Tweede Kamer der Staten-Generaal
|
|
- Rebecca van der Ven
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Vreemdelingenbeleid Nr. 893 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 7 februari 2005 Tijdens het Algemeen Overleg van 24 juni 2004 (kamerstuk /29 344, nr. 848), waarbijonder meer het rapport van de Landelijke Commissie Medische Aspecten van het Vreemdelingenbeleid (hierna commissie Smeets) aan de orde kwam, heb ik uw Kamer toegezegd een nadere toelichting te geven omtrent de praktijk in andere landen op het gebied van HIV-screening in het vreemdelingenbeleid. Bijdeze doe ik mijn toezegging gestand. Om uw Kamer zo volledig mogelijk te informeren, heb ik de Inter Governmental Consultations on Asylum, Migration & Refugee (hierna IGC) benaderd. Daarbijheb ik IGC middels een questionnaire verzocht om het onderhavige beleid van zoveel mogelijk landen in het bijzonder van de EU-landen uiteen te zetten. Op mijn herhaalde verzoeken hebben uiteindelijk 13 landen gereageerd, waaronder 10 EU-landen. Hieronder zal ik ingaan op het beleid van deze landen. 1 Tot slot ga ik kort in op de vraag hoe het Nederlandse beleid zich verhoudt tot het beleid van andere landen. Verrichting van een HIV test in de asielprocedure Alleen in Canada, Australië en een enkele Duitse Deelstaat zoals Beieren, dienen alle asielzoekers verplicht een HIV-test te ondergaan. In Canada en Australië geldt deze verplichting overigens voor alle personen van 15 jaar en ouder die een aanvraag indienen voor een verblijfstatus. Ten aanzien van de praktijk van de Duitse deelstaten is geen verdere informatie verschaft. 1 België, Denemarken, Duitsland, Ierland, Finland, Oostenrijk, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Noorwegen, IJsland, Canada, Australië en de Verenigde Staten. Zowel in Canada als Australië kan een vreemdeling de toegang geweigerd worden op medische gronden indien zijn toestand een gevaar oplevert voor de volksgezondheid en/of de openbare veiligheid dan wel wanneer de verwachting bestaat dat deze persoon een excessief beroep zal doen op de gezondheidszorg en/of de sociale voorzieningen. Voor beide landen KST tkkst ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2005 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr
2 geldt het gegeven dat een asielzoeker een HIV-infectie of AIDS heeft, geen grond kan vormen voor afwijzing van bescherming. In de overige landen houdt de vraag van de toegankelijkheid van de test verband met de toegankelijkheid van gezondheidszorg voor asielzoekers alsmede het algemene beleid inzake screening op c.q. preventie van een HIV-besmetting. Zo wordt de test in Noorwegen standaard aangeboden aan asielzoekers terwijl in Zwitserland niet wordt voorzien in een HIV-test. In het merendeel van de landen die gereageerd hebben kan de test worden aangevraagd door de asielzoeker en/of arts maar maakt deze geen deel uit van een actief aanbiedingsbeleid. Het uitgangspunt van het Nederlandse HIV-beleid is in overeenstemming met aanbeveling 13 uit het rapport van de commissie Smeets. Dit houdt in dat in Nederland niet wordt overgegaan tot een verplichte HIV-screening. De overheid stelt zich op het standpunt dat er geen sprake is van onafwendbaar gevaar voor de volksgezondheid gezien de wijze van overdracht van HIV en dat er geen aanleiding bestaat om een screening verplicht te stellen. In Nederland wordt wel een actief testbeleid gevoerd om de verdere verspreiding van HIV tegen te gaan. Het gaat hierbijom het actief aanbieden van een HIV-test aan vreemdelingen. Verder wordt vanaf 1 januari 2004 aan alle zwangere vrouwen in Nederland standaard een HIV-screening aangeboden (via de «opting out» methode) om overdracht van een HIV-infectie naar het kind te voorkomen. Ook asielzoekers vallen onder dit screeningsprogramma. HIV infectie of AIDS als grond voor vervolging In de regel wordt een HIV-besmetting/AIDS niet als een vervolgingsgrond beschouwd maar als een mogelijke grond voor verblijf op basis van humanitaire overwegingen. Alleen Noorwegen maakt melding van de praktijk dat in sommige gevallen HIV-geïnfecteerde