Conservatoir beslag in vogelvlucht Hoe evenwichtig is de Nederlandse regeling?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Conservatoir beslag in vogelvlucht Hoe evenwichtig is de Nederlandse regeling?"

Transcriptie

1 Conservatoir beslag in vogelvlucht Hoe evenwichtig is de Nederlandse regeling? Françoise Niessen ( ) 14 januari 2011 T.a.v. dr. H.W. Wiersma

2 Conservatoir beslag in vogelvlucht Hoe evenwichtig is de Nederlandse regeling? Scriptie Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid T.a.v. dr. H.W. Wiersma 14 januari 2011 Françoise Niessen

3 WOORD VAN DANK Een woord van dank mag op deze plaats niet ontbreken. Dit omdat deze scriptie niet tot stand was gekomen zonder de inspanning en begeleiding van de heer dr. H.W. Wiersma van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam. Ik heb aan hem een deskundige en enthousiaste scriptiebegeleider gehad. Françoise Niessen

4 INHOUDSOPGAVE Inleiding 1 Hoofdstuk 1. Conservatoir beslag in vogelvlucht 1.1 Het conservatoir beslag Globale aanduiding van het executie- en (conservatoir) beslagrecht binnen het Nederlandse rechtssysteem De wettelijke regeling inzake conservatoir beslag Gevolgen van het conservatoir beslag 5 Hoofdstuk 2. Verlofverlening 2.1 Conservatoir beslag leggen Bevoegde voorzieningenrechter Meermalig gebruik van een gegeven verlof Waarborgaspecten bij verlofverlening Hogere voorzieningen tegen het verlenen of weigeren van het verlof Einde van het conservatoir beslag: overgang in executoriaal beslag of afwijzing van de vordering in de hoofdzaak 13 Hoofdstuk 3. Het opheffingskortgeding 3.1 Bevoegdheid Opheffingsgronden Werking van de opheffing Herleving van het beslag Het opheffingskortgeding in de praktijk 17 Hoofdstuk 4. Aansprakelijkheid voor onrechtmatig conservatoir beslag 4.1 Ongegrond beslag: risico-aansprakelijkheid Gedeeltelijk (on)gegrond beslag: misbruik van recht Toepassing van het leerstuk misbruik van recht Schadevergoeding bij onrechtmatig beslag Schadevergoedingsacties in de praktijk 23

5 Hoofdstuk 5. Rechtsvergelijking 5.1 Conservatoir beslag in België Conservatoir beslag in Frankrijk Conservatoir beslag in Duitsland Conservatoir beslag in Engeland Overeenkomsten en verschillen met de ons omringende landen 26 Hoofdstuk 6. Discussie omtrent het conservatoir beslag 28 Hoofdstuk 7. Conclusie en aanbevelingen 7.1 Conclusie Aanbevelingen 33 Literatuurlijst 35 Jurisprudentieregister 40

6 INLEIDING Een conservatoire beslaglegging kan zeer ingrijpende gevolgen hebben voor de beslagene. Daarom kent de regeling van het conservatoir beslag, die er primair op is gericht dat de beslaglegger verhaalszekerheid voor diens nog niet in rechte vastgestelde vordering verkrijgt, waarborgen ter bescherming van de beslagene. Ondanks deze waarborgen worden in de doctrine toch met regelmaat vraagtekens geplaatst bij overwegend de positie van de beslaglegger die ten koste van de positie van de beslagene steeds verder lijkt te worden verbeterd; terwijl het beslag in eerste instantie al vrijwel zonder toetsing wordt gelegd. Dit is onder andere het gevolg van een reeks arresten van de Hoge Raad waarmee een bestendige lijn lijkt te zijn ingezet. Nederland lijkt hiermee bovendien een uitzonderingspositie in te nemen in vergelijking met de ons omringende landen, waar het veel moeilijker is om conservatoir beslag te leggen. Naar aanleiding van het bovenstaande zal ik in deze scriptie de huidige regeling van het conservatoir beslag en het evenwicht tussen de positie van de beslaglegger en beslagene bespreken. Daarbij maak ik onder andere gebruik van de resultaten die in mei 2010 zijn verschenen van het onderzoek naar de evenwichtigheid van de regeling inzake conservatoir beslag, zoals dat door Meijsen en Jongbloed in opdracht van de Raad voor de rechtspraak is uitgevoerd. In het kader van dit onderzoek zijn alle 267 opheffingskortgedingen uit 2006, naar aanleiding van 6971 verleende verloven die werden aangebracht bij zes Nederlandse rechtbanken, op kenmerken en resultaat onderzocht. Ook zijn uitgebreide telefonische vraaggesprekken gevoerd met zowel advocaten van beslagleggers als advocaten van beslagenen die in 2008 te maken kregen met conservatoir beslag. Doel van deze gesprekken was inzicht te krijgen in de redenen voor het leggen van conservatoir beslag, de effecten hiervan en de overwegingen en motieven van beslagenen om daar al dan niet tegen in het geweer te komen. Na een bespreking in hoofdstuk 1 van het onderwerp conservatoir beslag op hoofdlijnen, zal in hoofdstuk 2 worden ingaan op de verlofverlening. Vervolgens worden in respectievelijk de hoofdstukken 3 en 4 het opheffingskortgeding en de aansprakelijkheid voor onrechtmatig beslag besproken. Hoofdstuk 5 handelt over het systeem van conservatoir beslag in de ons omringende landen en hoofdstuk 6 bevat een overzicht van de kritische geluiden over het conservatoir beslag die in de doctrine te beluisteren zijn. Ik zal mijn scriptie afsluiten met een conclusie en enige aanbevelingen die naar mijn opvatting ten gunste komen aan een beter evenwicht in de verhouding tussen de conservatoire beslaglegger en de beslagene. 1

7 HOOFDSTUK 1. CONSERVATOIR BESLAG IN VOGELVLUCHT 1.1 Het conservatoir beslag Nakoming van verbintenissen langs de weg van eigenrichting het recht in eigen hand nemen wordt door geen enkele wetgever wenselijk geacht, zodat wetgeving zoals die welke is opgenomen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, verder: Rv, zich hiertegen keert. Deze regeling 1 is een die bepaalt dat de schuldeiser een (rechts)vordering kan instellen ter verkrijging van een veroordelend vonnis waarmee de privaatrechtelijke aanspraak komt vast te staan. Daarnaast heeft Rv betrekking op de executie, te weten de tenuitvoerlegging van de aldus verkregen beslissing van de rechter. Omdat het meestal lang duurt voordat een procedure die tot een voor executie vereist vatbaar vonnis moet leiden ten einde is, kan de schuldeiser tot aan het moment dat de aanspraak vaststaat, conservatoir beslag leggen. 2 Het conservatoir beslag of bewarend beslag is een preventief middel voor de schuldeiser bedoeld voor de situatie waarin hij vreest dat zijn schuldenaar verhaal of levering onmogelijk zal maken voordat de schuldeiser zijn vordering op goederen van die schuldenaar kan verhalen of een goed geleverd krijgt. De goederen waarop de schuldeiser zich wil verhalen, zouden bijvoorbeeld door de schuldenaar onvindbaar kunnen zijn gemaakt, kunnen zijn verkocht, weggeschonken, met een recht van pand of hypotheek zijn bezwaard of verhuurd. 3 Rv kent voor deze situatie een regeling die vervat is in de zogenoemde middelen ter bewaring van een recht. 4 De wetgever geeft hiermee aan de schuldeiser de mogelijkheid om conservatoire maatregelen ter bewaring van zijn recht te treffen, nog vóórdat een procedure aanhangig is gemaakt of een aanspraak van de schuldeiser in rechte is komen vast te staan Globale aanduiding van het executie- en (conservatoir) beslagrecht binnen het Nederlandse rechtssysteem Het conservatoir beslag maakt deel uit van het executie- en beslagrecht. Het executierecht kan worden omschreven als het objectieve recht dat zowel een regeling geeft omtrent welke 1 Deze regeling is van toepassing op de situatie dat de schuldeiser niet reeds een op het burgerlijk recht gebaseerd recht heeft om tot parate executie over te gaan, zoals bijvoorbeeld de pand- en hypotheekhouder. 2 M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en Pressiemiddel, Den Haag: Sdu Uitgevers 2010, nummer 2, p M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en Pressiemiddel, Den Haag: Sdu Uitgevers 2010, nummer 2, p Boek 3 Rv, vierde titel (art k Rv). 5 M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en Pressiemiddel, Den Haag: Sdu Uitgevers 2010, nummer 2, p

8 dwangmiddelen gebruikt kunnen worden ter verwezenlijking van een civielrechtelijke aanspraak, als welke regels bij de toepassing van die dwangmiddelen in acht moeten worden genomen. Het beslagrecht kan voorts worden omschreven als het objectieve recht betreffende in ons recht geregelde beslagen. 6 De onderwerpen executie- en beslagrecht vormen, tezamen met het pand-, hypotheek- en faillissementsrecht, het verhaalsrecht. Hier komen het pand- en hypotheekrecht evenals het faillissementsrecht niet aan de orde. Het materiële verhaalsrecht is geregeld in Boek 3 BW Titel 9 tot en met 11; het formele verhaalsrecht gedeeltelijk in Titel 11 Boek 3 BW alsook in Boek 2 Rv en Boek 3 Rv, art. 700 e.v. Het verschil tussen beslag en executie is dat beslag geen executiemiddel is, maar dient ter voorbereiding van sommige, niet alle vormen van executie. Beslag is derhalve een hulpmiddel bij het verkrijgen van datgene waarop men recht blijkt te hebben krachtens rechterlijke uitspraak. 7 Het executie- en beslagrecht maakt op zijn beurt weer deel uit van het burgerlijk procesrecht dat tot doel heeft om uit het privaatrecht voortvloeiende aanspraken te verwezenlijken, voor zover het betrekking heeft op het vermogensrecht. 1.3 De wettelijke regeling inzake conservatoir beslag Uit art. 3:276 BW vloeit voort dat ieder met zijn gehele vermogen instaat voor zijn schulden. Artikel 435 lid 1 Rv bepaalt voorts dat het de executant vrij staat beslag te leggen op alle voor beslag vatbare goederen, ten aanzien waarvan hij bevoegd is zijn vordering te verhalen. Er zijn allerlei soorten beslagen en het volgende overzicht daarvan is gangbaar. 1. Naar de titel: conservatoir of executoriaal beslag. 2. Naar het doel: tegenover de verhaalsbeslagen, beslagen tot verhaal van een geldvordering, staan de reële beslagen, die tot afgifte en levering. Ook maritaal beslag beslag tot het bijeenhouden van goederen behorende tot de huwelijkse goederengemeenschap en bewijsbeslag vallen hieronder. 3. Naar het voorwerp, zoals: roerende zaken, onroerende zaken, aandelen op naam en effecten op naam die geen aandelen zijn, luchtvaartuigen, schepen en cultuurgoederen. 4. Naar de persoon onder wie beslag wordt gelegd. Er kan beslag worden gelegd onder de schuldenaar zelf of onder een derde die in een juridische verhouding met de schuldenaar staat, zoals bijvoorbeeld: de werkgever, de bank, degene aan wie de schuldenaar het voorwerp heeft uitgeleend of onder de beslaglegger zelf. 5. Ook is er nog een aantal specifiek geregelde beslagvormen, zoals: Paulianabeslag, 6 A.W. Jongbloed, Executierecht, Deventer: Kluwer 2008, p A.W. Jongbloed, Executie- en beslagrecht, in: A.W. Jongbloed & M.L. Hendrikse (red.), Burgerlijk procesrecht praktisch belicht, Deventer: Kluwer 2007, p

