Mix & Match: de kracht van een effectieve marketingcampagne?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Mix & Match: de kracht van een effectieve marketingcampagne?"

Transcriptie

1 Mix & Match: de kracht van een effectieve marketingcampagne? Een studie naar de cognitieve, affectieve en conatieve respons van kinderen op crossmediale campagnes met gebruik van print, televisie en/of advergames. Universiteit van Amsterdam: Master Communicatiewetenschap Specialisatie: Jeugd & Media Scriptiebegeleider: Dr. J. Lemmens Master thesis: Annelies Butter Studentnummer: Datum: 30 januari

2 Samenvatting In deze studie zijn de cognitieve, affectieve en conatieve effecten van kinderen als reactie op een herhaalde single medium of crossmediale campagne verkend. Daarnaast is er gekeken in hoeverre forward encoding, image transfer en multiple source perception invloed op deze relatie uitoefenen. Een verklaring voor de positieve resultaten van crossmediale campagnes blijft namelijk vaak uit. Forward encoding houdt in dat de advertentie in het eerste medium interesse wekt voor de advertentie in het tweede medium. Image transfer betekent dat een consument een advertentie in het eerste medium weer voor zich ziet wanneer hij of zij wordt blootgesteld aan een advertentie in het tweede medium. Multiple source perception houdt in dat de consument gelooft dat een merk goed en populair is vanwege de reclame in ogenschijnlijk onafhankelijke bronnen. Middels een online experiment zijn 86 kinderen in de leeftijd acht tot en met twaalf jaar aan een crossmediale of herhaalde single medium campagne blootgesteld. Hierbij werd gebruik gemaakt van een printadvertentie, tvcommercial en/of advergame van de merken Pritt en Sultana. De resultaten tonen aan dat crossmediale campagnes een positievere invloed hebben op consumentenreactie ten opzichte van herhaalde single medium campagnes. Ook wordt geconcludeerd dat de processen forward encoding, image transfer en multiple source perception deels bijdragen aan de resultaten van crossmediale campagnes. Vervolgonderzoek is nodig om een beter begrip te krijgen van de unieke karakteristieken van advergames als adverteerplatform en de rol hiervan binnen crossmediale campagnes. Trefwoorden: crossmediale campagnes, herhaalde single medium campagnes, reclame effectiviteit, advergames 2

3 Inleiding Wanneer je met oudere generaties over reclame spreekt, noemen zij voornamelijk TV spotjes en brievenbusreclame. Deze oudere generatie is opgegroeid in een tijdperk waarin reclame heel eenvoudig te herkennen was. Dat is tegenwoordig wel anders. Reclame is letterlijk overal. Ook kinderen komen aan alle kanten in aanraking met de commerciële boodschappen van merken. Deze merken gebruiken ook steeds vaker het internet om kinderen te bereiken, bijvoorbeeld via websites en advergames. Steeds vaker worden in marketingcampagnes meerdere media ingezet (Voorveld, Neijens & Smit, 2011). Hiermee proberen marketeers de effectiviteit van hun budget te maximaliseren door van de unieke voordelen van elk medium te profiteren. Tv-commercials zijn bijvoorbeeld goed in staat om emotie over te brengen en hebben over het algemeen een groot bereik (Dijkstra, Buijtels & Van Raaij, 2005). Online kan juist weer goed gesegmenteerd worden op bepaalde doelgroepen. Door de merkboodschap aan te passen aan het medium kunnen deze voordelen optimaal benut worden. Daarnaast kan de merkboodschap door middel van een crossmediale campagne ook steeds op een andere manier belicht worden. Hierdoor draagt elk medium ook inhoudelijk iets nieuws bij en blijft de merkboodschap interessant voor de ontvanger. Hoewel onder marketeers inmiddels het besef bestaat dat crossmediale campagnes effectiever zijn dan een herhaalde single medium campagne, blijft wetenschappelijk onderzoek waarin dit wordt aangetoond schaars. Daarnaast blijft een verklaring voor de positieve resultaten van crossmediale campagnes vaak uit. Het is echter ook maatschappelijk relevant om te weten op welke manieren crossmediale uitingen van merken invloed uitoefenen op het publiek. Wanneer een campagne de mogelijkheid heeft om de ontvanger te overtuigen, is het van belang dat men zich hier bewust van is. Een doelgroep die binnen dit spectrum nog zwaar onderbelicht is, zijn kinderen. Deze groep wordt steeds meer en vaker blootgesteld aan verschillende vormen van (digitale) media. Vandaag de dag 3

4 groeit bijna ieder kind op met een televisie en is zowel op school, de kinderopvang als thuis meestal internet aanwezig. Volgens Valkenburg en Buijzen (2005) worden kinderen steeds merk bewuster en maken zij op steeds jongere leeftijd deel uit van de consumptiemaatschappij. Dit kan worden verklaard door een groeiende markt voor kinderproducten. Daarnaast hebben kinderen meer invloed op aankopen van producten in allerlei branches (Sharma & Dasgupta, 2009). Ook wordt het (mede)beslissen van aankopen binnen het gezin meer geaccepteerd en aangemoedigd. Reclames richten zich niet alleen steeds vaker op steeds jongere kinderen, ook zetten adverteerders steeds vaker nieuwe middelen in, zoals websites en advergames (Rozendaal, Buijzen & Valkenburg, 2011). Zo ontwikkelde tandpastamerk Aquafresh een advergame voor zes tot en met twaalfjarigen die tandenpoetsen centraal zet ( Aquafresh Ultimate Ontdekkingstocht, 2012). Tijdens de Ultimate Ontdekkingstocht leren kinderen spelenderwijs dat als je goed poetst, je een frisse adem krijgt en dat schadelijke bacteriën worden verwijderd. In de game ontvoerd een leger van slechte bacteriën Prinses Wortel. De Prinses maakt echter vanuit haar gevangenschap een landkaart en geeft die aan de Tandenfee. Vervolgens gaat haar geliefde Markies van Tandopolis samen met de Tandenfee op zoek naar de Prinses. Het leger van bacteriën moeten worden gevangen, geschrobd met tandpasta en weggespoeld met een plens water. De campagne werd ondersteund door video en print. Met het gegeven dat kinderen steeds merk bewuster worden, is het relevant om te onderzoeken welke psychologische processen aanwezig zijn wanneer kinderen worden blootgesteld aan crossmediale campagnes en in hoeverre deze processen bijdragen aan positieve consumentenreacties. Een drietal psychologische processen op de effectiviteit van crossmediale campagnes onder volwassenen is bestudeerd door Voorveld, Neijens en Smit (2011). Allereerst onderzochten zij in hoeverre een advertentie in het eerste medium interesse wekt voor de advertentie in het tweede medium. Dit concept wordt forward encoding 4

5 genoemd. Image transfer houdt in dat een consument de advertentie in het eerste medium weer voor zich ziet wanneer hij/zij wordt blootgesteld aan de advertentie in het tweede medium. Het derde proces noemen zij multiple source perception en houdt in dat de consument gelooft dat een merk goed en populair is vanwege de reclame in ogenschijnlijk onafhankelijke bronnen. Hoe deze drie psychologische processen zich verhouden ten opzichte van kinderen is echter nog onbekend en zal in de huidige studie worden onderzocht aan de hand van de volgende onderzoekvraag: Wat is het effect van blootstelling aan een crossmediale campagne in vergelijking met herhaalde blootstelling aan een single medium campagne op de cognitieve, affectieve en conatieve respons van kinderen? Theoretisch kader Het kind als consument Een centrale vraag binnen het kind en reclame debat is in welke mate kinderen in staat zijn om reclame te verwerken op een bewuste en kritische manier. Studies naar de effecten van reclame op kinderen zijn over het algemeen gebaseerd op twee paradigma's: het paradigma van het mondige kind en die van het kwetsbare kind (Valkenburg & Buijzen, 2003). In het mondige kind paradigma worden kinderen gezien als bekwame en wijze consumenten die in staat zijn om kritisch commerciële boodschappen te verwerken. Onderzoek op basis van het kwetsbare kind paradigma gaat er daarentegen van uit dat kinderen onvoldoende cognitieve vaardigheden hebben om zichzelf te beschermen tegen reclameboodschappen. Er wordt aangenomen dat kinderen gevoeliger zijn voor de verleidelijke invloeden van commercials dan volwassenen. Kinderen onder de acht jaar zijn zich nog niet bewust van de persuasieve bedoeling 5

6 van reclame. Tot deze leeftijd zien zij commercials als een manier om hen te helpen bij hun aankoopbeslissingen (Calvert, 2008). Om advertenties op een kritische en bewuste manier te verwerken moeten kinderen volgens Rozendaal, Buijzen en Valkenburg (2011) in de eerste plaats in staat zijn om reclame te onderscheiden van andere media-inhoud (bijvoorbeeld tvprogramma s of redactionele web inhoud). Daarnaast is het van belang dat zij begrijpen dat adverteerders proberen hun koopgedrag te beïnvloeden. Ten derde dienen kinderen zich ervan bewust te zijn dat adverteerders proberen dit gedrag te beïnvloeden door hun houding en cognities over het product of de advertentie te veranderen. Tot slot is een bepaalde mate van bewustzijn nodig om te begrijpen op welke specifieke manieren adverteerders hen proberen te overtuigen om de geadverteerde producten te kopen. Dit begrip blijkt progressief toe te nemen tussen de acht en twaalf jaar, met een significante stijging rond tien jaar (Rozendaal, Buijzen en Valkenburg, 2011). Crossmediale versus herhaalde single medium campagnes Doordat het aantal beschikbare media steeds groter wordt, ontstaan er steeds meer mogelijkheden rondom de inzet van campagnes. Om een boodschap via verschillende media effectief te communiceren is inzicht in de sterke en zwakke punten van elk medium noodzakelijk (Dijkstra, Buijtels & Van Raaij, 2005). Crossmediale campagnes worden door American Association of Advertising Agencies (AAAA) als volgt gedefinieerd: A concept of marketing communications planning that recognizes the added value of a comprehensive plan that evaluates the strategic roles of a variety of communication disciplines- for example, general advertising, direct response, sales promotion, and public relations-and combines these disciplines to provide clarity, consistency, and maximum communications impact (Naik & Raman, 2003, p. 375). Oftewel, het idee dat de gecombineerde effecten van de inzet van verschillende media groter zijn dan de som van de individuele effecten. Om het merkimago te beschermen, is het 6

