Aan TNO: Vragen over het TNO rapport van , TNO-060-UT Antwoorden TNO in rood

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aan TNO: Vragen over het TNO rapport van 15-2-2012, TNO-060-UT-2012-00194. Antwoorden TNO in rood"

Transcriptie

1 Vragen over het TNO rapport van , TNO-060-UT Antwoorden TNO in rood Aan TNO: 1. De thans gemeten (absolute) hoeveelheid EC is beduidend lager dan de gemeten waarden zwarte rook het jaar ervoor in Velp en Arnhem (zie rapport VGGM april 2011, nulmeting luchtkwaliteit verbreding A-12 Waterberg-Velperbroek). Hoewel in dat rapport de meetmethode in bijlage 2 duidelijk lijkt omschreven, snap ik het verschil in EC meetmethode nu niet (zie uw rapport pag 12). Zwarte rook wordt uitgedrukt in black smoke index en waarden in ug/m3 in deze index zijn circa 10*hoger dan vergelijkbare waarden voor EC in ug/m3. 2. Waarom is er gekozen voor het meten van EC terwijl slechts een jaar ervoor zwarte rook werd gemeten en de opdracht/offerte van de gemeente nu ook het meten van zwarte rook betrof? Uitleg las ik niet in uw rapport. Zwarte rook is een oude methode want deze meetapparatuur wordt niet meer geproduceerd. Binnenkort (2012/2013) worden de zwarte rook instrumenten in het landelijk meetnet van het RIVM vervangen door EC meetapparatuur. In de praktijk worden zwarte rook en EC in het spraakgebruik door elkaar gebruikt. Ten onrechte want het zijn andere meetmethodes. EC is beter geschikt om de massa van roetconcentraties te meten. In het onderzoek een jaar ervoor is de absorptie coëfficiënt van de PM2.5 monsters gemeten. Dat is volgens de methode van zwarte rook, maar beter is de term absorptie van fijn stof. Omdat deze afzwakt bij hogere zwartheid, zijn vergelijkende metingen met EC gedaan (met dezelfde apparatuur als nu in Rozendaal), waarvoor de resultaten mbt de absorptie zijn gecorrigeerd. Het nadeel van absorptiemetingen op PM2.5 filters is dat er dagelijks maar 1 waarde kan worden vastgesteld. De EC metingen met online monitoren en dus met een hogere tijdsresolutie lenen zich beter voor een studie als deze, waarbij gekeken mbv windrozen is gekeken naar de invloed van de A Heeft u de gemeten waarden voor opname in uw rapport verlaagd met een zeezoutcorrectie van 4 ug/m3? Zo nee, waarom niet? Kunt u dat alsnog doen? Zo ja, waarom lees ik dit niet specifiek erbij? Eerder werd dit (bij PM 10) altijd wel nadrukkelijk aangegeven. De zeezoutaftrek geldt alleen voor PM10, niet voor PM2.5 en niet voor EC. Het grootste gedeelte van de massa van zeezout zit in de grove fractie, dat wil zeggen: bij deeltjes groter dan 2,5 micrometer, en dat valt dus per definitie niet onder PM2.5. Zeezout heeft geen bijdrage aan roetconcentraties en dus is zeezoutcorrectie niet relevant. Dat valt ook af te leiden uit het gegeven dat de gemiddelde EC concentraties lager zijn dan de zeezoutcorrectie. 4. Specifieke vragen over elementair koolstof (EC) zijn: a. Wat is de grootte van EC t.o.v. PM 2,5? EC zijn deeltjes kleiner dan 1 micrometer (<1 µm). Voor vers uitgestoten EC geldt dat de meeste deeltjes kleiner dan 0,1 micrometer zijn. b. Wat is het kenmerkende van EC t.o.v. PM 2,5? Is dat de chemische samenstelling? En zo ja, wat is deze? EC is elementair koolstof ( grafiet ), terwijl

2 PM2.5 is een mengsel van deeltjes: ammonium nitraat/sulfaat, (ook) EC, vaste organische deeltjes etc. c. Hoe verplaatst EC zich door de lucht? Door wind en windrichting? Heeft hoogteligging tussen bron en meetpunt een effect op de concentratie EC? Hoe reageert EC op blokkades zoals geluidsscherm, bomen of huizen? EC verspreiding is gelijk aan die van andere fijnstof deeltjes en gassen, en kan worden berekend met standaard modellen SRM1 en SRM2, zoals gebruikelijk in NL. Verantwoordelijk voor de verspreiding is niet alleen de wind (richting en snelheid), maar ook andere meteorologische condities die met temperatuur, luchtvochtigheid en straling te maken hebben. d. Is naar het effect van blokkades in het algemeen onderzoek gedaan? Er zijn onderzoeken uitgevoerd naar het effect van geluidschermen op de concentraties van luchtverontreinigende stoffen achter de schermen. Achter geluidschermen zijn de bijdragen van de weg aan de concentraties van gassen en stoffen lager dan in het geval die schermen er niet zouden staan. Voor zover bekend zijn deze onderzoeken niet voor EC uitgevoerd. e. Zijn mist en de luchtvochtigheid van invloed op de concentratie EC. Zo ja, hoe? Mist en luchtvochtigheid zijn niet van invloed op het meetprincipe. De invloed op de buitenluchtconcentraties is beperkt en niet anders dan voor andere fijnstof deeltjes. f. Waait NO2, PM 2,5 en/of EC op door luchtcirculaties als het al is neergeslagen? Is dat ooit onderzocht? NO2 is een gas dat bij aanraking met de grond (of met andere objecten) uit de lucht verwijderd kan worden, dat proces heet depositie. Dit verwijderingsproces heeft deels met het soort ondergrond te maken, en deels met atmosferische omstandigheden. PM2.5 en EC zijn kleine deeltjes waarvoor geldt dat opwerveling vanaf de grond door bv windvlagen mogelijk is. De grootte van EC deeltjes direct na uitstoot door het verkeer is in het algemeen zo klein (0,01-0,1 µm) dat het gedrag van deze deeltjes erg gelijkt op dat van gassen en dat er van neerslag op de bodem nog nauwelijks sprake is. Neerslag op de bodem en eventuele opwerveling wordt belangrijker als de grootte van de deeltjes toeneemt, dus bij PM2.5 en PM10. g. Wat zijn de bekende bronnen voor EC? Ik weet van verbrandingsmotoren en begrijp met name dieselmotoren, maar is er meer? Levert uitstoot uit houtkachels ook EC op? Alle verbrandingsprocessen van koolstofhoudende brandstoffen (houtkachels, kolen, olie en gas centrales, raffinaderijen etc.) stoten roet uit. h. Ik heb in een rapport van het Planbureau voor de leefomgeving van dat EC-metingen erg onzeker zijn. Is dat inmiddels anders?? Alle buitenluchtmetingen hebben een bepaalde mate van onzekerheid. In het Planbureau rapport wordt aantallen deeltjes bedoeld en niet EC. 5. Er worden op pagina 12 enkele onzekerheidsmarges vermeld. Die komen niet meer terug in de resultaten. Gelden die onzekerheidsmarges ook voor de resultaten en dus de conclusies? In de conclusies zijn de belangrijkste resultaten samengevat. Daarin wordt per stof

