UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar EVALUATIE VAN DE NIERFUNCTIE BIJ HONDEN MET DIABETES MELLITUS.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar 2010-2011 EVALUATIE VAN DE NIERFUNCTIE BIJ HONDEN MET DIABETES MELLITUS."

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar EVALUATIE VAN DE NIERFUNCTIE BIJ HONDEN MET DIABETES MELLITUS Door Sofie MARYNISSEN Promoter: Dierenarts P. Smets Copromoter: Prof. Dr. S. Daminet scriptie in het kader van de Masterproef.

2

3 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar EVALUATIE VAN DE NIERFUNCTIE BIJ HONDEN MET DIABETES MELLITUS Door Sofie MARYNISSEN Promoter: Dierenarts P. Smets Copromoter: Prof. Dr. S. Daminet scriptie in het kader van de Masterproef.

4 Dankwoord In deze rubriek zou ik graag een aantal mensen willen bedanken, die me gesteund hebben tijdens het schrijven van deze scriptie. Allereerst en in het bijzonder wil ik dierenarts Pascale Smets bedanken voor het afgelopen jaar. Bedankt voor de continue steun en aanmoediging, voor het verschillende malen nalezen van mijn scriptie en voor je opbouwende kritiek. Ik wens je nog het allerbeste toe in het behalen van je doctoraat en het nastreven van je dromen. Voorts wil ik Prof. Dr. Sylvie Daminet bedanken voor het vertrouwen dat ze in mij had bij de toekenning van deze scriptie. Bedankt ook voor je motivatiekracht en het kritisch nalezen en verbeteren van mijn scriptie. Verder wil ik ook Prof. Dr. Lefebvre bedanken voor de snelle resultatenverwerking. Een oprechte bedankt aan Jolien Lips, Kristel Demeyere en Jelle Lambrecht voor de hulp en assistentie in het labo. Ik vond het erg fijn dat ik bij jullie steeds met al mijn vragen terecht kon. Tenslotte, maar niet in het minst, wil ik ook mijn ouders, zussen en vriend bedanken voor alle steun, niet enkel voor het schrijven van deze scriptie maar gedurende gans mijn studie. Bedankt! De auteur en de promotor(en) geven de toelating deze studie als geheel voor consultatie beschikbaar te stellen voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te vermelden bij het aanhalen van gegevens uit deze studie. Het auteursrecht betreffende de gegevens vermeld in deze studie berust bij de promotor(en). Het auteursrecht beperkt zich tot de wijze waarop de auteur de problematiek van het onderwerp heeft benaderd en neergeschreven. De auteur respecteert daarbij het oorspronkelijk auteursrecht van de individueel geciteerde studies en eventueel bijhorende documentatie, zoals tabellen en figuren. De auteur en de promotor(en) zijn niet verantwoordelijk voor de behandelingen en eventuele doseringen die in deze studie geciteerd en beschreven zijn.

5 Afkortingen diabetes mellitus diabetes nefropathie diabetes keto-acidose chronische nierziekte polyurie/polydipsie bloed glucose curve geavanceerde glycosylatie eindproducten serum creatinine urinaire proteïne-creatinine ratio urine soortelijk gewicht albumine immunoglobuline G N-acetyl-β-D-glucosaminidase retinol bindings- proteïne laag moleculair gewich intermediair moleculair gewicht hoog moleculair gewicht urinaire albumine/creatinine ratio urinaire IgG/creatinine ratio urinaire RBP/creatinine ratio urinaire NAG/creatinine ratio glomerulaire filtratiesnelheid plasma exogeen creatinine-iohexol klaringstest high performance liquid chromatography-ultraviolet methode exogeen creatinine klaring endo-iohexol klaring exo-iohexol klaring DM DN DKA CNZ pu/pd BGC AGE s scr UPC USG Alb IgG NAG RBP LMG IMG HMG ualb/c uigg/c urbp/c unag/c GFS PEC-IKT HPLC-UV methode Cl creat Cl endo Cl exo

6 Samenvatting...2 Inleiding...2 DEEL I: Diabetes mellitus type I bij de hond De pancreas Etiologie en pathogenese van DM Signalement Symptomen Diagnose Behandeling en opvolging Insulinetoediening Dieet en Beweging Opvolging Oorzaken van slechte gecontroleerde DM Prognose en complicaties DEEL II: Diabetes nefropathie Definitie en voorkomen van DN Pathogenese Glomerulaire veranderingen Glomerulaire hyperfiltratie Persisterende hyperglycemie Verstoring van de glomerulaire filtratiebarrière Tubulaire veranderingen Interstitïele veranderingen Histopathologische veranderingen Gerelateerde symptomen Diagnose en opvolging van diabetes nefropathie Serum creatinine en ureum Urinaire merkers Glomerulaire merkers Tubulaire merkers Glomerulaire filtratiesnelheid Behandeling van DN bij de mens Conclusie DEEL III: Nierfunctie bij honden met DM Materiaal en Methoden Honden Staalname en bewaring Urine Serum en plasma Analyse van de urinaire merkers Albumine, IgG en RBP NAG PEC-IKT protocol voor GFS bepaling Creatinine en iohexol bepaling Berekening GFS Statistische analyse Resultaten Signalement Honden Urinaire merkers GFS Discussie Conclusie Literatuurlijst... 38

7 Samenvatting Diabetes mellitus (DM) type 1 is één van de meest voorkomende endocriene ziekten zowel bij de hond als bij mensen. Bij de mens veroorzaken functionele en structurele veranderingen in de nier ten gevolge van diabetes diabetes nefropathie, een veel voorkomende en fatale lange termijn complicaties van DM. Twintig percent van de honden met diabetes heeft proteïnurie en 46% heeft hypertensie (Struble et al., 1998). Beide factoren dragen bij tot hogere morbiditeit en mortaliteit bij honden met chronische nierziekte (CNZ). Honden met diabetes lopen dus misschien ook een verhoogd risico op renale complicaties. Het doel van deze studie was nagaan in welke mate DM de nierfunctie bij honden beïnvloedt. Hiertoe werden routine nierfunctiemerkers, recente urinaire merkers en glomerulaire filtratiesnelheid vergeleken tussen honden met DM en gezonde honden. Veertien honden met DM en 14 gezonde honden werden opgenomen in de studie. De routine nierfunctiemerkers waren serum creatinine (scr), ureum, urinaire proteïne-creatinine ratio (UPC) en urinair soortelijk gewicht (USG). Urinaire merkers werden bepaald met een gevalideerde ELISA (ualb/c, uigg/c, urbp/c) of colorimetrische test (unag/c) en uitgedrukt als ratio ten opzichte van urinair creatinine (c). Een plasma exogeen creatinine - iohexol klaringstest werd uitgevoerd om de glomerulaire filtratiesnelheid (GFS) te bepalen. Serum Cr en ureum waren niet significant verschillend tussen beide groepen. De UPC was significant hoger en het USG significant lager in de DM groep. Urinair Alb/c, uigg/c, urbp/c en unag/c waren significant hoger in de DM groep in vergelijking tot de controlegroep. Er kon geen statistisch significant verschil in GFS aangetoond worden tussen beide groepen. Deze studie toont aan dat DM ook bij de hond veranderingen veroorzaakt in tubulaire en glomerulaire functie. Of honden met DM, zoals mensen, gepredisponeerd zijn voor CNZ vereist verder onderzoek. Een longitudinale studie voor en na behandeling met insuline is nodig om deze effecten op te volgen en eventuele veranderingen van de GFS te verduidelijken.

8 Inleiding Diabetes mellitus (DM) type 1 is een veel voorkomende endocriene aandoening bij honden van middelbare leeftijd en is sterk vergelijkbaar met DM type 1 bij de mens (Davison et al., 2005). Eén van de meest voorkomende lange termijn complicaties bij de mens is diabetes nefropathie (DN), die een progressief verlies van de nierfunctie, vaak met eiwitverlies in de urine (proteïnurie), veroorzaakt (Hovind et al., 2005). Dit is bij de mens de belangrijkste oorzaak van dialysebehandeling en brengt vele sociale en economische gevolgen met zich mee. Bij de hond is zeer weinig bekend over de renale complicaties van DM. Vroege detectie van een verminderde nierfunctie wordt bovendien bemoeilijkt doordat routine niermerkers (serum creatinine en ureum) pas stijgen wanneer de nierfunctie reeds afgenomen is met 75%. Urinaire merkers die vroegtijdig nierdysfunctie kunnen aantonen evenals lokaliseren binnen het nefron werden uitvoerig onderzocht bij de mens. Ook bij gezelschapsdieren werden deze merkers reeds uitgetest, maar nog niet bij honden met DM type. Meting van de glomerulaire filtratie snelheid (GFS) is een tweede gevoeligere methode om een daling van de nierfunctie aan te tonen. Het doel van deze studie is evaluatie van de effecten van DM op de nierfunctie bij de hond, aan de hand van routine niermerkers, recente urinaire merkers en GFS. 2