asielzoekers uit bepaalde landen beschouwd worden als een «sociale groep» onder de Vluchtelingenconventie welke reden zou geven tot «vervolging». In dit licht is in Noorwegen asiel verleend aan asielzoekers uit Somalië op grond van een HIV-diagnose omdat zijgestigmatiseerd waren. Deze Noorse praktijk lijkt in zekere mate overeen te komen met de bestaande Nederlandse uitvoeringspraktijk met betrekking tot discriminatoire uitsluiting van medische zorg. Indien een asielzoeker aannemelijk maakt dat hijbijuitzetting naar het herkomstland op grond van zijn ras, religie, politieke overtuiging of op andere grond, discriminatoire uitsluiting van medische zorg te duchten heeft, waardoor voor hem ernstige medische consequenties ontstaan, kan op basis van artikel 29 lid 1 onder a een asielstatus worden toegekend (zie ook WBV 2004/69 van 17 december 2004). De beoordeling van HIV-infectie of AIDS in toelatingen/of uitzetting-procedure De meeste staten betrekken de overweging dat een persoon HIV geïnfecteerd is, dan wel AIDS heeft op enigerlei wijze in hun toelating- en/of uitzettingsprocedure. De aanvrager kan in de procedure aangeven dat hij HIV geïnfecteerd is, dan wel AIDS heeft door middel van het overleggen van een medische verklaring. Het criterium dat hierbijgehanteerd wordt is of een afwijzing van een verzoek tot verblijf of een uitzetting zou resulteren in een schrijnende of onmenselijke situatie zoals bedoeld in artikel 3 EVRM. In Canada wordt een vergelijkbare test gehanteerd namelijk of uitzetting zou leiden tot ongebruikelijk, onwaardig of disproportioneel lijden. Het moment van beoordeling van de medische grond is afhankelijk Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr
3 van in welk stadium van de procedure deze informatie ingebracht wordt, alsmede of deze deel uit maakt van de toelatingsprocedure of pas ingebracht kan worden wanneer de uitzetting verordonneerd is. In geen van de landen die op mijn verzoek hebben gereageerd leidt de vaststelling van AIDS of een HIV-infectie tot automatische toewijzing van een verblijfsstatus dan wel het tijdelijk achterwege laten van de uitzetting. De medische gesteldheid van een persoon speelt een rol in de algehele individuele beoordeling. Uit het beleid ten aanzien van een HIV-infectie en AIDS van de verschillende landen blijkt dat de beoordeling van de ernst en het stadium van een HIV-infectie, alsmede de beoordeling van de aanwezigheid van medische behandelmogelijkheden in het land van herkomst samen een belangrijke rol spelen in de besluitvorming ten aanzien van toelating en/of uitzetting. Dit is in overeenstemming met de jurisprudentie van het Europese Hof inzake artikel 3 EVRM. Op basis van de respons kan geen éénduidige praktijk worden ontwaard ten aanzien van de toekenning van verblijfsvergunningen en/of tijdelijk achterwege laten van uitzetting bijeen bepaalde diagnose. Dit lijkt samen te hangen met de verschillen tussen het vreemdelingenbeleid van staten alsmede de verschillende procedures waar in geval van ziekte een beroep op kan worden gedaan binnen nationale vreemdelingenwetgeving. Enkele landen geven aan in geval van een HIV-infectie te voorzien in een tijdelijke verblijfsstatus (Zwitserland, België) dan wel het tijdelijk achterwege laten van uitzetting in verband met reisongeschiktheid (Ierland, VS) terwijl in andere landen sneller over wordt gegaan tot de toekenning van een humanitaire status voor onbepaalde tijd (Noorwegen). De uitkomst ten aanzien van de rol die HIV-besmetting speelt in de beoordeling inzake toelating dan wel uitzetting in andere landen is in overeenstemming met het huidige Nederlandse beleid. In Nederland leidt de vaststelling van AIDS of een HIV-infectie evenmin tot automatische toewijzing van een verblijfsstatus dan wel het achterwege laten van uitzetting. De medische omstandigheden van een vreemdeling worden, naast alle overige elementen, mee genomen in de algehele individuele beoordeling. Artikel 3 EVRM speelt een belangrijke rol bij de vraag of de uitzetting om medische redenen achterwege dient te blijven. Bij de toetsing aan artikel 