WAO-conforme arbeidsongeschiktheidsregeling per 1 januari 1996.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "WAO-conforme arbeidsongeschiktheidsregeling per 1 januari 1996."

Transcriptie

1 rv 443 Bestuursdienst nr. PI Den Haag, 19 december 1995 Aan de gemeenteraad WAO-conforme arbeidsongeschiktheidsregeling per 1 januari Inleiding. De privatisering van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds per 1 januari 1996 gaat gepaard met intrekking van de Algemene burgerlijke pensioenwet. Hierdoor vervallen het invaliditeitspensioen, het herplaatsingswachtgeld en de herplaatsingstoelage. Van toepassing wordt een groot aantal bepalingen van de WAO, in combinatie met een bovenwettelijke regeling. De invoering van de WAOconforme arbeidsongeschiktheidsregeling per 1 januari 1996 is de eerste stap van de operatie Overheidspersoneel onder werknemersverzekeringen (OOW), die op 1 januari 1998 voltooid zal zijn. Per 1 januari 1998 worden de Werkloosheidswet (WW), de Ziektewet (ZW), de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Toeslagenwet (TW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) van toepassing op het overheidspersoneel. Per 1 januari 1996 doen zich in grote lijnen de volgende wijzigingen voor: - Het invaliditeitspensioen maakt plaats voor een WAO-conforme uitkering en een bovenwettelijk (aanvullend) invaliditeitspensioen. - De 'uitkering naar de maatstaf van de WAO', dat is de tot nu toe gehanteerde arbeidsongeschiktheidsuitkering voor de gewezen ambtenaar die geen recht kan doen gelden op een invaliditeitspensioen, wordt vervangen door een WAO-conforme uitkering en, indien er sprake is van Abp-ambtenaarschap, een bovenwettelijk invaliditeitspensioen. - Het herplaatsingswachtgeld wordt vervangen door een suppletieregeling. - De ontslagbepaling 'ontslag wegens arbeidsongeschiktheid' wordt herzien. 2. WAO-conforme arbeidsongeschiktheidsregeling. De WAO-conforme arbeidsongeschiktheidsregeling is verbindend voor alle werkgevers en alle werknemers die aangesloten zijn bij of deelnemen aan het Abp. De regeling maakt deel uit van de Wet privatisering Abp (WPA). Op grond van de WPA worden de 'polisvoorwaarden' van de WAO van overeenkomstige toepassing op de arbeidsongeschiktheidsverzekering van het overheidspersoneel dat deelnemer is aan de Stichting pensioenfonds Abp. De WPA regelt het wettelijk deel van de aanspraken, die materieel gelijk zijn aan de in de WAO geregelde aanspraken. De overheidswerknemer die gedurende 52 weken arbeidsongeschikt is geweest in de zin van de WAO, heeft bij voortduring van die arbeidsongeschiktheid aanspraak op een WAO-conforme uitkering; deze is gelijk aan de echte WAO-uitkering. De WAO-conforme uitkering wordt tijdelijk verstrekt en moet om de drie jaar opnieuw worden aangevraagd. De WAO-conforme uitkering kent het onderscheid tussen de loondervingsuitkering, berekend op basis van het WAO-dagloon en de vervolguitkering, berekend op basis van het WAO-vervolgdagloon. Tijdens de vervolguitkering treedt het zogenaamde WAO-gat op. Dit WAO-gat zal bij toekenning van een bovenwettelijk invaliditeitspensioen ook na 1 januari steeds gedicht worden tot 70% van het ambtelijk inkomen dan wel, indien de ambtenaar niet heeft gekozen voor bijverzekering, tot 65% van het ambtelijk inkomen. De uitvoering van de WAO-conforme arbeidsongeschiktheidsregeling geschiedt onder verantwoordelijkheid van het Fonds arbeidsongeschiktheidsverzekering overheidspersoneel (FAOP), dat voorlopig zal fungeren als bedrijfsvereniging. Het FAOP draagt tevens zorg voor de financiering van de WAO-conforme arbeidsongeschiktheidsregeling. Het fonds wordt vanaf 1995 gevoed door de FAOP-premies die door de werkgevers worden afgedragen aan het FAOP. 3. Bovenwettelijk traject bij arbeidsongeschiktheid. Op 14 september 1994 is in het Centraal Georganiseerd Overleg (CGOA) overeenstemming bereikt tussen de centrales van overheidspersoneel en de sectorwerkgevers over een bovenwettelijk traject ter zake van arbeidsongeschiktheid. De belangrijkste onderdelen van het akkoord zijn hieronder weergegeven Ziekte. 1

2 Vanaf 1 januari 1996 moet de werkgever, bij ongeschiktheid voor de eigen arbeid van de ambtenaar wegens ziekte, vanaf de eerste ziektedag gedurende 18 maanden de bezoldiging volledig door-betalen. Dit is een verschil met de huidige situatie waarin de werkgever de bezoldiging volledig door moet betalen gedurende de maand waarin de ambtenaar ziek wordt plus de daarop volgende 18 maanden. Evenals dit in de huidige situatie het geval is, betaalt de werkgever vervolgens 80% van de bezoldiging tot aan het einde van het dienstverband. Indien echter de ambtenaar na afloop van de 18 maanden zijn betrekking voor ten minste 45% vervult, dient de werkgever ook na deze 18 maanden de bezoldiging volledig door te betalen. In de doorbetaling van de bezoldiging is inbegrepen de WAO-conforme uitkering. De betrokken ambtenaar krijgt na afloop van 52 weken ziekte recht op een WAO-conforme uitkering indien hij arbeidsongeschikt is in de zin van de WAO. Deze WAO-conforme uitkering zal echter zolang het dienstverband duurt niet rechtstreeks, maar via tussenkomst van de werkgever aan de ambtenaar worden uitgekeerd. De WAO-conforme uitkering vraagt de ambtenaar zelf aan na afloop van de achtste ziektemaand. Indien geen WAO-conforme uitkering wordt toegekend omdat de ambtenaar de aanvraag op verwijtbare gronden niet heeft ingediend, zal de door te betalen bezoldiging een vermindering ondergaan, gelijk aan het bedrag van de WAO-conforme uitkering die zou zijn toegekend bij een mate van arbeidsongeschiktheid van 80% of meer Ontslag op grond van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte. Vanaf 1 januari 1996 kan de overheidswerknemer die ongeschikt is voor de eigen arbeid wegens ziekte op grond van die ongeschiktheid worden ontslagen zodra die ongeschiktheid ten minste 24 maanden heeft geduurd. Met deze termijn van twee jaar wordt aangesloten bij de situatie in de marktsector, waar ook gedurende de eerste twee jaar van de arbeidsongeschiktheid de werknemer niet wegens ziekte ontslagen mag worden. Deze termijn van 24 maanden geldt niet alleen voor de nieuwe gevallen van ziekte die ontstaan na 1 januari 1996, maar ook voor de oude gevallen waarbij de ziekte is ontstaan voor 1 januari 1996 en die ook na deze datum nog voortduren. Wil de werk-gever na 24 maanden tot ontslag over kunnen gaan dan dient tevens voldaan te zijn aan een drietal aanvullende voorwaarden: a. de betrokkene is blijkens medisch oordeel ongeschikt voor zijn arbeid wegens ziekte (dat wil zeggen hij voldoet vanwege ziekte niet (meer) aan de aan zijn arbeid gestelde eisen); b. er is blijkens medisch oordeel redelijkerwijs geen kans op herstel binnen een periode van zes maanden te rekenen vanaf de genoemde 24 maanden; c. er zijn geen reële herplaatsingsmogelijkheden bij de werkgever. Wat de herplaatsingsmogelijkheden betreft dient de werkgever aan te kunnen tonen dat er geen reële herplaatsingsmogelijkheden zijn binnen de organisatie. De werkgever dient daarbij in eerste instantie de mogelijkheid te onderzoeken naar herplaatsing in een functie met passende arbeid. Indien deze mogelijkheid zich niet voordoet dient de werkgever in ieder geval na afloop van het eerste ziektejaar de mogelijkheid naar plaatsing in een functie met gangbare arbeid in de zin van de WAO, een ruimer begrip dan passende arbeid, te onderzoeken. Bij dit onderzoek dient de werkgever te betrekken het oordeel van het FAOP (voor 1 januari 1996 het Abp) over de herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie naar aanleiding van het terugkeerplan (de dertiendeweekse melding) en het reïntegratieplan (de zesdemaands melding in het kader van de AAW). Hoewel geen bezwaar en beroep openstaan tegen het medisch advies, staan wel bezwaar en beroep open tegen het ontslagbesluit van de werkgever. Afwijken van het medisch advies door de werkgever, een negatief oordeel van het FAOP over de reïntegratie-inspanningen van de werkgever, een positief oordeel van het FAOP over de herplaatsingsmogelijkheden binnen de organisatie of het nalatig zijn bij de dertiendeweekse melding en de zesdemaands melding maken een beroep van de werknemer bij de rechter tegen de werkgever kansrijk. Het ontslagbesluit zal derhalve uitermate zorgvuldig voorbereid dienen te worden. Daarnaast heeft het FAOP de mogelijkheid om de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering te verhalen op de werkgever indien deze niet voldoet aan zijn verplichtingen voortvloeiende uit de zesdemaands melding. Ook dient de werkgever er rekening mee te houden dat de Stichting pensioenfonds Abp toetst of de werkgever de voorgeschreven ontslagprocedure volgt. Indien de werkgever deze procedure niet volgt kunnen, bij wijze van sanctie, de eventuele meerkosten ter zake van het bovenwettelijk invaliditeitspensioen die uit het ontslag voortvloeien, worden verhaald op de werkgever De suppletieregeling bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. De overheidswerknemer die ontslagen is op grond van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte, ten tijde van dat ontslag minder dan 80% arbeidsongeschikt is, en niet is herplaatst in arbeid voor zijn volledige resterende verdienvermogen, heeft na dat ontslag recht op suppletie. Deze 2

3 suppletie komt in de plaats van het herplaatsingswachtgeld op grond van de huidige Algemene burgerlijke pensioenwet. Evenals het herplaatsingswachtgeld komt de suppletie ten laste van de werkgever. De uitvoering van de suppletieregeling zal Den Haag op contractbasis laten ver-richten door de Uitvoeringsinstelling sociale zekerheid voor overheid en onderwijs (USZO). Naast de uitkeringskosten komen de administratiekosten ten laste van de takken van dienst. De duur van de suppletie bedraagt maximaal 66 maanden te tellen vanaf de eerste dag van de vijfentwintigste maand na aanvang van de ziekte. De duur van de suppletie staat los van de ontslagdatum. Vindt het ontslag later dan bij 24 ziektemaanden plaats, dan wordt de duur van de suppletie overeenkomstig beperkt. Gedurende 33 maanden bedraagt de suppletie 80% van de berekeningsgrondslag van de suppletie (het aangepaste WAO-dagloon zonder de bovengrens van het maximumdagloon) en gedurende 33 maanden 70% van die grondslag. Indien de werknemer op een tijdstip wordt ontslagen dat ligt na twee jaar na aanvang van de ziekte wordt de periode die ligt tussen die twee jaar en de feitelijke ontslagdatum in mindering gebracht op de periode van suppletie. Hierbij wordt die vermindering allereerst toegepast op de periode waarin het suppletieniveau 80% bedraagt. De eventueel onderliggende AAW en WAO-conforme uitkering worden volledig in mindering gebracht op de suppletie. Nieuwe inkomsten uit of in verband met arbeid worden gedeeltelijk in mindering gebracht op de suppletie. Tijdens de suppletie vindt volledige pensioenopbouw plaats. Voor betrokkene is die pensioenopbouw volledig premievrij. De werkgever betaalt de premie onder aftrek van het gedeelte daarvan dat premievrij is vanwege arbeidsongeschiktheid. Gedurende de periode dat de betrokkene recht heeft op suppletie, heeft de betrokkene geen recht op een bovenwettelijk invaliditeitspensioen Het invaliditeitspensioen bij volledige en gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. De overheidswerknemer die ontslagen is en arbeidsongeschikt is in de zin van de WAO, krijgt recht op een bovenwettelijk invaliditeitspensioen bovenop zijn WAO-conforme uitkering. Voor de volledig arbeidsongeschikte overheidswerknemer ontstaat dit recht direct na het ontslag. De overheidswerknemer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, verkrijgt dit recht na afloop van de suppletieperiode Herplaatsingstoelage. De arbeidsongeschikte overheidswerknemer die voor zijn volledig resterend verdienvermogen in arbeid is herplaatst, heeft onder voorwaarden recht op een herplaatsingstoelage voor rekening van het pensioenfonds, voor zover de inkomsten uit zijn nieuwe betrekking, vermeerderd met de WAOconforme uitkering en het invaliditeitspensioen, lager zijn dan het loon uit zijn vorige betrekking. De voorwaarden luiden: a. de plaatsing dient te geschieden in een of meer dienstbetrekkingen voor ten minste de helft van de voor die betrekking of dat samenstel van betrekkingen gebruikelijke arbeidsweek; b. met deze plaatsing dient de herplaatste het voor hem in het kader van de WAO-keuring vastgestelde resterend verdienvermogen volledig te benutten. De herplaatsingstoelage vult aan tot het oude loonniveau, zolang er sprake is van een verschil tussen oude en nieuwe inkomsten. De betrokkene moet echter wel met die herplaatsing zijn resterende verdienvermogen geheel benutten. Het bestuur van het pensioenfonds heeft een antihardheidsbevoegdheid voor het geval de toepassing van de voorwaarden in een individueel geval kennelijk onredelijk uitwerkt. 4. Conversie van lopende uitkeringsrechten per 1 januari De op 31 december 1995 lopende uitkeringsrechten die niet per 1 januari 1996 aflopen, worden op of na 1 januari 1996 omgezet in nieuwe wettelijke en bovenwettelijke uitkeringen ter zake van arbeidsongeschiktheid. De omzetting geschiedt in de regel ambtshalve op basis van bij het Abp beschikbare en door de werkgever reeds aangeleverde of nog aan te leveren gegevens. De lopende rechten ten aanzien van langdurig zieken worden gesplitst in een wettelijk deel en een bovenwettelijk deel. De ambtenaar behoudt uiteraard zijn recht op doorbetaling van de bezoldiging. Hierop is het nieuwe regime van toepassing. In principe komt de ambtenaar in aanmerking voor een WAOconforme uitkering. Deze uitkering zal, zolang het dienstverband duurt, betaald worden via de werkgever, die deze uitkering in mindering brengt op de bezoldiging. De WAO-conforme uitkering wordt toegekend indien voldaan is aan de volgende voorwaarden: a. Betrokkene is op 1 januari 1996 langer dan 52 weken ziek. Voor de bepaling van de duur van ziekte worden perioden die elkaar met een onderbreking van niet langer dan vier weken opvolgen bij elkaar opgeteld. b. Betrokkene is bovendien blijkens een beslissing van het bestuur van het Abp ten minste 15% arbeidsongeschikt. Betrokkene verkrijgt alsdan recht op een WAO-conforme uitkering die 3