3 aangegeven of de verschillen tussen de twee locaties significant zijn (binnen het zogenaamde 95% betrouwbaarheidsinterval) of niet. 6. Op pagina 13 (2.2.4) geeft u aan dat er toch gekozen voor toepassing van de meteometingen van Deelen in plaats van gebruik te maken van de speciaal daarvoor in de tuin van de familie Heil neergezette apparatuur. Kunt u uitleggen waarom? Uit de windmetingen die in de tuin zijn uitgevoerd bleek dat de wind regelmatig wegviel. De daar aanwezige bomen zorgen ervoor dat met een zekere regelmaat de overdracht van wind van de hoger gelegen luchtlagen naar beneden geblokkeerd wordt. Dat bleek uit de vergelijking met de metingen in Deelen. Daar de windgegevens ook voor de huidige schoollocatie gebruikt zijn was een voor een groter gebied representatieve set gegevens nodig, en dat is Deelen. Opgemerkt wordt dat de tuin van de familie Heil, ondanks de hierboven aangestipte bezwaren, de meest geschikte locatie is om de invloed van de A12 ter hoogte van de nieuwe locatie in Rozendaal te meten. 7. Ook vanwege pagina 13: kan het zijn dat de ligging van de A12, diep in een soort tunnel, effecten heeft op de wind en de windsnelheden? En daarmee op de meetresultaten? Zo ja, welke? De wind wordt in hoofdzaak gestuurd door de ligging van hoge en lage drukgebieden boven Europa. Het soort ondergrond (water, polder, bos, etc) is van enige invloed op de windsnelheid- en richting. Evenzo zorgen obstakels en oneffenheden voor een plaatselijke verstoring van de wind. De windverstoring door de verdiepte ligging van de A12 beïnvloedt enigszins de verspreiding van door het verkeer uitgestoten stoffen ten opzichte van een niet verdiepte situatie. Hetzelfde geldt ook voor andere obstakels die tussen meetlocatie en de A12 staan. 8. Op pagina 16/17 geeft u aan dat in periode 2 (de middelste periode) de stoffen EC en PM 2,5 veel hoger waren dan in de andere periode en relateert dat aan de wind die uit het oosten kwam. Ik begrijp die conclusie echter niet. Ik zie dat voor EC de concentraties ook (in tegenstelling tot PM 2,5) in de derde periode ook hoger zijn dan de eerste periode. Hoe verklaart u dit en kunt u ook uw conclusie dat een hogere waarde door een oostenwind wordt veroorzaakt uitleggen? Tabel 2 geeft aan dat zowel voor PM2.5 als voor EC geldt dat de middelste meetperiode ( ) de hoogste gemiddelde waarden laat zien. Dat de derde periode hogere waarden dan de eerste periode laat zien maakt deze in het rapport vermelde bevinding niet onwaar. Oostenwind geeft in het algemeen aanleiding tot hogere concentraties dan westenwind vanwege het feit dat het achterland bij oostenwind (continentaal Europa) veel meer bijdraagt dan het achterland bij westenwind (Nederland, Verenigd Koninkrijk). De bijdrage van het achterland is vooral van belang voor stoffen zoals PM2.5 met een langere verblijftijd in de atmosfeer. Daarnaast spelen andere zaken een rol als het gaat om te verklaren waarom een bepaalde periode hogere concentraties geeft dan een andere periode. In het rapport is opgemerkt dat er voor de gemeten stoffen een jaarverloop in de concentraties bestaat die met de hoogte van de menglaag te maken heeft. De menglaag is het onderste gedeelte van de atmosfeer waarin de uitgestoten emissies terechtkomen. De menglaag is in de winter lager dan in de herfst en zomer wat aanleiding tot hogere concentraties in de winter is. Een uitgebreidere analyse van het verloop van de concentraties kan worden gegeven maar dit is niet bij deze studie inbegrepen.

4 9. Op pagina 17 extrapoleert u de meetgegevens mbv lange termijn gemiddelden van de RIVM. U schrijft dat aan de gekozen methode voor- en nadelen kleven. Welke meetreeks heeft u gebruikt? Als u Wekerom heeft gebruikt, hoe verdisconteert u dan de andere en weinige lokale bronnen? Wat betekent dit nu in concreto voor de resultaten in dit rapport, ook ivm hetgeen u op pagina 16 over de oostenwind aangaf? De meetreeks van Wekerom is gebruikt om reden dat de situatie in Wekerom meer gelijkend op die in Rozendaal wordt geacht dan de stadssituatie in Nijmegen. Wekerom heeft minder lokale bronnen dan Rozendaal (A12) wat als een nadeel voor de extrapolatie naar de situatie in Rozendaal beoordeeld wordt. Opgemerkt wordt dat voor de conversie naar lange termijn gemiddelden voor beide schoollocaties (oud en nieuw) hetzelfde percentage wordt gebruikt. Als gekozen wordt voor een andere meetreeks om te converteren zou dat de concentratieverhouding tussen beide locaties niet veranderen, het verschil blijft 11,9%. De absolute gemiddelde concentraties zullen door een andere conversie wel (licht) veranderen. De conversie zoals in deze studie toegepast neemt dus ook de veelvuldig voorkomende oostenwind voor haar rekening. 10. Op pagina 17 extrapoleert u gegevens. Extrapoleert u dan ook de onderzekerheidsmarges? Bij de beoordeling van onzekerheidsmarges worden zij als fractie van de gemiddelde waarden uitgedrukt. Extrapolatie naar de lange termijn beïnvloedt de onzekerheidsmarge als fractie van het gemiddelde niet. De extrapolatiefactoren zelf zijn, uiteraard, ook omgeven met een onzekerheidsmarge. Hoe groot die is valt niet goed aan te geven, een schatting van 20-30% lijkt een redelijke veronderstelling. Ook hier geldt dat deze onzekerheidsmarge de concentratieverhouding tussen beide locaties niet aantast. 11. Op pagina 18 veronderstelt u dat de variaties in concentratie zwarte rook en EC gelijk zijn. Welke reden heeft u daartoe? Kunt u dit staven met onderzoek? Er zijn (nog) geen lange termijn reeksen van EC, wel van zwarte rook. Bij afwezigheid van geschikte meetreeksen van EC ligt het voor de hand de extrapolatie op die van zwarte rook te baseren. Opgemerkt wordt dat het patroon dat aan de extrapolatiefactor ten grondslag ligt voor al dit soort stoffen eenduidig is, namelijk hogere concentraties in de herfst dan in de zomer en hogere concentraties in de winter dan in de herfst. De grootte (maar niet het teken) van dit jaarverloop verschilt voor de diverse stoffen. Ook hier geldt de opmerking dat deze factor de onderlinge concentratieverhouding van de twee locaties niet aantast. 12. Op pagina 21 staat vermeld dat de invloed van de A-12 op concentraties PM2,5 zeer gering is. Daarna (onder kopje EC) is vermeld dat het patroon van daggemiddelden EC sterk lijkt op dat van PM2,5. Verder is opgenomen dat het verschil tussen PM 2,5 en EC te maken heeft met het gegeven dat voor EC de plaatselijke bronnen een relatief groter aandeel hebben dan bij PM2,5. In dat licht ben ik benieuwd naar of en zo ja welke afspraken TNO heeft gemaakt met de familie Heil ten aanzien hun meetlocatie. Heeft het in een tuin verbranden van afval en het verdere stookgedrag (buiten dan wel binnen) van haarden invloed op de gemeten EC? Heeft de plaats van een autogarage of parkeerplaats (en het type auto) invloed op de