3 EVRM worden betrokken, de ernst en het stadium van de HIV-infectie alsmede de beoordeling van de aanwezigheid van medische behandelmogelijkheden in het land van herkomst. Beoordeling van de ernst van HIV-infectie en AIDS Op basis van het beleid van de landen welke informatie hebben verschaft over het beleid terzake van HIV/AIDS kan afgeleid worden dat grofweg drie verschillende situaties kunnen worden onderscheiden. De eerste situatie is die waarbijde persoon HIV-positief is en het een HIV-infectie betreft die nog geen speciale medische behandeling of zorg vereist of waar de behandeling nog niet is ingezet of gepland. Een HIV-infectie in een vroeg stadium wordt in geen enkele van de vorenbedoelde landen als afdoende reden beschouwd om een aanvrager te voorzien van een verblijfsvergunning dan wel om de uitzetting achterwege te laten. In deze gevallen wordt, behoudens in Noorwegen, de vraag naar de mogelijkheid van medische behandeling in het land van herkomst doorgaans niet in overweging genomen. De tweede situatie is die waarbijiemand reeds in behandeling is dan wel een behandeling gepland is of noodzakelijk wordt geacht. Een dergelijke diagnose wordt evenmin in de landen, die op mijn verzoek hebben gerea- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr
4 geerd, als afdoende reden beschouwd om een aanvrager een verblijfsvergunning te geven dan wel om de uitzetting achterwege te laten. Bijeen dergelijke situatie is het oordeel ten aanzien van de mogelijkheid van medische behandeling in het land van herkomst echter van zeer grote betekenis. Wanneer een vergelijkbare behandeling in het land van herkomst mogelijk is wordt een verblijfsvergunning of het achterwege laten van de uitzetting doorgaans niet verleend. De aard van de reeds ingezette behandeling speelt bijdeze beoordeling een belangrijke rol. Wanneer deze dermate gespecialiseerd is en/of van een zeer specifiek geneesmiddel afhankelijk is, zal eerder tot het oordeel worden gekomen dat deze in het land van herkomst niet beschikbaar is. De derde situatie is die waarbijeen persoon in een vergevorderd stadium van AIDS verkeert, welke de betrokkene veelal in directe behoefte plaatst van continue medische zorg in een ziekenhuis. In dergelijke ernstige situaties wordt de beoordeling van de medische situatie in het land van herkomst veelal niet in de besluitvorming betrokkenen. Bijeen dergelijk geval van ongeschiktheid tot reizen zal immers de uitzetting zelf reeds in een onmenselijke behandeling resulteren. In deze situaties geldt voor al deze landen de regel dat de uitzetting achterwege wordt gelaten en wordt in sommige gevallen een (tijdelijke) verblijfsvergunning verleend. In de advisering door de artsen van het Bureau Medische Advisering (BMA) vormen de aard, de ernst en het stadium van de ziekte belangrijke onderdelen bijde oordeelsvorming. Hierbijmaakt het BMA gebruik van een protocol inzake HIV en AIDS welke onder meer voorziet in inzicht ten aanzien van de te verwachten medische gevolgen van het staken van een behandeling van HIV/AIDS en de gevolgen van een eventuele omzetting van een behandeling bijhiv/aids in het land van herkomst. Beoordeling situatie in land van herkomst Ter verduidelijking wijs ik bij de bespreking van dit onderdeel allereerst op het verschil tussen de toetsing van de feitelijke toegankelijkheid van medische zorg in het land van herkomst ingeval van individuele vreemdelingen enerzijds en de toetsing van de beschikbare behandelmogelijkheden in het land van herkomst anderzijds. Zoals hierboven reeds vermeld, speelt de beoordeling van de behandelmogelijkheden in het land van herkomst een grote rol in het geval iemand reeds in behandeling is dan wel een behandeling gepland is of noodzakelijk wordt geacht. De beoordeling van behandelmogelijkheden in het land van herkomst is immers niet, dan wel in mindere mate, relevant wanneer een persoon in een vergevorderd stadium van AIDS verkeert waardoor hijniet kan reizen, of iemand die in een beginstadium van een HIV-infectie verkeert. Het criterium dat door alle landen bijdeze beoordeling van de