Stuurgroep Noordzeekanaalgebied Projectgroep Scheepsafvalstoffen. Draaiboek handhaving afvalstoffen van de zeescheepvaart

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Stuurgroep Noordzeekanaalgebied Projectgroep Scheepsafvalstoffen. Draaiboek handhaving afvalstoffen van de zeescheepvaart"

Transcriptie

1 Stuurgroep Noordzeekanaalgebied Projectgroep Scheepsafvalstoffen Draaiboek handhaving afvalstoffen van de zeescheepvaart

2 Aan dit draaiboek en eventueel aangehechte bijlage(s) kunnen geen rechten worden ontleend.

3 Voorwoord. Voor u ligt een eerste versie van een draaiboek handhaving afvalstoffen van de zeescheepvaart. Het is het resultaat van een projectgroep van toezichthouders uit de dagelijkse praktijk. Naar aanleiding van het incident rondom de Probo Koala, waarbij onvoldoende samenwerking tussen de verschillende diensten is geconstateerd, is op initiatief van de VROM-Inspectie Noord-West en onder de vlag van de regionale stuurgroep Noordzeekanaalgebied de reeds bestaande samenwerking aangewend om tot een praktisch uitvoerbaar draaiboek te komen. Daarbij is aansluiting gezocht met partners uit de regio Rotterdam en de Inspectie Verkeer en Waterstaat, om via gezamenlijke expertise te komen tot een landelijk gedeelde werkwijze. Dit is dus geknipte tekst uit het draaiboek HH afvalstoffen van de zeescheepvaart. De problematiek rondom de Probo Koala had met name betrekking op afvalstoffen, afkomstig van residuen van vloeibare lading. De werkgroep heeft vanuit pragmatisch oogpunt de problematiek rondom afvalstoffen van zeeschepen breder benaderd en ook de afvalstoffen, die vrijkomen tijdens het reguliere bedrijf aan boord van een zeeschip, in beschouwing genomen. Ook omdat vanuit milieuoogpunt naast de case van de Probo Koala diverse malen de kwestie van reguliere bedrijfsafvalstoffen van zeeschepen in het kader van de zogenaamde HOI-richtlijn 2000/59/EC op de politieke agenda stond en nog steeds staat. Dit is dus geknipte tekst uit het draaiboek HH afvalstoffen van de zeescheepvaart. Tijdens de sessies van de projectgroep ontstond al snel het inzicht, dat de problematiek rondom afvalstoffen van zeeschepen een ketenbenadering vereist. In elke fase van deze keten, onderscheiden in ontdoener (zeeschip), inzameling en verwerking, gelden namelijk verschillende wet- en regelgeving met verschillen in definities. Ook zijn andere bevoegde autoriteiten aan zet en is andere expertise benodigd. Een ketenbenadering veronderstelt samenwerking, onderlinge informatie-uitwisseling en het besef dat in elke fase van de keten andere begrippen en definities gelden. Dit is dus geknipte tekst uit het draaiboek HH afvalstoffen van de zeescheepvaart. De projectgroep heeft vanuit het doel van voorkoming van illegale lozingen, vervuiling van het milieu en mogelijke gezondheidsrisico s in elke fase van de keten gekozen voor een benadering van risico gestuurd toezicht, waarbij vanuit de aanwezige expertise en ervaringen de risicomomenten in deze fases zijn benoemd. Dit is dus geknipte tekst uit het draaiboek HH afvalstoffen van de zeescheepvaart. De benadering van afvalstoffen afkomstig van zeeschepen via dit model heeft gevolgen voor de benodigde capaciteit en middelen van de betrokken diensten en kent enige belemmeringen als het gaat om benodigde bevoegdheden om op deze wijze te werken. Daarnaast is dit model een inschatting van de werkgroep vanuit de aanwezige expertise; toetsing aan de praktijk dient echter nog plaats te vinden. Werken volgens dit model voorziet in samenwerken met de verschillende partners in de keten en bewerkstelligt dat dubbele controles worden voorkomen en er effectief en efficiënt wordt gehandhaafd. Wel zal het aantal inspecties, dat door de overheid moet worden gedaan bij deze werkwijze naar inschatting van de projectgroep toenemen, hetgeen zoals al genoemd extra capaciteit en middelen (en dus extra kosten) zal vergen. Dit is dus geknipte tekst uit het draaiboek HH afvalstoffen van de zeescheepvaart.

4 Alvorens er een beslissing genomen kan worden om het voorgestelde model als reguliere werkwijze te gaan hanteren, zal het in de praktijk moeten worden getoetst. De projectgroep stelt daarom voor een aantal pilots uit te voeren op basis van dit draaiboek. De pilots zouden zowel in de regio s Amsterdam als Rotterdam moeten plaatsvinden en zowel betrekking moeten hebben op afval afkomstig van residuen van vloeibare lading als de reguliere bedrijfsafvalstoffen van zeeschepen. Tijdens de uitvoering van de pilots kunnen de veronderstelde verbeterpunten beter in kaart worden gebracht en de schattingen van benodigde capaciteit en middelen in de praktijk worden getoetst. Bovenal zal een beeld ontstaan of werken via dit model resultaten oplevert vanuit de beoogde doelstelling: voorkoming van illegale lozingen, vervuiling van het milieu en mogelijke gezondheidsrisico s. Dit is dus geknipte tekst uit het draaiboek HH afvalstoffen van de zeescheepvaart. Commitment van de directies van de betrokken toezichthoudende instanties zal nodig zijn, om over te gaan tot uitvoering van de beoogde pilots, aangezien dit beslag zal leggen op capaciteit en middelen en de uitvoering zal moeten passen in de jaarplannen van deze instanties. Dit is dus geknipte tekst uit het draaiboek HH afvalstoffen van de zeescheepvaart. Daarnaast zal na de uitvoering van de pilots politiek commitment nodig zijn ten aanzien van het feit, dat uit de evaluatie van de pilotprojecten resultaten naar voren kunnen komen, die gevolgen hebben voor een wijziging van de bestaande reguliere werkwijzes en gestelde prioriteiten, alsmede mogelijke aanpassingen van verantwoordelijkheden en bevoegdheden in vigerende wetgeving. Aangezien afvalstoffen van de zeescheepvaart een bredere reikwijdte hebben dan alléén de Nederlandse zeehavens, zal bij deze politieke overweging in ieder geval aandacht moeten zijn voor de situatie met betrekking tot regelgeving en handhavingsniveau s in andere Europese zeehavens. Dit is dus geknipte tekst uit het draaiboek HH afvalstoffen van de zeescheepvaart. De projectgroep

5 Management samenvatting. Na het incident met afval afkomstig van de Probo Koala is o.a. geconstateerd dat er onvoldoende samenwerking bestaat tussen de verschillende inspectiediensten. Om deze reden is op initiatief van de VROM-Inspectie Noord-West een praktisch uitvoerbaar draaiboek opgesteld voor de betrokken inspectiediensten. Het Draaiboek handhaving afvalstoffen van de zeescheepvaart is een product van een projectgroep van toezichthouders uit de dagelijkse praktijk uit de regio s Amsterdam en Rotterdam. De projectgroep heeft van februari 2007 tot 6 juni 2007 onderzocht welke samenwerking nodig is om de kans op milieucalamiteiten (door illegale lozing, vervuiling, gezondheidsrisico s, verkeerd inzamelen of verwerken) op het gebied van afvalstoffen van zeeschepen te beperken. Om dit te bereiken zal de samenwerking tussen partners verbeterd dienen te worden door het opstellen van dit draaiboek en dit in de praktijk toetsen met pilots. Daarnaast zijn de rollen van de inspectiediensten geïnventariseerd en zijn de huidige risico s in beeld gebracht tijdens de handhaving. De projectgroep beoogt een landelijke afstemming en harmonisatie bij de inspectiediensten. Wetgeving en handhaving In het draaiboek wordt beschreven welke wetgeving en handhaving van toepassing is in de keten van scheepsafvalstoffen. Hieruit blijkt onder meer dat er 5 verschillende categorie indelingen zijn voor 12 verschillende afvalstromen. De verschillende indelingen zijn opgenomen in regelgeving die in de verschillende fasen van de keten van toepassing zijn. Zo is de internationale wetgeving van toepassing bij de afgifte door het zeeschip, maar ook nationale wetgeving voor het transport en verwerking van het afval beschreven. In dit draaiboek worden de urgentie van handhaving beschreven in 4 handhavingniveaus (normaal, aandacht, verdenking en afbouw). Bij een (dreigende) crisis wordt opgeschaald naar de crisisorganisaties. Keten De keten van afvalstoffen van de zeescheepvaart kent een drietal duidelijk te onderscheiden fasen: de ontdoener (het zeeschip), de inzamelaar en de be-/verwerker van afvalstoffen. Iedere fase kent afzonderlijke wet- en regelgeving, verschillende bevoegde gezagen en dus verschillende toezichthoudende instanties. De eerste fase is een zeeschip dat afval genereert. Dit kan afval zijn afkomstig door de normale bedrijfsvoering van het schip (bijvoorbeeld machinekamerolie, huisvuil en sanitair afvalwater), of door de lading. De meeste koopvaardijschepen dienen de bezoekende havenautoriteit vooraf te informeren over de aanwezige hoeveelheid afval en welke afvalstromen het schip af gaat geven in de haven. De havenautoriteit heeft hierin een administratieve functie en is niet aangewezen als toezichthouder. Het toezicht op de naleving in de haven voor de afgifte van afval door zeeschepen is een taak van de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Onder haar toezichttaak vallen zeeschepen onder Nederlandse vlag, maar ook zeeschepen onder vreemde vlag die een Nederlandse zeehaven aandoen. Indien zeeschepen afval willen afgeven in een Nederlandse haven, dient dit te gebeuren aan een havenontvangstvoorziening (HOV). Alle Nederlandse zeehavens hebben HOV s aangewezen voor het inzamelen van afvalstoffen van zeeschepen. De inzamelaars van scheepsafvalstoffen dienen tevens te

