BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Transcriptie

1 Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Nummer 3081/ 77 Betreft zaak: 3081/ Braverassa - Sandean I. MELDING 1. Op 7 november 2002 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: NMa) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Beleggingsmaatschappij Braverassa B.V., een onderdeel van de Inter-Sprint Groep, voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Sandean Holding B.V., de moedermaatschappij van de Van den Ban Group. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 220 van 14 november Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant heeft een derde een zienswijze naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen. II. PARTIJEN 2. Beleggingsmaatschappij Braverassa B.V. (hierna: Braverassa) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Deze houdstermaatschappij houdt alle aandelen in Beheermaatschappij Inter-Sprint B.V. (hierna: Inter-Sprint). Voorts heeft Braverassa indirect een deelneming in Inter Tyre Holland B.V., vormt zij met De Sprint Holding B.V. een groep als bedoeld in artikel 2:24b Burgerlijk Wetboek en neemt zij (indirect) in nog circa tien andere vennootschappen deel. 3. Sandean Holding B.V. (hierna: Sandean) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Deze houdstermaatschappij houdt middellijk alle aandelen in het kapitaal van Van den Ban Group Holding B.V., welke laatstgenoemde vennootschap deel uitmaakt van de Van den Ban Group die tientallen vennootschappen omvat en waartoe onder andere Reedijk Banden Import B.V. en Parts Support Group Beheer B.V. behoren. 4. Zowel Braverassa als Sandean zijn (indirect) actief op het gebied van de groothandel in banden. Beide bedrijven exploiteren fitting- en servicebedrijven die het garagebedrijf uitoefenen in het kader waarvan zij zich onder meer bezig houden met het onderhoud van auto s en motoren, inclusief APK-keuringen, vervangen van verbruiksgoederen, waaronder autobanden, uitlaten, 1 Openbare versie

2 accu s, et cetera. Een beperkt aantal bedrijven van Sandean houdt zich voorts bezig met de in- en verkoop van automobielen en brandstoffen. Aangezien de activiteiten van Braverassa in de markt bekend staan onder de naam Inter-Sprint en de activiteiten van Sandean in de markt bekend staan onder de naam Van den Ban, zullen partijen in de hiernavolgende beoordeling van de concentratie aangeduid worden met de namen Inter-Sprint, respectievelijk Van den Ban. III. DE GEMELDE OPERATIE 5. Thans zijn de aandelen in het kapitaal van Sandean nog gecertificeerd en zijn de certificaten in handen van [natuurlijke personen] in de verhouding [ ]. Alle aandelen in het kapitaal van Sandean zullen worden gedecertificeerd. De gemelde operatie betreft de verkoop en levering van 50% van de aandelen in het kapitaal van Sandean door [natuurlijke personen] aan Braverassa, zoals neergelegd in de Voorovereenkomst, gedateerd 19 februari 2002, en het daarvan deel uitmakende addendum, gedateerd 21 augustus De overige 50% van de aandelen in het kapitaal van Sandean zullen derhalve in handen blijven van [natuurlijke persoon]. [natuurlijke persoon] heeft geen zeggenschap over andere ondernemingen. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 6. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven onder punt 5 omschreven transactie leidt er toe dat Braverassa gezamenlijke zeggenschap verkrijgt over Sandean. 7. Betrokken ondernemingen zijn Braverassa en Sandean. 8. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. RELEVANTE MARKTEN Rel evant e pr oduct mar kt en 2 Openbare versie