7 van belang dat binnen een crossmediale strategie alle communicatie activiteiten, ongeacht het kanaal, consistent zijn (Dijkstra, Buijtels & Van Raaij, 2005). Vandaag de dag worden in bijna alle marketingcampagnes meerdere media ingezet. Verschillende onderzoeken hebben positieve cognitieve effecten gevonden van crossmediale campagnes ten opzichte van single medium campagnes (Chatterjee, 2012; Dijkstra, Buijtels & Van Raaij, 2005; Naik & Raman, 2003; Navarro-Bailón, 2012). In het geval van een herhaalde single medium campagne is er enkel een exacte kopie van de advertentie aanwezig, waardoor de noodzaak om eerdere sporen van de advertentie op te halen uit het geheugen ontbreekt (Chatterjee, 2012). Wanneer men dezelfde informatie binnen verschillende contexten gepresenteerd krijgt, zou de variatie echter leiden tot meer aandacht en hiermee belangstelling van de consument. Elk medium heeft immers specifieke zintuiglijke functies (zowel visueel, verbaal als auditief) waardoor de context van de gepresenteerde boodschap anders is. Dit wordt ook wel de modaliteit van het medium genoemd (Dijkstra, Buijtels & Van Raaij, 2005). Controle over de snelheid en de volgorde van de informatieoverdracht, dat wil zeggen pacing, is een andere onderscheidende media factor. Bij radio en televisie beheerst de zender de volgorde en snelheid van informatieoverdracht. De zender bepaalt dus de inhoud en timing van de programma s, ook wel external pacing genoemd. Bij internal pacing beheersen de ontvangers de snelheid en volgorde van informatieoverdracht grotendeels, zoals het internet. Consumenten kunnen bij deze media zelf bepalen wanneer, hoe snel en in welke volgorde ze informatie verkrijgen. Hoewel in de tv-industrie nog altijd veel geld omgaat, worden steeds vaker nieuwe technologieën ingezet om de aandacht van kinderen te trekken (Calvert, 2008). Een van deze nieuwe communicatiemiddelen zijn advergames, waarbij een product, dienst of bedrijf gepromoot wordt door middel van een game. Bij advergames vervaagt de grens tussen entertainment en reclame (Dahl, Eagle & Báez, 2009). Het doel is om een emotionele 7

8 connectie tussen het merk en de gebruiker te creëren. Ten opzichte van traditionele media besteden consumenten tijdens het spelen van een advergame meer tijd met het merk. Wanneer de consument bij het spelen van een advergame is gemotiveerd, vergroot dit de kans dat de informatie in de reclame wordt verwerkt. Als de advergame leuk gevonden wordt, leidt dit tevens tot een positieve attitude ten opzichte van het merk. Tegelijkertijd bieden dergelijke media met een hoge mate van internal pacing weinig ruimte om ongeïnteresseerde of passieve gebruikers te beïnvloeden. Wanneer deze gebruikers een advergame spelen, zal de cognitieve verwerking van informatie dan ook laag zijn. Bij crossmediale campagnes vullen de sterktes en zwaktes van de verschillende media elkaar aan (Dijkstra, Buijtels & Van Raaij, 2005; Keller, 2011). Zo vonden Voorveld, Neijens en Smit (2011) dat campagnes waarin naast websites ook televisiecommercials ingezet werden effectiever zijn dan campagnes waarin slechts één medium herhaald wordt ingezet. Kinderen verschillen in hun cognitieve vaardigheden bij het interpreteren van reclameboodschappen en vormen zodoende verschillende houdingen ten opzichte van de reclames (Valkenburg & Buijzen, 2005). Belangrijke cognitieve effecten van reclame zijn merkherkenning en -herinnering. Dit merkbewustzijn is een belangrijke voorwaarde voor affectieve en conatieve reclame-effecten. Onderzoek naar de affectieve effecten van reclame op kinderen richt zich op het al dan niet leuk vinden van reclames of merken (Valkenburg & Buijzen, 2005). Aangezien een crossmediale campagne leidt tot hogere informatieverwerking, kan de daaruit voortvloeiende houding positiever zijn dan bij een single medium campagne. Deze bewering wordt gesteund door de Integratie Theorie (Anderson, 1981). Volgens deze theorie wordt informatie van verschillende bronnen gecombineerd bij het evalueren van een merk of product. Wanneer de informatie in een bepaalde uiting consistent is met een eerder gevormd mentaal schema, zal de ontvanger de nieuwe boodschap positief evalueren. Adverteren in verschillende media wordt door de consument dan ook gezien als een 8

9 overtuigende en geloofwaardige boodschap. Hiermee kan uiteindelijk een positieve attitude ten aanzien van de gehele boodschap ontstaan (Voorveld, Neijens & Smit, 2011). Bij studies naar conatieve effecten wordt vooral gekeken naar de mate waarin de kinderen overtuigd worden door de reclameboodschappen (Valkenburg & Buijzen, 2005). Aangezien kinderen slechts in beperkte mate over geld beschikken, wordt hiermee ook gedoeld op de mate waarin zij hun ouders verzoeken bepaalde producten aan te schaffen. Uit onderzoek naar crossmediale campagnes met print en televisie als mediumtypen, blijkt deze media-inzet meer effect te hebben op koopintentie van de consument dan single media campagnes (Dijkstra, Buijtels & Van Raaij, 2005; Naik & Raman, 2003). Advertenties hebben een direct effect op de mate waarin kinderen waarde hechten aan producten (Priya, 2009; Valkenburg & Buijzen, 2003). Koopintentie blijkt significant te worden beïnvloed door de houding van een kind ten opzichte van een product of merk. De invloed van ouders, merkiconen en groepsdruk van leeftijdsgenoten blijken belangrijke moderatoren (Priya, 2009). Op basis van bovenstaande kennis, wordt verwacht dat herhaling van de boodschap met gebruik van verschillende mediumtypen meer effect heeft op de cognitieve, affectieve en conatieve respons van kinderen, dan herhaling van de boodschap door hetzelfde type medium. De eerste hypothese luidt dan ook: H1: Blootstelling van kinderen aan een crossmediale campagne leidt tot sterkere (a) cognitieve, (b) affectieve en (c) conatieve respons dan herhaalde blootstelling aan een single medium campagne. Forward encoding Een van de mogelijke psychologische processen die kunnen optreden bij blootstelling aan crossmediale campagnes is forward encoding, waar een advertentie in een medium de interesse en aandacht wekt voor een advertentie in een tweede medium (Dijkstra, 2002; 9

10 Voorveld, Neijens & Smit, 2011). Deze interesse zorgt er voor dat de advertentie in het tweede medium beter wordt verwerkt. Wanneer de positieve informatie sterker wordt opgeslagen in het geheugen, leidt dit tot een positieve beoordeling van de advertentie en het merk. Zo vonden Voorveld, Neijens en Smit (2011) dat forward encoding in sterke mate aanwezig was bij de crossmediale campagnes die tv en internet combineerden ten opzichte van herhaalde single medium campagnes. Bovendien vonden zij bij crossmediale campagnes een positievere affectieve respons. Forward encoding kan optreden als gevolg van drie typen blootstelling; na hetzelfde bericht via andere media, na wisselende maar wel gerelateerde berichten in hetzelfde mediumtype of een combinatie hiervan (Bronner, Neijens & Van Raaij, 2003). Een herhaalde single media campagne bestaat vaak uit dezelfde advertenties. Wanneer consumenten de boodschap de eerste keer al voldoende hebben verwerkt, neemt de motivatie om dit na een tweede blootstelling nogmaals te doen af. Dit leidt tot de volgende hypothese: H2: Blootstelling van kinderen aan een crossmediale campagne leidt (a) tot meer forward encoding dan herhaalde blootstelling aan een single medium campagne en zorgt zodoende voor sterkere (b) cognitieve, (c) affectieve en (d) conatieve responsen. Image transfer Een tweede mogelijke psychologisch proces dat kan optreden bij blootstelling aan een crossmediale campagne is image transfer. Dit houdt in dat een consument de advertentie uit een eerste medium weer voor zich ziet wanneer deze persoon aan gelijke informatie in het tweede medium wordt blootgesteld (Voorveld, Neijens & Smit, 2011). Dit concept komt voort uit het encoding-specificity principe (Tulving, 1972), dat stelt dat wat men onthoudt van een boodschap afhangt van de manier waarop deze informatie is gecodeerd. Als een tweede advertentie wordt gepresenteerd in een ander medium, kan deze informatie uit de eerste advertentie terughalen uit het geheugen. Dit betekent dat bij blootstelling aan twee 10