9 DEEL I: Diabetes mellitus type I bij de hond Diabetes mellitus is één van de meest voorkomende endocriene ziekten bij de hond, met een incidentie die varieert tussen 0,3% en 0,6% (Davison et al., 2005). Het is een multifactoriële aandoening waarbij zowel genetische predispositie als infectieuze, inflammatoire of toxische factoren een rol spelen. Het wordt gedefinieerd als een metabole aandoening gekarakteriseerd door hyperglycemie en glucosurie ten gevolge van een defect in insulinesecretie, insulinewerking of beide (Ettinger en Feldman, 2004; Feldman en Nelson, 2004; American Diabetes Association, 2008). 1. De pancreas De pancreas is een V-vormig orgaan ter hoogte van de overgang tussen pylorus (een deel van de maag) en duodenum (12-vingerige darm), dat een essentiële rol speelt bij vertering en glucosehomeostase. Het kan opgedeeld worden in een exocrien gedeelte dat instaat voor de productie van pancreasenzymen en een endocrien gedeelte dat hormonen produceert (Fig. 1). Het Figuur 1. Schematische weergave van het endocrien en exocrien gedeelte van de pancreas endocrien gedeelte is opgebouwd uit de eilandjes van Langerhans, die kriskras verspreid liggen tussen het exocriene klierweefsel en 4 verschillende celtypes bevatten. De β- cellen produceren insuline en amyline. Insuline wordt aanschouwd als een stockage-hormoon aangezien het de cellulaire opname van glucose, aminozuren, kalium en fosfaat stimuleert en dus zorgt voor een verlaging van de glucoseconcentratie in het bloed. De belangrijkste doelwitorganen zijn de lever, het spier- en vetweefsel. De α-cellen maken glucagon aan, wat kan beschouwd worden als een insuline-antagonist. Het zorgt voor een verhoging van de glucoseconcentratie in het bloed. Tal van andere hormonen, o.a. cortisol en thyroxine kunnen tevens de werking van insuline tegengaan. Somatostatine wordt geproduceerd door de δ-cellen en tenslotte zijn er nog cellen die pancreatic polypeptide (PP) produceren (Rijnberk en Kooistra, 2010). 2. Etiologie en pathogenese van DM Bij de mens worden vier types van DM onderscheiden. Omwille van de sterke gelijkenissen kan ongeveer dezelfde indeling gebruikt worden bij de hond. 1. Type I DM 2. Type II DM 3. Andere specifieke types van DM 3

10 4. Dioestrus geassocieerde DM (bij de mens zwangerschapsdiabetes mellitus) Het overgrote deel van de honden ontwikkelt type I DM. Diabetes type I wordt beschouwd als een auto-immuun ziekte, met een onderliggende genetische aanleg, waarbij antistoffen geproduceerd worden tegen onder meer insuline, specifieke β-cel antigenen en glutamaat decarboxylase. Hierdoor ontstaat een progressieve hydropische degeneratie van de β-cellen, die leidt tot een absoluut of relatief insulinetekort. Klinische symptomen treden pas op vanaf een destructie van 90% van de β- cellen. In de humane geneeskunde wordt de destructie opgedeeld in 6 fasen (zie tabel 1, uit Feldman en Nelson, 2004, blz. 487). Omwille van het laattijdig ontstaan en de trage progressie van de ziekte, wordt DM bij de hond soms vergeleken met een latente auto-immune vorm van DM beschreven bij volwassenen (Ettinger en Feldman, 2004; Feldman en Nelson, 2004; Ichinose, 2007; Rijnberk en Kooistra, 2010). Tabel 1. Ontwikkelingsfasen in (humane) DM Fase I Onderliggende genetische aanleg Fase II Oorzakelijke trigger, waarschijnlijk bepaalde medicatie en infectieuze agentia Fase III Progressieve, auto-immune destructie met normale insuline secretie Fase IV Afname van de insulinesecretie Fase V Klinische DM met nog geringe insuline secretie Fase VI Klinische DM met complete destructie van de β-cellen. Diabetes mellitus type II wordt gekenmerkt door insulineresistentie en een relatief insuline tekort. Obesitas en inactiviteit kunnen dergelijke insulineresistentie uitlokken. Initieel reageert het lichaam met een verhoogde insulinesecretie, maar na verloop van tijd leidt dit tot een uitputting en degeneratie van de β-cellen. Hierdoor ontstaat een relatief insuline tekort, naarmate de ziekte vordert eventueel een absoluut insuline tekort. Tot op heden zijn er geen indicaties dat dit type DM voorkomt bij de hond. Bij de kat is dit het meest voorkomende type DM (Mooney en Peterson, 2004; Ichiniose, 2007; Rijnberk en Kooistra, 2010). Bij andere specifieke types van DM (vroeger secundaire DM genoemd) ontstaat er een relatief insuline tekort secundair aan een ziekte of medicatie, die de werking van insuline tegengaat. Tot deze categorie behoren bijvoorbeeld pancreatitis, pancreas carcinoma s, hypercortisolisme, acromegalie, gebruik van glucocorticoiden en progestativa (Hess, 2010). Bij deze vorm is er aanvankelijk een gereduceerde maar nog adequate hoeveelheid van functionele β-cellen aanwezig. Na een langdurig antagonisme van insuline kan er een echte dysfunctie van de β-cellen ontstaan, leidend tot een permanente DM (Feldman en Nelson, 2004; Mooney en Peterson, 2004; Rijnberk en Kooistra, 2010). Zwangerschapsdiabetes mellitus komt niet voor bij de hond. De dioestrus geassocieerde vorm van DM kan er wel mee vergeleken worden. Een intacte teef heeft gedurende de dioestrus of metoestrus een fysiologisch hoge progesteronconcentratie in het bloed. Dit leidt tot een toenemende secretie van groeihormoon (GH) in het melkklierweefsel van de teef. Eens in de circulatie treedt GH op als een 4

11 belangrijke insuline-antagonist, leidend tot een insulineresistentie. Na verschillende hormonale cycli kan DM ontwikkelen. Dit is de hoofdreden waarom alle intacte teven met DM best gesteriliseerd worden (Kooistra et al., 2000; Mooney en Peterson, 2004). In wat volgt wordt er toegespitst op DM type I bij de hond. 3. Signalement Diabetes mellitus komt voornamelijk voor bij honden van middelbare tot oude leeftijd (4-14 jaar oud) met een piek tussen 7 en 11 jaar oud. Het wordt zelden gediagnosticeerd bij honden jonger dan 1 jaar. Door de toename van vroegtijdige sterilisaties is het aantal aangetaste teven gedaald van 70 naar 55% (Davison et al., 2005; Fall et al., 2007). In Tabel 2 wordt een overzicht van raspredisposities weergegeven. Tabel 2. Overzicht van de rassen waarbij een hoog of laag risico voor de ontwikkeling van DM gekend is 1. Hoog risico Samoyeed Standaard en Miniatuur Schnauzers Miniatuur en Toy Poedels Mopshond Bichon Frisé Australische Terriër Spitz Fox Terriër Cairn Terriër Keeshond Laag risico Golden Retriever Duitse en Australische Herdershond Amerikaanse pitbull terriër Cocker Spaniel Doberman Pinscher Collies Shetland Sheepdog Boxer Labrador Retriever 1 Naar Mooney en Peterson, 2004 bijgewerkt met de studie van Fall et al., 2007 en Hess et al., Bij de mens weet men dat bepaalde genen die tot de Major Histocompatibility complex - (MHC) klasse II behoren de immuungemedieerde destructie van de endocriene pancreas mee kunnen sturen. De theorie is dat deze MHC-genen de selectie naar T-cellen, gericht tegen de pancreascellen, stimuleren (Hess et al., 2000). Van verschillende omgevingsfactoren, zoals bepaalde voedselproteïnen en intestinale permeabiliteit, wordt er verondersteld dat ze ook een rol spelen in de etiologie. Bij de hond is er recent een verband aangetoond tussen het voorkomen van DM en de aanwezigheid van bepaalde haplotypes van het dog leucocyte antigen. Deze haplotypes blijken systematisch aanwezig te zijn in het genoom van gepredisponeerde rassen, zoals de Samoyeed en de Cairn terriër, en afwezig in DM resistente rassen, zoals de Boxer en de Duitse Herder (Kennedy et al., 2006). In een recente studie (Short et al., 2007) werden 37 andere genetische associaties aangetoond, waarvan 13 beschermend en 24 risicofactoren waren. Opvallend was de hoge variabiliteit tussen de verschillende rassen. Daar waar een bepaald allel beschermend was voor het ene ras, vormde het een risicofactor in een ander ras. Uitgebreidere kennis over het caniene genoom, de genetische heterogeniteit tussen de verschillende rassen en de beïnvloedende omgevingsfactoren 5