4 behoort bij de voor hem geldende (door het Abp vastgestelde) arbeidsongeschiktheidsklasse. De omzetting van de lopende invaliditeitspensioenen en herplaatsingstoelagen vindt plaats conform de garantiebepaling opgenomen in de WPA. Deze garantiebepaling houdt in dat de betrokkenen als gevolg van de omzetting geen vermindering van aanspraken zullen ondervinden wat hoogte en duur betreft. Conform de garantiebepaling zal de omzetting van de invaliditeitspensioenen als volgt plaatsvinden. Personen die op 31 december 1995 in het genot zijn van een invaliditeitspensioen en ten minste 15% arbeidsongeschikt zijn, verkrijgen per 1 januari 1996 recht op een WAO-conforme uitkering, eventueel aangevuld met een bovenwettelijk invaliditeitspensioen. Dit invaliditeitspensioen wordt toegekend indien de aanspraak op de WAO-conforme uitkering lager is dan de oude aanspraak op invaliditeitspensioen. Indien de mate van arbeidsongeschiktheid minder dan 15% is, vindt er geen omzetting plaats naar een WAO-conforme uitkering. De betrokkene behoudt in dat geval zijn aanspraak op diensttijdpensioen. Ten aanzien van de lopende herplaatsingswachtgelden is in het CGOA afgesproken dat deze omgezet zullen worden in nieuwe aanspraken op suppletie met toepassing van de suppletieregeling. Dit zal op zodanige wijze geschieden dat er in totaliteit een gelijkwaardige aanspraak ontstaat met een aangepaste hoogte-duurcombinatie. De lopende zogenoemde 'uitkeringen naar de maatstaf van de WAO' aan gewezen ambtenaren ten laste van de werkgever zullen worden omgezet in WAO-conforme uitkeringen ten laste van het FAOP. In aanvulling op die uitkering verkrijgen deze gewezen ambtenaren, indien zij Abp-ambtenaar zijn, tevens recht op invaliditeitspensioen. 5. Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR). Het arbeidsvoorwaardenoverleg vindt op drie niveaus plaats. De minister van Binnenlandse Zaken onderhandelt in de Centrale Commissie voor Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken over de aanspraken bij ziekte en werkloosheid voor zover deze overeenkomen met de wettelijke aanspraken voor werknemers in de marktsector, de aanspraken ten aanzien van pensioenen, arbeidsongeschiktheid, de Vut 61 en de Vut bij veertig dienstjaren. Op LOGA-niveau worden afspraken gemaakt over de overige arbeidsvoorwaarden. In het LOGA gesloten akkoorden zijn wat betreft de algemene salarisontwikkeling, mutaties in de algemene arbeidsduur, algemeen aanvullende aanspraken m.b.t. ziekte en werkloosheid (de zgn. bovenwettelijke aanspraken) en arbeidsongeschiktheid bij een dienstongeval, ook voor de 4 grote gemeenten bindend. Met inachtneming van de domeinafbakening voert de gemeente op basis van gelijkwaardig overleg onderhandelingen met de in de Centrale Commissie van Overleg vertegenwoordigde vakorganisaties. Uit het bovenstaande volgt dat onze gemeente gehouden is diverse arbeidsvoorwaarden die op een ander bestuurlijk niveau worden vastgesteld, over te nemen. Het verdient daarom en om doelmatigheidsredenen aanbeveling om de eigen gemeentelijke regelingen op die terreinen te vervangen door landelijke regelingen zoals die zijn gebundeld in de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR). Uw raad verklaarde bij rv 97 van 1995 (PI ) per 1 april 1995 de hoofdstukken 10 (wacht-geld) en 11 (uitkeringsregeling ontslag) van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) van de VNG van overeenkomstige toepassing. De Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling regelt de rechts-positie van zowel de ambtenaren als de arbeidscontractanten, terwijl onze gemeente daarvoor nog twee documenten hanteert, respectievelijk het Ambtenarenreglement 's-gravenhage en de Arbeidsovereenkomstenverordening. Tot nog tot heeft Den Haag de aanspraken ter zake van wachtgeld en uitkering vastgelegd in afzonderlijke verordeningen. De wachtgeldverordening en de uitkeringsverordening moeten worden aangepast in verband met de samenloop van de WAO-conforme arbeidsongeschiktheidsregeling met de suppletieregeling. Conform eerdere besluitvorming gebeurt dit aan de hand van de gewijzigde hoofdstukken 10 en 11 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling van de VNG. Om bij de uitvoering verwijzingsproblemen te voorkomen stellen wij uw raad voor de hoofdstukken 10 een 11 van de CAR integraal, dus inclusief de gehanteerde nummering, vast te leggen in het Ambtenarenreglement 's-gravenhage. In de Arbeidsovereenkomstenverordening zal in verband met de toepasselijkheid van hoofdstuk 11 van de CAR (uitkering na ontslag) op de arbeidscontractanten, een schakelbepaling worden opgenomen. 6. Uitvoering suppletieregeling door USZO. De suppletieregeling biedt, anders dan het herplaatsingswachtgeld, geen zelfstandig recht op een uitkering. De suppletieregeling heeft het karakter van een aanvullingsregeling. Alleen indien de omvang van de andere inkomsten bekend is, kan het exacte bedrag aan suppletie worden vastge-steld. Overeenkomstig het advies van de VNG zal de uitvoering van de suppletieregeling aan de USZO 4

5 worden overgedragen. De administratiekosten hiervan komen (evenals de bedragen aan te verstrekken suppleties) ten laste van de takken van dienst. Twee dagen voordat het USZO een betaling doet wordt dit bedrag vermeerderd met de administratiekosten van het desbetreffende rekeningnummer van de tak van dienst afgeboekt. De USZO krijgt een dubbel mandaat. Daarmee heeft de USZO de bevoegdheid om het primaire besluit te nemen en de bevoegdheid om te beslissen op het bezwaarschrift. Het college van B.en W. zal het mandaat aan de USZO verlenen. Dit mandaat dekt dan alle diensten die in ARG/AOV-verband met de materie te maken hebben. De USZO kan een berekeningsspecificaties per dienst leveren. Op grond van een nog door de gemeente aan de USZO te verstrekken algemene incassomachtiging incasseert de USZO vooraf het bedrag van de uitkering plus administratiekosten. 7. Besluitvorming. Het ABP-complex heeft tot gevolg dat de Haagse rechtspositie daarop moet worden afgestemd. Zoals hierboven reeds is aangegeven is het doelmatig om wat betreft deze aanpassingen zoveel mogelijk de VNG te volgen. Op de ingeslagen weg - eerder werden de hoofdstukken 10 en 11 van de CAR overgenomen -stapsgewijs voortgaand, wordt nu hoofdstuk 7 (aanspraken bij ziekte) van de CAR bij raadsbesluit in de Haagse rechtspositie geïncorporeerd. Dit betekent dat Den Haag de exacte tekst van hoofdstuk 7 van de CAR overneemt, met uitzondering van de bepalingen over de IZA en de 1%-regeling. In de plaats daarvan houdt artikel 66 ARG (kapstokartikel tegemoetkomingsregeling c.a.) zijn betekenis. Met het overnemen van hoofdstuk 7 van de CAR keren de bepalingen over zwangerschap en bevalling terug in het ARG. Dit heeft tot consequentie dat wij de Buitengewoon verlofregeling 1974 zullen aanpassen. Belangrijk is voorts dat de suppletieregeling wordt verankerd in de Haagse rechtspositie. Dit betekent dat hoofdstuk 11a van de CAR (suppletie) bij raadsbesluit integraal wordt overgenomen. De overige wijzigingen zijn van administratieve aard: zoals het opnemen van definities en het aanpassen van het artikel over ontslag wegens arbeidsongeschiktheid. Dit voorstel betreft de noodzakelijke wijzigingen in de Haagse rechtspositie als gevolg van de invoering van de WAO-conforme arbeidsongeschiktheidsregeling per 1 januari In dit voorstel is nog nauwelijks aandacht besteed aan aanpassingen van het Ambtenarenreglement 's-gravenhage en de Arbeidsovereenkomstenverordening die zijdelings met de wijzigingen per 1 januari 1996 verband houden. Voor zover nodig komen wij hierop terug. In de tussentijd kan ons college in geval van omissies in de regelgeving de nodige voorzieningen treffen (zie dictum II). Artikel 156, tweede lid, van de Gemeentewet, bepaalt welke bevoegdheden niet aan het college van burgemeester en wet-houders kunnen worden overgedragen. Daartoe behoort het stellen van straf op overtreding van gemeentelijke verordeningen. Anders gezegd: er kan geen delegatie van de raad aan het college plaatsvinden als de verordening sanctiebepalingen bevat. De bevoegdheid tot vaststelling van ondermeer de bepalingen omtrent wachtgeld en uitkering na ontslag berust derhalve bij de gemeenteraad. De voorgestelde wijzigingen in het Ambtenarenreglement 's-gravenhage zijn conform de adviezen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De nummering in het ARG is gelijk aan die van de overgenomen adviezen, zoals deze zijn verwerkt in de Collectieve Arbeidsvoorwaarden-regeling (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO) van de VNG. Waar in het ARG of de AOV een nummering wordt gebruikt, bestaande uit een hoofdstuk- en een artikelaanduiding betreft dit een verwijzing naar de CAR dan wel de UWO. Intussen vindt ambtelijk overleg plaats tussen POI en de afdeling Arbeidsomstandigheden van onze gemeente. Het moge duidelijk zijn dat de afdeling Arbeidsomstandigheden (Arbodienst i.o.) zo veel mogelijk wil aansluiten bij de wettelijke bepalingen zoals die onder meer zijn neergelegd in de Arbeidsomstandighedenwet. Met bedrijfsgezondheids-dienst wordt dan ook gedoeld op de deskundige dienst als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet artikel 17 juncto artikel 31a. Deze functie wordt voorshands verricht door de afdeling Arbeids-omstandigheden (Arbodienst i.o.). Dit ambtelijk overleg kan uitmonden in nader vast te leggen centrale afspraken. Daarnaast zullen de afdeling Arbeids-omstandigheden en POI zich buigen over een eventuele modernisering van de Uitvoeringsregeling geneeskundig toezicht. Dit ook in relatie tot het bepaalde in artikel 7: De bepalingen omtrent het geneeskundig toezicht maken van 1 januari 1996 af onderdeel uit van het nieuwe hoofdstuk 7 van het ARG. De in de Centrale Commissie van Overleg vertegenwoordigde vakorganisaties stemmen met deze voordracht in. Gezien het vorenstaande stellen wij u voor, overeenkomstig het eenstemmige (schriftelijke) advies van de commissie voor Economisch structuurbeleid, Marketing en Personeelszaken, het volgende besluit te nemen: 5