11 mediumtypen de cognitieve respons sterker is dan bij herhaalde blootstelling aan een single medium campagne. Bij een tweede blootstelling aan dezelfde advertentie in hetzelfde type medium is het ophalen van deze informatie niet nodig, omdat het makkelijker is dezelfde advertentie nogmaals te verwerken (Dijkstra, 2002). Hierdoor wordt een herhaalde advertentie in hetzelfde medium minder intens verwerkt, terwijl het juist deze diepere verwerking is die resulteert in positieve campagneresultaten (Dijkstra, 2002; Voorveld, Neijens & Smit, 2011). Dit leidt tot de volgende hypothese: H3: Blootstelling van kinderen aan een crossmediale campagne leidt (a) tot meer image transfer dan herhaalde blootstelling aan een single medium campagne en zorgt zodoende voor sterkere (b) cognitieve, (c) affectieve en (d) conatieve responsen. Multiple source perception Een derde mogelijke psychologisch proces dat kan optreden bij blootstelling aan een crossmediale campagne is multiple source perception, waarbij gesteld wordt dat reclame via meerdere bronnen als overtuigender gezien wordt dan een enkele bron (Dijkstra, 2002; Voorveld, Neijens & Smit, 2011). Het idee hierachter is dat reclame die via verschillende onafhankelijke bronnen dezelfde boodschap verkondigen, geloofwaardiger over komt dan hetzelfde aantal berichten in een enkel medium, zoals het geval is bij single medium campagnes. Volgens Kirmani (1997) biedt de economic signaling theory hier een verklaring voor, omdat een consument bij herhaling van bepaalde reclameboodschappen de indruk krijgt een betrouwbare partij voor zich te hebben die gelooft in het product en van plan is om voor langere tijd op de markt te zijn. Uitgebreide campagnes zijn immers duur en in de ogen van de consument betekent dit dat zij met een kwalitatief goed product of merk te maken hebben. Dit leidt tot de volgende hypothese: 11

12 H4: Blootstelling van kinderen aan een crossmediale campagne leidt (a) tot meer multiple source perception dan herhaalde blootstelling aan een single medium campagne en zorgt zodoende voor sterkere (b) cognitieve, (c) affectieve en (d) conatieve responsen. Deze bevindingen leiden tot het volgende conceptueel model: Figuur 1: Conceptueel model Methode Procedure Dit onderzoek naar de effecten van crossmediale campagnes ten opzichte van herhaalde single medium campagnes heeft de vorm van een online experiment. Bij deze gecontroleerde methode van waarneming worden de waarden van de onafhankelijke variabele (blootstelling 12

13 aan een crossmediale of herhaalde single medium campagne) gemanipuleerd met de bedoeling het causale effect daarvan vast te stellen op drie afhankelijke variabelen (cognitieve, affectieve en conatieve respons). Er is gebruik gemaakt van een factorieel tussenproefpersonen design waarbij de participanten willekeurig een crossmediale of herhaalde single medium campagne getoond werd die bestond uit een printadvertentie, tv-commercial en/of advergame. Tabel 1 geeft een overzicht van de verschillende combinaties. Tabel 1: Overzicht experimentele condities Conditie Medium Medium Single medium herhaald Print Print Single medium herhaald Commercial Commercial Single medium herhaald Advergame Advergame Crossmediaal Print Advergame Crossmediaal Print Commercial Crossmediaal Crossmediaal Commercial Print Commercial Advergame Crossmediaal Advergame Print Crossmediaal Advergame Commercial Participanten kregen allereerst een korte introductie over het onderzoek. Vervolgens werd hen een aantal algemene (demografische) vragen gesteld. De participanten werden vervolgens toegewezen aan één van de experimentele condities. In dit onderzoek zijn de participanten willekeurig blootgesteld aan een herhaalde single medium of crossmediale campagne. Iedere participant is blootgesteld aan uitingen van twee verschillende producten; Pritt en Sultana. Allereerst werd men een commercial, printadvertentie of advergame van Pritt blootgesteld. De uitingen van dit lijm merk waren gericht op knutselmogelijkheden voor kinderen. Vervolgens 13

14 werd ook van het tweede product, koek merk Sultana, een commercial, printadvertentie of advergame getoond die gericht was op het aanspreken van kinderen. De reclame-uitingen van zowel Pritt als Sultana waren speels, kleurrijk en overeenkomstig op het gebied van (bewegend) beeld, tekst en muziek. De uitingen van Pritt en Sultana in het eerste medium werden getoond voorafgaand aan een onderbreking in de vorm van een kort Spongebobfragment. Hierna volgde een reclame (commercial, printadvertentie of advergame) van beide merken in een tweede medium. Het experiment duurde in totaal ongeveer 15 minuten. Participanten Diverse scholen in Nederland zijn benaderd met de vraag mee te werken aan het onderzoek. Een school uit Amstelveen en Kortenhoef gaven gehoor aan de oproep. De kinderen in Kortenhoef hebben op eigen gelegenheid deelgenomen. Bij de school in Amstelveen is een onderzoeker naar de locatie afgereisd om het onderzoek af te nemen. Aanvullend hebben twee groepen van een scoutingvereniging uit Beverwijk meegedaan. Voorafgaand aan het onderzoek is de ouders om toestemming gevraagd door middel van een brief. In totaal hebben er 94 participanten het experiment ondergaan. Hiervan waren zes vragenlijsten onvolledig of was de participant ouder dan twaalf jaar. Uiteindelijk was de data van 86 participanten in de leeftijd acht tot en met twaalf jaar geschikt voor de analyses (M = 9.7, SD = 1.4). Er deden iets meer meisjes (N = 45) dan jongens mee (N = 41). Metingen De afhankelijke variabelen in dit onderzoek zijn de cognitieve, affectieve en conatieve respons. De cognitieve respons verwijst naar de kennis en conclusies naar aanleiding van blootstelling aan een bepaald bericht (Dijkstra, Buijtels & Van Raaij, 2005). De affectieve respons heeft niet te maken met de informatie die in de reclame-uiting verstrekt wordt, maar 14

15 met de emoties die de reclame teweeg brengt. Conatieve reacties verwijzen naar de gedragsmatige reacties op reclame zoals koopintentie. Cognitieve respons. De cognitieve respons is gemeten door de merkherinnering en - herkenning te bepalen (Valkenburg & Buijzen, 2005). Allereerst is Participanten de volgende open vraag voorgelegd: Voor welke merken werd hier reclame gemaakt?. De mate van merkherinnering is vervolgens bepaald door het wel of niet herinneren van een of beide merken (M Pritt =.41, SD =.50; M Sultana =.38, SD =.49). Merkherkenning is gemeten door kinderen uit een lijst van tien merken te vragen van welke merken zij reclame hadden gezien. De score is vervolgens berekend door het wel (1) of niet (0) herkennen van het merk (M Pritt =.76, SD =.43; M Sultana =.71, SD =.45). Affectieve respons. De affectieve respons ten opzichte van zowel de reclame als het merk is gemeten door participanten te vragen naar de gedachten, emoties en reacties die zij ervoeren tijdens blootstelling (Dijkstra, Buijtels & Van Raaij, 2005; Voorveld, Neijens & Smit, 2011). Dit gebeurde aan de hand van een semantisch differentiaal van drie items, te weten: leuk/niet leuk, goed/slecht en cool/niet cool. Visuele middelen zijn een manier om vragen duidelijk en concreet te communiceren met kinderen (Van Laerhoven, Van der Zaag-Loonen & Derkx, 2004). Zodoende is het semantisch differentiaal verduidelijkt door middel van vijfpuntsschaal met gezichtsicoontjes (1 = helemaal niet t/m 5 = helemaal wel). Uit een principale-componenten-factoranalyse is gebleken dat de variantie op de items bij beide merken verklaard kon worden door één component met een eigenwaarde groter dan één. Bij Pritt verklaarde dit component 73,6% van de variantie met een eigenwaarde van Deze index is betrouwbaar gebleken (α =.92, M = 3.47, SD =.96). Bij Sultana verklaarde het component 71,7% van de variantie met een eigenwaarde van Ook hier was sprake van een betrouwbare schaal (α =.92; M = 3.65, SD =.92) 15

16 Conatieve respons. Daar kinderen zelf over weinig/geen geld beschikken wordt met gedragsmatige reacties gedoeld op aanschafverzoeken (Valkenburg & Buijzen, 2003). Om dit te meten is de participanten een lijst met negen verschillende producten voorgelegd, waaronder de lijmstift van Pritt en koekjes van Sultana. Vervolgens is hen gevraagd aan in hoeverre zij nooit, soms of vaak aan hun ouders vragen deze producten aan te schaffen. De conatieve respons van Pritt (M = 1.83, SD =.65) en Sultana (M = 2.1, SD =.79) zijn meegenomen is verdere analyses. Forward encoding. De mate waarin een advertentie in een medium de interesse en aandacht wekt voor een advertentie in een tweede medium, of forward encoding, kan volgens Dijkstra, Buijtels en Van Raaij (2005) en Voorveld, Neijens en Smit (2011) worden gemeten door drie items op een vijfpuntsschaal, te weten ik raakte meer geïnteresseerd in de tweede advertentie na het zien van de eerste advertentie, ik wilde meer weten over het merk na het zien van de eerste advertentie en ik wilde meer informatie over het merk nadat ik de eerste advertentie had gezien. Hiervoor is dezelfde schaal gebruikt als bij de affectieve respons (1 = helemaal niet t/m 5 = helemaal wel). Door middel van een principale componentenanalyse met Varimax rotatie is gebleken dat de variantie op de items bij beide merken steeds verklaard kon worden door één component met een eigenwaarde groter dan één. Bij Pritt verklaarde dit component 79,9% van de variantie met een eigenwaarde van Deze index is betrouwbaar gebleken (α =.88, M = 3.24, SD = 1.32). Bij Sultana verklaarde het component 78,6% van de variantie met een eigenwaarde van Ook hier was sprake van een betrouwbare schaal (α =.84, M = 3.32, SD = 1.29). Image transfer. De mate waarin een consument de advertentie uit het eerste medium weer voor zich ziet wanneer deze persoon aan gelijke informatie in het tweede medium wordt blootgesteld, oftewel image transfer, is gemeten door de kinderen via twee items op een vijfpuntsschaal (1 = helemaal niet t/m 5 = helemaal wel) te vragen in hoeverre 16