12 moet in de toekomst duidelijkheid brengen over de genetische basis van DM (Hess et al., 2000; Short et al., 2007). 4. Symptomen Het insulinetekort veroorzaakt heel wat metabole stoornissen. Het vermindert de opname van glucose, aminozuren en vrije vetzuren in de cellen en activeert de glycogenolyse en gluconeogenese in de lever. Dit alles leidt tot hyperglycemie met een intracellulair tekort aan glucose (Feldman en Nelson, 2004). Glucose wordt in de nier uit de bloedbaan gefilterd t.h.v. de glomerulus om nadien t.h.v. de proximale tubuli van de nier voor 100% gereabsorbeerd te worden. Dit houdt in dat normale urine nagenoeg geen glucose bevat. Naarmate de glucosespiegel in de bloedbaan stijgt, zal de transportcapaciteit voor glucose in de proximale tubuli overschreden worden, wat resulteert in glucoseverlies via de urine (glucosurie). Bij honden gebeurt dit meestal vanaf een bloedglucose concentratie boven de mmol/l. De glucosurie veroorzaakt een osmotische diurese, leidend tot polyurie en polydipsie met verlies van kalium, natrium en fosfaat. Daarnaast ontstaat er, ten gevolge van het extracellulaire overschot aan glucose, enzymatische glycosylatie van eiwitten. Dit is de oorzaak van een aantal complicaties van DM, zoals cataract (Feldman en Nelson, 2004; Mooney en Peterson, 2004). Door het intracellulaire tekort aan glucose worden cellen gedwongen andere energiebronnen te benutten om hun metabolisme op peil te houden. Dit leidt tot lipolyse, eiwitafbraak en gewichtsverlies. Een vergevorderde lipolyse kan hyperlipemie, leververvetting en ketonemie veroorzaken, gevolgd door ketonurie en acidose. Dit alles kan evolueren naar diabetes keto-acidose (DKA), een levensbedreigende ziekte die een intensieve behandeling vereist. Een aanhoudende eiwitafbraak heeft negatieve effecten op wondheling en het immuunsysteem. De cellen van het verzadigingscentrum, gelegen in de ventromediale regio van de hypothalamus, worden door het glucosetekort onvoldoende geprikkeld, waardoor polyfagie ontstaat (Ettinger en Feldman, 2004; Feldman en Nelson, 2004; Rijnberk en Kooistra, 2010). Samengevat zijn de vier belangrijkste symptomen van DM polyurie, polydipsie, polyfagie en gewichtsverlies. Complicaties op lange termijn zijn retinopathie, nefropathie of perifere neuropathie (Feldman en Nelson, 2004) 5. Diagnose De diagnose van DM wordt gesteld op basis van de klinische symptomen in combinatie met hyperglycemie (> 6 mmol/l) en glucosurie. Het vaststellen van hyperglycemie zonder bepaling van glucose in urine kan leiden tot een foutieve diagnose, omdat dit bijvoorbeeld ook veroorzaakt kan worden door stress, het niet nuchter zijn van de patiënt, de ziekte van Cushing of behandeling met glucocorticoiden. Glucosurie kan van primair renale oorsprong zijn of door medicatie veroorzaakt worden, vandaar de nood om bloedglucose te meten. 6

13 Bij de diagnose moet men steeds uitmaken of het gaat om een patiënt met een gecompliceerde of ongecompliceerde diabetes. Men spreekt van een gecompliceerde vorm indien er DKA of onderliggende aandoeningen aanwezig zijn, die de werking van insuline antagoniseren, zoals pancreatitis, infecties, hypercortisolisme of neoplasie. Deze onderliggende problemen moeten behandeld worden om een goede controle van de DM te verkrijgen. Een rigoureus uitgevoerde anamnese en lichamelijk onderzoek zijn daarom steeds onontbeerlijk. Een algemeen bloedonderzoek (hematologie, biochemie en eventueel caniene PLI) en urineonderzoek (met bacteriële urinecultuur) worden best steeds uitgevoerd. Tenslotte kan een abdominale echografie helpen om onderliggende aandoeningen op te sporen. Mogelijke afwijkingen bij het bloedonderzoek zijn stress leucocytose en gestegen triglyceriden, cholesterol en leverenzymen (vnl. alanine transaminase en alkalische fosfatase). Serum ureum en creatinine liggen meestal binnen de normaalwaarden, tenzij het dier gedehydrateerd is of nierinsufficiëntie heeft. Bij het urineonderzoek is glucosurie de meest opvallende afwijking. Het urine soortelijk gewicht (USG) varieert tussen , ondanks het feit dat er een polyurie aanwezig is. Dit is het gevolg van de hoge glucose excretie. Een USG lager dan doet een bijkomende ziekte vermoeden, meestal hypercortisolisme. Verder kan er proteïnurie aanwezig zijn, die kan gekwantificeerd worden door meten van de eiwit/creatinine ratio. Een uitgesproken ketonurie doet zich voor in geval van DKA, maar urine van ongecompliceerde diabetes patiënten kan ook sporen bevatten van ketonen. Een urineweginfectie is een veel voorkomende complicatie (Ettinger en Feldman, 2004; Feldman en Nelson, 2004; Mooney en Peterson, 2004). 6. Behandeling en opvolging Het doel van de behandeling is het controleren van de symptomen door de bloedglucose concentratie te verlagen. Het is niet vereist, en vaak ook niet gewenst, te streven naar een glucosewaarde die de normaalwaarden sterk benadert, omdat er dan een groot risico bestaat op hypoglycemie. Bovendien zijn de meeste honden met een bloedglucose variërend tussen 5 en 15 mmol/l ( mg/dl) klinisch goed gecontroleerd. De therapie bestaat uit een combinatie van insulinetoediening, dieet, aangepaste beweging en adequate behandeling van andere ziekten. De DM is goed gecontroleerd wanneer de symptomen sterk afgenomen of verdwenen zijn, de hond alert en actief is, het lichaamsgewicht stabiel blijft en de bloedglucose concentratie varieert tussen 5 (als laagste punt) en 15 mmol/l (rond injectietijd) (Ettinger en Feldman, 2004; Feldman en Nelson, 2004; Mooney en Peterson, 2004). 6.1 Insulinetoediening Er zijn verschillende preparaten op de markt die ingedeeld kunnen worden naargelang hun werkingsduur: kort, intermediair en lang werkend (Mooney en Peterson, 2004; Hovind, 2005). Een eerste groep bestaat uit lente insuline preparaten. Deze bestaan voor 30% uit kortwerkend amorf zinkinsuline en voor 70% uit langwerkend microkristallijn zinkinsuline. Lente insuline heeft een intermediaire werkingsduur, is geregistreerd voor gebruik bij de hond en is commercieel verkrijgbaar 7

14 als Caninsulin. Dit is gezuiverd varkensinsuline, waarvan de immunogeniteit en werkingsduur vergelijkbaar zijn met die van humane recombinant insuline (Graham et al., 1997; Ettinger en Feldman, 2004). Een tweede groep bestaat uit langwerkende humane insuline analogen, zoals glargine (Lantus ). Glargine precipiteert ter hoogte van de injectieplaats van waaruit kleine fracties traag worden vrijgesteld. Bij de hond is een werkingsduur van 18 tot 24 uur beschreven, met een piek rond 7 uur (Gilor en Graves, 2010). Tot een derde groep behoren isophane (neutraal protamine Hagedorn NPH, Humulin NPH ; Novolin N ) en het protamine zink insuline (PZI, Hypurin ). Beiden bevatten een lichaamsvreemd visproteïne, het protamine, wat de werkingsduur van insuline verlengt. De meeste studies i.v.m. PZI zijn uitgevoerd bij de kat. Deze preparaten (Humulin ) worden enkel aangewend indien de conventionele preparaten inefficiënt blijken te zijn of in een intensieve zorgen eenheid bij de behandeling van DKA (Mooney en Peterson, 2004; Behrend E., 2006). Insulinetoediening wordt bij voorkeur gestart met lente insuline (Caninsulin ) aan een startdosis van 0,5 IE/kg lichaamsgewicht twee maal per dag. De insuline wordt dorsaal subcutaan geïnjecteerd, caudaal van het schouderblad tot aan de laatste rib. De insuline dient steeds bewaard te worden bij koelkasttemperatuur en wordt gezwenkt, maar niet geschud, voor toediening (Behrend E., 2006; Gilor en Graves, 2010). 6.2 Dieet en Beweging Diabetes mellitus gaat gepaard met verstoring van het glucose-, vet- en eiwitmetabolisme. Daarom is een aangepast dieet cruciaal bij de behandeling. Het nastreven van een optimaal en stabiel lichaamsgewicht, zorgen voor vaste voedertijdstippen en een dieet met voldoende vezels zijn de belangrijkste onderdelen van de nutritionele ondersteuning (Ettinger en Feldman, 2004; Feldman en Nelson, 2004). Een vezelrijk dieet draagt bij tot het behandelen van obesitas bij DM patiënten. Vezels zouden ook de glucose absorptie verminderen, vnl. door de maaglediging af te remmen en door een daling van de intestinale absorptiecapaciteit. Zo zou men een betere controle over de post-prandiale glycemie bekomen. In een recente studie werd dit echter weerlegd. Er werd geen verschil in glycemische controle terug gevonden tussen honden op een vezelrijk dieet en een dieet met een gemiddeld vezelgehalte. De auteurs concludeerden dat het geen voordeel inhoudt om honden met DM en een normaal gewicht op een vezelrijk dieet te plaatsen (Fleeman et al., 2009). Van groter belang voor de glycemische controle is waarschijnlijk het koolhydratengehalte in het voeder. Het is belangrijk om de toediening van eenvoudige suikers (glucose, fructose) zoveel mogelijk te vermijden (Fleeman et al., 2009). Door de verhoogde lipolyse is het voederen van een vetrijk dieet af te raden. Er wordt dus bij voorkeur een dieet gegeven met minder dan 30% vet op basis van metaboliseerbare energie (Ettinger 8