behandelmogelijkheden in het land van herkomst gehanteerd wordt, is of afwijzing van een verzoek tot verblijf en/of uitzetting zou resulteren in een onmenselijke en vernederende behandeling, dan wel ongebruikelijk, onwaardig of disproportioneel lijden. In de uitwerking van dit criterium kan een onderscheid worden gemaakt al naar gelang de kwaliteit waar de medische behandeling aan zou moeten voldoen alsmede de factoren die in overweging worden genomen in het oordeel ten aanzien van de aanwezigheid van medische zorg. Ten aanzien van de vraag waaraan de kwaliteit van de medische zorg in het land van herkomst dient te voldoen, hanteren sommige landen diverse toetsingsinstrumenten: of de zorg adequaat is (Duitsland, Noorwe- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr
5 gen), of in vergelijkbare of dezelfde behandeling kan worden voorzien (België), of succes valt te verwachten van behandeling (Oostenrijk). Ten aanzien van de beoordeling van aanwezigheid van zorg kan een onderscheid worden gemaakt tussen landen waar slechts de beschikbaarheid van medische behandeling in het oordeel wordt betrokken (Zwitserland, Noorwegen, Canada) en landen waar ook enkele of meerdere aspecten inzake de feitelijke toegankelijkheid, waaronder de persoonlijke financiële draagkracht, in overweging worden genomen (België, Oostenrijk, Denemarken, Duitsland). In Duitsland wordt het feit dat de te repatriëren persoon om financiële redenen niet kan terugvallen op bestaande medische behandelingen, doorgaans als algemeen risico beschouwd. Dit vormt echter geen beletsel voor terugkeer. De feitelijke toegankelijkheid van de zorg wordt slechts in overweging genomen als de kans groot is dat de gezondheid van de persoon ernstige schade oploopt met als gevolg dat de betrokkene mogelijkerwijs daaraan zou kunnen overlijden, wanneer de behandeling mogelijk gestaakt zou worden. Het is niet duidelijk in welke situatie aspecten van feitelijke toegankelijkheid een rol spelen in de beoordeling in België, Oostenrijk en Denemarken. Binnen het Nederlandse beleid is er voor gekozen om de feitelijke toegankelijkheid van de medische zorg voor de individuele vreemdelingen niet mee te wegen bijde beoordeling van aanvragen tot het verlenen van een verblijfsvergunning op medische gronden (of het achterwege laten van de uitzetting). In de advisering van het BMA wordt, naast de beoordeling van de ernst en het stadium van de ziekte, ook de prognose omtrent de ontwikkeling van de ziekte bijhet ontbreken van medische behandeling en een oordeel ten aanzien van de mogelijkheid van een medische behandeling in het land van herkomst betrokken. Wanneer deze overwegingen het oordeel rechtvaardigen dat er een zeer grote kans bestaat dat de gezondheid van de persoon ernstige schade oploopt en/of er een hoog overlijdensrisico bestaat, zal een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning dan wel het achterwege laten van de uitzetting gehonoreerd worden. Dit is conform de uitspraak van het EHRM in de Zaak St-Kitts van 2 mei 1997 waarin niet aan de feitelijke toegankelijkheid van de medische zorg maar aan de afwezigheid van adequate medische behandeling een doorslaggevende betekenis werd gehecht door het EHRM. Nazorg bij uitzetting of terugkeer van personen met een HIV-infectie of AIDS Het beleid van de meeste van de onderhavige landen ten aanzien van een HIV-infectie en AIDS voorziet niet in speciale ondersteuning bijuitzetting of terugkeer. Slechts Australië, Duitsland en Zwitserland stellen in beperkte mate nazorg beschikbaar. In Zwitserland wordt per geval bekeken of voor beperkte tijd steun kan worden verleend in de vorm van geneesmiddelen of financiële bijstand. In Australië kan een patiënt worden voorzien van introductiebrieven voor medici in het land van herkomst en, indien van toepassing, van een voorraad medicijnen ter overbrugging van een bepaalde periode na zijn/haar uitzetting. In Duitsland wordt slechts in bijzondere gevallen door de deelstaten hulp verleend. De bijdrage van de Nederlandse overheid is zoals dit reeds bij de Kabinetsreactie op aanbeveling 12 van het rapport van de commissie Smeets werd gesteld primair gericht op lange termijn oplossingen met betrekking tot toegang tot de medische zorg te realiseren. Het verlenen Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr
6 van de medische zorg op individuele basis draagt niet bijaan deze doelstelling. Het BMA zal bijhet reisadvies, wanneer zulks noodzakelijk wordt geacht, adviseren tot de continuatie van medicatie tijdens de reis. Bij de uitzetting wordt dit advies in de praktijk opgevolgd. De betrokken ambtenaren, belast met de uitzetting, wenden zich daarbijtot de behandelend arts van de betreffende vreemdeling met het verzoek om, op basis van het advies van het BMA, medicijnen voor te schrijven, zodat de medicatie tijdens het reizen kan worden gecontinueerd. De rol van HIV-infectie en AIDS in het Nederlandse vreemdelingenbeleid vergeleken met andere landen De in deze brief gegeven uiteenzetting omtrent de praktijk in andere landen op het gebied van HIV-screening in het vreemdelingenbeleid ondersteunt de constatering van de commissie Smeets, dat de regelgeving en het beleid in Nederland op het gebied van toelating en niet uitzetting van vreemdelingen op medische gronden, niet significant afwijken van andere Europese landen. De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, M. C. F. Verdonk Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 637 Vluchtelingenbeleid Nr. 636 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 961 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 18 juli 2005 Binnen de vaste commissie voor Justitie 1 hebben
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieVreemdelingen op wie het Europees Verdrag betreffende sociale en medische bijstand van toepassing is
Vreemdelingen op wie het Europees Verdrag betreffende sociale en medische bijstand van toepassing is B6 Vreemdelingen op wie het Europees Verdrag betreffende sociale en medische bijstand van toepassing
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 29 224 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000, houdende verlenging van de tijdelijkheid van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd C MEMORIE
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den
Nadere informatieRapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192
Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie haar klacht van 16 april 2004 over de lange duur van de behandeling
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 19 637 Vluchtelingenbeleid Nr. 841 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:
Raad vanstate 201106641/1/V2. Datum uitspraak: 18 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2009:BM8181
ECLI:NL:RBSGR:2009:BM8181 Instantie Datum uitspraak 24-11-2009 Datum publicatie 17-06-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer Awb 07 / 24619 en 07 / 24620 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den
Nadere informatieIND-WERKINSTRUCTIE nr. 2006/25 (IMO Asiel)
IND-WERKINSTRUCTIE nr. 2006/25 (IMO Asiel) Aan Cc Medewerkers asiel DB-leden Van Procesdirecteur Asiel Datum 18 oktober 2006 Vindplaats Quest raadplegen, trefwoord BMA-rapporten Onderwerp Aanknopingspunten
Nadere informatieVestigingsverdragen. Nederlands-Duits Vestigingsverdrag. sdu J&F -- VC (april 1995, Aanv. 13)
Vestigingsverdragen Vestigingsverdragen Het Europees Vestigingsverdrag Toepassingsgebied van het Verdrag Praktisch belang Voorrechten uit het Verdrag Uitwerking in art. 103 Vb Aantekening in de identiteitspapieren
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2260 29 12 12februari 2009 Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 20 januari 2009, nr. 2009/3, houdende
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstatc 201206551/1/V3. Datum uitspraak: 5 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieDatum 26 november 2015 Onderwerp De geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 638 Mensenhandel Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieNederland kan instemmen met de bepalingen betreffende kwetsbare personen, inclusief de in artikel 11 aangebrachte wijziging.