17 bepaalde woorden of beelden uit de eerste advertentie bij hen opkwamen bij blootstelling aan het tweede medium (Voorveld, Neijens & Smit, 2011). Uit een principale-componentenfactoranalyse met Varimax rotatie is gebleken dat de variantie op de items bij beide merken verklaard kon worden door een component met een eigenwaarde groter dan één. Bij Pritt verklaarde dit component 85,6% van de variantie met een eigenwaarde van Deze index is betrouwbaar gebleken (α =.84, M = 2.85, SD = 1.25). Bij Sultana verklaarde het component 86,8% van de variantie met een eigenwaarde van Ook hier was sprake van een betrouwbare schaal (α =.83, M = 3.29, SD = 1.22) Multiple source perception. Via drie items op een vijfpuntsschaal (1 = helemaal niet t/m 5 = helemaal wel) is bepaald in hoeverre reclame via meerdere bronnen als overtuigender gezien wordt dan een enkele bron (Voorveld, Neijens & Smit, 2011). Deze items zijn ik denk dat dit een populair merk is, ik vind dit een geloofwaardig merk en ik denk dat dit een goed merk is, omdat er veel geld uitgegeven is aan deze advertenties. Deze zijn versimpeld om beter op het kennisniveau van acht tot en met twaalf jarigen aan te sluiten. Na het uitvoeren van een principale componentenanalyse met Varimax rotatie en een betrouwbaarheidsanalyse bleek dat zowel bij Pritt (EV =2.11, R2 =.70, α =.78, M = 3.67, SD =.92) als Sultana (EV =2.24, R2 =.75, α =.83, M = 3.85, SD = 1.01) de items op één factor laadden en tevens een betrouwbare schaal vormden. Resultaten Om te onderzoeken wat de invloed is van een crossmediale of herhaalde single medium campagne op de cognitieve, affectieve en conatieve respons (H1) en om te achterhalen welke rol forward encoding, image transfer en multiple source perception hierbij spelen, is een twee-factor variantieanalyse uitgevoerd. Binnen de crossmediale conditie vielen bij Pritt in totaal 54 personen (M =.64, SD =.48), waarvan 54,1% mannen. Bij Sultana vielen er 62 17

18 personen binnen deze conditie (M =.74, SD =.44), waarvan 68% mannen. Een correlatieanalyse is uitgevoerd om te controleren in hoeverre leeftijd en geslacht van invloed zijn op de afhankelijke variabelen. Hieruit blijkt dat leeftijd enkel een significant verband heeft met de conatieve respons op Sultana (r =.32, p <.001). Geslacht is enkel significant gerelateerd aan de conatieve respons bij Pritt (r = -.23, p <.05). Er is geen significante correlatie gevonden tussen de overige variabelen. Leeftijd en geslacht wordt zodoende alleen meegenomen als controlevariabelen bij de afhankelijke variabele conatieve respons. Direct effect op cognitieve, affectieve en conatieve respons H1 stelt dat blootstelling aan een crossmediale campagne leidt tot sterkere cognitieve responsen dan herhaalde blootstelling aan een single mediumcampagne. Een onafhankelijke T-toets wijst uit dat het herinneren van de merknaam Pritt in de crossmediale conditie net niet significant groter is (M =.47, SD =.50) dan in de conditie waarin een single medium herhaald werd (M =.30, SD =.50, F(90) = 9.90, p =.06). Het herinneren van de merknaam Sultana blijkt echter wel significant te verschillen (M crossmediaal =.45, SD =.50; M single medium herhaald =.20, SD =.41, F(90) = 30.8, p <.05). Het merk Sultana werd het beste herinnerend bij de crossmediale conditie Advergame*Commercial (zie tabel 2). Het slechtst werd deze herinnerend bij de conditie Advergame*Advergame. In tegenstelling tot merkherinnering, blijkt het type campagne voor zowel Sultana (M crossmediaal =.79, SD =.41; M single medium herhaald =.56, SD =.51, F(80) = 11.23, p <.05) als Pritt (M crossmediaal =.86, SD =.35; M single medium herhaald =.61, SD =.50, F(90) = 27.94, p <.05) een significant effect te hebben op de merkherkenning significant. Het merk Pritt werd het beste herkend bij de crossmediale conditie Commercial*Advergame. Het slechtst werd deze herkend bij de conditie Advergame*Advergame. Het merk Sultana werd het beste herkend bij de crossmediale conditie Print*Commercial (zie tabel 2). Het slechtst 18

19 werd deze herkend bij Commercial * Commercial. Aangezien er wel significante verbanden gevonden zijn tussen het type campagne en de merkherinnering en herkenning, maar niet gelijk voor Pritt en Sultana wordt de hypothese dat blootstelling van kinderen aan een crossmediale campagne leidt tot sterkere cognitieve responsen dan herhaalde blootstelling aan een single medium campagne deels worden aangenomen (H1a). Om te onderzoeken wat een crossmediale of herhaalde single medium campagne betekent voor affectieve respons, is wederom een onafhankelijke T-toets uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de affectieve respons bij Pritt significant sterker is bij blootstelling aan een crossmediale campagne (M crossmediaal = 3.82, SD =.09; M single medium herhaald = 2.84, SD =.20, F(39.6) = 9.69, p <.01). Dit gaat echter niet op voor Sultana (M crossmediaal = 3.77, SD =.84; M single medium herhaald = 3.34, SD = 1.08, F(30.7) = 4.16, p = n.s.). Wanneer de affectieve respons op Pritt uitingen nader wordt uitgesplitst aan de hand van een ongecorreleerde één-factor variantieanalyse blijkt er sprake van een significant effect van het zien van een crossmediale campagne ten opzichte van een herhaalde single medium campagne (F(72) = 7.39, p <.001). Participanten die een crossmediale campagne is getoond, vinden de reclames en het merk Pritt leuker dan degenen die een herhaalde single medium campagne gezien hebben. De affectieve respons was het hoogst bij de combinatie Commercial*Advergame (zie tabel 2). Het slechtst scoorde de combinatie Print*Print. Uit de post-hoc meervoudige-vergelijkingentoets Scheffé blijkt dat de conditie Print*Print significant afwijkt van andere condities. Aangezien alleen voor Pritt een significant verband tussen het type campagne en de affectieve respons is gevonden, wordt de hypothese dat blootstelling van kinderen aan een crossmediale campagne leidt tot sterkere affectieve responsen dan herhaalde blootstelling aan een single medium campagne deels aangenomen (H1b). 19

20 H1c stelt dat blootstelling aan een crossmediale campagne leidt tot sterkere conatieve responsen dan herhaalde blootstelling aan een single mediumcampagne. Het regressiemodel met de conatieve respons als afhankelijke variabele en het type campagne, leeftijd en geslacht als onafhankelijke variabelen was voor zowel Pritt (F (77) = 11.03, p <.001) als Sultana (F (75) = 9.76, p <.001) significant. Het regressiemodel is dus bruikbaar om conatieve respons van kinderen te voorspellen. Bij Pritt kan 30,1% van de verschillen in conatieve respons worden voorspeld op grond van het type campagne, leeftijd en geslacht (R 2 =.30). Zowel het type campagne (β =.48, t = 5.01, p <.001) als geslacht (β = -.31, t = -3.23, p < 0,01) heeft een significante samenhang met de conatieve respons. Dit betekent dat bij blootstelling aan een crossmediale campagne, kinderen meer geneigd zijn hun ouders te vragen Pritt aan te schaffen. Daarnaast neemt bij meisjes de geschatte conatieve respons met.41 af. Ook bij Sultana kan 28,1% van de verschillen in conatieve respons kunnen voorspeld worden op grond van het type campagne, leeftijd en geslacht (R 2 =.28). Zowel het type campagne (β =.41, t = 4.17, p <.001) als leeftijd (β =.34, t = 3.47, p <.01) hebben een significante samenhang met de conatieve respons. Dit betekent dat bij blootstelling aan een crossmediale campagne, kinderen meer geneigd zijn hun ouders te vragen Sultana aan te schaffen. Daarnaast neemt per leeftijdsjaar de geschatte conatieve respons met.20 toe. De conatieve respons was het hoogst bij de combinatie Advergame*Print en Advergame*Print (zie tabel 2). Wederom scoorde de combinatie Print*Print het slechtst. De hypothese dat blootstelling van kinderen aan een crossmediale campagne leidt tot sterkere cognitieve conatieve dan herhaalde blootstelling aan een single medium campagne kan hiermee worden aangenomen (H1c). 20

21 Tabel 2: Direct effect van het type campagne op de cognitieve, affectieve en conatieve respons Merkherinnering Merkherkenning Affectieve respons Conatieve respons Conditie Pritt Sultana* Pritt* Sultana* Pritt* Sultana Pritt* Sultana* Print Print M =.21 M =.38 M =.57 M =.63 M =2.12 M =2.69 M = 1.36 M = 1.43 SD =.43 SD =.52 SD =.51 SD =.52 SD =.99 SD =.79 SD =.63 SD =.54 Commercial Commercial M =.50 M =.22 M =.80 M =.44 M =3.46 a M =3.19 M = 1.40 M = 1.44 SD =.53 SD =.44 SD =.42 SD =.53 SD =.93 SD =1.12 SD =.90 SD =.53 Advergame Advergame M =.22 M =.00 M =.44 M =.63 M =3.42 M =4.23 M = 1.63 M = 2.29 SD =.44 SD =.00 SD =.53 SD =.52 SD =.71 SD =.73 SD =.90 SD =.76 Print Advergame M =.13 M =.42 M =.75 M =.75 M =3.62 a M =4.17 M = 1.57 M = 2.25 SD =.35 SD =.51 SD =.46 SD =.46 SD =.84 SD=.85 SD =.74 SD =.87 Print Commercial M =.55 M =.50 M =.91 M =.92 M =3.65 a M =3.44 M = 2.00 M = 2.20 SD =.52 SD =.52 SD =.30 SD =.29 SD =.88 SD =.85 SD =.47 SD =.79 Commercial Print M =.36 M =.50 M =.82 M =.82 M =3.33 M =3.93 M = 2.09 M = 2.00 SD =.50 SD =.53 SD =.40 SD =.40 SD =.57 SD =.74 SD =.54 SD =.87 Commercial Advergame M =.69 M =.45 M =1.0 M =1.0 M =4.11 a M =3.37 M = 2.00 M = 2.30 SD =.48 SD =.52 SD =.00 SD =.00 SD =.45 SD =1.02 SD =.58 SD =.82 Advergame Print M =.14 M =.29 M =.71 M =.79 M =4.00 a M = 3.75 M = 1.86 M = 2.43 SD =.38 SD =.47 SD =.49 SD =.43 SD =.32 SD =.86 SD =.69 SD =.76 Advergame Commercial M =.78 M =.63 M =.89 M =.88 M =4.00 a M = 3.75 M = 2.33 M = 2.38 SD =.44 SD =.52 SD =.33 SD =.35 SD =.51 SD =.79 SD =.50 SD =.52 *Direct effect is significant (ten minste p <.05) a Significante verschillen t.o.v. conditie Print Print (ten minste p <.05) 21

