2 Toetsing in soorten en maten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2 Toetsing in soorten en maten"

Transcriptie

1 2 Toetsing in soorten en maten Toetsen spelen een cruciale rol in het onderwijs. Alle studenten en docenten hebben ermee te maken en ze bepalen in hoge mate het gedrag van deze studenten en docenten (Heijnen en Meeders 1999; Vleuten en Daniëls 2002). Studenten hebben tijdens het leerproces op de eerste plaats behoefte aan een regelmatige beoordeling, zowel formatief als summatief, van hun prestaties en informatieve feedback. Die beoordeling kan dienen om het leerproces tijdig bij te sturen of als ondersteuning van hun inspanningen. Toetsing kan in het onderwijsproces leiden tot rendementsverbetering en/of het verbeteren van het niveau van afgestudeerden. Instituten, opleidingen en docenten hebben de taak om dit zo efficiënt en effectief mogelijk te doen. In dit boek beschouwen we een toets als een opdracht en een toetsvraag als een miniopdracht. Met die gedachte in het achterhoofd zal blijken dat het toepassingsgebied van de toetsvraag en de toets veel breder is dan alleen maar een meting doen, een waardering geven of een beslissing nemen aan het eind van een leerfase (Bax 2001). Het toepassingsgebied betreft juist álle leerfasen. Kader 1 De kwaliteiten van Computer Ondersteund Onderwijs In 1994 beschrijft Marcel Mirande in het boek De kwaliteiten van computerondersteund onderwijs (Mirande 1994a) een uitgebreid aantal casussen over de inzet van computers in het onderwijs. De focus ligt op Computer Ondersteund Onderwijs (COO); meestal stand-alone programma s die studenten helpen om zich op actieve wijze de leerstof eigen te maken. Het internet was nog niet in zicht. Een indeling voor de toepassing van COO die Mirande ziet is de volgende: Het wegwerken van deficiënties; Het uitbreiden van oefenmogelijkheden; Het vervanging van werkcolleges; Het vernieuwen van practica; Efficiënte toetsing en toetsvoorbereiding. Wat opvalt in het boek is dat in alle voorbeelden een belangrijke plaats is weggelegd voor toetsvragen en toetsen. Ze worden echt ingezet als miniopdrachten. In dit boek over Flexibilisering van Toetsing wordt deze zienswijze opnieuw belicht en uitgewerkt voor het internet tijdperk. Het is de taak van onderwijsgevenden om toetsvragen en toetsen op een zinvolle wijze te verweven in het onderwijs. Deze zienswijze levert in dit boek een belangrijke dimensie op voor flexibel toetsen. Flexibel toetsen gaat over het aanbieden van toetsvragen en toetsen om het leerproces zo optimaal mogelijk in te richten. In dit hoofdstuk staat het groeiende repertoire aan toetsingsmogelijkheden centraal. Dit groeiende repertoire wordt met name veroorzaakt door de voortschrijdende techniek. Toetsen kunnen in de eerste plaats worden afgenomen in verschillende onderwijsfasen. Deze fasen komen aan bod in paragraaf 2.1. Daarnaast zijn er verschillende mogelijke toetsvormen. Deze worden uitgebreid beschreven in paragraaf 2.2. In paragraaf 2.3 gaan we nader in op flexibeler toetsen binnen flexibeler onderwijs. Tot slot gaan we in de laatste paragraaf van dit hoofdstuk (paragraaf 2.4) nader in op de mogelijkheden ICT bij toetsen. 2.1 Toetsen in fasen In het onderwijs kunnen de volgende fasen onderscheiden worden (Smuling, Brants et al. 1990): pagina 8 van 8

2 de oriëntatiefase de oefenfase de certificeringsfase In elk van deze fasen onderscheiden we verschillende onderwijsfuncties. In de onderstaande paragrafen gaan we dieper in op deze onderwijsfuncties Oriëntatiefase (kennisverwerving) In de oriëntatiefase zet de student de volgende zaken op een rijtje: essentiële kenniscomponenten vakspecifieke hulpmiddelen methoden denkwijzen oplossingsmethoden begrippen en doelen die binnen het vakgebied vanzelfsprekend zijn De onderwijsinstelling helpt de student hierbij door hem de stof aan te bieden en kennis te laten verwerven. Vervolgens moet de student in de gelegenheid worden gesteld om deze kennis te operationaliseren. Het devies voor de onderwijsgevende is om bij deze fase niet te veel met de deur in huis te vallen en niet uit te gaan van ten onrechte veronderstelde voorkennis. Het gebruik van toetsvragen of toetsen in deze fase kan zeer zinvol zijn (Thalheimer 2003). Toetsvragen kunnen heel goed een integraal onderdeel vormen van het instructieontwerp van het onderwijs. Goed ontworpen vragen zijn effectief omdat ze: 1. oefening aanbieden aan lerenden om kennis te reproduceren en het geheugen te trainen; 2. lerenden feedback geven over hun misconcepties; 3. de aandacht van lerenden richten op het meest belangrijke leermateriaal; 4. de belangrijkste concepten herhaald onder de aandacht kunnen brengen zodat het begrip en de toepassing van kennis versterkt kunnen worden. Toetsvragen kunnen worden voorgelegd voorafgaand aan, gedurende of aan het eind van de bestudering. Toetsen hebben in deze fase een motiverende functie doordat ze de lerende een gevoel geven van constructieve frictie (Vermunt en Verloop 1999): wat weet ik nog niet, maar kan ik gaan leren (zie ook onderstaand voorbeeld). Ze hebben een activerende functie doordat ze de lerende aanzetten tot nadenken over wat ze nog aan kennis moeten verwerven. Kader 2: Voorbeeld van een toetsvraag die constructieve frictie oproept Welke factor heeft de meeste invloed op de mening van studenten over summatieve beeldschermtoetsen? a) De on-screen stijl en lay-out van de toets. b) Het wel/niet tonen van feedback op de vragen van de toets. c) De kwaliteit van de toetsvragen. d) De computervaardigheid van de student. e) De kwaliteit van de cursus in het kader waarvan de toets plaatsvindt. Denk eerst goed na voor u de volgende zin leest. Het goede antwoord op bovenstaande vraag is letter 5 van de volgende reeks: DEABACA. pagina 9 van 9

3 2.1.2 Oefenfase (kennistoepassing) Tijdens de oefenfase van het leerproces leert de student de verworven kennis op operationeel niveau toe te passen. Het gaat hier bijvoorbeeld om: handelingen leren uitvoeren middelen kiezen de juiste verwaarlozingen doen de juiste theorie toepassen De instelling reikt de middelen aan waarmee de student zich deze vaardigheden eigen kan maken. Het is van het grootste belang dat de student tijdens deze oefenfase feedback krijgt om de voortgang in kennisopbouw te kunnen evalueren en om bij te kunnen sturen. Ook in deze fase kunnen toetsvragen en toetsen een belangrijke rol spelen. Met name in de bètawetenschappen worden studenten aangespoord om natuurwetenschappelijke kennis toe te passen door problemen op te lossen in de vorm sommen maken. In andere vakgebieden (alfa, gamma) kunnen studenten oefenen door casussen op te lossen. Dit kan in de vorm van inventarisaties of rapporten schrijven en het analyseren aan de hand van theorieën Certificeringsfase (kennismeting) De derde fase van het leerproces is de certificerende meting, ofwel het vaststellen van het totale leerresultaat door een meting doen, een waardering geven en een beslissing nemen aan de hand van en criterium (wanneer voldoende of onvoldoende). Toetsen aan het einde van een onderwijsonderdeel dienen met name om de prestaties van de student te beoordelen. Deze toetsen hebben vaak de vorm van een tentamen met gesloten of open vragen. In de reguliere literatuur over toetsing (Dousma, Horsten et al. 1997; Berkel 1999; Bax 2001; Berkel en Bax 2002) wordt vooral dit aspect van het gebruik van toetsvragen en toetsen behandeld. Het gaat daarbij om de aspecten rondom het realiseren van een systematisch en verantwoord meetproces met veel aandacht voor validiteits- en betrouwbaarheidsvraagstukken. 2.2 Toetsen in vormen Toetsvragen en toetsen kunnen niet alleen in verschillende leerfasen worden ingezet, maar ook in verschillende vormen. Hieronder hebben we die verschillende vormen voor u op een rij gezet. In Tabel 1 op bladzijde 15 wordt dit overzicht schematisch weergegeven Zelftoetsing Een belangrijke vorm van toetsvragen of toetsen is zelftoetsing. Met een zelftoets wordt een student in staat gesteld kennis te verwerven en toe te passen of om zijn beheersing van de stof te meten. Het is aan de student om dit initiatief te nemen en deze toetsen met de voldoende aandacht te beantwoorden en van de feedback te leren. Het vergt een specifieke opbouw van de toetsvragen, de kalibrering van de toetsen en de feedback om dergelijke toetsing effectief te laten zijn. Psychometrisch analyse van dergelijk toetsen is niet zinvol. De reden daarvoor is dat de condities waaronder de toets wordt gedaan niet gecontroleerd zijn. Een interessante categorie van zelftoetsing is de directe voorbereiding op eindtoetsen zoals een tentamen. Deze toetsen combineren elementen van kennisverwerving, oefening en diagnosestelling. De directe voorbereiding biedt studenten zicht op de manier waarop een eindtoets wordt afgenomen en geeft antwoord op de vraag of ze voldoende kennis hebben om een dergelijke pagina 10 van 10

4 eindmeting positief af te ronden. Vaak worden dergelijke toetsen door lerenden en onderwijsgevenden aangeduid met de term oefentoets, maar deze term dekt de lading van zelftoets zoals bedoeld in dit boek niet helemaal. Omdat zelftoetsing door studenten zelf moet worden geëntameerd, is het belangrijk dat materiaal voor zelftoetsing, met name als het gericht is op kennisverwerving en kennistoepassing, zeer aantrekkelijk en motiverend is voor studenten. Door Keller (Keller 1983) worden daarvoor de volgende aanwijzingen gegeven: Aandacht. Zorg ervoor dat de opdracht de aandacht van de lerenden zal trekken door onverwachte en spannende elementen. Relevantie. Zorg ervoor dat de relevantie van de oefening voor de lerende duidelijk is. Geef een interessante context weer waar de lerenden zich mee kan identificeren. Vertrouwen. Zorg ervoor dat complexiteit en het niveau van oefeningen niet te laag en niet te hoog is zodat studenten vertrouwen krijgen in hun eigen kunnen. Bevrediging. Als oefeningen zijn afgerond dienen lerenden feedback te krijgen die hen stimuleert om verder te gaan. Deze aanwijzingen houden voor de vormgeving van zelftoetsingsmateriaal gericht op kennisverwerving en -toepassing in dat dergelijk materiaal er bij voorkeur niet uitziet als een toets of tentamen, maar veel meer als een (interactief) spel Formatieve toetsing Een andere toetsvorm is de zogenoemde formatieve toetsing. Formatieve toetsing kan worden gebruikt om lerenden kennis te laten verwerven of te laten toepassen. Deze toetsing heeft geen directe invloed op de eindbeoordeling van een onderwijsonderdeel, maar vindt wel onder beter gecontroleerde condities plaats dan de zelftoetsing. Hierdoor kunnen de met deze toetsing verkregen gegevens gebruikt worden om een diagnose te stellen. Bijvoorbeeld de diagnose welke kennis nog ontbreekt en nog dient te worden verworven en welke toepassing van kennis nog niet wordt beheerst. Het geeft lerenden en onderwijsgevenden informatie (feedback) om het leerproces bij te sturen of de didactische aanpak te wijzigen. Voorbeelden van formatieve toetsen zijn opfristoetsen (Draaijer 2001; Draaijer, Groen et al. 2003; Hulst 2003), voorkennistoetsen, instaptoetsen, ConcepTests (Mazur en Crouch) en Tutorials (Adamson 2003). In de Engelstalige literatuur worden formatieve toetsen en zelftoetsing vaak aangeduid met low-stakes testing. Ook de terugkoppelingsfunctie voor docenten van formatieve toetsing is belangrijk. Docenten moeten erachter zien te komen wat studenten wel of niet weten en daar bij voorkeur ook actie op kunnen nemen. Zie onderstaande tekstkaders voor voorbeelden. Kader 3 Peer Instruction en de rol van ConcepTests 1 Binnen de context van traditionele instructie (zoals colleges) wordt in het algemeen gezocht naar technieken om grotere groepen studenten te activeren. Een vrij prominente en vaker toegepaste techniek daarin is Peer Instruction. Hierbij activeert de docent studenten door ze zogenoemde ConcepTests voor te leggen. Dat zijn over het algemeen meerkeuzevragen waarin studenten bevraagd worden op hun (mis)concepties van (natuurwetenschappelijke) theorieën. Deze conceptuele vraag moeten studenten via onderling overleg proberen te beantwoorden tijdens een college. Aan de hand van de score van de studenten die de docent eenvoudig kan meten door studenten hun hand op te laten steken voor het antwoord dat ze denken dat goed is kan de 1 pagina 11 van 11