5 uitkomst EC? Dit waar bij EC itt PM2,5 plaatselijke bronnen, die niet verder onderzochte zijn (zie onder 3.5), een relatief groter aandeel hebben. Is er verder iets (wetenschappelijks) bekend over de invloed op de metingen van de plek op de Steenhoek onder de bomen, terwijl de ligging bij de familie Heil niet onder bomen was? Heeft u in dit verband gegevens opgevraagd van zwaar materieel vervoer langs de meetlocatie en over de A-12 ten behoeve van de wegverbreding van de A-12? Met de familie Heil zijn geen afspraken over stoken etc. gemaakt. Zij hebben uiteraard wel een oogje in het zeil gehouden voor wat betreft de apparatuur. Eens in de twee weken is een medewerker van TNO op beide locaties geweest om filters en buisjes te verwisselen en indien mogelijk heeft hij ook met de familie of schoolmedewerkers gesproken over eventuele bijzondere gebeurtenissen. De familie heeft aangegeven dat zij geen open haard gebruikt hebben, en dat de auto op 5 meter of verder van de meetapparatuur geparkeerd werd. Het enige wat we verder weten is dat op de Del een zwerver rondloopt waarvan gezegd wordt dat hij/zij voor enkele brandjes verantwoordelijk zou zijn geweest. Voor wat betreft de situatie bij de school zijn we nagegaan of de uitlaat van de kachel mogelijk van invloed op de meetresultaten zou kunnen zijn. Op basis van emissiegegevens van gangbare kachels voor dit soort ruimteverwarming zijn we tot de conclusie gekomen dat een klein effect niet uit te sluiten valt, maar daar we geen specifieke uitlaatgegevens hebben valt er verder niet veel over te zeggen. Aangezien de mogelijke beïnvloeding zich vooral voor NO 2 laat gelden is er besloten om, na een week meten, de vijf NO 2 buisjes die eerst naast de andere meetapparatuur opgesteld stonden te verplaatsen naar het dak van een nabijgelegen schuur (circa 20 meter verderop). Lokale beïnvloeding op beide locaties zal altijd aanwezig zijn, maar is moeilijk te kwantificeren. De metingen van EC zijn op basis van 5-minuten gemiddelden wat in beperkte mate de mogelijkheid biedt om opvallende en kortstondige lokale bijdragen te detecteren; in deze meetreeksen zijn geen uitbijters gesignaleerd. 13. Op pagina 19 levert u de windrozen van de meetperiodes. Volgens mij was het gedurende een onnatuurlijk lange periode gedurende de meetperiode mistig en heel weinig wind. Ik zie geen gegevens over windsnelheden en mist/luchtvochtigheid. De gegevens van de Del uit die periode zijn toch aanwezig vanuit de meteogegevens uit de tuin van de familie Heil? Heeft u de gegevens over de wind uit Deelen gebruikt of die uit Wekerom? Welk effect had de windsnelheid en luchtvochtigheid? Als dit een grotere afwijking gaf, is dat verdisconteerd? Ik mis voorts bij de passage over de windrozen uw conclusie. We hebben windsnelheid in de tuin gemeten, maar niet in dit rapport gepresenteerd (er moet ergens een grens getrokken worden wat wel en niet gepresenteerd wordt). Mist is niet in de tuin gemeten, luchtvochtigheid wel; beide type gegevens worden op het KNMI station in Deelen gemeten. Afwijkingen van windsnelheid en luchtvochtigheid ten opzichte van een gemiddeld voorkomen zijn in wezen gecorrigeerd via de lange termijn reeksen van Wekerom die grosso modo ook onderhevig zijn geweest aan min of meer dezelfde afwijkingen in meteorologie. Sectie 3.3 is slechts een onderdeel van een analyse; daarom is er geen aparte conclusie geformuleerd.

6 14. Op pagina 21/22 beschrijft u dat zelfs als de wind niet van over de snelweg kwam, de concentraties EC hoger waren op de Del dan op de Steenhoek. U beschrijft dat het onverklaarbare verschil daarbij 8% bedraagt. U suggereert dat dit kan komen door lokale bronnen op de Del, die u niet heeft onderzocht. Moet of mag ik hieruit concluderen dat een verschil van 3% EC tussen beide locaties wordt veroorzaakt door de A12? Is dat verschil net als het verschil van 11,9% een significant verschil? Tabel 5 geeft de concentratieverhouding voor alle windrichtingen (0-360) en voor een selectie van windrichtingen. Voor alle windrichtingen tezamen (gedurende de volledige meetperiode) is het verschil tussen beide locaties 12%, dat is inclusief eventuele lokale bronnen, die zowel op De Del als op De Steenhoek kunnen voorkomen. De tabel laat zien dat voor wind uit het westen (de A12) de nieuwe locatie 18-20% verhoogde concentraties geeft voor EC ten opzichte van de oude locatie. Deze mogen we vergelijken met de 8% bij andere windrichtingen, en dat levert een bevestiging van de invloed van de A12 op. 15. Heeft u meettabellen met hierop per dag het gemiddelde verloop per tijdseenheid van de aanwezigheid van de gemeten stoffen? Daaruit zou dan toch worden kunnen afgeleid op welke moment zich de pieken en dalen van de concentraties voordeden en zou u nader onderzoek kunnen doen? Alle meetgegevens staan in excel-tabellen en grafieken. Overdag zijn de concentraties in het algemeen hoger dan s nachts. Daarenboven zijn er veel fluctuaties (pieken en dalen) die te maken hebben met ofwel meteorologische fluctuaties (verandering in windrichting, windsnelheid, temperatuur, zonne-instraling, atmosferische stabiliteit,..) ofwel met verandering in de uitstoot door het verkeer of andere bronnen. De meetreeksen worden altijd gecontroleerd op zogenaamde uitbijters, dwz buitengewoon hoge concentraties die zich kortstondig voordoen. Uitbijters kunnen met een tijdelijk slecht functionerend apparaat te maken hebben of met een (zeer) lokale bron, bijvoorbeeld een vrachtwagen die een tijd, met draaiende motor, naast de meetapparatuur geparkeerd staat. In ieder meetonderzoek worden de meetreeksen op uitbijters gecontroleerd en die worden vervolgens verwijderd voordat verdere verwerking van de gegevens plaatsvindt. In dit onderzoek zijn er geen uitbijters geconstateerd. Om alle fluctuaties in de gemeten concentraties te verklaren is er een zeer uitgebreid onderzoek nodig, en dan is het nog maar zeer de vraag of alle fluctuaties verklaard kunnen worden. 16. Op pagina 27 schrijft u dat de atmosferische verblijftijd voor NO2 en EC lager zijn dan voor PM2,5. Wat bedoelt u hiermee, hoe verklaart u dat en wat is de relevantie voor de metingen? De atmosferische verblijftijd in de atmosfeer is een karakteristieke maat voor de tijd dat een stof (gas of deeltje) in de lucht aanwezig is. Deze maat is gekoppeld aan chemische en fysische processen die voor verwijdering van de stof zorgen. Chemisch reactieve stoffen zoals NO2 worden relatief snel uit de atmosfeer verwijderd. Atmosferische verblijftijd is een relevante maat omdat het iets zegt over het belang van plaatselijke emissies versus aanvoer van elders voor de gemeten concentraties in de lucht. Voor stoffen met een lage verblijftijd, zoals EC, geldt dat bronnen op grote afstand weinig bijdragen aan de concentraties en dat daarmee het belang van lokale bronnen aan de gemeten concentraties groot is. Voor stoffen met een lange verblijftijd, zoals PM2.5, geldt dat bronnen op grote afstand ook bijdragen aan de concentraties.