15 en Feldman, 2004; Feldman en Nelson, 2004; Fleeman et al., 2009). Omdat er vaak eiwitafbraak optreedt, voornamelijk bij slecht gecontroleerde patiënten, is het van belang om via het dieet eiwitten van een hoge kwaliteit (85% tot 90% verteerbaar) en in voldoende hoeveelheid (18% tot 25% op droge stof basis) aan te bieden. Deze eiwitrijke diëten zouden geen verhoogd risico op DN veroorzaken (Ettinger en Feldman, 2004). Het opgelegde voederschema wordt gekoppeld aan de insulinetoedieningen. Dit om het effect van de insulinewerking te versterken en de post-prandiale hyperglycemie te minimaliseren. Meestal past men een schema toe waarbij de hond 2 even grote maaltijden per dag krijgt, telkens op het moment van de insuline injectie. Bij honden die gewend zijn aan ad libitum voeding mag men echter de hele dag door kleine porties blijven geven, omdat dit een post-prandiale hyperglycemie kan minimaliseren (Rijnberk en Kooistra, 2010; Fleeman et al., 2009). Naast het dieet speelt ook beweging een rol in het management van een diabetes patiënt. Enerzijds omdat beweging gewichtsverlies bevordert en zo de insulineresistentie ten gevolge van obesitas vermindert. Anderzijds zorgt het voor een betere verspreiding van insuline vanuit de injectieplaats door toegenomen bloedvloei en zorgt het voor een stijging van vnl. GLUT-4 (glucose-transporters) receptoren in de spieren. Bij voorkeur wordt beweging steeds op hetzelfde tijdstip van de dag uitgevoerd en eenmalige intensieve activiteiten worden best vermeden, om hypoglycemie te voorkomen. Daarnaast kan de eigenaar best steeds een glucosebron (zoals druivensuiker) op zak hebben, voor als er zich symptomen van hypoglycemie voordoen (Feldman en Nelson, 2004; Mooney en Peterson, 2004). Zowel qua tijdstip van insulinetoediening, voeding als beweging is het voor een diabetespatiënt heel belangrijk dat men zich houdt aan een vaste dagelijkse routine. 6.3 Opvolging Na het opstarten van de therapie moet de patiënt goed opgevolgd worden. Omdat het vaak verschillende dagen duurt voor het effect van de insulinetherapie duidelijk wordt, gebeurt de eerste controle pas een 10-tal dagen na de start van de behandeling. Op basis van klinische respons en een bloedglucose curve kan de dosis dan aangepast worden met 10 tot 25% per injectie. Herhaaldelijke controles (initieel om de dagen) en seriële bloedglucose curven met stapsgewijze dosisaanpassingen brengen de bloedglucose naar een aanvaardbaar niveau en helpen hypoglycemie voorkomen. De 2-wekelijkse controles worden herhaald tot de DM voldoende gecontroleerd is, gemiddeld neemt dit 1 tot 3 maanden in beslag. Eens dit bereikt is, kan het interval tussen de controles verlengd worden tot 30 dagen en nadien 3-6 maanden. Het is dus van belang om op het moment van de diagnose duidelijk te maken aan de eigenaar dat een levenslange opvolging van de hond vereist zal zijn (Ettinger en Feldman, 2004; Feldman en Nelson, 2004; Rijnberk en Kooistra, 2010). Bij een controlebezoek wordt er steeds eerst een grondige anamnese afgenomen, lichamelijk onderzoek uitgevoerd en het lichaamsgewicht nagegaan. Deze 3 parameters zijn cruciaal voor het 9

16 Bloedglucose concentratie (µmol/l) beoordelen van de efficiëntie van de therapie. Zo zal het persisteren van symptomen, in combinatie met gewichtsverlies en afwijkingen op lichamelijk onderzoek (o.a. dunne vacht) een sterke indicatie zijn van een slecht gecontroleerde patiënt (Briggs et al., 2000). Verder worden de glucose en fructosamine concentratie in het bloed bepaald. Fructosamines ontstaan door niet-enzymatische glycosylatie van plasma-eiwitten, waarbij glucose op een irreversibele manier bindt aan hun aminozuurgroepen. Ze blijven aanwezig in de bloedbaan gedurende 1 tot 3 weken en kunnen hierdoor aangewend worden als merkers van de gemiddelde glucoseconcentratie van de afgelopen 2 à 3 weken. Men kan een indeling maken in goed ( µmol/l), matig ( µmol/l) en slecht (> 550 µmol/l) gecontroleerde patiënten. Een fructosamine meting lager dan µmol/l kan duiden op periodes van hypoglycemie. Referentiewaarden zijn laboratoriumafhankelijk en azotemie, hypoproteïnemie, hyperlipidemie en het niet ingevroren bewaren van het staal kunnen het fructosaminegehalte verlagen (Feldman en Nelson, 2004; Mooney en Peterson, 2004; Rijnberk en Kooistra, 2010). Een bloed glucose curve (BGC) is nodig voor correcte interpretatie en rationele aanpassing van de insulinetherapie (fig. 2). Zeker in de beginfase van de behandeling, bij het optreden van symptomen van hyper- of hypoglycemie en in geval van een fructosaminegehalte > 500 µmol/l toont een BGC zijn belang. De BGC kan ofwel in kliniekomstandigheden ofwel thuis door de eigenaar uitgevoerd worden. Dit laatste geniet de voorkeur van zodra de eigenaar vertrouwd is met de behandeling, aangezien dit minder interfereert met de dagelijkse routine van de patiënt. De thuis monitoring is bovendien goedkoop, snel en eenvoudig uit te voeren (Ettinger en Feldman, 2004; Feldman en Nelson, 2004; Mooney en Peterson, 2004) Bij een BGC wordt er om de 2 uur, gedurende uur, glucose bepaald via een glucosemeter. Daarna worden de bekomen waarden weergegeven in functie van de tijd (fig. 2). Voor de beoordeling van een BGC wordt gekeken naar 3 parameters: de effectiviteit van de insuline, de laagste glucose concentratie (ook glucose nadir genoemd) en de duur van het insuline effect. Voor een uitgebreid overzicht van de interpretatie van een BGC wordt verwezen naar een figuur uit Feldman en Nelson, 2004, blz Tijdstip (uur) Slechte controle Goede controle Figuur 2. Voorbeeld van een bloedglucose curve bij een goede en slecht gecontroleerde hond met DM type I 2. 2 Bij de slecht gecontroleerde hond wordt nagenoeg geen reactie waargenomen op de toegediende insuline. Het glucose gehalte blijft te hoog (> 15 µmol/l). Opmerkelijk is dat beide honden rond 8, 18 en 22 uur eenzelfde glucose concentratie hebben, wat aantoont dat één enkele glucosebepaling geen goede opvolgingsparameter is. 10

17 Belangrijk is dat er een grote dag tot dag variabiliteit mogelijk is wat betreft de BGC-curve. Dit komt omdat o.a. dieet, beweging, stress, bijkomende aandoeningen en bepaalde hormonen een invloed uitoefenen op de bloed glucoseconcentratie (glucagon, epinefrine, cortisol, groeihormonen) (Fleeman en Rand, Oorzaken van slechte gecontroleerde DM Controle van DM kan bemoeilijkt worden door ineffectiviteit van de insuline (o.a. door verhitting of te hard schudden van een flacon), door managementfouten van de eigenaar (o.a. aanwenden van foutieve spuitjes), door een te lage of te hoge insuline dosering, waarbij in het laatste geval een hypoglycemie en/of Somogyi effect kan optreden en door het optreden van insulineresistentie ten gevolge van endogene oorzaken (o.a. hypercortisolisme, urineweginfecties, acute pancreatitis) (Hess et al., 2000; Rijnberk en Kooistra, 2010). Een uitgebreide bespreking van deze oorzaken valt buiten het bereik van deze scriptie en hiervoor wordt verwezen naar bestaande literatuur. 6.5 Prognose en complicaties De prognose is afhankelijk van de wil en het doorzettingsvermogen van de eigenaar om te behandelen, de aanwezigheid van onderliggende ziekten, het gemak waarmee een goede glycemische controle kan worden bekomen en de aan- of afwezigheid van chronische complicaties. De gemiddelde overlevingsduur bedraagt 3 jaar, maar men moet hierbij in acht nemen dat honden het vaakst op middelbare tot oude leeftijd gediagnosticeerd worden. In geval van diabetes keto-acidose of acute pancreatitis wordt de prognose gereserveerd. Bij een slechte glycemische controle kunnen chronische complicaties ontstaan die de levenskwaliteit van het dier kunnen verminderen (Ettinger en Feldman, 2004; Feldman en Nelson, 2004). In onderstaande tabel staan de complicaties van DM vermeld. Ernstige complicaties, zoals nefropathie en neuropathie, worden minder frequent gerapporteerd bij de hond dan bij de mens. In deze scriptie wordt er verderop toegespitst op nefropathie bij caniene diabetes patiënten (Feldman en Nelson, 2004). Tabel 3. Chronische complicaties bij honden met DM. Frequente complicaties cataract, met ontstaan van blindheid en uveïtis anterior chronische pancreatitis leveraandoeningen recidiverende infecties hypoglycemie diabetes keto-acidose Ongewone complicaties nefropathie distale polyneuropathie (vnl. bij de kat) retinopathie dermatopathie exocriene pancreasinsufficiëntie 11