3 9. Op het gebied van de distributie van banden kan een onderscheid worden gemaakt tussen banden bestemd voor de eerste montage en banden bestemd voor de vervanging. 1 Eerste montagebanden zijn banden die fabrikanten van voertuigen rechtstreeks inkopen bij bandenfabrikanten om te monteren op nieuw vervaardigde voertuigen. Vervangingsbanden zijn nieuwe banden die bestemd zijn om te worden gemonteerd op bestaande voertuigen ter vervanging van oude banden. Aangezien Inter-Sprint en Van den Ban hebben aangegeven dat zij beide in hoofdzaak actief zijn op het gebied van groothandel en detailhandel in vervangingsbanden, zal in het navolgende alleen worden ingegaan op banden bestemd voor de vervanging. 10. Inter-Sprint en Van den Ban zijn actief als detailhandelaar op het gebied van de distributie van vervangingsbanden aan eindgebruikers en als groothandelaar op het gebied van de distributie van vervangingsbanden aan detailhandelaren en aan andere groothandelaren. In lijn met een eerder besluit 2, zal worden uitgegaan van aparte markten voor detailhandel in vervangingsbanden enerzijds en groothandel in vervangingsbanden anderzijds. (i) Detailhandel in vervangingsbanden 11. Binnen de markt voor detailhandel in vervangingsbanden is in een eerder besluit 3 gesteld dat mogelijk een onderscheid gemaakt kan worden tussen verschillende categorieën al naar gelang het type voertuig waarvoor zij bestemd zijn: 1) personenauto s, 2) bestelwagens, 3) vrachtwagens en 4) overig gebruik (met name industriële en agrarische voertuigen en machines). De activiteiten van Inter-Sprint en Van den Ban vertonen overlap op het gebied van de detailhandel in de eerste twee categorieën. Uit de door partijen verstrekte gegevens blijkt dat geen van beide partijen vrachtwagenbanden verkoopt aan eindgebruikers en dat alleen Van den Ban handel drijft in banden voor 4) overig gebruik. Deze categorieën banden zullen derhalve verder buiten beschouwing blijven. 12. Uit onderzoek in de onderhavige zaak blijkt dat er met name verschillen bestaan in de vraag- en aanbodstructuur tussen vervangingsbanden voor personenauto s en bestelwagens enerzijds en voor vrachtwagens anderzijds. Voorts zijn er aanmerkelijke prijsverschillen aan te wijzen tussen deze soorten vervangingsbanden. Zo heeft Michelin bijvoorbeeld aangegeven dat voor de meest gangbare afmetingen de prijzen van banden voor vrachtwagens in Nederland in 2001 het vijfvoudige bedragen van die voor personen- en bestelwagenbanden. 1 Zie in deze zin ook de Europese Commissie in haar beschikking van 20 juni 2001 betreffende een procedure uit hoofde van artikel 82 van het EG-Verdrag inzake Michelin, Publicatieblad [31 mei 2001] L 143/ 1, met name punten 8, 9 en Zie het besluit van 3 februari 2000 in zaak 1695/Van den Ban Reedijk, punt Zie het besluit van 13 december 2000 in zaak 2218/Hofka + Sampermans Stoof, punt Openbare versie

4 13. Evenals in een eerder besluit 4 kan het in het onderhavige geval echter in het midden blijven of binnen de markt voor detailhandel in vervangingsbanden een onderscheid dient te worden gemaakt naar de diverse soorten banden (personenwagens, bestelwagens, vrachtwagens en overige banden), aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 23 tot en met 26). (ii) Groothandel in vervangingsbanden 14. Op het gebied van groothandel in vervangingsbanden leveren zowel producenten als groothandelaren vervangingsbanden aan detailhandelaren en andere groothandelaren. Producenten brengen hun banden in Nederland in de handel via een eigen verkoopkantoor of door middel van één of meerdere importeurs die zij voor de Nederlandse markt hebben aangesteld. Door te handelen met buitenlandse producenten en grote wederverkopers kunnen de internationaal actieve groothandelaren in grote hoeveelheden banden van de merken van in Nederland gevestigde of kantoorhoudende producenten zelfstandig invoeren en deze vervolgens in concurrentie met de producenten op de Nederlandse markt aanbieden. Op het gebied van de levering van vervangingsbanden aan detailhandelaren is in Nederland tevens een aantal kleinere groothandelaren op regionaal niveau actief die hun banden zowel bij de producenten, als bij de grotere groothandelaren betrekken. 15. Evenals op het gebied van de detailhandel, kan op het gebied van de groothandel in vervangingsbanden mogelijk een onderscheid worden gemaakt tussen verschillende categorieën banden, al naar gelang het type voertuig waarvoor zij bestemd zijn: 1) personenauto s, 2) bestelwagens, 3) vrachtwagens en 4) overig gebruik (met name industriële en agrarische voertuigen en machines). 16. Op het gebied van de groothandel geldt dat de activiteiten van Inter-Sprint en Van den Ban overlap vertonen op het gebied van de handel in vervangingsbanden voor 1) personenauto s, 2) bestelwagens en 3) vrachtwagens. In het navolgende zal de categorie 4) overig gebruik daarom verder buiten beschouwing blijven. Voorts geldt dat Van den Ban zich in 2001 in beperkte mate heeft bezig gehouden met de wederverkoop van velgen en binnenbanden. Hetzelfde geldt voor Inter-Sprint, waarvan de totale omzet van binnenbanden echter minimaal is. Derhalve zullen ook deze overige producten in het navolgende verder buiten beschouwing blijven. 17. In het onderhavige geval kan het in het midden blijven of binnen de markt voor groothandel in vervangingsbanden een onderscheid dient te worden gemaakt naar de diverse 4 Zie het besluit in zaak 2218/Hofka + Sampermans Stoof, reeds aangehaald, punt Openbare versie

