Lezen We hebben de laatste weken weer heel veel woorden en letters geleerd.

Transcriptie

1 Informatie voor de ouders Groep 3 Lezen We hebben de laatste weken weer heel veel woorden en letters geleerd. In kern 4 en kern 5 hebben we de volgende letters en woorden geleerd. Letters: h - w - o - a u j ie l - ou Woorden: huis, weg, bos, tak, hut, reus, jas, riem, bijl en hout In het kader van Sinterklaas hebben we nog extra woorden geleerd: sint, piet, schoen, dak en zak. De letter eu en de letter ou In deze kern leert uw kind onder andere de letters bij de klanken eu ou. Net als de reeds bekende letters ij en oe bestaan deze letters uit twee tekens. Voor de kinderen is de eu echter één letter. U praat dus over de letter eu-. Niet over de letters e-u. We noemen deze klanken: twee-tekenklanken. Om onderscheid te maken tussen de ou en de au, hebben we het over de otje-ou en later bij de au, de atje-au. Wisselwoorden Uw kind krijgt elke kern oefeningen om de nieuwe letters te oefenen en toe te voegen aan al bekende letters. Zo leren kinderen ook woorden lezen in rijtjes. In elk woord wordt een letter vervangen door een andere letter. Dat kan de letter vooraan, in het midden of achteraan in het woord zijn. Op deze manier oefent uw kind om met letters die het kent nieuwe woorden te maken. 'Vuur' kan bijvoorbeeld worden veranderd in 'vaar', 'veer' en 'voor', maar ook in 'duur', 'muur' en 'zuur'. Naast het boekje van veilig leren lezen, waar we elke dag uit laten lezen, hebben de kinderen ook heel veel geoefend met de verhaaltjes uit het Sinterklaasboekje. Op 5 december mochten de kinderen aan Sinterklaas laten horen hoe goed ze al konden lezen. Wat waren Sinterklaas en de pieten trots op groep 3. We zitten inmiddels in de tijd na kerst. In dat kader leerden de kinderen nog twee woorden erbij: ster en stal. Op den duur gaan we steeds meer oefenen in het schrijven en lezen van woorden met twee medeklinkers aan het begin of aan het eind. Op de site leuke lessen vindt u onder het tabblad kern 5 woorden en spelletjes om te oefenen. Het laatste blad kunt u uit printen om samen met uw kind te lezen. Rekenen Met rekenen zijn we nu bezig met verhaaltjessommen. We leren ook rekenen met de vijfstructuur en de tienstructuur. Dat wil zeggen dat de hoeveelheid vijf in één keer

2 gezien wordt als 5. Het aanleren van de vijfstructuur en de tienstructuur doen we met behulp van het rekenrek en de vingers en het briefje van 5 en 10. lees de woorden 3 keer. zie je wel, het gaat steeds sneller! al er kers tal ter kerst stal ster maan bal boom maar bol boos maak bok roos mok stok rook hok stak ruik sok stal ruil st staf tap stap tam stam tal stal st stem tem step tel stel ster

3 Rekenen Met rekenen zijn we bezig met het synchroon tellen; dat blijkt voor kinderen toch nog wel lastig te zijn. Verder oefenen we met: het splitsen van getallen. het herkennen van getal beelden het structureren van hoeveelheden aan de hand van Vertifixblokken, eierdozen en dobbelstenen inzicht verwerven in de en + sommen bouwsels maken aan de hand van een tekening hoeveel glazen haal je uit een literfles klokkijken: de hele uren In de komende tijd wordt er steeds een spelletje aangeleerd van Met Sprongen Vooruit. Groep 4 In groep 4 komen voor het eerst de tafels aan de orde. Zie artikel over de tafels. De komende tijd gaan we met rekenen aan de slag met: sprongen van 10 heen en terug, ook vanaf bijv. 32, 42, 52, 62 tafel van 10, 5 en 4 rekenen op de getallenlijn: 32 4 en tabellen klokkijken: digitaal: hele uren Met taal leren we het volgende: het opzeggen van het alfabet het schrijven van een verhaal aan de hand van vraagwoorden: wie, wat, waarom, hoe, wanneer het uiten van gevoelens het schrijven van een brief de lidwoorden de zelfstandige naamwoorden voorzetsels zinsdelen Spelling De volgende spellingscategorieën komen aan de orde: luisterwoorden met drie medeklinkers achter elkaar zoals worst en winst woorden met z en s zoals zweet en storm woorden met schr zoals schroef woorden met aai, ooi en oei zoals dooi, fraai en foei woorden met eeuw, ieuw en uw zoals schreeuw, kieuw en duw woorden met aar, oor en uur zoals voorjaar, vuurwerk