6 beschikken over een inzamelvergunning op grond van de Wet milieubeheer (Wm), welke door de Minister van VROM wordt verleend. In de inzamelfase (Wm) zijn alle afvalstoffen die van een schip komen scheepsafvalstoffen; hierin wordt geen onderscheid gemaakt tussen ladingresiduen en afvalstoffen die vrijkomen uit de bedrijfsvoering van het zeeschip, zoals in de internationale wetgeving voor zeeschepen. De feitelijke acceptatie is het moment waarop de afvalstoffen via de afgifteflens het schip verlaten en de inzamelaar alle verantwoordelijkheden overneemt van de ontdoener. De VROM-Inspectie heeft op grond van de Wm tot taak toe te zien op het vervoeren, inzamelen, verhandelen en bemiddelen van of in afvalstoffen aan de landzijde. Uiteindelijk moeten de afvalstoffen van de zeescheepvaart worden be- en/of verwerkt. Bedrijven die zich bezighouden met de opslag en be- en verwerking of verwijdering van buiten de inrichting afkomstige afvalstoffen moeten beschikken over een provinciale Wm vergunning en een Wvo vergunning verleend door de waterkwaliteitsbeheerder. Het beleid voor de doelmatigheidsbeoordeling van een Wm vergunningaanvraag voor het opslaan, be- en verwerken of vernietigen van gevaarlijke afvalstoffen is nader uitgewerkt in het Landelijk afvalbeheers Plan (LAP). In principe verleent Gedeputeerde Staten een Wm-vergunning aan dergelijke bedrijven (provincie Noord-Holland en provincie Zuid-Holland). De bevoegdheid vergunning te verlenen voor afvalverwerkende bedrijven te Amsterdam, is gedelegeerd aan het College van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam (Dienst Milieu en Bouwtoezicht). Voor Rotterdam-Rijnmond ligt deze verantwoordelijkheid bij de DCMR Milieudienst Rijnmond, namens de provincie Zuid-Holland. Risico analyse Met het inzicht in de keten is vervolgens een risicoanalyse uitgevoerd. De keten kent een aantal duidelijke risicomomenten waar de handhaving op moet worden toegespitst. Als een schip binnenkomt in de haven is er een verhoogd risico, indien: het schip op een lijst van veroordeelden voorkomt; geen of een onvolledige melding doet betreffende haar afvalstoffen; als de voorgaande of de komende haven onbekend, of buiten de EU is; als de laatste haven van afgifte een langere periode terug is; wel een melding heeft gedaan maar toch besluit niet af te geven. Bij de inzameling bestaan de volgende risico s: geen inzamelvergunning; niet naleven van de vergunningvoorschriften (m.n. acceptatievoorschriften en rapporteren of leveren van onjuiste informatie); geen vooracceptatie bij inzameling van scheepsafvalstoffen en ontbreken van wettelijke grondslag. Monstername is daarom in de inzamelvergunning niet voorgeschreven; de vooracceptatie vindt meestal plaats per fax of per . De samenstelling van het scheepsafval inclusief een schatting van de hoeveelheden en de parameters worden vooraf door een scheepsagent (namens de kapitein van het zeeschip) opgegeven. Bij de be- en verwerking bestaan de volgende risico s: het afval kan al zijn opgeslagen in een opslagtank van het bedrijf, voordat de analyseresultaten bekend zijn. Het verwerkende bedrijf (van vloeibare afvalstromen) neemt, als het inzamelvaartuig aan de kade ligt, altijd een monster van de af te geven partijen; de opgegeven parameters door de scheepsagent niet altijd overeen met de gegevens van verwerkers. Hetzelfde geldt voor de partijen die worden afgegeven door een inzamelaar. in 99% van de gevallen worden afvalstoffen van de zeescheepvaart ingezameld als een laag risicohoudende afvalstof terwijl in veel gevallen de eigenaar onbekend is. Eén scheepsagent kan veel rederijen bedienen en bekend zijn met een veelvoud aan charteraars, waardoor tijdens één reis de lading en daarmee ook het afval diverse keren van eigenaar kan wisselen. Het is dan bijna onmogelijk om de oorspronkelijke ontdoener nog te achterhalen voor de betrokken inspectiediensten. Uitgangspunt moet zijn dat bij een onbekende ontdoener de afvalstof als hoog risico moet worden ingeschat en niet als een laag risico houdende afvalstof.

7 Verander en verbeterpunten Voor de werkzaamheden van de toezichthouders zijn verbeterpunten geformuleerd ten opzichte van de situatie voor de Probo Koala: Uitbreiden bevoegdheden havenbeheerder voor de afvalstoffenmelding en controlebevoegdheden; Afstemming van definities in de gehele keten van afvalstoffen van zeeschepen; Een duidelijke positionering van het Landelijke Afval Plan, m.n. acceptatiebeleid en privaatrechterlijke contracten die inzamelaars en verwerkers sluiten met ontdoeners; Status van het S-formulier vastleggen in wetgeving. Tevens is een inschatting gemaakt van de mogelijke consequenties van het doorvoeren van deze verbeterpunten. Een aantal verbeterpunten kan niet door de inspectiediensten worden doorgevoerd, maar ligt op het terrein van beleidsdirecties van de departementen van VROM en Verkeer & Waterstaat. Ten wille van de volledigheid zijn deze in onderliggend draaiboek genoemd. Communicatie De samenwerkende handhavingsafdelingen staan open voor signalen ter verbetering en zullen pro-actief optreden in de pilots. Voor de goede uitvoering van de pilots wordt voorgesteld om workshops te houden voor de betrokken medewerkers van de inspectiediensten. Daarnaast zal de projectgroep een signaalfunctie hebben naar de beleidsdirecties voor ervaringen die op worden gedaan met inhoud en overlap van regelgeving. Pilots Om te beoordelen of de risicobenadering in de praktijk werkt, worden in de periode september 2007 t/m april 2008, maximaal 5 pilots uitgevoerd. De pilots zouden zowel in regio Amsterdam als Rotterdam moeten plaatsvinden en zowel betrekking moeten hebben op afval afkomstig van residuen van vloeibare lading als wel de reguliere bedrijfsafvalstoffen van zeeschepen. Tijdens de uitvoering van de pilots kunnen de veronderstelde verbeterpunten geëvalueerd worden en in kaart gebracht wat de benodigde capaciteit en middelen zijn. Tijdens de voorgenomen pilots zal duidelijk worden of met de voorgestelde verander- en verbeterpunten een vergelijkbaar incident als met het scheepsafval van de Probo Koala wordt voorkomen. Dit is dus geknipte tekst uit het draaiboek HH afvalstoffen van de zeescheepvaart.

8 VOORWOORD MANAGEMENT SAMENVATTING 1 INLEIDING LEESWIJZER AANLEIDING DOEL PROJECT STATUS EN REIKWIJDTE NIVEAUS IN DE HANDHAVING BESCHRIJVING VAN DE KETEN INLEIDING GEOGRAFIE EN TOPOGRAFIE ONTDOENER (HET ZEESCHIP) Algemeen Meldingen door zeeschepen Inhoud van de melding Financiering Afgifteplicht Afgifte S-formulier Rol havenbeheerder Rol Inspectie Verkeer en Waterstaat INZAMELAAR Algemeen Inzamelnetwerk S-formulier voor scheepsafvalstoffen Acceptatie door inzamelaars Rol van VROM inspectie BE- EN VERWERKER Algemeen Activiteiten van de HOI Acceptatie van scheepsafvalstoffen door een HOI Be- en verwerken van scheepsafvalstoffen door een HOI Rol bevoegd gezag DE VERSCHILLEN IN DE FASES...26

9 3 RISICOANALYSE ALGEMEEN ONTDOENER (HET ZEESCHIP) Algemeen Stroomschema fase I Tabel Fase I INZAMELAAR Algemeen Stroomschema Fase II Tabel fase II BE- EN VERWERKER Inleiding Vooracceptatie scheepsafvalstoffen Hoog, matig en laagrisicohoudende afvalstoffen Afvoeren van een afvalstof die niet verwerkt kan worden Tijdelijke opslag van een afvalstof die niet verwerkt kan worden Risicomomenten Stroomschema fase III Tabel fase III VERANDER- EN VERBETERPUNTEN INLEIDING FASE 1: ONTDOENER (HET ZEESCHIP) FASE 2: INZAMELAAR FASE 3: BE- EN VERWERKER ALGEMENE VERBETERPUNTEN COMMUNICATIE ALGEMEEN DRAAIBOEK Positionering UITWERKING PER FASE Fase 1 (ontdoener, het zeeschip) Fase 2 (inzamelaar) Fase 3 (be- en verwerker) PILOTS INLEIDING UITWERKING PILOTS PERSONELE CAPACITEIT INTERDISIPLINAIRE COÖRDINATIE EXPERTTEAM BEHEER DRAAIBOEK EN OVERIGE DOUCMENTEN EVALUATIE...53

10 BIJLAGE 1: WET- EN REGELGEVING...54 BIJLAGE 2: MELDNUMMERS...56 BIJLAGE 3: AV AO/IC...57 BIJLAGE 4: S-FORMULIER...58 BIJLAGE 5: DEFINITIES...61 BIJLAGE 6: DEELNEMERS PROJECTGROEP...68 BIJLAGE 7: MELDEN AFVALSTOFFEN...69

11 1 Inleiding 1.1 Leeswijzer Hoofdstuk 1 beschrijft de aanleiding en het doel van het project, de status en reikwijdte en de niveau s van handhaving die zijn te onderscheiden. In hoofdstuk 2 wordt beschreven hoe de keten van afvalstoffen van de zeescheepvaart er uit ziet. In hoofdstuk 3 worden op basis van voorgaande punten in de keten de risicomomenten geanalyseerd en benoemd. Hierbij worden stroomschema s gebruikt. In hoofdstuk 4 worden verander- en verbeterpunten en concrete afspraken tussen de handhavingspartners genoemd. Hoofdstuk 5 beschrijft de onderlinge communicatie. Tot slot bevat hoofdstuk 6 een uitwerking van de pilots. 1.2 Aanleiding Bij het incident met de Probo Koala kwam heel duidelijk naar voren dat er onvoldoende signalering van aandachtssituaties tussen de verschillende diensten plaats vindt en dat er geen momentum bestaat om deze situaties gezamenlijk aan te pakken. Gejat uit het draaiboek HH afvalstoffen van de zeescheepvaart. De voormalige staatssecretaris van milieu Van Geel, heeft in de debatten met de Tweede Kamer aangegeven naar de toekomst te willen kijken, waarbij een belangrijk verbeterpunt is om samen met de handhavingpartners de risico s op herhaling te verkleinen en door samenwerking tussen die partners de handhaving in de havens te verbeteren. Gejat uit het draaiboek HH afvalstoffen van de zeescheepvaart. Voor de verwezenlijking van de verbeterpunten is het Dossierteam Probo Koala (PK) ingesteld bestaande uit medewerkers van de ministeries van VROM en Verkeer en Waterstaat. Het Dossierteam PK heeft als doel inzicht te krijgen in uitvoeringsaspecten waardoor de kwaliteit van de implementatie en uitvoering van de regelgeving verbeterd kan worden. Het opstellen van een protocol ongewone situaties ten behoeve van verbetering van de samenwerking tussen de Inspectiediensten van bovengenoemde ministeries is één van de actiepunten. In het Noordzeekanaalgebied is de problematiek opgepakt door de Stuurgroep Noordzeekanaal. De Stuurgroep Noordzeekanaal is een overlegorgaan dat in 2004 tot stand is gekomen na een initiatief van de provincie Noord-Holland om samen met de verschillende handhavingspartners de mogelijkheden te onderzoeken de handhavingssamenwerking in het Noordzeekanaalgebied te verbeteren. De Stuurgroep bestaat uit eindverantwoordelijken van het bevoegd gezag voor het product handhaving in het