18 DEEL II: Diabetes nefropathie Diabetes nefropathie (DN) is een ernstige en vaak voorkomende lange termijn complicatie van DM bij de mens. Ondanks instellen van vroegtijdige behandeling blijft het nog steeds een progressieve en irreversibele aandoening, waardoor steeds meer nadruk gelegd wordt op de preventie van DN (Hovind, 2005; Magri en Flava, 2009). In de diergeneeskunde is veel minder bekend over DN. Dit zou te wijten kunnen zijn aan het laattijdig optreden van deze progressieve aandoening: bij de mens treden de eerste symptomen vaak pas op na 12 tot 20 jaar (Grenfell and Watkins, 1986). Sommige studies suggereren echter dat deze complicatie bij honden niet ongewoon is (Munana, 1995). Er zijn case studies waarbij histopathologische glomerulaire en tubulaire veranderingen werden waargenomen bij honden met DM (Kern en Engerman, 1990 en 1999). Daarnaast is vroegtijdige detectie van een verminderde nierfunctie moeilijk in de diergeneeskunde. Dit omdat de routine nierfunctie merkers serum creatinine (scr) en ureum pas stijgen wanneer 75% van de functionele nefronen aangetast is. Er is dus nood aan nieuwe merkers die vroegtijdig nierschade kunnen aantonen (Munana, 1995; D Amico en Bazzi, 2003; Smets et al., 2010). 1. Definitie en voorkomen van DN Diabetes nefropathie wordt slechts occasioneel gerapporteerd bij honden, in tegenstelling tot katten (19%) en mensen (9-17%) (Munana, 1995; Bakris et al., 2010). In de humane geneeskunde wordt de diagnose van DN gesteld wanneer er persisterende albuminurie (300 mg per 24 uur) en een gestegen creatinine gehalte (>176,8 µmol/l) aanwezig zijn zonder andere nier- of urinewegaandoeningen (Hovind, 2005). 2. Pathogenese Een gekende risicofactor voor de ontwikkeling van DN is een onderliggende genetische aanleg. Bij de mens werd aangetoond dat de kans op het ontwikkelen van DN aanzienlijk stijgt wanneer één van de ouders aan deze aandoening lijdt (Hovind, 2005; Bakris et al., 2010). Naast genetische aanleg, dragen ook persisterende hyperglycemie en een gestegen bloeddruk (hypertensie) bij tot het ontstaan van DN. Andere factoren die een rol zouden spelen zijn o.a. raspredispositie, obesitas, geslacht, hyperlipemie en proteïnurie. Bij mensen zouden zwarte patiënten tot 5 keer meer kans hebben op DN (Brancati et al., 1992). Bij de hond zijn er reeds raspredisposities voor DM op zich bekend, maar nog geen voor specifiek optreden van DN (Hovind, 2005). Verder werd bij de mens aangetoond dat een te hoge Body mass index een verhoogd risico inhoudt voor DN. Gewichtsverlies kan tot een reductie van de proteïnurie leiden en daardoor de nierfunctie verbeteren (Bakris et al., 2010). De werking van de nier is gebaseerd op excretie van afvalstoffen in urine en reabsorptie van gefilterde stoffen in het bloed die nog bruikbaar zijn voor het lichaam. De functionele eenheid van de nier is het nefron (zie fig. 3). Elk nefron bestaat uit een filterende glomerulus, gevolgd door verschillende buisjes of tubuli waarin reabsorptie- en secretieprocessen in plaatsvinden. 12

19 Vanuit de afferente arteriole komt bloed toe in de glomerulaire capillairen die, samen met het glomerulaire basaal membraan en de podocyten deel uitmaken van de glomerulaire filtratiebarrière. De glomerulaire capillairen worden omgeven door het kapsel van Bowman, waarin het ultrafiltraat wordt opgevangen. Van hieruit vloeit het filtraat verder naar de proximale tubulus, lis van Henle en distale tubulus. Het bloed uit de glomerulaire capillairen wordt afgevoerd langs de Figuur 3. Opbouw van een nefron. efferente arteriole die als een peritubulair netwerk rond de tubuli ligt. Tussen de peritubulaire capillairen en de tubuli ligt het interstitium, Verschillende distale tubuli monden uit in een verzamelbuis, die uitmondt in het nierbekken (Sjaastad et al., 2003). De pathogenese van DN is uiterst complex (fig. 4) en bestaat uit interacties tussen glomerulaire, tubulaire en interstitiële veranderingen, die worden uitgelokt door tal van signaalmoleculen, o.a. cytokines, oxidatieproducten en groeifactoren (Magri en Fava, 2009). 13

20 Figuur 4. De complexe pathogenese van diabetes nefropathie (uit Ichinose et al., 2007). PKC = protein kinase C; MBL = Mannose-binding lectin 2.1 Glomerulaire veranderingen Glomerulaire hyperfiltratie De glomerulaire filtratie snelheid (GFS) wordt gedefinieerd als het volume plasma dat in de nier gefilterd wordt per minuut en wordt bepaald door 4 factoren: de glomerulaire bloedvloei, oncotische druk in het bloed, intraglomerulaire druk en de glomerulaire ultrafiltratiecoëfficient (Hovind, 2005). Bij de mens heeft ongeveer de helft van de patiënten met DM type I, minder dan 5 jaar na de diagnose, een GFS die 25 tot 50% hoger is dan normaal (Bank N., 1991). Deze hyperfiltratie gaat gepaard met structurele en functionele veranderingen in de nier (Bakris et al., 2010). Via een meta-analyse kon aangetoond worden dat patiënten met glomerulaire hyperfiltratie een verhoogd risico (2,7 keer) hebben op het ontwikkelen van een DN (Thomson et al., 2004). Systemische hypertensie die aanleiding geeft tot stijging van de intraglomerulaire druk wordt aanschouwd als één van de belangrijkste oorzaken van glomerulaire hyperfiltratie. Tot 46% van de honden met DM lijdt aan systemische hypertensie, waarbij een associatie met een verhoogde albumine excretie aangetoond werd (Struble et al., 1998). Bij de mens werd aangetoond dat tal van cytokines, chemokines en groeifactoren vrijgesteld worden ten gevolge van deze hemodynamische veranderingen en hiervoor wordt verwezen naar bestaande overzichtsartikels (Wolf G., 2004; Wolf G., 2003). 14

Peggy Roestenberg - The role of CTGF in diabetic nephropathy. Chapter 10. Samenvatting in het Nederlands

Peggy Roestenberg - The role of CTGF in diabetic nephropathy. Chapter 10. Samenvatting in het Nederlands Chapter 10 Samenvatting in het Nederlands Chapter 10 Peggy Roestenberg - The role of CTGF in diabetic nephropathy DIABETES MELLITUS Diabetes mellitus, in de volksmond beter bekend als suikerziekte of diabetes,

Nadere informatie

Valérie s. Tips&Tricks #1. Diagnose en behandeling van de hond/kat met suikerziekte

Valérie s. Tips&Tricks #1. Diagnose en behandeling van de hond/kat met suikerziekte Valérie s Tips&Tricks #1 Diagnose en behandeling van de hond/kat met suikerziekte Diagnose en behandeling van de hond/kat met suikerziekte 1. DIAGNOSE VAN SUIKERZIEKTE Suikerziekte wordt vastgesteld op

Nadere informatie

Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de. hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het

Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de. hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het SUIKERZIEKTE Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het lichaam. U kunt hierbij denken aan slecht functionerende

Nadere informatie

DIABETISCHE NEFROPATHIE

DIABETISCHE NEFROPATHIE DIABETISCHE NEFROPATHIE Onderdeel van de micro-angiopathie bij diabetes mellitus. Insuline-afhankelijke DM 30% vd ptn krijgt nefropathie Niet-insuline-dependente DM 5% vd ptn Pathogenese: Meerdere factoren

Nadere informatie

Hyperglycemie Keto-acidose

Hyperglycemie Keto-acidose Hyperglycemie Keto-acidose Klinische les Marco van Meer SJG 20 06 2007 (acute) ontregeling van diabetes Doel Op het einde van mijn presentatie is jullie kennis over glucose huishouding en ketoacidose weer

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 138 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Een belangrijke functie van de nier is het uitscheiden van afvalstoffen via de urine. Grote hoeveelheden water en kleine stoffen

Nadere informatie

Reis door het Nephron. Hilde de Geus

Reis door het Nephron. Hilde de Geus Reis door het Nephron Hilde de Geus Anatomie De nier Het nephron Het nephron Wat is nierfunctie? Vermogen om bloed te zuiveren referentie stof volume bloed per tijdseenheid (ml-min) Bloeddruk regulatie

Nadere informatie

Eiwitexcretie kan worden bepaald na kort verblijf in metabole kooi

Eiwitexcretie kan worden bepaald na kort verblijf in metabole kooi Eiwitexcretie kan worden bepaald na kort verblijf in metabole kooi Ilse Kion, Jürgen W. A. Sijbesma, Aren van Waarde Afdeling Nucleaire Geneeskunde en Moleculaire Beeldvorming, Universitair Medisch Centrum

Nadere informatie

SUIKERZIEKTE? Herken de symptomen! Informatie over veelvoorkomende symptomen en risicofactoren. www.dierensuikerziekte.nl

SUIKERZIEKTE? Herken de symptomen! Informatie over veelvoorkomende symptomen en risicofactoren. www.dierensuikerziekte.nl SUIKERZIEKTE? Herken de symptomen! Informatie over veelvoorkomende symptomen en risicofactoren Wat is suikerziekte? Suikerziekte - ofwel diabetes mellitus, de medische naam voor suikerziekte - is een aandoening

Nadere informatie

Organisatie van de urinewegen

Organisatie van de urinewegen Urine wegen Informatie bij les 3 De stof in deze presentatie is een samenvatting uit het boek Anatomie en fysiologie; een inleiding van uitgeverij Pearson Organisatie van de urinewegen Functies van de

Nadere informatie

Risk factors for renal function abnormalities

Risk factors for renal function abnormalities Risk factors for renal function abnormalities Nederlandse samenvatting Dit proefschrift probeert mogelijke risicofactoren voor progressief nierfunctieverlies te identificeren in een niet-diabetische populatie.