22 Mediërende rol van forward encoding Om te toetsen in hoeverre forward encoding de relatie tussen blootstelling aan een campagne en de cognitieve, affectieve en conatieve respons beïnvloedt (H2), is allereerst een enkelvoudige regressieanalyse uitgevoerd. Het verband tussen blootstelling aan een campagne als onafhankelijke variabele en forward encoding als afhankelijke variabele blijkt voor zowel Pritt (F (84)= 42.14, p <.001) als Sultana (F(77)= 5.82, p <.05) significant. Het type campagne kan dus worden gebruikt om de mate van forward encoding te voorspellen. Voor Pritt kan 33,4% van het verschil in forward encoding worden verklaard door het type campagne (R 2 =.33, β =.59, t = 6.49, p <.001). Bij Sultana kan 22,6% van het verschil in forward encoding worden verklaard door het type campagne (R 2 =.23, β =.27, t = 2.41, p <.05). De hypothese dat blootstelling van kinderen aan een crossmediale campagne leidt tot meer forward encoding dan herhaalde blootstelling aan een single medium campagne kan worden aangenomen (H2a). Forward encoding blijkt voor zowel voor Pritt (F(84) =.01, R 2 =0, β =.01, t =2.8, p = n.s.) als Sultana (F(77) =.01, R 2 =0, β =.01, t =.07, p = n.s.) niet significant bij te dragen aan een betere merkherinnering. Ook leidt forward encoding voor zowel Pritt (F(84) = 3.13, R 2 =.04, β =.19, t =1.79, p = n.s.) als Sultana (F(77) =.21, R 2 =0, β =.05, t =.46, p = n.s.) niet tot significant sterkere merkherkenning. De hypothese dat forward encoding bijdraagt aan sterkere cognitieve responsen (H2b) is hiermee verworpen. Forward encoding blijkt bij zowel Pritt (β =.40, p <.001) als Sultana (β =.46, p <.001) een positief effect te hebben op de affectieve respons. Bij Sultana blijkt forward encoding echter geen significante voorspeller in de relatie tussen het type campagne op de affectieve respons (F(76) = 24.79, R 2 =.40, β = -.02, t =-.21, p = n.s.). Bij Pritt blijkt er wel sprake van een gedeeltelijke mediatie, aangezien de bèta in vergelijking met het directe effect (β =.44, p <.001) afnam, wanneer forward encoding werd meegenomen binnen de regressieanalyse (β 22

23 Pritt =.21, p <.05). De Sobel Test gaf aan dit partiële mediatie-effect betrouwbaar was (Sobel Test Statistic= 4.46, p <.001). De hypothese dat forward encoding bijdraagt aan sterkere affectieve responsen (H2c) kan hiermee deels worden aangenomen. Forward encoding blijkt verder zowel bij Pritt (β =.15, p <.01) als Sultana (β =.26, p <.001) een positief effect te hebben op de conatieve respons. Voor Pritt heeft enkel geslacht (β = -.13, t = -1.29, p <.01) een significante en redelijke sterke samenhang met conatieve respons. Wederom neemt bij meisjes de conatieve respons af, wanneer rekening wordt gehouden met forward encoding. Voor Sultana heeft echter leeftijd (β =.33, t = 3.12, p <.01) een significante en redelijke sterke samenhang met conatieve respons. Dit betekent dat wanneer rekening wordt gehouden met forward encoding, de geschatte conatieve respons per leeftijdsjaar toeneemt met.19. Er blijkt voor beide merken sprake van partiële mediatie, aangezien de bèta in vergelijking met het directe effect (β Pritt =.41, p <.001; β Sultana =.32, p <.001) afnam wanneer forward encoding werd meegenomen in de regressieanalyse (β Pritt =.31, p <.001; β Sultana =.27, p <.01). De Sobel Test toonde aan dat dit partiële mediatieeffect betrouwbaar was (Sobel Test Statistic Pritt = 2.98, p <.001; Sobel Test Statistic Sultana = 1.85, p <.05). De hypothese dat forward encoding bijdraagt aan sterkere conatieve responsen (H2d) is hiermee aangenomen. Mediërende rol van image transfer Hypothese 3 veronderstelt dat blootstelling aan een crossmediale campagne leidt tot een sterkere mate van image transfer dan herhaalde blootstelling aan een single medium campagne. Dit verband blijkt enkel voor Pritt significant (F(54) = 6.53, p <.05). Bij Sultana blijkt het type campagne niet tot significant hoger image transfer te leiden (F(67)=.31, R 2 =.01, β =.07, t =.55, p = n.s.). Zodoende zijn er met Sultana geen verdere analyses rondom image transfer uitgevoerd. Voor Pritt kan 10,8% van het verschil in image transfer worden verklaard door het type campagne (R 2 =.11, β =.33, t = 2.55, p <.05). De hypothese dat 23

24 blootstelling van kinderen aan een crossmediale campagne leidt tot meer image transfer dan herhaalde blootstelling aan een single medium campagne kan deels worden aangenomen (H3a). Image transfer draagt niet significant bijdraagt aan een sterkere merkherinnering (F(54) =.35, R 2 =.01, β =.08, t =.60, p = n.s.) of -herkenning (F(54) =.43, R 2 =.01, β =.09, t =.65, p = n.s.). De hypothese dat image transfer bijdraagt aan sterkere cognitieve responsen (H3b) is hiermee verworpen. Image transfer blijkt een positief effect te hebben op de affectieve respons (β =.44, p <.01). Image transfer blijkt een significante voorspeller in de relatie tussen het type campagne op de affectieve respons (F(53)= 20.14, R 2 =.43, β =.27, t = 4.73, p <.01). Er blijkt sprake van een partiële mediatie, aangezien de bèta in vergelijking met het directe effect (β =.44, p <.001) toenam, wanneer image transfer werd meegenomen in de regressieanalyse (β =.52, p <.001). De Sobel Test gaf aan dit partiële mediatie-effect betrouwbaar was (Sobel Test Statistic = 2.31, p <.05). De hypothese dat image transfer bijdraagt aan sterkere affectieve responsen (H3c) is hiermee aangenomen. Image transfer blijkt tevens een positief effect te hebben op de conatieve respons (β =.16, p <.05). Image transfer blijkt echter geen significante voorspeller in de relatie tussen het type campagne op de conatieve respons (F(53) = 4.69, R 2 =.15, β =.24, t = 1.73, p = n.s.). De hypothese dat image transfer bijdraagt aan sterkere conatieve responsen (H3d) is hiermee verworpen. Mediërende rol van multiple source perception De laatste hypothese (H4) stelt dat blootstelling aan een crossmediale campagne leidt tot een sterkere mate van multiple source perception dan herhaalde blootstelling aan een single medium campagne. Dit verband blijkt voor zowel Pritt (F(87) = 49.01, p <.001) als Sultana 24

25 (F(88) = 5.95, p <.05) significant. Het type campagne kan dus worden gebruikt om de mate van multiple source perception te voorspellen. Voor Pritt kan 36% van het verschil in multiple source perception worden verklaard door het type campagne (R 2 =.36, β =.60, t = 7.00, p <.001). Bij Sultana kan 6,3% van het verschil in multiple source perception worden verklaard door het type campagne (R 2 =.06, β =.25, t = 2.44, p <.05). De hypothese dat blootstelling van kinderen aan een crossmediale campagne leidt tot meer multiple source perception dan herhaalde blootstelling aan een single medium campagne kan worden aangenomen (H4a). Multiple source perception blijkt voor zowel Pritt (F(87) = 3.19, R 2 =.04, β =.19, t =1.79, p = n.s.) als Sultana (F(88) =.60, R 2 =.01, β =.08, t =.78, p = n.s.) niet significant bij te dragen aan een sterkere merkherinnering. Ook draagt het voor zowel Pritt (F(87) = 11.75, R 2 =.12, β =.35, t =11.75, p = n.s.) als Sultana (F(88) = 3.72, R 2 =.04, β =.20, t =1.94, p = n.s.) niet significant bij aan een sterkere merkherkenning. De hypothese dat multiple source perception bijdraagt aan sterkere cognitieve responsen (H4b) is hiermee verworpen. Multiple source perception blijkt zowel bij Pritt (β =.44, p <.001) als Sultana (β =.74, p <.001) een positief effect te hebben op de affectieve respons. Bij Sultana is multiple source perception echter geen significante voorspeller in de relatie tussen het type campagne op de affectieve respons (F(87) = 53.28, R 2 =.55, β =.00 t =-.01, p = n.s.). Bij Pritt blijkt er wel sprake van een partiële mediatie, aangezien de bèta in vergelijking met het directe effect van het type campagne op de affectieve respons (β =.44, p <.001) afnam, wanneer multiple source perception werd meegenomen in de regressieanalyse (β =.27, p <.05). De Sobel Test gaf aan dit partiële mediatie-effect betrouwbaar was (Sobel Test Statistic = 3.85, p <.001). De hypothese dat multiple source perception bijdraagt aan sterkere affectieve responsen (H4c) is hiermee deels aangenomen. Multiple source perception blijkt zowel bij Pritt (β =.45, p <.001) als Sultana (β =.53, p <.001) een positief effect te hebben op de conatieve respons. Multiple source perception 25