12 Noordzeekanaalgebied, te weten: de VROM-Inspectie Noord-West, de provincie Noord-Holland, Haven Amsterdam, Rijkswaterstaat directie Noord-Holland, Waternet, de Dienst Milieu en Bouwtoezicht Amsterdam, de Milieudienst IJmond en de gemeente Zaanstad. Gejat uit het draaiboek HH afvalstoffen van de zeescheepvaart. In december 2006 heeft de Stuurgroep besloten gezamenlijk met de locale handhavingspartners in het Noordzeekanaalgebied, een draaiboek te maken voor handhaving van afvalstoffen van zeeschepen. Op voorstel van de VROM-Inspectie is deze opdracht neergelegd bij een projectgroep die naast de relevante deelnemende partners in de Stuurgroep is uitgebreid met de Inspectie Verkeer en Waterstaat (Inspectie Verkeer en Waterstaat) en de partners in het zeehavengebied Rotterdam: VROM-Inspectie Zuid-West, Havenbedrijf Rotterdam N.V. en de DCMR, milieudienst Rijnmond. Deelnemers aan de projectgroep Scheepsafvalstoffen zijn: Inspectie Verkeer en Waterstaat; VROM Inspectie Noord-West; VROM Inspectie Zuid-West; Provincie Noord-Holland; Haven Amsterdam; Havenbedrijf Rotterdam N.V.; DCMR Milieudienst Rijnmond; Milieudienst IJmond; Dienst Milieu en Bouwtoezicht Amsterdam Het resultaat moet een bijdrage leveren aan de vergroting van veiligheid, leefbaarheid, duurzaamheid en verbetering van het milieu door een efficiënte en effectieve handhaving. 1.3 Doel project De projectgroep Scheepsafvalstoffen heeft van half februari 2007 tot 6 juni 2007 onderzoek gedaan naar de wijze van samenwerking die noodzakelijk is om het risico op milieucalamiteiten op het gebied van afvalstoffen van zeeschepen te verkleinen. De projectgroep heeft zich ten doel gesteld het voorkomen van: illegale lozingen, vervuiling van het milieu en gezondheidsrisico s ten gevolge van het vervoeren, aanbieden en be- en verwerken van afvalstoffen van zeeschepen. Hiertoe dient: de samenwerking tussen partners te verbeteren, d.m.v. het maken van een draaiboek en oefenen van aandachtssituaties (pilots). N.B. Het Dossierteam PK heeft het initiatief van de Stuurgroep om te komen tot een blauwdruk voor een draaiboek handhaving van scheepsafvalstoffen, opgeschaald tot landelijke verbeteractie zoals genoemd door de staatssecretaris in zijn toezeggingen aan de Tweede Kamer. De Inspectie Verkeer en Waterstaat/PSC (Port State Control) neemt initiatief tot het opstellen van soortgelijke draaiboeken in de andere havenregio s. er een inventarisatie van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de toezichthouders en handhavers met betrekking tot scheepsafvalstoffen in de verschillende schakels van de keten gemaakt te worden; er een risicoanalyse plaats te vinden waardoor inzicht ontstaat in de huidige risico s ten aanzien van de keten van scheepsafvalstoffen. Dit draaiboek beoogt: de regionale handhavingstrategie praktisch te organiseren bij ernstige verdenkingen van niet naleven van de regels; het draaiboek onderscheidt 5 niveaus in de handhaving te weten het normale-, het aandachts-, het verdenkings-, het crisis- en het afbouw niveau. Daarnaast worden 3 handhavingsfasen in de keten onderscheiden te weten de aankomst/binnenkomst van het zeeschip, de inzameling- en de be- en verwerkingsfase. Gejat uit het draaiboek HH afvalstoffen v landelijke afstemming en harmonisatie in de te nemen maatregelen te bewerkstelligen; dynamisch van karakter te zijn, zodat bijvoorbeeld ervaringen van handhavers, veranderende regelgeving en veranderende opvattingen, snel en makkelijk in het draaiboek opgenomen kunnen worden;

13 1.4 Status en Reikwijdte Het draaiboek handhaving afvalstoffen van de zeescheepvaart geeft naast, een algemene invulling voor de praktische handhaving en communicatie bij potentiële incidenten ook een voorstel voor een proactieve benadering van de toezichtsobjecten op basis van meldingen. Zowel de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de handhavers (juridische basis) als de wijze van opschaling zijn geregeld in relatie tot de verschillende fasen ter voorkoming en afhandeling van incidenten. Dit draaiboek is regionaal specifiek (per samenwerkende regio in te vullen), maar wel met een landelijk format. Het draaiboek is op dit moment alleen opgesteld voor afvalstoffen afkomstig van de zeescheepvaart. Dit betekent dat de binnenvaart en de visserijvaart buiten beschouwing zijn gelaten. Reden hiervoor is dat deze drie deelsectoren van de scheepvaart niet te vergelijken zijn voor wat betreft wetgeving en financiëring. Bovendien heeft alleen de zeescheepvaart een mondiaal karakter. Elke sector vraagt een eigen aanpak. Uitgangspunt hierbij is de voor deze stromen geldende nationale en internationale wet- en regelgeving. Het Draaiboek handhaving afvalstoffen van de zeescheepvaart zal ter vaststelling worden aangeboden aan de Stuurgroep Noordzeekanaal. Daar deze Stuurgroep als overlegorgaan in de regio echter geen gelegitimeerde besluitvormende status heeft, is ambtelijk commitment niet bij voorbaat gegarandeerd. Na vaststelling van het draaiboek door de Stuurgroep zal het daarom ook separaat worden toegezonden aan de betrokken handhavingspartners in de regio met het verzoek de in het draaiboek vastgelegde werkwijze goed te keuren en de inzet ten behoeve van de pilotprojecten te leveren. Aangezien ook de handhavingspartners uit de regio Rotterdam en Inspectie Verkeer en Waterstaat medeopstellers zijn van dit draaiboek, zal in lijn van het kabinetsstandpunt een zelfde verzoek worden gedaan aan deze diensten, om de uitvoering van de pilots mogelijk te maken en een breder landelijk karakter te geven. Tegelijkertijd zal het door de Stuurgroep geaccordeerde draaiboek als eindconcept worden toegezonden aan het Dossierteam Probo Koala. De deelnemende regionale handhavingspartners, die dit draaiboek hebben opgesteld, zullen het vervolgens ter kennisname verspreiden naar hun collega-diensten in de overige van toepassing zijnde regio s in Nederland.

14 1.5 Niveaus in de handhaving In dit draaiboek worden verschillende niveaus onderscheiden. Bij de indeling in tabellen en schema s hebben de bij de beschrijving gebruikte kleuren een signaalfunctie (verkeerslicht) naar de lezer. GROEN Het groene niveau is de normale situatie, waarbij geen problemen zijn te verwachten. GEEL Op dit niveau zijn er signalen die erop duiden dat er risico s zijn. De handhaver zal extra alert worden. ROOD Op het rode niveau zijn er mogelijk overtredingen geconstateerd; de handhaver treedt op. BLAUW Crisisniveau. Valt niet binnen de scope van dit draaiboek, dan wordt opgeschaald naar bestaande crisismanagement structuren. Gejat uit het draaiboek HH afvalstoffen van de z LICHTGROEN Vanuit een alert niveau wordt teruggegaan naar de normale fase. Niveau Normale niveau Omschrijving Het groene niveau is de normale situatie, waarbij geen problemen zijn te verwachten. Hierbij is er geen sprake van een mogelijk ongewone situatie. In het normale niveau werken de partners volgens hun eigen werkwijzen en jaarplannen. Aandachts niveau Verdenkings niveau Indien er signalen zijn dat er risico s zijn zal de handhaver extra alert worden. Het aandachtsniveau gaat in op het moment dat er signalen zijn dat een ongewone situatie dreigt. Dit kan onder andere door analyse van de eigen informatie of door informatie van externen uit binnen- en buitenland. Er vindt verdere beoordeling en verdieping van het voorval plaats. Hiervoor kan beroep gedaan worden op experts bij de verschillende instanties. Ook kan een expertteam bijeengeroepen worden, die de situatie beoordeelt en eventueel al tot maatregelen kan besluiten. Er zijn mogelijk overtredingen geconstateerd; de handhaver treedt op. Bij het verdenkingsniveau is er sprake van een ernstige verdenking dat een ongewone situatie zich zal voordoen. In het verdenkingsniveau moet een expertteam worden gevormd en vastgesteld wordt wie de regierol heeft bij de verdere afhandeling van het voorval. Crisis niveau Valt niet binnen de scope van dit draaiboek, dan wordt opgeschaald naar bestaande crisismanagement structuren. De regievoerder bevestigt dat het ongewone voorval is overgegaan in een crisis. De crisisorganisaties van de verschillende handhavende instanties nemen de bestrijding van de (dreigende) crisis over. Afbouw niveau Vanuit het aandacht- of verdenkings niveau wordt teruggegaan naar het normale niveau. De afbouw gaat in op het moment dat de dreiging van een calamiteit is genormaliseerd en de crisis onder controle is. De afbouw kan ook plaatsvinden zodra een verdenking niet langer aanwezig is door bv laboratoriumuitslagen die negatief zijn.

15

16 2 Beschrijving van de keten 2.1 Inleiding Bij de beschrijving van de keten van afvalstoffen afkomstig van zeeschepen zijn 3 fases te onderscheiden op basis van wet- en regelgeving, daaruit voortvloeiend de verschillende toezichthouders en actoren, de verschillen in definities en de verschillende risicomomenten. Fase 1 (2.2) beschrijft de aankomst/ binnenkomst van het zeeschip tot de afgifte. Fase 2 (2.3) beschrijft de inzameling en fase 3 (2.4) de be- en verwerking. In 2.5 worden de verschillen in de fases (met name verschillen in definities) beschreven. 2.2 Geografie en topografie Zeehavens. De Nederlandse havens zijn verdeeld in vier grote zeehavengebieden. Het grootste nationale zeehavengebied is het Rotterdam, Rijn- en Maasmondgebied, met daarin de havens van Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Maassluis, die nauwe beheersrelaties onderhouden met het Havenbedrijf Rotterdam (HBR). Ook de havens van Dordrecht, Moerdijk en Scheveningen horen bij dit gebied. In het Noordzeekanaalgebied gaat het om de havens van Amsterdam, Velsen/IJmuiden, Beverwijk en Zaanstad. Het havengebied in het Scheldebekken dat Zeeland Seaports beheert, is qua grootte het derde havengebied in Nederland. Het haven- en industrieel complex is gelegen op het grondgebied van de gemeenten Vlissingen, Borssele en Terneuzen. De noordelijk havens zijn in overslagvolume het vierde nationale zeehavengebied. Het gebied omvat het door Groningen Seaports beheerde havengebied van Delfzijl, de Eemshaven, Harlingen en Den Helder. Totaal zijn in Nederland in zeeschepen binnengekomen waarvan in Rotterdam en 9027 in het Noordzeekanaalgebied. In totaal is er door de zeeschepen circa ton afval afgegeven. Inzamelaars In Nederland zijn 22 inzamelaars van scheepsafvalstoffen met een VROM inzamelvergunning. De inzamelaars zijn niet gebonden aan een locatie daar deze vergunning landelijk is afgegeven. Naast inzamelaars met een vergunning is voor het inzamelen van huisvuil geen vergunning noodzakelijk van VROM. Naast de inzamelvergunning van VROM kunnen havenbeheerders operationele vergunningen afgeven om te waarborgen dat er voldoende inzamelcapaciteit van afvalstoffen is in de betreffende haven. Inzamelaars dienen de ingezamelde stoffen af te geven aan een erkende inrichting. Be- en verwerkers In Nederland is een aantal verwerkingsinrichtingen dat een Wm vergunning heeft voor het be- en verwerken van afvalstoffen afkomstig uit de zeescheepvaart.