5 docent besluiten om de theorie nogmaals uit te leggen of door te gaan met een volgende onderwerp. In één van de casussen die te vinden is op de website Flexibilisering van Toetsing via wordt de Galileo casus uitgebreider behandeld. pagina 12 van 12

6 Kader 4 Toetsen als collegeverbeteraar Een docente van het vak Historische pedagogiek aan de VU wilde het onderwijs graag verbeteren. Zij vond dat de gehele kwaliteit van de cursus verhoogd moest worden. Zij besloot om zelftoetsen te gaan maken voor studenten en deze aan studenten aan te bieden via de digitale leeromgeving Blackboard. Het inzetten van zelftoetsen via Blackboard zag zij als een mogelijkheid om: Colleges beter te kunnen voorbereiden. Het maken van de toetsen helpt haar om lastige concepten beter uit te leggen tijdens het college. De stof zelf beter te leren beheersen. Het maken van toetsen dwingt haar om de stof weer helemaal door te pluizen. De inhoud en leerdoelen van het vak beter te formuleren. Het maken van toetsen dwingt haar om de stof weer helemaal door te pluizen. De studenten meer te motiveren voor het vak. Door studenten vragen te laten beantwoorden komen ze op een andere manier met de stof in aanraking. De studenten beter voor te bereiden op de toets. Door studenten vragen te laten beantwoorden komen ze meer met de stof in aanraking. Samen met haar collega heeft ze voor elk hoofdstuk uit de literatuur vragen opgesteld. Wat vonden zij zelf waardevol aan deze onderneming? Het werken hieraan heeft me veel voldoening opgeleverd en de doelen zijn ook behaald. Ik heb een veel beter inzicht gekregen in mijn eigen vak. De studenten reageerden positief, alhoewel lang niet iedereen de zelftoetsen maakte. Degenen die ze wel maakten waren tijdens het college actiever en stelden meer vragen. Dat maakte het college veel interessanter, zowel voor de studenten als voor mezelf. De studenten in het algemeen waardeerden daarnaast het feit dat een deel van de vragen uit de zelftoetsen terugkwamen in de eindtoets. Dat was voor hen een goede stimulans om gebruik te maken van de zelftoetsen. De eindtoets bestond uit 60 multiplechoicevragen (waarvan 20 uit de zelftoetsen) en 10 open vragen. Kader 5 De opfristoets Aan het eind van de propedeuse krijgen studenten Biologie van de Vrije Universiteit het vak Plantenfysiologie. Tot dan toe is er in de propedeuse geen aandacht geweest voor plantenfysiologie en de kennis die studenten op het vwo over dit onderwerp hebben opgedaan blijkt meestal diep te zijn weggezakt. Daarom heeft Anneke Wagner in 2001 een voorkennistoets gemaakt zodat zij beter inzicht zou hebben in de voorkennis van studenten (en de leemtes daarin). Zij maakte deze opfristoets met de toetsmodule van Blackboard. De toets bestaat uit 22 vragen, telkens bij een afbeelding. Als studenten de toets afhebben, zien ze direct welke vragen ze goed en fout hebben beantwoord. Het maken van de toetsvragen gebeurt onder gecontroleerde condities in een pc-zaal. De studenten mogen overleggen en de literatuur erbij gebruiken. Dat gebeurt dan ook veelvuldig. De studenten waarderen deze werkvorm zeer. De docente leert vooral dat studenten eigenlijk nog best veel weten, als ze maar via een geschikte werkvorm actief met de stof moeten omgaan. Ook komt ze erachter dat ze in haar cursus meer aandacht zou moeten besteden aan het vakspecifieke Engels. De studenten blijken moeilijk de overstap te kunnen maken van Nederlandse biologiekennis naar Engelstalige biologiekennis. Wat is bijvoorbeeld de Engelse term voor scharnier? Het verhaal van Anneke Wagner is uitgebreider te vinden op de e-learningsite van SURF: pagina 13 van 13

7 Haar verhaal wordt helemaal visueel gemaakt op een streaming video. Deze is te bekijken via: Summatieve toetsing De derde toetsvorm is de groep toetsvragen of toetsen die in het onderwijsprogramma worden voorgelegd onder gecontroleerde condities en die leiden tot een bindende beslissing. Er zijn, met andere woorden, consequenties verbonden aan de resultaten. Dit noemen we summatieve toetsing. Het gaat op dat moment om certificering. Consequenties kunnen zijn dat studenten een studiepunt wel of niet behalen, dat ze wel of niet een studiefase kunnen afsluiten, of vaak gekoppeld daaraan of ze wel of niet een negatief bindend studieadvies krijgen. De term certificering geeft aan dat de opleiding erkent en kan garanderen dat een lerende een bepaald (minimum)niveau heeft behaald. Voorbeelden van summatieve toetsen zijn voortgangstoetsen, tentamens, opdrachten of een praktijkproef. Het spreekt voor zich dat de eisen die studenten mogen stellen aan summatieve toetsen hoog zijn. De toetsen moeten fair zijn met een optimale balans tussen betrouwbaarheid, validiteit en uitvoerbaarheid. Dergelijke toetsen moeten systematisch ontwikkeld worden. Fasen in het summatieve toetsproces Er zijn verschillende methoden om de fasen in een summatief toetsproces te onderscheiden. Wij gaan in dit boek uit van de zogenoemde toetscyclus (Jaspers en Schade 2002). Figuur 1 De toetscyclus Evalueren Ontwerpen Sanctioneren Construeren items/toetsen Toetsbeheer Analyseren Samenstellen toets Scannen Afnemen toets Bovenstaande toetscyclus is een model om het werkproces van summatieve toetsing te structureren. Het model is ook geschikt voor formatieve toetsing. In het kader van kwaliteitszorg behoort een formatieve toets ook aan hoge standaarden te voldoen. Idealiter zal dit proces in het geheel en nauwkeurig worden doorlopen. Het model geeft aan dat het onderwijs ontwikkeld moet worden in samenhang met de toetsing: de fase ontwerpen is van pagina 14 van 14

8 belang om de doelen van het onderwijs en de te ontwikkelen toetsen met elkaar in overeenstemming te brengen, de fase evalueren is van belang om terugkoppeling te krijgen of die overeenstemming er is of dat er bijstelling moet plaatsvinden. Toetsen worden ontwikkeld en afgenomen om te kunnen meten of studenten competenties (of leerdoelen) van een curriculum of een cursus hebben gehaald. Nadat de competenties zijn vastgelegd in de fase ontwerpen, wordt de blauwdruk van de toets ontworpen. Deze blauwdruk geeft in hoofdlijnen aan hoe de toetsing eruit zal zien. Ook bevat de blauwdruk al een aanzet voor de onderwerpen en het niveau waarop getoetst zal worden (toetsmatrijs garanderen van validiteit). Vervolgens (maar bij voorkeur vormt het ontwikkelen van toetsitems een continu proces).worden toetsitems ontwikkeld, op basis waarvan een toets wordt samengesteld. Dat laatste kan handmatig of geautomatiseerd gedaan worden. Hierna kan de toets worden afgenomen. Dat kan schriftelijk of via het beeldscherm plaatsvinden. De antwoorden van de studenten worden geregistreerd en daarna geanalyseerd. Aan de hand van de analyse zal de kwaliteit van de toetsitems worden beoordeeld en zullen mogelijk toetsitems uit de toets moeten worden gehaald. Ook zal een cesuur worden vastgesteld en beoordeeld. Tot slot zal het gehele proces geëvalueerd worden en zullen aan de hand daarvan de leerdoelen, het toetsplan en de items eventueel worden aangepast. In het midden van het model staat de functie Toetsbeheer. Deze functie geeft aan dat er in elke fase van de ontwikkeling aandacht moet zijn voor het opslaan en bewaken van de gegevens. Dit speelt bij individuele docenten een minder belangrijke rol, maar bij meer complexe toetsorganisaties en een toename van het aantal toetsitems wordt dat aspect steeds belangrijker. Samengevat zijn de belangrijkste onderdelen van het model binnen de context van dit boek: toetsontwikkeling (ontwerpen, construeren van items en toetsen), toetsafname, toetsverwerking (scannen, analyseren, sanctionerern, evalueren) en toetsbeheer Tussentoetsen: formatief of summatief? Een interessante categorie toetsen zijn de zogenoemde tussentoetsen, deeltoetsen of tussenopdrachten. Dergelijke toetsen worden door onderwijsgevenden vaak meegerekend in de beoordeling voor het totale eindresultaat. In strikte zin zijn deze toetsen dus summatief. En dat onderscheid is belangrijk: juist bij de overgang van formatieve naar summatieve toetsen wordt veel sturing in het onderwijsproces ingebracht. [Summatieve] Toetsing dicteert namelijk in belangrijke mate het leren. Voor studenten vormen de toetsen de sleutel voor succes in hun onderwijsloopbaan. De vorm, de inhoud, de programmering en de regelgeving bepalen feitelijk wat en hoe studenten zullen leren. Voor studenten is de toetsing het feitelijke curriculum. (Vleuten, Schuwirth et al. 1999). Als het gaat om flexibilisering van toetsing, is de keuze tussen formatief of summatief toetsen erg belangrijk Overzicht toetsvormen In onderstaande tabel hebben we de verschillende toetsvormen nog eens voor u op een rij gezet. Tabel 1: Overzicht van verschillende toepassingen van toetsvragen in het onderwijsproces Formatief Summatief Leren Meten Oriënteren Oefenen Diagnose Certificeren pagina 15 van 15