26 blijkt echter voor zowel Pritt (F(85) = 12.67, R 2 =.23, β =.20, t = 1.64, p = n.s.) als Sultana F(83) =18.23, R 2 =.01, β =.18, t = 1.87, p = n.s.) geen significante voorspeller in de relatie tussen het type campagne op de conatieve respons. De hypothese dat multiple source perception bijdraagt aan sterkere conatieve responsen (H4d) is hiermee verworpen. De resultaten worden in figuur 2 samengevat. Figuur 2: Conceptueel model met gevonden effecten* * Ten minste p <.05 26

27 Discussie Het doel van dit onderzoek was om meer inzicht te krijgen in het effect van crossmediale campagnes op de cognitieve, affectieve en conatieve respons van kinderen. Daarnaast is er gekeken in hoeverre forward encoding, image transfer en multiple source perception invloed op deze relatie uitoefenen. De resultaten laten zien dat crossmediale campagnes doorgaans een positievere invloed hebben op consumentenreactie ten opzichte van herhaalde single medium campagnes. Deze resultaten sluiten daarmee grotendeels aan op eerdere onderzoeken (Chatterjee, 2012; Dijkstra, Buijtels & Van Raaij, 2005; Naik & Raman, 2003; Navarro- Bailón, 2012). De resultaten laten zien dat dat crossmediale campagnes een positief effect hebben op de merkherinnering en herkenning, hoewel dit verband bij merkherinnering alleen voor Pritt aangetoond kon worden. Ook de invloed van het type campagne op de affectieve respons bleek slechts bij één merk aantoonbaar. Het verschil in aangetoonde effecten tussen de twee merken zou kunnen worden verklaard door de mate van productbetrokkenheid. Een hogere mate van productbetrokkenheid, doet een consument meer nadenken over het product waardoor de informatie sterker verwerkt worden (Voorveld, Neijens en Smit, 2011), wellicht ongeacht het type campagne men getoond krijgt. Dit merkbewustzijn is een belangrijke voorwaarde voor reclame-effecten (Valkenburg & Buijzen, 2005). Het zou kunnen dat kinderen zich meer betrokken voelen bij koek van Sultana dan bij lijm van Pritt, waardoor zij bij zowel crossmediale als herhaalde single mediumcampagnes de persuasieve boodschap sterk verwerken. De beperkingen van dit onderzoek zijn vergelijkbaar met andere studies naar mediaeffecten. Hoewel is geprobeerd een natuurlijke blootstelling te simuleren waarbij reclames van meerdere merken werden afgewisseld door een tekenfilm, was er nog steeds sprake van een kunstmatige situatie. In werkelijkheid heeft een adverteerder veel minder controle over de 27

28 frequentie en volgorde van de blootstelling. Daarnaast zat er maar weinig tijd tussen blootstelling aan de advertenties en het beantwoorden van de vragenlijst. Ook de manier waarop de vragenlijst is opgesteld, heeft haar beperkingen. Attitude werd gemeten na het meten van de cognitieve respons. Dit kan participanten de tijd hebben gegeven hun attitude te rationaliseren waardoor er geen sprake meer was van een spontane reactie. Conclusie Dit onderzoek naar de consumentreacties vergeleek campagnes die print, commercials en/of advergames bevatten. Met de komst van nieuwe media wordt het effect van verschillende mediacombinaties steeds relevanter voor mediaplanners en adverteerders. De verschillen in sterktes en zwaktes van een medium en de manier waarop deze elkaar aanvullen, behoeft meer onderzoek. Zo zou toekomstig onderzoek naar crossmediale effecten op kinderen zich meer kunnen richten op het gebruik van advergames binnen crossmediale campagnes. Samengevat blijkt uit dit onderzoek dat een crossmediale campagne betere consumentenreacties ontvangt ten opzichte van herhaalde blootstelling aan een single medium campagne. Crossmediale campagnes lijken met name de affectieve en conatieve respons van jonge consumenten te beïnvloeden. Ook blijken crossmediale campagne een positief effect te hebben op forward encoding, image transfer en multiple source perception. De resultaten laten verder zien dat blootstelling aan een crossmediale campagne tot meer forward encoding leidt dan herhaalde blootstelling aan een single medium campagne. Dit betekent dat binnen crossmediale campagnes een advertentie in een eerste medium de aandacht, interesse en nieuwsgierigheid wekt in het tweede medium. Ook leidde blootstelling aan een crossmediale campagne tot hogere multiple source perception. Blootstelling aan een crossmediale campagne leidde alleen bij Pritt tot een hogere mate van image transfer. De drie psychologische processen blijken echter niet volledig de relatie tussen het type campagne en 28

Crossmediacampagnes versus single medium campagnes

Crossmediacampagnes versus single medium campagnes Crossmediacampagnes versus single medium campagnes De mate van synergie tussen adverteren op Social Network Sites en Televisie en de mogelijke verklaringen voor de aan- of afwezigheid van deze synergie.

Nadere informatie

Crossmedia versus single medium; effecten op consumentenreacties en de mediërende rol van psychologische processen

Crossmedia versus single medium; effecten op consumentenreacties en de mediërende rol van psychologische processen Crossmedia versus single medium; effecten op consumentenreacties en de mediërende rol van psychologische processen Universiteit van Amsterdam Master Communicatiewetenschap Specialisatie: Persuasieve communicatie

Nadere informatie

De effecten op consumentenreacties en de rol van psychologische processen.

De effecten op consumentenreacties en de rol van psychologische processen. De effectiviteit van een campagne met meerdere marketingcommunicatie-instrumenten in vergelijking met een campagne met één marketingcommunicatieinstrument. De effecten op consumentenreacties en de rol

Nadere informatie

4. De effectiviteit van crossmediacampagnes

4. De effectiviteit van crossmediacampagnes 4. De effectiviteit van crossmediacampagnes HILDE A.M. VOORVELD, PETER C. NEIJENS en EDITH G. SMIT SAMENVATTING Onderzoek naar de effectiviteit van crossmediacampagnes is schaars. In dit artikel beantwoorden

Nadere informatie

Adverteren via sociale media en televisiereclames een unieke synergie?

Adverteren via sociale media en televisiereclames een unieke synergie? Master s Thesis Adverteren via sociale media en televisiereclames een unieke synergie? Een onderzoek naar de effecten van cross mediale campagnes versus single medium campagnes op de herinnering van de

Nadere informatie

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving

Effecten van embedded advertising. Vandaag. Waarom Werkt Embedded Advertising? Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen. Effecten van regelgeving Effecten van embedded advertising en de bijbehorende regelgeving dr. Eva van Reijmersdal (dr.) Sophie Boerman Universiteit van Amsterdam Vandaag Bewijs van effectiviteit en 3 verklaringen 1. Likeability

Nadere informatie

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights

Special advertising: SBS Billboards DVJ Insights Special advertising: SBS s DVJ Insights Ronald Jansen & Robin Koenen Maart 2016 onderzoeksopzet 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising nog betere effecten voor het

Nadere informatie

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines

Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Mediacontext: thematische congruentie tussen context/advertentie en het effect op reclameverwerking in magazines Universiteit van Amsterdam, The Graduate School of Communication Naam: Jean-michel Kerkhoff

Nadere informatie

SYNERGIE-EFFECTEN VAN MULTIMEDIASTRATEGIEËN: METHODEN OM SINGLE MEDIUMCAMPAGNES TE VERGELIJKEN MET MULTIMEDIACAMPAGNES

SYNERGIE-EFFECTEN VAN MULTIMEDIASTRATEGIEËN: METHODEN OM SINGLE MEDIUMCAMPAGNES TE VERGELIJKEN MET MULTIMEDIACAMPAGNES - 1 - Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Probleemstelling 6 1.3 Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie 10 1.4 Structuur en hoofdstukindeling 12 2. Theorie 13 2.1 Voorwaarts overdrachtseffect

Nadere informatie

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M.

Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Everyday Multiscreening. How the Simultaneous Usage of Multiple Screens Affects Information Processing and Advertising Effectiveness. C.M. Segijn Dutch Summary (Nederlandse samenvatting) Alledaags multiscreening.

Nadere informatie

Synergie effecten in multimediale reclamecampagnes nader onderzocht

Synergie effecten in multimediale reclamecampagnes nader onderzocht Communicatiewetenschap Media & Communicatie Instituut Masterscriptie Synergie effecten in multimediale reclamecampagnes nader onderzocht Een onderzoek naar de vraag of multimediale campagnes effectiever

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

MSN Video Effectief? 2 Cases

MSN Video Effectief? 2 Cases MSN Video Effectief? 2 Cases Introductie Waarom video? Hoe kun je dat goed meten? Inleiding - Effecten van streaming Cross Media Effecten Doelgroep verbreding Synergie Opwekking Herhaling Complementariteit

Nadere informatie

Crossmedia reclamecampagnes: effectief voor elk product?

