Speeksel, meer dan water in de mond

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Speeksel, meer dan water in de mond"

Transcriptie

1 Speeksel, meer dan water in de mond Toets bij de module Chemie in de Mond In de bijlage staan twee artikelen over de bufferende werking van speeksel. Lees deze twee artikelen globaal en vlot door. Vooral bij sportdranken valt het volgens het tweede artikel niet mee om de ph in de mond hoog genoeg te houden. Sommige dranken blijken veel meer zuur te bevatten dan andere dranken. De toets zal afgesloten worden met een vraag over remineralisatie. Volgens de bijlage (regel 12 en 13) is het belangrijkste buffersysteem in speeksel de bicarbonaatbuffer met een buffergebied tussen 6 en 7. De aanduiding bicarbonaat is, zoals uit Binas af te leiden, een triviale naam voor monowaterstofcarbonaat HCO 3 -. Daarmee is het nog niet duidelijk of het evenwicht met de vergelijking: HCO H 2 O CO H 3 O + dan wel het evenwicht met de vergelijking: H 2 CO 3 + H 2 O HCO H 3 O + in de bicarbonaatbuffer de belangrijkste rol speelt. 1p 1 Welk van deze twee evenwichten speelt de belangrijkste rol in de bicarbonaatbuffer in het speeksel? Leg uit. Gebruik bij je uitleg tabel 49 van Binas. Volgens het tweede artikel (regel 50) in de bijlage zijn sportdranken sterk aangezuurd: ze bevatten zelfs tot 300 g citroenzuur per liter. Sporters nemen telkens een slokje. Neem aan dat het volume van zo n slokje 20 ml is. 2p 2 Bereken hoeveel mmol citroenzuur door één zo n slokje sportdrank in de mond terechtkomt. In regels 6 tot en met 9 van het eerste artikel staat onder andere: de kritische ph van glazuur is ongeveer 4,5 tot 5. En: speeksel is in staat de ph in de mondholte constant te houden en zuren ingenomen via frisdranken te neutraliseren. Stel de ph van het speeksel is 6,35. Je gaat in de volgende vraag berekenen of de kritische ph van het glazuur gepasseerd wordt als je één zo n slokje sportdrank neemt. 4p 3 Neem aan dat door het aantal mmol citroenzuur in zo n slokje sportdrank 81,82 % van één van de bestanddelen van de bicarbonaatbuffer opreageert. Ga door berekening van de ph na of het glazuur dan zal kunnen worden aangetast. Volgens het tweede artikel (regels 43-48) kan het 2 tot 30 minuten duren voor de zuren geneutraliseerd zijn. Dat komt niet omdat neutralisatie een trage reactie zou zijn. De benodigde hoeveelheid base is zo groot dat het een tijd duurt voor dat deze aangevoerd is door nieuw speeksel. Je neemt een slokje van de sportdrank waarvan je in vraag 2 het aantal mmol citroenzuur hebt uitgerekend. (Als je vraag 2 niet hebt, neem dan aan dat het antwoord 32,2 mmol citroenzuur is. Dit is niet het juiste antwoord.) Je kunt berekenen hoeveel mg basisch zout minimaal in de carbonaatbuffer in het speeksel opgelost moet zijn om de ph onmiddellijk hoger te houden dan in vraag 3. Neem aan dat het basisch zout een natriumzout is. Neem aan dat de base in de molverhouding 3:1 met het citroenzuur reageert. 3p 4 Bereken het aantal mg van dat basisch natriumzout dat in het speeksel minimaal zou moeten zitten om bij zo n zuuraanval de ph onmiddellijk boven de in vraag 3 berekende ph te houden. In regels 12 tot en met 15 van het eerste artikel staat: Het belangrijkste buffersysteem in het speeksel is de bicarbonaatbuffer met een buffergebied tussen ph 6 en 7 die instaat voor 85% van de bufferwerking van het speeksel. Op de tweede plaats komt de fosfaatbuffer met een buffergebied tussen ph 6,7 tot 7,7. Daarnaast is er nog een kleine bijdrage van eiwitten in de bufferende werking van het speeksel. 1p 5 Leg uit waardoor een van de drie buffersystemen voor een groter deel van de bufferwerking van het speeksel verantwoordelijk is dan de twee andere buffersystemen. Speeksel v def s 1

2 Niet alle aminozuren die deel uitmaken van een eiwitketen kunnen evengoed bijdragen aan de bufferende werking van dat eiwit. Proline (tabel 67C1) dat deel uitmaakt van een eiwitketen kan dat bijvoorbeeld slechts in zeer geringe mate. 2p 6 Onder welke voorwaarde kan het aminozuur proline dat deel uitmaakt van een eiwitketen slechts bijdragen aan de werkzaamheid van dat eiwit als buffer? Leg uit. Op het eind van het tweede artikel staat een tabel. In de tabel zie je dat de maatstaf voor neutralisatie van verse Coca-Cola hoger is dan die van oude Coca-Cola. Maatstaf voor neutralisatie is voor ons geen gebruikelijke vakterm. Voor de Vlaamse tandheelkunde kennelijk wel. 1p 7 1p 8 Waardoor is de maatstaf voor neutralisatie van verse Coca-Cola hoger dan van oude (uit een reeds enige tijd geopende fles) Coca-Cola? Hoe kun je een maatstaf voor neutralisatie vaststellen? In de alinea boven de tabel staat dat pompelmoessap (grapefruitsap) minder zuur is dan Coca-Cola, maar veel moeilijker te neutraliseren. De maatstaf neutralisatie van pompelmoessap is (zie tabel) 22,0. Moeilijker slaat niet op een trage reactie. 1p 9 Hoe kan pompelmoessap een veel hogere maatstaf neutralisatie hebben dan Coca-Cola? 1p 10 Hoe kan pompelmoessap toch een hogere zuurgraad hebben dan Coca-Cola? Het eerste artikel gaat ook over remineralisatie. Regels 27 tot en met 36 van het eerste artikel gaat over de rol hierin van statherine. Lees dit fragment. Je kunt nu een uitspraak doen over de bindingssterkte van Ca 2+ -ionen met A. het ionrooster in het glazuur, B. de fosfaationen in het speeksel, C. complexerende statherinemoleculen. 2p 11 In welke volgorde neemt de bindingsterkte tussen Ca 2+ en A, B en C af? Noteer je antwoord als: letter > letter > letter. Leg je antwoord uit. Speeksel v def s 2