6 De raad van de gemeente Den Haag, Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders, Gelet op de Gemeentewet, het Ambtenarenreglement 's-gravenhage en de Arbeidsovereenkomstenverordening; Besluit: I. de bij rv 97 van 1995 vastgestelde Wachtgeldverordening en Uitkeringsverordening ingaande 1 januari 1996 in te trekken; II. burgemeester en wethouders te machtigen al datgene te besluiten, zowel in concrete gevallen als in algemene zin, wat in verband met de overgang van het oude naar het nieuwe sociaal zekerheidsstelsel nodig is; III. vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING tot wijziging van het Ambtenarenreglement 's-gravenhage Artikel I Het bepaalde in hoofdstuk VII (Geneeskundig toezicht) vervalt. Artikel II De indeling wordt gewijzigd als volgt: A. De hoofdstukken I tot en met VI en VIII tot en met XVI worden vernummerd tot onderscheidenlijk de hoofdstukken 1 tot en met 6 en 8 tot en met 16. B. Het tot hoofdstuk 8 vernummerde hoofdstuk wordt gewijzigd in hoofdstuk 7. C. De tot respectievelijk hoofdstuk 9, 10, 11 en 12 vernummerde hoofdstukken worden gewijzigd in onderscheidenlijk hoofdstuk 7a, 7b, 7c en 7d. D. Het tot hoofdstuk 13 vernummerde hoofdstuk wordt gewijzigd in hoofdstuk 8. E. De tot respectievelijk hoofdstuk 14, 15 en 16 vernummerde hoofdstukken worden gewijzigd in onderscheidenlijk hoofdstuk 12, 13 en 14. Artikel III Artikel 2 wordt gelezen als volgt: Artikel 2 1. Deze verordening verstaat onder: a. tak van dienst: het bedrijf en de tak van dienst als bedoeld in artikel 196 van de Gemeentewet en de diensten, beheerd door een bestuurscommissie ex artikel 82 van de Gemeentewet; b. hoofd van dienst: de algemeen directeur van een tak van dienst als bedoeld onder a; c. bezoldiging en salaris: hetgeen daaronder wordt verstaan in de verordening, bedoeld in artikel 20, tenzij burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen anders bepalen; d. geneeskundige: de geneeskundige van de afdeling Arbeidsomstandigheden van de gemeente, die belast is met het geneeskundig toezicht op ambtenaren; e. Commissie van Overleg: de commissie, bedoeld in artikel 128, eerste lid; f. medezeggenschapscommissie: een commissie, als bedoeld in artikel 128, tweede lid; g. Commissie voor Personeelszaken: de desbetreffende raadscommissie van advies en bijstand; h. pensioenwet: de Algemene burgerlijke pensioenwet, zoals die gold tot en met 31 december 1995; i. pensioen: een pensioen in de zin van het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP; j. arbeidsongeschiktheid: arbeidsongeschikt in de zin van artikel 18, eerste lid, van de Wet op 6

7 k. WAO-conforme uitkering: de arbeidsongeschiktheidsverzekering; de met overeenkomstige toepassing van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering toegekende arbeidsongeschiktheidsuitkering, bedoeld in artikel 32 van de WPA; l. FAOP: het Fonds arbeidsongeschiktheidsverzekering overheidspersoneel, bedoeld in artikel 21 van de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP; m. pensioenreglement: het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP; n. WPA: de Wet privatisering ABP. 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een andere instelling dan wel een ander persoon onder de omschrijving van onderscheidenlijk het eerste lid sub a of b te brengen. Artikel IV Hoofdstuk 7 wordt gelezen als volgt: HOOFDSTUK 7 Aanspraken in geval van ziekte Artikel 7:1 1.a. De ambtenaar die wegens ziekte verhinderd is zijn betrekking te vervullen, geniet, vanaf de eerste dag van die verhindering, gedurende 18 maanden de volle bezoldiging en vervolgens tot het einde van zijn dienstverband 80% van de bezoldiging. b. Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden onder ziekte mede verstaan: 1E zwangerschap en bevalling; 2E gebreken. 2. De ambtenaar geniet ook na afloop van de in het eerste lid, onderdeel a genoemde periode van 18 maanden tot aan het einde van zijn dienstverband de volle bezoldiging: a. indien de ziekte haar oorzaak vindt in een ongeval in of door de dienst en dit ongeval niet aan zijn schuld of nalatigheid is te wijten; b indien en voor zolang de ambtenaar voor ten minste 45% zijn betrekking vervult. 3. Indien de ambtenaar, ter zake van de desbetreffende verhindering tot het vervullen van zijn betrekking, recht heeft op een WAOconforme uitkering ingevolge artikel 32 van de WPA, wordt het bedrag van die uitkering in mindering gebracht op het bedrag waarop hij ingevolge de in het eerste lid bedoelde bezoldiging recht heeft. 4. Indien de in het derde lid bedoelde ambtenaar uit hoofde van twee of meer dienstbetrekkingen recht heeft op één WAOconforme uitkering, wordt die uitkering voor de toepassing van het derde lid toegerekend aan de dienstbetrekking ter zake waarvan zijn bezoldiging wordt doorbetaald, naar rato van de bezoldigingen uit de desbetreffende dienstbetrekkingen. 5. Indien de in het derde lid bedoelde ambtenaar geen WAOconforme uitkering aanvraagt binnen de bij of krachtens de WPA gestelde termijnen, en hem dit redelijkerwijs kan worden verweten, wordt, voor de periode dat hij dientengevolge geen WAOconforme uitkering ontvangt, voor de toepassing van dit artikel rekening gehouden met een WAOconforme uitkering zoals die zou zijn toegekend bij een arbeidsongeschiktheid van 80% of meer. 6. Indien als gevolg van handelingen of nalaten van handelingen door de in het derde lid bedoelde ambtenaar, de mate van arbeidsongeschiktheid niet kan worden vastgesteld en hem dit redelijkerwijs kan worden verweten, wordt voor de toepassing van dit artikel rekening gehouden met een WAO-conforme uitkering zoals die zou zijn toegekend bij een arbeidsongeschiktheid van 80% of meer. 7

8 7. Indien, als gevolg van handelingen of het nalaten van handelingen door betrokkene de WAOconforme uitkering vermindering ondergaat, dan wel het recht daarop geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, en hem dit redelijkerwijs kan worden verweten, wordt bedoelde uitkering voor de toepassing van het derde lid, steeds geacht onverminderd te zijn genoten. 8. Een opnieuw ingetreden verhindering tot het vervullen van de betrekking wegens ziekte wordt voor het bepalen van de in het eerste lid, onderdeel a genoemde termijn als een voortzetting van de vorige verhindering beschouwd, tenzij die verhindering zich voordoet nadat ten minste 4 weken zijn verstreken sedert de ambtenaar zijn betrekking volledig heeft hervat. 9. Ten aanzien van de ambtenaar die wegens ziekte verhinderd is zijn betrekking te vervullen, kan worden bepaald dat hij zijn betrekking slechts weer zal mogen vervullen indien burgemeester en wethouders, gelet op het advies van de bedrijfsgezondheidsdienst of van het FAOP, daarvoor toe-stemming hebben verleend, onder bepaling van de mate waarin de hervatting kan geschieden. Deze toestemming is in ieder geval vereist indien de ambtenaar gedurende meer dan een jaar volledig verhinderd is geweest zijn betrekking te vervullen. 10. De in het eerste lid bedoelde doorbetaling van bezoldiging eindigt indien de ambtenaar wordt herplaatst in een andere functie. 11. De leden 3 tot en met 9 zijn van overeenkomstige toepassing op de ambtenaar die op grond van zijn arbeidsongeschiktheid aanspraken kan ontlenen aan de AAW of de WAO. Passende en gangbare arbeid Artikel 7:2 1. Indien de ambtenaar als bedoeld in artikel 7:1, eerste lid, onderdeel a, in staat is passende arbeid te verrichten en hij door zijn werkgever daartoe in de gelegenheid wordt gesteld, is hij verplicht die arbeid te verrichten. 2. Onder de in het eerste lid bedoelde passende arbeid wordt verstaan passende arbeid als bedoeld in artikel 30 van de Ziektewet. 3. Indien de ambtenaar als bedoeld in het vorige lid, zonder deugdelijke grond weigert de in het vorige lid bedoelde arbeid te verrichten, worden de inkomsten die hij uit deze arbeid zou hebben ontvangen indien hij deze arbeid wel zou hebben verricht, geheel in mindering gebracht op zijn bezoldiging, als bedoeld in artikel 7:1, eerste lid, onderdeel a. 4. Dit artikel is niet van toepassing op de vrouwelijke ambtenaar als bedoeld in artikel 7:8, die zwangerschaps- of bevallingsverlof geniet. Artikel 7:3 1. Indien de ambtenaar als bedoeld in artikel 7:1, eerste lid, onderdeel a, na 52 weken verhinderd te zijn geweest zijn betrekking te vervullen, in staat is gangbare arbeid te verrichten en hij door zijn werkgever daartoe in de gelegenheid wordt gesteld, is hij verplicht die arbeid te verrichten. 2. Onder de in het eerste lid bedoelde gangbare arbeid wordt verstaan alle algemeen geaccepteerde arbeid waartoe de betrokkene met zijn krachten en bekwaamheden in staat is. 3. Indien de ambtenaar als bedoeld in het eerste lid, zonder deugdelijke grond weigert de in het eerste lid bedoelde arbeid te verrichten, worden de inkomsten die hij uit deze arbeid zou hebben ontvangen indien hij deze arbeid wel zou hebben verricht, geheel in mindering gebracht op zijn bezoldiging, als bedoeld in artikel 7:1, eerste lid, onderdeel a. 4. Dit artikel is niet van toepassing op de vrouwelijke ambtenaar als bedoeld in artikel 7:8, die zwangerschaps- of bevallingsverlof geniet. Artikel 7:4 (vervallen) 8

9 Bezoldiging bij ziekte ontstaan voor ontslag Artikel 7:5 1. De gewezen ambtenaar die wegens ziekte, ontstaan voor de datum van ingang van zijn ontslag, nadien nog ongeschikt is een naar aard en omvang soortgelijke betrekking te vervullen, behoudt gedurende de periode van zijn ongeschiktheid zijn laatstelijk op grond van artikel 7:1 genoten bezoldiging, tot uiterlijk 52 weken na de aanvang van zijn ongeschiktheid. 2. Het recht op behoud van de laatstelijk genoten bezoldiging vervalt met ingang van de eerste dag van de maand, volgende op die waarin de gewezen ambtenaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. 3. Dit artikel vindt geen toepassing op degene die op of na het tijdstip van zijn ontslag in verband met de aanvaarding van een betrekking van ten minste een gelijke omvang als die waaruit hij is ontslagen, aanspraak kan maken op loon of bezoldiging, dan wel op een uitkering krachtens de Ziektewet of een daarmee gelijk te stellen wettelijke regeling. Uitkering bij ziekte ontstaan na ontslag Artikel 7:6 1. De gewezen ambtenaar die onmiddellijk voorafgaande aan zijn ontslag, niet zijnde een ontslag op grond van artikel 8:10, ten minste twee maanden zijn betrekking heeft vervuld, en die binnen een maand na de datum van zijn ontslag wegens ziekte ongeschikt wordt een naar aard en omvang soortgelijke betrekking te vervullen, ontvangt gedurende zijn ongeschiktheid een uitkering ten bedrage van zijn laatstelijk genoten bezoldiging tot uiterlijk 52 weken na de aanvang van zijn ongeschiktheid. 2. Het recht op de uitkering vervalt met ingang van de eerste dag van de maand, volgende op die waarin de gewezen ambtenaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. 3. Dit artikel vindt geen toepassing in de gevallen genoemd in artikel 7:5, derde lid. Artikel 7:7 1. Indien de gewezen ambtenaar binnen een tijdvak van 4 weken nadat de volgens de artikelen 7:5 of 7:6 geregelde betaling van zijn laatstelijk genoten bezoldiging of uitkering in verband met zijn herstel is gestaakt, wederom wegens ziekte ongeschikt wordt een naar aard en omvang soortgelijke betrekking te vervullen, wordt de nieuw opgetreden ongeschiktheid als een voortzetting van de vorige beschouwd en wordt de betaling hervat. Voor het bepalen van het tijdstip waarop de in de artikelen 7:5 en 7:6 bedoelde termijnen zijn verstreken, worden perioden van ongeschiktheid een naar aard en omvang soortgelijke betrekking te vervullen, welke elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken zijn opgevolgd, samengeteld. 2. Dit artikel vindt geen toepassing op de gewezen ambtenaar die is ontslagen op grond van artikel 8:10. Zwangerschap en bevalling Artikel 7:8 1. De vrouwelijke ambtenaar heeft in verband met haar zwangerschap en bevalling recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof gedurende ten minste zestien weken. 2. Het verlof als bedoeld in het eerste lid wordt gelijkgesteld met de verhindering om haar betrekking te vervullen wegens ziekte, als bedoeld in artikel 7:1. Artikel 7:9 Gedurende de periode dat de vrouwelijke ambtenaar zwangerschaps- en bevallingsverlof heeft opgenomen, geniet zij haar volle bezoldiging. Artikel 7:10 1. De gewezen vrouwelijke ambtenaar wier bevalling waarschijnlijk is, onderscheidenlijk plaatsvindt binnen 16 weken na haar ontslag, ontvangt een zwangerschaps- en bevallingsuitkering ter hoogte van haar laatstelijk genoten bezoldiging, gedurende een periode overeenkomstig het bepaalde in artikel 7:8, eerste lid. 9