9 stellen Zelftoetsing (niet-gecontroleerde X X X - condities) (bijv. Flash (bijv. COO- (bijv. Card oefening oefententamen) oefening) Gecontroleerde condities X X X X (bijv. Peer (bijv. Begeleid (bijv. (bijv. deeltoets, Instruction) COO) instaptoets) tentamen) 2.3 Flexibeler toetsen binnen flexibeler onderwijs Flexibel toetsen kan alleen binnen het kader van flexibel onderwijs. Nog niet zo lang geleden werd het begrip 'flexibel onderwijs' bijna gelijkgesteld aan afstandsonderwijs en plaats- en tijdonafhankelijk leren. In het boek 'Flexible learning in a digital World' van Collis en Moonen wordt een specifiekere omschrijving gegeven (Collis en Moonen 2001): Het centrale idee hierbij is dat de lerende keuze heeft uit verschillende aspecten van de leerervaring. Flexibel leren is een beweging weg van een situatie waarin sleutelbeslissingen over de leerdimensies genomen worden door de docent of de instelling, naar een situatie waar de lerende een keuze heeft uit een repertoire van mogelijkheden ten aanzien van deze sleuteldimensies. De onderwijsinstelling en de onderwijsgevenden moeten dit repertoire realiseren. Zij moeten daarom in staat worden gesteld om dit repertoire te kunnen ontwikkelen en aan te bieden en zij moeten op verschillende dimensies keuzen maken en deze tot uitvoer kunnen brengen. In dit handboek betreft het het repertoire op het gebied van het gebruik en de ontwikkeling van toetsvragen en toetsen in verschillende leerfasen en voor diverse formatieve en summatieve functies. Juist bij de sleuteldimensie summatieve toetsing zal dit spanningsveld zeer sterk aanwezig zijn. Het behoeft geen betoog dat een student niet volledig vrij kan zijn in het kiezen van de soort summatieve toetsing. Dit is alleen al strijdig met het feit dat een instelling garant moet staan voor een bepaalde eindkwalificatie en eindniveau. Daarnaast is ook de programmering in de tijd van certificerende toetsmomenten van belang om studenten een studeerbaar onderwijsprogramma te bieden (OAB 2003) We komen dan uit op de volgende definitie van 'flexibele toetsing': Flexibele toetsing is een situatie waarbij er in het onderwijs een breed repertoire van toetsingsmogelijkheden beschikbaar is, waaruit student, docent, opleiding en instelling in onderlinge interactie voor hun leer- of onderwijssituatie een geschikte keuze kunnen maken en tot uitvoer kunnen brengen. In deze definitie is ook de onderlinge interactie van belang. Hiermee bedoelen we dat studenten en docenten elkaars signalen lezen en daar ook iets mee doen (zie onderstaande kadertekst voor een voorbeeld). Kader 6 Reageren op de vraag van studenten De postdoctorale opleiding Fiscaal en beleggingsanalist van de Vrije Universiteit heeft een onderzoek gedaan onder studenten die de opleiding hadden afgerond. Als belangrijk verbeterpunt pagina 16 van 16

10 voor het onderwijs noemde zij dat toekomstige studenten meer in de gelegenheid zouden moeten worden gesteld om te oefenen met formatieve toetsen. Het was de afgestudeerden namelijk gebleken dat die eindtoetsing van de opleiding (een examen met multiplechoiceopgaven) uiteindelijk het allerbelangrijkste criterium was waarop het wel of niet slagen voor de opleiding was gebaseerd. Het idee van de studenten was nu dat de opleiding liefst online multiplechoicetoetsvragen beschikbaar zou stellen om mee te oefenen. De uitslag van deze formatieve toetsing zou dan besproken moeten worden in de colleges. De opleiding besloot deze wens serieus te nemen. Daartoe formeerden ze een kleine projectgroep die besloot om gebruik te maken van het toetsprogramma Questionmark Perception. Het programma zou gehost worden door een externe partij. In Questionmark Perception zou de opleiding wekelijks een toets klaarzetten voor studenten, precies toegesneden op het onderwerp en de literatuur van die week. Mogelijk dat de studenten ook de eindtoets via het beeldscherm zouden kunnen maken. Ze ontwikkelden een uitgebreide toetsbank met in totaal ongeveer 3000 toetsvragen. In het academisch jaar 2002/2003 en 2003/2004 lukte het - met veel inspanning - om dit aanbod gerealiseerd te krijgen. In de colleges werden de studenten regelmatig aangespoord om gebruik te maken van de mogelijkheden om zichzelf te toetsen. Het gebruik door de studenten van het systeem bleek echter dramatisch laag. Ook na extra aansporing. Van de 80 studenten die de opleiding volgden, bleek gemiddeld slecht 7 tot 8 studenten gebruik te maken van het systeem. Waardoor de participatie laag was werd niet geheel duidelijk. Door deze lage participatie waren ook de resultaten van de toetsen statistisch nietszeggend zodat er ook geen zinvolle feedback tijdens de colleges op kon worden gegeven. Het project op zich om een toetsbank te ontwikkelen en aan studenten aan te bieden was geslaagd. Het probleem werd echter niet opgelost. Wat moest de opleiding gaan doen Kader 7 Voorkennistoets (Draaijer, Groen et al. 2003) In de cursus Basin analysis (bekkenmodelleren) van faculteit Aard- en Levenswetenschappen van De Vrije Universiteit, is een practicum opgenomen waarin studenten simulaties moeten uitvoeren over de vervormingen van de aardkorst. Het practicum verloopt niet zo goed; de studenten hebben verschillende niveau s van voorkennis waardoor veel tijd tijdens het practicum verloren gaat aan het ophalen van kennis die de studenten eigenlijk al hadden moeten bezitten. De docenten besluiten om de studenten voorafgaand aan het uitvoeren van de simulaties voorkennis vragen aan te bieden, bedoeld voor studenten om weer van te leren. De vragen worden online via Blackboard voorgelegd aan de studenten. pagina 17 van 17

11 Studenten kunnen ze beantwoorden en krijgen na het beantwoorden van de vragen feedback. Uit observaties wordt duidelijk dat de studenten heel verschillend omgaan met de vragen. De postdoctorale studenten maken de vragen geconcentreerd en de feedback geeft aanleiding tot veel discussie met de practicumleiding. De jongvolwassen studenten maken de vragen vrij ongeconcentreerd, slaan de vragen liever over en nemen snel genoegen met de gegeven feedback. Ze willen direct door naar de simulaties. Beide groepen studenten vinden dat ze teveel getoetst worden; ze ervaren de voorkennistoets niet als instrument om iets te leren, maar om ze af te rekenen. Het resultaat van de nieuwe cursusopzet is dat studenten sneller en met een hoger niveau de cursus afsluiten. Of dat komt door de invoering van de voorkennistoetsen is niet geheel duidelijk omdat de docenten tegelijkertijd meer onderdelen van de cursus en het practicum hebben gewijzigd. De practicumleiding vindt dat ze een beslissing moeten nemen of ze deze voorkennistoetsen wel of niet in het practicum moeten handhaven Het is duidelijk: het inzetten van een bepaald toetsidee biedt nooit een 100% werkende oplossing. Het benutten van kansen vergt inzet van mensen en middelen. Beide zijn echter beperkt voorhanden, daarom zal dit ongetwijfeld spanningen opleveren. Vraag en aanbod moeten in evenwicht worden gebracht. 2.4 Toetsen en ICT Binnen het domein van toetsen en beoordelen met ICT worden veel termen gebruikt die ambigu zijn. Daaronder vallen bijvoorbeeld de termen kennistoetsing, objectieve toetsing, Computer- Assisted Assessment (CAA), Computer Based Assessment (CBA), Computer Based Testing (CBT), computerondersteund toetsen, digitaal toetsen, etc. In dit boek focussen wij op de elementen en processen die vallen onder het begrip computerondersteund toetsen (Computer-Assisted Assessment, kortweg CAA). Wij kiezen daarvoor omdat CAA in de Angelsaksische literatuur een vrij duidelijke inkadering kent (Bull en McKenna 2003). CAA refereert aan het gebruik van computers om toetsen en toetsitems voor zelfstudie, formatieve of summatieve doelen te beheren, aan te bieden aan studenten en te analyseren. Daarnaast omvat CAA ook de processen om toetsgegevens van optische formulieren te verzamelen en te analyseren. ICT kan ingezet worden in elke fase van het toetsproces. In deze paragraaf gaan we met name in op het gebruik van ICT bij toetsafname. Dat kan door middel van beeldschermtoetsen. De voor- en nadelen van beeldschermtoetsen bespreken we in paragraaf In vergelijking met schriftelijke toetsen kun je bij beeldschermtoetsen meer verschillende vraagtypen inzetten. Deze vraagtypen komen aan de orde in paragraaf Beeldschermtoetsen Toetsvragen en toetsen kunnen via het beeldscherm afgenomen worden. Het belangrijkste kenmerk van beeldschermtoetsen is dat de computer in staat is om de antwoorden van de studenten (automatisch) te ontvangen, te analyseren en feedback terug te geven. We kunnen drie soorten digitale toetsvragen en toetsen onderscheiden: pagina 18 van 18

12 Kennistoetsing: Voornamelijk gesloten vragen zoals multiplechoice-, ja/nee- of multiple-answervragen, gericht op lagere orde cognitieve bevraging. Inzichttoetsing of complexe inzichttoetsing: Gericht op bevraging van hogere orde cognitieve kennis, kennistoepassing en probleemoplossing. De vraagvorm kan gesloten of open zijn. Vaardigheidstoetsen: Geschikt voor hogere orde cognitieve kennis, probleemoplossende of zelfs vaardigheidstoetsen. Deze toetsen worden vaak uitgevoerd in simulatievorm (bijvoorbeeld een online businessgame of een virtuele patiënt). Veel onderwijsgevenden veronderstellen dat met gesloten vragen alleen een laag cognitief niveau bevraagd kan worden (feiten en weetjes). Volgens onder andere Wolters (Wolters 1998) kan gesteld worden dat de gesloten vraagvorm eigenlijk vooral geschikt is voor de eerste fase van een opleiding, waarin het erom gaat begrippen en terminologie uit vakgebieden te leren kennen. Dit leidt echter snel tot het idee dat ook beeldschermtoetsen alleen geschikt zijn om eenvoudige kennis te bevragen. Ook met gesloten vragen is het echter wel degelijk mogelijk om vragen te formuleren die gericht zijn op hogere cognitieve niveaus (Berkel 1999). Het vraagt echter wel tijd en expertise van toetsontwikkelaars om dergelijke vragen te maken. Daar staat tegenover dat beeldschermafname bevraging op hoger niveau makkelijker maakt, doordat bijvoorbeeld vraagtypes zoals de ordeningsvraag, de parenzoekenvraag of de numerieke vraag zonder veel problemen kunnen worden ingezet (Draaijer 2001). Bij schriftelijke afname zijn dergelijke vraagtypes veel moeilijker automatisch te analyseren. Tot slot maakt beeldschermafname het mogelijk om multimediale en simulatieaspecten toe te voegen aan het vragenrepertoire. Dit kan de authenticiteit en het te bevragen niveau van vraagstukken sterk verhogen. Probleemoplossende vaardigheden kunnen op deze manier beter worden geoefend. Er bestaat ook programmatuur om de computer automatisch (of semi-automatisch) tekstvraagstukken te laten beoordelen. Het gaat dan om de interpretatie van de kwaliteit van open vragen met een omvang van een half A4 tot een aantal pagina s A4. De toepasbaarheid daarvan voor summatieve doeleinden in het hoger onderwijs is in Nederland echter nog wel beperkt (Hearst 2000; Heuvelmans 2003). Voor formatieve doeleinden kan echter bijvoorbeeld met het programma CODAS al heel wat bereikt worden. In paragraaf wordt dieper ingegaan op de toepassing van CODAS in het onderwijs en in de bijlage zijn ook een aantal voorbeelden uitgewerkt. Didactische voordelen van beeldschermtoetsing Het afnemen van toetsen via het beeldscherm heeft een aantal belangrijke didactische voordelen. Het belangrijkste voordeel is de interactiviteit. Deze interactiviteit kan zorgen voor een vraagantwoordspel tussen de lerende en de computer. De computer kan feedback geven. Feedback kan verschillende dingen inhouden: inhoudelijke terugkoppeling betekenen op gegeven antwoorden; terugkoppeling door het direct geven van een score en resultaatanalyse; terugkoppeling door het aanbieden van andere vragen (adaptief toetsen). Voor zelftoetsing geldt bovendien dat online toegankelijke beeldschermtoetsen in principe echt tijden plaatsonafhankelijk aan studenten voorgelegd kunnen worden. Opgesomd zijn de didactische voordelen van beeldschermtoetsing: pagina 19 van 19