Nadere informatie

Chronische Nierschade

Chronische Nierschade Chronische Nierschade Uitingen nieraandoeningen: Verlies van eiwit via de urine, albuminurie Specifieke sedimentsafwijkingen Afname van de glomerulaire filtratiesnelheid Micro-albuminurie: In een willekeurige

Nadere informatie

Nierfunctieonderzoek bij diabetes. N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december Nieren. Nieren

Nierfunctieonderzoek bij diabetes. N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december Nieren. Nieren Nierfunctieonderzoek bij diabetes N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december 2011 Nieren Nieren 1 Functie & schade Nierfunctie : het vermogen om afvalstoffen te klaren (voorbeeld: kreatinine) het vermogen

Nadere informatie

SAMENVATTING. 140 Samenvatting

SAMENVATTING. 140 Samenvatting Samenvatting 140 Samenvatting SAMENVATTING Diabetes mellitus, ofwel suikerziekte, is een veelvoorkomende stofwisselingsziekte die gekenmerkt wordt door hyperglykemie (verhoogde bloedsuikerspiegels) als

Nadere informatie

DE CARDIORENALE INTERACTIE

DE CARDIORENALE INTERACTIE SAMENVATTING 143 144 Samenvatting DE CARDIORENALE INTERACTIE Chronisch nierfalen is een wereldwijd gezondheidsprobleem en een voorname oorzaak van morbiditeit en mortaliteit. De ziekte ontwikkelt zich

Nadere informatie

Geschreven door Diernet Team maandag, 24 januari 2011 22:02 - Laatst aangepast dinsdag, 15 november 2011 16:17

Geschreven door Diernet Team maandag, 24 januari 2011 22:02 - Laatst aangepast dinsdag, 15 november 2011 16:17 Omschrijving Oorzaken Risicofactoren Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Hyperglycemie (verhoogd suiker gehalte in het bloed) bij diabetes mellitus (suikerziekte) is het gevolg van een

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 145 Nederlandse samenvatting De nieren hebben een belangrijke functie in het menselijk lichaam: ze zijn onder andere verantwoordelijk voor het zuiveren

Nadere informatie

SAMEN ME VAT A T T I T N I G

SAMEN ME VAT A T T I T N I G SAMENVATTING 186 Inleiding Het renine-angiotensine-aldosteron-systeem (RAAS) is een hormonaal systeem dat in belangrijke mate betrokken is bij de regulatie van bloeddruk en nierfunctie. Het RAAS is een

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden Samenvatting 188 Samenvatting Samenvatting voor niet-ingewijden Diabetes mellitus type 2 (DM2), oftewel ouderdomssuikerziekte is een steeds vaker voorkomende aandoening. Dit heeft onder andere te maken

Nadere informatie

DIABETOgen Test. Diabetes mellitus Typ II. Risico s in kaart. Diabetes Mellitus

DIABETOgen Test. Diabetes mellitus Typ II. Risico s in kaart. Diabetes Mellitus DIABETOgen Test Diabetes mellitus Typ II Prof Dr. B. Weber Laboratoires Réunis Risico s in kaart De DIABETOgen test biedt u de mogelijkheid uw persoonlijk risico en predispositie op diabetes mellitus type

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting hoofdstuk 1 127

Samenvatting Samenvatting hoofdstuk 1 127 125 Samenvatting Het metabool syndroom is een clustering van risicofactoren, zoals overgewicht/obesitas, verhoogd cholesterol, hoge bloeddruk (hypertensie) en metabole insulineresistentie (verminderde

Nadere informatie

Normale histologie van het nefron. Prof. Dr. J. Bogers Cel- en weefselleer

Normale histologie van het nefron. Prof. Dr. J. Bogers Cel- en weefselleer Normale histologie van het nefron Prof. Dr. J. Bogers Cel- en weefselleer Overzicht histologie Algemene kenmerken Bloedvoorziening Nefron - Glomerulus Bouw» Podocyt» Glomerulaire basaalmembraan» Endotheel

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/28694 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/28694 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28694 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Penning, Maria Elisabeth (Marlies) Title: Issue Date: 2014-09-10 Pre-eclampsie

Nadere informatie

Normale histologie van het nefron

Normale histologie van het nefron Normale histologie van het nefron Prof. Dr. J. Bogers Cel- en weefselleer Overzicht histologie Algemene kenmerken Bloedvoorziening Nefron - Glomerulus Bouw» Podocyt» Glomerulaire basaalmembraan» Endotheel

Nadere informatie

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING Dutch Summary / Nederlandse Samenvatting Sinds de ontdekking van de ADAM eiwitfamilie, twee decennia geleden, heeft het ADAM onderzoek zich voornamelijk gericht op

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/66121 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Voskamp, P.W.M. Title: Prepare; before starting dialysis : outcomes in patients

Nadere informatie

Samenvatting. Chapter 8

Samenvatting. Chapter 8 Samenvatting Chapter 8 154 Het dopaminerge systeem is betrokken bij de controle over een heel scala aan fysiologische functies, variërend van motorische activiteit tot de productie van hormonen en het

Nadere informatie

Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM

Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM Dr. Tom Geers, internist - nefroloog en opleider St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein Nierfunctie beloop met de leeftijd 1 Hoge sterfte bij dialyse patiënten Prevalentie

Nadere informatie

COMPLICATIES Lange termijn complicaties Complicaties van de ogen (retinopathie) Complicaties van de nieren (nefropathie)

COMPLICATIES Lange termijn complicaties Complicaties van de ogen (retinopathie) Complicaties van de nieren (nefropathie) COMPLICATIES Lange termijn complicaties Wanneer u al een lange tijd diabetes heeft, kunnen er complicaties optreden. Deze treden zeker niet bij alle mensen met diabetes in dezelfde mate op. Waarom deze

Nadere informatie

Leerdoelen. Wees alert op nierproblemen bij probleeminventarisatie medicatie beoordeling. Begeleid beschermende maatregelen.

Leerdoelen. Wees alert op nierproblemen bij probleeminventarisatie medicatie beoordeling. Begeleid beschermende maatregelen. NIERFUNCTIE 2 Leerdoelen Wees alert op nierproblemen bij probleeminventarisatie medicatie beoordeling Begeleid beschermende maatregelen Functies Volume- osmo- en zuurregulatie Excretie afvalproducten stofwisseling

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 166 Diabetes mellitus, ook wel suikerziekte genoemd, is een ziekte waarbij de patiënt een tekort of relatief tekort heeft aan het hormoon insuline. Insuline zorgt ervoor dat suiker

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden voor niet-ingewijden Type 2 diabetes Diabetes is een ernstige chronische ziekte, die wordt gekenmerkt door te hoge glucosespiegels (de suikers ) in het bloed. Er zijn verschillende typen diabetes, waarvan

Nadere informatie

Diabetes Mellitus en Nierfunctie

Diabetes Mellitus en Nierfunctie Dr. M.P. Brugts, internist endocrinoloog Diabetes Mellitus en Nierfunctie SYMPOSIUM Renale Fysiologie Primair: Regulatie water en electrolyten balans homeostase Handhaving intravasculaire volume Regulatie

Nadere informatie

Valérie s. Tips&Tricks #5. Suikerziekte en hypoglycemie, Somogyi, ketoacidose, hyperosmolair Syndroom

Valérie s. Tips&Tricks #5. Suikerziekte en hypoglycemie, Somogyi, ketoacidose, hyperosmolair Syndroom Valérie s Tips&Tricks #5 Suikerziekte en hypoglycemie, Somogyi, ketoacidose, hyperosmolair Syndroom Suikerziekte en hypoglycemie, Somogyi, ketoacidose, hyperosmolair Syndroom 1. Hypoglycemie Hypoglycemie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) (summary in Dutch) Type 2 diabetes is een chronische ziekte, waarvan het voorkomen wereldwijd fors toeneemt. De ziekte wordt gekarakteriseerd door chronisch verhoogde glucose spiegels, wat op den duur

Nadere informatie

Diabetes of suikerziekte

Diabetes of suikerziekte Diabetes of suikerziekte (bron: Weet je voldoende over diabetes - Vlaamse Diabetes Vereniging) SUIKER EN HET MENSELIJK LICHAAM In onze dagelijke voeding zijn tal van koolhydraten (=suikers) aanwezig. Deze

Nadere informatie

ADDENDUM. Nederlandse Samenvatting

ADDENDUM. Nederlandse Samenvatting & ADDENDUM Nederlandse Samenvatting Addendum Wereldwijd neemt het aantal patiënten met type 2 diabetes ( ouderdom suikerziekte ) snel toe, wat voornamelijk komt door de toename in overgewicht. Diabetes

Nadere informatie

Opvolging van diabetische kinderen: de insulinebehandeling

Opvolging van diabetische kinderen: de insulinebehandeling Vernieuwd in 2007: Prof. H. Dorchy Opvolging van diabetische kinderen: de insulinebehandeling Herinnering: De insulines: Type I Humane insulines met een snelle werking (Actrapid HM, Humuline Regular) Begin

Nadere informatie

BENADERING VAN INSULINE RESISTENTIE

BENADERING VAN INSULINE RESISTENTIE UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2014-2015 BENADERING VAN INSULINE RESISTENTIE Door Jasmijn VAN DER POEL Promotoren: Prof. Dr. Sylvie Daminet Klinische casusbespreking in het Dr.