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Migratiebeleid Asiel, Opvang en Terugkeer Schedeldoekshaven 200 2511
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1546 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE, INTEGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatie1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar 2004 2005 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2004 2005 A 29 857 (R1776) Overeenkomst tussen de Benelux-Staten (het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden) en de Zwitserse Bondsstaat
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1630 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatievanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 26 732 Algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000) Nr. 98 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2006:AZ6304
ECLI:NL:RBSGR:2006:AZ6304 Instantie Datum uitspraak 14-12-2006 Datum publicatie 24-01-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 06/28862 en AWB 06/29047 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2838 17 februari 2011 Besluit van de Minister voor Immigratie en Asiel van 8 februari 2011, nr. WBV 2011/1, houdende wijziging
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 550 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2017 Nr. 67 BRIEF VAN DE MINISTER VAN
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 20Ï1Ö6836/1/V2. Datum uitspraak: 6 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 170 Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid)
Nadere informatie18 Internationale regelingen
Internationale regelingen B7/18.2 18 Internationale regelingen Nederland lis partij bij een aantal internationale verdragen die betrekking hebben op vluchtelingcm en asielzoekers. Deze worden hieronder
Nadere informatieRapport. Datum: 3 februari 2004 Rapportnummer: 2004/033
Rapport Datum: 3 februari 2004 Rapportnummer: 2004/033 2 Klacht Verzoekers klagen over de lange duur van de behandeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) van hun aanvraag van 12 september
Nadere informatieAdvies wijziging Vb2000 i.v.m. implementatie richtlijn 2001/55/EG
de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie Mevrouw drs. M.C.F. Verdonk Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Mw. mr. F.G Schoe 070 381 1413 27 april 2004 ACVZ/VZL/04/016 Advies wijziging Vb2000 i.v.m.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 2195 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1474 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 936 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van het recht op bijstand bij verblijf buiten Nederland Nr. 4 ADVIES RAAD
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201012381/1/V3. Datum uitspraak: 4 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201108965/1 /VI. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 936 Regels inzake beëdiging, kwaliteit en integriteit van beëdigd vertalers en van gerechtstolken die werkzaam zijn binnen het domein van justitie
Nadere informatieWe willen na twee jaar wel bezien in hoeverre de doorgevoerde maatregelen het beoogde effect hebben gehad.
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286
ECLI:NL:RBSGR:2011:BT6286 Instantie Datum uitspraak 27-09-2011 Datum publicatie 30-09-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 11/18267 & 11/18269 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieRapport naar aanleiding van een klacht over de Dienst Terugkeer en Vertrek. Publicatiedatum 22 juli 2014 Rapportnummer 2014/077
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de Dienst Terugkeer en Vertrek. Publicatiedatum 22 juli 2014 Rapportnummer 2014/077 2014/077 de Nationale ombudsman 1/7 Verzoekster klaagt erover dat
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1889 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:
Raad vanstatc 201105933/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 224 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000, houdende verlenging van de tijdelijkheid van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd Nr.