5 soorten banden (personenwagens, bestelwagens, vrachtwagens en overige banden), aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 27 tot en met 37). 18. Partijen leveren, evenals producenten en andere groothandelaren, een deel van hun vervangingsbanden aan andere groothandelaren en een deel aan detailhandelaren. In de onderhavige zaak kan het in het midden blijven of de leveringen aan detailhandelaren enerzijds en de leveringen aan groothandelaren anderzijds tot één productmarkt behoren, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 29 tot en met 37). 19. Uit door de NMa in deze zaak gehouden marktonderzoek blijkt dat voor de groothandelaren en voor vrijwel alle detailhandelaren producenten en groothandelaren over en weer reële alternatieven vormen als leveranciers. Slechts één van de elf bevraagde detailhandelaren heeft aangegeven dat hij zulke kleine volumes afneemt, dat afname bij producenten geen alternatief is voor zijn afname bij groothandelaren. In de onderhavige zaak zal daarom worden uitgegaan van één markt voor de levering door producenten én groothandelaren, ongeacht aan welk afzetkanaal (detailhandelaren, dan wel groothandelaren). Rel evant e geogr af ische mar kt en (i) Detailhandelsmarkt(en) voor vervangingsbanden 20. Er zijn aanwijzingen dat de detailhandelsmarkt(en) voor vervangingsbanden lokaal zijn. Bandenspecialisten, fittingbedrijven en universele garages die niet zijn aangesloten bij een bepaalde keten zijn vaak lokaal actief. Er zijn echter ook dealerorganisaties die regionaal actief zijn. 5 Daarnaast zijn er ketens van fitbedrijven zoals Euromaster, Kwik-Fit en Profile Tyrecenter die hun diensten op landelijk niveau aanbieden. Net als in een eerder besluit 6 kan in het onderhavige geval echter in het midden blijven of de detailhandelsmarkt(en) voor vervangingsbanden nationaal, regionaal of lokaal is/ zijn aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie de punten 23 tot en met 26). (ii) Groothandelsmarkt(en) voor vervangingsbanden 21. Uit marktonderzoek komt naar voren dat de groothandelsmarkt(en) voor vervangingsbanden nationaal van omvang is/ zijn. De producenten en een groot deel van de groothandelaren leveren in heel Nederland. Of voor belevering aan de detailhandel transportkosten in rekening worden gebracht, is in deze markt(en) in de meeste gevallen 5 Zie het besluit van 24 augustus 2000 in zaak 2045/Pon Holdings ROBA Almelo, de punten 17 en Zie het besluit in zaak 2218/Hofka + Sampermans Stoof, reeds aangehaald, punt Openbare versie

6 afhankelijk van de gevraagde hoeveelheid. Uit het marktonderzoek blijkt dat bepaalde kleine detailhandelsbedrijven er hierdoor minder snel toe over gaan bij ver van hun eigen vestigingen gelegen aanbieders te bestellen. De meerderheid van de detailhandelaren heeft echter aangegeven dat zij wat dit betreft niet aan hun regio gebonden zijn. Derhalve mag aangenomen worden dat de distributie van vervangingsbanden aan detailhandel in de regel nationaal georganiseerd is en de aanbieders op deze markt(en) in ieder geval op nationaal niveau met elkaar concurreren. 22. In het onderhavige geval kan er van worden uitgegaan dat de groothandelsmarkt(en) voor vervangingsbanden als nationaal moet(en) worden afgebakend. VI. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE (i) Detailhandelsmarkt(en) voor vervangingsbanden 23. Partijen geven aan dat personenwagenbanden en bestelwagenbanden op dezelfde locaties aan eindgebruikers worden verkocht. Op dit gebied ondervinden Van den Ban en Inter- Sprint concurrentie van garagehouders (zowel merkdealers als universele garages), van bandenspecialisten en fittingbedrijven zoals Kwik-Fit. In Nederland zijn er ruim locaties waar eindgebruikers banden kunnen laten vervangen. 24. Inter-Sprint exploiteert acht fittingbedrijven. Recent heeft Van den Ban zes fittingbedrijven afgestoten. Van den Ban exploiteert op dit moment nog 2 fittingbedrijven. Van één van deze twee zullen binnenkort de activiteiten worden beëindigd, zodat slechts één bedrijf van Van den Ban zich zal blijven bezighouden met de verkoop van banden aan eindgebruikers. 25. Volgens partijen bestaat er geen overlap tussen de adherentiegebieden van de fittingbedrijven die door Van den Ban worden geëxploiteerd en die door Inter-Sprint worden geëxploiteerd, behalve in Zwijndrecht. Van deze overlap is overigens geen sprake meer wanneer de aandelen in het fitbedrijf van Van den Ban zullen zijn verkocht (eind 2003). In Zwijndrecht ondervinden partijen concurrentie van Kwik-Fit, Viborg en Euromaster. 26. Gezien het bovenstaande is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt(en) voor detailhandel in vervangingsbanden of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. (ii) Groothandelsmarkt(en) voor vervangingsbanden 6 Openbare versie