17 2.3 Ontdoener (het zeeschip) Algemeen Een zeeschip genereert afval: scheepsafval en/of ladingresiduen. Een schip doet een zeehaven aan en meldt gegevens aan de havenbeheerder omtrent dit afval. Daarnaast betaalt een schip in Europese havens een financiële bijdrage voor scheepsafval aan de havenbeheerder. In de betreffende haven geeft het schip al dan niet het afval af. Dit gebeurt aan een door de havenbeheerder aangewezen ontvangstvoorziening (inzamelaar). Het zeeschip krijgt in dat geval een bewijs van afgifte. De Inspectie Verkeer en Waterstaat doet steekproefsgewijs controles aan boord van de zeeschepen. Hieronder volgt een nadere toelichting van de algemene procesbeschrijving. Wetgeving Het internationale MARPOL-verdrag bevat milieuhygiënische en scheepvaarttechnische eisen. Het verdrag kent een aantal Annexen, waarin regels en voorschriften zijn opgenomen ter voorkoming van de verontreiniging van de zee ten gevolge van lozingen van schadelijke stoffen vanaf zeeschepen. Naar aanleiding van een aantal incidenten heeft de EU de richtlijn 2000/59/EC (havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen) aangenomen. In deze richtlijn wordt de afgifte verplichting, de melding en de financiele bijdrage geregeld. Het verschil met MARPOL is dat de schepen een afgifte verplichting hebben i.p.v. een recht. Zowel het MARPOL-verdrag als de richtlijn 2000/59/EU zijn in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd in de Wvvs en een op deze wet gebaseerde AmvB s: Besluit voorkoming verontreiniging door schepen (Stb. 2006, 693) en het Besluit havenontvangstvoorzieningen. In de Wvvs en de richtlijn wordt onderscheidt gemaakt in: Scheepsafval (afval dat tijdens normale bedrijfsvoering aan boord ontstaat) Ladingresiduen (restanten van lading, achterblijvend na lossing in tanks of ruimen van een schip, al dan niet vermengd met water en schoonmaakmiddelen) Concreet resulteert dit in: MARPOL Wvvs/richtlijn Annex I : scheepsafval: sludge, afgewerkte olie en lenswater (bilge) Annex I : ladingresiduen: oliehoudend waswater en ballastwater (slops Annex I) Annex II: ladingresiduen: waswater afkomstig van chemicaliën (slops Annex II) Annex III: verpakte gevaarlijke stoffen (hier verder niet van belang) Annex IV: scheepsafval: sanitair afval (sewage) Annex V: scheepsafval: huishoudelijk afval, voedselresten, plastic, klein gevaarlijk afval (zoals batterijen, verfrestanten, poetsdoeken) en ladinggebonden afval (bv. stuwhout) Annex V: ladingresiduen: droge ladingrestanten (bv graan, kolen) Annex VI: emissies van zeeschepen (hier verder niet van belang) Meldingen door zeeschepen De kapitein van een schip op zee dat een haven wenst aan te doen dient vast te stellen of het vaartuig onder de meldverplichting valt in de zin van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (Wvvs). Indien dit het geval is informeert de kapitein de havenbeheerder via een melding afvalstoffen. De inhoud van de melding is opgesloten in bijlage 3 van de Regeling havenontvangstvoorzieningen. In de Wvvs is bepaald dat schepen hun scheepsafval dienen af te geven aan een havenontvangstvoorziening (HOV) voor vertrek uit de haven, tenzij het schip ontheffing heeft van de afgifteplicht, of het schip beschikt over voldoende opslag capaciteit voor de betreffende afvalstoffen.

18 Elk zeeschip dat een zeehaven aandoet, dient over het algemeen 24 uur voor aankomst een aantal wettelijk verplichte meldingen te doen aan de havenbeheerder. De afvalstoffenmelding is één van deze meldingen. Deze melding moet gedaan worden door of namens alle zeeschepen, met uitzondering van de volgende categorieën: overheidsvaartuigen, inclusief marine visserijschepen zeegaande pleziervaartuigen met maximaal 12 personen zeeschepen met ontheffing 1 Voor deze genoemde categorieën geldt, dat de afgifte van hun afval op een andere wijze is gereguleerd. In de beschrijving van de procedure in deze fase wordt de focus gericht op de zeeschepen, die een melding afvalstoffen moeten doen Inhoud van de melding Het zeeschip moet melden: soort afval (gedefinieerd volgens MARPOL-verdrag) hoeveelheid afval aan boord voorgenomen afgifte (geheel, deels, géén) opslagcapaciteit aan boord laatste haven en datum van afgifte per afvalsoort volgende haven van afgifte per afvalsoort hoeveelheid afval die ontstaat tussen de melding en de volgende aanloophaven Financiering Scheepsafval Elk zeeschip dat een afvalmelding moet doen, betaalt aan de havenbeheerder vooraf een financiële bijdrage, ongeacht wel of géén afgifte van afvalstoffen plaatsvindt. Voor deze bijdrage krijgt het schip het recht om haar scheepsafval af te geven, gebonden aan bepaalde limieten (hoeveelheden). Dit systeem heet indirecte financiering. Afgiftes van scheepsafval boven de limiet worden rechtstreeks betaald door het schip aan de havenontvangstvoorziening (directe financiering). Ladingresiduen Voor ladingresiduen geldt altijd een systeem van directe financiering. Dat wil zeggen, in de financiële bijdrage zit géén recht voor afgifte van deze afvalstoffen Afgifteplicht Scheepsafval Elk zeeschip dat deze melding moet doen, is in beginsel verplicht haar scheepsafval af te geven in de aanloophaven. Een kapitein kan besluiten hiervan geheel of gedeeltelijk af te zien, indien er aan boord voldoende opslagcapaciteit aanwezig is voor de betreffende scheepsafvalstoffen, inclusief de verwachte toename hiervan tijdens de reisduur naar de volgende haven. Tevens dient de volgende aanloophaven te beschikken over adequate ontvangstvoorzieningen voor deze scheepsafvalstoffen. Ladingresiduen Indien deze ladingresiduen niet conform MARPOL geloosd mogen worden, geldt een afgifteplicht. Deze afgifteplicht is niet gebonden aan de aanloophaven, maar mag elke haven op de route van het schip zijn, die beschikt over adequate voorzieningen. Op deze regel is slechts één uitzondering, namelijk de restanten van bepaalde Annex II ladingen (prewash-plichtige stoffen) dienen na lossing in de aanloophaven afgegeven te worden Afgifte Indien de zeeschepen afval willen afgeven, dient dit te gebeuren aan een havenontvangstvoorziening (inzamelaar). Naast de milieuvergunningen, die een dergelijke voorziening ingevolge de Wet Milieubeheer dient te hebben, kan de havenbeheerder vanwege operationele voorwaarden (beschikbaarheid en operationele veiligheidseisen) en administratieve voorwaarden besluiten om voorzieningen aan te wijzen. Dit is de aanwijzing als havenontvangstvoorziening door de havenbeheerder. 1 Schepen die volgens een dienstregeling veelvuldig en regelmatig bepaalde havens aandoen kunnen deze ontheffing aanvragen bij Inspectie Verkeer en Waterstaat

19 2.3.7 S-formulier De havenontvangstvoorziening (inzamelaar) maakt na inname van de afvalstoffen (scheepsafval en/of ladingresiduen) samen met de kapitein (ontdoener) een S-formulier op. Voor het schip geldt dit als bewijs van afgifte en voor de havenontvangstvoorziening (inzamelaar) is dit een begeleidingsbrief, zoals voorgeschreven op grond van de Wet Milieubeheer. Voor de havenbeheerder speelt het S-formulier (kopie daarvan) een belangrijke rol in het administratieve proces Rol havenbeheerder De havenbeheerders van de op grond van artikel 10 van de Regeling havenontvangstvoorzieningen aangewezen havens dragen in hun haven zorg voor toereikende havenontvangstvoorzieningen voor het in ontvangst nemen van de in bijlage I bij deze Regeling aangewezen categoriën scheepsafval, overige schadelijke stoffen of restanten van schadelijke stoffen. Artikel 6, eerste lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen bepaalt verder dat een havenontvangstvoorziening zodanig is dat aan de schepen die er gebruik van maken geen onnodig oponthoud wordt veroorzaakt. Daarnaast zijn er diverse zaken geregeld in de lokale (haven)verordeningen. Concreet betekent dit: Ontvangst van de afvalstoffenmelding van de zeeschepen - Conform de Regeling Communicatie en Loodsaanvragen Zeevaart ontvangt de havenbeheerder de afvalstoffenmelding van de zeeschepen Inning financiële bijdrage en afwikkeling indirecte financiering - De havenbeheerder heft van een schip bij iedere aanloop een bijdrage in de kosten van de in die haven in ontvangst te nemen, opslaan en verwerken van scheepsafval. Aanwijzing havenontvangstvoorzieningen - De havenbeheerder wijst inzamelaars aan, die afvalstoffen van zeeschepen mogen ontvangen, uit het oogpunt van garandering van continuïteit (7 x 24 uur) en capaciteit alsmede vanwege operationele voorwaarden in de betreffende haven. - Controle op naleving van operationele voorschriften met betrekking tot afvalstoffenafgiftes. Controle op de in de aanwijzing gestelde voorschriften.loketfunctie naar Inspectie Verkeer en Waterstaat - Conform het handhavingsplan van Inspectie Verkeer en Waterstaat meldt de havenbeheerder aan Inspectie Verkeer en Waterstaat: o Géén voormelding afval ontvangen van een schip o Monitoring afgifteplicht opgelegd aan een schip door Inspectie Verkeer en Waterstaat o Klachten over inzamelstructuur Opstellen havenafvalplan en jaarlijkse cijferrapportage (operationeel/financieel) - Een beschrijving van operationele en financiële procedures over de organisatie en structuur van de inzameling en verwerking van afvalstoffen van zeeschepen in de haven conform de Wvvs. Rapportage aan het Ministerie van Verkeer en Waterstaat Uitvoering beperkte toezichthoudende taken namens Inspectie Verkeer en Waterstaat - In de haven van Rotterdam voert de Divisie Havenmeester het toezicht op Annex I en II aan boord van zeeschepen uit namens de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Hiertoe is via Ministriële regeling een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen Inspectie Verkeer en Waterstaat en het HbR. De Divisie Havenmeester kan hierop geen interventie of handhaving toepassen. Deze rol is voorbehouden aan Inspectie Verkeer en Waterstaat. In de havenverordeningen worden aanwijzingen havenontvangstvoorzieningen geregeld, de verplichtingen van de houders van een havenontvangstvoorziening (HOV) en de melding afgifte van schadelijke stoffen. De Wm-vergunning en de aanwijzing havenontvangstvoorziening hebben overeenkomende voorschriften, maar de aanwijzing kent daarnaast aanvullende (plaatselijke) voorschriften. Deze voorschriften hebben betrekking op de operationele meldplicht, de inlevertermijnen van de verschillende formulieren en de inzet van inzamelmiddelen anders dan de bedrijfseigen inzamelmiddelen. Daarnaast bevat de aanwijzing voorschriften omtrent het vervoer van (gevaarlijke) scheepsafvalstoffen.