3 Speeksel, meer dan water in de mond beoordelingsmodel Toets bij de module Chemie in de Mond Omdat het een module specifieke toets betreft, is een nadere introductie van de context overbodig 1 maximumscore 1 H 2 CO 3 + H 2 O HCO H 3 O + De ph ligt in de buurt van 6,35 / de pk Z van koolzuur / H 2 O + CO 2 / H 2 CO 3 / niet in de buurt van 10,33 / de pk Z van waterstofcarbonaat / HCO 3 - / Door een andere verhouding zuur: geconjugeerde base kun je nooit het verschil van 10,33 en 6,35 overbruggen. 2 maximumscore 2 Het antwoord is 31,3 mmol 300 delen door de molaire massa (192) van citroenzuur 1 vermenigvuldigen met 20 en delen door 1000 of antwoord zondermeer in mmol geven 1 3 maximumscore 4 Voorbeeld van een juist antwoord: 6,35 = ph + p(100-81,02/100+81,02) De nieuwe ph is 5,35 dus het glazuur wordt niet aangetast. de verhouding tussen zuur en geconjugeerde base bij ph 6,35 = 1: 1 1 restende hoeveelheid base is ,02% 1 nieuwe hoeveelheid zuur is ,02% 1 van nieuwe verhouding de logaritme nemen, nieuwe ph berekenen en conclusie trekken 1 Opmerking: als een deel van het laatste onderdeel fout is, het punt niet toekennen. 4 maximumscore 3 Voorbeeld van een juist antwoord: 31,3 mmol citroenzuur reageert met 93,8 mmol NaHCO 3. Dat was 81,82% van de aanwezige hoeveelheid HCO % is 115,7 mmol. Dat weegt 115,7 84,01 mg = 9701 mg. (Of uitgaande van 32,2 mmol citroenzuur: 32,2 mmol citroenzuur reageert met 96,6 mmol NaHCO 3. Dat was 81,82% van de aanwezige hoeveelheid HCO % is 118,1 mmol. Dat weegt 118,1 84,01 mg = 9922 mg.) het aantal mmol van het bestanddeel = aantal mmol citroenzuur maal ,82% omrekenen naar 100% 1 vermenigvuldigen met de molaire massa van NaHCO 3 (84,01, Binas 98) 1 5 maximumscore 1 Van het belangrijkere buffersysteem zijn de concentraties hoger / is de buffercapaciteit hoger. 6 maximumscore 2 het moet eindstandig zijn / het moet aan het begin of het eind / aan de uiteinden zitten 1 anders heeft proline geen vrije zuur / COOH of base / NH 2 groepen 1 7 maximumscore 1 Er verdwijnt koolzuur / H 2 CO 3 / er ontwijkt CO 2. 8 maximumscore 1 door titratie / meten hoeveel NaOH / base oplossing / loog / er nodig is voor neutralisatie / een indicator toevoegen en NaOH / base oplossing / loog toedruppelen 9 maximumscore 1 De (totale) concentratie zuur is hoger / Er zit (in totaal) meer zuur per liter in dan in cola / het zuur in pompelmoessap lost beter op dan CO 2 / Er zitten meer meerwaardige zuren in het pompelmoessap. Speeksel v def s 3

4 10 maximumscore 1 in pompelmoessap is het zuur zwakker / heeft een hogere pk Z / lagere K Z dan in cola. 11 maximumscore 2 Antwoord: A>C>B het complex / het statherine verhindert Ca 2+ aan fosfaat te binden (C>B) 1 het glazuur kan Ca 2+ van het complex losmaken / het complex staat zijn Ca 2+ aan het aangetaste glazuur af. (A>C) 1 Speeksel v def s 4

5 BIJLAGE Speeksel, meer dan water in de mond auteur: Prof. Dr. Peter Bottenberg Vakgroep COPR Vrije Universiteit Brussel Bufferende en remineraliserende werking Alhoewel tandglazuur een zeer hard weefsel is, is het uiterst kwetsbaar voor de verlaging van de ph. Dit geldt nog in grotere mate voor het dentine. De kritische ph van glazuur is ongeveer 4,5 tot 5, deze van dentine 5,5 tot 6. Speeksel is in staat de ph in de mondholte constant te houden en zuren geproduceerd door cariogene micro-organismen of aangebracht via de voeding (frisdranken, fruitsap) te neutraliseren. Daarnaast bevat speeksel ook een specifiek proteïne dat in staat is de calcium- en fosfaatconcentratie te verhogen boven hun chemisch oplosbaarheidsproduct. Het belangrijkste buffersysteem in het speeksel is de bicarbonaatbuffer met een buffergebied tussen ph 6 en 7, die instaat voor 85% van de bufferwerking van het speeksel. Op de 2de plaats komt de fosfaatbuffer met een buffergebied tussen ph 6,7 tot 7,7. Daarnaast is er nog een kleine bijdrage van eiwitten in de bufferende werking van het speeksel. Om een optimale bufferende werking uit te voeren moet uiteraard de plaquelaag vrij dun zijn. Zuren die in diepe plaquelagen geproduceerd worden, worden pas zeer laat door hun diffusie van zuren naar het speeksel en buffers uit het speeksel naar de plaque geneutraliseerd. De bufferende werking neemt over het algemeen toe naarmate de secretie stijgt (Dawes, 1974). De bufferende werking zorgt ervoor dat de ph daling na suikeropname in de plaquelagen boven het glazuuroppervlak binnen een half uur weer geneutraliseerd is. Maar het bufferen alleen zal niet volstaan om de ravages door cariës in perken te houden. Hiervoor moet om een oplossen van tandmineralen te verhinderen en eventueel een remineralisatie te bekomen, ook calcium en fosfaat worden aangebracht. Calcium en fosfaat zijn stoffen met een betrekkelijk laag oplosbaarheid product. Reeds kleine concentraties van calcium en fosfaat hebben de neiging om neer te slaan en aldus niet meer in oplossing ter beschikking te staan (Tamaki et al., 2001). Om de concentratie aan calcium en fosfaat in speeksel boven deze concentratie te houden, moet calcium worden gecomplexeerd door een eiwit: het statherine. Statherine is een kort eiwit met een groot gehalte aan de aminozuur proline. Deze proteïnes hebben een grote capaciteit voor het binden van calcium, ze zijn verwant met caseïnes uit de melk die eveneens voor een verhoogde calciumconcentratie zorgen, dit voor de groeibehoefte van de baby. Door hun grote interactiecapaciteit met calcium vindt men statherine en andere prolinerijke proteïnes ook in de pellikellaag die neerslaat op de glazuuroppervlakte. Vermits vele speekselproteïnes een dubbele functie hebben, werkt statherine tevens antibacterieel (Kochanska et al, 2(00). Fluoride kan ook in het speeksel worden teruggevonden, in het algemeen bedraagt de concentratie 63% van dat bloedplasma (Ekstrand et al., 1977). Zure sportdranken tasten tandglazuur aan 40 Sportdranken zijn onmisbaar voor de aanvoer van koolhydraten tijdens duurinspanningen, maar vaak ook zeer zuur en dus schadelijk voor het tandglazuur. Voor atleten die veel sportdrank verbruiken, is een bezoek aan de tandarts een absolute aanrader. Speeksel v def s 5