10 2. Indien en voor zolang de gewezen vrouwelijke ambtenaar na beëindiging van de haar op grond van het bepaalde in het eerste lid toekomende uitkering nog arbeidsongeschikt is in de zin van artikel 1:1 CAR, eerste lid, onderdeel o, dan wel binnen vier weken na deze beëindiging arbeidsongeschikt wordt in de zin van artikel 1:1, eerste lid, onderdeel o, zijn de artikelen 7:6 en 7:7 van overeenkomstige toepassing. De in artikel 7:6 genoemde termijnen worden geacht aan te vangen op de dag na die, waarop de uitkering als bedoeld in het eerste lid eindigt. Uitkering wegens ongeschiktheid als gevolg van de dienst Artikel 7:11 1. Aan de gewezen ambtenaar die recht heeft op een WAOconforme uitkering wordt - indien de arbeidsongeschiktheid in overwegende mate haar oorzaak vindt in een ongeval in of door de dienst en dit ongeval niet aan zijn schuld of nalatigheid is te wijten - een aanvullende uitkering verleend. 2. De aanvullende uitkering genoemd in het eerste lid is gelijk aan het bedrag dat nodig is om de aan de ambtenaar toegekende WAOconforme uitkering vermeerderd met een hem toegekend invaliditeitspensioen ingevolge het pensioenreglement aan te vullen tot een bepaald percentage van de bezoldiging die de ambtenaar heeft genoten in het jaar voorafgaand aan zijn ontslag. Dit percentage is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid en bedraagt bij een arbeids-ongeschiktheid van 80% of meer 90,02% 65 tot 80% 65,27% 55 tot 65% 54,01% 45 tot 55% 45,01% 35 tot 45% 36,01% 25 tot 35% 27,00% 15 tot 20% 18,01% 3. De aanvullende uitkering eindigt op het moment dat de gewezen ambtenaar niet meer voldoet aan de in het eerste lid genoemde voorwaarden en in ieder geval met ingang van de eerste dag van de maand, volgend op die waarin de gewezen ambtenaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. 4. Indien de betrokkene op het moment van overlijden recht heeft op een uitkering als bedoeld in het eerste of tweede lid en zijn overlijden het rechtstreeks gevolg is van arbeidsongeschiktheid, bedoeld in het eerste lid, wordt aan degenen die in verband met dit overlijden uit hoofde van dit dienstverband een nabestaandenpensioen genieten, een uitkering verleend ten bedrage van 18% van dit pensioen, zonder dat daarop de bepalingen inzake inbouw van AOW/AWW respectievelijk bepalingen inzake vermindering met de franchise zijn toegepast. De uitkering eindigt op de eerste dag van de maand, volgende op die waarin de overledene de leeftijd van 65 jaar zou hebben bereikt, dan wel _ indien de weduwe of de weduwnaar aan wie een pensioen werd toegekend hertrouwt - met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die van het hertrouwen. 5. De gewezen ambtenaar aan wie een uitkering als bedoeld in het eerste en het tweede lid zijn toegekend, is verplicht gedurende de termijn van de uitkering burgemeester en wethouders op de hoogte te stellen van wijzigingen in zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering of zijn invaliditeitspensioen. Bedrijfsgeneeskundige begeleiding Artikel 7:14:1 1. Er is een bedrijfsgezondheidsdienst. Deze fungeert als deskundige dienst bedoeld in artikel 17 juncto artikel 31a van de Arbeidsomstandighedenwet. 2. De afdeling Arbeidsomstandigheden (Arbodienst i.o.) van de gemeente vervult, naast de elders opgedragen taken, de aan het bepaalde in het eerste lid verbonden werkzaamheden. 3. Burgemeester en wethouders stellen regelen met betrekking tot het geneeskundig toezicht. 4. De geneeskundige kan met inachtneming van de in het derde lid bedoelde regelen de ambtenaar aanwijzingen geven. 5. De geneeskundige geeft ten aanzien van een ambtenaar in het kader van de arbeidsomstandigheden genomen beslissingen, kennis aan de betrokken ambtenaar alsmede aan het hoofd van dienst waaronder deze ressorteert. 10

11 Artikel 7:14:2 1. De ambtenaar heeft recht op bedrijfsgeneeskundige begeleiding overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk. 2. De bedrijfsgeneeskundige begeleiding van de ambtenaar geschiedt door de bedrijfsgezondheidsdienst, overeenkomstig door burgemeester en wethouders te stellen regelen. 3. De ambtenaar is verplicht zijn medewerking te verlenen aan een periodiek geneeskundig onderzoek, indien hij: a. naar het oordeel van burgemeester en wethouders in verband met de uitoefening van zijn werkzaamheden aan bijzonder gevaar voor zijn gezondheid blootstaat; b. naar het oordeel van burgemeester en wethouders voor een goede vervulling van zijn betrekking aan bijzondere gezondheidseisen moet voldoen; c. de 18-jarige leeftijd nog niet heeft bereikt. 4. De ambtenaar die een door burgemeester en wethouders te bepalen leeftijd heeft overschreden wordt aan een periodiek geneeskundig onderzoek onderworpen, tenzij hij daartegen bezwaar heeft. Artikel 7:14:3 De ambtenaar heeft het recht een arts van de bedrijfsgezondheidsdienst rechtstreeks te consulteren ter zake van gezondheidsproblemen, die naar zijn mening met zijn arbeidssituatie kunnen samenhangen. Artikel 7:14:4 De ambtenaar die in verband met de uitoefening van zijn werkzaamheden aan bijzonder gevaar voor zijn gezondheid blootstaat, dan wel voor een goede vervulling van zijn betrekking aan bijzondere gezondheidseisen moet voldoen, is verplicht zich aan een periodiek geneeskundig onderzoek te onderwerpen, indien zulks naar het oordeel van burgemeester en wethouders, na overleg met de bedrijfsgezondheidsdienst, noodzakelijk is. Geneeskundig onderzoek Artikel 7:14:5 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bedrijfsgezondheidsdienst opdracht te geven de ambtenaar aan een geneeskundig onderzoek te onderwerpen: a. indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders redelijkerwijs aanleiding bestaat tot twijfel aan een goede gezondheidstoestand van de ambtenaar; b. indien de ambtenaar niet of niet langer volledig geschikt is gebleken voor het naar behoren vervullen van zijn betrekking, zulks ten einde na te gaan of hiervoor medische oorzaken zijn aan te wijzen. 2. De ambtenaar is verplicht zich aan een onderzoek, bedoeld in het eerste lid, te onder-werpen. Artikel 7:14:6 1. Indien bij een onderzoek, bedoeld in artikel 7:14:4 of artikel 7:14:5, blijkt van een zodanige lichamelijke of geestelijke toestand van de ambtenaar, dat naar het oordeel van de bedrijfsgezondheidsdienst de belangen van de ambtenaar, die van de dienst of van bij de dienstuitoefening betrokken derden zich tegen voortzetting van zijn betrekking verzetten, dan wordt de ambtenaar door burgemeester en wethouders buiten dienst gesteld. 2. Een buitendienststelling, bedoeld in het eerste lid, vindt niet plaats indien, naar het oordeel van de bedrijfsgezondheidsdienst, de lichamelijke of geestelijke toestand van de ambtenaar het wenselijk maakt dat hij tijdelijk met andere werkzaamheden wordt belast indien en voor zover deze voorhanden zijn. In dat geval is artikel van overeenkomstige toepassing. 3. Een buitendienststelling, bedoeld in het eerste lid, wordt voor de toepassing van de overige artikelen van dit hoofdstuk gelijkgesteld met een verhindering wegens ziekte. 11

12 Artikel 7:14:7 1. De ambtenaar is verplicht zich te onderwerpen aan een door of vanwege de bedrijfsgezondheidsdienst in te stellen medisch onderzoek ter beantwoording van de vragen: a. of er sprake is van verhindering tot het vervullen van zijn betrekking wegens ziekte; b. in welke mate er sprake is van verhindering als bedoeld onder a; c. of de ambtenaar de verhindering tot het vervullen van zijn betrekking opzettelijk heeft veroorzaakt; d. of de ambtenaar ten onrechte nalaat zich onder geneeskundige behandeling te stellen of te blijven stellen, dan wel zich niet houdt aan de voorschriften hem door de behandelende geneeskundige gegeven, met dien verstande dat te dezen voorschriften tot het verlenen van medewerking aan een ingreep van heelkundige aard zijn uitgezonderd; e. of de ambtenaar zich zodanig gedraagt, dat zijn genezing wordt belemmerd of vertraagd; f. of verdere maatregelen of voorzieningen nodig zijn in het belang van het herstel van zijn gezondheid, dan wel in het belang van het behoud, het herstel of de bevordering van zijn arbeidsgeschiktheid, als bedoeld in de artikelen 57, 57a en 58 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet; g. wanneer en in welke mate de vervulling van de betrekking kan worden hervat. 2. De geneeskundige die het onderzoek, als bedoeld in het eerste lid, heeft verricht, deelt na het afsluiten van het onderzoek de uitkomst daarvan terstond schriftelijk mede aan de ambtenaar en zendt burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk een afschrift van die mededeling. Artikel 7:14:8 Indien daartoe naar het oordeel van de bedrijfsgezondheidsdienst aanleiding bestaat, verzoeken burgemeester en wethouders het FAOP de ambtenaar in aanmerking te brengen voor maatregelen of voorzieningen in het belang van het herstel van zijn gezondheid, dan wel in het belang van het behoud, het herstel of de bevordering van zijn arbeidsgeschiktheid, bedoeld in de artikelen 57, 57a en 58 van de Algemene Arbeidsongeschiktheidsverzekering. Van dit verzoek wordt de ambtenaar schriftelijk in kennis gesteld. Bezwaar tegen geneeskundig oordeel Artikel 7:14:9 1. De ambtenaar die zich met het in artikel 7:14:6, eerste en tweede lid, of in artikel 7:14:7, tweede lid, bedoelde oordeel van de geneeskundige niet kan verenigen, kan hiervan, maar in ieder geval binnen 3 x 24 uur nadat dit oordeel te zijner kennis is gebracht, onder opgave van redenen aan burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling doen. 2. Worden door burgemeester en wethouders de bedenkingen van de ambtenaar niet of niet voldoende gegrond geacht, dan wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk vier weken na ontvangst van de bedenkingen van de ambtenaar, een geneeskundig onderzoek ingesteld door een commissie van drie geneeskundigen, bestaande uit: a. een geneeskundige die niet aan het onderzoek, bedoeld in artikel 7:14:6, eerste en tweede lid, respectievelijk artikel 7:14:7, tweede lid, heeft deelgenomen, aan te wijzen door burgemeester en wethouders; b. een geneeskundige door belanghebbende aan te wijzen; c. een door de onder a en b bedoelde geneeskundigen in onderling overleg, of, indien dit overleg niet tot overeenstemming leidt, door de burgemeester aan te wijzen derde geneeskundige. 3. Burgemeester en wethouders delen de ambtenaar zowel het standpunt van de commissie of de meerderheid van de commissie, waarin zijn bezwaren gegrond of ongegrond zijn verklaard, alsook de daarop gebaseerde door burgemeester en wethouders genomen beslissing, schriftelijk mede. 4. De kosten van het geneeskundig onderzoek komen ten laste van de gemeente. 5. Hangende de behandeling van de bedenkingen behoeft de ambtenaar aan het in het eerste lid genoemde oordeel geen gevolg te geven. 12

13 Samenloop Artikel 7:15:4 1. Op de bezoldiging of de uitkering welke de ambtenaar of de gewezen ambtenaar krachtens dit hoofdstuk geniet, wordt de uitkering krachtens een wettelijke verzekering, welke is toegekend op grond van dezelfde ziekten of gebreken als uit hoofde waarvan de bezoldiging of uitkering krachtens dit hoofdstuk is toegekend, in mindering gebracht. 2. Indien een arbeidsongeschiktheidsuitkering als bedoeld in de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of een daarmede gelijk te stellen regeling wordt verhoogd op grond van dezelfde ziekten of gebreken als uit hoofde waarvan een uitkering krachtens dit hoofdstuk wordt toegekend of verhoogd, vindt het eerste lid met betrekking tot die verhoging overeenkomstige toepassing. 3. Het eerste en tweede lid vinden geen toepassing, indien de uitkering krachtens een wettelijke verzekering wordt genoten uit hoofde van een andere betrekking, die gelijktijdig is vervuld met de betrekking ter zake waarvan de ambtenaar of de gewezen ambtenaar op een uitkering krachtens dit hoofdstuk aanspraak heeft en voor zover die uitkering krachtens een wettelijke verzekering naar de inkomsten uit die andere betrekking wordt berekend of geacht kan worden te zijn berekend. Artikel Bij afzonderlijke verordening worden regelen gesteld met betrekking tot het verlenen van een periodieke tegemoetkoming aan ambtenaren terzake van verzekering tegen ziektekosten van hun gezinsleden of daarmee gelijkgestelde personen. 2. Met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens dit artikel heeft de ambtenaar aanspraak op een tegemoetkoming in de noodzakelijk gemaakte en te zijnen laste blijvende kosten van geneeskundige behandeling en verzorging en de noodzakelijk met ziekte verband houdende kosten, mits hij tegen het risico van de te zijnen laste blijvende kosten van geneeskundige behandeling en verzorging in voldoende mate verzekerd is geweest en de noodzakelijk met ziekte verband houdende kosten -rekening houdend met een bedrag dat in redelijkheid te zijnen laste kan blijven- niet op andere wijze vergoed kunnen worden. 3. De in het tweede lid bedoelde tegemoetkoming wordt bepaald met inachtneming van door burgemeester en wethouders, met instemming van de Centrale Commissie van Overleg, vast te stellen normen. Artikel V Artikel 113 wordt gewijzigd als volgt: A. Het bepaalde in artikel 113, derde lid, onder c vervalt. B. Artikel 113, vijfde lid, wordt gelezen: 5. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, in het derde lid, onder a, b, d tot en met f. en l, en in het vierde lid, alsmede in artikel 113a wordt het ontslag steeds eervol verleend. Artikel VI Tussen artikel 113 en artikel 114 wordt een nieuw artikel 8:5 ingevoegd, luidende: Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid 1. Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend op grond van ongeschiktheid voor de vervulling van zijn betrekking wegens ziekte, met inachtneming van het bepaalde in artikel 7:1 lid 1, onderdeel b. Het ontslag wordt verleend door het bestuursorgaan dat bevoegd is tot aanstelling in de betrekking. 2. Een ontslag als bedoeld in lid 1 mag slechts plaatsvinden indien: a. er sprake is van ongeschiktheid voor de vervulling van zijn betrekking wegens ziekte gedurende een periode van 24 maanden; b. herstel van zijn ziekte niet binnen een periode van 6 maanden na de in onderdeel a 13