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:
Raad vanstate 201112733/1/V1. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen
Nadere informatieSTATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT
STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 230 Besluit van 18 mei 2009, houdende wijziging van het Besluit afbreking zwangerschap (vaststelling duur zwangerschap) Wij Beatrix, bij de gratie
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 284 Wijziging van de Wet op bijzondere medische verrichtingen betreffende invoering van een verbod op xenotransplantatie Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:AZ9709
ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger
Nadere informatieRaad vanstate /1. Datum uitspraak: 17 maart 2008
Raad vanstate 200800545/1. Datum uitspraak: 17 maart 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe
Nadere informatieRapport. Rapport over een klacht over de Dienst Terugkeer en Vertrek te Den Haag. Datum: 14 mei 2012. Rapportnummer: 2012/081
Rapport Rapport over een klacht over de Dienst Terugkeer en Vertrek te Den Haag. Datum: 14 mei 2012 Rapportnummer: 2012/081 2 Klacht Verzoekster, een advocaat, klaagt erover dat de Dienst Terugkeer en
Nadere informatieCM01-025 Utrecht, 23 oktober 2001. Betreft: implementatie Richtlijn 2001/55 inzake tijdelijke bescherming van ontheemden
Permanente commissie Secretariaat van deskundigen in internationaal vreemdelingen-, telefoon 31 (30) 297 42 14/43 28 telefax 31 (30) 296 00 50 e-mail cie.meijers@forum.nl postbus 201, 3500 AE Utrecht/Nederland
Nadere informatieHet onderzoek van de IND richt zich op de vraag of de asielzoeker inderdaad gegronde(serieuze) redenen heeft.
Sociale kaart en sociale zekerheid Samenvatting door Sharon.D 20-10-16 Lesstof samengevat uit 24Boost.nl H5 Asielzoekers Asielzoekers/vluchtelingen zijn vreemdelingen die toelating tot ons land vragen
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201104673/1 /V4. Datum uitspraak: 27 december 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht {hierna: de Awb) op
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:2650
ECLI:NL:RBDHA:2017:2650 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer 17/1303 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Eerste
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 386 Wijziging van de Wet rol werknemers bij de Europese vennootschap in verband met de uitvoering van richtlijn nr. 2003/72/EG van de Raad van
Nadere informatieResultaten van het IND-dossieronderzoek
Bijlage 1. Resultaten van het IND-dossieronderzoek 1. Inleiding In de kabinetsnota Privé geweld-publieke zaak, die de Minister van Justitie op 12 april 2002 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, is aandacht
Nadere informatieGezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;
Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET
Nadere informatieWijziging Vreemdelingencirculaire 2000
JU Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 Besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 5 oktober 2004, nummer 2004/59, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000. De Minister
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 12691 24 augustus 2009 Besluit van de Minister van Justitie van 24 juli 2009, nr. 2009/18, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 127 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van de groep met recht op bijstand bij langer verblijf buiten Nederland
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 551 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verkorting van de adoptieprocedure en wijziging van de Wet opneming buitenlandse
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 581 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 ter implementatie van Richtlijn 2011/51/EU van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2011
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Migratiebeleid Asiel, Opvang en Terugkeer Schedeldoekshaven 100 2511
Nadere informatieOp grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000:
Op grond van artikel 17, tweede lid, Vreemdelingenwet 2000 voorgestelde wijzigingen van artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000: Artikel 3.71 Vreemdelingenbesluit 2000 wordt gewijzigd als volgt: Artikel
Nadere informatieStrafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11
ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 451 Panama Papers Nr. 1 BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 14 april
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
* Raad vanstatc 201104826/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201107901/1/V1. Datum uitspraak: 15 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) op het
Nadere informatieIngekomen stuk D7. Aantal bijlagen 2
Directie Inwoners Ingekomen stuk D7 Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 65 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 00 Telefax (024) 329 29 8 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 905