6 Normaal prikkelt zure voeding of zure drank de speekselvloed en worden de zuren vrij snel geneutraliseerd, al kan de blootstelling aan het zuur tot 2 minuten duren. Atleten die zeer frequent kleine slokken drinken en de drank nog even in de mond rondspoelen, kunnen hun blootstelling aan de zuren zo aanzienlijk verlengen. Bij uitdroging of bij atleten met een droge mond en weinig speeksel kan het echter tot 30 minuten duren vooraleer de zuren geneutraliseerd zijn en de toestand in de mond weer normaal is. Het risico op glazuurerosie neemt in zulke omstandigheden sterk toe. Sportdranken zijn sterk aangezuurd: ze bevatten zelfs tot 300 g citroenzuur per liter. Erosie treedt op als de ph of zuurtegraad lager is dan 5,5. Er zijn drie verklaringen voor het feit dat sporters een groter risico lopen op erosie van het tandglazuur: uitdroging, met als gevolg minder speekselvloed; zeer frequent kleine slokken drinken, waardoor het milieu in de mond langer zuur blijft; gebruik van dranken met een lage ph, zoals sportdrank of fruitsap. Sporters die tijdens langdurige sportbeoefening regelmatig sportdrank met kleine slokjes drinken, hebben een verhoogd risico op tanderosie. Het toevoegen van calcium zou het risico op erosie ook verminderen, maar dit zou de smaak negatief beïnvloeden. 60 Bij dranken is niet alleen de zuurheid belangrijk voor de bedreiging van het glazuur, maar ook het gemak waarmee ze geneutraliseerd kunnen worden. Pompelmoessap bv. is minder zuur dan cola, maar veel moeilijker te neutraliseren en dus véél erosiever voor het glazuur (tabel 1). Volgens deze tabel ligt de maatstaf voor neutralisatie van sportdranken gemiddeld slechts iets lager dan deze van sinaasappelsap en aanzienlijk hoger dan deze van cola. Frisdrank Zuurgraad Coca-Cola (vers) 2,4 3,9 Coca-Cola (oud) 2,4 0,9 Isodrank 3,0 10,0 Pompelmoessap 3,2 22,0 Sinaasappelsap 3,6 12,4 Isostar 3,7 4,0 Maatstaf neutralisatie Tabel 1: zuurheid van enkele dranken en een maatstaf om ze te neutraliseren Bron: Tandheelkundige tijdingen 2001; 29: Speeksel v def s 6

BUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding

BUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding BUFFEROPLOSSINGEN Inleiding Zowel in de analytische chemie als in de biochemie is het van belang de ph van een oplossing te regelen. Denk bijvoorbeeld aan een complexometrische titratie met behulp van

Nadere informatie

In het artikel worden een aantal stoffen genoemd die men aan kauwgom kan toevoegen om daarmee het tandbederf tegen te gaan.

In het artikel worden een aantal stoffen genoemd die men aan kauwgom kan toevoegen om daarmee het tandbederf tegen te gaan. Antizuurkauwgom Lees eerst bron 1 Antizuurkauwgom. In het artikel worden een aantal stoffen genoemd die men aan kauwgom kan toevoegen om daarmee het tandbederf tegen te gaan. 1. In het artikel wordt het

Nadere informatie

Zelfs zuiver water geleidt in zeer kleine mate elektrische stroom en dus wijst dit op de aanwezigheid van geladen deeltjes.