7 Vervangingsbanden voor vrachtwagens 27. Partijen schatten de omvang van de verkoop van vervangingsbanden voor vrachtwagens in stuks in Nederland in 2001 op Marktpartijen schatten deze markt echter op circa stuks. Indien wordt uitgegaan van de omvang van de markt zoals aangegeven door marktpartijen, dan bedraagt het marktaandeel van Van den Ban en Inter-Sprint op het gebied van de verkoop van vervangingsbanden voor vrachtwagens in Nederland in 2001 circa [0-10]% (Van den Ban circa [0-10]% en Inter-Sprint circa [0-10]%). 28. Gezien het marktaandeel van partijen en de geringe toevoeging door Inter-Sprint aan het marktaandeel van Van den Ban is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt op een groothandelsmarkt voor vervangingsbanden voor vrachtwagens die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. Vervangingsbanden voor personen- en bestelwagens 29. Het is gebleken dat het moeilijk is een schatting te geven van het aantal verkochte vervangingsbanden voor personen- en bestelwagens apart. Zowel partijen als verschillende marktpartijen maken binnen hun administratie geen onderscheid naar deze twee typen en hebben de cijfers geaggregeerd aangeleverd. Omdat partijen en vrijwel alle marktpartijen beide typen banden verkopen, is voor het bepalen van de positie van partijen uitgegaan van een markt die beide typen banden omvat. Er is geen reden om aan te nemen dat de positie van partijen wezenlijk anders is, wanneer naar beide type banden apart wordt gekeken. Leveringen aan detailhandelaren 30. Partijen schatten dat er in 2001 in Nederland circa 5,5 miljoen vervangingsbanden voor personen- en bestelwagens zijn geleverd aan de detailhandel. De NMa heeft een groot aantal, maar niet alle, marktpartijen gevraagd naar haar afzet in 2001 in Nederland aan detailhandelaren. Tezamen met partijen, leverden zij in 2001 circa 4,5 miljoen personen- en bestelwagenbanden aan de detailhandel. Hiervan uitgaande behalen partijen in 2001 een marktaandeel van maximaal [20-30]% (Van den Ban [20-30]% en Inter-Sprint [0-10]%). Benadrukt dient te worden dat het werkelijke marktaandeel van partijen lager ligt, omdat in de totale marktomvang niet alle marktpartijen zijn meegenomen. Naar omzet is het marktaandeel lager, te weten maximaal [10-20]% (Van den Ban [10-20]% en Inter-Sprint [0-10]%). 31. Uitgaande van een marktomvang van 4,5 miljoen banden, is de positie van de belangrijkste concurrenten van partijen als volgt: Michelin [10-20]%, Continental [10-20]%, 7 Openbare versie