Nadere informatie

Nederlandse. Samenvatting

Nederlandse. Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het metabole syndroom is tegenwoordig een veel voorkomend ziektebeeld dat getypeerd wordt door een combinatie van verschillende aandoeningen. Voornamelijk in de westerse landen

Nadere informatie

Algemene Samenvatting

Algemene Samenvatting Algemene Samenvatting e vitamine metaboliet 1,25-dihydroxyvitamine ( ) speelt een sleutelrol bij het handhaven van de calcium homeostase door middel van effecten op de darm, het bot en de nier. e metaboliet

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Chapter 10 Samenvatting 123 Samenvatting Samenvatting De term atopische dermatitis (AD) is voor de kat in 1982 geïntroduceerd door Reedy, die bij een groep katten met recidiverende jeuk en huidproblemen

Nadere informatie

RABO - Meander Medisch Centrum zorgcongres 30 mei

RABO - Meander Medisch Centrum zorgcongres 30 mei RABO - Meander Medisch Centrum zorgcongres 30 mei Dr. A. van de Wiel Dr. P.C. Oldenburg-Ligtenberg Internisten Meander MC diabetes mellitus amersfoort 2013 Workshop: de verschillende typen van diabetes

Nadere informatie

CHAPTER 10 NEDERLANDSE SAMENVATTING

CHAPTER 10 NEDERLANDSE SAMENVATTING CHAPTER 10 NEDERLANDSE SAMENVATTING Chapter 10 156 Dit proefschrift bestaat uit een aantal studies waarin de veranderingen in het vermogen van plasma om de uitstroom (efflux) van cholesterol uit cellen

Nadere informatie

Preventie van type 2 diabetes bij volwassenen

Preventie van type 2 diabetes bij volwassenen Preventie van type 2 diabetes bij volwassenen Kernboodschappen Uitgave januari 2016 www.diabetes.be Diabetes mellitus Iemand met diabetes heeft een verhoogd bloedsuikergehalte omdat men niet voldoende

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting De groei en de ontwikkeling van diverse orgaansystemen en regelmechanismen in de foetus tijdens de periode in de baarmoeder worden verstoord door vroeggeboorte.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/55808 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Klessens, C.Q.F. Title: Diabetic nephropathy : from histological findings to clinical

Nadere informatie

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010 Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis 30 september 2010 Onderwerpen 1. Definitie 2. Prevalentie 3. Richtlijnen 4. Diagnostiek 5. Preventie nierfunctieverlies 6. Behandeling metabole complicaties 7.

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Diabetische ketoacidose

Patiënteninformatie. Diabetische ketoacidose Patiënteninformatie Diabetische ketoacidose Inhoud Inleiding... 3 Informatie over ziektebeeld diabetische ketoacidose... 3 Leer meer over DKA en bloedketonencontrole... 3 Symptomen... 4 Wie riskeert de

Nadere informatie

Diabetes Mellitus en Beweging

Diabetes Mellitus en Beweging Diabetes Mellitus en Beweging Doelen 0Refresher 0Patient Education 0Exercise and DM Wat betekent het? 0 Diabetes: Door(heen) gaan 0 Mellitus: Honing/Zoet Wat is het? 0 Groep van stoornissen met hyperglycemieën

Nadere informatie

PRAKTISCH DIABETES MELLITUS (SUIKERZIEKTE) BIJ DE HOND. www.licg.nl over houden van huisdieren

PRAKTISCH DIABETES MELLITUS (SUIKERZIEKTE) BIJ DE HOND. www.licg.nl over houden van huisdieren l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n PRAKTISCH DIABETES MELLITUS (SUIKERZIEKTE) BIJ DE HOND www.licg.nl over houden van huisdieren Diabetes mellitus, oftewel

Nadere informatie

met dubbele activiteit IPAKITINE

met dubbele activiteit IPAKITINE Effectieve ondersteuning bij chronisch nierfalen met dubbele activiteit IPAKITINE Het aantal behandelingsmogelijkheden van katten én honden met chronisch nierfalen is voor u als dierenarts aanzienlijk

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Chapter 8 112 Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Insulin induceert complexe responsen in perifere weefsel zoals de skeletspier, vet, hart, lever en het brein om

Nadere informatie

Samenvatting voor de geïnteresseerde leek

Samenvatting voor de geïnteresseerde leek Chapter 10 Samenvatting voor de geïnteresseerde leek Gedurende de laatste decades is diabetes mellitus type 2 (DM2) veranderd van een relatief onschuldige aandoening van de, met name de oudere, mens in

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting In dit proefschrift getiteld Relatieve bijnierschorsinsufficiëntie in ernstig zieke patiënten De rol van de ACTH-test hebben wij het concept relatieve bijnierschorsinsufficiëntie

Nadere informatie

SUMMARY. Samenvatting

SUMMARY. Samenvatting SUMMARY Samenvatting 165 166 SAMENVATTING Overgewicht en obesitas bij kinderen is een steeds groter wordend probleem. Eén van de gevolgen ervan is het ontstaan van hypertensie (een te hoge bloeddruk).

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 134 Nederlandse samenvatting De laatste 20 jaar is er aanzienlijke vooruitgang geboekt in de preventie en behandeling van cardiovasculaire ziekten. Deze winst kan in belangrijke

Nadere informatie

Lithium bij ouderen, wat als de nierfunctie verslechtert?

Lithium bij ouderen, wat als de nierfunctie verslechtert? Lithium bij ouderen, wat als de nierfunctie verslechtert? KenBis Maart 2017 Anna Krikke, psychiater Inleiding Inleiding Lithium, indicaties, bijwerkingen Richtlijn Renale bijwerkingen chronisch lithium

Nadere informatie

Wat is diabetes? Type 2 diabetes : gevolgen

Wat is diabetes? Type 2 diabetes : gevolgen 1 Wat is diabetes? Type 2 diabetes : gevolgen Nu u weet dat u aan diabetes lijdt, moet u zich plots geen grote zorgen maken. Waarschijnlijk lijdt u al gedurende lange tijd aan diabetes, mogelijks gedurende

Nadere informatie

2.1 Verstoord evenwicht protease-antiprotease

2.1 Verstoord evenwicht protease-antiprotease Roken is verreweg de belangrijkste risicofactor. Andere risicofactoren zijn: beroepen of hobby s met regelmatige blootstelling aan kleine deeltjes (fijnstof ) en (zelden) een familiair voorkomend enzymtekort

Nadere informatie

Samenvatting 9 122 Chapter 9 Diabetes mellitus is geassocieerd met langzaam progressieve veranderingen in het brein, een complicatie die diabetische encefalopathie genoemd wordt. Eerdere studies laten

Nadere informatie

PRAKTISCH DIABETES MELLITUS (SUIKERZIEKTE) BIJ DE HOND. www.licg.nl over houden van huisdieren

PRAKTISCH DIABETES MELLITUS (SUIKERZIEKTE) BIJ DE HOND. www.licg.nl over houden van huisdieren l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n PRAKTISCH DIABETES MELLITUS (SUIKERZIEKTE) BIJ DE HOND www.licg.nl over houden van huisdieren Diabetes mellitus, oftewel

Nadere informatie

212

212 212 Type 2 diabetes is een chronische aandoening, gekarakteriseerd door verhoogde glucosewaarden (hyperglycemie), die wereldwijd steeds vaker voorkomt (stijgende prevalentie) en geassocieerd is met vele

Nadere informatie

DIABETESPATIENTEN IN DAGZIEKENHUIS. DR. K. Vermeulen Anesthesie, chirurgisch dagcentrum UZLeuven

DIABETESPATIENTEN IN DAGZIEKENHUIS. DR. K. Vermeulen Anesthesie, chirurgisch dagcentrum UZLeuven DIABETESPATIENTEN IN DAGZIEKENHUIS DR. K. Vermeulen Anesthesie, chirurgisch dagcentrum UZLeuven Doelstelling van diabetesbeleid Kwaliteit: veilig medisch beleid voor diabetespatienten in dagziekenhuis:

Nadere informatie

Diabetes Mellitus. Definities. Definities. Polyurie: veel moeten urineren Polydipsie: veel moeten drinken Ischemie: zuurstoftekort

Diabetes Mellitus. Definities. Definities. Polyurie: veel moeten urineren Polydipsie: veel moeten drinken Ischemie: zuurstoftekort Diabetes Mellitus Definities Glycemie: bloedglucosewaarde (wordt gemeten via klassieke bloedafname of vingerprik) Glucosurie: glucose in de urine (glucosurie is altijd pathologisch) Proteïnurie: eiwit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 121 Nederlandse samenvatting Patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) hebben een verhoogd risico op de ontwikkeling van microvasculaire en macrovasculaire complicaties. Echter,

Nadere informatie

Koolhydraatbeperking S, M, L. Welke maat heeft je cliënt? Welkom Waarschuwing

Koolhydraatbeperking S, M, L. Welke maat heeft je cliënt? Welkom Waarschuwing Koolhydraatbeperking S, M, L. Welke maat heeft je cliënt? Welkom Waarschuwing 9 november 2015 Gent HarriëtVerkoelen.nl Insuline resistentie Achtergrond van insuline resistentie, de invloed hiervan op de

Nadere informatie

Info spot. Diabetes en depressie. Inleiding. Oktober - november - december 2011

Info spot. Diabetes en depressie. Inleiding. Oktober - november - december 2011 Oktober - november - december 2011 Info spot Diabetes en depressie Inleiding Diabetes mellitus, ofwel suikerziekte, is een chronische stofwisselingsziekte die gekenmerkt wordt door een te hoog glucosegehalte

Nadere informatie

Chronische nierschade. Nierschade volgens de richtlijn? Chronische nierschade volgens de richtlijn?