13 Interactieve vragen kunnen op elk willekeurig plaats in digitaal onderwijsmateriaal worden ingebouwd; Beeldschermtoetsing kan tijd- en plaatsonafhankelijk geschieden; Studenten kunnen direct inhoudelijke feedback krijgen als ze de vragen hebben beantwoord; Studenten en docenten kunnen direct de analyse (de score) van een toets ontvangen; Met beeldschermtoetsing kunnen gemakkelijker andere vraagtypen worden gebruikt in toetsen dan met schriftelijke afname; Multimediale componenten (zoals video of simulaties) maken authentieke vragen mogelijk; Beeldschermafname maakt het mogelijk studenten verschillende toetsen voor te leggen: o willekeurige vragen uit een bestand van vragen o vragen in willekeurige volgorde o alternatieven van vragen in willekeurige volgorde Beeldschermafname maakt het mogelijk dat er conditioneel of adaptief getoetst wordt, zodat er minder toetsvragen nodig zijn; Beeldschermtoetsing maakt het mogelijk dat studenten tijdens het toetsen gebruikmaken van bijvoorbeeld kantoorprogramma s of beroepsapplicaties voor het beantwoorden van vragen. Efficiencyvoordelen van certificerende beeldschermtoetsing Een erg belangrijk voordeel voor instellingen om te kiezen voor summatieve beeldschermtoetsen is dat er steeds stringentere eisen worden gesteld aan de snelheid waarmee toetsen worden geanalyseerd. Die snelheid speelt met name een rol bij onderwijskwaliteit en accreditatiemogelijkheden. Om summatieve beeldschermtoetsing optimaal te gebruiken, zal een instelling behoorlijk moeten investeren in tijd, mensen en middelen. Niet in de laatste plaats is er voor summatieve toetsing een betrouwbare en beveiligde infrastructuur nodig. Voor de ontwikkeling van summatieve beeldschermtoetsing geldt zeker de regel: de kost gaat voor de baat uit. Samenvattend zijn de efficiencyvoordelen van certificerende beeldschermtoetsing: Minder nakijktijd voor de docent; Eenvoudiger hergebruik van toetsitems voor verschillende doeleinden (zelftoetsing, formatief, summatief); Mogelijkheid om toetsitems eenvoudig voor geavanceerdere doeleinden in te zetten, bijvoorbeeld voor adaptief toetsen (zie onderstaande tekstkader) of toetsing door Multiple Evaluation Testing (Dirkzwager 1998). Kader 8 Adaptief Toetsen Adaptief toetsen is een toetswijze waarop een student niet in één keer een gehele toets voorgelegd krijgt: afhankelijk van de score op een beperkt aantal vragen besluit de computer om de student al dan niet vervolgvragen voor te leggen en te bepalen welke moeilijkheidsgraad dan voorgelegd wordt (lager, gelijk of hoger). Op deze wijze kan met veel minder vragen een betrouwbaar oordeel worden gegeven over de beheersing van bepaalde stof door een student (Straetmans 1999). Bovendien krijgt iedere student een unieke toets voorgelegd. Dat maakt het mogelijk om studenten te toetsen op het moment dat het ze zelf schikt. Er is software op de markt verkrijgbaar die adaptief toetsen specifiek ondersteund (het programma FastTest via Tijdonafhankelijk toetsen wordt dan sneller mogelijk. Om een adaptieve toets betrouwbaar genoeg te maken dienen er veel items in de toetsbank te zitten waaruit een toets wordt gegenereerd en moeten deze items gekalibreerd zijn: het moet bekend zijn welke moeilijkheidsgraad een item heeft. Dat vergt een uitgekiende en arbeidsintensieve aanpak. Dat is dan ook direct één van de grote struikelblokken voor het invoeren pagina 20 van 20

14 van dergelijke toetsen in het hoger onderwijs. De investering is erg hoog, waarbij door voortdurende verandering van curricula en specifieke lokale eisen de toepasbaarheid van een dergelijk programma klein is, zeker op een langere termijn. De hierboven genoemde voordelen van beeldschermtoetsing leiden er vaak toe dat beeldschermtoetsing wordt gelijkgesteld aan flexibel toetsen. Het grootste deel van dit boek gaat erover om deze voordelen ook daadwerkelijk te realiseren. Didactische nadelen van beeldschermtoetsen Beeldschermtoetsen hebben niet alleen maar voordelen, er kleeft ook een aantal nadelen aan vast. De belangrijkste zijn: Een slechte programma-interface kan bediening door de student moeilijker maken; de leesbaarheid van een computerbeeldscherm is minder dan van papier, zeker van langere stukken tekst; o het bladeren door de vragen is moeilijker, waardoor het de student meer moeite kost om overzicht te krijgen over de totale toets. Het gevolg kan zijn dat de student gedurende de toets niet goed kan inschatten of alle vragen zijn beantwoord; o te veel functies en knoppen leiden af van de eigenlijke taak bij een toets (het beantwoorden van de toetsvragen); De cesuur van een toets moet bij beeldschermafname van tevoren zijn vastgesteld. In de praktijk blijkt dat na de analyse van de toets, de cesuur vaak moet worden aangepast of bijvoorbeeld dat vragen uit de toets worden verwijderd omdat ze niet deugdelijk bleken. Ook kan blijken dat een toets veel te moeilijk of gemakkelijk is geweest. Dan is een hercijfering noodzakelijk, met alle bijbehorende communicatie en organisatie van dien. Alleen adaptief toetsen ondervangt dat probleem. Aandachtspunten voor het ontwikkelen van beeldschermtoetsen Bovengenoemde voor- en nadelen brengt met zich mee dat ontwikkelaars van beeldschermtoeten veel aandacht moeten besteden aan een duidelijk, uniform en goed interfaceontwerp (Poteralski 1994; Ricketts 2001; Hermans en Hofstee 2004). Ook moeten de didactische voor- en nadelen worden meegenomen bij het ontwikkelen van oriënterende en oefentoetsen en het stellen van een diagnose. Waar op moet worden gelet bij het ontwikkelen van zelf- en diagnostische toetsen is afhankelijk van de functie van de beeldschermtoets. Hieronder vindt u de aandachtspunten per functie. Als de beeldschermtoets een oefenfunctie heeft (Graaff, Hulst et al. 2002; Rayne 2002): ontwerp dan oefeningen van eenvoudiger niveau dan de eindtoets (bijvoorbeeld leren toepassen van sleutelconcepten uit de leerstof) en maak de studenten duidelijk dat het niveau niet representatief is voor de eindtoets; maak dan vragen over lastige onderdelen van de leerstof; overweeg dan om een keuzemenu te maken, zodat studenten kunnen kiezen voor vragen over bepaalde onderwerpen; laat de antwoordalternatieven bij de stam van een gesloten vraag niet direct zien zodat studenten eerst voor zichzelf antwoorden kunnen formuleren; maak dan meerdere vragen per onderwerp en geef liefst gedetailleerde feedback na iedere vraag, zodat studenten van hun fouten kunnen leren; plaats dan de vragen in oplopende volgorde van moeilijkheid, zodat studenten niet direct stuklopen; pagina 21 van 21

15 voorzie dan de eerste opgaven van aanwijzingen of suggesties in welke richting de oplossing moet of kan worden gezocht of verdeel de opgaven in kleine stappen die voorafgaan aan de uiteindelijke hoofdoplossing; zorg dat de oefeningen een aantrekkelijke vormgeving hebben en niet direct tonen als een tentamen. Als de beeldschermtoets een formatief diagnostisch karakter heeft, o.a. naar (Graaff, Hulst et al. 2002): dan moet de inhoud representatief zijn voor het niveau van de eindtoets en moet duidelijk zijn welke leerdoelen/onderwerpen worden bevraagd; dan moet de feedback zowel een totaalscore (voldoende/onvoldoende) als informatie over de beheersing van de verschillenden onderdelen van de leerstof bevatten; dan wordt de feedback gegeven nadat de toets geheel is gemaakt; dan moet de registratie gegevens per student én over de hele groep bevatten. Eventueel moeten resultaten kunnen worden weggeschreven naar het studentvolgsysteem van de opleiding. Feedback geven bij beeldschermtoetsen Anders dan bij schriftelijke toetsen, moet feedback bij computerondersteund toetsen vooraf geformuleerd worden. Er moet dus geanticipeerd worden op mogelijke goede en foute antwoorden. In theorie is het mogelijk om voor ieder antwoordalternatief specifieke feedback te formuleren, maar in de praktijk blijkt dit lastig. Bij vragen op kennisniveau is er vaak niet zo veel verschil tussen feedback op verschillende foutieve antwoorden, terwijl het bij vragen op inzichtniveau moeilijk te voorspellen is welke (redeneer)fout de student kan maken. Meestal kunt u zich daarom beperken tot twee soorten feedback (bij goed respectievelijk fout antwoord) of tot een modelantwoord (bij open vragen). Als het wel belangrijk is om de feedback verder te differentiëren, raden we aan om de verschillende feedback niet automatisch te koppelen aan een specifiek antwoordalternatief, maar om de student zelf uit een menu te laten kiezen voor passende feedback. U gebruikt dan de intelligentie van de student in plaats van de intelligentie van het programma. Studenten zijn meestal goed in staat om te beoordelen waarom ze een fout gemaakt hebben, om daar vervolgens de meest passende feedback bij te kiezen. Overigens bestaat deze mogelijkheid alleen in meer geavanceerde toetsprogramma s. In de meeste eenvoudige programma s is de mogelijkheid voor feedback beperkt tot twee feedbackteksten: feedback bij een goed antwoord op de vraag en feedback die getoond wordt bij een incorrect antwoord. Feedback op beeldscherm kan ook een negatief effect hebben op de leerprestatie. Feedback moet dan ook zorgvuldig geformuleerd worden. In onderstaande opsomming staan enkele aanwijzingen voor het formuleren van inhoudelijke feedback. Aanwijzingen bij het geven van feedback Naar: (Fenrich 1997; Rayne 2002). Geef pas feedback nadat zeker is dat de lerende een oprechte poging heeft gewaagd om een antwoord te formuleren, bijvoorbeeld door een drempel op te werpen om direct feedback te verkrijgen. Dan kan door pas feedback te geven: o als alle vragen zijn beantwoord; o als het antwoord goed is of als 80 procent van de antwoorden goed is; o door in de feedback niet het juiste antwoord te vermelden maar de student aanwijzingen te geven om het juiste antwoord zelf te vinden. pagina 22 van 22