14 genoemde periode van 24 maanden is te verwachten; c. het na een zorgvuldig onderzoek niet mogelijk is gebleken de ambtenaar binnen de openbare dienst van de gemeente andere arbeid op te dragen, dan wel indien de ambtenaar zodanige werkzaamheden weigert te aanvaarden. 3. Onder arbeid, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, wordt gedurende het eerste jaar dat de ambtenaar ongeschikt is tot het verrichten van zijn betrekking wegens ziekte passende arbeid verstaan en gedurende de periode daarna gangbare arbeid. 4. Voor het bepalen van het in het tweede lid, onderdeel a, bedoelde tijdvak van 24 maanden worden perioden van ongeschiktheid wegens ziekte van de ambtenaar samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan 4 weken opvolgen. 5. Het bestuursorgaan wint voor het beoordelen van de vraag of er sprake is van een situatie als bedoeld in het tweede lid, onderdelen a en b, advies in bij een door het Fonds arbeidsongeschiktheidsverzekering overheidspersoneel daartoe aangewezen medisch deskundige. 6. De in het vijfde lid bedoelde arts betrekt bij zijn beoordeling een arts, aangewezen door het bestuursorgaan en, indien de ambtenaar dit wenst, een arts, aangewezen door de ambtenaar. 7. Het bestuursorgaan stelt de ambtenaar schriftelijk op de hoogte dat een procedure als bedoeld in het vijfde lid wordt ingesteld. In deze aanschrijving wijst het bestuursorgaan de ambtenaar op de mogelijkheid om een arts van zijn keuze te laten deelnemen aan de procedure. 8. De aanschrijving, bedoeld in het zevende lid, geschiedt op zijn vroegst vanaf de 18e maand na de eerste ziektedag, met dien verstande dat de procedure met betrekking tot het medisch advies uiterlijk in de 24e maand na de eerste ziektedag afgerond kan zijn. 9. De in het vijfde lid bedoelde arts stelt naar aanleiding van zijn bevindingen een rapport op dat wordt toegezonden aan het bestuursorgaan en in afschrift aan de ambtenaar. 10. De kosten van het medisch onderzoek, verricht door de in lid 5 en 6 genoemde artsen, komen ten laste van de gemeente. Artikel VII Ingevoegd wordt een nieuw hoofdstuk 10 HOOFDSTUK 10. Wachtgeld Betrokkene Artikel 10:1 1. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder `betrokkene': a. de gewezen ambtenaar aan wie op grond van artikel 8:4 of artikel 8:5 van deze regeling ontslag is verleend uit een betrekking: 1. waarin hij vast was aangesteld; 2. waarin hij tijdelijk was aangesteld, mits die aanstelling ten minste vijf jaren heeft geduurd en niet is geschied in een betrekking van kennelijk tijdelijke aard; b. de gewezen ambtenaar aan wie op grond van artikel 8:6 of artikel 8:8 van deze regeling ontslag is verleend, tenzij toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 8:6, tweede lid, respectievelijk artikel 8:8, tweede lid. 2. Onder betrokkene wordt mede verstaan de gewezen ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, die zelf ontslag heeft gevraagd nadat het voornemen, hem op grond van artikel 8:4 of 8:5 van deze regeling ontslag te verlenen, hem schriftelijk is medegedeeld. Lichamen Artikel 10:2 14

15 In dit hoofdstuk wordt verstaan onder `lichamen': Rechtspersonen, maat- en vennootschappen, samenwerkingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid die met verenigingen maatschappelijk gelijk kunnen worden gesteld, ondernemingen van publiekrechtelijke rechtspersonen en doelvermogens. Diensttijd Artikel 10:3 1. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder `diensttijd': de aan het in artikel 10:1, eerste lid, bedoelde ontslag voorafgaande in overheidsdienst doorge-brachte tijd waaraan het ambtenaarschap in de zin van de WPA is verbonden, alsmede tijd die door inkoop of door een verzoek, bedoeld in artikel D 2 van de pensioenwet, voor pensioen geldig zou zijn verklaard. 2. Onder diensttijd bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan de tijd doorgebracht in de betrekking waaruit het ontslag, bedoeld in artikel 10:1, is verleend, indien aan die tijd op grond van de Regeling beperking en uitbreiding ambtenaarschap in de zin van de Abp-wet (Stb. 1994, 98) het ambtenaarschap in de zin van evengenoemde regeling niet is verbonden. 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid blijft buiten beschouwing: a. diensttijd liggende vóór een onderbreking van meer dan een jaar daarvan wegens verleend ontslag, behalve voor de toepassing van artikel 10:8, derde tot en met vijfde lid; b. diensttijd welke in aanmerking is genomen bij de berekening van de duur van een eerder toegekend wachtgeld of een daarmede gelijk te stellen uitkering wegens onvrijwillige werkloosheid ten laste van de overheid, behalve voor de toepassing van artikel 10:8, derde tot en met vijfde lid; c. diensttijd welke in aanmerking is genomen bij de berekening van een pensioen krachtens het pensioenreglement dan wel voorafgaat aan een ontslag verleend op grond van artikel 8:3 van deze regeling of een soortgelijke bepaling in een andere overheidsregeling; d. tijd, bedoeld in artikel 5.4 van het pensioenreglement; e. tijd in een aangehouden betrekking, dan wel in een betrekking welke de betrokkene had kunnen aanhouden, doch uit welke hij vrijwillig ontslag heeft genomen met ingang van de datum waarop het wachtgeld ingaat. 4. Indien en voor zover diensttijd die bij de berekening van het wachtgeld in aanmerking is genomen met een overheidspensioen anders dan ten laste van de Stichting Pensioenfonds ABP wordt vergolden, worden de duur en het bedrag van het wachtgeld met ingang van de dag waarop dit pensioen is ingegaan, herberekend, waarbij die diensttijd buiten beschouwing wordt gelaten. Dienstbetrekking Artikel 10:4 1. Deze regeling verstaat onder dienstbetrekking iedere publiekrechtelijke of privaatrechtelijke arbeidsverhouding waarbij in dienst van een natuurlijke persoon of een lichaam werkzaamheden tegen bezoldiging of loon worden verricht. 2. Het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4, 5 en 6 van de Werkloosheidswet is van overeenkomstige toepassing. Bezoldiging Artikel 10:5 1. In deze regeling wordt verstaan onder `bezoldiging': de bezoldiging bedoeld in artikel 3:1, tweede lid, van deze regeling, zoals deze laatstelijk vóór het ontslag aan de betrekking was verbonden, vermeerderd met de vakantietoelage, bedoeld in artikel 6:3 van deze regeling. 2. Voor zover in de bezoldiging een bedrag moet worden begrepen wegens de vergoeding, bedoeld in artikel 3:3 van deze regeling, wordt dit bedrag berekend naar het gemiddelde over de aan de dag van het ontslag voorafgaande twaalf volle kalendermaanden. 15

16 3. Indien in de bezoldiging anders dan wegens periodieke verhoging wijziging zou zijn gekomen als de betrokkene de betrekking op die bezoldiging zou zijn blijven vervullen, geldt met ingang van de dag van in werking treden van die wijziging het gewijzigde bedrag als bezoldiging. 4. Indien de bezoldiging wegens verminderde werkzaamheden voorafgaande aan de opheffing van de betrekking lager was dan zonder verminderde werkzaamheden het geval zou zijn geweest, kan de bezoldiging ten gunste van betrokkene worden herzien. Recht op wachtgeld Artikel 10:6 1. De betrokkene, bedoeld in artikel 10:1, eerste lid, heeft recht op wachtgeld met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat, tenzij de betrokkene: a. ter zake van dat ontslag recht heeft op een pensioen wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd; b. op dat moment recht heeft op een WAO-conforme uitkering, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van 80% of meer; c. terzake van dat ontslag recht heeft op een suppletie als bedoeld in hoofdstuk 11a van deze regeling 2. De betrokkene, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, heeft recht op wachtgeld met ingang van de dag waarop de mate van arbeidsongeschiktheid op een lager percentage wordt vastgesteld dan 80. De hoogte van dit wachtgeld wordt vastgesteld te rekenen vanaf de datum van ontslag op grond waarvan recht op WAO-conforme uitkering, in voorkomend geval vermeerderd met een invaliditeitspensioen, is ontstaan. Ter bepaling van de duur van het wachtgeld wordt voor de toepassing van: a. artikel 10:7 als ingangsdatum uitgegaan van de datum met ingang waarvan de mate van arbeidsongeschiktheid op een lager percentage wordt vastgesteld, waarbij voor de toepassing van het vierde lid tevens een WAO-conforme uitkering, in voorkomend geval vermeerderd met een invaliditeitspensioen vastgesteld naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80% of meer mede in aanmerking wordt genomen. b. artikel 10:8 als ingangsdatum uitgegaan van de datum van ontslag. 3. De betrokkene, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, heeft na afloop van de suppletie, bedoeld in artikel 11a:8, onderdeel a, recht op wachtgeld indien hij bij het buiten toepassing laten van het eerste lid, onderdeel c, op grond van het ontslag uit de betrekking waarvoor hij arbeidsongeschikt is verklaard recht zou hebben op wachtgeld waarbij de duur zou worden vastgesteld ingevolge artikel 10:8 van dit besluit. Het wachtgeld gaat in op de eerste dag volgende op die waarop de suppletie op grond van artikel 11a:8, onderdeel a, is geëindigd. Het eindigt op het tijdstip waarop het wachtgeld dat, te rekenen vanaf de dag waarop het ontslag is ingegaan, zou zijn toegekend ingevolge artikel 10:8, bij het buiten toepassing laten van het eerste lid, onderdeel c, zou zijn geëindigd. Op de hoogte van dit wachtgeld is artikel 10:10 van toepassing in die zin dat gerekend wordt vanaf het tijdstip waarop het ontslag is ingegaan. Duur van het wachtgeld Artikel 10:7 1. De duur van het wachtgeld is 6 maanden, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat. 2. Indien de betrokkene: a in de periode van 5 jaar onmiddellijk voorafgaande aan het ontslag ten minste gedurende 3 jaar als werknemer als bedoeld in artikel 3 van de Werkloosheidswet en in dienstbetrekking van 8 of meer uren per week werkzaam is geweest of b. onmiddellijk voorafgaande aan het ontslag recht heeft op een uitkering op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet wordt de duur van het wachtgeld verlengd met: 3 maanden bij een arbeidsverleden van ten minste 5 jaar; 0,5 jaar bij een arbeidsverleden van ten minste 10 jaar; 1 jaar bij een arbeidsverleden van ten minste 15 jaar; 1,5 jaar bij een arbeidsverleden van ten minste 20 jaar; 16

17 2 jaar bij een arbeidsverleden van ten minste 25 jaar; 2,5 jaar bij een arbeidsverleden van ten minste 30 jaar; 3,5 jaar bij een arbeidsverleden van ten minste 35 jaar, en 4,5 jaar bij een arbeidsverleden van ten minste 40 jaar. 3. Het arbeidsverleden, bedoeld in het tweede lid, wordt vastgesteld door samentelling van: a. perioden, gelegen in de 5 jaar onmiddellijk voorafgaande aan het ontslag, waarover de betrokkene aantoont als werknemer als bedoeld in artikel 3 van de Werkloosheidswet en in dienstbetrekking van 8 of meer uren per week werkzaam te zijn geweest, en b. de periode gelegen tussen de 18e verjaardag van de betrokkene en de dag, gelegen 5 jaar voor het ontslag. 4. Perioden, waarin een betrokkene: a. recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 80%, of een toelage ontvangt op grond van artikel 58, eerste of derde lid, van de AAW, die al dan niet vermeerderd met een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering 70% of meer bedraagt van het dagloon, waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering is of zou zijn berekend; b. ter zake van een dienstbetrekking op grond waarvan hem door het Rijk invaliditeitspensioen was verzekerd, recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 80%, of een toelage ontvangt die naar aard en strekking overeenkomt met een toelage als bedoeld onder a, die al dan niet vermeerderd met de arbeidsongeschiktheids-uitkering 73% of meer bedraagt van de middelsom, waarnaar de arbeidsonge-schiktheidsuitkering is of zou zijn berekend; c. een uitkering ontvangt op grond van hoofdstuk III van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 80% of een toelage op grond van dat hoofdstuk, die al dan niet vermeer-derd met de arbeidsongeschiktheidsuitkering 70% of meer bedraagt van het dagloon, waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering is of zou zijn berekend; d. na beëindiging van zijn dienstbetrekking een uitkering ontvangt op grond van de Ziektewet over de maximale duur, bedoeld in artikel 29, tweede lid, van die wet; e. een uitkering ontvangt, die naar aard en strekking overeenkomt met een uitkering bedoeld onder a of d, worden, indien deze uitkeringen worden ontvangen in verband met een gewezen dienstbetrekking van 8 of meer uren per week, in aanmerking genomen voor de periode van drie jaar, bedoeld in het tweede lid, en voor de perioden gelegen in de vijf jaar, onmiddellijk voorafgaande aan het ontslag, bedoeld in het derde lid. 5. Voor de periode van drie jaar, bedoeld in het tweede lid, en voor de perioden gelegen in de vijf jaar, onmiddellijk voorafgaande aan het ontslag, bedoeld in het derde lid, worden perioden waarin een persoon een tot zijn huishouden behorend kind: a. beneden de leeftijd van 6 jaar verzorgt, zonder dat deze persoon in dienstbetrekking van 8 of meer uren per week werkzaam is geweest of een uitkering heeft ontvangen als bedoeld in het vierde lid volledig, en b. vanaf de leeftijd van 6 jaar doch beneden de leeftijd van 12 jaar verzorgt, zonder dat deze persoon in dienstbetrekking van 8 of meer uren per week werkzaam is geweest of een uitkering heeft ontvangen als bedoeld in het vierde lid, voor de helft in aanmerking genomen. 6. Voor de toepassing van het vijfde lid worden als periode van verzorging niet meegeteld de periode waarin: a. de verzorgende persoon als werknemer in de zin van een wettelijke regeling inzake werkloosheid recht heeft op een uitkering ter zake van werkloosheid, of b. de verzorging buiten Nederland plaatsvindt anders dan tijdens vakantie. 7. Indien er in een gezamenlijke huishouding meer verzorgende personen zijn als bedoeld in het vijfde lid, wordt voor de toepassing van dat lid als verzorgende persoon van het kind beschouwd, degene van deze personen die zij als zodanig hebben aangewezen. Ingeval geen verzorgende persoon wordt aangewezen zijn burgemeester en wethouders bevoegd een van hen die naar hun oordeel als 17