20 2.3.9 Rol Inspectie Verkeer en Waterstaat Het toezicht op de naleving van de Wvvs en de bijbehorende AmvB s is een taak van de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Onder haar toezichtstaak vallen zeeschepen onder Nederlandse vlag waar ook ter wereld alsmede zeeschepen onder vreemde vlag die een Nederlandse zeehaven aandoen. Het toezicht op Nederlandse schepen wordt uitgevoerd via diverse inspecties. De Inspectie Verkeer en Waterstaat voert de inspecties niet alle zelf uit, wwn aantal certificerende taken zijn overgedragen aan de zogeheten classificatiebureaus, ook wel klassebureaus genoemd. Een van de inspecties die de Inspectie Verkeer en Waterstaat uitvoert zijn de havenstaatcontroles of port state control. Bij de havenstaatcontrole wordt op grond van de Wet havenstaatcontroles, buitenlandse schepen die Nederland aan doen gecontroleerd op de naleving van de Marpol, Solas en ILO conventies. Deze inspecties worden uitgevoerd binnen de richtlijnen van het Paris Memorandum of Understanding on Port State Control (PMOU). Een verbond waar 24 landen bij zijn aangesloten, de meeste EU landen. De landen van het Paris MOU maken gebruik van een gezamenlijke databank over zeeschepen (SIRENAC) waarin zij de uitkomsten invoeren van hun havenstaatcontroles alsmede een groot aantal andere gegevens over zeeschepen die hun regio hebben bezocht. Op basis van deze gegevens kent het systeem aan elk van deze schepen een zogeheten target factor toe. Door de target factor te gebruiken als selectiemiddel voor havenstaatcontrole kunnen de inspecties worden gericht op schepen die een hoog risico met zich meebrengen aan deze schepen kent het systeem een hoge target factor toe. Inspectie Verkeer en Waterstaat voert de zogenoemde 25% verplichting uit op de buitenlandse schepen. Dit komt neer op 1500 inspecties per jaar of 5 à 6 schepen per dag. In de afgelopen jaren heeft Nederland steeds voldaan, aan de deze verplichting. Deze verplichting is neergelegd in de EU-richtlijn over havenstaatcontrole, en tevens in het Paris MOU. Bij de Port State Control inspecties aan boord van schepen worden tevens de inspecties uitgevoerd op de afgifte van afvalstoffen conform richtlijn 2000/59/EC.

21 Bij een havenstaatcontrole wordt het volgende uitgevoerd m.b.t. ladingresiduen: Annex 1: Het IOPP (International Oil Pollution Prevention) certificaat wordt gecontroleerd. Hier staat tevens in wat voor dit schip van toepassing is voor wat betreft de mogelijkheden voor verwerking en opslag van olie houdende residuen. Het Oil Record Book, Part 1 Machinery Space Operations wordt gecontroleerd. Hier wordt door de bemanning in bijgehouden hoeveel er aan olie houdende resuduen wordt gegenereerd en afgegeven en verwerkt. Deze hoeveelheden moeten in balans zijn. Als een schip een OFE (Oil Filtering Equipment) heeft; dan wordt deze gecontroleerd. Als een schip een verbrandingsoven of een hulpboiler heeft waar oliehoudende residuen in kunnen worden verbrand; wordt deze gecontroleerd. De opslag van oliehoudenderesiduen wordt gecontroleerd en de mogelijkheid dit af te geven. Annex 2: Het COF (Certificate Of Fittness) wordt gecontroleerd. Hier staat o.a. op welke stoffen de tanker mag vervoeren. Het cargo record book wordt gecontroleerd; hier staat in welke lading operaties er zijn geweest. De hoeveelheden slops (ladingresiduen) worden gecontroleerd en de manier waarop ze gegenereerd zijn. Richtlijn 2000/59/EC: Bij een inspectie aan boord van een schip wordt het volgende gecontroleerd: Oil Record Book, IOPP, Sewage book en Garbage record book. Sludge en bilge tanken worden gepeild. Hoeveelheid vuilnis (Annex 5) wordt bepaald. 2.4 Inzamelaar Algemeen Voor de inzameling is artikel van de Wet milieubeheer uitgangspunt. Dit artikel verbiedt bedrijven afvalstoffen in te zamelen zonder vermelding op de lijst van inzamelaars of zonder vergunning van de Minister van VROM. Op grond van het Besluit Inzamelen Afvalstoffen is voor de stroom scheepsafvalstoffen een inzamelvergunning noodzakelijk: Vooropgesteld moet worden dat inzamelen een technologisch arm proces is. Inzamelen is grotendeels transporteren. In de inzamelfase zijn alle afvalstoffen die van een schip komen is scheepsafvalstoffen, daarin wordt geen onderscheid gemaakt tussen ladingresiduen en afvalstoffen die vrijkomen uit de bedrijfsvoering van het zeeschip Inzamelnetwerk Er is een heel scala aan middelen in bedrijf om afval van schepen in te nemen. Onderstaande tabel somt ze op. Niet alle middelen zijn voor ons van direct belang; sommige nemen geen gevaarlijk afval in, anderen zamelen niet in, maar bieden innamefaciliteit aan de wal. Bilgeboten, schoonmaakvaartuigen, sloplichters, tankwagens en havenontvangstvoorzieningen (HOV s) nemen vooral vloeibare scheepsafvalstoffen in. Daarnaast nemen bilgeboten, bunkerbedrijven en HOV s ook klein gevaarlijk afval (KGA) in. KGA van schepen behoort tot de definitie van scheepsafvalstoffen conform het Besluit inzamelen afvalstoffen (Bia) onder de noemer overige gevaarlijke afvalstoffen. Voor KGA van schepen geldt dat een inzamelvergunning verplicht is.

22 ejat uit het draaiboek HH afvalstoffen van de zeescheepvaart. Vuilophaalschepen halen huisvuil en grof huishoudelijk afval op van zeeschepen. Dit is nietgevaarlijk afval. Soms zal er KGA tussen zitten. Huisvuil van schepen valt niet onder de definitie van het Bia en een inzamelvergunning is daarom niet verplicht. Inzamelaars van huisvuil van schepen moeten wel geregistreerd staan. Havenontvangstvoorzieningen Indien de zeeschepen afval willen afgeven dient dit te gebeuren aan een havenontvangstvoorziening (inzamelaar). Naast de milieuvergunningen, die een dergelijke voorziening ingevolge de Wet milieubeheer dient te hebben, kan de havenbeheerder vanwege operationele voorwaarden (beschikbaarheid en Fase 2 Annex V (huisvuil) inzameling operationele veiligheidseisen) en administratieve voorwaarden besluiten om voorzieningen aan te wijzen. Dit is de aanwijzing als havenontvangstvoorziening door de havenbeheerder. Vergunningen voor het uitsluitend opslaan van huisvuil en grof huishoudelijk afval van schepen worden tevens verleend aan HOV s teneinde een totaalpakket aan te kunnen bieden S-formulier voor scheepsafvalstoffen Tijdens het transport van afvalstoffen moet op grond van de Wet milieubeheer altijd een begeleidingsbrief aanwezig zijn. Dat geldt voor vervoer over land, maar ook over water.wanneer een schip zich ontdoet van afvalstoffen die aan boord van dat schip zijn ontstaan, moet het S-formulier als begeleidingsbrief worden gebruikt. Dat geldt zowel voor gevaarlijke als niet-gevaarlijke afvalstoffen. Ook hier geldt dat de ingevulde en ondertekende begeleidingsbrief moet worden bewaard om te voldoen aan de registratieverplichting(en). Voor de havenbeheerder speelt het S-formulier een belangrijke rol in het administratieve proces. Het afgifte deel speelt ook een rol bij de afgifte van de afvalstoffen aan een be- en verwerker. Een uitgebreide beschrijving van de status en werking van het S-formulier is bijgevoegd als bijlage. Bij inzamelen met vaartuigen doet zich de situatie voor dat afval wekenlang aan boord van het inzamelmiddel (schip, vrachtwagen, opslagtank) kan blijven. Zolang een inzamelmiddel ingezamelde afvalstoffen bij zich heeft, moet dat afval in alle situaties vergezeld gaan van de bijbehorende begeleidingsbrief. Dat betekent dat een inzamelmiddel dat gedurende één tot meer dagen afvalstoffen aan boord houdt, van al die ingezamelde partijen de doorslag S-3 aan boord moet houden Acceptatie door inzamelaars In deze paragraaf worden de uitgangspunten van het acceptatie- en verwerkingsbeleid en de omvang van het acceptatieonderzoek en het verwerkingsbeleid beschreven. Deze uitgangspunten zijn uitgewerkt in richtlijnen. Een bedrijf dient aan de hand van deze minimale eisen en richtlijnen zelf een acceptatieprocedure op te stellen die op de eigen bedrijfssituatie is toegesneden. Indien de specifieke situatie van een bedrijf daartoe aanleiding geeft, kan in overleg met het bevoegd gezag van deze minimale eisen gemotiveerd worden afgeweken. De VROM-Inspectie zal er bij controle van de inzamelvergunninghouders op toezien dat de AV AO/IC (Acceptatie- en Verwerkingsbeleid, Administratieve Organisatie en Interne Controle) van de betreffende inzamelaars wordt nageleefd. De feitelijke acceptatie is het moment waarop de inzamelaar alle verantwoordelijkheden overneemt van de ontdoener. In principe is dit het moment waarop de partij fysiek is aangeleverd op de inrichting dan wel in het inzamelmiddel is samengevoegd en de gehele acceptatieprocedure is doorlopen, tenzij: 1. het acceptatieonderzoek dusdanig veel tijd in beslag neemt dat wordt besloten de partij voorlopig separaat in opslag te nemen, zonder deze aanlevering feitelijk te accepteren; 2. het om afvalstoffen gaat die door het bedrijf zelf worden ingezameld en reeds in het inzamelmiddel worden samengevoegd met afvalstoffen van andere ontdoeners; 3. het om een kleine partij afval gaat die voor afronding van het acceptatieonderzoek met vergelijkbare afvalstromen wordt samengevoegd tot een bepaald volume (< 200 liter).