7 17. Heeft TNO eerder in Nederland EC metingen gedaan? Zo ja, wat zijn de gemeten waarden? Wat heeft u hiermee gedaan voor uw conclusies voor Rozendaal? Er wordt door DCMR en GGD-A dam al enkele jaren EC gemeten in Rotterdam en Amsterdam. TNO heeft op verschillende locaties in Nederland EC metingen gedaan de afgelopen jaren. Een overzicht van de verdeling van EC concentraties in Nederland wordt door de binnenkort door het PBL te publiceren GCN kaart gegeven. Deze kaart is gebaseerd op modelberekeningen. Daaruit blijkt dat de jaargemiddelde EC concentraties in 2011 minder dan 1 µg.m -3 voor de landelijke gebieden in het oosten, noorden en zuiden van het land. De invloed van de snelwegen blijkt uit de verhoging tot 2,75 µg.m -3 pal langs de wegen. De landelijke gebieden in de Randstad zijn tot 1,50 µg.m -3 verhoogd terwijl in de vier grote steden de concentraties tot 2 µg.m -3 oplopen. Tot slot het volgende. Bent u akkoord met publicatie van de vragen en uw antwoorden bij de rapporten op de website van de opdrachtgever, de gemeente Rozendaal? Ik ben akkoord met publicatie van de antwoorden na afloop van de vergadering dinsdagavond 13 maart 2012.

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer NO, NO2 en NOx in de buitenlucht Michiel Roemer Inhoudsopgave Wat zijn NO, NO2 en NOx? Waar komt het vandaan? Welke bronnen dragen bij? Wat zijn de concentraties in de buitenlucht? Maatregelen Wat is NO2?

Nadere informatie

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017)

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017) Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017) analyse Henri de Ruiter, Ernie Weijers Februari 2018 Sinds juli 2017 meten burgers met behulp van goedkope sensoren de luchtkwaliteit in Schiedam.

Nadere informatie

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling RIVM/DCMR, december 2013 Roet is een aanvullende maat om de gezondheidseffecten weer te geven van

Nadere informatie

Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen

Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen Wat doen gemeenten en GGD Amsterdam op het gebied van luchtkwaliteit? De GGD Amsterdam informeert en adviseert de inwoners en het bestuur van Amsterdam

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma

Nadere informatie

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal

Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal Gesjoemel op de weg? Eric Feringa Igor van der Wal Wat kunt u verwachten? Hoe is úw kennis van luchtverontreiniging? Inzicht in normen en techniek Wat is de invloed van sjoemelsoftware? Casestudy A13 Overschie

Nadere informatie

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010

Gemeente Ridderkerk. Rapportage. Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Gemeente Ridderkerk Rapportage Berekenen en meten: de Luchtkwaliteit in Ridderkerk 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Monitoring 3 1.2 Berekenen versus meten 3 1.3 NO 2 en PM 10 3 1.4 Tot slot 3 2 Berekende

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Zeist

Luchtkwaliteit in Zeist Luchtkwaliteit in Zeist Inleiding In een eerder artikel is gesproken over Samen het milieu in Zeist verbeteren en de vier pijlers onder het uitvoeringsplan, zie het artikel op deze website van 7 juni en

Nadere informatie

Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015.

Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015. Provincie Noord-Brabant Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015. Rapport no. 4257342, 8 maart 2016 Projectverantwoordelijke: J. van Loon Provincie Noord-Brabant Cluster

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2010

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2010 TNO-rapport TNO-0-UT-12-00175 Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 10 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus

Nadere informatie

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016 Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Jaarrapportage 2016 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005

Nadere informatie

Het beleidsgericht onderzoeksprogramma fijn stof, gefinancierd door het ministerie van

Het beleidsgericht onderzoeksprogramma fijn stof, gefinancierd door het ministerie van lucht in onderzoek 19 Fijn stof komt meer van mensen dan gedacht Het beleidsgericht onderzoeksprogramma fijn stof, gefinancierd door het ministerie van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Nadere informatie

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012

MEMO. Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012 MEMO Aan/To: Van/From: Datum/Date: RAI Vereniging Chris van Dijk 18 september Onderwerp/Subject: Analyse rapport RIVM Luchtkwaliteit 2012 Ieder jaar publiceert het RIVM een jaaroverzicht van de meetresultaten

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012 TNO-rapport TNO 2013 R11473 Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2012 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 4

Hoofdstuk 3 hoofdstuk 4 126 Uit talrijke studies blijkt dat blootstelling aan luchtverontreiniging veroorzaakt door verkeer leidt tot schade aan de gezondheid van hart, bloedvaten en luchtwegen. In de meeste van deze studies

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten Joost Wesseling Inhoud: Doorsneden door de luchtkwaliteit Concentraties: de laatste decennia; EU normen; Nederland in de EU. Luchtkwaliteit en gezondheid.

Nadere informatie

Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof

Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof Manon Vaal - GGD Gelderland-Midden Lex Groenewold- GGD Gelre-IJssel Simone Lops- GGD Regio Nijmegen Anoek Besselink-

Nadere informatie

Roetmemo Roetkaart december 2014

Roetmemo Roetkaart december 2014 Roetmemo Roetkaart december 2014 Colofon Uitgave Gemeente Utrecht, Ontwikkelorganisatie/ sector Milieu & Mobiliteit Afdeling Expertise Milieu Auteur Wiet Baggen Projectnaam Roetmemo - Roetkaart Datum 18

Nadere informatie

Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof

Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof Bijdrage van schepen en dieseltreinen aan lokale concentraties roet en ultrafijn stof Manon Vaal - GGD Gelderland-Midden Lex Groenewold- GGD Gelre-IJssel Simone Lops- GGD Regio Nijmegen Anoek Besselink-

Nadere informatie

Eerste uitkomsten onderzoek luchtkwaliteit langs Nijenoord Allee Wageningen

Eerste uitkomsten onderzoek luchtkwaliteit langs Nijenoord Allee Wageningen Notitienummer Datum 3 juni 206 Onderwerp Eerste uitkomsten onderzoek luchtkwaliteit langs Nijenoord Allee Wageningen. Inleiding Buro Blauw voert in opdracht van de gemeente Wageningen luchtkwaliteitsmetingen