18 verzorgende persoon moet worden beschouwd, als zodanig aan te wijzen. 8. Voor de toepassing van het vijfde en zevende lid wordt onder: a. een kind verstaan een eigen, aangehuwd of pleegkind; b. een pleegkind verstaan een kind dat als eigen kind wordt onderhouden en opgevoed. 9. De regels die gesteld zijn krachtens artikel 17b, zevende lid, van de Werkloosheidswet, zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 10:8 1. In afwijking van artikel 10:7 wordt, indien dit leidt tot een langere wachtgeldduur, waarin tevens voor zover van toepassing de bijzondere verlenging als bedoeld in het vierde lid is begrepen, de duur van het wachtgeld vastgesteld overeenkomstig de volgende leden. 2. De duur van het wachtgeld wordt vastgesteld op drie maanden, vermeerderd voor de betrokkene: a. die op de dag van ontslag de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt met een duur gelijk aan 18% van de diensttijd; b. die op de dag van ontslag 21 jaar oud is met een duur van 19,5% van de diensttijd en zo vervolgens per leeftijdsjaar opklimmende met 1,5%; c. die op de dag van ontslag 60 jaar of ouder is, met een duur gelijk aan 78% van de diensttijd. 3. Ten aanzien van de betrokkene die bij de aanvang van de in het voorgaande lid bedoelde diensttijd in het genot was van wachtgeld, waarvan de duur is vastgesteld krachtens het eerste en tweede lid van dit artikel, of van een uitkering waarvan de duur is vastgesteld krachtens artikel 11:8, tweede lid van deze regeling, wordt bij de berekening van de duur van het wachtgeld op basis van het tweede lid mede in aanmerking genomen de diensttijd, welke bij de berekening van de duur van het eerder toegekende wachtgeld of de eerder toegekende uitkering in aanmerking is genomen. Op de aldus berekende duur wordt de duur van het eerder toegekende wachtgeld of de eerder toege-kende uitkering, met uitzondering van de verlenging, bedoeld in het volgende lid, in mindering gebracht. 4. In aanvulling op de duur van het wachtgeld van de betrokkene die ten tijde van het ontslag een diensttijd, voor zover geldig voor pensioen, van ten minste tien jaar heeft volbracht, wordt indien de som van zijn leeftijd en diensttijd ten tijde van het ontslag 60 jaren of meer bedraagt, na afloop van de termijn waarover wachtgeld is toegekend, een bijzondere verlenging verleend. Deze bijzondere verlenging duurt tot de eerste dag van de kalendermaand volgende op die waarin hij de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. 5. De verlenging als bedoeld in het vierde lid vindt niet plaats in het geval, dat ter zake van een eerder toegekend wachtgeld de vorenbedoelde verlenging reeds heeft plaatsgehad, tenzij de betrokkene nadien wederom een diensttijd, voor zover geldig voor pensioen, van ten minste tien jaar heeft vervuld. In dat geval blijft de tijd die in aanmerking is genomen bij de bijzondere verlenging, buiten aanmerking. Vervolgwachtgeld Artikel 10:9 1. De betrokkene, die het einde van de wachtgeldduur, bedoeld in artikel 10:7, tweede lid, heeft bereikt, heeft in aansluiting op dat wachtgeld recht op een vervolgwachtgeld. 2. De betrokkene die a. het einde van de wachtgeldduur bedoeld in artikel 10:7, eerste lid, heeft bereikt en b. voldoet aan de voorwaarde, bedoeld in artikel 10:7, tweede lid, onderdeel a of b, doch uitsluitend wegens zijn arbeidsverleden geen recht heeft op verlenging van de wachtgeldduur, heeft recht op een vervolgwachtgeld. 3. Behoudens het gestelde in de volgende leden is de duur van het vervolgwachtgeld een jaar. 4. De duur van het vervolgwachtgeld voor de betrokkene die op de dag van zijn ontslag 57,5 jaar of ouder is, bedraagt drie en een half jaar. 18

19 5. De betrokkene aan wie uitsluitend ingevolge het eerste en tweede lid van artikel 10:8 een wachtgeld is toegekend en die voldoet aan de voorwaarde, bedoeld in artikel 10:7, tweede lid, onderdeel a of b, heeft aansluitend recht op een vervolgwachtgeld indien het toegekende wachtgeld eindigt op een tijdstip gelegen binnen een jaar na de datum waarop zijn wachtgeld zou zijn beëindigd, wanneer dit zou zijn toegekend ingevolge artikel 10:7. Het vervolgwachtgeld eindigt op het tijdstip gelegen een jaar na de in de vorige volzin bedoelde datum. 6. De betrokkene die op de dag van zijn ontslag 57,5 jaar of ouder is, aan wie uitsluitend ingevolge het eerste en tweede lid van artikel 10:8 een wachtgeld is toegekend en die voldoet aan de voorwaarde, bedoeld in artikel 10:7, tweede lid, onderdeel a of b, heeft aansluitend recht op een vervolgwachtgeld indien het toegekende wachtgeld eindigt op een tijdstip gelegen binnen drie en een half jaar na de datum waarop zijn wachtgeld zou zijn beëindigd, wanneer dit zou zijn toegekend ingevolge artikel 10:7. Het vervolgwachtgeld eindigt op het tijdstip gelegen drie en een half jaar na de in de vorige volzin bedoelde datum. 7. Tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, zijn bepalingen van het wachtgeld van overeenkomstige toepassing op het vervolgwachtgeld. Bedrag van het wachtgeld Artikel 10:10 1. Het bedrag van het wachtgeld is gedurende de eerste drie maanden gelijk aan 87% van de bezoldiging, gedurende de daaropvolgende negen maanden 77% van die bezoldiging en vervolgens 67% van die bezoldiging. Bij intrekking van de Wet van 20 december 1984 (Stb. 1984, 657) worden de percentages, genoemd in de vorige volzin, met 3 procentpunten verhoogd. Het bedrag van het wachtgeld daalt echter niet beneden het bedrag van het pensioen waarop de betrokkene recht zou hebben indien hij uit de betrekking waaruit hij met recht op wachtgeld is ontslagen, op de dag van dat ontslag zou zijn gepensioneerd naar de diensttijd, voor zover geldig voor pensioen, en de berekeningsgrondslag, bedoeld in artikel 6.2 van het pensioenreglement, in de betrekking waaruit het wachtgeld is toegekend. 2. In afwijking van het vorige lid is het bedrag van het wachtgeld tijdens de verlenging bedoeld in artikel 10:8, vierde lid, gelijk aan het bedrag van het pensioen, bedoeld in het vorige lid, met dien verstande dat gedurende het eerste jaar van die verlenging het wachtgeld ten minste bedraagt 40% van de bezoldiging. Bedrag van het vervolgwachtgeld Artikel 10:11 1. Het bedrag van het vervolgwachtgeld is gelijk aan het minimumloon, met dien verstande dat dit bedrag nooit meer kan bedragen dan 70% van de bezoldiging. 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder het minimumloon verstaan het maandbedrag van het minimumloon bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, of, indien het een betrokkene jonger dan 23 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon, bedoeld in artikel 7, derde lid, en artikel 8, derde lid, van genoemde wet, beide vermeerderd met de daarvoor berekende vakantiebijslag, bedoeld in artikel 15 van die wet. Verplichtingen Artikel 10:12 1. Zolang de betrokkene de leeftijd van 55 jaren niet heeft bereikt, is hij verplicht een hem aangeboden betrekking, die hem in verband met zijn persoonlijkheid en omstandigheden redelijkerwijs kan worden opgedragen, te aanvaarden dan wel tot het verkrijgen van inkomsten gebruik te maken van elke gelegenheid die in verband met zijn persoonlijkheid en omstandigheden passend kan worden geacht. 2. Zolang de betrokkene de leeftijd van 55 jaar nog niet heeft bereikt, is hij verplicht zich bij het arbeidsbureau van zijn woonplaats als werkzoekende te doen inschrijven op de eerste werkdag, volgende op die waarop het ontslag ingaat, dan wel het recht op wachtgeld ontstaat. 19

20 3. De betrokkene, die op de dag van het ontslag metterwoon verblijf houdt in het buitenland dan wel nadien metterwoon verblijf gaat houden in het buitenland en die de leeftijd van 55 jaar nog niet heeft bereikt, is verplicht zich te doen inschrijven als werkzoekende bij een aldaar gevestigde instantie van arbeidsbemiddeling die daartoe de mogelijkheid biedt en die naar het oordeel van burgemeester en wethouders vergelijkbaar is met het arbeidsbureau. 4. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat de in het tweede en derde lid omschreven verplichting niet geldt voor bepaalde betrokkenen of groepen van betrokkenen die de leeftijd van 55 jaar nog niet hebben bereikt. 5. De betrokkene, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, is voorts verplicht zich te gedragen naar de voorschriften die hem door burgemeester en wethouders in het algemeen of voor enig bijzonder geval worden gegeven, strekkende tot het verkrijgen van een betrekking of andere bron van inkomsten. 6 De in het eerste tot en met vijfde lid bedoelde verplichtingen vinden overeenkomstige toepassing voor de ambtenaar zodra hem ontslag op grond van artikel 8:4 van deze regeling is verleend, dan wel het voornemen tot zodanig ontslag hem schriftelijk is medegedeeld. 7. Door het aanvaarden van het wachtgeld wordt de betrokkene geacht er in toe te stemmen, dat zij die naar het oordeel van burgemeester en wethouders daarvoor in aanmerking komen alle voor de uitvoering van deze regeling noodzakelijke inlichtingen geven. Verplichtingen bij ziekte Artikel 10:13 1. Indien betrokkene wegens ziekte ongeschikt is arbeid te verrichten, of daarvan is hersteld, is hij verplicht daarvan terstond mededeling te doen aan burgemeester en wethouders. 2. Burgemeester en wethouders stellen nadere voorschriften vast met betrekking tot de geneeskundige begeleiding van betrokkene als bedoeld in het eerste lid. 3. Indien betrokkene door het FAOP schriftelijk in kennis is gesteld van de mogelijkheid van het doen van een aanvraag voor een WAO-conforme uitkering, is hij verplicht binnen de bij of krachtens de WPA gestelde termijnen een WAO-conforme uitkering aan te vragen en alle medewerking te verlenen die noodzakelijk is voor het verkrijgen van deze uitkering. 4. Indien betrokkene als bedoeld in het derde lid, geen WAO-conforme uitkering aanvraagt en hem dit redelijkerwijs kan worden verweten, dan wel indien de betrokkene die recht heeft op een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, geen uitkering op grond van die wet aanvraagt en hem dit redelijkerwijs kan worden verweten, wordt voor de toepassing van dit hoofdstuk rekening gehouden met de WAO-conforme uitkering dan wel de uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering behorende bij een mate van arbeidsongeschiktheid van 80% of meer. 5. Indien als gevolg van handelingen of het nalaten van handelingen door betrokkene als bedoeld in het vierde lid, de WAO-conforme uitkering dan wel de uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering vermindering ondergaat, dan wel het recht daarop geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, en dit betrokkene redelijkerwijs kan worden verweten, wordt de bedoelde uitkering voor de toepassing van dit hoofdstuk steeds geacht onverminderd te zijn genoten. Verhuiskosten Artikel 10:14 Aan hem die op wachtgeld is of zal worden gesteld kan, indien hij elders arbeid of bedrijf ter hand gaat nemen, door burgemeester en wethouders een op de voet van de Verplaatsingskostenregeling te bepalen vergoeding in de kosten van een daartoe noodzakelijke verhuizing worden toegekend. Vermindering Artikel 10:15 1. Wanneer de betrokkene inkomsten verkrijgt uit of in verband met arbeid, waaronder mede wordt verstaan een uitkering krachtens de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, of bedrijf, ter hand 20

========= ===== * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5. * Suppletie 13:6 t/m 13:11. * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13

========= ===== * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5. * Suppletie 13:6 t/m 13:11. * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13 13 SUPPLETIE Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== * Begripsomschrijvingen 13:1 * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5 * Suppletie 13:6 t/m 13:11 * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13 * Scholing,

Nadere informatie

RECHTSPOSITIE GEMEENTE AMSTERDAM DEEL 1 zoals die gold op 31/

RECHTSPOSITIE GEMEENTE AMSTERDAM DEEL 1 zoals die gold op 31/ RECHTSPOSITIE GEMEENTE AMSTERDAM DEEL 1 zoals die gold op 31/12 2005 Ambtenarenreglement Amsterdam HOOFDSTUK V ZIEKTE 1.Algemene bepalingen Art. 501 onderbreking perioden van verhindering wegens ziekte

Nadere informatie

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N provinciaal blad nr. 29 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 30 juni 2005 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 21 juni 2005, nr. 2005-12.559, afd PO, tot

Nadere informatie

provinciaal blad besluiten: ARTIKEL I De Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies wordt gewijzigd als volgt:

provinciaal blad besluiten: ARTIKEL I De Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies wordt gewijzigd als volgt: provinciaal blad nr. 23 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 27 juni 2007 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 12 juni 2007, nr. 2007-27208, afd. PO, tot

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 900 21 januari 2010 Besluit van... houdende wijziging van het Algemeen rijksambtenarenreglement en enkele andere besluiten

Nadere informatie

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Nr 3213 ar. JZio GEMEENTE DORDRECHT UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Artikel l Deze verordening verstaat onder: a. ontslag: ontslag als bedoeld in artikel H 12a van het Algemeen Ambtenarenreglement

Nadere informatie

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. Artikel 8:5 Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid Lid 1 Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend op grond

Nadere informatie

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 30 juni 2006. Artikel 8:5 Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend op grond van

Nadere informatie

Wijziging van het Ambtenarenreglement 's-gravenhage en de Arbeidsovereenkomstenverordening inzake seniorenbeleid.