Chronische nierschade. Nierschade volgens de richtlijn? Chronische nierschade volgens de richtlijn? Chronische nierschade Wanneer verwijzen en wanneer telenefrologie En natuurlijk: wat zelf doen. Michiel Bleeker, internist-nefroloog Bernhoven Ellen van Ommen, internist-nefroloog Bernhoven Wim de Grauw,

Nadere informatie

1/05/2011. Inleiding. LLL Symposium Stress en substraatmetabolisme

1/05/2011. Inleiding. LLL Symposium Stress en substraatmetabolisme Stress en substraatmetabolisme Jan J. De Waele MD PhD SICU Universitair Ziekenhuis Gent Inleiding Voeding is belangrijk bij de gehospitaliseerde patient IZ patienten verschillen fundamenteel Insult dat

Nadere informatie

Ten tweede, om de mechanismen waardoor zelfcontrole mogelijk voordeel biedt aan deze groep patiënten te verkennen.

Ten tweede, om de mechanismen waardoor zelfcontrole mogelijk voordeel biedt aan deze groep patiënten te verkennen. SAMENVATTING SAMENVATTING Zelfcontrole speelt in het dagelijks leven een grotere rol dan we ons beseffen. Even snel in de spiegel kijken om te zien of ons haar nog goed zit en het wekelijkse momentje op

Nadere informatie

Samenvatting en adviezen uitgebreid

Samenvatting en adviezen uitgebreid Samenvatting en adviezen uitgebreid Doel De doelstelling van deze richtlijn is het bevorderen van de preventie en het ondersteunen van een zo goed mogelijke en gecoördineerde behandeling van patiënten

Nadere informatie

Diabetes en Puberteit

Diabetes en Puberteit Diabetes en Puberteit Hormonale veranderingen en Diabetes Dr. R. Zeevaert, MD, PhD 21/03/2019 Diabetes en Puberteit Hormonale veranderingen en diabetes 1. Normale puberteit 2. Invloed van puberteit op

Nadere informatie

Samenvatting voor niet ingewijden

Samenvatting voor niet ingewijden Samenvatting Samenvatting voor niet ingewijden Diabetes mellitus, oftewel suikerziekte, is een van de meest voorkomende chronische ziekten. Wereldwijd hebben 346 miljoen mensen diabetes, en in Nederland

Nadere informatie

Vroege diagnose van nieraandoeningen met behulp van urine onderzoek bij katten

Vroege diagnose van nieraandoeningen met behulp van urine onderzoek bij katten Vroege diagnose van nieraandoeningen met behulp van urine bij katten Methode en interpretatie van de resultaten Ontwikkeld in samenwerking met Tjerk Bosje, Specialist Interne Geneeskunde Inleiding Chronische

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden Samenvatting voor niet-ingewijden REGULERING VAN MICROVASCULAIRE INSULINE- GEVOELIGHEID DOOR PERIVASCULAIR VET: EEN TRANSLATIONELE BENADERING Rick I. Meijer 225 Het doel van dit proefschrift was te onderzoeken

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting N EDERLANDSE SAMENVATTING Chapter 8 Nederlandse samenvatting 87 C HAPTER 8 In de prehistorie, toen er nog werd gejaagd met mes en speer, hing het leven af van een snelle reactie op eventuele verwondingen.

Nadere informatie

Workshop chronische nierschade. Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra

Workshop chronische nierschade. Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra Workshop chronische nierschade Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra Mevr. Muis 73 jaar Voorgeschiedenis: diabetes mellitus type 2 hartfalen regelmatig urineweginfecties, 2x pyelonefritis aspecifieke

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving

Niet-technische samenvatting Algemene gegevens. 2 Categorie van het project. 3 Projectbeschrijving Niet-technische samenvatting 2016491-2 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Effecten van ijzer op een hormoon dat betrokken is bij het calcium- en fosfaatmetabolisme (FGF23) bij chronische nierpatiënten.

Nadere informatie

Nefrotisch syndroom Symptomen

Nefrotisch syndroom Symptomen Nefrotisch syndroom Het Nefrotisch Syndroom (NS) is een zeldzame aandoening van de nieren. Het is geen ziekte op zich, maar een combinatie van ziekteverschijnselen (symptomen) die samen optreden. Verschillende

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/32608 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/32608 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32608 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Ellenbroek, Johanne Hendrike (Rianne) Title: Pancreatic β- and α-cell adaptation

Nadere informatie

Toelichting op de jaarcontrole Voor mensen met diabetes mellitus

Toelichting op de jaarcontrole Voor mensen met diabetes mellitus Toelichting op de jaarcontrole Voor mensen met diabetes mellitus Afdeling interne geneeskunde Deze informatie is een aanvulling op de folder Jaarcontrole voor mensen met diabetes mellitus, die u heeft

Nadere informatie

Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA

Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA A. Doel en achtergrondinformatie Doel Patiënten met chronische nierschade in een vroege fase diagnosticeren en het juiste behandeltraject inzetten om

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21710 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Buurma, Aletta Title: On the pathology of preeclampsia : genetic variants, complement

Nadere informatie

LADA en MODY: hoe moeten we LADA en MODY opsporen. Welke kan in de eerste lijn worden behandeld en welke juist niet? Disclosure belangen

LADA en MODY: hoe moeten we LADA en MODY opsporen. Welke kan in de eerste lijn worden behandeld en welke juist niet? Disclosure belangen LADA en MODY: hoe moeten we LADA en MODY opsporen. Welke kan in de eerste lijn worden behandeld en welke juist niet? Disclosure belangen Geen conflicterende belangen voor deze presentatie Eelco de Koning

Nadere informatie

Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer

Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Amyloïd-bindende eiwitten bij de ziekte van Alzheimer Introductie onderzoeksproject De ziekte van Alzheimer De ziekte van Alzheimer is een neurologische aandoening en is de meest voorkomende vorm van dementie.

Nadere informatie

(N.B. Delen van dit verslag zijn overgenomen uit ons verslag van een lezing door dr. van den Wall Bake in 2006)

(N.B. Delen van dit verslag zijn overgenomen uit ons verslag van een lezing door dr. van den Wall Bake in 2006) Nierschade Samenvatting van de lezing door dr. A.G.Lieverse, als specialist interne geneeskunde verbonden aan het Máxima Medisch Centrum, op maandag 22 september 2014 voor de DVN Regio Peel & Kempen. door

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/49009 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Beek, L. van Title: Systemic and white adipose tissue inflammation in obesity

Nadere informatie

density lipoproteïne (LDL cholesterol) lijkt een belangrijke rol te spelen in de initiatie van Nederlandse samenvatting

density lipoproteïne (LDL cholesterol) lijkt een belangrijke rol te spelen in de initiatie van Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Hart- en vaatziekten zijn de belangrijkste doodsoorzaak van dialysepatiënten en dit beperkt hun levensverwachting sterk. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat milde tot matige nierschade

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting In dit proefschrift zijn de veranderingen in cellulaire functie en structuur in hartfalen met verschillende onderliggende oorzaken en fenotype bestudeerd. Dit om inzicht te krijgen

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 19 Introductie glutamine De toegenomen wetenschappelijke belangstelling voor het aminozuur glutamine is mogelijk het gevolg van de ontwikkeling van complete parenterale voeding in de jaren 60 van de vorige

Nadere informatie

Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement. 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan

Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement. 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan Vet in Historisch Perspectief simpele vetopstapelingsziekte

Nadere informatie

Java Project on Periodontal Disease. Periodontal Condition in Relation to Vitamin C, Systemic Conditions and Tooth Loss Amaliya

Java Project on Periodontal Disease. Periodontal Condition in Relation to Vitamin C, Systemic Conditions and Tooth Loss Amaliya Java Project on Periodontal Disease. Periodontal Condition in Relation to Vitamin C, Systemic Conditions and Tooth Loss Amaliya Samenvatting en conclusie In vele studies is een verband aangetoond tussen

Nadere informatie

Achtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een

Achtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een 1 2 Achtereenvolgens zullen we bij de bespreking van de farmacokinetiek het distributievolume, de clearance van een medicament, de verdeling van een medicament tussen plasma en weefsels en de effecten

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse samenvatting Wereldwijd zijn er miljoenen mensen met diabetes mellitus, hetgeen resulteert in aanzienlijke morbiditeit en mortaliteit. Bekende oogheelkundige complicaties

Nadere informatie