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van het industriegebied Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk in 2012

Windroosanalyse naar de invloed van het industriegebied Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk in 2012 TNO-rapport TNO 2013 R11472 Windroosanalyse naar de invloed van het industriegebied Moerdijk op de luchtkwaliteit in Moerdijk in 2012 Earth, Environmental and Life Sciences Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht

Nadere informatie

Ervaringen met EC / Roet. Sef van den Elshout

Ervaringen met EC / Roet. Sef van den Elshout Ervaringen met EC / Roet Sef van den Elshout Overzicht Overzicht Waarom roet/ec Stand van zaken instrumentarium Voorbeelden van de inzet van roet voor analyses van maatregelen Bestuurlijke bruikbaarheid

Nadere informatie

- 1 - april mei juni juli augustus september maand

- 1 - april mei juni juli augustus september maand - 1 - ER Smog in zomer In dit bulletin wordt een overzicht gegeven van de smogsituatie in de periode april tot en met september voor de stoffen O 3, PM, SO 2, en NO 2. In de zomerperiode van zijn er 7

Nadere informatie

Onderzoek gezondheidsrisico s. stof rond Schiphol. Module 1 Resultaten meetcampagne. Subtitle. April 2018

Onderzoek gezondheidsrisico s. stof rond Schiphol. Module 1 Resultaten meetcampagne. Subtitle. April 2018 Onderzoek gezondheidsrisico s ultrafijn stof rond Schiphol Module 1 Resultaten meetcampagne taxiënde zhrhrwh45e vliegtuigen April 2018 Subtitle Campagne taxiënde vliegtuigen Doel: Onderzoek nut en noodzaak

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2011

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 2011 TNO-rapport TNO-060-UT-12-01634 Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit in 11 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl

Nadere informatie

Notitie. : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 : M. Zieltjens Onze referentie : 9S6248.01/N0003/902610/Nijm

Notitie. : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 : M. Zieltjens Onze referentie : 9S6248.01/N0003/902610/Nijm Notitie Aan : Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam Van : P.R. Beaujean Datum : 12 oktober 2007 Kopie : M. Zieltjens Onze referentie : 9S6248.01/N0003/902610/Nijm Betreft : Luchtkwaliteitsonderzoek Tiendhove

Nadere informatie

Inleiding De gemeenteraad van Alblasserdam heeft op 21 januari 2013 een motie aangenomen die luidt:

Inleiding De gemeenteraad van Alblasserdam heeft op 21 januari 2013 een motie aangenomen die luidt: Notitie Aan Ester Kardienaal (gemeente Alblasserdam) Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 18 maart 2013 21539712 13-058 ir. J.W.T. Voerman en ir. P.B. van Breugel Onderwerp Fijnstofmetingen in

Nadere informatie

Fijn stof in IJmond. TNO-rapport 2007-A-R0955/B. Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn. www.tno.nl T 055 549 34 93 F 055 549 98 37

Fijn stof in IJmond. TNO-rapport 2007-A-R0955/B. Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn. www.tno.nl T 055 549 34 93 F 055 549 98 37 Laan van Westenenk 1 Postbus 342 73 AH Apeldoorn TNO-rapport 27-A-R/B Fijn stof in IJmond www.tno.nl T 49 34 93 F 49 98 37 Datum september 27 Auteur(s) Menno Keuken Sander Jonkers Projectnummer 34.7434

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2011

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2011 TNO-rapport TNO--UT-12-1633 Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 11 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus

Nadere informatie

6 Projectinformatie: Rotterdam (Wassende Weg) nat reinigen

6 Projectinformatie: Rotterdam (Wassende Weg) nat reinigen 6 Projectinformatie: Rotterdam (Wassende Weg) nat reinigen 6.1 Inleiding Uit onderzoek van de gemeente Rotterdam is gebleken dat de stad, net zoals veel grote steden, last heeft van luchtvervuiling. Dit

Nadere informatie

Test Dylos fijnstof sensor. Vergelijking Dylos met BAM1020 metingen

Test Dylos fijnstof sensor. Vergelijking Dylos met BAM1020 metingen Test Dylos fijnstof sensor Vergelijking Dylos met BAM1020 metingen DCPJ1R mil.ieudienst Rijn mond Test Dylos fijn stof sensor vergelijking Dylos met BAM1O2O metingen Auteur (s) Afdeling Bureau Docu mentnu

Nadere informatie

Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013

Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013 Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013 Samenvatting De luchtverontreiniging door vuurwerk is op 1 januari 2013 beperkt gebleven. Alleen in het eerste uur na de jaarwisseling zijn hoge concentraties

Nadere informatie

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2016

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2016 Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2016 In opdracht van: Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied M.M.M. van der Meij Adviseur Milieu Postbus 209, 1500 EE Zaandam Amsterdam, Auteur: D.

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit - april 2010 t/m maart 2011

Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit - april 2010 t/m maart 2011 TNO-rapport TNO-060-UT-12-00111 Windroosanalyse naar de invloed van Eindhoven Airport op de lokale luchtkwaliteit - april 10 t/m maart 11 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015

Nadere informatie

Onderzoek NULMETING LUCHTKWALITEIT VERBREDING A12 WATERBERG-VELPERBROEK. Moniek Zuurbier en Rik van de Weerdt Team Milieu en Gezondheid.

Onderzoek NULMETING LUCHTKWALITEIT VERBREDING A12 WATERBERG-VELPERBROEK. Moniek Zuurbier en Rik van de Weerdt Team Milieu en Gezondheid. Onderzoek NULMETING LUCHTKWALITEIT VERBREDING A12 WATERBERG-VELPERBROEK Moniek Zuurbier en Rik van de Weerdt Team Milieu en Gezondheid April 2011 www.vggm.nl www.vggm.nl Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2.

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2012

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2012 TNO-rapport TNO 2013 R11474 Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2012 Gebouwde Omgeving Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus

Nadere informatie

Fijn stof. Nieuwe feiten en realiteiten.

Fijn stof. Nieuwe feiten en realiteiten. Fijn stof. Nieuwe feiten en realiteiten. Ademloos, Horta-avond. 7 feb 2012 Prof. Dirk Avonts.Universiteit Gent. dirk.avonts@ugent.be Wat is gekend? Hoe fijner het fijn stof, hoe schadelijker. Hoe verder

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A ONDERWERP Luchtkwaliteitsonderzoek REC Harlingen storing 12 november 2018 DATUM 20 november 2018 PROJECTNUMMER C05055.000169 ONZE REFERENTIE 083725337 A VAN ing. A. (Abdu) Boukich AAN Omrin Inleiding Op

Nadere informatie

Meetnet luchtkwaliteit Rijnmond: Wat heb je er aan en wat kost het?