Wijziging van het Ambtenarenreglement 's-gravenhage en de Arbeidsovereenkomstenverordening inzake seniorenbeleid. rv 119 Bestuursdienst nr. PI6000388 Den Haag, 16 april 1996 Aan de gemeenteraad Wijziging van het Ambtenarenreglement 's-gravenhage en de Arbeidsovereenkomstenverordening inzake seniorenbeleid. 1. Inleiding.

Nadere informatie

Aanspraken bij ongeschiktheid wegens ziekte of gebrek

Aanspraken bij ongeschiktheid wegens ziekte of gebrek Hoofdstuk 7 Aanspraken bij ongeschiktheid wegens ziekte of gebrek 1. DEFINITIES definities Artikel 7:1 1. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. passende arbeid: alle arbeid die voor de krachten en

Nadere informatie

7 AANSPRAKEN BIJ ONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE OF GEBREK 1

7 AANSPRAKEN BIJ ONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE OF GEBREK 1 7 AANSPRAKEN BIJ ONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE OF GEBREK 1 Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ======== ===== 1 DEFINITIES * Definities 7:1 2 BEDRIJFSGENEESKUNDIGE BEGELEIDING EN GENEESKUNDIG ONDERZOEK * Bedrijfsgeneeskundige

Nadere informatie

HOOFDSTUK V ZIEKTE 1 ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK V ZIEKTE 1 ALGEMENE BEPALINGEN RECHTSPOSITIE GEMEENTE AMSTERDAM DEEL 1 Ambtenarenreglement Amsterdam HOOFDSTUK V ZIEKTE BS DB HO (1 januari 2006) 1 ALGEMENE BEPALINGEN Art. 501 T onderbreking periode van arbeidsongeschiktheid Achtereenvolgende

Nadere informatie

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement; Regeling uitkering substantieel bezwarende functies 2006 [Regeling vervalt per 01-04-2015.] Zichtdatum 07-02-2018 Geldend van 01-01-2010 t/m 31-03-2015 Regeling uitkering substantieel bezwarende functies

Nadere informatie

7 AANSPRAKEN BIJ ONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE OF GEBREK 1

7 AANSPRAKEN BIJ ONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE OF GEBREK 1 7 AANSPRAKEN BIJ ONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE OF GEBREK 1 Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ======== ===== 1 DEFINITIES * Definities 7:1 2 BEDRIJFSGENEESKUNDIGE BEGELEIDING EN GENEESKUNDIG ONDERZOEK * Bedrijfsgeneeskundige

Nadere informatie

Nr.97773/33 Middelburg, 11 maart Aan de Provinciale Staten van Zeeland

Nr.97773/33 Middelburg, 11 maart Aan de Provinciale Staten van Zeeland Wijziging rechtspositieregelingen Commissie: algemeen bestuur Nr. POI-389 Vergadering 18 april 1997 Agenda nr........... Gedeputeerde met de verdediging belast: D.J.P. Bruinooge Nr.97773/33 Middelburg,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 688 Besluit van 14 december 2004, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en enkele andere besluiten in verband met de invoering

Nadere informatie

B&W-Aanbiedingsformulier

B&W-Aanbiedingsformulier Behoudens advies van de commissie ROWR B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp wijziging Arbeidsvoorwaardenregeling: ontslag wegens arbeidsonge-schiktheid in overeenstemming met WIA-wetgeving BESLUITEN 1. De

Nadere informatie

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet;

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet; CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR53587_3 21 november 2017 ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN; Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet,

Nadere informatie

Overgangsbepalingen. Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels:

Overgangsbepalingen. Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 131 Pensioengevend inkomen bij werkloosheidsuitkering of ontslaguitkering Werknemer met een lopend recht ABP betaalt het ABP

Nadere informatie

Bijlage F: Ziekte- en arbeidsongeschiktheidsregeling

Bijlage F: Ziekte- en arbeidsongeschiktheidsregeling Bijlage F: Ziekte- en arbeidsongeschiktheidsregeling 1. Begripsbepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. partijen: MBO Raad, vereniging van MBO-instellingen en de

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) b e s l u i t :

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) b e s l u i t : GEMEENTE HOOGEVEEN Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) Het college van de gemeente Hoogeveen, gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2006 2007 30 937 Wijziging van de Toeslagenwet en intrekking van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid in verband met het verbeteren en vereenvoudigen

Nadere informatie

Verordening rechtspositie gemeentelijke ombudsman en directeur Rekenkamer Rotterdam 2004

Verordening rechtspositie gemeentelijke ombudsman en directeur Rekenkamer Rotterdam 2004 Verordening rechtspositie gemeentelijke ombudsman en directeur Rekenkamer Rotterdam 2004 De raad der Gemeente Rotterdam, Gelezen het voorstel van het presidium, gelet op het advies van de commissie voor

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid

Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid CVDR Officiële uitgave van Noord-Holland. Nr. CVDR373553_2 6 februari 2018 Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Gedeputeerde Staen van Noord-Holland; Besluiten vast

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) b e s l u i t :

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) b e s l u i t : GEMEENTE HOOGEVEEN Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) Het college van de gemeente Hoogeveen, gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden d.d. 17

Nadere informatie

Het artikel dat hieronder is weergegeven bevat de tekst zoals die gold op 30 juni 2008.

Het artikel dat hieronder is weergegeven bevat de tekst zoals die gold op 30 juni 2008. Het artikel dat hieronder is weergegeven bevat de tekst zoals die gold op 30 juni 2008. Artikel 8:5 Ontslag wegens arbeidsongeschiktheid Lid 1 Ontslag kan aan de ambtenaar worden verleend op grond van

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Nummer 48 van 2000 PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Gedeputeerde Staten van Zeeland maken bekend dat zij in hun vergadering van 31 oktober 2000 onder nummer 40 hebben vastgesteld: - de uitvoeringsregeling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 348 Besluit van 26 augustus 2003 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de toepasselijkheid van de

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid

Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid (geconsolideerde versie, geldend vanaf 7-4-2016) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel

Nadere informatie

CAR/UWO Alphen aan den Rijn 2016 (hfdst. 7-10d)

CAR/UWO Alphen aan den Rijn 2016 (hfdst. 7-10d) GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Alphen aan den Rijn. Nr. 61362 17 mei 2016 CAR/UWO Alphen aan den Rijn 2016 (hfdst. 7-10d) Het college van burgemeester en wethouders; Gelet op artikel 160,

Nadere informatie

De zesde wijziging car-uwo 2016 gemeente Marum. gelet op de ledenbrieven van het LOGA nummer 16/083 en 16/089;

De zesde wijziging car-uwo 2016 gemeente Marum. gelet op de ledenbrieven van het LOGA nummer 16/083 en 16/089; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Marum. Nr. 22879 13 februari 2017 De zesde wijziging car-uwo 2016 gemeente Marum Burgemeester en wethouders van de gemeente Marum; gelet op de ledenbrieven van

Nadere informatie

Ziekte en arbeidsongeschiktheidsregeling hbo februari 2013. Ziekte en arbeidsongeschiktheidregeling Hoger Beroepsonderwijs (ZAHBO)

Ziekte en arbeidsongeschiktheidsregeling hbo februari 2013. Ziekte en arbeidsongeschiktheidregeling Hoger Beroepsonderwijs (ZAHBO) Ziekte en arbeidsongeschiktheidregeling Hoger Beroepsonderwijs (ZAHBO) Colofon Titel: Ziekte en arbeidsongeschiktheidsregeling Hoger Beroepsonderwijs (ZAHBO) Den Haag, HBO-raad, 2000 (laatstelijk gewijzigd

Nadere informatie

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken Cao Openbare Bibliotheken 2015-2019 Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken Gewijzigde artikelen met terugwerkende kracht per 1 januari 2018 Hoofdstuk II Salariëring en vergoedingen Artikel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 703 Besluit van 21 december 1995, houdende vaststelling van het tijdelijk Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Rotterdam. Nr. 178001 16 december 2016 Wijziging Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016, Uitvoeringsregeling salaris, vergoedingen, toelagen

Nadere informatie

Ziekte- en Arbeidsongeschiktheidsregeling Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven 2013

Ziekte- en Arbeidsongeschiktheidsregeling Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven 2013 Ziekte- en Arbeidsongeschiktheidsregeling Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven 2013 Inhoud Artikel 1. Begripsbepalingen... 3 Artikel 2. Bedrijfsgezondheidszorg... 4 Artikel 3. Ziekte en arbeidsongeschiktheid...

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Noord-Brabant

Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Noord-Brabant CVDR Officiële uitgave van Noord-Brabant. Nr. CVDR362509_2 6 december 2016 Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Nadere informatie

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 32421 Wijziging van verschillende wetten in verband met harmonisatie en vereenvoudiging van deze wetten ten behoeve van de uitvoering van die wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

Zesde wijziging CAR-UWO 2016 gemeente Leek. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

Zesde wijziging CAR-UWO 2016 gemeente Leek. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Leek. Nr. 18362 6 februari 2017 Zesde wijziging CAR-UWO 2016 gemeente Leek Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek; gelezen het advies

Nadere informatie

c. de vergoeding in geld voor wacht- en storingsdienst, gemiddeld per maand over de voorafgaande periode van 12 maanden;

c. de vergoeding in geld voor wacht- en storingsdienst, gemiddeld per maand over de voorafgaande periode van 12 maanden; Hoofdstuk 11 Sociale zekerheid en Pensioen Artikel 11.1 Algemene bepalingen Artikel 11.1.1 Definities In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. volledig en duurzaam arbeidsongeschikt: is hij/zij die als

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 185 Besluit van 4 april 2003, houdende wijziging van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair en voortgezet

Nadere informatie

BESLUIT BOVENWETTELIJKE UITKERINGEN BIJ WERKLOOSHEID VOOR DE SECTOR RIJK

BESLUIT BOVENWETTELIJKE UITKERINGEN BIJ WERKLOOSHEID VOOR DE SECTOR RIJK BESLUIT BOVENWETTELIJKE UITKERINGEN BIJ WERKLOOSHEID VOOR DE SECTOR RIJK (Tekst zoals deze geldt op 21 januari 2012) BESLUIT van 19 juni 1996, houdende vaststelling van de regeling inzake de aanvullende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 221 Wijziging van een aantal sociale verzekeringswetten (Wet afschaffing malus en bevordering reïntegratie) Nr. 6 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Vaststelling Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid

PROVINCIAAL BLAD. Vaststelling Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Drenthe. Nr. 1812 30 maart 2016 Vaststelling Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Besluit van Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 49gg, achtste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 49gg, achtste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1206 12 januari 2016 Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 7 januari 2016, nr. 2016-0000006820, houdende

Nadere informatie

ZANU o Oktober Regelingen Sociale Zekerheid CAO Nederlandse Universiteiten 3

ZANU o Oktober Regelingen Sociale Zekerheid CAO Nederlandse Universiteiten 3 ZANU 2006 o Oktober 2006 Regelingen Sociale Zekerheid CAO Nederlandse Universiteiten 3 Vereniging van Universiteiten (VSNU) Lange Houtstraat 2 Postbus 13739 2501 ES Den Haag telefoon: : 070 302 14 00 fax

Nadere informatie

Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 2 EA95/U december Departementsonderdeel

Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 2 EA95/U december Departementsonderdeel Aan De Korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen De Korpsbeheerder van het Korps landelijke politiediensten i.a.a. - de Korpschefs van de regionale politiekorpsen en de Korpschef van het Korps landelijke

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 02-02-2015) Besluit van 19 juni 1996, houdende vaststelling van de regeling inzake de aanvullende voorzieningen bij werkloosheid van rijksambtenaren (Besluit bovenwettelijke uitkeringen

Nadere informatie

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 31 december 2005.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 31 december 2005. De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 31 december 2005. 7:1 Definities In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a b c d passende arbeid: alle arbeid die voor de

Nadere informatie

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING

REGLEMENT WGA-HIAATREGELING REGLEMENT WGA-HIAATREGELING STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE KOOPVAARDIJ GELDEND OP 1 JANUARI 2012 januari 2012 REGLEMENT WGA-HIAATREGELING ARTIKEL 1 Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 01-01-2011) Besluit van 18 december 2000, houdende vaststelling van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie, alsmede houdende wijziging van onder meer het Besluit

Nadere informatie

REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino 1 REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: a. het fonds : Stichting Pensioenfonds Holland Casino; b.