16 Formuleer feedback beknopt. Houd de toon van feedback positief/neutraal; feedback bij verkeerd beantwoorde vragen mag nooit neerbuigend zijn, feedback bij goed beantwoorde vragen moet de student niet de hemel in prijzen. Varieer de formulering van feedback (wissel alternatieven zoals goed, correct, juist af). Geef bij goed beantwoorde vragen aan waarom het gekozen antwoord goed is en waarom de andere antwoorden fout zijn; een student kan door gokken het goede antwoord gekozen hebben. Geef bij gedeeltelijk correct of fout beantwoorde vragen aan wat het juiste antwoord is, waarom dat het juiste antwoord is, waarom het door de student gekozen antwoord fout is en waarom de andere antwoorden fout zijn. Lange antwoorden op open vragen kunnen niet automatisch worden nagekeken, feedback kan hier gegeven worden in de vorm van een antwoordmodel waarmee de student zijn eigen antwoord kan vergelijken. Geef hierbij ook een beoordeling aan ( Als je ten minste drie van deze punten hebt genoemd, is de vraag voldoende beantwoord. ). Zorg dat de vraag nog te zien is als de feedback verschijnt, herhaal zonodig de vraag in de feedback. Feedback is meestal tekstueel maar soms is een andere vorm duidelijker, zoals een afbeelding. Gebruik geen speciale effecten (zoals geluid of humoristische afbeeldingen) in feedback, deze kunnen studenten afleiden of irriteren. Geef studenten zo mogelijk de gelegenheid te kiezen uit verschillende soorten feedback. Behalve inhoudelijke informatie kan feedback ook informatie geven voor strategieën of suggesties om verder te gaan: soms is een hint waarmee een student zelf de oplossing kan zoeken zeer leerzaam. Uiterlijk na de derde poging moet het goede antwoord gegeven worden en moet de student verder kunnen met de volgende vraag. Alle informatie die nodig is om de vraag te beantwoorden moet in de vraag staan (het is frustrerend voor studenten als noodzakelijke informatie pas achteraf wordt gegeven in de feedback) Digitale vraagtypen Digitale vragen kunnen grofweg ingedeeld worden in gesloten en open vragen. Bij gesloten vragen kan de student kiezen uit een aantal alternatieven. Voorbeelden hiervan zijn ja/nee-vragen en multiplechoicevragen. Bij open vragen moet de student zelf het antwoord formuleren. Hieronder vallen bijvoorbeeld aanvullende vragen, mondelinge vragen, kort-antwoordvragen en essayvragen. Met computers kunnen vele toetstypen gemaakt worden, ook open vragen. Zowel open als gesloten vragen brengen voor ICT-innovatie zo hun eigen problematiek mee. Zo zijn er veel ICT-gereedschappen beschikbaar voor de gesloten vraag, maar zeer weinig voor de open vraag. Bij het toetsen met tekstuele open vragen is vooral de verwerking van de vragen interessant, andere fasen uit het toetsproces veel minder. Meer informatie over ICT-systemen voor toetsing met open vragen vindt u in hoofdstuk 4. Hieronder gaan we eerst nader in op het vraagtype gesloten vragen. We bespreken onder andere de moeilijkheidsgraad, hoe je slechte en irrelevante gesloten vragen kunt voorkomen en variaties in gesloten vragen. Daarna komen de open vragen nader aan bod. Open vragen noemen we ook wel essayvragen; ook hiervan beschrijven we de belangrijkste voor- en nadelen. pagina 23 van 23

17 Gesloten vragen Gesloten vragen hebben een imagoprobleem. De gedachte is vaak dat een gesloten vraag synoniem is voor multiplechoicevraag en dat hiermee alleen simpele weetjes en feiten kunnen worden bevraagd. Binnen een categorie gesloten vragen zijn echter grote niveauverschillen aan te brengen. Daarbij moet worden bedacht dat voor het niveau van een vraag, de formulering van de stam van de vraag (de stimulus) belangrijker is dan de antwoordvorm of formulering van de antwoordalternatieven (de respons). Er is in dat opzicht ruime ervaring in het ontwikkelen van vragen waarin deze aanpak expliciet wordt gehanteerd: de zogenoemde korte casustoets (Schuwirth 2002) of de Overall Toets (Segers 1998). Daarbij wordt aangenomen dat items die zich richten op het bevragen van essentiële beslissingen binnen probleemsituaties, appelleren aan een hoger cognitief niveau. Een hulpmiddel om vragen van een bepaald niveau te bedenken is het gebruiken van werkwoorden uit Tabel 2, in de stam van een vraag. Tabel 2 Indeling van moeilijkheidsgraad van vragen naar een verkorte versie van de taxonomie van Bloom (Bloom, Krathwohl et al. 1971) Cognitief Omschrijving Processen/werkwoo Geschikt vraagtype niveau rden Kennis-vragen Vragen waarbij het voor het beantwoorden herinneren TRUE/FALSE alleen nodig is dat de student zich bepaalde benoemen Multiple choice zaken herinnert. opsommen Multiple answer onthouden Matching herhalen Fill-in-the-blank definiëren Hot spot Begrips- Vragen die verlangen dat de student begrijpen TRUE/FALSE vragen classificeert. Hij moet dan hoofdzaken van beschrijven Multiple choice bijzaken onderscheiden, verschillen en herformuleren Multiple answer overeenkomsten noemen, voorbeelden verklaren Matching geven, een begrip hanteren e.d. samenvatten Ordering identificeren Hot spot Toepassings- Vragen waarbij de student bekende en voor gebruiken TRUE/FALSE vragen de hand liggende regels moet toepassen. uitvoeren Multiple choice Hieronder vallen ook routineberekeningen, toepassen Multiple answer standaard oplosmethoden, algoritmen e.d. oplossen Matching demonstreren Ordering construeren Numeriek Algebraïsch Essay Analyse- Voor dit soort vragen is het vereist dat de uit elkaar Matching vragen student regels weet te vinden die weliswaar nemen Ordering eerder geleerd zijn, maar die bij dit probleem classificeren Essay niet voor de hand liggen. Hij moet de sorteren probleemsituatie daartoe analyseren, zodat categoriseren hij kan beslissen welke regels geschikt zijn vergelijken om erop toe te passen. contrasteren Synthese- Vragen die van de student iets van creëren Essay vragen creativiteit vergen: een voor hem nieuwe componeren pagina 24 van 24

18 regel zelf ontdekken of een bekende regel ontwerpen generaliseren naar een voor hem nieuw ontwikkelen toepassingsgebied. combineren plannen Evaluatie- Bij deze vragen moet de student relevante beoordelen Essay vragen criteria ontwikkelen, zoals bruikbaarheid, evalueren wenselijkheid en efficiëntie, en deze kunnen inschatten toepassen. beslissen meten bekritiseren verdedigen Dit hulpmiddel kan bij elk vraagtype worden toegepast en stuurt als het ware de moeilijkheidsgraad van een vraag. Sommige vraagtypes lenen zich daarbij beter voor gebruik bij een bepaalde moeilijkheidsgraad dan andere vraagtypen. Zo passen werkwoorden zoals classificeren, sorteren en categoriseren goed bij het vraagtype Matching of Ordering. Door de vraagstelling binnen de basisvorm van dat vraagtype te variëren, kan daarnaast gericht aansluiting gezocht worden bij een hogere moeilijkheidsgraad. Daarbij kan worden meegenomen dat een docent zich bij het samenstellen van oriëntatie- of oefentoetsen minder hoeft te bekommeren om betrouwbaarheid en validiteit. Voor het leereffect van studenten is het belangrijker als de inspanning van de docent zich richt op het aanzetten tot nadenken over leerstof (wellicht ook gewoon begrijpend lezen ). Variatie in de constructie van gesloten vragen kan daarvoor heel behulpzaam zijn. Voorbeelden van deze aanpak vindt u in verschillende publicaties (Verkroost; Dekker 1983; Draaijer 2001; Bull en McKenna 2003). Gesloten vragen kennen bovendien een grote diversiteit, én ze zijn eenvoudig automatisch na te kijken. We geven hieronder een opsomming van verschillende typen gesloten vragen. a. Eén goed uit meerdere alternatieven (multiple choice) Een specifieke uitvoering daarvan is de ja/nee- of waar/onwaar-vraag (true/false) b. Eén of meer goed uit alternatieven (multiple correct of multiple answer) pagina 25 van 25

19 c. Rangordenen d. Paren zoeken (matching) Het aardige van dit vraagtype is dat deze in vele verschillende verschijningsvormen gepresenteerd kan worden. Bijvoorbeeld als aanwijsvraag (wijs verschillende elementen van een figuur aan), als sleepvraag (drag-and-drop sleep de juiste term naar de juiste plaats op de figuur) of als matrixvraag (dat is eigenlijk een verzameling van multiplechoicevragen). Het belangrijkste kenmerk van dergelijke vragen is dat in één vraag een grote hoeveelheid gelijksoortige kennis bevraagd kan worden. Zie als voorbeeld onderstaande vraag over variabelen die een bepaalde functie vervullen in een onderzoeksdesign 2 2 Voorbeeld afkomstig van Rob Hartog, Wageningen Universiteit pagina 26 van 26

20 e. Aanwijzen (hot spot) f. (Variabel) numeriek antwoord 3 Toetsprogramma s kunnen heel veel met numerieke vragen. Zo kan bijna altijd aangegeven worden binnen welke marges een numeriek antwoord zich moet bevinden. In een aantal programma s kan een opgave ook variabele parameters krijgen zodat elke student een uniek 3 Voorbeeld van WebAssign pagina 27 van 27

Flexibilisering van Toetsing

Flexibilisering van Toetsing Flexibilisering van Toetsing Silvester Draaijer Creëren van voorwaarden voor een breed toetsrepertoire in het hoger onderwijs 05-07-2004 Colofon Flexibilisering van Toetsing Creëren van voorwaarden voor

Nadere informatie

Kwaliteitseisen. 4.1 Praktijk Reflectie Kwaliteitseisen voor toetsing Portfolio 30

Kwaliteitseisen. 4.1 Praktijk Reflectie Kwaliteitseisen voor toetsing Portfolio 30 25 Kwaliteitseisen Samenvatting In dit hoofdstuk worden de kwaliteitseisen aan een toets besproken. Een toets moet valide, betrouwbaar, bruikbaar en transparant zijn..1 Praktijk 26.2 Reflectie 26.3 Kwaliteitseisen

Nadere informatie

Doel. Programma. Computergebaseerd toetsen (CBT) Verschillende manieren van benaderen

Doel. Programma. Computergebaseerd toetsen (CBT) Verschillende manieren van benaderen Item- en toetsconstructie en analyse bij Computergebaseerd toetsen BKO-workshop Desirée Joosten, IPO/CELSTEC, Open Universiteit Nederland Doel Opfrissen van kennis en vaardigheden op het gebied van itemen

Nadere informatie

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Toetsbekwaamheid BKE november 2016 Toetsbekwaamheid BKE november 2016 De Basiskwalificatie Examinering heeft als doel de hbo-toetspraktijk te versterken. Een belangrijk aspect in die toetspraktijk is het gesprek over toetsing: het vragen/