Meetnet luchtkwaliteit Rijnmond: Wat heb je er aan en wat kost het? Meetnet luchtkwaliteit Rijnmond: Wat heb je er aan en wat kost het? 4 maart 2009 Peter van Breugel 2 Inhoud Waarom een meetnet in R'dam Hoe is het opgezet Wat wordt er gemeten en wat zijn de ervaringen

Nadere informatie

Meetprotocol fijn stof bepaling in kantoren. Piet Jacobs, onderzoeker Energie, Comfort en Binnenmilieu

Meetprotocol fijn stof bepaling in kantoren. Piet Jacobs, onderzoeker Energie, Comfort en Binnenmilieu Meetprotocol fijn stof bepaling in kantoren Piet Jacobs, onderzoeker Energie, Comfort en Binnenmilieu Marita Voogt, onderzoeker Urban Environment and Safety TNO Samenvatting TNO heeft begin dit jaar samen

Nadere informatie

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2013

Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 2013 TNO-rapport TNO 214 R11587 Windroosanalyse naar de invloed van industriegebied Antwerpen op de luchtkwaliteit in de gemeente Woensdrecht in 213 Earth, Life and Social Sciences Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht

Nadere informatie

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2015

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2015 Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2015 In opdracht van: Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied M.M.M. van der Meij Adviseur Milieu Postbus 209, 1500 EE Zaandam Amsterdam, Auteur: D.

Nadere informatie

Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam).

Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam). kenmerk: 653847/687260 Memo Aan Kopie aan Datum Van Telefoon E-mail Onderwerp: College van GS 4 juni 2015 Samenvatting datarapporten Luchtkwaliteit (IJmond, Haarlemmermeer, Havengebied Amsterdam). In deze

Nadere informatie

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4 Rapport Luchtkwaliteit 2012 Doetinchem Oktober 2013 INHOUD 1. Inleiding... 4 2. Algemeen... 5 2.1 Wet luchtkwaliteit... 5 2.2 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit... 5 2.3 Bronnen van luchtverontreiniging...

Nadere informatie

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissies naar lucht door huishoudens, Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van kooldioxide (CO

Nadere informatie

Toelichting berekening ISL3a t.a.v. luchtkwaliteit

Toelichting berekening ISL3a t.a.v. luchtkwaliteit Toelichting berekening ISL3a t.a.v. luchtkwaliteit d.d. 22 december 2015 Initiatiefnemer Maatschap H. en E. Brink Halerweg 1 9433 TE ZWIGGELTE In lucht zitten, hoe schoon ook, altijd kleine, vaste en vloeibare

Nadere informatie

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissies naar lucht door huishoudens, Indicator 1 mei 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van kooldioxide, stikstofoxiden

Nadere informatie

1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 LUCHTKWALITEIT LANGS DE RELEVANTE WEGEN IN HET PLANGEBIED 4 4 CONCLUSIES 8

1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 LUCHTKWALITEIT LANGS DE RELEVANTE WEGEN IN HET PLANGEBIED 4 4 CONCLUSIES 8 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 LUCHTKWALITEIT LANGS DE RELEVANTE WEGEN IN HET PLANGEBIED 4 3.1 Verkeersgegevens 4 3.2 Verkeersgeneratie van het plan 4 3.3 Verdeling verkeersgeneratie

Nadere informatie

Adviesdienst Verkeer en Vervoer RWS

Adviesdienst Verkeer en Vervoer RWS Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research Laan van Westenenk 51 Postbus 342 73 AH Apeldoorn TNO-rapport 27-A-R389/B

Nadere informatie

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1 Provinciale weg N231 Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit Afdeling Openbare Werken/VROM drs. M.P. Woerden ir. H.M. van de Wiel Januari 2006 Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en

Nadere informatie

Bepalen van de luchtkwaliteit

Bepalen van de luchtkwaliteit Bepalen van de luchtkwaliteit Luchtkwaliteit in het kort De kwaliteit van de lucht waarin we leven is van invloed op de volksgezondheid. Zo kan een slechte luchtkwaliteit leiden tot onder andere luchtwegklachten

Nadere informatie

Gezondheid & Voeding

Gezondheid & Voeding Luchtverontreiniging groot probleem gezondheid Elk jaar sterven wereldwijd zo n 6,5 miljoen mensen aan de gevolgen van luchtverontreiniging en in Nederland zorgt dit jaarlijks zeker voor 13.000 vroegtijdige

Nadere informatie

A28 Hoevelaken - Holkerveen

A28 Hoevelaken - Holkerveen Geluid en luchtkwaliteit A28 Hoevelaken - Holkerveen Twee problemen: Geluidhinder Grotere geluidsbelasting ineens sinds de komst van het Vathorst scherm en vrees voor een grotere geluidsbelasting bij Corlaer

Nadere informatie

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Overzicht presentatie Waarom luchtmetingen in Vlaanderen? Evolutie van de laatste decennia Toetsen van de luchtkwaliteit aan de heersende

Nadere informatie

ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT. Dorperdijk 20, Sevenum

ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT. Dorperdijk 20, Sevenum ONDERZOEK LUCHTKWALITEIT Dorperdijk 20, Sevenum Datum : 12 december 2012 Rapportnummer : 212-SDo20-lk-v4 Koolweg 64 5759 PZ Helenaveen Tel. 0493-539803 Fax. 0493-539804 E-mail. mena@m-en-a.nl ING 7622002

Nadere informatie

koppeling met NSL maatregelen (OTB/ Saldo 0) referentiepunten BBV koppeling met NSL

koppeling met NSL maatregelen (OTB/ Saldo 0) referentiepunten BBV koppeling met NSL Om een goede afspiegeling te geven van de hele omgeving van de BBV waar mogelijk verslechtering van luchtkwaliteit is te verwachten, zijn door de regiopartijen voor de Saldo 0 benadering speciale referentiepunten

Nadere informatie

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Derde kwartaalverslag 2014

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Derde kwartaalverslag 2014 Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Derde kwartaalverslag 2014 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025

Nadere informatie

Smog in zomer van 5

Smog in zomer van 5 Smog in zomer In dit bulletin wordt een overzicht gegeven van de smogsituatie in de periode april tot en met september. Voor ozon zijn er in deze periode 6 smogdagen geweest. De dagen vielen voornamelijk

Nadere informatie

HET BURGERMEETPROJECT; EEN UPDATE

HET BURGERMEETPROJECT; EEN UPDATE HET BURGERMEETPROJECT; EEN UPDATE DCMR wifi: DCMR gasten Wachtwoord: 1f1wRmCd Portal: gast gast 1 INHOUD Filmpje Kahoot enquête Resultaten bewonersenquête Update project & meetresultaten tot nu toe Verdere

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B ONDERWERP Luchtkwaliteitsonderzoek REC Harlingen storing 6 oktober 2018 DATUM 2 november 2018 PROJECTNUMMER C05055.000169 ONZE REFERENTIE 083701871 B VAN ing. A. (Abdu) Boukich AAN Omrin 1. Inleiding Op

Nadere informatie

Onderzoek naar de luchtkwaliteit in Meppel

Onderzoek naar de luchtkwaliteit in Meppel Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn TNO-rapport 2007-A-R1134/B

Nadere informatie

Samenvatting eindrapport Ammoniakmetingen in Noord-Brabant

Samenvatting eindrapport Ammoniakmetingen in Noord-Brabant Samenvatting eindrapport Ammoniakmetingen in Noord-Brabant 2007-2013 ECN-O--14-044 augustus 2014 Auteur: Bleeker, A. ECN Environment & Energy Engineering Postbus 1 1755 ZG Petten T: +31 88 515 4130 a.bleeker@ecn.nl