Sanitair afval Olie Huisvuil Chemicaliën AFGIFTE SCHEEPSAFVAL IN. zeehavens Amsterdam. 1 november 2004 start uitvoering Haven Afvalstoffen Plan (HAP)

Sanitair afval Olie Huisvuil Chemicaliën AFGIFTE SCHEEPSAFVAL IN. zeehavens Amsterdam. 1 november 2004 start uitvoering Haven Afvalstoffen Plan (HAP) Sanitair afval Olie Huisvuil Chemicaliën AFGIFTE SCHEEPSAFVAL IN zeehavens Amsterdam 1 november 2004 start uitvoering Haven Afvalstoffen Plan (HAP) Schonere zee, goed geregeld Een schonere zee via een

Nadere informatie

Scheepsafval. in het Noordzeekanaalgebied

Scheepsafval. in het Noordzeekanaalgebied Scheepsafval in het Noordzeekanaalgebied Scheepsafval in het Noordzeekanaalgebied Een schonere zee via een goed geregelde inzameling van scheepsafval. Met dat doel voor ogen heeft de EU vastgesteld dat

Nadere informatie

Formulier voor de overdracht van scheepsafvalstoffen Ship waste transfer form

Formulier voor de overdracht van scheepsafvalstoffen Ship waste transfer form van het ontvangende bedrijf of the receiving company Formulier S1 Bewijs van afgifte / Form S1 Proof of waste disposal. Bestemd voor het afgevende schip / For discharging vessel Het ingevulde formulier

Nadere informatie

Besluit Tarieven Havenafvalplan per 01/04/2016

Besluit Tarieven Havenafvalplan per 01/04/2016 Besluit Tarieven Havenafvalplan per 01/04/2016 Besluitnummer: 004 / WVVS / 2016 Besluit tot het vaststellen van de tarieven Havenafvalstoffenplan, geldend vanaf 01 april 2016; De havenmeester van Amsterdam,

Nadere informatie

1.1 EU - Richtlijn, 1.2 Bijzondere positie visserij in het kader van indirecte financiering 1.3 Inhoud Visserij Haven - afvalplan

1.1 EU - Richtlijn, 1.2 Bijzondere positie visserij in het kader van indirecte financiering 1.3 Inhoud Visserij Haven - afvalplan Inhoudsopgave 1 Aanleiding 1.1 EU - Richtlijn, 1.2 Bijzondere positie visserij in het kader van indirecte financiering 1.3 Inhoud Visserij Haven - afvalplan 2. Algemeen deel 2.1 Wetgeving 2.2 SFAV systeem

Nadere informatie

HAVEN AFVALSTOFFEN PLAN

HAVEN AFVALSTOFFEN PLAN HAVEN AFVALSTOFFEN PLAN Noordzeekanaalgebied Conform EU- Richtlijn nr. 2000/59/EG Betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen Dit Haven Afvalstoffen Plan omvat de havens

Nadere informatie

Presentatie De Vervuiler Betaalt

Presentatie De Vervuiler Betaalt Presentatie 04-06-2012 De Vervuiler Betaalt Scheepsafval Scheepsgebonden afval a. Bilgewater b. Afgewerkte olie c. Brandstofrestanten / Sludge d. Huisvuil e. KGA (poetslappen, oliefilters, emballage, etc.)

Nadere informatie

HOOFDSTUK 5. Bepalingen over het beheer van specifieke materiaalkringlopen en afvalstoffen

HOOFDSTUK 5. Bepalingen over het beheer van specifieke materiaalkringlopen en afvalstoffen VLAREMA 17 FEBRUARI 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen Relevante artikels ivm binnenvaart,

Nadere informatie

Toelichting. I. Algemeen. 1. Inleiding

Toelichting. I. Algemeen. 1. Inleiding Toelichting I. Algemeen 1. Inleiding Aanleiding voor deze regeling is de wet van 21 juni 2001 houdende wijziging van de Wet milieubeheer (structuur beheer afvalstoffen) (Stb. 346) die op 8 mei 2002 in

Nadere informatie

Besluit inzamelen afvalstoffen

Besluit inzamelen afvalstoffen Besluit inzamelen afvalstoffen Laatst bijgewerkt: 17-06-2019 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 16.1.2018 COM(2018) 33 final ANNEXES 1 to 5 BIJLAGEN bij Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake havenontvangstvoorzieningen voor de afgifte

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 375 Wijziging van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen en de Wet op de economische delicten in verband met de aanpassing van de definitie

Nadere informatie

16 Aspecten voor vergunningverlening

16 Aspecten voor vergunningverlening 16 Aspecten voor vergunningverlening 16.1 Inleiding In 2002 is het rapport De verwerking verantwoord gepubliceerd. Doelstellingen van dat rapport waren onder meer: het transparant maken van de processen

Nadere informatie

De Keizer Kennismakelaar bij Haven Amsterdam

De Keizer Kennismakelaar bij Haven Amsterdam De Keizer Kennismakelaar bij Haven Amsterdam Afdelingsoverleg NS-Beleid Donderdag 9 april 2009 Haven Amsterdam is een bedrijf van de gemeente Amsterdam Inhoud presentatie De Keizer Kennismakelaar HAP -

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Provincie Zeeland Middelburg: 28 juli 2009 Nummer: 09027212 Afdeling: Milieuhygiene BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND 1. AANLEIDING Op 31 januari 2006 hebben wij aan Demontagebedrijf Schroot

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 10 november 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT250700

Nadere informatie

Milieurapportage Zeevaart 2010

Milieurapportage Zeevaart 2010 Milieurapportage Zeevaart 2010 Milieurapportage Zeevaart 2010 Datum 05 september 2011 Status Definitief Colofon Uitgegeven door Inspectie Verkeer en Waterstaat/Scheepvaart Informatie Informatiecentrum

Nadere informatie

16 Aspecten voor vergunningverlening

16 Aspecten voor vergunningverlening 16 Aspecten voor vergunningverlening 16.1 Inleiding Met het in werking treden van het tweede LAP eind 2009is het rapport De verwerking verantwoord vervallen. Delen van de kaders van het rapport zijn in

Nadere informatie

Toelichting op het vervoer van asbest SC-531F

Toelichting op het vervoer van asbest SC-531F blad 1 van 5 (-houdend afval) 1 Deze paragraaf is een toelichting op SC-530 par. 7.17 Afvoer asbesthoudende materiaal. Om het vervoer van afvalstoffen (met asbesthoudend afval in het bijzonder) volgens

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 835 Invoering van de verplichting voor scheepseigenaren om een verzekering te hebben voor het schip en hiervan een bewijs aan boord te hebben

Nadere informatie

Artikel 3 Indiening aanvraag De tekst van dit artikel sluit aan bij artikel 5 leden 1en 2 van de APVG-1994.

Artikel 3 Indiening aanvraag De tekst van dit artikel sluit aan bij artikel 5 leden 1en 2 van de APVG-1994. AFVALSTOFFENVERORDENING VAN DE GEMEENTE GRONINGEN Toelichting aanvullingen/wijzigingen Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen De begrippenlijst is uitgebreid met de begrippen inzamelvergunning,

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 2/2000. door de Raad vastgesteld op 8 november 1999

GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 2/2000. door de Raad vastgesteld op 8 november 1999 bron : http://www.emis.vito.be Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen dd. 13-01-2000 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 10 van 13/01/2000 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 2/2000

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 10-09-2014) Besluit van 19 maart 2004, houdende regels met betrekking tot het inzamelen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen (Besluit inzamelen afvalstoffen) Wij Beatrix,

Nadere informatie

Havenafvalplan Noordzeekanaalgebied Versie: 17 augustus 2018

Havenafvalplan Noordzeekanaalgebied Versie: 17 augustus 2018 Versie: 17 augustus 2018 Dit Havenafvalplan omvat de zeehavens van de gemeenten: Amsterdam Zaanstad Beverwijk Velsen 0. AUTORISATIE Vaststelling Havenafvalplan Noordzeekanaalgebied Dit Havenafvalplan is

Nadere informatie

3 december 1992, houdende plaatsing in het

3 december 1992, houdende plaatsing in het Beschikking van de Minister van Justitie van 3 december 1992, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet verontreiniging zeewater (Stb. 1981,695), zoals deze luidt na wijziging krachtens

Nadere informatie

Regeling havenontvangstvoorzieningen

Regeling havenontvangstvoorzieningen VW Regeling havenontvangstvoorzieningen Regeling houdende regels voor havenontvangstvoorzieningen (Regeling havenontvangstvoorzieningen) 23 september 2004/Nr. HDJZ/ SCH/2004-2311 Hoofddirectie Juridische

Nadere informatie

De 10 belangrijkste gevolgen van afschaffing van. de inzamelvergunningen voor scheepsafvalstoffen

De 10 belangrijkste gevolgen van afschaffing van. de inzamelvergunningen voor scheepsafvalstoffen De 10 belangrijkste gevolgen van afschaffing van de inzamelvergunningen voor scheepsafvalstoffen Datum: 20 maart 2008 Kenmerk: VOMS/2008/010/an Samenvatting en conclusie Bij de regering bestaat het voornemen

Nadere informatie

Havenafvalplan Noordzeekanaalgebied

Havenafvalplan Noordzeekanaalgebied Havenafvalplan Noordzeekanaalgebied Conform Wet voorkoming verontreiniging door schepen (Wvvs) - artikel 6 Betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen Dit Havenafvalplan

Nadere informatie

Havenafvalbeheersplan 2015

Havenafvalbeheersplan 2015 Havenafvalbeheersplan 2015 definitief Pagina 2 van 59 0. AUTORISATIE Vaststelling van het Haven Afvalbeheersplan 2015 door de Chief Executive Officer van de N.V. Zeeland Seaports, Goedgekeurd door de Minister

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Martens Havenontvangstinstallatie Vlissingen B.V. Spanjeweg 2 4455 TW NIEUWDORP Kenmerk: Afdeling: Vergunningverlening Datum: 21 december 2015 Onderwerp:

Nadere informatie

SafeSeaNet Infodag. SafeSeaNet - hoe werkt het? Rijkswaterstaat Scheepvaartverkeerscentrum (SVC)

SafeSeaNet Infodag. SafeSeaNet - hoe werkt het? Rijkswaterstaat Scheepvaartverkeerscentrum (SVC) SafeSeaNet Infodag SafeSeaNet - hoe werkt het? Rijkswaterstaat Scheepvaartverkeerscentrum (SVC) Inhoud RWS SVC National Competent Authority (NCA) Meldverplichtingen agent en Bevoegde Plaatselijke Autoriteit