Nadere informatie

9 Invoeren van digitale toetsing door één docent: docent Genetica, faculteit der Aard- en Levenswetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam

9 Invoeren van digitale toetsing door één docent: docent Genetica, faculteit der Aard- en Levenswetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam 9 Invoeren van digitale toetsing door één docent: docent Genetica, faculteit der Aard- en Levenswetenschappen Vrije Universiteit Amsterdam Casusbeschrijving door Silvester Draaijer 9.1 Samenvatting Een

Nadere informatie

Thema 1: Het leren (bevorderen) 19

Thema 1: Het leren (bevorderen) 19 I nhoud Voorwoord 5 Inleiding 15 Thema 1: Het leren (bevorderen) 19 1 Het leerproces van studenten 21 1.1 Waarom het leerproces van studenten? 21 1.2 Het leerproces volgens Biggs 22 1.3 Leeractiviteiten

Nadere informatie

Neem volgende elementen in overweging bij de vormgeving van een overalltoets:

Neem volgende elementen in overweging bij de vormgeving van een overalltoets: Overalltoets Omschrijving De overalltoets is een specifieke vorm van een casustoets. De overalltoets bestaat uit een probleemsituatie/casus die wordt beschreven door middel van verschillende informatiebronnen

Nadere informatie

Toetsen Leerdoelen en leeropbrengsten

Toetsen Leerdoelen en leeropbrengsten Toetsen Leerdoelen en leeropbrengsten dr. Renske de Kleijn Onderwijsadvies en Training - Educatie 25 april 2016 Overzicht 1. Lesopzet maken en CA Doelen Lesopzet Overzicht 1. Lesopzet maken en CA Doelen

Nadere informatie

KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s in beroepsgericht onderwijs (KIT)

KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s in beroepsgericht onderwijs (KIT) KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s in beroepsgericht onderwijs (KIT) www.kwaliteit-toetsprogramma.nl Docentversie, januari 2013. In dit document staan de kwaliteitscriteria met onderliggende indicatoren,

Nadere informatie

WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw

WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw WHITEPAPER Nectar 5 e editie onderbouw Nectar 5e editie onderbouw is een heldere, motiverende methode biologie die opvalt door de gestructureerde behandeling van

Nadere informatie

Zelfevaluatie-instrument

Zelfevaluatie-instrument Zelfevaluatie-instrument voor het bepalen van de kwaliteit van een toets Faculteit Management en Bestuur Zoëzi Opleidingsadvies Drs. Hilde ter Horst Drs. Annemiek Metz Versie 4.0, 11 september 2008 1.

Nadere informatie

op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars.

op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars. op (afnemende) sturing Een interventie gericht op docenten bij het opleiden en begeleiden van studenten naar zelfstandig beroepsbeoefenaars. Auteur: Anneke Lucassen Zelfevaluatie begeleiden bij zelfstandig

Nadere informatie

Woord vooraf Fasen in het toetsproces Stappen in het toetsproces 29 Voorbeeld van een toetsinstructie 38

Woord vooraf Fasen in het toetsproces Stappen in het toetsproces 29 Voorbeeld van een toetsinstructie 38 Inhoud Woord vooraf 13 1 toetsen in het hoger onderwijs 17 1.1 Het belang van goede toetsen 19 1.2 Definitie van toetsen 20 1.3 Inhoud en opbouw van het boek 20 1.4 Toetsen als deel van het onderwijs 22

Nadere informatie

Producten en prijzen 2016 GPS Engels

Producten en prijzen 2016 GPS Engels Volwassen en Eigentijds Producten en prijzen 2016 Volwassen en Eigentijds 1 Mei 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Maak kennis met... 3 Opbouw en inhoud van... 4 Gebruik voor de docent... 6 Lineair

Nadere informatie

Online toetsing met Question Mark Perception aan de EhB

Online toetsing met Question Mark Perception aan de EhB Online toetsing met Question Mark Perception aan de EhB Arnout Horemans 5 juni 2007 Online toetsing met QMP - A. Horemans 1 Inhoud Wat? Voor en nadelen Perception in EhB Voorbeeld formatieve toets Feedback

Nadere informatie

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Inleiding en leerdoelen Leren en studeren is een belangrijk onderdeel in je opleiding tot verpleegkundige. Om beter te leren studeren is het belangrijk niet

Nadere informatie

Tool scan formatieve toetscyclus

Tool scan formatieve toetscyclus Tool scan formatieve toetscyclus Lees de beschrijvingen van docentactiviteiten in de formatieve toetscyclus hieronder. Geef steeds aan in hoeverre jij dit momenteel doet in je eigen onderwijs. Score 1

Nadere informatie

SCAN. in kwaliteitsvol toetsen

SCAN. in kwaliteitsvol toetsen SCAN in kwaliteitsvol toetsen Instructies Overloop en beoordeel de concrete indicatoren van valide, betrouwbaar, transparant, efficiënt en/of leerrijk toetsen voor het geheel van toetsen/ de toets van

Nadere informatie

Soms geeft de begeleidende informatie misleidende informatie; doet de applicatie niet wat hij belooft te doen.

Soms geeft de begeleidende informatie misleidende informatie; doet de applicatie niet wat hij belooft te doen. Inhoud Als er leerdoelen gehaald moeten worden moeten we als docent wel enige zekerheid hebben omtrend het effect van een interactieve multimediale applicatie. Allereerst moet de applicatie beken worden

Nadere informatie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie Toetsvormen Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie 1 Waarom wordt er getoetst? Om te beoordelen in hoeverre de student in staat is te handelen zoals op academisch

Nadere informatie

Gesloten vraagvormen in TestVision

Gesloten vraagvormen in TestVision Gesloten vraagvormen in TestVision Vaak denken we bij gesloten vragen alleen aan meerkeuzevragen. Multiple choice of mc-vragen, noemen sommige mensen dat. Maar er kan intussen, dankzij digitaal toetsen,

Nadere informatie

VALIDITEIT Indicatoren Score Waar blijkt dit uit?

VALIDITEIT Indicatoren Score Waar blijkt dit uit? KwaliteitsInstrument Toetsprogramma (KIT) NB: Dit is een vereenvoudigde versie van het totale KIT. Het KIT is oorspronkelijk bedoeld om de kwaliteti van een toetsprogramma te bepalen. Een toetsprogramma

Nadere informatie

Kwaliteit van toetsen en beoordelen. Desirée Joosten-ten Brinke. 25 oktober Programma

Kwaliteit van toetsen en beoordelen. Desirée Joosten-ten Brinke. 25 oktober Programma Kwaliteit van toetsen en beoordelen Desirée Joosten-ten Brinke 25 oktober 2011 Programma Constructive alignment Kwaliteitspiramide voor eigentijds toetsen Docentprofessionalisering Toetsmotivatie en Studentbetrokkenheid

Nadere informatie

Kwaliteit van Toetsen. Dr C.G.Groot

Kwaliteit van Toetsen. Dr C.G.Groot Kwaliteit van Toetsen Dr C.G.Groot Er was eens. - Vragen niet correct - Toets geen afspiegeling van de stof - Procedures onduidelijk - Mondeling (in dit geval) niet objectief 2 Wettelijk kader - Wet op

Nadere informatie

Inhoud. Introductie tot de cursus

Inhoud. Introductie tot de cursus Inhoud Introductie tot de cursus 1 Inleiding 7 2 Voorkennis 7 3 Het cursusmateriaal 7 4 Structuur, symbolen en taalgebruik 8 5 De cursus bestuderen 9 6 Studiebegeleiding 10 7 Huiswerkopgaven 10 8 Het tentamen

Nadere informatie

Faculteit Ontwerpwetenschappen Handleiding Opstellen van een toetsmatrijs Versie 15/04/2015

Faculteit Ontwerpwetenschappen Handleiding Opstellen van een toetsmatrijs Versie 15/04/2015 Faculteit Ontwerpwetenschappen Handleiding Opstellen van een toetsmatrijs Versie 15/04/2015 FOW Handleiding toetsmatrijzen 1 Inhoud Woord vooraf... 3 DEEL 1: Theoretische achtergrond... 4 1. Kwaliteitsvol

Nadere informatie

Beschrijving op hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid. Instructeur. Versie 0.1

Beschrijving op hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid. Instructeur. Versie 0.1 Beschrijving op hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Instructeur Versie 0.1 Inleiding In dit document wordt een beschrijving op hoofdlijnen gegeven van de proeve van bekwaamheid Instructeur, voorheen

Nadere informatie

SCHRIJFWIJZER TOETSTERMEN

SCHRIJFWIJZER TOETSTERMEN SCHRIJFWIJZER TOETSTERMEN Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Een minimumprestatie en voorwaarde formuleren... 3 3. Een taxonomiecode toekennen... 4 4. Concreetheid van de toetsterm... 5 5. Uitgebreidheid van

Nadere informatie

Mondeling versus schriftelijk examen

Mondeling versus schriftelijk examen Mondeling versus schriftelijk examen Omschrijving Een mondeling examen is een evaluatievorm waarbij aan de hand van een gesprek tussen de examinator en de student wordt nagegaan in welke mate de student

Nadere informatie

7 MANIEREN OM STUDENTEN TE BETREKKEN BIJ SUMMATIEVE TOETSING

7 MANIEREN OM STUDENTEN TE BETREKKEN BIJ SUMMATIEVE TOETSING 7 MANIEREN OM STUDENTEN TE BETREKKEN BIJ SUMMATIEVE TOETSING Inside of every student is a teacher an inside of every teacher is a student (Bobby, et al. 2012) Veronica Bruijns, Charlotte Hoenderdos Beleidsafdeling

Nadere informatie

Individueel Onderwijsontwerp Traject (IOT)

Individueel Onderwijsontwerp Traject (IOT) universitair onderwijscentrum groningen Cursusontwerp Individueel Onderwijsontwerp Traject (IOT) Versie Augustus 2013 Naam: Datum: Dit sjabloon geeft een structuur voor het ontwerpen van uw cursus. Onder

Nadere informatie

Vakgebied(en) Bedrijfsadministratie

Vakgebied(en) Bedrijfsadministratie Modulebeschriiving Aangemaakt door: Bert Dambrink Eerste versie Laatste revisie Initieel bedoeld voor collegejaar 2010 2011, opleidingsjaar 2, blok 2.2 Gecontroleerd

Nadere informatie

Toetstermen en taxonomiecodes

Toetstermen en taxonomiecodes Toetstermen en taxonomiecodes Door middel van toetstermen is vastgelegd wat deelnemers moeten kennen en kunnen. Een toetsterm is bepalend voor de inhoud van de opleiding en de toetsing. Dit betekent dat

Nadere informatie

TOETSEN IN DE NIEUWE GENERATIE WISKUNDEMETHODES

TOETSEN IN DE NIEUWE GENERATIE WISKUNDEMETHODES TOETSEN IN DE NIEUWE GENERATIE WISKUNDEMETHODES Willemijn Muggen, uitgever Toetsen 16-11-2016 Gepersonaliseerd Leren - Doelstellingen Iedere leerling op zijn/haar niveau laten excelleren. Leren terwijl

Nadere informatie

Voortgangstoetsen in de propedeuse. Onderzoek naar het effect op studiesucces

Voortgangstoetsen in de propedeuse. Onderzoek naar het effect op studiesucces Voortgangstoetsen in de propedeuse Onderzoek naar het effect op studiesucces Presentatie Seminar digitaal toetsen in de praktijk: waarom en hoe? 1. Het project Studiesucces aan de UvA: Maurice Oudejans

