnen bemensen. Bij een verwacht jaarlijks verloop door uittreden, blessures of prestatieverlies ontstaat er jaarlijks een ruimte van 6-9 atleten (10-15%) voor nieuwe instroom, verdeeld over heren, dames, zwaar en licht. Als een RTC jaarlijks 1-2 van deze toptalenten levert dan voldoet het RTC aan dit criterium. Dit zijn de internationale evenementen uit het MeerjarenOpleidingsPlan ten behoeve van talentontwikkeling waarin de verenigingen, RTC, KNRB en NOC*NSF investeren. Meedoen is belangrijker dan winnen in de zin dat het hier nadrukkelijk gaat om evenementen waar atleten in een internationale setting en toernooi-vorm kunnen leren racen, presteren, en uiteindelijk medailles kunnen winnen. De KNRB bondscoaches zoeken niet de kortste weg naar medailles maar streven er naar een zo groot mogelijke groep atleten en coaches deze ervaring te laten opdoen, waarbij een zeker basisniveau uiteraard wel een voorwaarde is om ook echt mee te kunnen doen (= minimaal top-12 niveau in de kleinere nummers; top-8 in grote nummers met een beperkt aantal deelnemers. We gaan ervan uit dat 60% van de deelnemers aan RTC s verbonden is en 40% uit zelfstandige verenigingen voortkomt; een aandeel van 20 + % voor een RTC is dan goed te noemen; minder dan 10% zou het niet moeten zijn. Het succes van RTC s kan afgemeten worden aan het marktaandeel dat RTC s jaarlijks hebben in deze vertegenwoordigende equipes. Als een RTC jaarlijks minimaal 10% van de deelnemers levert dan voldoet het RTC aan dit criterium. Talentontwikkeling is het werk van coaches. Talenten worden geboren, maar ook gemaakt. RTC s hebben een belangrijke rol in het opleiden en motiveren van de betrokken verenigingscoaches, om deze beter te maken en langer aan de roeisport te binden. Van RTC s wordt verwacht dat zij het coach-huis in hun regio in kaart hebben gebracht en een plan hebben om middels opleiding en on-the-job begeleiding de coaching op een hoger niveau te brengen. Dit moet in de tijd leiden tot (a) aanwas in het aantal coaches, (b) stijging van het opleidingsniveau (te meten in gevolgde RoeiCoach-trainingen), en (c) stijging van het gemiddelde aantal ervarings-jaren in de coachgroep. 4. Talent-retentie Een belangrijk effect van de RTC-structuur zou moeten zijn dat, door intensieve samenwerking met de betrokken onderwijsinstellingen, de ontwikkeltijd van talenten verlengd kan worden. In plaats van na 4 jaar wel uitgestudeerd, maar nog niet uitgerijpt te zijn als roeitalent, kan deze structuur helpen de studieloopbaan met 1 of 2 jaar te verlengen. Hierdoor zou dan net wel de aansluiting kunnen ontstaan met de nationale equipe, waarin de roeiloop-baan professioneel kan worden voortgezet. Een ander effect is dat door een betere structuur en begeleiding het voor 2 de - en 3 de -jaars (studenten) roeiers interessanter is te blijven wedstrijdroeien. Dit hoeft niet altijd te betekenen dat zij dan ook tot toptalent uitgroeien, maar wel dat er een grotere kans bestaat dat zij, in welke rol dan ook, voor de roeisport behouden blijven. Het volgen van de omvang en samenstelling (in termen van roei-jaren) van de wedstrijdroeiers bij de betrokken verenigingen is daarmee een zinvol prestatiecriterium. RTC s zijn hiervoor uiteraard niet alleen verantwoordelijk, maar kunnen wel een belangrijke bijdrage leveren. Bovendien zijn de andere prestatiecriteria niet te halen als er steeds na 1 of 2 roeijaren een groot verloop optreedt bij de (studenten)roeiers. VISIEDOCUMENT REGIONALE TRAININGSCENTRA 8

9 2. Financiële criteria RTC s De KNRB hanteert voor RTC s de volgende 2 financiële criteria: Criterium Toelichting en Benchmark 1. Hefboomwerking De KNRB is bereid RTC s financieel te ondersteunen mits dit leidt tot het aantrekken van additionele financiële middelen met een (cash) omvang die minimaal een factor 10 groter is dan de financiële bijdrage van de KNRB. Startende RTC s die hiervoor een business plan bij de KNRB indienen kunnen gedurende een periode van 2 jaar een startsubsidie van 10k ontvangen. Lukt het in deze periode niet om de aanvullende middelen te verwerven, dan wordt deze subsidie beëindigd. Lukt het wel om deze middelen te verwerven dan kan de financiële bijdrage van de KNRB op dit niveau gehandhaafd blijven indien dit voor de andere sponsoren een essentiële voorwaarde is. 2. Bijdragen aan het talentprogramma Van RTC s wordt verwacht dat zij jaarlijks financieel bijdragen aan het jaarprogramma zoals dat door de KNRB talentcoaches, in samenspraak met de RTC talentcoaches, wordt samengesteld. Dit programma bestaat naast de internationale evenementen waaraan als KNRB-equipe wordt deelgenomen, uit meetmomenten, trainingskampen of weekeinden in Nederland of het buitenland, en uit enkele buitenlandse wedstrijden (bv. Essen/Duisburg, of München voor de junioren) die als extra ervarings- en testmoment kunnen worden bezocht. Hiervoor zal jaarlijks een plan en begroting worden gemaakt waarbij de eigen bijdragen per deelnemende atleet per evenement zullen worden vastgesteld. Deze bijdrage kan door de atleet zelf, zijn vereniging of een RTC waartoe hij of zij behoort (of door een combinatie daarvan) worden geleverd. Van RTC s wordt verwacht dat zij voor hun deelnemende atleten hieraan een substantiële bijdrage kunnen leveren. Evaluatie en toetsing Op grond van deze criteria zal jaarlijks een evaluatie met de individuele RTC s plaatsvinden op een zodanig moment dat de budgettaire consequenties voor het volgende kalenderjaar bekend zijn en in de plannen van de RTC s en hun gesprekken met hun sponsoren meegenomen kunnen worden. Aangezien de resultaten van een lopend roeiseizoen in principe begin juli bekend zijn (NSRF als laatste selectiemoment voor vertegenwoordigende ploegen), vindt in juli/augustus deze evaluatie plaats. In september kunnen de RTC s een en ander dan verwerken in hun jaarplan voor het volgende kalenderjaar. VISIEDOCUMENT REGIONALE TRAININGSCENTRA 9