4 Groep 5 De komende periode komen de volgende onderdelen aan bod tijdens de lessen: oriëntatie op de getallen tot Tellen, uitspreken en het zetten van de getallen op de getallenlijn. Ook oefenen we sprongen van 10, 25, 50 en 100. De positiewaarde van de cijfers komt nadrukkelijk naar voren (wat is de 4 waard in 643) Optellen en aftrekken tot Tempo rekenen tot 100. Ook het handig uitrekenen krijgt onze aandacht zoals en Vermenigvuldigen en delen. De tafels tot 10 moeten goed worden gekend en leren we de deeltafels. We werken nu ook verder aan de moeilijkere tafels: 6x32= 6x30 +6x2. Verdubbelen en halveren is hiervoor een goede oefening. Thuis moet de tafel van 7 uit het hoofd geleerd worden en de tafel van 8 en 9. Tijd: de kalender moet worden gekend. Ook het klokkijken komt weer terug. Vooral het digitaal klokijken. Meten: mm. cm, dm en m waarbij omtrek en oppervlakte verder worden verkend Ook maken we kennis met plattegronden en staafgrafieken. Taal Met taal leren we het volgende: wat zijn voegwoorden en wanneer worden ze gebruikt: en (opsomming), maar (tegenstelling) want (reden), of (aanduiden keuzemogelijkheid), omdat (oorzaak) zinnen samenstellen gevoelens omschrijven voorzetsels omschrijven van opdrachten tegenstellingen woorden in alfabetische volgorde zetten Spelling De volgende spellingsproblemen worden de komende periode in de groep 5 behandeld: Luisterwoorden Woorden met ng (tong); ik hoor een n maar schrijf ng zoals hengel, koning Woorden met nk (bank); ik hoor ngk, maar schrijf nk zoals ondanks, winkelier Weetwoorden (leer ik uit het hoofd) Woorden met ch (pech) zoals kachel, lachen Woorden met cht (lucht) de zogenaamde wachtwoorden zoals dichtbij, prachtig Woorden met ei (ei-verhaal) zoals seizoen, geheim

5 Woorden met de stomme e; ik hoor u maar schrijf e (getal, bezoek, verdriet) De kinderen krijgen elke 3 weken een controledictee over de woorden uit het woordpakket. De woordpakketten kunt u vinden op de site van de Zaaier en op Bloon. Drie tot vier keer week samen met uw kind oefenen m.b.v. is erg nuttig.heeft uw kind moeite met spellen, lees dan de woorden ook voor. De komende weken zijn we verder bezig geweest met technisch lezen op de volgende onderdelen: Tempolezen: dit doen we vloeiend en daarna vlot. De kinderen luisteren eerst hoe de woorden en zinnen moeten worden gelezen. Daarna lezen we de woorden of de zinnen een aantal keren hardop met elkaar. Dan pas gaat het tempo omhoog. Dit gebeurt ook in spelvorm. Vloeiend lezen: de nadruk ligt hierbij op het keurig op toon lezen, letten op de leestekens en de natuurlijke pauzes. Hardop voorlezen aan een broertje of zusje (papa of mama) is een goede oefening. Ralfilezen: met een klein groepje lezen we een tekst die qua niveau ver boven het AVI-niveau ligt dat de kinderen beheersen. Doordat we de tekst steeds volgens een bepaald stramien doornemen, kunnen de kinderen al vrij snel de tekst vloeiend en op toon lezen. De kinderen leren ook moeilijke teksten beter te begrijpen. Nieuwsbegrip Met begrijpend lezen maken we gebruik van actuele teksten uit het nieuws. We leren de kinderen strategieën aan, die ze kunnen gebruiken om een tekst beter te begrijpen. Engels: Met Engels hebben we geleerd wat je zegt bij een eerste kennismaking. We hebben ook een Engels liedje geleerd aan de hand van het boek: Bink en Pip gaan naar Engeland. Muziek: We hebben gewerkt met Boomwhackers en we gaan werken met ritmes. Verkeer: Met verkeer gaan we werken over voorrang, verkeer van rechts, verschillende soorten verkeersborden. Topondernemers Met topondernemers werken we over vlinders in je buik. Bij dit onderwerp komt ook natuurkunde aan de orde. De kinderen doen proefjes over magnetisme. Tekenen en handenarbeid We hebben geleerd hoe je een horizon kunt schilderen en hoe je kunt werken met kleurnuances van donker naar licht. We hebben, naast de Sint- en kerstwerkjes,ook leuke huisjes gemaakt met miniatuurmeubeltjes.

6 Wat kunt u thuis doen: Op de onderstaande sites kunt u oefenstof vinden om met uw kind bepaalde onderdelen uit deze lesbrief te oefenen. (voor de woordpakketten van groep 4 en 5) Wat kunt u thuis doen voor groep 4: het oefenen van de tafel van 10, 5, 4 en 3 Wat kunt u thuis doen voor groep 5: het oefenen van de tafel van 7 en 8 en 9. Het oefenen van het woordpakket Het oefenen van de maanden van het jaar en de seizoenen. Een wekker kopen met digitale cijfers (bij de Hema hebben ze er één met mooie grote cijfers). Steeds meer kinderen hebben al een digitale wekker in hun slaapkamer staan.