Nadere informatie

UITVOERINGSREGELING RECHTEN EN PLICHTEN BIJ ZIEKTE EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

UITVOERINGSREGELING RECHTEN EN PLICHTEN BIJ ZIEKTE EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID CVDR Officiële uitgave van Regionale uitvoeringsdienst Zeeland. Nr. CVDR390862_2 13 juni 2017 UITVOERINGSREGELING RECHTEN EN PLICHTEN BIJ ZIEKTE EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID Deze onderstaande tekst is een

Nadere informatie

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet;

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet; CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR51942_2 21 november 2017 ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN; Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet,

Nadere informatie

ZANU 2008. o Januari 2008. Regelingen Sociale Zekerheid CAO Nederlandse Universiteiten 3

ZANU 2008. o Januari 2008. Regelingen Sociale Zekerheid CAO Nederlandse Universiteiten 3 ZANU 2008 o Januari 2008 Regelingen Sociale Zekerheid CAO Nederlandse Universiteiten 3 Vereniging van Universiteiten (VSNU) Lange Houtstraat 2 Postbus 13739 2501 ES Den Haag telefoon: : 070 302 14 00 fax

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 464 Wijziging van de Werkloosheidswet, de Ziektewet en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen om cumulatie van de uitkeringsduur op grond

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 49 Besluit van 5 december 2000, houdende wijziging van het Besluit Werkloosheid onderwijs en onderzoekpersoneel (samenloop bevallingsuitkering

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. UITVOERINGSREGELING RECHTEN EN PLICHTEN BIJ ZIEKTE EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID (krachtens artikel E.8 van de CAP)

PROVINCIAAL BLAD. UITVOERINGSREGELING RECHTEN EN PLICHTEN BIJ ZIEKTE EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID (krachtens artikel E.8 van de CAP) PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Limburg. Nr. 855 17 februari 2015 UITVOERINGSREGELING RECHTEN EN PLICHTEN BIJ ZIEKTE EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID (krachtens artikel E.8 van de CAP) Paragraaf

Nadere informatie

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging 3 Salaris en vergoedingsregelingen Bezoldiging Artikel 3:1 1 Met inachtneming van artikel 1:2:1 wordt aan de ambtenaar binnen het kader van een lokaal vast te stellen bezoldigingsregeling een bezoldiging

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Bijlage(n)

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) b e s l u i t :

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) b e s l u i t : GEMEENTE HOOGEVEEN Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) Het college van de gemeente Hoogeveen, gezien de circulaires van het Landelijk Overleg Gemeentelijke

Nadere informatie

REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino 1 REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: a. het fonds : Stichting Pensioenfonds Holland Casino; b.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 378 Besluit van 1 augustus 1995 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren (aanvulling invaliditeitspensioen bij door

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 221 Besluit van 13 april 2006, houdende wijziging van het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel primair en voortgezet

Nadere informatie

Marz/CvA/U200516003 Lbr. 05/136 CVA/LOGA 05/40

Marz/CvA/U200516003 Lbr. 05/136 CVA/LOGA 05/40 Brief aan de leden T.a.v. het college informatiecentrum tel. (070) 373 8021 onderwerp WIA en wijziging CAR-UWO uw kenmerk ons kenmerk Marz/CvA/U200516003 Lbr. 05/136 CVA/LOGA 05/40 bijlage(n) 2 datum 21

Nadere informatie

Uitkeringsverordening raadsleden Zoetermeer 1994 Versie geldig van 12 april 1994 tot 25 december 2004

Uitkeringsverordening raadsleden Zoetermeer 1994 Versie geldig van 12 april 1994 tot 25 december 2004 Uitkeringsverordening raadsleden Zoetermeer 1994 Versie geldig van 12 april 1994 tot 25 december 2004 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Zoetermeer Officiële

Nadere informatie

Ziektekostenstelsel ten behoeve van ambtenaren in de zin van het Ambtenarenreglement s-gravenhage.

Ziektekostenstelsel ten behoeve van ambtenaren in de zin van het Ambtenarenreglement s-gravenhage. rv 113 Bestuursdienst nr. PI9900204 Den Haag, 11 mei 1999 Aan de gemeenteraad Ziektekostenstelsel ten behoeve van ambtenaren in de zin van het Ambtenarenreglement s-gravenhage. Wij zijn in overleg met

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) b e s l u i t :

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) b e s l u i t : GEMEENTE HOOGEVEEN Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO) Het college van de gemeente Hoogeveen, gezien de circulaire van het Landelijk Overleg Gemeentelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 424 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, de Wet privatisering ABP, de Werkloosheidswet en de Ziektewet in verband met

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Nummer 39 van 2000 PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Vaststelling FPU-plusregeling Provincies Gedeputeerde staten van Zeeland maken bekend, dat de staten van deze provincie in hun vergadering van 22 september

Nadere informatie

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland en

Nadere informatie

Raadsbijlage Voorstel verband houdend met de arbeidsvoorwaarden van het gemeentepersoneel

Raadsbijlage Voorstel verband houdend met de arbeidsvoorwaarden van het gemeentepersoneel gemeente Eindhoven Dienst Bestuursondersteuning Raadsbijlage nummer r64 Inboeknummer 98KoozzS4 Beslisdatum B&W zr juli 1998 D os siernu mmer 830. 3 I I Raadsbijlage Voorstel verband houdend met de arbeidsvoorwaarden

Nadere informatie

Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ]

Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ] 1. Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ] Dit is een globaal overzicht van de wet en de ter uitvoering daarvan genomen besluiten, aan dit overzicht kan geen enkel

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121 GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121 Burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis; gezien de instemming van de plaatselijke commissie voor georganiseerd overleg; besluiten: vast te stellen de volgende: VERORDENING,

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Nr. 1337 29 november 2018 3e Wijziging Besluit bezwarende functie VRR Het Dagelijks

Nadere informatie

BOVENWETTELIJKE WERKLOOSHEIDSREGELING KENNISCENTRA BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN

BOVENWETTELIJKE WERKLOOSHEIDSREGELING KENNISCENTRA BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN BOVENWETTELIJKE WERKLOOSHEIDSREGELING KENNISCENTRA BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN 2013 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN... 3 Artikel 1. Definities... 3 Artikel 2. Beperking aanspraken op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 257 Wijziging van het urgerlijk Wetboek, het uitengewoon esluit Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 15 AUGUSTUS 2006 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN

Nadere informatie

11 UITKERINGSREGELING ONTSLAG

11 UITKERINGSREGELING ONTSLAG 11 UITKERINGSREGELING ONTSLAG Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== * Betrokkene 11:1 * Lichamen 11:2 * Diensttijd 11:3 * Dienstbetrekking 11:4 * Bezoldiging 11:5 * Recht op uitkering 11:6 *

Nadere informatie

Citeertitel: Landsverordening bijzondere rechtspositionele bepalingen Kustwachtpersoneel. Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no.

Citeertitel: Landsverordening bijzondere rechtspositionele bepalingen Kustwachtpersoneel. Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. Intitulé : LANDSVERORDENING van 9 maart 2000, houdende bijzondere regels inzake de rechtspositie van Arubaanse ambtenaren, werkzaam bij de Kustwacht voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten alsmede voor de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 565 Wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers in verband met de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en de pensioenrichtleeftijd

Nadere informatie

Gelet op artikel C.22 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies;

Gelet op artikel C.22 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies; Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 12 juli 2016, nr. 805709, tot vaststelling van de Jubileumgratificatieregeling Noord-Holland 2016 Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Gelet op artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 073 Aanpassing van enige arbeidsrechtelijke bepalingen die een belemmering kunnen vormen voor werknemers en ambtenaren die na de AOW-gerechtigde

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI ONTSLAG, ANDERS DAN BIJ WIJZE VAN STRAF 1 ONTSLAG OP VERZOEK VAN DE AMBTENAAR

HOOFDSTUK XI ONTSLAG, ANDERS DAN BIJ WIJZE VAN STRAF 1 ONTSLAG OP VERZOEK VAN DE AMBTENAAR RECHTSPOSITIE GEMEENTE AMSTERDAM DEEL 1 Ambtenarenreglement Amsterdam HOOFDSTUK XI ONTSLAG, ANDERS DAN BIJ WIJZE VAN STRAF 1 ONTSLAG OP VERZOEK VAN DE AMBTENAAR Art. 1101 ontslag op eigen verzoek (24 september

Nadere informatie

Artikel 2:1 Tenzij bij of krachtens wet of raadsbesluit anders is of wordt bepaald, geschiedt de aanstelling door het college.

Artikel 2:1 Tenzij bij of krachtens wet of raadsbesluit anders is of wordt bepaald, geschiedt de aanstelling door het college. 2 Aanstelling en arbeidsovereenkomst Aanstelling: het bevoegd gezag Artikel 2:1 Tenzij bij of krachtens wet of raadsbesluit anders is of wordt bepaald, geschiedt de aanstelling door het college. Aanstelling

Nadere informatie

Nota van B&W. 2. Correctie Uitwerking CAO gemeenten 2007-2009 (Lbr. 08/071, CVA/LOGA 08/19)

Nota van B&W. 2. Correctie Uitwerking CAO gemeenten 2007-2009 (Lbr. 08/071, CVA/LOGA 08/19) Nota van B&W Onderwerp Wijziging Ambtenarenreglement n.a.v. EU richtlijn Gelijke behandeling arbeidscontractanten, Correctie uitwerking CAO sector Gemeenten 2007-2009 en Herziening van het bovenwettelijk

Nadere informatie

gelet op het resultaat van het overleg in de commissie van georganiseerd overleg (GO) van 22 november 2000;

gelet op het resultaat van het overleg in de commissie van georganiseerd overleg (GO) van 22 november 2000; De raad van de gemeente Menaldumadeel; overwegende dat VNG een voorbeeld bezoldigingsverordening heeft ontworpen als handreiking voor gemeenten die hun locale verordening willen aanpassen; dat het aanbeveling

Nadere informatie

BIZ Wet privatisering Abp, Wet kaderregeling vut Bekendmaking wijzigingen pensioenen fpu-regeling overheidspersoneel

BIZ Wet privatisering Abp, Wet kaderregeling vut Bekendmaking wijzigingen pensioenen fpu-regeling overheidspersoneel BIZ Wet privatisering Abp, Wet kaderregeling vut Bekendmaking wijzigingen pensioenen fpu-regeling overheidspersoneel 11 augustus 1997/Nr. AB97/917 DGMP/AO/U Gelet op artikel 4, zesde lid, van de Wet privatisering

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015 PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN Juni 2015 ARTIKEL 1 Begripsbepalingen De definities en de begripsomschrijvingen zoals vermeld in

Nadere informatie

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland.

Nadere informatie

Regeling Ziekte en Arbeidsongeschiktheid personeel OnderzoekInstellingen (ZAOI)

Regeling Ziekte en Arbeidsongeschiktheid personeel OnderzoekInstellingen (ZAOI) Regeling Ziekte en Arbeidsongeschiktheid personeel OnderzoekInstellingen (ZAOI) 1 Cao-partijen, zijn, gelet op artikel 4.5 eerste en vijfde lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Nadere informatie

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 31 december 2005.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 31 december 2005. De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 31 december 2005. 7:1 Definities In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a b c d passende arbeid: alle arbeid die voor de

Nadere informatie

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO HOOFDSTUK 1, ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 begripsbepalingen 1. Voor de toepassing van dit reglement gelden de begripsbepalingen als omschreven in artikel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 303 Besluit van 30 mei 1996, houdende wijziging van het koninklijk besluit van 25 juni 1993, houdende vaststelling van regelen, bedoeld in de

Nadere informatie

Ziekte- en Arbeidsongeschiktheidsregeling Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie 2005

Ziekte- en Arbeidsongeschiktheidsregeling Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie 2005 Ziekte- en Arbeidsongeschiktheidsregeling Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie 2005 ZAR-BVE 2005 Inhoud Artikel 1. Begripsbepalingen... 4 Artikel 2. Bedrijfsgezondheidszorg... 5 Artikel 3. Ziekte en

Nadere informatie

Gemeente Nijkerk Deel C van Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Nijkerk per 1 november 2015

Gemeente Nijkerk Deel C van Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Nijkerk per 1 november 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nijkerk. Nr. 101866 30 oktober 2015 Gemeente Nijkerk Deel C van Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Nijkerk per 1 november 2015 In deze bekendmaking is de Arbeidsvoorwaardenregeling

Nadere informatie

De wijzigingen gaan, met terugwerkende kracht, in per 1 januari Artikel 18:1:5, eerste lid, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

De wijzigingen gaan, met terugwerkende kracht, in per 1 januari Artikel 18:1:5, eerste lid, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden: A Wijzigingen in het Reglement Arbeidsvoorwaarden Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant als gevolg van circulaire CVA/U201200224 per 1 januari 2012. Wijzigingen UWO De wijzigingen gaan, met terugwerkende

Nadere informatie

1. Op de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die wordt ontslagen wegens:

1. Op de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die wordt ontslagen wegens: Hoofdstuk 14 Activeringsregeling (per 1 juli 2015) en pensioen A Activeringsregeling Artikel 1 Werkingssfeer 1. Op de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die wordt ontslagen wegens:

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 3 De overlijdensuitkering 8 Artikel 13 Overlijdensuitkering 8

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 3 De overlijdensuitkering 8 Artikel 13 Overlijdensuitkering 8 BWOI 2018 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen 1 Artikel 1 Definities 1 Artikel 2 Beperking aanspraken op grond van deze regeling 2 Artikel 3 Indexering 2 Hoofdstuk 2 Bovenwettelijke uitkering

Nadere informatie