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam
Nadere informatieCOLLEGEGELD
EU-lidstaten De volgende landen zijn lid van de Europese Unie: Heb je de nationaliteit van een EU-lidstaat, IJsland, Liechtenstein, Monaco, San Marino Noorwegen, Suriname, Zwitserland of ben je een langdurig
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 159 Wet van 30 maart 1995 tot wijziging van de Huisvestingswet (voorziening in de huisvesting van bepaalde categorieën verblijfsgerechtigden)
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2014:3478
ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)
Nadere informatieB 7 Asielzoekers en vluchtelinqen 3. Inleidinq
B 7 Asielzoekers en vluchtelinqen 3 Inleidinq Dit hoofdstuk heeft, wat de wijze van behandeling van asielverzoeken, in eerste aanleg betreft, met name betrekking op die gevallen, waarin een vreemdeling
Nadere informatieDatum 3 oktober 2014 Onderwerp Reactie op bericht Golf van zelfmoordpogingen en dreigende suïcides onder Armeense vluchtelingen
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatie6986/01 CS/vj DG H I NL
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 maart 200 (OR. fr) 6986/0 LIMITE VISA 32 FRONT 5 COMIX 20 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Initiatief van Zweden met het oog op de aanneming van
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201102375/1/V4. Datum uitspraak: 20 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieUitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
200907796/1/V2. Datum uitspraak: 7 juli 2010 Raad van State AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatieUitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
200904515/1/V1. Datum uitspraak: 13 januari 2010 RAAD VAN STATE AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieHet nieuwe partnerbegrip in de fiscaliteit
Regelingen en voorzieningen CODE 3.2.1.2146 Het nieuwe partnerbegrip in de fiscaliteit bronnen Brief staatssecretaris van Financiën aan Tweede Kamer d.d. 5.11.2010 nr. 22, behorende bij kamerstuk 32130
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Kenmerk Uw kenmerk 2017Z03035 Datum 4 april
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2011:BQ1014
ECLI:NL:RBSGR:2011:BQ1014 Instantie Datum uitspraak 08-04-2011 Datum publicatie 13-04-2011 Zaaknummer 11/8490 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Vreemdelingenrecht
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der
Nadere informatieConsultatie wijziging Vreemdelingenbesluit inzake toelating van startende ondernemers
Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie De heer mr. F. Teeven Postbus 20301 3500 EH Den Haag Mr. H. Verbaten 06 46999891 23 juli 2014 ACVZ/ADV/2014/XX Consultatie wijziging Vreemdelingenbesluit inzake
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 683 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met de bijzondere positie van gemeentelijke vervoerbedrijven in relatie tot de aanbestedingsverplichting
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 BEGELEIDENDE NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper (2e deel) nr. vorig doc.: 14497/04 JAI 441 ASIM
Nadere informatieAanvullende subsidie Bed, bad en brood 2015
Openbaar Onderwerp Aanvullende subsidie Bed, bad en brood 2015 Programma Zorg & Welzijn BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Vanaf 1 januari 2015 hebben we een bed, bad en broodvoorziening
Nadere informatieDatum 17 februari 2014 Onderwerp Beantwoording kamervragen gevolgen van beperken rechtsbijstand voor rechtsbescherming in vreemdelingenzaken
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieInstructie aanvraag verblijfsvergunning voor deelname EVS
Instructie aanvraag verblijfsvergunning voor deelname EVS Wanneer gebruiken? Deze instructie is alleen van nut indien u een aanvraag wilt indienen voor een jongere die langer dan 3 maanden in Nederland
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201005686/1/V3. Datum uitspraak: 15 mei 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Nadere informatietoepassing van artikel 64 Vreemdelingenwet, wanneer het vanwege de gezondheidstoestand van het kind niet verantwoord is om te reizen.
Bijlage Hieronder geef ik een reactie op de specifieke aanbevelingen van de Kinderombudsman, en daarmee tevens op de conclusies, die in het rapport worden gedaan. Aanbevelingen 1. Geef kinderen die met
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 2030 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 47 25 DP Den Haag Postbus 2030 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj
Nadere informatieAantal asielaanvragen
Wist u dat... 60 miljoen mensen wereldwijd op de vlucht zijn 95% in eigen regio blijft 4 miljoen hiervan zijn Syriërs 3,5 miljoen van deze Syriërs in Jordanië, Turkije en Libanon verblijven T/m juli 2015
Nadere informatie1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2009 2010 A 32 236 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bermuda (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland)
Nadere informatie