Nadere informatie

Solar Highways - A50 Uden. Effecten op de luchtkwaliteit

Solar Highways - A50 Uden. Effecten op de luchtkwaliteit definitief 26 oktober 2017 definitief revisie 01 26 oktober 2017 Auteurs D. Bouman Opdrachtgever Postbus 25 6200 MA Maastricht datum vrijgave beschrijving revisie 01 goedkeuring vrijgave 26--2017 definitief

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05

Nadere informatie

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit

L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit 73 Bijlage L Indicatieve bepaling effect alternatieven N 377 op luchtkwaliteit Inleiding De provincie Overijssel is voornemens de N 377 Lichtmis Slagharen (verder

Nadere informatie

2018D Lijst van vragen

2018D Lijst van vragen 2018D01559 Lijst van vragen De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de PAS Monitoringsrapportage

Nadere informatie

Luchtkwaliteit. Een gezonde hoeveelheid luchtvervuiling bestaat niet!!??

Luchtkwaliteit. Een gezonde hoeveelheid luchtvervuiling bestaat niet!!?? Luchtkwaliteit Een gezonde hoeveelheid luchtvervuiling bestaat niet!!?? Deel 1: Wat is luchtverontreiniging? Emissie, Verspreiding,Blootstelling 1952 2009 3 4 5 Van de bronnen van luchtvervuiling in Nederland

Nadere informatie

Verontreiniging door wegverkeer. Peter Hofschreuder

Verontreiniging door wegverkeer. Peter Hofschreuder Verontreiniging door wegverkeer Peter Hofschreuder Hebben we problemen,en met de luchtkwaliteit in Nederland? Verkorting van de levensduur door blootstelling aan fijn stof Verandering van de bekorting

Nadere informatie

Chemkar PM 10 De samenstelling van fijn stof in Vlaanderen onder de loep

Chemkar PM 10 De samenstelling van fijn stof in Vlaanderen onder de loep Chemkar PM 10 De samenstelling van fijn stof in Vlaanderen onder de loep De Vlaamse Milieumaatschappij stelt de resultaten van het eerste grootschalige onderzoek naar de samenstelling van fijn stof in

Nadere informatie

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2017

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2017 Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2017 In opdracht van: Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied M.M.M. van der Meij Adviseur Milieu Postbus 209, 1500 EE Zaandam Amsterdam, Auteur: D.

Nadere informatie

VLUCHTEVALUATIE Zaterdag 18 Mei 2013

VLUCHTEVALUATIE Zaterdag 18 Mei 2013 VLUCHTEVALUATIE Zaterdag 18 Mei 2013 In bovenstaande afbeelding is een overzicht weergegeven van de vluchten, (met ZIMOA ondersteunende afdelingen) en daarbij de route naar de locatie van de eerst aankomende

Nadere informatie

Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting. Overzicht gegevens

Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting. Overzicht gegevens Werkgroep luchtkwaliteit en geluidsbelasting Overzicht gegevens Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 2 Algemeen 4 2.1 Gebruikte gegevens 4 2.2 Welke stoffen zijn betrokken? 4 2.3 Normen

Nadere informatie

Rapport LUCHTKWALITEIT LANGS DE A12 WATERBERG-VELPERBROEK. juli Moniek Zuurbier en Simone Lops Team Milieu en Gezondheid.

Rapport LUCHTKWALITEIT LANGS DE A12 WATERBERG-VELPERBROEK. juli Moniek Zuurbier en Simone Lops Team Milieu en Gezondheid. Rapport LUCHTKWALITEIT LANGS DE A12 WATERBERG-VELPERBROEK Moniek Zuurbier en Simone Lops Team Milieu en Gezondheid juli 2016 www.vggm.nl pagina 2 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING... 5 1 INLEIDING... 7 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

NIEUWBOUW VAN DE DORPSSCHOOL IN ROZENDAAL. GGD-advies in relatie tot luchtkwaliteit. www.vggm.nl

NIEUWBOUW VAN DE DORPSSCHOOL IN ROZENDAAL. GGD-advies in relatie tot luchtkwaliteit. www.vggm.nl NIEUWBOUW VAN DE DORPSSCHOOL IN ROZENDAAL GGD-advies in relatie tot luchtkwaliteit www.vggm.nl Datum: 28 februari 2012 Kenmerk: OS 29377 Auteurs: Ir. C. Zwerver, senior adviseur milieu & gezondheid Dr.

Nadere informatie

8 november 2016 Erbrink STACKS Consult ErbrinkStacks.nl

8 november 2016 Erbrink STACKS Consult ErbrinkStacks.nl Ultra fine particles (UFP) rond Schiphol, metingen - model Hans Erbrink 8 november 2016 Erbrink STACKS Consult ErbrinkStacks.nl 06 51313650 PM2,5 Source of map: van Donkelaar, A., R.V Martin, M.Brauer,

Nadere informatie

Briefrapport /2008 J. Wesseling B. Beijk. Een vuistregel voor de effecten van schermen in SRM2

Briefrapport /2008 J. Wesseling B. Beijk. Een vuistregel voor de effecten van schermen in SRM2 Briefrapport 680705005/2008 J. Wesseling B. Beijk Een vuistregel voor de effecten van schermen in SRM2 RIVM Rapport 680705005/2008 Een vuistregel voor de effecten van schermen in SRM2 Joost Wesseling,

Nadere informatie

Effecten maatregelen voor oplossen knelpunten luchtkwaliteit in Amsterdam

Effecten maatregelen voor oplossen knelpunten luchtkwaliteit in Amsterdam Princetonlaan 6 Postbus 80015 3508 TA Utrecht TNO-rapport TNO-034-UT-2009-00998_RPT-ML Effecten maatregelen voor oplossen knelpunten luchtkwaliteit in Amsterdam www.tno.nl/milieu T 030 256 42 56 F 030

Nadere informatie

: Vervolgonderzoek op basis van de Roetkaart van de Provincie Utrecht. Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5

: Vervolgonderzoek op basis van de Roetkaart van de Provincie Utrecht. Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5 Initiatief voorstel ChristenUnie en SP DATUM 2 december 2014 NUMMER PS PS2014PS14 AFDELING ChristenUnie & SP COMMISSIE MME STELLER De Heer/ Meijer DOORKIESNUMMER - DOCUMENTUMNUMMER - PORTEFEUILLEHOUDER

Nadere informatie

Rapport luchtkwaliteit 2007. Gemeente Oegstgeest

Rapport luchtkwaliteit 2007. Gemeente Oegstgeest Rapport luchtkwaliteit 2007 Gemeente Oegstgeest Gemeente: Oegstgeest Datum: juni 2009 2 Samenvatting Dit rapport betreft de rapportage over de luchtkwaliteit van de gemeente Oegstgeest in de provincie

Nadere informatie

Geluidsbelasting door windturbine Slikkerdijk

Geluidsbelasting door windturbine Slikkerdijk Samenvatting en conclusies In de maand december zijn gedurende vijftien dagen in het begin van de nacht metingen verricht naar het geluidsbelasting van de woonboerderij aan de Walingsweg 20 Wieringerwaard