8 Vredestein [0-10]%, Pirelli [0-10]%, Goodyear [0-10]%, De Klok [0-10]%, Bridgestone [0-10]%, Deldo [0-10]%, Oost [0-10]%, TTI [0-10]% en Yokohama [0-10]%. Naar omzet is dat: Michelin [30-40]%, Continental (10-20]%, Vredestein [10-20]%, Deldo [0-10]%, Goodyear [0-10]%, De Klok [0-10]%, Bridgestone [0-10]%, Yokohama [0-10]%, Oost [0-10]% en TTI [0-10]%. 32. Zowel partijen als marktpartijen geven aan dat de intensiteit van de concurrentie op de Nederlandse markt voor vervangingsbanden zeer groot is. Nederland is een land waar vele bandenmerken een scherpe concurrentiestrijd met elkaar voeren. De marges staan daarom al jaren onder druk en er wordt scherp op prijs geconcurreerd. Naar verwachting zal door voorwaartse integratie 7 en directe levering 8 de concurrentie tussen producenten en internationale groothandelaren sterker worden. Doordat producenten van duurdere kwaliteitsbanden fabrieken van goedkopere banden hebben overgenomen, is er overcapaciteit ontstaan, waardoor de marges op en prijzen van goedkope banden sterk onder druk staan. 33. Ondanks dat de marges onder druk staan, is het aantal groothandelaren in de afgelopen jaren gestegen. 9 Daarnaast is toetreding ook mogelijk door automaterialengrossiers die participeren in een bandengroothandelsbedrijf zoals bijvoorbeeld Brezan en AFK. 10 De binnenlandse grossiersfunctie wordt door steeds meer bedrijven vervuld, vaak als nevenactiviteit. 11 Hieruit blijkt dat toetreding tot de markt voor de distributie van vervangingsbanden voor personen- en bestelwagens aan de detailhandel relatief eenvoudig is. 34. Op de markt voor levering aan de detailhandel is er gezien de geringe toevoeging door Inter-Sprint aan het marktaandeel van Van den Ban, de intensiteit van de concurrentie en de druk die daarmee op de prijzen staat en het feit dat toetreding van nieuwe groothandelaren relatief eenvoudig is, geen reden om aan te nemen dat als gevolg van onderhavige concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 7 Producenten zijn actief met voorwaartse integratie, ondermeer door groothandels over te nemen, aldus blz. 20 van het brancheonderzoek Professioneel Profiel, in opdracht van Vereniging VACO, Bedrijfstak-organisatie voor de Banden- en Wielenbranche, in 1998 verricht door EIM. 8 Op blz. 19 van het VACO onderzoek als bedoeld in voetnoot 9 is aangegeven dat producenten de eindgebruiker rechtstreeks benaderen, waardoor hun netto marge beter is. Tevens is op blz. 20 van het VACO onderzoek aangegeven dat netwerken bestaande uit groothandel en bandenservicebedrijven zich moeten wapenen tegen de directe levering van de producent. 9 Zie blz. 20 van het VACO onderzoek als bedoeld in voetnoot Zie blz. 6 en 7 van het VACO onderzoek als bedoeld in voetnoot Zie blz. 20 van het VACO onderzoek als bedoeld in voetnoot 8. 8 Openbare versie

9 Leveringen aan groothandelaren 35. Partijen hebben aangegeven [ ] vervangingsbanden voor personen- en bestelwagens aan de groothandel te leveren, waarvan [ ] banden zijn geleverd door Inter-Sprint en [ ] banden zijn geleverd door Van den Ban. Uit gegevens geleverd door producenten kan worden afgeleid dat producenten gezamenlijk circa 1,4 miljoen vervangingsbanden voor personen- en bestelwagens leveren aan de groothandel. Op het gebied van de leveringen aan groothandelaren is sprake van aanzienlijke concurrentie van buitenlandse internationale groothandelaren, zoals Deldo, Tyreco, Reiff, Gundlach, Bernaerts, Donckers, Specht, Interpneu en Meijerlissendorf. Naar schatting van partijen zijn in 2001 circa vervangingsbanden van de genoemde leveranciers geïmporteerd. Van deze bedrijven levert alleen Deldo direct aan de detailhandel, zodat het merendeel van deze banden is afgenomen door de groothandel. Onbekend is wat de overige Nederlandse groothandels hebben geleverd aan andere groothandels. 36. Uitgaande van deze gegevens is het gezamenlijk marktaandeel van Inter-Sprint en Van den Ban maximaal [30-40]%. De overlap op dit gebied is zeer gering; het marktaandeel van Inter- Sprint is circa [30-40]% en Van den Ban zal daar minder dan [0-10]% aan toevoegen. Feitelijk zal dit marktaandeel beduidend lager uitvallen omdat de leveringen van de overige groothandelaren hierin niet zijn meegenomen. 37. Gezien de concurrentie van producenten en buitenlandse groothandelaren en de geringe toevoeging van Van den Ban aan het marktaandeel van Inter-Sprint is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van onderhavige concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt voor levering van vervangingsbanden aan de groothandel of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. VII. CONCLUSIE 38. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een 9 Openbare versie

10 daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 39. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: 15 oktober 2003 De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, voor deze: W.g. mr. J. Schönau Directeur Concentratiecontrole Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, Juridische Dienst, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag 10 Openbare versie

11 11 Openbare versie