Zelfs zuiver water geleidt in zeer kleine mate elektrische stroom en dus wijst dit op de aanwezigheid van geladen deeltjes. Cursus Chemie 4-1 Hoofdstuk 4: CHEMISCH EVENWICHT 1. DE STERKTE VAN ZUREN EN BASEN Als HCl in water opgelost wordt dan bekomen we een oplossing die bijna geen enkele covalente HCl meer bevat. In de reactievergelijking

Nadere informatie

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO versie december 2017 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Wat is een buffer? 3. Hoe werkt een buffer? 4. Geconjugeerd zuur/base-paar 5. De ph van een buffer De volgende

Nadere informatie

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO

ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO versie december 2014 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Wat is een buffer? 3. Hoe werkt een buffer? 4. Geconjugeerd zuur/base-paar 5. De ph van een buffer De volgende

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen

OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen OPGAVE 1 01 Bereken hoeveel mmol HCOOH is opgelost in 40 ml HCOOH oplossing met ph = 3,60. 02 Bereken ph van 0,300 M NaF oplossing. 03 Bereken hoeveel

Nadere informatie

5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren of zwakke basen

5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren of zwakke basen Opmerking: We gaan ervan uit, dat bij het mengen van oplossingen geen volumecontractie optreedt. Bij verdunde oplossingen is die veronderstelling gerechtvaardigd. 5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren

Nadere informatie

scheikunde bezem vwo 2016-I

scheikunde bezem vwo 2016-I WC-reinigers 5 maximumscore 3 Cl 2 + 4 OH 2 ClO + 2 H 2 O + 2 e Cl 2 voor de pijl en ClO na de pijl 1 OH voor de pijl en H 2 O na de pijl 1 elektronen na de pijl en juiste coëfficiënten 1 6 maximumscore

Nadere informatie

36 e Nationale Scheikundeolympiade

36 e Nationale Scheikundeolympiade 36 e Nationale Scheikundeolympiade YARA Sluiskil PRACTICUMTOETS correctievoorschrift dinsdag 9 juni 2015 Experiment 1 Bepaling van de hardheid van Zeeuws Vlaams leidingwater(40 punten) De volgende praktische

Nadere informatie

Chemische analyse van dranken

Chemische analyse van dranken Chemische analyse van dranken De voedingswaarde van wat we eten en drinken wordt bepaald door de aanwezige nutriënten. Deze nutriënten zijn: water, eiwitten, vetten, (verteerbare) koolhydraten, mineralen,

Nadere informatie

Scheikunde SE2. Hoofdstuk 8

Scheikunde SE2. Hoofdstuk 8 Scheikunde SE2 Hoofdstuk 8 Paragraaf 2 Indicatoren: stoffen waarmee je kunt bepalen of een oplossing zuur of basisch is. Zuur: als een oplossing een ph heeft van minder dan 7. Basisch: als een oplossing

Nadere informatie

ßCalciumChloride oplossing

ßCalciumChloride oplossing Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul

Nadere informatie

ANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers

ANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers ANTWOORDEN Herhaling zuren, basen en buffers 1) Wat geeft de onderstaande afbeelding weer? Je ziet deze deeltjes afgebeeld: het zwakke zuur HA (want veel deeltjes zijn niet geïoniseerd), de zwakke base

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo II

Eindexamen scheikunde 1 vwo II Beoordelingsmodel Cacaoboter 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: De warmte die nodig is voor het smelten, wordt aan de mond onttrokken. Smelten is (kennelijk) een endotherm proces.

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN

OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN OPGAVE 1 OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN In een ruimte van 5,00 liter brengt men 9,50 mol HCl(g) en 2,60 mol O 2 (g). Na evenwichtsinstelling is 40,0% van de beginstoffen omgezet en is er Cl 2 (g) en H 2

Nadere informatie

5 VWO. H8 zuren en basen

5 VWO. H8 zuren en basen 5 VWO H8 zuren en basen Inleiding Opdracht 1, 20 min in tweetallen Nakijken; eventueel vragen stellen 8.2 Zure, neutrale en basische oplossingen 8.2 Zure, neutrale en Indicator (tabel 52A) Zuurgraad 0-14?

Nadere informatie

ZEEVISSEN NRC 24 01 2009

ZEEVISSEN NRC 24 01 2009 ZEEVISSEN NRC 24 01 2009 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 Zeevissen blijken zo veel kalk-korrels uit te scheiden, dat ze 3 tot 15 procent bijdragen

Nadere informatie

Eindexamen vwo scheikunde I

Eindexamen vwo scheikunde I Waterstof uit afvalwater 1 maximumscore 4 C 6 H 1 O 6 + 4 H O 4 H + CH COO + HCO + 4 H + molverhouding CH COO : HCO = 1 : 1 en C balans juist 1 coëfficiënt voor H + gelijk aan de som van de coëfficiënten

Nadere informatie

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 3 Acidimetrie bladzijde 1

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 3 Acidimetrie bladzijde 1 Hoofdstuk 3 Acidimetrie bladzijde 1 Opgave 1 a We titreren HCl met NaOH. Welke van de boven gegeven indicatoren kunnen we gebruiken? Elke genoemde indicator, de phverandering gaat ongeveer van ph = 3 tot

Nadere informatie

TF5 Scheikunde 4 VWO H 8 en H 9 16 juni 2011

TF5 Scheikunde 4 VWO H 8 en H 9 16 juni 2011 TF5 Scheikunde 4 VWO H 8 en H 9 16 juni 2011 Deze toets bestaat uit 28 onderdelen. Hiervoor zijn in totaal X punten te behalen. Kalkwater Calciumhydroxide, Ca(OH) 2 (s) is matig oplosbaar in water. Als

Nadere informatie

6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers.

6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers. 6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers. Opgave I. 1 Je wilt een buffermengsel maken met ph = 4,20. Welke stoffen kun je het beste als uitgangsstoffen nemen? Opgave II. 2 In 1,00 liter water is opgelost

Nadere informatie

Oefentoets zuren en basen havo

Oefentoets zuren en basen havo Oefentoets zuren en basen havo Opgave 1 Melk en yoghurt Zweedse voedingswetenschappers hebben in 2014 bij meer dan 10000 mensen onderzocht of melk en melkproducten gezond zijn. Het doel van het onderzoek

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van woensdag 5 januari 01 tot en met woensdag 1 februari 01 Deze voorronde bestaat uit 4 meerkeuzevragen verdeeld over

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN VWO6sk1 TENTAMEN H1-11

OEFENOPGAVEN VWO6sk1 TENTAMEN H1-11 OEFENOPGAVEN VWO6sk1 TENTAMEN H1-11 06-07, HU, oktober 2006 1. POLARITEIT, WATERSTOFBRUGGEN Zie het apart uitgedeelde stencil voor extra theorie (is tentamenstof!) en een oefenopgave. 2. CHEMISCH REKENEN