Crossmedia reclamecampagnes: effectief voor elk product? Crossmedia reclamecampagnes: effectief voor elk product? Naam: Veerle Pouwelse Studentnummer:10261931 Datum: 26 juni 2012 Master Persuasive Communication Graduate School of Communication Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights

Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Special advertising: SBS ident Spots DVJ Insights Lucas Hulsebos & Anneke Kuipers November 2015 Inleiding 2 Inleiding SBS biedt adverteerders de mogelijkheid om via special advertising betere effecten

Nadere informatie

Richtlijnen effectieve OOH campagnes

Richtlijnen effectieve OOH campagnes Gebaseerd op 135+ Brand Lift studies Richtlijnen effectieve OOH campagnes Voorwoord In 2016 zijn de onderzoeksresultaten van 136 Out-of-Home campagnes geanalyseerd door de Vrije Universiteit Amsterdam

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X

GfK Group Media RAB Radar- Voorbeeldpresentatie Merk X fmcg. Februari 2008 RAB RADAR. Radio AD Awareness & Respons. Voorbeeldpresentatie Merk X RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Voorbeeldpresentatie Inhoud 1 Inleiding 2 Resultaten - Spontane en geholpen bekendheid - Herkenning radiocommercial en rapportcijfer - Teruggespeelde boodschap -

Nadere informatie

SOCIALE NETWERK SITES EN MULTIMEDIACAMPAGNES: Het Effect van Sociale Netwerk Sites in Multimediacampagnes en de Rol van Resistance.

SOCIALE NETWERK SITES EN MULTIMEDIACAMPAGNES: Het Effect van Sociale Netwerk Sites in Multimediacampagnes en de Rol van Resistance. SOCIALE NETWERK SITES EN MULTIMEDIACAMPAGNES: Het Effect van Sociale Netwerk Sites in Multimediacampagnes en de Rol van Resistance to Persuasion Student: Aniek Peelen Studentnr. 6011462 Opleiding: Universiteit:

Nadere informatie

Size matters! ATLAS onderzoek 2013: BlowUPs niet te missen en effectief

Size matters! ATLAS onderzoek 2013: BlowUPs niet te missen en effectief Size matters! ATLAS onderzoek 2013: BlowUPs niet te missen en effectief Inhoudsopgave ATLAS onderzoek 2013 4 De wereld van BlowUPs 9 Bewustzijn 5 Het ATLAS onderzoek 10 Imago 6 Onderzoeksopzet 11 Impact

Nadere informatie

TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk

TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk TV reclame creëert sterke en blijvende emotionele banden met het merk Leveraging Synergy and Emotion in a Multi-platform World A Neuroscience-Informed Model of Engagement, Journal of Advertising Research

Nadere informatie

Payback 3 TV realiseert hoogste ROI

Payback 3 TV realiseert hoogste ROI Payback 3 TV realiseert hoogste ROI Adverteren werkt Marketeers weten instinctief dat adverteren werkt maar willen bewijs Adverteren zorgt voor sales: Het lange termijn affect varieert tussen 50 en 100%

Nadere informatie

Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen

Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM GRADUATE SCHOOL OF COMMUNICATION Multitasken met media en de modererende rol van de complexiteit van persuasieve boodschappen In hoeverre is multitasken met verschillende media

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Radio in de mix. Zonder radio laat je effect liggen

Radio in de mix. Zonder radio laat je effect liggen 5 Radio in de mix Zonder radio laat je effect liggen Het belooft een heel mooi jaar te worden. Zonder radio laat je effect liggen > > Samenvatting 4 > > Inleiding 5 > > Onderzoeksvragen 6 > > Uitgangspunten

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

jean mineur mediavision

jean mineur mediavision jean mineur mediavision achtergrond Jean Mineur Mediavision exploiteert bioscoopreclame voor 75 bioscopen in Nederland. In de bioscoop zorgt het overweldigende beeld en geluid ervoor dat adverteerders

Nadere informatie

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh

[2012] Online hotel reviews. Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh [2012] Online hotel reviews Yvette Dijkhof Masterthesis Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleider: Dr. ir. Peeter Verlegh Online hotel reviews Onderzoek naar positieve en negatieve online reviews over

Nadere informatie

CROSSMEDIATRACKER DEFENSIE VROUWEN MeMo². All rights reserved.

CROSSMEDIATRACKER DEFENSIE VROUWEN MeMo². All rights reserved. CROSSMEDIATRACKER DEFENSIE VROUWEN 2016 MeMo². All rights reserved. INHOUDSOPGAVE Introductie & Methodologie Campagne Evaluatie Vrouwen Doelstellingen Campagne effecten / single medium, synergie Herkenning

Nadere informatie

Think Different. Artikel

Think Different. Artikel Think Different. Artikel Student: Sara Bouazra Studentnummer: 1640943 Opleiding: Communicatie & Multi Media Design Specialisatie: Visual Design Vak: Seminar (herkansing) Cursusnaam: DREAM DISCOVER DO (SEMINAR)

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Logo s spelen een cruciale rol in de marketing communicatie en bij besluitvorming van consumenten: 70% van alle aankoopbeslissingen wordt namelijk in de winkel zelf gedaan

Nadere informatie

Bijlage A: Aanbevelingen

Bijlage A: Aanbevelingen Bijlage A: Aanbevelingen Reeds goede bekendheid en status Het CJG is goed bekend onder Apeldoornse professionals. Daarnaast is het deel van de professionals die al eens hebben doorverwezen naar het CJG,

Nadere informatie

VanAnaarBeter Praatpalen (S12)

VanAnaarBeter Praatpalen (S12) Managementsamenvatting campagne-effectonderzoek Managementsamenvatting (1/3) Inleiding Jarenlang waren praatpalen langs de snelweg de manier om hulpdiensten te bereiken bij pech onderweg. Tegenwoordig

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Samenvatting Jaarevaluatie campagnes Rijksoverheid 2017

Samenvatting Jaarevaluatie campagnes Rijksoverheid 2017 Buitenhof 34 2513 AH Den Haag Postbus 20001 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl Samenvatting Jaarevaluatie campagnes Rijksoverheid 2017 De Jaarevaluatie is een verantwoording aan de Tweede Kamer over

Nadere informatie

Effectiviteit muziek in TV reclame. Master Thesis Ronald Veldman, Erasmus Universiteit Rotterdam, SPOT samenvatting

Effectiviteit muziek in TV reclame. Master Thesis Ronald Veldman, Erasmus Universiteit Rotterdam, SPOT samenvatting Effectiviteit muziek in TV reclame Master Thesis Ronald Veldman, Erasmus Universiteit Rotterdam, SPOT samenvatting The role of music in commercials, a nostalgic approach Ronald Veldman, Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

5701082 S. van den Putte

5701082 S. van den Putte Natascha Overbeek Voorstel 5701082 S. van den Putte 21-04-2011 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Theoretisch kader 6 2.1 Communicatiestrategieën 6 2.2 Koopintentie 8 3. Methode 12 3.1 Respondenten 12 3.2

Nadere informatie

Vergelijk het dagblad eens met andere mediumtypen...

Vergelijk het dagblad eens met andere mediumtypen... 1 Vergelijk het dagblad eens met andere mediumtypen... Een effectstudie naar de toegevoegde waarde van dagbladen aan de hand van de Unilever s A-merk campagne: Niet voor niets Amsterdam, oktober 2009 2

Nadere informatie

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap

Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Geclaimde informatie als persuasieve boodschap Een onderzoek naar het effect van claims op de consument Student: Floortje van Helden Studentnummer: 10444491 Docent: Charlotte Blom, werkgroep 2 Universiteit

Nadere informatie

De kracht van de inzet van tv en dagbladen door Advil

De kracht van de inzet van tv en dagbladen door Advil De kracht van de inzet van tv en dagbladen door Advil Preentatie van onderzoekreultaten Martijn Brinkhoff mei 2008 Inhoud Aanleiding Theorie over multimedia-effecten Doel van het onderzoek Onderzoekmethode

Nadere informatie

Wat weten we over product placement?

Wat weten we over product placement? Naam: Annika van Berkel Studentnummer: 5738814 Vak: Bachelorseminar Mediaplanning Docente: Drs. Sheila van Pelt Datum: 29 mei 2009 Wat weten we over product placement? De televisie als reclamemedium is

Nadere informatie

Modeblogs en de kracht van subtiliteit

Modeblogs en de kracht van subtiliteit Modeblogs en de kracht van subtiliteit Een onderzoek naar de invloed van brand placement prominentie en modaliteit in modeblogs onder vrouwen Master Thesis Lauren Grandia, 10122583 Begeleider: MSc. C.

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Een customer magazine digitaal of als print: wat de consument er. expliciet en impliciet van vindt.