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument Basiskwalificatie onderwijs (BKO) voor onderwijsgevenden op de VU

Beoordelingsinstrument Basiskwalificatie onderwijs (BKO) voor onderwijsgevenden op de VU Onderwijscentrum-VU Beoordelingsinstrument Basiskwalificatie onderwijs (BKO) voor onderwijsgevenden op de VU BKO-kandidaat (docent) voorletter(s) en achternaam docent: faculteit: Beoordelaars voor- en

Nadere informatie

Toetsbekwaamheid SKE november 2016

Toetsbekwaamheid SKE november 2016 Toetsbekwaamheid SKE november 2016 De SeniorKwalificatie Examinering heeft als doel de hbo-toetspraktijk te versterken. De SKE kwalificatie is bij voorkeur een teamgericht proces waarin individuele docenten

Nadere informatie

project Voortgangstoetsen in de propedeuse - Lessons Learned

project Voortgangstoetsen in de propedeuse - Lessons Learned project Voortgangstoetsen in de propedeuse - Lessons Learned Onderzoek naar het effect op studiesucces Universiteit van Amsterdam (maart 2011 - december 2012) Het onderzoeksproject Voortgangstoetsing in

Nadere informatie

"Organisatie op scherp"

Organisatie op scherp "Organisatie op scherp" Wat betekent digitaal toetsen voor uw organisatie? Masterclass, I&I conferentie, 23 november 2011 Desirée Joosten-ten Brinke Open Universiteit Fontys Lerarenopleiding Tilburg Programma

Nadere informatie

Kwantitatieve analyse toetskwaliteit

Kwantitatieve analyse toetskwaliteit Kwantitatieve analyse toetskwaliteit Auteur: Rob Kayzel Aan de hand van de resultaten van het tentamen (de scores van de studenten) is het mogelijk om de kwaliteit van het tentamen onderzoeken. De analyse

Nadere informatie

Flexibilisering van Toetsing

Flexibilisering van Toetsing Flexibilisering van Toetsing Silvester Draaijer Creëren van voorwaarden voor een breed toetsrepertoire in het hoger onderwijs 05-07-2004 Colofon Flexibilisering van Toetsing Creëren van voorwaarden voor

Nadere informatie

Digitaal toetsen met een visie

Digitaal toetsen met een visie TestVision Digitaal toetsen met een visie Ontworpen door toetsspecialisten Ondersteuning van de volledige toetscyclus Logische, intuïtieve bediening Geschikt voor formatief en summatief toetsen Uitgebreide

Nadere informatie

Producten en prijzen 2016 GPS Rekenen

Producten en prijzen 2016 GPS Rekenen Volwassen en Eigentijds Producten en prijzen 2016 Volwassen en Eigentijds 1 Mei 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Maak kennis met... 3 Opbouw en inhoud van... 4 Gebruik voor de docent... 6 Lineair

Nadere informatie

Dossier sjabloon. BKO registratie

Dossier sjabloon. BKO registratie Dossier sjabloon BKO registratie Faculteit GMW, november 2014 Dit sjabloon geeft een structuur voor het samenstellen van uw dossier voor de BKO-registratie. Voor stafleden met een 1 ste -graagds lesbevoegdheid

Nadere informatie

Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V.

Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V. Programma van toetsing tot september 2015 Programma van toetsing tot september 2015 Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding Voor studenten die zijn begonnen met het curriculum voor september 2015 is het oude

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

OPDRACHT FORMATIEF EVALUEREN: VAN CONTROLEREN NAAR INFORMEREN

OPDRACHT FORMATIEF EVALUEREN: VAN CONTROLEREN NAAR INFORMEREN OPDRACHT FORMATIEF EVALUEREN: VAN CONTROLEREN NAAR INFORMEREN BESCHRIJVING OPDRACHT In deze opdracht leer je hoe je door meer en beter formatief te evalueren toetsen onderdeel van het leerproces kan maken,

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

Hoe kun je onderwijs adaptief inrichten met behulp van ICT?

Hoe kun je onderwijs adaptief inrichten met behulp van ICT? Hoe kun je onderwijs adaptief inrichten met behulp van ICT? 22 en 23 mei 2018 ` Veerle van Pinxteren Binnenkomst Zoek degene met het begrip dat/de definitie die bij jouw kaartje hoort. Stel jezelf voor

Nadere informatie

KIT Plus, borgingsinstrument voor examencommissies

KIT Plus, borgingsinstrument voor examencommissies X0A0T Validiteit Betrouwbaarheid Functionaliteit Condities Toetsbeleid Het toetsbeleidsplan is valide Het toetsbeleidsplan is betrouwbaar Het toetsbeleidsplan is functioneel Het toetsbeleidsplan voldoet

Nadere informatie

Uitgebreidere informatie is online beschikbaar via: https://www.radboudumc.nl/onderwijs/docenten/pages/toetsing.aspx

Uitgebreidere informatie is online beschikbaar via: https://www.radboudumc.nl/onderwijs/docenten/pages/toetsing.aspx Inspiratiedocument Toetsinginhetnieuwecurriculum Augustus2014 Toetsservice EKO IWOO Het inspiratiedocument Toetsing is bedoeld voor betrokkenen bij de ontwikkeling van de nieuwe bachelorcurricula Biomedische

Nadere informatie

TOETSTIP 10 - JANUARI 2008

TOETSTIP 10 - JANUARI 2008 TOETSTIP 10 - JANUARI 2008 Bepaling wat en waarom je wilt meten Toetsopzet Materiaal Betrouwbaarheid Beoordeling Interpretatie resultaten TIP 10: CESUURBEPALING Bij het beoordelen van de taalvaardigheid

Nadere informatie

GPS Rekenen. Producten en prijzen GPS Rekenen. Volwassen en Eigentijds. Volwassen en Eigentijds 1. GPS Rekenen

GPS Rekenen. Producten en prijzen GPS Rekenen. Volwassen en Eigentijds. Volwassen en Eigentijds 1. GPS Rekenen Volwassen en Eigentijds Producten en prijzen 2019 Volwassen en Eigentijds 1 Januari 2019 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Maak kennis met... 3 Opbouw en inhoud van... 4 Gebruik voor de docent... 6 Lineair

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Leerwegonafhankelijk toetsen (LOT) Versie 1.0/ november 2016

Ontwerpkaders: Leerwegonafhankelijk toetsen (LOT) Versie 1.0/ november 2016 Ontwerpkaders: Leerwegonafhankelijk toetsen (LOT) Versie 1.0/ november 2016 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel

Nadere informatie

Kwaliteitsvol evalueren

Kwaliteitsvol evalueren Kwaliteitsvol evalueren Studiedag peer review van het toetsgebeuren, 31/5/2013 Dirk Van Landeghem Inleiding Kwaliteitsvol onderwijs vereist kwaliteitsvol evalueren Evaluatie = multidimensioneel en complex

Nadere informatie

Vragen stellen in de reken-wiskundeles

Vragen stellen in de reken-wiskundeles Vragen stellen in de reken-wiskundeles Marc van Zanten, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling SLO & Universiteit Utrecht: Panama, O&T, Faculteit Sociale Wetenschappen Inleiding Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Digitaal toetsen; Niet hoe het moet, maar hoe het kan

Digitaal toetsen; Niet hoe het moet, maar hoe het kan Digitaal toetsen; Niet hoe het moet, maar hoe het kan Martijn Hoeke DAS Conferentie, 14 november 2013, Utrecht UITGANGSPOSITIE Summatief toetsen via Blackboard Formatief/diagnostisch toetsen via Maple

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Assessment as learning. Van lesgeven naar leren. Over leren, ontwikkelen en vormen. Over aanleren en toepassen. Hoe doe ik dat in mijn school?

Assessment as learning. Van lesgeven naar leren. Over leren, ontwikkelen en vormen. Over aanleren en toepassen. Hoe doe ik dat in mijn school? Assessment as learning Van lesgeven naar leren. Over leren, ontwikkelen en vormen. Over aanleren en toepassen. Hoe doe ik dat in mijn school? Formatieve assessment, waarom zou je dat gebruiken? In John

Nadere informatie

GPS Rekenen. Producten en prijzen GPS Rekenen. Volwassen en Eigentijds. Volwassen en Eigentijds 1. GPS Rekenen

GPS Rekenen. Producten en prijzen GPS Rekenen. Volwassen en Eigentijds. Volwassen en Eigentijds 1. GPS Rekenen Volwassen en Eigentijds Producten en prijzen 2018 Volwassen en Eigentijds 1 December 2017 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Maak kennis met... 3 Opbouw en inhoud van... 4 Gebruik voor de docent... 6 Lineair

Nadere informatie

GPS Rekenen. Producten en prijzen GPS Rekenen. Volwassen en Eigentijds. Volwassen en Eigentijds 1. GPS Rekenen

GPS Rekenen. Producten en prijzen GPS Rekenen. Volwassen en Eigentijds. Volwassen en Eigentijds 1. GPS Rekenen Volwassen en Eigentijds Producten en prijzen 2016 Volwassen en Eigentijds 1 Januari 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Maak kennis met... 3 Opbouw en inhoud van... 4 Gebruik voor de docent... 6 Lineair

Nadere informatie

Het NHL InnovationLab : Learning outcomes, Design Thinking, UDL en Blended Learning in samenhangend perspectief. (draft version)

Het NHL InnovationLab : Learning outcomes, Design Thinking, UDL en Blended Learning in samenhangend perspectief. (draft version) Het NHL InnovationLab : Learning outcomes, Design Thinking, UDL en Blended Learning in samenhangend perspectief. (draft version) Roelien Wierda & Ron Barendsen NHL Hogeschool Inhoud Inleiding... 1 Firm

Nadere informatie

FEEDBACK ALS INTEGRAAL ONDERDEEL VAN LEREN EN OPLEIDEN JORIK ARTS & MIEKE JASPERS 1 JUNI 2018

FEEDBACK ALS INTEGRAAL ONDERDEEL VAN LEREN EN OPLEIDEN JORIK ARTS & MIEKE JASPERS 1 JUNI 2018 FEEDBACK ALS INTEGRAAL ONDERDEEL VAN LEREN EN OPLEIDEN JORIK ARTS & MIEKE JASPERS 1 JUNI 2018 RITME SESSIE 1. THEORETISCHE INPUT 30 MINUTEN 2. INDIVIDUELE OPDRACHT 5 MINUTEN 3. BESPREKING IN KOPPELS 10

Nadere informatie

HET AFNEMEN VAN TOETSEN MET DE COMPUTER

HET AFNEMEN VAN TOETSEN MET DE COMPUTER 5 HET AFNEMEN VAN TOETSEN MET DE COMPUTER Silvester Draaijer, Janneke van der Hulst en Rick de Graaff Wat zijn de voordelen van toetsen afnemen via een computer? In welke situaties is het voor een docent

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Onderwijsvisie en digitaal toetsen

Onderwijsvisie en digitaal toetsen Onderwijsvisie en digitaal toetsen 14 juni 2016 Pieter Cornelissen Twitter: @pmacornelissen en @HU_onderwijs www.onderwijsinnovatie.hu.nl HU Brede hogeschool Alle sectoren met uitzondering van kunst en