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Door de omgevingsdienst Haaglanden is aangegeven dat deze norm als volgt moet worden geïnterpreteerd:

Door de omgevingsdienst Haaglanden is aangegeven dat deze norm als volgt moet worden geïnterpreteerd: Notitie Project Referentieniveaumetingen A4 Midden-Delfland Betreft geluidsmetingen stiltegebied in situatie vóór opening rijksweg A4 Ons kenmerk M.2013.1022.01.N001 Versie 001 Datum 24 oktober 2014 Verwerkt

Nadere informatie

Onderzoek luchtkwaliteit aanpassingen kruisingen Laan van Malkenschoten

Onderzoek luchtkwaliteit aanpassingen kruisingen Laan van Malkenschoten Onderzoek luchtkwaliteit aanpassingen kruisingen Laan van Malkenschoten Gemeente Apeldoorn Postbus 9033 7300 ES Apeldoorn Contactpersoon: De heer J. Vermeij Apeldoorn, 18 april 2011 Uitvoerder: H. IJssel

Nadere informatie

Wereldgezondheidsorganisatie : fijnstof onderschat

Wereldgezondheidsorganisatie : fijnstof onderschat Wereldgezondheidsorganisatie : fijnstof onderschat In deze publicatie http://tiny.cc/3l493w van de regionale afdeling Europa van de WHO, wordt antwoord gegeven op 24 vragen die alle betrekking hebben op

Nadere informatie

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Yorick de Wijs (KNMI) Veenendaal - 09 05 2019 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 1 Klimaatverandering Oorzaken en risico s wereldwijd Trends en

Nadere informatie

Effectiviteit van mechanische ventilatie met filtertoepassing in scholen langs drukke wegen. Dr. Maciek Strak GGD Amsterdam Afd. Milieu en Gezondheid

Effectiviteit van mechanische ventilatie met filtertoepassing in scholen langs drukke wegen. Dr. Maciek Strak GGD Amsterdam Afd. Milieu en Gezondheid Effectiviteit van mechanische ventilatie met filtertoepassing in scholen langs drukke wegen Dr. Maciek Strak GGD Amsterdam Afd. Milieu en Gezondheid Inleiding Langdurige blootstelling aan luchtverontreiniging

Nadere informatie

Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2017

Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2017 Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2017 Auteur: GGD Amsterdam LO team Luchtkwaliteit Postbus 2200 1000 CE Amsterdam GGD, Amsterdam, Nederland. Alle rechten voorbehouden. GGD Amsterdam

Nadere informatie

DUST SENTRY AAN HET WERK

DUST SENTRY AAN HET WERK DUST SENTRY AAN HET WERK Waarom fijnstof meten? DUST SENTRY De atmosfeer van de aarde bevat atmosferische deeltjes, ook wel bekend als deeltjes of fijnstof. Fijnstof wordt vaak gegeven in PM, wat staat

Nadere informatie

DieselMotorEmissie. Marc Lurvink, Arbeidshygiënist RAH. In samenwerking met. rps.nl 1

DieselMotorEmissie. Marc Lurvink, Arbeidshygiënist RAH. In samenwerking met. rps.nl 1 DieselMotorEmissie een vergelijk van analysemethoden RPS Advies In samenwerking met TNO Bouw en Ondergrond Marc Lurvink, Arbeidshygiënist RAH Marc Houtzager rps.nl 1 Inhoud 1. Inleiding 2. Doel 3. DME

Nadere informatie

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer

Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer GGD/LO 13-1114 Datarapport Luchtkwaliteit Haarlemmermeer meetresultaten 2012 Amsterdam, Maart 2012 Uitgave: Tekst: GGD Amsterdam Cluster leefomgeving afdeling luchtkwaliteit D. de Jonge In opdracht van:

Nadere informatie

Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2014

Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2014 Rapportage Luchtmetingen in het Havengebied Amsterdam 2014 In opdracht van: Havenbedrijf Amsterdam N.V. M. Hooijboer afdeling Ruimte en Milieu postbus 19406 1000 GK Amsterdam Amsterdam, juni 2015 Auteur:

Nadere informatie

ECN Tav de heer Dr. E.P. Weijers Postbus 1 1755 ZG Petten. Geachte heer Weijers,

ECN Tav de heer Dr. E.P. Weijers Postbus 1 1755 ZG Petten. Geachte heer Weijers, Retouradres: Postbus 80015, 3508 TA Utrecht ECN Tav de heer Dr. E.P. Weijers Postbus 1 1755 ZG Petten Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl T +31 88 866 42 56 Datum 9

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april 2011 20110073-02 211x04850 J. van Rooij

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april 2011 20110073-02 211x04850 J. van Rooij Notitie 20110073-02 Bouwplan Ringbaan West 15 te Weert Inventarisatie luchtkwaliteitsaspecten Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april 2011 20110073-02 211x04850 J. van Rooij 1 Inleiding

Nadere informatie

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Luchtvervuiling in Nederland in kaart Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Hoofdpunten uit de GCN/GDN-rapportage 2013 Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Hoofdpunten uit de GCN/GDN-rapportage

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE B ONDERWERP Luchtkwaliteitsonderzoek REC Harlingen DATUM 19 juni 2018 PROJECTNUMMER C05055.000152 ONZE REFERENTIE 079879774 B VAN ing. A. (Abdu) Boukich AAN Omrin 1. Inleiding Op 31 mei 2018 is er bij REC

Nadere informatie

Op grond van artikel 28 uit het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269) bieden wij U hierbij aan de provinciale rapportage Luchtkwaliteit 2003.

Op grond van artikel 28 uit het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269) bieden wij U hierbij aan de provinciale rapportage Luchtkwaliteit 2003. Bezoekadres Houtplein 33 Het Ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer T.a.v. de Staatssecretaris P.L.B.A. van Geel Postbus 20951 2500 EX DEN HAAG Haarlem Postadres Postbus 3007

Nadere informatie

14 juli 2005 RIVM-MNP-TNO

14 juli 2005 RIVM-MNP-TNO Aanbeveling voor een voorlopige regeling voor de correctie van fijn stof (PM 10 ) concentraties voor de bijdrage van zeezout Ronald Hoogerbrugge a, Jan Matthijsen b, Hans van Jaarsveld b, Martijn Schaap

Nadere informatie

Kennisnemen van de resultaten van de derde monitoringsronde van het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).

Kennisnemen van de resultaten van de derde monitoringsronde van het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Informatienota B&W Onderwerp : Monitoring Luchtkwaliteit 2012 B&W-vergadering : 29 januari 2013 Registratienummer : BW13.00119 Registratiecode : *BW13.00119* Auteur : Gijs Gerrits Portefeuillehouder :

Nadere informatie

Ervaringen met de SDS011 stofsensor

Ervaringen met de SDS011 stofsensor Ervaringen met de SDS011 stofsensor RIVM, 12 juli 2018 De afgelopen maanden zijn er veel PM2.5 en PM10 metingen gedaan met de SDS011 stofsensoren. Zo vlak voor de vakanties willen we een korte terugkoppeling

Nadere informatie