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2008-I

Eindexamen scheikunde havo 2008-I Beoordelingsmodel Uraan 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal neutronen: 146 aantal protonen: 92 1 aantal neutronen: 238 verminderen met het aantal protonen 1 2 maximumscore 2 UO 2 + 4 HF UF 4 +

Nadere informatie

5 Water, het begrip ph

5 Water, het begrip ph 5 Water, het begrip ph 5.1 Water Waterstofchloride is een sterk zuur, het reageert als volgt met water: HCI(g) + H 2 0(I) Cl (aq) + H 3 O + (aq) z b Hierbij reageert water als base. Ammoniak is een zwakke

Nadere informatie

De waterconstante en de ph

De waterconstante en de ph EVENWICHTEN BIJ PROTOLYSEREACTIES De waterconstante en de ph Water is een amfotere stof, dat wil zeggen dat het zowel zure als basische eigenschappen heeft. In zuiver water treedt daarom een reactie van

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van januari tot en met 5 februari 04 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en open opgaven

Nadere informatie

Wachtkamerfolder Voorkom tanderosie bij uw kind

Wachtkamerfolder Voorkom tanderosie bij uw kind Wachtkamerfolder Voorkom tanderosie bij uw kind Tanderosie bij kinderen Alle kinderen zijn er gek op: snoep en limonade. Alle ouders weten wel dat je van snoepen gaatjes krijgt. Er zit namelijk veel suiker

Nadere informatie

38 e Nationale Scheikundeolympiade

38 e Nationale Scheikundeolympiade 8 e Nationale Scheikundeolympiade Rijksuniversiteit Groningen THEORIETOETS correctievoorschrift dinsdag juni 207 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in totaal 4 deelvragen. Gebruik voor elke opgave

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2008-II

Eindexamen scheikunde havo 2008-II Beoordelingsmodel Forams 1 maximumscore 2 aantal protonen: 14 aantal neutronen: 16 aantal protonen: 14 1 aantal neutronen: 30 verminderd met het aantal protonen 1 Indien het juiste aantal protonen (7)

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 018 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 15 tot en met 7 januari 018 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven met in totaal

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2006-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2006-II 4 Beoordelingsmodel ollageen 1 et antwoord kan als volgt zijn genoteerd: 3 S 2 2 2 2 2 N N 2 N peptidebindingen juist getekend 1 het begin van de structuurformule weergegeven met N met N met N en het einde

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Zuren en basen

Hoofdstuk 3: Zuren en basen Hoofdstuk 3: Zuren en basen Scheikunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 2012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken Koolstofchemie

Nadere informatie

Eindexamen havo scheikunde II

Eindexamen havo scheikunde II Radon 1 maximumscore 1 edelgassen 2 maximumscore 1 2+ Indien het antwoord positieve lading is gegeven 0 3 maximumscore 3 aantal protonen: 84 aantal neutronen: 134 naam element X: polonium aantal protonen:

Nadere informatie

ZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het HAVO. versie mei 2013

ZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het HAVO. versie mei 2013 ZUREN EN BASEN Samenvatting voor het HAVO versie mei 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Algemeen 3. Zuren 4. Basen 5. Het waterevenwicht 6. Definities ph en poh 7. ph BEREKENINGEN 7.1. Algemeen 7.2. Water

Nadere informatie

Chemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held

Chemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held Chemie (ph) bij het inkuilen Scheikunde klas V41a en V41b door Erik Held Inkuilproces Proces bij het inkuilen: In de kuil ondergaat het gewas een biochemisch proces onder invloed van micro-organismen Een

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2001-I

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2001-I Eindexamen scheikunde - vwo -I 4 Antwoordmodel Parkeerkaartje Het juiste antwoord is: S 8 - + I - S4 - + I S 8 - voor de pijl en S4 - na de pijl I - voor de pijl en I na de pijl juiste coëfficiënten Indien

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting door een scholier 1087 woorden 22 januari 2009 6 42 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde vwo II

Eindexamen scheikunde vwo II Beoordelingsmodel aarverzorging maximumscore 3 Een juist antwoord kan er als volgt uitzien: N 2 2 2 N N 2 2 S de peptidebindingen juist getekend de zijketens juist getekend het begin van de structuurformule

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2001-I

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2001-I Eindexamen scheikunde vwo -I 4 Antwoordmodel Parkeerkaartje Het juiste antwoord is: S O 8 - + I - SO4 - + I S O 8 - voor de pijl en SO4 - na de pijl I - voor de pijl en I na de pijl Indien de volgende

Nadere informatie

Oplossingen Scheikunde van 2001

Oplossingen Scheikunde van 2001 www. Oplossingen Scheikunde van 2001 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Om deze vragen te kunnen

Nadere informatie

ALKALINITEIT/ZUURTEGRAAD (BUFFERCAPACITEIT)

ALKALINITEIT/ZUURTEGRAAD (BUFFERCAPACITEIT) 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED ALKALINITEIT/ZUURTEGRAAD (BUFFERCAPACITEIT) De aciditeit of zuurtegraad is een maat voor de capaciteit van het water om OH - te neutraliseren. De basiciteit of alkaliniteit

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. De ph/zuurgraad is een getal waarin de hoeveelheid zuur of base wordt uitgedrukt. Dit getal ligt meestal tussen de 0 en 14.