Nadere informatie

HAVEN AFVALBEHEERSPLAN Conform Wet voorkoming verontreiniging door schepen

HAVEN AFVALBEHEERSPLAN Conform Wet voorkoming verontreiniging door schepen HAVEN AFVALBEHEERSPLAN 2010 Conform Wet voorkoming verontreiniging door schepen 0. AUTORISATIE Vaststelling Haven Afvalbeheersplan Zeeland Seaports door het Dagelijks Bestuur van Zeeland Seaports, Goedgekeurd

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Yara Sluiskil B.V. Postbus 2 4540 AA Sluiskil Kenmerk: Afdeling: Vergunningverlening Datum: 26 juli 2017 Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2129844/3498482 op de op 10 september 2013 bij hen ingekomen aanvraag van Plastic Recycling Company BV, om vergunning krachtens de Wet

Nadere informatie

sectorplan 27 Industrieel afvalwater

sectorplan 27 Industrieel afvalwater sectorplan Industrieel afvalwater 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Industriële afvalwaterstromen (niet reinigbaar in biologische afvalwaterzuiveringsinstallaties) 2. Belangrijkste bronnen

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw Y. Oostelbos (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor de Milieustraat gemeente Midden-Drenthe, Eursing 2a

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen;

Gelet op de artikelen 16, 16b, onderdeel c, en 16 c, onderdeel c, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidscertificaat hoofdspoorwegen; Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van..., nr., houdende vaststelling van regels inzake de aanvraag van een veiligheidscertificaat als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van

Nadere informatie

[2017] Visserij Havenafvalplan. Groningen Seaports. Groningen Seaports [ ]

[2017] Visserij Havenafvalplan. Groningen Seaports. Groningen Seaports [ ] [2017] Visserij Havenafvalplan Groningen Seaports Groningen Seaports [01-01-2017] Inhoudsopgave 1 Aanleiding 1.1 EU-Richtlijn 1.2 Bijzondere positie visserij in het kader van indirecte financiering 1.3

Nadere informatie

Havenafvalplan Groningen Seaports

Havenafvalplan Groningen Seaports 2017 Havenafvalplan Groningen Seaports Groningen Seaports 01-01-2017 Inhoud Documentbeheer... 3 Voorwoord... 4 1 Inleiding... 5 1.1 Verplichting... 5 1.2 Instrumenten... 5 1.3 Vaststelling... 6 1.4 Afstemming

Nadere informatie

Back-up procedure. Melding Afvalstoffen Haven van Rotterdam. Bezoek Schip. Contact. Het Port Community System (PCS) is niet beschikbaar

Back-up procedure. Melding Afvalstoffen Haven van Rotterdam. Bezoek Schip. Contact. Het Port Community System (PCS) is niet beschikbaar 1 Melding Afvalstoffen Haven van Rotterdam System Interface Web Interface De procedure is generiek. Het Port Community System (PCS) is niet beschikbaar Hoe te handelen tijdens de storing? Alle meldingen

Nadere informatie

SafeSeaNet Infodag. Hoe is het in Nederland geregeld? Jan Spier HBJZ

SafeSeaNet Infodag. Hoe is het in Nederland geregeld? Jan Spier HBJZ SafeSeaNet Infodag Hoe is het in Nederland geregeld? Jan Spier HBJZ Europese kaders 1. Monitoring-richtlijn: Richtlijn 2002/59/EG van 27 juni 2002, betreffende de invoering van een communautair monitoring-

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS verleend aan Afvalbrengstation Vinkhuizen Zuid ten behoeve van inzamelen van afval (grofvuil) van particulieren (locatie: Electronstraat 2 te Groningen) Groningen,

Nadere informatie

Haven Afvalstoffen Plan 2016

Haven Afvalstoffen Plan 2016 Haven Afvalstoffen Plan 2016 Voor zeeschepen in de haven van Harlingen INHOUD Voorwoord 4 1 Inleiding 5 1.1 Verplichting 5 1.2 Instrumenten 6 1.3 Vaststelling 7 1.4 Afstemming Noordelijke zeehavens 8 1.5

Nadere informatie

Raadsvergadering d.d. 30 juni 2016 Registratienummer: 2016/ Onderwerp: Wijziging Havenafvalplan Noordzeekanaalgebied L.

Raadsvergadering d.d. 30 juni 2016 Registratienummer: 2016/ Onderwerp: Wijziging Havenafvalplan Noordzeekanaalgebied L. II II II 2016/145889 Raadsbesluit 70 Raadsvergadering d.d. 30 juni 2016 Registratienummer: 2016/145889 Onderwerp: Portefeuillehouder: Wijziging Havenafvalplan Noordzeekanaalgebied L. Vissers - Koopman

Nadere informatie

sectorplan 12 Scheepsafvalstoffen

sectorplan 12 Scheepsafvalstoffen sectorplan Scheepsafvalstoffen 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Olie- en vethoudend scheepsafval, afval van lading, ladinggerelateerde afvalstoffen en overig afval uit vaartuigen (huishoudelijk

Nadere informatie

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieu) datum: 1 maart 2018 Gemeente Bronckhorst nr

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieu) datum: 1 maart 2018 Gemeente Bronckhorst nr BESCHIKKING Omgevingsvergunning (milieu) datum: 1 maart 2018 Gemeente Bronckhorst nr. 2017-2414 Aanvraag Op 13 november 2017 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Enzerink B.V. Het

Nadere informatie

vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval

vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval protocol administratieve controle ketenpartners 2 V1.0 19/5/15 Inhoud 1. Inleiding 4 1.1

Nadere informatie

1. Bent u ermee bekend dat sinds 6 januari 2007 enkele tientallen dode vogels zijn aangespoeld op de Noord-Hollandse stranden?

1. Bent u ermee bekend dat sinds 6 januari 2007 enkele tientallen dode vogels zijn aangespoeld op de Noord-Hollandse stranden? abcdefgh De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon - Datum 2 februari 2007 Ons kenmerk RWS/SDG/NW2007/112/43233 Onderwerp Aangespoelde vogels Doorkiesnummer

Nadere informatie

Acceptatie- en verwerkingbeleid

Acceptatie- en verwerkingbeleid Acceptatiereglement voor de ontvangst van afvalstoffen binnen de inrichting van Rijssense Gebouwensloperij b.v., gevestigd aan de Noordermorssingel 1 te Rijssen. Artikel 1 Toepassingsgebied Dit reglement

Nadere informatie

Havenafvalplan Port of Den Helder

Havenafvalplan Port of Den Helder Havenafvalplan Port of Den Helder Documentbeheer: Onderwerp Haven Afval Plan Port of Den Helder 2016 Documentsnaam HAP 2016 Creatiedatum (herziening) 2015-2016 Auteur A.D. van Santen (NV Port of Den Helder)

Nadere informatie

16 Aspecten voor vergunningverlening

16 Aspecten voor vergunningverlening 16 Aspecten voor vergunningverlening 16.1 Inleiding In 2002 is het rapport De verwerking verantwoord gepubliceerd. Doelstellingen van dat rapport waren onder meer: het transparant maken van de processen

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 7 januari 2005 bij hen ingekomen aanvraag van N.V. Razob, Gulberg 9 te Nuenen om wijziging van de op 20 juni 2000 verleende milieuvergunning

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 061 Wijziging van enkele wetten in verband met de reorganisatie van de inspectiefunctie binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat Nr.

Nadere informatie

MOBI PROCES BESCHRIJVING

MOBI PROCES BESCHRIJVING MOBI METHODIEK VOOR EEN OBJECTIEVE BEVEILIGINGSINVENTARISATIE PROCES BESCHRIJVING HAVENBEDRIJF AMSTERDAM INHOUDSOPGAVE MOBI voor havenfaciliteiten... 2 INLEIDING... 2 ALGEMEEN... 2 PROCES SCHEMA... 5 BIJLAGEN...

Nadere informatie

Sectorplan 12 Scheepsafvalstoffen

Sectorplan 12 Scheepsafvalstoffen Sectorplan 12 Scheepsafvalstoffen 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Olie- en vethoudend scheepsafval, afval van lading, ladinggerelateerde afvalstoffen en overig afval uit vaartuigen

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: DE AFVALSTOFFENVERORDENING

HOOFDSTUK 1: DE AFVALSTOFFENVERORDENING HOOFDSTUK 1: DE AFVALSTOFFENVERORDENING Algemene toelichting De afvalstoffenverordening heeft betrekking op die bepalingen die worden gesteld voor het beheer van huishoudelijke en andere afvalstoffen.

Nadere informatie

Stroomdiagrammen melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen

Stroomdiagrammen melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen Stroomdiagrammen melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen December 2015 De Roever Omgevingsadvies Postbus 64 5480 A SCHIJNDEL T 073-5941011 F 073-5941120 E deroever@deroever.nl I www.deroever.nl

Nadere informatie

sectorplan 12 Scheepsafvalstoffen

sectorplan 12 Scheepsafvalstoffen sectorplan Scheepsafvalstoffen 1 Achtergrondgegevens 3 Beleid 1. Belangrijkste afvalstoffen Olie- en vethoudend scheepsafval, afval van lading, ladinggerelateerde afvalstoffen en overig afval uit vaartuigen

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2012 No. 11 Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 19 januari 2012, nr. IENM/BSK-2011/173620, houdende vaststelling tarieven havenstaatcontrole

Nadere informatie

HAVENAFVALSTOFFENPLAN HARLINGEN 2012

HAVENAFVALSTOFFENPLAN HARLINGEN 2012 HAVENAFVALSTOFFENPLAN HARLINGEN 2012 Gemeente Harlingen Havenafvalstoffenplan Harlingen 2012 1 INHOUDSOPGAVE Voorwoord 4 1 Inleiding 5 1.1 Verplichting 6 1.2 Instrumenten 6 1.3 Vaststelling 6 1.4 Afstemming

Nadere informatie

Implementatie administratieve organisatie en interne controle.