9 deelgenotenbeslag, pandhoudersbeslag of beslag op loon, uitkeringen en dergelijke. 6. Naast het specifieke beslag bestaat ook nog het algehele faillissementsbeslag en het strafvorderlijk conservatoir beslag. In dit onderzoek wordt hierop verder niet ingegaan. 8 De wetgever heeft gekozen voor een systematische opbouw. De executoriale beslagen staan in het wettelijk systeem voorop, ofschoon in de praktijk vaak eerst conservatoir beslag wordt gelegd. De systematiek is zodanig dat conservatoire beslagen worden gelegd met overeenkomstige toepassing van de voor executoriaal beslag geldende voorschriften. Ter uitwerking daarvan is bij overeenkomstige artikelen een verwijzingsbepaling opgenomen waarin wordt vermeld welke artikelen van het executoriaal beslag in ieder geval van toepassing zijn; terwijl niet is uitgesloten dat ook andere dan de in de verwijzing opgenomen artikelen van toepassing zijn. 9 Het wettelijk systeem ziet er schematisch 10 als volgt uit: Beslagobject Executoriaal Conservatoir Algemene bepalingen b a Tot verhaal Roerende zaak Effecten 474a-474bb Aandelen op naam NV/BV 474c-474i Onroerende zaak Schepen 562a b Luchtvaartuigen 584a-584q e Vorderingen (onder derden) a Loonbeslag 475a-475g Alimentatiebeslag 479b-479g Eigenbeslag 479h-479k 724 Vreemdelingenbeslag Reëel Afgifte roerende zaak Schepen Luchtvaartuig 584r Levering Paulianabeslag 737 Deelgenotenbeslag 733 Maritaal beslag c 8 Zie voor het algehele faillissementsbeslag art Fw en voor het strafvorderlijk conservatoir beslag art. 94a Sv. 9 Zie bijvoorbeeld de art. 712, 714, 715, 720, 724, 726, 728a, 729d, 734 en 769 Rv. 10 A.W. Jongbloed, Executie- en beslagrecht, in: A.W. Jongbloed & M.L. Hendrikse (red.), Burgerlijk procesrecht praktisch belicht, Deventer: Kluwer 2007, p

10 1.4 Gevolgen van het conservatoir beslag Het belangrijkste rechtsgevolg van beslag is dat bepaalde rechtshandelingen 11 van de beslagene met betrekking tot het beslagen goed door de beslaglegger kunnen worden genegeerd, terwijl deze ten opzichte van anderen wel rechtsgeldig zijn. 12 Een voorbeeld van een dergelijke rechtshandeling door de beslagene is vervreemding. Indien de vervreemding na het beslag tot stand gekomen is, kan dit aan de beslaglegger in veel opzichten niet worden tegengeworpen. In de voor medio 2008 verschenen literatuur bestaan verschillende opvattingen over de rechtsgevolgen van een beslag. De relatieve beschikkingsonbevoegdheid is de meest gangbare opvatting in de literatuur 13 en houdt in dat de beslagene beschikkingsonbevoegd wordt ten opzichte van de beslaglegger. Met andere woorden: een rechtshandeling heeft haar volle rechtsgevolg ten opzichte van een ieder, behalve ten opzichte van de beslaglegger. 14 Sommige schrijvers stellen echter dat de ná het beslag door de beslagene verrichte en voor de beslaglegger mogelijk nadelige rechtshandelingen relatief nietig zijn. 15 Hiermee wordt nietigheid van rechtswege bedoeld omdat de beslaglegger, zonder dat hij hierop expliciet een beroep hoeft te doen, de rechtshandeling van de beslagene kan negeren indien en voor zover hij daardoor wordt benadeeld. 16 Ook wordt in de literatuur de opvatting verdedigd dat het beslag een zeker zaaksgevolg heeft. In deze opvatting wordt het goed weliswaar rechtsgeldig overgedragen, maar wel onder handhaving van het beslag op dat goed. 17 De derde-verkrijger wordt dus ten opzichte van een ieder eigenaar, maar moet dulden dat de beslaglegger zijn rechten uitoefent. Deze verschillende opvattingen hebben voor de beslaglegger meer in het bijzonder verschillende gevolgen in de situatie van faillissement van een derde-verkrijger. Indien men uitgaat van de opvattingen omtrent zaaksgevolg behoort het goed tot het vermogen van de derde en vervalt het beslag door faillissement. Hiervan is geen sprake indien men uitgaat van de opvatting van de relatieve beschikkingsonbevoegdheid Voorbeelden van rechtshandelingen die niet aan de beslaglegger kunnen worden tegengeworpen zijn: bezwaring, onderbewindstelling, verhuring en vervrachting. 12 M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en Pressiemiddel, Den Haag: Sdu Uitgevers 2010, nummer 2, p L.P. Broekveldt, Derdenbeslag (proefschrift Universiteit Leiden), Deventer: Kluwer 2003, p M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en Pressiemiddel, Den Haag: Sdu Uitgevers 2010, nummer 2, p L.P. Broekveldt, Derdenbeslag (proefschrift Universiteit Leiden), Deventer: Kluwer 2003, p D.J. van der Kwaak, Rechtsgevolgen van beslag: de drievoudige relativiteit van de nietigheid in: N.E.D. Faber e.a., Knelpunten bij beslag en executie, Deventer: Kluwer 2009, p M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en Pressiemiddel, Den Haag: Sdu Uitgevers 2010, nummer 2, p M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en Pressiemiddel, Den Haag: Sdu Uitgevers 2010, nummer 2, p

11 De Hoge Raad heeft onlangs in twee arresten 19 getracht (iets) meer duidelijkheid te scheppen. Uit beide arresten blijkt dat de Hoge Raad zich aansluit bij de opvatting van een zeker zaaksgevolg en dat niet langer verdedigbaar is dat een beslag naar geldend recht tot relatieve beschikkingsonbevoegdheid leidt. Naar het mij voorkomt houdt de heersende leer in dat een beslag de beslagene niet, ook niet ten dele, beschikkingsonbevoegd maakt, maar slechts beperkt in datgene waarover hij beschikken kán, dus beperkt in zijn beschikkingsmacht. 20 Met andere woorden: beslag leidt dus niet tot beschikkingsonbevoegdheid van de beslagene en staat dus ook niet in de weg aan overdracht van het beslagen goed aan een derde, maar brengt slechts mee dat een latere vervreemding of bezwaring in beginsel niet tegen de beslaglegger kan worden ingeroepen. In het arrest van 20 februari oordeelt de Hoge Raad voorts dat het beslagen goed, in geval van vervreemding door de beslagene aan een derde, in het vermogen van die derde valt en, indien die derde vervolgens failliet wordt verklaard, in de boedel van dat faillissement. Het bepaalde in art. 33 lid 2 Faillissementswet heeft dan tot gevolg dat de verhaalsbevoegdheid van de schuldeiser weliswaar niet is tenietgegaan, maar nog slechts door de curator kan worden uitgeoefend met inachtneming van de in het faillissement geldende rangorde. 21 Beide arresten hebben kennelijk niet de duidelijkheid geschapen waarnaar werd verlangd want in de literatuur blijven de meningen, ook na het verschijnen van deze arresten, verdeeld HR 5 september 2008, NJ 2009, 154 (Forward/Huber); HR 20 februari 2009, NJ 2009, 376 (Ontvanger/mr. De Jong q.q.). 20 D.J. van der Kwaak, Beschikkingsonbevoegdheid, zaaksgevolg en relatieve nietigheid als mogelijke rechtsgevolgen van beslag, TCR 2009, p N.W.M. van den Heuvel, Verhaal op een goed van een derde. Opmerkingen naar aanleiding van HR 20 februari 2009, RvdW 2009, 322 (Ontvanger/De Jong q.q.), WPNR , p Zie T.R.B. de Greve, De blokkerende werking van een beslag en de gevolgen van onttrekking aan beslag, TvI 2009, p ; J.H.M. van Swaaij & J.E.M. Oude Kempers, Het beslagrecht trilt op zijn grondvesten, NJB 2009, p ; A.J. Verdaas, De blokkerende werking van een beslag op een roerende zaak en faillietverklaring van een beslagdebiteur en/of derde-verkrijger: een intrigerende cocktail, NTBR 2009, p ; R. Westrik, De blokkerende werking van beslag, WPNR , p

12 HOOFDSTUK 2. VERLOFVERLENING 2.1 Conservatoir beslag leggen Voordat conservatoir beslag kan worden gelegd moet conform art. 700 Rv verlof zijn verkregen van de voorzieningenrechter. Dit verlof wordt verleend op een door een advocaat in te dienen verlofrekest. De eisen waaraan een verlofrekest moet voldoen zijn mede afhankelijk van het soort beslag waarvoor verlof wordt gevraagd en zijn te vinden in de art. 700 tot en met 770c Rv. De algemene vereisten die voor verlofrekesten gelden zijn mede te ontlenen aan art. 278 Rv. Voor alle soorten beslag gelden de navolgende vereisten, zoals bepaald in de art. 278 jo. 700 Rv, waaraan het verlofrekest moet voldoen. Allereerst moet worden vermeld de gegevens van de beslagpartijen. Behalve de gegevens van art. 278 lid 1 Rv 23 zullen in het rekest ook gegevens moeten worden opgenomen die het mogelijk maken eventueel de beslagene of beslagdebiteur conform art. 279 lid 1 Rv op te roepen als belanghebbende. Daarnaast moet een duidelijke omschrijving worden gegeven van het beslagobject, de vordering en de gronden waarop deze berust. Voorts moet de aard van het te leggen beslag (beslag tot verhaal, tot afgifte of levering enz.) worden vermeld, alsmede eventuele bijzondere eisen 24 die de wet stelt afhankelijk van de specifieke soort van het beslag. Indien het gaat om een geldvordering wordt ook het bedrag of, als dit nog niet vaststaat, het maximumbedrag vermeld. De voorzieningenrechter beslist vervolgens op het verzoekschrift na summier onderzoek 25. Dit wil zeggen dat de voorzieningenrechter bij de beoordeling van het verzoekschrift slechts uitgaat van de informatie die de beslaglegger verstrekt. De aspirant-beslagene wordt niet geïnformeerd over een voorgenomen beslaglegging en zal in de meeste gevallen ook niet worden gehoord door de voorzieningenrechter. Hiertoe bestaat ook geen verplichting. Dit volgt uit de strekking van art. 700 lid 2 Rv en uit art. 279 Rv. Indien de voorzieningenrechter daartoe aanleiding ziet mag hij partijen wel oproepen. Deze zal dit echter slechts in uitzonderlijke gevallen 26 doen. Deze eenzijdige benadering tijdens de verlofverlening wordt ingegeven door het risico dat de aspirant-beslagene anders gewaarschuwd zou zijn en de 23 Artikel 278 lid 1 Rv schrijft voor dat slechts gegevens ten aanzien van de verzoeker moeten worden opgenomen. 24 Voor de in het artikellid bedoelde bijzondere eisen die de wet stelt voor het soort beslag waar het om gaat moet men denken aan het aantonen van gegronde vrees voor verduistering (gesteld voor beslag op grond van afdeling 2, 3, 6 en 9) of die van (nadere) omschrijving van de in beslag te nemen goederen, te vinden in art. 711 lid 1-3, 720, 724 lid 1, 725 en 734 lid 4 Rv. 25 Artikel 700 lid 2 Rv. 26 Een hoorplicht geldt bij conservatoir beslag op loon en andere periodieke betalingen, zie art. 720 jo. art. 475c Rv. Dit geldt ook bij beslag ten laste van een instelling op het gebied van geld- en kredietwezen, zoals bedoeld in art. 212a sub a Fw, tenzij het beslag uitsluitend op zaken betrekking heeft, zie art. 700 lid 4 Rv. 7

13 kans heeft om vermogensbestanddelen weg te maken. Deze werkwijze heeft in de praktijk tot gevolg dat afhankelijk van het tijdstip van indiening, het verzoek nog dezelfde dag of anders de dag daaropvolgend wordt gehonoreerd. Beslagrekesten worden in de praktijk op drie criteria beoordeeld waarbij zowel naar formele als materiële aspecten wordt gekeken. Het eerste criterium betreft de formele vereisten waaraan een beslagrekest dient te voldoen. 27 Het tweede criterium ziet op de gegrondheid van de vordering die aan het verzoek tot het leggen van conservatoir beslag ten grondslag ligt. Mocht het later tot een opheffingskortgeding komen, dan is het vooral dit criterium dat weer een rol gaat spelen. In het stadium van de verlofverlening beoordeelt de voorzieningenrechter summier of de stellingen van verzoeker tot een vordering kunnen leiden, ervan uitgaande dat hetgeen wordt gesteld juist is. 28 Deze benadering strookt met de interpretaties waarnaar in de Beslagsyllabus 29 wordt verwezen, te weten een beoordeling als ware sprake van een verstekprocedure. 30 Dit houdt in dat tenzij het gevorderde in strijd komt met het objectieve recht of de aangevoerde gronden het gevorderde niet kunnen dragen, toewijzing volgt. In de praktijk betekent dit dat van de verzoeker niet meer wordt verwacht dan dat deze een plausibele, consistente, juridisch logische en bij voorkeur beknopte uiteenzetting op papier zet waarbij weinig vereisten worden gesteld aan de onderbouwing met bewijs. 31 Bij het derde criterium ten slotte gaat het om een afweging van de belangen van zowel de verzoeker als de aspirant-beslagene. 32 Deze belangenafweging heeft meer in het bijzonder betrekking op het mogelijk onrechtmatige karakter van het beslag, in die zin dat de beslagene enerzijds onevenredig in zijn belang wordt getroffen en er anderzijds voldoende vermogen is. Dat de aspirant-beslaglegger feiten en/of omstandigheden in het verzoekschrift stelt waaruit zou blijken dat sprake is van een onnodig of onrechtmatig beslag of waardoor de voorzieningenrechter in staat zou zijn het belang van de aspirant-beslagene mee te wegen, is echter niet noodzakelijk en al helemaal niet aannemelijk. Wel wordt meegewogen de mogelijkheid van verhaal door de beslaglegger op de beslagene in geval van een toegewezen vordering. Doordat de voorzieningenrechter echter in het stadium van 27 Artikel 278 Rv jo. art. 700 Rv. 28 Het gaat hier om de in art. 705 lid 2 Rv genoemde opheffingsgrond summierlijk blijken van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht. 29 Beslagsyllabus, versie december 2009, te raadplegen op De beslagsyllabus is een rechtersregeling of CRR (Collectieve Rechters Regeling), een algemeen kenmerk daarvan is dat de inhoud niet als bindend rechterlijk beleid kan worden opgevat. Een CRR mag dus formeel niet binden, maar wordt vaak door de rechter gevolgd. Zie voor een uitgebreide bespreking van de juridische status c.q. bindende werking van rechtersregelingen: K. Teuben, Rechtersregelingen in het burgerlijk (proces)recht (proefschrift Universiteit Leiden), Deventer: Kluwer M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en Pressiemiddel, Den Haag: Sdu Uitgevers 2010, nummer 2, p M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en Pressiemiddel, Den Haag: Sdu Uitgevers 2010, nummer 2, p Beslagsyllabus, versie december 2009, te raadplegen op 8

14 verlofverlening beschikt over (zeer) beperkte informatie, is de belangenafweging gecompliceerd. Het eventueel kunnen verhalen van de schade op de beslaglegger na een ongegrond beslag wordt daarom bijvoorbeeld niet meegenomen in deze belangenafweging, omdat de voor deze toetsing benodigde informatie niet in het beslagrekest aanwezig is. In het verlengde hiervan ligt de vaststelling dat geen van de voorzieningenrechters in de praktijk toepassing geeft aan art. 701 Rv. 33 Deze bepaling biedt de voorzieningenrechter de mogelijkheid om aan een verlof tot het leggen van conservatoir beslag een voorwaarde te verbinden, in die zin dat door de beslaglegger zekerheid moet worden gesteld voor mogelijke schade die door het beslag kan worden veroorzaakt. De praktijk laat echter zien dat de beoordeling van beslagrekesten, in tegenstelling tot de systematische beschrijving van criteria in het voorgaande zou kunnen doen vermoeden, niet per criterium plaatsvindt. Het gaat vooral om een totaalindruk. Afwijzing vindt hoofdzakelijk plaats bij vreemde zaken. Verlofverlening vindt plaats in geval van een niet out of the ordinary verzoek. 34 Het besluit van de rechter vermeldt geen motivering. Dit is anders indien het een afwijzend besluit betreft. Dit vloeit voort uit de omstandigheid dat door de verzoeker slechts bezwaar kan worden gemaakt tegen een weigering om verlof te verlenen. 35 De vraag lijkt zich aan te dienen waarom hoofdbeginselen die in een normale civiele procedure op tegenspraak als onmisbaar worden beschouwd, blijkbaar geen rol spelen in het geval van conservatoir beslag. Het gaat hier om het hoofdbeginsel hoor en wederhoor, de openbaarheid van behandeling en de motivering van de beslissing. Vooral een praktische overweging ligt hieraan ten grondslag. Zoals reeds gezegd, bestaat de mogelijkheid dat vermogensbestanddelen verdwijnen als de beslagene kennis zou hebben van een verzoek tot beslaglegging. Dit brengt met zich mee dat op deze vermogensbestanddelen geen beslag meer kan worden gelegd. Snelheid en het verrassingseffect zijn dus van wezenlijk belang, met als gevolg dat de hele gang van zaken maar beter nogal eenzijdig kan zijn. Artikel 700 lid 3 Rv bepaalt voorts dat tenzij op het tijdstip van het verlof reeds een eis in de hoofdzaak is ingesteld, verlof wordt verleend onder de voorwaarde dat het instellen daarvan gebeurt binnen een daartoe te bepalen termijn van ten minste acht dagen na het beslag. 33 Blijkens gepubliceerde jurisprudentie vindt toepassing van art. 701 Rv sporadisch plaats. Zie ook M. Meijsen- Tierates, De praktijk van de beoordeling van verzoekschriften tot het verlenen van verlof tot het leggen van conservatoir beslag, Praktisch Procederen 2008, p M. Meijsen-Tierates, De praktijk van beoordeling van verzoekschriften tot het verlenen van verlof tot het leggen van conservatoir beslag, Praktisch Procederen 2008, p Zie Hof Den Bosch 16 januari 2008, LJN BC

15 Blijft de eis in hoofdzaak achterwege, dan vervalt het beslag van rechtswege bij het verstrijken van de daarvoor vastgestelde termijn. 2.2 Bevoegde voorzieningenrechter Uit art. 700 lid 1 Rv vloeit voort dat de absolute bevoegdheid om verlof te verlenen tot het leggen van conservatoir beslag in alle gevallen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank berust, ongeacht welke rechter bevoegd is in de hoofdzaak. Relatief bevoegd is de voorzieningenrechter in wiens rechtsgebied zich een of meer van de in beslag te nemen zaken bevinden. Gaat het om een beslag op vorderingen of aandelen op naam, dan is bevoegd de voorzieningenrechter in wiens rechtsgebied de schuldenaar of de derdebeslagene woont. Een beslagverlof dat verleend is door een relatief onbevoegde rechter leidt op zichzelf niet tot nietigheid van de krachtens dat verlof gelegde beslagen. 36 Of er desalniettemin aanleiding bestaat die beslagen op die grond op te heffen, moet beoordeeld worden aan de hand van een afweging van de betrokken belangen, mede in het licht van de strekking van de bepalingen omtrent de relatieve bevoegdheid van de verlofrechter Meermalig gebruik van een gegeven verlof Kan een door de voorzieningenrechter verleend verlof tot het leggen van conservatoir beslag meer malen gebruikt worden? Met andere woorden: als de beslaglegger zonder resultaat van het verleende verlof gebruik heeft gemaakt, is dan het verlof uitgewerkt of kan het ten tweede male worden gebruikt? Dit is een belangrijke vraag voor de praktijk, waarop in de jurisprudentie wisselend is geantwoord. 38 De voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam oordeelde dat een verlof slechts één maal kan worden gebruikt wegens het ingrijpende karakter van het conservatoir beslag. 39 De voorzieningenrechter van de Rechtbank Roermond 40 is het echter niet eens met zijn Rotterdamse collega en oordeelde dat het verlof meer malen gebruikt kan worden, mits vooraf verzocht en de in het rekest opgenomen feiten niet veranderd zijn. 41 Blijkens de Beslagsyllabus 42 mag een verkregen verlof slechts één maal worden gebruikt, maar kan gemotiveerd worden verzocht verlof te verlenen waarmee meer malen conservatoir beslag 36 Rb. Haarlem 5 augustus 2009, LJN BJ H.G. Punt, Memo Beslagrecht 2010, Deventer: Kluwer 2010, p M.A.J.G. Janssen, Enkele perikelen rondom het beslagverlof en de conservatoire beslaglegging in: N.E.D. Faber e.a., Knelpunten bij beslag en executie, Deventer: Kluwer 2009, p. 267 e.v. 39 Vzr. Rb. Rotterdam 1 oktober 2002, rolnr /KG/ZA (niet gepubliceerd). 40 Vzr. Rb. Roermond 14 februari 2002, JBPr 2003, nr H.G. Punt, Memo Beslagrecht 2010, Deventer: Kluwer 2010, p Beslagsyllabus, versie december 2009, te raadplegen op 10

16 kan worden gelegd. Dit zogeheten repeterend beslag zal dan doorgaans door de voorzieningenrechter in aantal en tijdsduur worden beperkt. Uit het vorenstaande vloeit voort dat verschillend wordt gedacht over de vraag of een verleend verlof meer malen gebruikt kan worden. Gelet op de summiere toetsing van het rekest en het ingrijpende karakter van het conservatoir beslag voel ik voor de opvatting dat een eenmaal verleend verlof beperkt dient te worden uitgelegd: het mag slechts één maal worden gebruikt. In voorkomende gevallen is het derhalve aan te raden om zekerheidshalve uitdrukkelijk te verzoeken of het verlof gedurende een bepaalde periode meer malen gebruikt mag worden. 2.4 Waarborgaspecten bij verlofverlening Aangezien het verlof om conservatoir beslag te kunnen leggen zo gemakkelijk verkregen wordt, terwijl de gevolgen voor degene die met het beslag wordt geconfronteerd zo ingrijpend kunnen zijn, zijn in de wet waarborgen opgenomen bedoeld ter bescherming van de beslagene. 43 Een eerste waarborg voor de beslagene is dat geen beslag kan worden gelegd zonder verlof van de voorzieningenrechter. Het gaat bij deze procesrechtelijke waarborg vooral om een voorzorgsmaatregel die eigenrichting uitsluit. 44 Een tweede waarborg die ter bescherming van de beslagene dient, is dat verlofverlening plaatsvindt onder de voorwaarde dat door de beslaglegger binnen korte tijd een hoofdzaak wordt ingesteld inzake de vordering waarvoor beslag wordt gelegd. Daarnaast controleert de voorzieningenrechter de formele aspecten 45 waaraan een beslagrekest dient te voldoen en toetst hij summier de inhoud van de vordering. Een derde waarborg is dat daarbij, eveneens summier, een afweging van de belangen van zowel de beslaglegger als de beslagene plaatsvindt. 46 Evenwel, nu de aspirant-beslaglegger geen feiten en/of omstandigheden in het verzoekschrift hoeft te stellen waaruit zou blijken dat sprake is van een onnodig of onrechtmatig beslag of waardoor de voorzieningenrechter in staat zou zijn het belang van de aspirant-beslagene mee te wegen, lijkt deze waarborg nogal een dode letter. Een volgende waarborg voor de beslagene is de eis van vrees voor verduistering. Deze eis heeft momenteel echter niet veel meer om het lijf door aanvullingen en wijzigingen in de 43 M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en Pressiemiddel, Den Haag: Sdu Uitgevers 2010, nummer 2, p. 57. Zie ook L.P. Broekveldt, Derdenbeslag (proefschrift Universiteit Leiden), Deventer: Kluwer 2003, p. 641 en A.I.M. van Mierlo, Boek III Van regtspleging van onderscheiden aard. Titel 4. Conservatoir beslag, in: E.M. Wesseling-van Gent e.a. (red.), Burgerlijke Rechtsvordering, Deventer: Kluwer (losbl.). 44 M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en Pressiemiddel, Den Haag: Sdu Uitgevers 2010, nummer 2, p Hierbij moet worden gedacht aan de naleving van de voorschriften die worden genoemd in art. 278 Rv. 46 Zie ook

17 wetgeving. Vervolgens is er nog de regeling van het grijs maken van conservatoire beslagen. Bij sommige rechtbanken 47 kan de aspirant-beslagene, voordat het verlof wordt verleend, schriftelijk bij de voorzieningenrechter deugdelijk gemotiveerd zijn bezwaren kenbaar maken. Dit is de enige mogelijkheid voor de aspirant-beslagene om zijn belangen te beschermen door vooraf zijn visie te geven op een door hem verwachte conservatoire beslaglegging. 48 De laatste waarborgen tenslotte vormen het opheffingskortgeding en de aansprakelijkheid van de beslaglegger voor een onrechtmatig beslag. De beslagene kan, als de beslaglegging een feit is, tegen dat beslag opkomen als eiser in een kort geding procedure en om opheffing of wijziging van het beslag vragen. Is het beslag onrechtmatig, dan heeft de beslagene de mogelijkheid om op grond van art. 6:162 BW schadevergoeding van de beslaglegger te vorderen. Uiteindelijk draait het allemaal om de eigen verantwoordelijkheid van partijen. Van de beslaglegger wordt verwacht dat hij geen conservatoir beslag legt zonder toereikende grond of voor een (veel) te hoog bedrag. Doet hij dit wel, dan loopt hij het risico aansprakelijk gesteld te worden uit hoofde van onrechtmatige daad 49 en een veroordeling tot het betalen van schadevergoeding. De beslaglegger behoort daarom uit eigen belang onrechtmatige beslagen te vermijden. Voor de beslagene geldt dat hij tijdig gebruik moet maken van de hem geboden mogelijkheid om het op eenzijdige voorlichting verkregen beslagverlof in kort geding te laten toetsen Hogere voorzieningen tegen het verlenen of weigeren van het verlof Ondanks de ingrijpende gevolgen van het verlof bepaalt art. 700 lid 2 Rv laatste volzin dat de schuldenaar geen hoger beroep kan aantekenen tegen een verleend verlof. Dit is ook het geval indien de schuldenaar is gehoord bij het verlenen van het verlof. 51 Aan dit verbod ligt in belangrijke mate ten grondslag dat de wet een afzonderlijke weg aanwijst om op te komen tegen het verlof, gevolgd door beslaglegging, te weten het instellen van een kort geding tot opheffing van het beslag op grond van art. 705 Rv. 52 Volgens de toelichting in Tekst & Commentaar Burgerlijke Rechtsvordering 2010 op art. 700 lid 2 Rv mag worden aangenomen dat doorbreking van het rechtsmiddelenverbod mogelijk is op de bekende 47 In de arrondissementen Haarlem, Amsterdam en Den Haag (in Den Haag is dit alleen toegestaan in IE-zaken). 48 M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en Pressiemiddel, Den Haag: Sdu Uitgevers 2010, nummer 2, p Zie o.m. HR 5 december 2003, NJ 2004, 150, JBPr 2004, nr. 14, m.nt. A. van Hees; HR 11 april 2003, NJ 2003, 440, AA 2003, p. 773, m.nt. A.I.M. van Mierlo (Hoda International/Mondi Foods). 50 Op grond van art. 705 Rv. 51 HR 25 september 2009, NJ 2009, 460 (Hagemeyer/Bekkers). 52 MvT Inv., Parl. Gesch. Wijziging Rv e.a.w. (Inv. 3, 5 en 6), p

18 gronden dat het artikellid ten onrechte niet, ten onrechte wel of met verzuim van essentiële vormen is toegepast. 53 De verzoeker daarentegen heeft wanneer het verlof wordt geweigerd wel mogelijkheden. Hoger beroep en cassatie zijn hier namelijk wèl toegelaten: verzoeker kan bij het verkrijgen van het verlof immers een groot belang hebben. 54 Artikel 358 Rv geeft een termijn van drie maanden voor hoger beroep, uit art. 426 Rv volgt dat hierna eventueel cassatie mogelijk is. 2.6 Einde van het conservatoir beslag: overgang in executoriaal beslag of afwijzing van de vordering in de hoofdzaak Doel van het conservatoir beslag is het veiligstellen van de in beslag genomen vermogensbestanddelen van de beslagene ten behoeve van verhaal door of afgifte aan de beslaglegger. Op een gegeven moment wordt uitsluitsel gegeven over de gegrondheid van de vordering die aan het conservatoir beslag ten grondslag ligt doordat de rechter of instantie waar de hoofdvordering aanhangig is, uitspraak zal doen over de eis in hoofdzaak. Uit art. 704 Rv blijkt dat zodra de beslaglegger in de hoofdzaak een executoriale titel heeft verkregen en deze voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden, het conservatoir beslag overgaat in een executoriaal beslag, mits de verkregen titel aan de (derde-)beslagene is betekend. Een afwijkende regeling geldt voor conservatoir beslag tot levering van onroerende zaken of vermogensrechten: deze beslagen blijven gezien hun aard liggen totdat levering heeft plaatsgevonden of totdat zes maanden verstreken zijn na het in kracht van gewijsde gaan van de beslissing in de hoofdzaak. 55 Voldoet de beslagene ook nadat een veroordelend vonnis is uitgesproken niet vrijwillig aan zijn verplichting, dan kan de schuldeiser zich verhalen op, dan wel inbeslagname bewerkstelligen van, het goed dat eerder in conservatoir beslag is genomen. 56 De regels van het executoriaal beslag dienen in dat geval toegepast te worden. 57 In de art d Rv is de verdeling van de executieopbrengst geregeld. Wordt de eis in de hoofdzaak afgewezen en is deze uitspraak in kracht van gewijsde gegaan, dan vervalt daardoor van rechtswege het gelegde conservatoire beslag HR 29 maart 1985, NJ 1986, 242 (Enka/Dupont). 54 MvT Inv., Parl. Gesch. Wijziging Rv e.a.w. (Inv. 3, 5 en 6), p. 68; zie ook HR 23 december 1977, NJ 1978, Artikel 735 lid 1 Rv. 56 M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en Pressiemiddel, Den Haag: Sdu Uitgevers 2010, nummer 2, p Boek 2 Rv. 58 Artikel 704 lid 2 Rv. Zie over herleving van het beslag

19 HOOFDSTUK 3. OPHEFFINGSKORTGEDING Het conservatoir beslag is in de voorgaande hoofdstukken al omschreven als een middel dat ingrijpend van karakter is. Om die reden bevat de vierde titel van Rv mede maatregelen die bedoeld zijn ter voorkoming, ter opheffing of ter compensatie van een (gedeeltelijk) ongegrond gelegd, of voor de beslagene onnodig kwellend, beslag. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het opheffingskortgeding dat de beslagene de mogelijkheid biedt zich van een onrechtmatig beslag te ontdoen en dat dient als compensatie voor de summiere, eenzijdige, beoordeling van een verzoek om beslag te mogen leggen. 3.1 Bevoegdheid Opheffing van een verleend verlof tot conservatoir beslag kan worden gevorderd bij de voorzieningenrechter die het beslagverlof heeft verleend of bij de gewone rechter; 59 te weten de rechter die bevoegd is in de hoofdzaak. 60 In de hoofdzaak kan de vordering aanhangig gemaakt worden bij eis in reconventie of incidentele vordering 61, maar ook als voorlopige voorziening binnen de bodemprocedure. 62 Gaat het om een vordering tot een voorlopige voorziening op grond van art. 223 Rv, dan is vereist dat de hoofdzaak aanhangig is, de voorziening samenhangt met de hoofdvordering en dat er een spoedeisend belang bestaat bij de vordering. 63 De bevoegdheid tot opheffing van een beslag in kort geding is een aanvullende bevoegdheid, naast die welke uit art. 254 Rv voortvloeit. Is bijvoorbeeld ter zake van dezelfde vordering door verschillende rechters beslag toegestaan, dan kan één van hen oordelend over die vordering ook de door anderen toegestane beslagen opheffen. 64 Elke belanghebbende kan op grond van art. 705 Rv opheffing vorderen. Behalve aan de beslagene, de derde-beslagene en de beslagschuldenaar kan men bijvoorbeeld denken aan degene die de beslagen zaak op grond van art. 5:2 BW opeist. Een derde die tegen een conservatoir beslag wil opkomen, moet zowel de beslaglegger als de beslagene in kort geding dagvaarden. 65 Doet de derde dit niet, dan leidt dit tot niet-ontvankelijkheid Artikel 705 Rv. 60 Ktr. Roermond 1 juli 2009, LJN BJ H.G. Punt, Memo Beslagrecht 2010, Deventer: Kluwer 2010, p Artikel 223 Rv. 63 Ktr. Roermond 7 juli 2009, NJF 2009, HR 23 februari 1996, NJ 1996, 434 (DKHB/KIVO) en Hof Leeuwarden 18 februari 1996, NJ 1998, Artikel 705 lid 3 Rv jo. art. 438 lid 5 Rv en MvT Inv., Parl. Gesch. Wijziging Rv e.a.w. (Inv. 3, 5 en 6), p Vzr. Rb. Arnhem 17 augustus 2007, LJN BB

20 3.2 Opheffingsgronden Uit art. 705 lid 2 Rv vloeit voort dat de opheffing van het beslag onder meer wordt uitgesproken bij verzuim van op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, indien summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag blijkt, dan wel, als het beslag is gelegd voor een geldvordering, er voor deze vordering voldoende zekerheid wordt gesteld. Een reden voor opheffing van het beslag kan daarnaast in het bijzonder gelegen zijn in de omstandigheid dat het belang van de beslaglegger bij handhaving van het beslag niet opweegt tegen het belang van de beslagene bij opheffing van het beslag. 67 Uitgangspunt, vooral sinds het arrest De Ruiterij/MBO-Ruiters in , is dat degene die opheffing van het conservatoir beslag vordert, aannemelijk moet maken met inachtneming van de beperkingen van de kort gedingprocedure dat de door de beslaglegger gepretendeerde vordering ondeugdelijk is. De kortgedingrechter zal daarbij evenwel hebben te beslissen aan de hand van een beoordeling van wat door beide partijen naar voren is gebracht en summierlijk met bewijsmateriaal is onderbouwd. Die beoordeling kan niet geschieden los van de in een zodanig geval vereiste afweging van wederzijdse belangen. Dit uitgangspunt van een op de beslagene rustende aannemelijkheidslast is in de rechtspraak nadien herhaaldelijk bevestigd en gevolgd. 69 Deze last is aanmerkelijk zwaarder dan hetgeen de beslaglegger ter verkrijging van het verlof veelal hoeft te stellen. 70 Het komt er dus kort gezegd op neer dat het voordeel van de twijfel in overwegende mate aan de beslaglegger wordt gegund. In de literatuur is algemeen aanvaard dat de in art. 705 lid 2 Rv genoemde gronden niet limitatief zijn bedoeld. Er kunnen zich derhalve nog andere situaties voordoen die grond vormen voor opheffing van het beslag. 71 Discussie bestaat over het imperatieve karakter van de opheffingsgronden. Het gaat dan om de vraag of de voorzieningenrechter het beslag ook 67 C.J.M. Klaassen, Bewijspositie bij het leggen en opheffen van beslag in: N.E.D. Faber e.a., Knelpunten bij beslag en executie, Deventer: Kluwer 2009, p HR 14 juni 1996, NJ 1997, 481 (De Ruijterij/MBO-Ruiters). 69 HR 30 juni 2006, NJ 2007, 483 (Bijl/Van Baalen c.s.); HR 25 november 2005, NJ 2006, 148, m.nt. G.R. Rutgers (Rohde Nielsen/De Donge); HR 13 juni 2003, NJ 2005, 77 (Daan/Bremen). 70 M. Meijsen-Tierates, Onderzoek naar het opheffingskortgeding in theorie en praktijk, Executief , p. 2-4 en de soortgelijke visie van H.J. Snijders in diens annotatie onder het arrest HR 14 juni 1996, NJ 1997, 481 (De Ruijterij/MBO-Ruiters). 71 L.P. Broekveldt, Derdenbeslag (proefschrift Universiteit Leiden), Deventer: Kluwer 2003, p. 672; H. Oudelaar (red.), Vademecum Burgerlijk Procesrecht. Executie en beslag, Deventer: Gouda Quint 2001, p. 69; H. Oudelaar, Recht halen. Inleiding in het executie- en beslagrecht, Deventer: Kluwer 1995, p

21 moet opheffen indien hij één van deze gronden aanwezig acht. Hier wordt op deze discussie verder niet ingegaan Werking van de opheffing Pas nadat het constitutieve vonnis kracht van gewijsde heeft verkregen, treedt de opheffing van het conservatoir beslag in werking. Is de uitspraak, zoals vrijwel altijd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard dan is evenwel het conservatoir beslag opgeheven met het doen van uitspraak Herleving van het beslag Als een uitvoerbaar bij voorraad verklaarde uitspraak waarbij het beslag werd opgeheven in hoger beroep wordt vernietigd, herleeft het eerder gelegde beslag, zoals onder andere in 2008 nog is uitgemaakt door de Hoge Raad. Desalniettemin moeten wijzigingen in de rechtstoestand van het beslagen goed in de periode tussen de opheffing en de vernietiging worden geëerbiedigd. 74 Moment van herleving van het beslag is het moment van het uitspreken van het appelvonnis. 75 De Hoge Raad heeft verder uitgemaakt dat het beslag zijn werking behoudt tot het opheffende vonnis in kracht van gewijsde is gegaan, indien het vonnis waarbij het beslag is opgeheven niet uitvoerbaar bij voorraad is verklaard en er tijdig hoger beroep is ingesteld. De opheffing van het beslag treedt pas daarna in werking. Wordt het vonnis houdende de opheffing van het beslag vernietigd, dan blijft het beslag zonder onderbreking van kracht en is er geen sprake van herleving van het beslag, aldus de Hoge Raad. 76 Het doel van opheffing van het beslag is de beslagene volledig te herstellen in zijn bevoegdheid om het goed te vervreemden of te bezwaren en hem te bevrijden van de blokkade en de daarmee gepaard gaande last die het gevolg kan zijn van een conservatoir derdenbeslag op een bankrekening. Rechten die een derde van de beslagene heeft verkregen in de tijd gelegen tussen de opheffing van het beslag en de vernietiging van het vonnis kunnen aan de beslaglegger worden tegengeworpen. Dit geldt ook indien de verkrijger op de hoogte is van het feit dat het tot opheffing van het beslag strekkende vonnis nog niet in kracht van gewijsde is gegaan en dat er hoger beroep is ingesteld. 77 De rechter 72 Zie voor een overzicht van deze discussie: M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en Pressiemiddel, Den Haag: Sdu Uitgevers 2010, nummer 2, p HR 20 januari 1995, NJ 1995, 413 (Smokehouse/Culimer). 74 HR 5 september 2008, NJ 2009, 154 en HR 23 februari 1996, NJ 1996, Zie noot Van Mierlo in ArsAequi 2001, p. 107 onder HR 26 mei 2000, NJ 2001, H.G. Punt, Memo Beslagrecht 2010, Deventer: Kluwer 2010, p. 137 en N.E.D. Faber e.a., Knelpunten bij beslag en executie, Deventer: Kluwer 2009, p H.G. Punt, Memo Beslagrecht 2010, Deventer: Kluwer 2010, p

22 heeft evenwel de mogelijkheid om bij zijn vonnis waarbij hij het beslag opheft, aan de uitvoerbaarheid bij voorraad de voorwaarde te verbinden dat door de schuldenaar tot een door hem te bepalen bedrag zekerheid wordt gesteld Het opheffingskortgeding in de praktijk In de literatuur wordt aangenomen dat het opheffingskortgeding voor de beslagene een belangrijke functie vervult als tegenwicht ten opzichte van de eenzijdigheid die de verlofprocedure kenmerkt. Immers, daar waar de advocaat van de aspirant-beslaglegger niet alleen wordt gehoord 79 maar voorts ook nog bezwaar kan maken tegen de afwijzende beschikking 80, is dit voor de beslagene slechts de enige vorm van verweer tegen een verleend verlof. Uit onderzoek in de praktijk lijkt echter naar voren te treden dat het opheffingskortgeding niet een heel belangrijke functie vervult. 81 Allereerst kan worden gesteld dat het niet opkomen tegen een conservatoir gelegd beslag in de vorm van een opheffingskortgeding eerder regel is dan uitzondering. Het wordt slechts ingesteld in minder dan 4% van de gevallen waarin verlof is verleend. 82 Belangrijke redenen hiervoor zijn dat de kansen op een opheffing niet groot worden geacht en dat de drempel om een dergelijke procedure te starten hoog blijkt te zijn. Onder advocaten heerst de indruk dat alleen in zeer evidente en niet te ingewikkelde gevallen een opheffingskortgeding op grond van de belangrijkste opheffingsgrond, de summierlijke ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht, kans van slagen heeft. 83 Deze inschatting komt overeen met de door de Hoge Raad gevolgde lijn op dit gebied. In het arrest Bijl/Van Baalen 84 uit 2006 werd bepaald dat een afwijzend bodemvonnis waartegen hoger beroep is ingesteld, nog niet noodzakelijkerwijs leidt tot een summierlijk ondeugdelijke vordering en daarmee tot opheffing van het beslag. Hieruit lijkt mij naar voren te treden dat de Hoge Raad prioriteit toekent aan de formele functie van het conservatoir beslag: het belang van de beslaglegger, bestaande uit de verhaalbaarheid hangende onzekerheid over de materiële gegrondheid van de vordering. 85 Het gevolg hiervan is dat de kans groot is dat het beslag wordt gehandhaafd bij 78 HR 26 mei 2000, NJ 2001, Beslagsyllabus, versie december 2009, te raadplegen op 80 Zie M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en Pressiemiddel, Den Haag: Sdu Uitgevers 2010, p Het onderzoek is gebaseerd op gegevens over het jaar Gemiddelde op basis van cijfers van de zes onderzochte rechtbanken over het jaar 2006; M. Meijsen, Conservatoir beslag: naast zekerheid in veel gevallen ook drukmiddel, Tijdschrift voor de Procespraktijk 2010, p M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en Pressiemiddel, Den Haag: Sdu Uitgevers 2010, nummer 2, p HR 30 juni 2006, NJ 2007, M. Meijsen & A.W. Jongbloed, Conservatoir beslag in Nederland. Zekerheid en Pressiemiddel, Den Haag: Sdu Uitgevers 2010, nummer 2, p

AH Z Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr.

AH Z Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr. AH 1471 2018Z24098 Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 1202 Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 1360 1 Kent u het bericht Bedrijven lamleggen met beslag

Nadere informatie

Masterthesis Naam: Kay Horsch ID: i400025 Jaar: 4/5 Studierichting: Nederlands Recht Begeleider: Mr. L.P.W. van Vliet Totaal aantal woorden: 21.

Masterthesis Naam: Kay Horsch ID: i400025 Jaar: 4/5 Studierichting: Nederlands Recht Begeleider: Mr. L.P.W. van Vliet Totaal aantal woorden: 21. Masterthesis Naam: Kay Horsch ID: i400025 Jaar: 4/5 Studierichting: Nederlands Recht Begeleider: Mr. L.P.W. van Vliet Totaal aantal woorden: 21.237 Probleemstelling: Hoe kan het rechtsgevolg van beslag

Nadere informatie

Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland

Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland 1. Welke verschillende soorten maatregelen zijn er? Bewarende maatregelen zijn maatregelen die tot doel hebben waar mogelijk zeker te stellen dat de schuldenaar

Nadere informatie

Prof. mr. A.W. Jongbloed. Executierecht. Kluwer a Wotters Kluwer business. Kluwer - Deventer 20t I

Prof. mr. A.W. Jongbloed. Executierecht. Kluwer a Wotters Kluwer business. Kluwer - Deventer 20t I Prof. mr. A.W. Jongbloed Executierecht Kluwer a Wotters Kluwer business Kluwer - Deventer 20t I INHOUD Voorwoord / V 1 Inleiding. Executoriale titels. Enkele algemene regels van executierecht /1 1.1 Inleiding

Nadere informatie

1 Algemeen. 1.1 Inleiding

1 Algemeen. 1.1 Inleiding 1 Algemeen 1.1 Inleiding De basis van het executierecht vormt art. 3:296 BW. In dit artikel wordt de schuldeiser het recht gegeven om in rechte de nakoming van zijn verbintenis te vorderen. Deze gedwongen

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

141. Voorwaarden aan het verlof:

141. Voorwaarden aan het verlof: 141. Voorwaarden aan het verlof: herhaald gebruik van beslagverlof en repeterend beslag mr. L.F.P. Coehorst 1 Er heerst verdeeldheid over de vraag of het mogelijk is om op basis van een verlof meerdere

Nadere informatie

Derde cursusdag. I. Beslag Kort geding

Derde cursusdag. I. Beslag Kort geding Derde cursusdag II. I. Beslag Kort geding I. Beslag Factoren die vooraf een rol spelen bij het leggen van beslag: - De aard en de kracht van de vordering - De aanwezigheid van verhaalsobjecten - De gegoedheid

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

I. Algemene aspecten van beslagrecht

I. Algemene aspecten van beslagrecht I. Algemene aspecten van beslagrecht 1.1 Inleiding Aan degene die beslag legt ten laste van een ander kunnen verschillende doelen voor ogen staan. Hij kan verhaal voor een vordering beogen op een deel

Nadere informatie

Misbruik van beslagrecht, steeds vaker gebruikt

Misbruik van beslagrecht, steeds vaker gebruikt Misbruik van beslagrecht, steeds vaker gebruikt mr. m.r. van zanten Het civiele recht kent het leerstuk van misbruik van bevoegdheid, hetgeen een onrechtmatige daad oplevert die tot schadevergoeding verplicht

Nadere informatie

Sjoerd Warringa. Donderdag 20 januari 2011

Sjoerd Warringa. Donderdag 20 januari 2011 PRESENTATIE BESLAGRECHT Goed beslagen of door het ijs? Sjoerd Warringa De Oranje Loper Donderdag 20 januari 2011 Plan van behandeling algemene inleiding soorten beslag hoe effectief f beslag te leggen?

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:3627

ECLI:NL:RBNHO:2017:3627 ECLI:NL:RBNHO:2017:3627 Instantie Datum uitspraak 04-05-2017 Datum publicatie 08-05-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/258178 / KG ZA 17-309 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment?

Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment? Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment? Mr. C.H.M. Fiévez * 1. Inleiding De vraag tot welk moment cumulatief beslag op aandelen nog mogelijk is veronderstelt dat elk beslagobject, en dus

Nadere informatie

Wat is precies een eis in de hoofdzaak?

Wat is precies een eis in de hoofdzaak? art. 700 lid 3 Rv Wat is precies een eis in de hoofdzaak? mr. M.A.J.G. Janssen advocaat te Eindhoven 1 Wat moet worden verstaan onder het instellen van een eis in de hoofdzaak in de zin van art. 700 lid

Nadere informatie

De blokkerende werking van het beslag

De blokkerende werking van het beslag Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De blokkerende werking van het beslag Mr. R. Westrik Published in [WPNR 2009 6798] Universitair hoofddocent privaatrecht Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen aan LOVCK&T van Expertgroep Burgerlijk procesrecht datum 29 mei 2019 onderwerp Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen / reële

Nadere informatie

Onrechtmatig beslag. Spraakverwarring. 10 september 2013. Onrechtmatig beslag 10 september 2013. Onrechtmatig beslag Ten onrechte gelegd beslag

Onrechtmatig beslag. Spraakverwarring. 10 september 2013. Onrechtmatig beslag 10 september 2013. Onrechtmatig beslag Ten onrechte gelegd beslag Gijs Molkenboer Senior adviseur JZ SNS REAAL www.gijsmolkenboer.nl Onrechtmatig beslag 10 september 2013 Spraakverwarring. Onrechtmatig beslag Ten onrechte gelegd beslag Academie voor de rechtspraktijk

Nadere informatie

38. Opheffing en herleving van conservatoire beslagen

38. Opheffing en herleving van conservatoire beslagen 38. Opheffing en herleving van conservatoire beslagen MR. S.N.J. PUTTER Dit artikel gaat in op de gevolgen van een herleefd beslag waarvan sprake kan zijn nadat een beslag eerder uitvoerbaar bij voorraad

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 ECLI:NL:RBOVE:2014:2411 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18-04-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer C/08/154383 / KG-ZA 14-130 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

Prof. mr. A.W. Jongbloed WAAROM ER NAUWELIJKS RECHTSPRAAK IS OVER BESLAGEN OP LEVENSVERZEKERINGEN

Prof. mr. A.W. Jongbloed WAAROM ER NAUWELIJKS RECHTSPRAAK IS OVER BESLAGEN OP LEVENSVERZEKERINGEN Prof. mr. A.W. Jongbloed WAAROM ER NAUWELIJKS RECHTSPRAAK IS OVER BESLAGEN OP LEVENSVERZEKERINGEN Plaats in het systeem van de wet Boek 2, titel 2 (gerechtelijke tenuitvoerlegging op goederen die geen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Invoeringswet Boeken 3-6 Nieuw B.W. eerste gedeelte, bevattende wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie en de

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

Voorwoord. Ik wens u veel leesplezier. Tilburg, mei 2013 Amanda Brouwers

Voorwoord. Ik wens u veel leesplezier. Tilburg, mei 2013 Amanda Brouwers De opheffing van conservatoir beslag en de schorsing van de tenuitvoerlegging van het EAPO (European Account Preservation Order) door middel van een bankgarantie Amanda Brouwers ANR: 256971 Faculteit Rechtsgeleerdheid

Nadere informatie

De beslagen worden in de wet als volgt geregeld:

De beslagen worden in de wet als volgt geregeld: Wettelijk systeem 3 1 Wettelijk systeem De beslagen worden in de wet als volgt geregeld: executoriaal conservatoir Algemene bepalingen 430-438b 700-710a Beslag onder de schuldenaar op roerende zaken 439-474

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 ECLI:NL:RBGEL:2017:1643 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 01032017 Datum publicatie 27032017 Zaaknummer 316395 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/93153

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

HC 6A, Beslag en executie 1

HC 6A, Beslag en executie 1 HC 6A, 23-05-2019 Beslag en executie 1 Derdenbeslag Het derdenbeslag is waarschijnlijk de meest voorkomende wijze van beslag. Wie is een derde? Dat kan een werkgever zijn. Wie zijn dan de eerste en de

Nadere informatie

Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie Opheffen conservatoir beslag. Onjuist en/of onvolledig informeren van beslagrechter.

Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie Opheffen conservatoir beslag. Onjuist en/of onvolledig informeren van beslagrechter. Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 261015 11:10 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBMNE:2013:3231 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Datum uitspraak 19072013

Nadere informatie

De (on)houdbaarheid van een conservatoir verhaalsbeslag voor een vordering waarvoor de aansprakelijkheidsverzekering

De (on)houdbaarheid van een conservatoir verhaalsbeslag voor een vordering waarvoor de aansprakelijkheidsverzekering UIT DE PRAKTIJK Mr. M. Jongkind * De (on)houdbaarheid van een conservatoir verhaalsbeslag voor een vordering waarvoor de aansprakelijkheidsverzekering van de schuldenaar dekking biedt 1. INLEIDING Indien

Nadere informatie

FOCUSSEN OP S UMMIERLIJKE O NDEUGDELIJKHEID

FOCUSSEN OP S UMMIERLIJKE O NDEUGDELIJKHEID FOCUSSEN OP S UMMIERLIJKE O NDEUGDELIJKHEID Mag een civiele voorzieningenrechter het door een bestuursorgaan ingeroepen bestuursrechtelijk recht op (on)deugdelijkheid toetsen in een opheffingskortgeding?

Nadere informatie

Rednr Nt. Gielen en Van Mierlo, ontv Noot HR 29 sept 2018, 17/01264 ORGANIK v. DOW. Inleiding

Rednr Nt. Gielen en Van Mierlo, ontv Noot HR 29 sept 2018, 17/01264 ORGANIK v. DOW. Inleiding Noot HR 29 sept 2018, 17/01264 ORGANIK v. DOW Inleiding 1. Deze zaak biedt een fraai voorbeeld van de problematiek die zweeft rond de bescherming van bedrijfsgeheimen door een onderneming. Twee belangen

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:286

ECLI:NL:RBOVE:2016:286 ECLI:NL:RBOVE:2016:286 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18012016 Datum publicatie 29012016 Zaaknummer C/08/179852 / KG ZA 15391 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen

Artikel 24. Artikel 24 lid 1 Pandrecht. Verkoop van verpande goederen Artikel 24 Lid 1 Lid 2 Pandrecht Pandrecht Verkoop van verpande goederen Artikel 24 lid 1 Pandrecht Algemeen Het verschil tussen pand en retentie Het pandrecht in de AVC 2002 is nieuw ten opzichte van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7227

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7227 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB7227 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 16-08-2007 Datum publicatie 06-11-2007 Zaaknummer 87248 - KG ZA 07-191 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat gerechtsdeurwaarder X het vonnis van de kantonrechter d.d. 18 december 2007 heeft betekend, terwijl hij verzoeker niet eerst heeft uitgenodigd dan wel heeft

Nadere informatie

2018 Tekst: mr. M. van der Meijs 2018 Vormgeving: Celsus juridische uitgeverij lay out: Bureau Lopend Vuur

2018 Tekst: mr. M. van der Meijs 2018 Vormgeving: Celsus juridische uitgeverij lay out: Bureau Lopend Vuur Het herstel van het belangenevenwicht bij de opheffing van conservatoir beslag in kort geding Mr. M. van der Meijs Dit boek is gebaseerd op de masterscriptie Nederlands Recht (specialisaties Privaat- en

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

WOORD VOORAF BIJ DE VIJFDE DRUK

WOORD VOORAF BIJ DE VIJFDE DRUK Woord vooraf bij de vijfde druk WOORD VOORAF BIJ DE VIJFDE DRUK Dit deel van de reeks Monografieën Privaatrecht is gewijd aan de materieelrechtelijke gevolgen van een civielrechtelijk beslag. Aan beslag

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

Executie van het retentierecht

Executie van het retentierecht Executie van het retentierecht mr. Jacob Henriquez mr. Teije van Dijk AKD Aangeboden door WEKAbouw Kennisbank Contracteren in de bouw www.weka-bouw.nl @2011 Weka Uitgeverij B.V. - 1 - Inleiding Het retentierecht

Nadere informatie

Beslag- en Executierecht in de (dagelijkse) praktijk

Beslag- en Executierecht in de (dagelijkse) praktijk Beslag- en Executierecht in de (dagelijkse) praktijk Beslag- en Executierecht In de (dagelijkse) praktijk Mr. H.A. Stein H.A. Stein Breda Brave New Books Rotterdam 2013 H.A. Stein Beslag- en Executierecht

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: 215005 / KG ZA 10-460 Vonnis in kort geding ex artikel 438 lid 4 Rv van 22 juli 2010

zaaknummer / rolnummer: 215005 / KG ZA 10-460 Vonnis in kort geding ex artikel 438 lid 4 Rv van 22 juli 2010 vonnis RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 215005 / KG ZA 10-460 Vonnis in kort geding ex artikel 438 lid 4 Rv van in de zaak van I De stichting STICHTING TRUDO, gevestigd

Nadere informatie

Mandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd

Mandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd Mandaat en delegatie mr. M.C. de Voogd Artikel 1:1 Awb 1. Onder bestuursorgaan wordt verstaan: a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of b. een ander persoon of college,

Nadere informatie

6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding

6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding 6 De taak van de rechter in het burgerlijk geding 1 INLEIDING Over de taak van de rechter in het burgerlijk geding bestaat weinig onenigheid. Het is zijn taak om ambtshalve te beoordelen of het recht op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

HC 7A, , Kort geding

HC 7A, , Kort geding HC 7A, 18-10-18, Kort geding Het kort geding is gericht op een snelle voorlopige voorziening. Een gewone bodemprocedure neemt gauw veel tijd in beslag, waardoor de schade ondertussen snel kan oplopen (bij

Nadere informatie

Drie stellingen. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series. M.L. Tuil. Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145

Drie stellingen. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series. M.L. Tuil. Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145 Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Drie stellingen M.L. Tuil Published in WPNR 2010 (6831), p. 143-145 Postdoc Erasmus Universiteit Rotterdam (tuil@law.eur.nl). 1 Abstract In dit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 876 Regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten, aandelen en giraal

Nadere informatie

procesrecht algemeen

procesrecht algemeen procesrecht algemeen Open kaart spelen? E.A. VAN DE KUILEN* De verhouding tussen artikel 21 Rv en het beslagrekest De uit artikel 21 Rv voortvloeiende waarheidsplicht geldt ook voor beslagrekesten. In

Nadere informatie

De beslagrechtelijke uitwerking van het verhaal op de huwelijksgemeenschap

De beslagrechtelijke uitwerking van het verhaal op de huwelijksgemeenschap Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De beslagrechtelijke uitwerking van het verhaal op de huwelijksgemeenschap M.L. Tuil Published in WPNR 2010 (6859), p. 734-739 Postdoc bij het Rotterdam

Nadere informatie

verzoeksters, beide gevestigd te Frankrijk, advocaten: mr. L. Oosting en mr. R.M. van der Velden te Amsterdam,

verzoeksters, beide gevestigd te Frankrijk, advocaten: mr. L. Oosting en mr. R.M. van der Velden te Amsterdam, beschikking RECHTBANK AMSTERDAM Sector civiel recht Zaak- / rekestnummer: 493728 / KG RK 11-2074 Beschikking van in de zaak van verzoeksters, beide gevestigd te Frankrijk, advocaten: mr. L. Oosting en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:10543

ECLI:NL:RBNHO:2015:10543 ECLI:NL:RBNHO:2015:10543 Instantie Datum uitspraak 10-09-2015 Datum publicatie 02-12-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 4056888 \ CV EXPL 15-3511 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ABM AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABM AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-144 d.d. 21 mei 2013 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. J.Th. de Wit, leden en mevrouw mr. F. Faes, secretaris)

Nadere informatie

Uitspraak GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO VONNIS IN KORT GEDING. In de zaak van:

Uitspraak GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO VONNIS IN KORT GEDING. In de zaak van: ECLI:NL:OGEAC:2017:25 Instantie Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Datum uitspraak 08-03-2017 Datum publicatie 09-03-2017 Zaaknummer KG 81962/2016 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

BESLAG OP NIET-BENUTTE KREDIETRUIMTE EXIT Hoge Raad 29 oktober 2004, LJN: AP4504, C03/166HR (Van den Bergh B.V./Van der Walle en ABN-AMRO Bank N.V.

BESLAG OP NIET-BENUTTE KREDIETRUIMTE EXIT Hoge Raad 29 oktober 2004, LJN: AP4504, C03/166HR (Van den Bergh B.V./Van der Walle en ABN-AMRO Bank N.V. BESLAG OP NIET-BENUTTE KREDIETRUIMTE EXIT Hoge Raad 29 oktober 2004, LJN: AP4504, C03/166HR (Van den Bergh B.V./Van der Walle en ABN-AMRO Bank N.V.) Inleiding Het artikel van Vriesendorp in WPNR 2001/6455

Nadere informatie

LANDSVERORDENING van de 15de maart 2001 houdende het overgangsrecht ter zake van de wijzigingen die in de bestaande wetgeving in verban

LANDSVERORDENING van de 15de maart 2001 houdende het overgangsrecht ter zake van de wijzigingen die in de bestaande wetgeving in verban Zoek regelingen op overheid.nl Koninkrijksdeel Curaçao Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 15de maart 2001 houdende het overgangsrecht ter

Nadere informatie

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:

Nadere informatie

Gerechtshof Arnhem 27 april 2004, 2004/0197 KG. (Mr. Houtman Mr. Van der Kwaak Mr. Korthals Altes) Noot mr. M.A.J.G. Janssen

Gerechtshof Arnhem 27 april 2004, 2004/0197 KG. (Mr. Houtman Mr. Van der Kwaak Mr. Korthals Altes) Noot mr. M.A.J.G. Janssen 57 Gerechtshof Arnhem 27 april 2004, 2004/0197 KG. (Mr. Houtman Mr. Van der Kwaak Mr. Korthals Altes) Noot mr. M.A.J.G. Janssen 1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid J.J.P. van Ree

Nadere informatie

Inhoudsopgave 1 INLEIDING 1

Inhoudsopgave 1 INLEIDING 1 Inhoudsopgave WOORD VOORAF VAN DE REDACTIE V 1 INLEIDING 1 1.1 Drie nieuwe procedures in het schuldsaneringsrecht 1 1.2 De wettelijke schuldsaneringsregeling en de rechtersregelingen 5 1.2.1 De wettelijke

Nadere informatie

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling 9 september 2015 Alex Ter Horst Advocaat pensioenrecht Achtergrond Indien verplichtstelling van toepassing is leidt dat voor wg en bpf tot allerlei

Nadere informatie

Beslagformaliteiten 2

Beslagformaliteiten 2 M.J. Borgers 1 Beslagformaliteiten 2 76 Op grond van artikel 94b en 94 Sv dienen bij het leggen van strafvorderlijk conservatoir beslag, al dan niet op straffe van nietigheid of schadeplichtigheid, diverse

Nadere informatie

De positie van de executieopbrengst

De positie van de executieopbrengst Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De positie van de executieopbrengst in faillissement HR 29 april 2011, LJN BP4948, NJ 2011, 273 (Ontvanger/Eijking q.q.) M.L. Tuil Published in:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 059 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet, alsmede enige andere wetten in verband met de introductie van aanvullende

Nadere informatie

De bescherming van de beslagene in het Nederlandse conservatoir beslagrecht

De bescherming van de beslagene in het Nederlandse conservatoir beslagrecht Masterscriptie Privaatrecht De bescherming van de beslagene in het Nederlandse conservatoir beslagrecht De wettelijke pleister op de wonde van de beslagene? P.J. van der Grinten 1 juli 2011 Masterscriptie

Nadere informatie

1.2. Tijdens de zitting zijn partijen en hun advocaten verschenen. De advocaten hebben het woord gevoerd aan de hand van pleitnotities.

1.2. Tijdens de zitting zijn partijen en hun advocaten verschenen. De advocaten hebben het woord gevoerd aan de hand van pleitnotities. vonnis RECHTBANK NOORD-NEDERLAND Afdeling Privaatrecht Locatie Leeuwarden Kort-gedingnummer: [... ] vonnis van de voorzieningenrechter in het kort-geding d.d. 16 juli 2014 inzake [DE MAN], wonende te [Plaatsnaam

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Rechtspraak.nl - Print uitspraak pagina 1 van 6 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBAMS:2014:6139 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 19-09-2014 Zaaknummer HA ZA 14-295 Rechtsgebieden Civiel

Nadere informatie

Vormerkung en beslag. Anouska Rood. Augustus 2011

Vormerkung en beslag. Anouska Rood. Augustus 2011 Vormerkung en beslag Anouska Rood Augustus 2011 Masterscriptie Notarieel Recht Vormerkung en beslag Anouska Rood Studentnummer: 0523208 Studie: Notarieel Recht Scriptiebegeleider: mr. J.J.A. de Groot Augustus

Nadere informatie

Hoor-en werkcolleges burgerlijk procesrecht Collegejaar 2015-2016

Hoor-en werkcolleges burgerlijk procesrecht Collegejaar 2015-2016 Hoorcollege 5; Inhoud: Executie- en conservatierecht 20 Conservatierecht.20 Beslagrecht.20 Executierecht.20 HR: Ritzen/Hoekstra (ontruiming).21 Andere conservatoire maatregelen dan beslag.21 Conservatoir

Nadere informatie

Volgens het overgangrecht blijven de huidige regels gelden als voor de datum van inwerkingtreding de executie is aangezegd

Volgens het overgangrecht blijven de huidige regels gelden als voor de datum van inwerkingtreding de executie is aangezegd Wetsvoorstel 33484 inzake executieveilingen goedgekeurd De Eerste Kamer heeft recentelijk ingestemd met het wetsvoorstel 33484 tot verbetering van de executieveilingen van onroerende zaken. Hierdoor zullen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Vertaling C-120/13-1 Zaak C-120/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 maart 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Wedding (Duitsland)

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr...

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr... pagina 1 van 5 JOR 2013/87 Gerechtshof Arnhem, 18-12-2012, 200.099.939, LJN BY7149 Processuele gevolgen faillietverklaring voor aanhangige rechtsvorderingen, Schorsing van geding in conventie ex art. 29

Nadere informatie

Het belang van conservatoir beslag ter verzekering van niet opeisbare erfrechtelijke vorderingen

Het belang van conservatoir beslag ter verzekering van niet opeisbare erfrechtelijke vorderingen Het belang van conservatoir beslag ter verzekering van niet opeisbare erfrechtelijke vorderingen Prof. dr. S. Perrick* 88 1 Inleiding In een recent arrest 1 heeft de Hoge Raad een op zichzelf niet opzienbarende

Nadere informatie

Webinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips. 18 december 2015 Dirk Vergunst

Webinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips. 18 december 2015 Dirk Vergunst Webinar burgerlijk procesrecht Dagvaarding en tips 18 december 2015 Dirk Vergunst 1 Artikel 45 Rechtsvordering 1. Exploten (pv van ambtshandeling) worden door een daartoe bevoegde deurwaarder gedaan (

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:1192

ECLI:NL:RBOVE:2017:1192 ECLI:NL:RBOVE:2017:1192 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 24-02-2017 Datum publicatie 17-03-2017 Zaaknummer C/08/198490 / KG ZA 17-54 Formele relaties Einduitspraak: ECLI:NL:RBOVE:2017:1199

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 509 Beschikking van de Minister van Justitie van 14 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Overgangswet nieuw Burgerlijk

Nadere informatie

PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase

PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase PROFESSIONEEL INCASSOBEHEER De gerechtelijke fase 1 Een juridische procedure: is voor rekening en risico opdrachtgever kan een langdurig proces zijn wordt actieve inbreng van u verwacht De gerechtelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:1754

ECLI:NL:RBROT:2016:1754 ECLI:NL:RBROT:2016:1754 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-03-2016 Datum publicatie 09-03-2016 Zaaknummer ROT 16/920 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursprocesrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 70 Wet van 25 februari 2008, houdende regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:647

ECLI:NL:GHDHA:2017:647 ECLI:NL:GHDHA:2017:647 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 14-03-2017 Zaaknummer 200.207.571/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben.

Echtscheiding kan nimmer door onderlinge toestemming plaats hebben. DERDE AFDELING VAN ECHTSCHEIDING Artikel 260-142 De vordering tot echtscheiding wordt ingesteld bij de kantonrechter, binnen wiens rechtsgebied de gedaagde op het ogenblik van de indiening van het in artikel

Nadere informatie

Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer

Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer 11 februari 2016 Mr. L.A. (Leonie) Dutmer Overzicht retentierecht van de aannemer Elementen retentierecht Feitelijke macht en kenbaarheid Retentierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:3403

ECLI:NL:RBGEL:2017:3403 ECLI:NL:RBGEL:2017:3403 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 30-06-2017 Datum publicatie 27-07-2017 Zaaknummer AWB - 15 _ 7758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Burgerlijk Procesrecht & Bestuursprocesrecht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Burgerlijk Procesrecht & Bestuursprocesrecht ( ) Beste student(e), Hoofdstuk 5 Burgerlijk Procesrecht & Bestuursprocesrecht DEEL A 2016 2017 Voorwoord Beste student(e), Bij dezen ook het ontbrekende hoofdstuk 5 van het boek Compendium, dat voorgeschreven is in week 1

Nadere informatie

vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel - voorzieningenrechter zaaknummer / rolnummer: C/09/465127 / KG ZA 14-521

vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel - voorzieningenrechter zaaknummer / rolnummer: C/09/465127 / KG ZA 14-521 vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel - voorzieningenrechter zaaknummer / rolnummer: C/09/465127 / KG ZA 14-521 Vonnis in kort geding van (bij vervroeging) in de zaak van [X], tevens handelend onder de

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/74159

Nadere informatie

ARREST van 12 mei 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 12 mai 1997 dans l affaire A 96/

ARREST van 12 mei 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 12 mai 1997 dans l affaire A 96/ HET BENELUX-GERECHTSHOF LA COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/1/7 ARREST van 12 mei 1997 in de zaak A 96/1 -------------------------- Inzake : BEVIER VASTGOED B.V. tegen GEBR. MARTENS BOUWMATERIALEN B.V Procestaal

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000

ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000 ECLI:NL:CRVB:2005:AT3000 Instantie Datum uitspraak 21-03-2005 Datum publicatie 01-04-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 05-1503 MAW-VV Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 25-06-2013 Datum publicatie 23-07-2013 Zaaknummer 200.115.689 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:914

ECLI:NL:RBOVE:2016:914 ECLI:NL:RBOVE:2016:914 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 14-03-2016 Datum publicatie 16-03-2016 Zaaknummer C/08/183398 / KG ZA 16-77 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Insolventierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 30-01-2009 Datum publicatie 30-01-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/181HR

Nadere informatie