Hoofdstuk 6. De ph/zuurgraad is een getal waarin de hoeveelheid zuur of base wordt uitgedrukt. Dit getal ligt meestal tussen de 0 en 14. Samenvatting door W. 879 woorden 15 oktober 2012 5,8 52 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 6 2 De PH van een oplossing De ph/zuurgraad is een getal waarin de hoeveelheid zuur

Nadere informatie

Stabilisator voor PVC

Stabilisator voor PVC Stabilisator voor PVC 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Als chlooretheen polymeriseert ontstaan lange ketens zonder dwarsverbindingen. De ketens kunnen langs elkaar bewegen (bij

Nadere informatie

Voorkom tanderosie bij uw kind

Voorkom tanderosie bij uw kind Voorkom tanderosie bij uw kind Tanderosie bij kinderen Tanderosie bij kinderen Alle kinderen zijn er gek op: snoep en limonade. Alle ouders weten wel dat je van snoepen gaatjes krijgt. Er zit namelijk

Nadere informatie

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1 Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1 Opgave 1 Bereken met behulp van het oplosbaarheidsproduct de oplosbaarheid (g/l) in zuiver water bij kamertemperatuur, van: a CuBr K s = 5,2 x 10-9 CuBr Cu + + Br

Nadere informatie

Je kunt de ph van een oplossing meten met een ph-meter, met universeelindicatorpapier of met behulp van zuur-base-indicatoren.

Je kunt de ph van een oplossing meten met een ph-meter, met universeelindicatorpapier of met behulp van zuur-base-indicatoren. Boekverslag door Merel 797 woorden 22 januari 2017 6.9 14 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Zie de bijlage voor de grafiek en alle tabellen. H8 Zuren en en Basen Chemie Overal 8.2 De

Nadere informatie

scheikunde vwo 2017-II

scheikunde vwo 2017-II Kerosine uit zonlicht maximumscore 3 Een voorbeeld van een juiste berekening is: E = ( 2,42 0 5 ) + 0,5 ( 3,935 0 5 ) + 0,5 (,05 0 5 ) = +3,84 0 5 (J mol ). juiste verwerking van de vormingswarmten van

Nadere informatie

25/02/2017. [H 2 S] = K b,2 [OH ] = 1,

25/02/2017. [H 2 S] = K b,2 [OH ] = 1, 25/02/207 Meerstapshydrolyse van anionen Sommige anionen, afkomstig van meerbasische zuren hydrolyseren in meerdere stappen. De mate waarin elk van die hydrolysestappen doorgaat is afhankelijk van de desbetreffende

Nadere informatie

Oefentoets zuren en basen vwo

Oefentoets zuren en basen vwo Oefentoets zuren en basen vwo Opgave 1 Melk en yoghurt Zweedse voedingswetenschappers hebben in 2014 bij meer dan 10000 mensen onderzocht of melk en melkproducten gezond zijn. Het doel van het onderzoek

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph

Hoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph Hoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph 6.1 Herhaling: zure en basische oplossingen Arrhenius definieerde zuren als volgt: zuren zijn polaire covalente verbindingen die bij het oplossen in water H +

Nadere informatie

Oefenopgaven TITRATIES

Oefenopgaven TITRATIES Oefenopgaven TITRATIES vwo ZUURBASE-TITRATIES OPGAVE 1 Tijdens een titratie wordt 10,00 ml 3,00 10-4 M zwavelzuur getitreerd met natronloog van onbekende molariteit. Er is 21,83 ml natronloog nodig om

Nadere informatie

Eindexamen havo scheikunde pilot 2013-I

Eindexamen havo scheikunde pilot 2013-I Beoordelingsmodel ph-bodemtest 1 maximumscore 2 Een juist antwoord kan als volgt zijn geformuleerd: Het tabletje bevat bariumsulfaat en deze stof is slecht oplosbaar (in water). notie dat het tabletje

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2001-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2001-II Eindexamen scheikunde -2 vwo 200-II 4 Antwoordmodel Dizuren 6 0 + 4 2 2 6 0 4 + 4 2 6 0 voor de pijl en 6 0 4 na de pijl 2 2 voor de pijl en 2 na de pijl juiste coëfficiënten Indien de vergelijking 6 0

Nadere informatie

Bepaling van de buffercapaciteit

Bepaling van de buffercapaciteit WAC Bepaling van de buffercapaciteit februari 2012 Pagina 1 van 8 WAC/III/A/006 WAC INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 DEFINITIES... 4 4 OPMERKINGEN... 4 5 APPARATUUR EN MATERIAAL... 5 5.1

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2007-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2007-II Beoordelingsmodel EcoEthanol TM 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: Er komt minder broeikasgas / de toename van het CO 2 gehalte in de atmosfeer wordt minder / het gaat de opwarming

Nadere informatie

OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO

OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO Gesloten vragen 1. Carolien wil de zuurgraad van een oplossing onderzoeken met twee verschillende zuur-baseindicatoren en neemt hierbij het volgende waar: I de oplossing

Nadere informatie

toelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M?

toelatingsexamen-geneeskunde.be Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing met een concentratie van 0,1 M? Chemie juli 2009 Laatste wijziging: 31/07/09 Gebaseerd op vragen uit het examen. Vraag 1 Geef de structuurformule van nitriet. A. B. C. D. Vraag 2 Wat is de ph van een zwakke base in een waterige oplossing

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo II Beoordelingsmodel Absint 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: In de structuurformule van α-thujon is de C 3 groep naar achteren getekend en de C 2 groep naar voren. In de structuurformule

Nadere informatie

Praktische opdracht Scheikunde Waterstofcarbonaat in water

Praktische opdracht Scheikunde Waterstofcarbonaat in water Praktische opdracht Scheikunde Waterstofcarbonaat in water Praktischeopdracht door I. 1848 woorden 3 mei 2013 4,3 27 keer beoordeeld Vak Scheikunde Inleiding Op een zonnige dag zit je op het strand. Je

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2002-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2002-II 4 Antwoordmodel Koolstofmono-oxide 1 Een juist antwoord kan als volgt zijn geformuleerd: In de weefsels moet het evenwicht naar links verschuiven. Daar is dan (kennelijk) de [ 2 ] laag. notie dat het evenwicht