Implementatie administratieve organisatie en interne controle. Implementatie administratieve organisatie en interne controle. BLOK A Algemeen U dient een beschrijving van de interne organisatie aan te leveren. Deze beschrijving dient te bevatten: A3 Een organogram

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning voor de activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1985 Kenmerk: 2016/48004 d.d. 23 juni 2016 Verzonden:

Nadere informatie

BEKENDMAKING AAN DE SCHEEPVAART IJmond Noordzeekanaalgebied Centraal Nautisch Beheer

BEKENDMAKING AAN DE SCHEEPVAART IJmond Noordzeekanaalgebied Centraal Nautisch Beheer BEKENDMAKING AAN DE SCHEEPVAART IJmond Noordzeekanaalgebied Centraal Nautisch Beheer Basijn nr: 43/2015 IJmuiden, 18 december 2015 Onderwerp: Regeling melding zeeschepen Noordzeekanaalgebied De directeur

Nadere informatie

Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen

Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties PCB-bevattende apparaten en PCB-houdende olie 2. Belangrijkste bronnen Elektriciteitsbedrijven en industrie

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14;

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14; Gemeente Langedijk De raad van de gemeente Langedijk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14; gelet op artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer; b

Nadere informatie

Vraag 1 Bent u bekend met de berichtgeving dat vervuilde grond illegaal is gebruikt onder Barneveldse nieuwbouwwijken? 1 2

Vraag 1 Bent u bekend met de berichtgeving dat vervuilde grond illegaal is gebruikt onder Barneveldse nieuwbouwwijken? 1 2 > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 33 872 Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verbetering vergunningverlening, toezicht en handhaving) A herdruk 1 GEWIJZIGD

Nadere informatie

AANBEVELINGEN EN INFORMATIE VOOR DE BINNENVAART ALS HULPMIDDEL VOOR EEN CORRECTE TOEPASSING VAN DE VOORSCHRIFTEN OVER DE AFVALVERWIJDERING

AANBEVELINGEN EN INFORMATIE VOOR DE BINNENVAART ALS HULPMIDDEL VOOR EEN CORRECTE TOEPASSING VAN DE VOORSCHRIFTEN OVER DE AFVALVERWIJDERING 2 Bijlage AANBEVELINGEN EN INFORMATIE VOOR DE BINNENVAART ALS HULPMIDDEL VOOR EEN CORRECTE TOEPASSING VAN DE VOORSCHRIFTEN OVER DE AFVALVERWIJDERING Op grond van het CDNI-Verdrag en de daarop gebaseerde

Nadere informatie

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten.

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten. Besluit omgevingsvergunning milieuneutrale verandering uitbreiding aantal ggo-ruimten Aanvraagnummer OLO-1975447 Stichting Hoger Onderwijs Nederland Theresiastraat 8 2593 AN, s-gravenhage Locatie: Hogeschool

Nadere informatie

sectorplan 30 Accu s

sectorplan 30 Accu s sectorplan Accu s 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Startaccu s, tractiebatterijen, stationaire batterijen 2. Belangrijkste bronnen Garagebedrijven, autodemontagebedrijven, schadeherstelbedrijven

Nadere informatie

Vaststelling Havenafvalplan 2015 Havenregio Rotterdam-Rijnmond

Vaststelling Havenafvalplan 2015 Havenregio Rotterdam-Rijnmond 1 1 Vaststelling Havenafvalplan 2015 Havenregio Rotterdam-Rijnmond Vastgesteld door: - Havenbedrijf Rotterdam N.V. - Burgemeester en Wethouders van de gemeente Schiedam - Burgemeester en Wethouders van

Nadere informatie

Vraag 1 Ben u bekend met het artikel Onderzoekers: plasticsoep in Stille Oceaan komt vooral van visserij en scheepvaart 1?

Vraag 1 Ben u bekend met het artikel Onderzoekers: plasticsoep in Stille Oceaan komt vooral van visserij en scheepvaart 1? > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening Avri 2016

Afvalstoffenverordening Avri 2016 Afvalstoffenverordening Avri 2016 Auteur Avri Versie 1 Datum 3 december 2015 Afvalstoffenverordening Avri 2016 Het algemeen bestuur van Avri besluit, gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van

Nadere informatie

Vraag 1 Wat is uw reactie op de incidenten die zaterdag 29 juli en maandag 31 juli 2017 bij Shell-Pernis hebben plaatsgevonden?

Vraag 1 Wat is uw reactie op de incidenten die zaterdag 29 juli en maandag 31 juli 2017 bij Shell-Pernis hebben plaatsgevonden? Geachte voorzitter, Hierbij beantwoord ik, mede namens de minister van Veiligheid en Justitie, de vragen van de leden Laçin en Futselaar (beiden SP) over de incidenten bij Shell Pernis (ingezonden op 3

Nadere informatie

Opheffen verbod op het toepassen Nr. RMW-634 van secundaire grondstoffen in integrale milieubeschermingsgebieden Vergadering 16 oktober 1998

Opheffen verbod op het toepassen Nr. RMW-634 van secundaire grondstoffen in integrale milieubeschermingsgebieden Vergadering 16 oktober 1998 Opheffen verbod op het toepassen Nr. RMW-634 van secundaire grondstoffen in integrale milieubeschermingsgebieden Vergadering 16 oktober 1998 Agenda nr. Commissie: Milieu Gedeputeerde met de verdediging

Nadere informatie

Afvalafgifte in de beroepsbinnenvaart Het hoe, wat en waar

Afvalafgifte in de beroepsbinnenvaart Het hoe, wat en waar Afvalafgifte in de beroepsbinnenvaart Het hoe, wat en waar Binnenvaart: schoon en milieuvriendelijk Afval betreft ons allemaal. De wijze van afgifte is van grote invloed op het milieu en onze leefomgeving.

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan: Salt voor: solid soda dosering activiteiten: milieuneutraal veranderen (fase 1) locatie: Oosterhorn 4, Farmsum kenmerk bevoegd gezag: GR-VERG-2018-000460 kenmerk

Nadere informatie

BEKENDMAKING AAN DE SCHEEPVAART IJmond Noordzeekanaalgebied Centraal Nautisch Beheer. Basijn nr: 26/2015 IJmuiden, 12 augustus 2015

BEKENDMAKING AAN DE SCHEEPVAART IJmond Noordzeekanaalgebied Centraal Nautisch Beheer. Basijn nr: 26/2015 IJmuiden, 12 augustus 2015 BEKENDMAKING AAN DE SCHEEPVAART IJmond Noordzeekanaalgebied Centraal Nautisch Beheer Basijn nr: 26/2015 IJmuiden, 12 augustus 2015 Onderwerp: Besluit van Havenmeester van Amsterdam en directeur Centraal

Nadere informatie

Meting Toezichtlasten in het domein Vervoer over Water

Meting Toezichtlasten in het domein Vervoer over Water Meting Toezichtlasten in het domein Vervoer over Water Themabijeenkomst Handhaving in de binnenvaart - Toezicht, een last? Gorinchem, 6 mei 2008 Sheet 1 Inhoud Achtergrond en werkwijze. Administratieve

Nadere informatie

bepalingen van de Wet milieubeheer (artikel 10.23, eerste lid), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

bepalingen van de Wet milieubeheer (artikel 10.23, eerste lid), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht Onderwerp : Afvalstoffenverordening 2010 Samenvatting Deze verordening geeft onder meer aan hoe de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen gebeurt, wat wel en niet is toegestaan bij het ter inzameling

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Federale adviesverleningsprocedure inzake het voorontwerp van wet betreffende

Nadere informatie

BESCHIKKING WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING. Afvalverwerking Stainkoeln B.V.

BESCHIKKING WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING. Afvalverwerking Stainkoeln B.V. BESCHIKKING WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Afvalverwerking Stainkoeln B.V. ten behoeve van het in werking hebben van een inrichting voor het be/verwerken van airvalstoffen te Groningen. (Locatie:

Nadere informatie

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten.

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten. Besluit omgevingsvergunning Milieuneutrale verandering Aanvraagnummer OLO-2109051 Zaaknummer 199571 Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam 1000BC, Amsterdam Locatie: Gronddepot Noorder IJplas Oostzanerdijk

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening Avri 2018

Afvalstoffenverordening Avri 2018 Afvalstoffenverordening Avri 2018 Auteur Avri Versie 1 Datum Juni 2017 Afvalstoffenverordening Avri 2018 Het algemeen bestuur van Avri \besluit, gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van Avri

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 517 Wet van 18 oktober 2001, houdende wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet milieugevaarlijke stoffen en de Wet bodembescherming (verbetering

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Beschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : WF Recycling Aangevraagde activiteiten : Beperken capaciteit opslag gevaarlijke afvalstoffen Locatie : Bedrijvenweg 47

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Inhoudsopgave 1 ALGEMEEN...3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2. Doelstelling... 3 2 HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN...3 Artikel 3. Aanwijzing inzameldienst...

Nadere informatie

23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25 23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25 VERORDENING (EU) Nr. 284/2011 VAN DE COMMISSIE van 22 maart 2011 tot vaststelling van specifieke voorwaarden en gedetailleerde procedures voor de invoer

Nadere informatie

Protocol. de Inspectie voor de Gezondheidszorg. de Nederlandse Zorgautoriteit

Protocol. de Inspectie voor de Gezondheidszorg. de Nederlandse Zorgautoriteit Protocol tussen de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de Nederlandse Zorgautoriteit inzake samenwerking en coördinatie op het gebied van beleid, regelgeving, toezicht & informatieverstrekking en andere

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. LUMARO Beheer B.V.

OMGEVINGSVERGUNNING. LUMARO Beheer B.V. OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan LUMARO Beheer B.V. ten behoeve van de activiteit het milieuneutraal veranderen van de inrichting "opslag van afgewerkte olie in een tank en opslag van diesel in IBC's "

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23603 Wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 18juli 1994 In het voorstel

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V.

OMGEVINGSVERGUNNING. Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V. OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Akzo Nobel Industrial Chemicals B.V. ten behoeve van de activiteit milieuneutrale verandering "vervanging monster en chemicallen opslag" (locatie: Oosterhorn 4 te Farmsum)

Nadere informatie

2017 no. 5 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2017 no. 5 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2017 no. 5 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA BESLUIT van 30 juni 2016, nr. 2016000799, houdende wijziging van het Schepenbesluit 2004 in verband met een nieuwe bevoegdheidsverdeling met betrekking tot het beveiligingsniveau

Nadere informatie

Sectorplan 64: PCB-houdende afvalstoffen Sectorplan 82: Kwikhoudend afval

Sectorplan 64: PCB-houdende afvalstoffen Sectorplan 82: Kwikhoudend afval TEKST SECTORPLAN 63 (onderdeel LAP) Sectorplan 63 Overig oliehoudend afval I Afbakening Overig oliehoudend afval bestaat in hoofdzaak uit vast, pasteus en overig oliehoudend afval dat niet valt onder een

Nadere informatie

Dictaat Zeerecht - Aanvulling 1. Waar komen al die regels vandaan?

Dictaat Zeerecht - Aanvulling 1. Waar komen al die regels vandaan? Dictaat Zeerecht - Aanvulling 1 Waar komen al die regels vandaan? De belangrijkste organisaties die zich bezig houden met maritieme regelgeving zijn: IMO (International Maritime Organization) - Veiligheid

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33918 22 juni 2018 Voorpublicatie Besluit van Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van... nr. IENM/BSK-2018/..,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 249 Besluit van 16 juni 2008, houdende wijziging van twee besluiten in verband met het vaststellen van aanvullende voorschriften voor het vervoer

Nadere informatie

FUIV[b. Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving

FUIV[b. Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving FUIV[b Afvalverwerkingsinrichting Skinkeskans V.O.F./ TOP Leeuwarden T.a.v. de heer van Smaalen Postbus 6 9843 ZG GRIJPSKERK Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT 2015 Ons kenmerk : 201 5-FUMO-0003748 Afdeling

Nadere informatie