Nadere informatie

Bloom. Taxonomie van. in de praktijk

Bloom. Taxonomie van. in de praktijk Bloom Taxonomie van in de praktijk De taxonomie van Bloom kan worden toegepast als praktisch hulpmiddel bij het differentiëren in denken en doen. Het helpt je om in je vraagstelling een plaats te geven

Nadere informatie

21ste-eeuwse vaardigheden:

21ste-eeuwse vaardigheden: INLEIDING 21ste-eeuwse vaardigheden Het helpen ontwikkelen van 21ste-eeuwse vaardigheden bij studenten vraagt het nodige van docenten. Zowel qua werkvormen als begeleiding. In hoeverre neem je een voorbeeldrol

Nadere informatie

Cesuurbepaling houdt veel meer in dan afspreken dat 55% een voldoende is

Cesuurbepaling houdt veel meer in dan afspreken dat 55% een voldoende is Cesuurbepaling houdt veel meer in dan afspreken dat 55% een voldoende is Door: Jolanda Soeting en Esther Haykens Stel: je hebt een volledige toets of opdracht samengesteld. De toets bestaat bijvoorbeeld

Nadere informatie

Liesbeth Baartman & Raymond Kloppenburg, Hogeschool Utrecht, januari 2013

Liesbeth Baartman & Raymond Kloppenburg, Hogeschool Utrecht, januari 2013 KIT: KwaliteitsInstrument Toetsprogramma s in beroepsgericht onderwijs Zelfevaluatie-instrument voor docenten Website: www.kwaliteit-toetsprogramma.nl conceptversie 14-03-2013 In onderstaand schema vindt

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Programma van toetsing Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we een nieuw programma van toetsing ontworpen. We zijn afgestapt van

Nadere informatie

Producten en prijzen 2016 GPS Nederlands

Producten en prijzen 2016 GPS Nederlands Volwassen en Eigentijds Producten en prijzen 2016 Volwassen en Eigentijds 1 Mei 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Maak kennis met... 3 Opbouw en inhoud van... 4 Gebruik voor de docent... 6 Lineair

Nadere informatie

Inleiding... 3 1. Toetsen... 4 2. Toetsbespreking, correctie, normering, inzage... 8 3. Onregelmatigheden, bezwaar en beroep... 9

Inleiding... 3 1. Toetsen... 4 2. Toetsbespreking, correctie, normering, inzage... 8 3. Onregelmatigheden, bezwaar en beroep... 9 Augustus 2015 Inhoud Inleiding... 3 1. Toetsen... 4 2. Toetsbespreking, correctie, normering, inzage... 8 3. Onregelmatigheden, bezwaar en beroep... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Over de regels en afspraken

Nadere informatie

Beoordelingsinstrument Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) voor onderwijsgevenden op de VU

Beoordelingsinstrument Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) voor onderwijsgevenden op de VU Beoordelingsinstrument Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) voor onderwijsgevenden op de VU Regulier en verkort traject BKO-kandidaat (docent) Voorletter(s) en achternaam docent: Faculteit: Beoordelaars Voor-

Nadere informatie

De Toetsing Getoetst in definities

De Toetsing Getoetst in definities De Toetsing Getoetst in definities Kenniscentrum Kwaliteit van Leren Tamara van Schilt-Mol 2016 Extra definities Kwaliteitscriteria Bij het vaststellen van kwaliteitscriteria gaat over de vraag welke visie

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

Differentiëren met de toets(resultaten)

Differentiëren met de toets(resultaten) Differentiëren met de toets(resultaten) Werkconferentie Schoolinfo 19 april 2018 Masja Mesie m.mesie@netwerkonderwijsadviseurs.nl Programma workshop toetsen 1. Toetsen en feedback 2. Onderscheiden van

Nadere informatie

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers Tabel Competenties docentopleiders/-trainers In deze tabel zijn de competenties van de docentopleider/trainer (1) opgenomen. Deze zijn verder geconcretiseerd in bekwaamheidseisen of indicatoren en uitgewerkt

Nadere informatie

Scenario: theoretisch blok (voorbeeldscenario / blauwdruk van een leerpraktijk)

Scenario: theoretisch blok (voorbeeldscenario / blauwdruk van een leerpraktijk) Christine Prast, onderwijskundige Scenario: theoretisch blok (voorbeeldscenario / blauwdruk van een leerpraktijk) Vooraf Onderwijskundig kader waarbinnen herontwerp plaatsvond Uitgangspunt bij het hier

Nadere informatie

Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Chauffeur

Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Chauffeur Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Chauffeur Versie 0.1 Beschrijving in hoofdlijnen van de proeve van bekwaamheid Chauffeur In dit document wordt een beschrijving op hoofdlijnen

Nadere informatie

Instructies zijn niet alleen visueel, maar ook auditief, met hoogkwalitatief ingesproken geluid (geen computerstem).

Instructies zijn niet alleen visueel, maar ook auditief, met hoogkwalitatief ingesproken geluid (geen computerstem). Getallen 3 Doelgroep Getallen 3 is bedoeld voor leerlingen in klas 3-5 van de havo, klas 3-6 van het vwo en in mbo 3&4. Het programma is bijzonder geschikt voor groepen waarin niveauverschillen bestaan.

Nadere informatie

Inhoud. Henk van Berkel, Anneke Bax en Desirée Joosten-ten Brinke. Henk van Berkel en Anneke Bax. Riet Martens en George Moerkerke

Inhoud. Henk van Berkel, Anneke Bax en Desirée Joosten-ten Brinke. Henk van Berkel en Anneke Bax. Riet Martens en George Moerkerke IX Inhoud 1 Het toetsproces ontleed........................................................... 1 Henk van Berkel, Anneke Bax en Desirée Joosten-ten Brinke 1.1 Fasen in het toetsproces..............................................................

Nadere informatie

Toetsregeling Professionaliteit

Toetsregeling Professionaliteit Toetsregeling Professionaliteit Bacheloropleidingen Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen Radboudumc Propedeuse Deze regeling is van kracht vanaf 31 augustus 2015. 1) Begripsbepaling Professionaliteit

Nadere informatie

Inhoud. Introductie tot de cursus

Inhoud. Introductie tot de cursus Inhoud Introductie tot de cursus 1 Plaats en functie van de cursus 7 2 Inhoud van de cursus 7 2.1 Tekstboek 7 2.2 Voorkennis 8 2.3 Leerdoelen 8 2.4 Opbouw van de cursus 9 3 Leermiddelen en wijze van studeren

Nadere informatie

Rubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren.

Rubrics voor de algemene vaardigheden - invulblad. 1. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren. ingevuld door :. Zelfstandig leren Het kunnen sturen van het leerproces en daarop reflecteren Aanpak kiezen en planning maken Ik verdiep me in een opdracht zodat ik overzicht heb. Ik kan een passende aanpak

Nadere informatie

TAXONOMIE HISTORISCH DENKEN

TAXONOMIE HISTORISCH DENKEN Verwijs naar dit document als Smets, W. (2018), Taxonomie historisch denken, opgehaald van: Karel de Grote Hogeschool, https://www.kdg.be/onderzoek-en-expertise/onderzoeksprojecten/praktijkonderzoek-historisch-denken

Nadere informatie

DEM Toets Beoordelingsformulier

DEM Toets Beoordelingsformulier Toets Beoordelingsrapport Algehele Conclusies Naam van het vak: Opleiding: Sterke punten: Aandachtspunten: Aanbeveling(en): Beoordeeld door: Datum: 1 Bijlage: Kopie van de Vakbeschrijving (BOE) / (BPO)

Nadere informatie

Vraagtypen in Lectora Online

Vraagtypen in Lectora Online Vraagtypen in Lectora Online Voor het ontwikkelen van e-learning maken we gebruik van de auteurstool Lectora Online. Je kunt binnen Lectora Online gebruik maken van de volgende mogelijkheden: 1 Informatie/presentatie

Nadere informatie

Whitepaper Pincode 6 e editie tweede fase

Whitepaper Pincode 6 e editie tweede fase Whitepaper Pincode 6 e editie tweede fase Nieuwe editie Pincode 6 e editie Tweede Fase Met de nieuwe editie van Pincode voor de tweede fase worden leerlingen optimaal voorbereid op het nieuwe examenprogramma,

Nadere informatie

Christel Wolterinck (Marianum en Universiteit Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Wilma Kippers (Universiteit Twente)

Christel Wolterinck (Marianum en Universiteit Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Wilma Kippers (Universiteit Twente) Vragenlijst formatief toetsen - Docent Deze vragenlijst is ontwikkeld door de Universiteit Twente op basis van bestaande vragenlijsten* en heeft als doel te onderzoeken in welke mate de docenten en leerlingen

Nadere informatie

HOGESCHOOL WINDESHEIM

HOGESCHOOL WINDESHEIM HOGESCHOOL WINDESHEIM Beschrijving leertraject Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), inclusief de Basis Kwalificatie Examinering (BKE) Klik op een van onderstaande linken om direct naar het

Nadere informatie

Kwaliteit van toetsing - borging van het eindniveau

Kwaliteit van toetsing - borging van het eindniveau Kwaliteit van toetsing - borging van het eindniveau scholingsdag examencommissies en toetscommissies Stenden Agenda 11:15 12:00 Basis voor kwaliteit van toetsing 12:00 12:30 Actieve participatie door Ralph

Nadere informatie

Evaluatie van de pilots voor het project Toetsing: makkelijker kunnen we het niet maken, wel leuker!

Evaluatie van de pilots voor het project Toetsing: makkelijker kunnen we het niet maken, wel leuker! Evaluatie van de pilots voor het project Toetsing: makkelijker kunnen we het niet maken, wel leuker! Formatieve casustoetsing met gamification Anika Willemsen en Ingrid van Baak, VUmc Amstel Academie Inhoud

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

Producten en prijzen 2015 GPS Groen Nederlands

Producten en prijzen 2015 GPS Groen Nederlands Volwassen en Eigentijds Producten en prijzen 2015 Volwassen en Eigentijds 1 Februari 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Maak kennis met... 3 Opbouw en inhoud van GPS Nederlands... 4 Gebruik voor de

Nadere informatie

Analyseformulieren bij de toets: wat levert het op?

Analyseformulieren bij de toets: wat levert het op? Analyseformulieren bij de toets: wat levert het op? Uit de toetsen van het Cito Volgsysteem primair onderwijs komt een vaardigheidsscore. Deze kun je gebruiken om in kaart te brengen hoe een leerling scoort

Nadere informatie

Citaat: De hoorcolleges waren onbegrijpelijk, dus kwam ik alleen voor het werkcollege. De uitleg bij de colleges waren niet nuttig.

Citaat: De hoorcolleges waren onbegrijpelijk, dus kwam ik alleen voor het werkcollege. De uitleg bij de colleges waren niet nuttig. Evaluatie opleiding Industrieel Ontwerpen Vak Applicatiebouw Vakcode 280111 Verantwoordelijke docent Mw. dr. A.H.M.E. Reinders Aantal studiepunten 2,9 EC Programma B1 Periode 2 e semester 2006-2007 Rapportage

Nadere informatie

Leerwerktaak: Wiskundeproefwerk ontwerpen

Leerwerktaak: Wiskundeproefwerk ontwerpen Leerwerktaak: Titel Gekoppeld aan beroepstaak OWE ILS-wi 614 Gekoppeld aan de volgende competenties(s) Niveau Geschikt voor de volgende vakken Ontwerper/ ontwerpgroep/ sectie/ school Relevantie/ kader

Nadere informatie