Nadere informatie

Protolyse van zwakke zuren en basen

Protolyse van zwakke zuren en basen Protolyse van zwakke zuren en basen Zwakke protolyten protolyseren in oplossing slechts gedeeltelijk. Waterstoffluoride bv. is een zwak zuur: HF + H 2 O H 3 O + + F De evenwichtsvoorwaarde is: K = [H 3

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 (de week van) woensdag 6 februari 2008 Deze voorronde bestaat uit 25 meerkeuzevragen verdeeld over 5 onderwerpen en 4 open vragen met in totaal

Nadere informatie

EVENWICHTEN VOOR ZUREN EN BASEN

EVENWICHTEN VOOR ZUREN EN BASEN EVENWICHTEN VOOR ZUREN EN BASEN Een zuur is een chemisch bestanddeel dat waterstofionen afsplitst bij oplossen in water H zuurrest water H zuurrest Een base is een chemisch bestanddeel dat hydroxide-ionen

Nadere informatie

Oefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11. Opgave 1 [HCO ] [H O ] x x. = 4,5 10 [CO ] 1,00 x 10

Oefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11. Opgave 1 [HCO ] [H O ] x x. = 4,5 10 [CO ] 1,00 x 10 Oefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11 Zuren en basen Opgave 1 1 Ga na of de volgende zuren en basen met elkaar kunnen reageren. Zo ja, geef de reactievergelijking. Zo nee, leg duidelijk uit waarom niet.

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2006-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2006-II 4 Beoordelingsmodel Bookkeeper 1 Een juist antwoord kan er als volgt uitzien: Indien slechts één watermolecuul op een juiste manier via een waterstbrug aan het stukje cellulosemolecuul is getekend 1 Indien

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2007-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2007-II Beoordelingsmodel EcoEthanol TM 1 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste argumenten zijn: Er komt minder broeikasgas / de toename van het 2 gehalte in de atmosfeer wordt minder / het gaat de opwarming van

Nadere informatie

Hoofdstuk 6. Zuren en basen. Chemie 5 (2u)

Hoofdstuk 6. Zuren en basen. Chemie 5 (2u) Hoofdstuk 6 Zuren en basen Chemie 5 (2u) Deze slides voor de lesbegeleiding worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te kunnen dienen. Dissociatie van ionverbindingen

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 18 tot en met 25 januari 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 2 opgaven met

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo I

Eindexamen scheikunde 1 vwo I Beoordelingsmodel PKU 1 maximumscore 3 Een juist antwoord kan er als volgt uitzien: CH 3 S H 2 N CH 2 CH 2 C H O C N H OH CH 2 C H O C N H HO CH 3 CH C H O C peptidebindingen juist getekend 1 het begin

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van woensdag 30 januari 2013 tot en met woensdag 6 februari 2013 Deze voorronde bestaat uit 22 meerkeuzevragen verdeeld

Nadere informatie

T8: Zoutoplossingen en Zuren en Basen

T8: Zoutoplossingen en Zuren en Basen T8: Zoutoplossingen en Zuren en Basen 2009 Voorbeeldtoets maandag 25 januari 60 minuten NASK 2, 4 VMBO-TGK, DEEL A. H3: ZOUTOPLOSSINGEN 4 VMBO-TGK, DEEL B. H4: ZUREN EN BASEN Toets voor het vak Nask2.

Nadere informatie

Opgaven zuurgraad (ph) berekenen. ph = -log [H + ] poh = -log [OH - ] [H + ] = 10 -ph [OH - ] = 10 -poh. ph = 14 poh poh = 14 ph ph + poh = 14

Opgaven zuurgraad (ph) berekenen. ph = -log [H + ] poh = -log [OH - ] [H + ] = 10 -ph [OH - ] = 10 -poh. ph = 14 poh poh = 14 ph ph + poh = 14 Opgaven zuurgraad (ph) berekenen Met behulp van deze formules dien je berekeningen te kunnen uitvoeren. Deze hoef je niet uit je hoofd te leren, maar je moet ze wel kunnen toepassen. Bij een toets zullen

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2005-II

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2005-II 4 Beoordelingsmodel Rozengeur 1 1-broom-3-methyl-2-buteen stamnaam buteen 1 juiste namen substituenten 1 alle plaatsaanduidingen juist 1 en Wanneer de naam 3-methyl-1-broom-2-buteen is gegeven, dit goed

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2002-II

Eindexamen scheikunde havo 2002-II 4 Antwoordmodel Zuurstofvoorziening 1 aantal protonen: 16 aantal elektronen: 17 aantal protonen: 16 1 aantal elektronen: aantal protonen vermeerderd met 1 1 2 4 KO 2 2 K 2 O + 3 O 2 alleen KO 2 voor de

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2006-I

Eindexamen scheikunde havo 2006-I 4 Beoordelingsmodel Rood licht Maximumscore 1 1 edelgassen 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: De (negatieve) elektronen bewegen zich richting elektrode A dus is elektrode A de positieve elektrode.

Nadere informatie

Bollen, kolommen, platen en achtvlakken

Bollen, kolommen, platen en achtvlakken Bollen, kolommen, platen en achtvlakken 1 D (het aantal moleculen is evenredig met de dichtheid gedeeld door de molecuulmassa) C (De loopsnelheid van Q is hier in beide proeven groter dan die van P) 3

Nadere informatie

Bepaling van de buffercapaciteit

Bepaling van de buffercapaciteit Bepaling van de buffercapaciteit november 2008 Pagina 1 van 7 WAC/III/A/006 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 4 4 APPARATUUR EN MATERIAAL... 4 4.1 MATERIAAL... 4 4.2 APPARATUUR...

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2004-I

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2004-I Eindexamen scheikunde 1 vwo 004-I 4 Beoordelingsmodel Zink 1 Een juist antwoord kan als volgt zijn geformuleerd: IJzerionen zijn Fe + of Fe 3+ en sulfide-ionen zijn en dat leidt tot de formule Fe of Fe

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen

Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen NaSk II Vmbo 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen NaSk II 1. Bouw van materie 2. Verbranding 3. Water, zuren en basen 4. Basis chemie voor beroep

Nadere informatie

Tanderosie, hoe voorkom je dat?

Tanderosie, hoe voorkom je dat? Tanderosie, hoe voorkom je dat? Wat is tanderosie? Gaatjes (tandcariës) worden veroorzaakt door bacteriën in de mond. Deze mondbacteriën vormen zuur uit suikers en andere koolhydraten (zoals in bijvoorbeeld

Nadere informatie

Correctievoorschrift VWO

Correctievoorschrift VWO Correctievoorschrift VWO 2009 tijdvak 2 scheikunde 1 Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 6

Nadere informatie

ZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het VWO. versie mei 2013

ZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het VWO. versie mei 2013 ZUREN EN BASEN Samenvatting voor het VWO versie mei 2013 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Algemeen 3. Zuren 4. Basen 5. Het waterevenwicht 6. Definities ph en poh 7. ph BEREKENINGEN 7.1. Algemeen 7.2. Water

Nadere informatie

EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK uitwerkingen

EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK uitwerkingen EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK uitwerkingen Oxonium 1982-I(I) Opmerking: Het ruimtelijk verloop (zie onder) van de substitutiereactie (S N2) was bij de beantwoording niet noodzakelijk: Uit (methoxyethaan)

Nadere informatie

Hoofdstuk 14: Zuur-Base

Hoofdstuk 14: Zuur-Base Hoofdstuk : uur-ase Wat is een zuur? -het bevat H-atomen -het splitst H af bij oplossen in water HO H zelfde energie als covalente binding H-rest H rest H-rest HO HO rest HO permanent Hl H l Sp² hybridisatie

Nadere informatie

Prof. dr. J. Yperman Prof. dr. W. Guedens Lic. M. Reynders

Prof. dr. J. Yperman Prof. dr. W. Guedens Lic. M. Reynders Prof. dr. J. Yperman Prof. dr. W. Guedens Lic. M. Reynders 007 Universiteit Hasselt 1 Inhoudsopgave POTENTIOMETRIE... EEN GEUTOMTISEERDE ZUUR-BSE TITRTIE... Doelstellingen... Bepaling van de waarden van

Nadere informatie

Zeevissen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/58039

Zeevissen. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/58039 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Dick Naafs 17 februari 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/58039 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Hoe ziet tanderosie eruit?

Hoe ziet tanderosie eruit? Wat is tanderosie? Tanderosie is het oplossen van het tandglazuur door zuurinwerking. Het is een sluipend proces dat niet gemakkelijk te herkennen is. Daarom is voorkómen van het allergrootste belang.

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATINALE SHEIKUNDELYMPIADE RRETIEMDEL VRRNDE 1 (de week van) woensdag 4 februari 2009 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 5 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal 13 deelvragen

Nadere informatie

Water. Water: Hoofdbestanddeel van bier Smaak bepalend Wat gebeurt er met het brouwwater tijdens het bierbrouwen? Correcties op brouwwater Proefsessie

Water. Water: Hoofdbestanddeel van bier Smaak bepalend Wat gebeurt er met het brouwwater tijdens het bierbrouwen? Correcties op brouwwater Proefsessie Water: Hoofdbestanddeel van bier Smaak bepalend Wat gebeurt er met het brouwwater tijdens het bierbrouwen? Correcties op brouwwater Proefsessie Peter Wester Hoofdbestanddeel van bier: Welke parameters

Nadere informatie

CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010

CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010 CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE datum : donderdag 29 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 Iedere opgave dient op een afzonderlijk vel te worden gemaakt

Nadere informatie

Eindexamen havo scheikunde pilot II

Eindexamen havo scheikunde pilot II Zelfbruiners 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Bij de reactie reageert de dubbele binding tot een enkele binding / verdwijnt de dubbele binding, dus het is een additiereactie. de

Nadere informatie

scheikunde havo 2017-I

scheikunde havo 2017-I Contrastmiddel voor MRI-scans 1 maximumscore 3 aantal protonen: 64 aantal neutronen: 94 aantal elektronen: 61 aantal protonen juist 1 aantal neutronen: 158 verminderd met het aantal protonen 1 aantal elektronen:

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2005-II

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2005-II 4 Beoordelingsmodel Alcoholtest 1 Een juiste uitleg leidt tot de conclusie dat de werking van het enzym aldehydedehydrogenase wordt geblokkeerd. (misselijkheid betekent) aceetaldehyde wordt niet omgezet

Nadere informatie

Hoofdstuk 12 Zuren en basen

Hoofdstuk 12 Zuren en basen Hoofdstuk 12 Zuren en basen bladzijde 1 Opgave 1 Reactie van de volgende zuren met water: HNO 3 HNO 3 H 2O H 3O NO 3 C 2H 5NH 3 C 2H 5NH 3 H 2O H 3O C 2H 5NH 2 HCN HCN H 2O H 3O CN HClO 4 HClO 4 H 2O H

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2002-I

Eindexamen scheikunde 1 vwo 2002-I Fles wijn 1 et juiste antwoord is: 6 12 6 2 2 6 + 2 2 6 12 6 als enige formule voor de pijl 1 2 6 en 2 na de pijl 1 juiste coëfficiënten 1 Indien de volgende vergelijking is gegeven: 12 22 11 + 2 4 2 6

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 08 CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van 9 tot en met maart 08 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 7 onderwerpen en opgaven met in totaal 6 open

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2001-I

Eindexamen scheikunde havo 2001-I Eindexamen scheikunde havo -I 4 Antwoordmodel Nieuw element (in de tekst staat:) deze atomen zijn eerst ontdaan van een aantal elektronen dus de nikkeldeeltjes zijn positief geladen Indien in een overigens

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-I

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-I Beoordelingsmodel Broom 1 maximumscore 2 Cl 2 + 2 Br 2 Cl + Br 2 Cl 2 voor de pijl en 2 Cl na de pijl 1 2 Br voor de pijl en Br 2 na de pijl 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: In

Nadere informatie