Een customer magazine digitaal of als print: wat de consument er. expliciet en impliciet van vindt. Een customer magazine digitaal of als print: wat de consument er expliciet en impliciet van vindt. Onderzoek naar de invloed van customer magazines, digitaal versus print, op de impliciete en expliciete

Nadere informatie

Radio in de mediamix De toegevoegde waarde van radio. Radio in de mediamix 1

Radio in de mediamix De toegevoegde waarde van radio. Radio in de mediamix 1 Radio in de mediamix De toegevoegde waarde van radio Radio in de mediamix 1 Zonder radio laat je effect liggen > > Inleiding 5 > > Onderzoeksopzet 6 > > Resultaten > > Kennis - het effect van radio op

Nadere informatie

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Online reclame versus traditionele reclame

Online reclame versus traditionele reclame Student: Jamie Kaandorp Studentnummer: 5909317 Kader: BA Thesis Opleiding: Communicatiewetenschap Begeleider: S.M. Zwier Datum: 25 januari 2010 Online reclame versus traditionele reclame Literatuurstudie

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Het effect van Trust and Value op adlikeability KJELL MASSEN MARTIJN VAN DER VEEN AMSTERDAM, JULI 2013

Het effect van Trust and Value op adlikeability KJELL MASSEN MARTIJN VAN DER VEEN AMSTERDAM, JULI 2013 Het effect van Trust and Value op adlikeability KJELL MASSEN MARTIJN VAN DER VEEN AMSTERDAM, JULI 2013 2 ACHTERGROND ACHTERGROND In 2012 heeft Cebuco in samenwerking met Intomart Gfk een Trust en Value

Nadere informatie

Crisiscommunicatie en social media: het medium is de boodschap

Crisiscommunicatie en social media: het medium is de boodschap Crisis en social media: het medium is de boodschap Een onderzoek naar de invloed van crisis respons strategieën via social media op reputatie, en de invloed van reputatie op word-ofmouth Roos Bouws 5815193

Nadere informatie

Visual Transfer Onderzoek

Visual Transfer Onderzoek 1 Visual Transfer Onderzoek Radio 538 en Initiative Media in samenwerking met The Audience Profile Company ShowBizCity, 5 februari 1998 2 Visual Transfer literatuur: Basis hypothese Opgeslagen beelden

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Richtlijnen Advertising

Richtlijnen Advertising Notitie Serviceorganisatie Bezoekadres: Wijnhaven 69, Rotterdam Postadres: Postbus 1130 3000 BC Rotterdam Internet: rotterdam.nl Van: Matilde Mauricio Monteiro Telefoon: 010 267 6000 E-mail: rotterdamhuisstijl@rotterdam.nl

Nadere informatie

Rijsimulator onderzoek

Rijsimulator onderzoek Rijsimulator onderzoek In 2006 is de TU Delft gestart met onderzoek naar rijsimualtors in samenwerking met simulator producent Green Dino BV. De onderzoeksgroep DATA (Data Automated Training and Assessment)

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in

Nadere informatie

Zowel online als offline

Zowel online als offline Zowel online als offline reclame creëren online interesse in een merk Volgens bepaalde experts dient reclame tegenwoordig slechts een enkel doel: de consument naar de website van het betrokken merk lokken

Nadere informatie

8. Nederlandse Samenvatting

8. Nederlandse Samenvatting 8. Nederlandse Samenvatting 164 Chapter 8: Nederlandse Samenvatting Marketeers hebben over het algemeen veel moeite met het verdedigen van de marketinguitgaven, ze ontbreken de kunde of de wil om de impact

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7

Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Beelddenken: Een onderzoek naar visuele en verbale denkvoorkeuren en vaardigheden bij leerlingen van groep 6 en 7 Een samenvatting van het wetenschappelijk onderzoek naar beelddenken Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Voorbeeldcase RAB RADAR

Voorbeeldcase RAB RADAR Voorbeeldcase RAB RADAR Radio AD Awareness & Respons Private Banking (19725) Inhoud 2 Inleiding Resultaten - Spontane en geholpen merkbekendheid - Spontane en geholpen reclamebekendheid - Herkenning radiocommercial

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers

De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers September 2017 De leeftijd van een model in een advertentie voor 50-plussers INLEIDING Een advertentie is effectiever wanneer de leeftijd van het model in de advertentie overeenkomt met de gevoelsleeftijd

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum Ouderversie

DESSA. Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties. HTS Report. Liesbeth Bakker ID Datum Ouderversie DESSA Vragenlijst over sociaal-emotionele competenties HTS Report ID 5107-7085 Datum 10.11.2017 Ouderversie Informant: Mevrouw Bakker Ouder INLEIDING DESSA 2/23 Inleiding De DESSA is een vragenlijst waarmee

Nadere informatie

De Toegevoegde Waarde van Branded Content. Onderzoek naar het effect van branded content

De Toegevoegde Waarde van Branded Content. Onderzoek naar het effect van branded content De Toegevoegde Waarde van Branded Content Onderzoek naar het effect van branded content Wie zijn wij? Ingrid van der Werf Senior Research Consultant Sanoma Media Michiel Rotteveel Directeur Onderzoek MediaTest

Nadere informatie

10 X meer opvallen met uw reclameactie

10 X meer opvallen met uw reclameactie 10 X meer opvallen met uw reclameactie Inhoud Tip 1. Wees er op tijd bij. (Of wees eigenlijk een beetje te vroeg ) 3 Tip 2. Zorg voor stopping power 3 Tip 3. Houd het simpel en rustig 4 Tip 4. Personaliseer

Nadere informatie

vragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen

vragenlijsten. Er werd geen verschil gevonden tussen de twee groepen wat betreft het verloop in de tijd van de interveniërende variabelen Samenvatting Samenvatting De toenemende vraag naar totale heuparthroplastieken (THA) en totale kniearthroplastieken (TKA) leidt tot groeiende wachtlijsten. Om dit probleem het hoofd te bieden hebben veel

Nadere informatie

Google Adwords INTRODUCTIE ADWORDS IS HET TE VERTROUWEN?

Google Adwords INTRODUCTIE ADWORDS IS HET TE VERTROUWEN? Google Adwords INTRODUCTIE Online advertising of online adverteren stijgt de afgelopen jaren absurd snel. Mensen gebruiken nu meer dan ooit het medium internet. Men bereikt meer mensen dan via radio, TV

Nadere informatie

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno.

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno. TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197 Het effect van media-aandacht voor het gebruik van mogelijk ondeugdelijke naalden in het voorjaar van 2015 op de bereidheid van moeders om hun dochter te laten vaccineren

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING

SAMENVATTING SAMENVATTING Goed kunnen lezen is een van de belangrijkste vaardigheden in de huidige informatiemaatschappij, waarin communicatie en informatie centraal staan. Lezen is dan ook een onderwerp waar veel onderzoek naar

Nadere informatie

Het Mediabrein ontrafeld dankzij MRI onderzoek. Stefanie Kreek

Het Mediabrein ontrafeld dankzij MRI onderzoek. Stefanie Kreek Het Mediabrein ontrafeld dankzij MRI onderzoek Stefanie Kreek I N H OU D INTRODUCTIE SALES INTELLIGENCE & ROL VAN ONDERZOEK SANOMA & NEURENSICS MEDIABREIN I MEDIABREIN II LEARNINGS VAN NEURO-ONDERZOEK

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Omgaan met Informatie over Complexe Onderwerpen: De Rol van Bronpercepties In het dagelijkse leven hebben mensen een enorme hoeveelheid informatie tot hun beschikking (bijv. via het

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Just Stream It. De effectiviteit van online video. 4 november 2008 MIE, Rotterdam. Menno van der Steen, Universal Media Andy Santegoeds, RTL Nederland

Just Stream It. De effectiviteit van online video. 4 november 2008 MIE, Rotterdam. Menno van der Steen, Universal Media Andy Santegoeds, RTL Nederland Just Stream It De effectiviteit van online video 4 november 2008 MIE, Rotterdam Menno van der Steen, Universal Media Andy Santegoeds, RTL Nederland Agenda 2 Online video is booming Uitgesteld kijken Grootschalig

Nadere informatie

Samenvatting Dutch summary

Samenvatting Dutch summary Samenvatting Dutch summary SAMENVATTING INTRODUCTIE De afgelopen jaren zijn er in Nederland verschillende moordzaken geweest die vanaf de aanvang van het opsporingsonderzoek verkeerd werden geïnterpreteerd

Nadere informatie

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland

18 december 2012. Social Media Onderzoek. MKB Nederland 18 december 2012 Social Media Onderzoek MKB Nederland 1. Inleiding Er wordt al jaren veel gesproken en geschreven over social media. Niet alleen in kranten en tijdschriften, maar ook op tv en het internet.

Nadere informatie

Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau

Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau dr. H. Knipprath ing. J. De Meester STEM Science Engineering Technology Mathematics 2

Nadere informatie

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma 7 Samenvatting 8 Dit proefschrift beschrijft de voorbereiding op de landelijke implementatie van het Dutch Obesity Intervention in Teenagers (DOiT) programma. Daarnaast wordt de evaluatie beschreven die

Nadere informatie

Vrouwen doen boodschappen, mannen aankopen Gezinspraak tijdens aankoopprocessen in families, maar rolpatronen traditioneel

Vrouwen doen boodschappen, mannen aankopen Gezinspraak tijdens aankoopprocessen in families, maar rolpatronen traditioneel Vrouwen doen boodschappen, mannen aankopen Gezinspraak tijdens aankoopprocessen in families, maar rolpatronen traditioneel Over gezinsaankopen wordt veel overleg gevoerd binnen families. Alle gezinsleden

Nadere informatie

De invloed van het publieke vertrouwen op donaties aan goede doelen en de rol van scepticisme tegenover communicatiecampagnes

De invloed van het publieke vertrouwen op donaties aan goede doelen en de rol van scepticisme tegenover communicatiecampagnes De invloed van het publieke vertrouwen op donaties aan goede doelen en de rol van scepticisme tegenover communicatiecampagnes Tuba Saritas 10593365 Master s thesis Communication Science Track Corporate

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult

Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participation in leisure activities of children and adolescents with physical disabilities Maureen Bult Participatie in vrijetijdsactiviteiten van kinderen en adolescenten met een lichamelijke beperking

Nadere informatie

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen

Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Experimentele manipulaties van self-affirmation: een overzicht van de verschillende toepassingen Universiteit van Amsterdam, Media & Communicatie Instituut, Afdeling Communicatiewetenschap Naam: Jean-michel

Nadere informatie

Zijn advertorials de oplossing?

Zijn advertorials de oplossing? 2014 Zijn advertorials de oplossing? Master s Thesis Graduate School of Communication Master s programme Communication Science Persuasive Communication Effecten van advertorials en tijdschriftadvertenties

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Kortingscode gebruik onder online shoppers in Nederland

Kortingscode gebruik onder online shoppers in Nederland Kortingscode gebruik onder online shoppers in Nederland 5 jaar geleden deed de kortingscode haar intrede in Nederland. Met een kortingscode (ook bekend als actiecode) kan extra korting worden verkregen

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie