Schrijven doe je zo.!!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Schrijven doe je zo.!!"

Transcriptie

1 Voorlichtingsmateriaal Opdrachtgever: Zaans Medisch Centrum, afdeling kinderrevalidatie, Anita Diephuis en Ines Dragt Junioradviseurs: Kirsten de Klerk Birgit Peeterman Susanne Post Marije Postuma Senioradviseur: Anneco van der Toorn Opleiding: Ergotherapie Hogeschool van Amsterdam Datum:

2 Voorlichtingsmateriaal Junioradviseurs: Kirsten de Klerk Birgit Peeterman Susanne Post Marije Postuma Senioradviseur: Anneco van der Toorn Datum: Opdrachtgever: Zaans Medisch Centrum, afdeling kinderrevalidatie Anita Diephuis en Ines Dragt Opleiding: Ergotherapie Hogeschool van Amsterdam Copyright: Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden: DCD, schrijfproblemen, onhandige motoriek, voorlichtingsmateriaal, regulier basisonderwijs.

3 HANDLEIDING VOOR GEBRUIK VOORLICHTINGSMATERIAAL Dit voorlichtingsmateriaal bestaat uit verschillende hoofdstukken die betrekking hebben op kinderen met motorische schrijfproblemen in het reguliere basisonderwijs. Ieder tabblad geeft een nieuw hoofdstuk aan, waardoor het betreffende hoofdstuk makkelijk terug te vinden is. Per hoofdstuk zijn en soms meerdere paragrafen, die een duidelijke splitsing aangeven in het betreffende hoofdstuk. De gebruiker van het voorlichtingsmateriaal kan de hoofdstukken en/of de paragrafen die betrekking hebben op het schrijfprobleem van het specifieke kind uit de map halen. Deze kunnen gekopieerd en meegegeven worden aan de leerkracht en ouders. Het voorlichtingsmateriaal bevat de volgende hoofdstukken en paragrafen:? Stoornissen.? De aspecten van het schrijven. - Zithouding - Papierligging - Pengreep? De schrijffasen. - Schrijfvoorwaarden - Voorbereidend schrijven - Aanvankelijk schrijven - Voortgezet schrijven - Overzicht van materialen per schrijffase - De schrijffasen en het motorisch onhandige kind - Schrijfproblemen? Blok- en verbondenschrift.? Hulpmiddelen. - Penverdikkers - Zithulpmiddelen? Oefeningen.? Deskundige hulp. In de bijlagen van het voorlichtingsmateriaal zit een inleiding voor de leerkrachten en/of ouders waarin vermeld staat wat het doel van het voorlichtingsmateriaal is en hoe het toegepast kan worden. Het is van belang dat dit ook wordt meegegeven. Het is belangrijk dat de behandelend therapeut van het kind regelmatig contact onderhoudt met de leerkracht. Zo kunnen zij evalueren of het voorlichtingsmateriaal aansluit bij de problemen of dat er eventueel andere of extra begeleiding/informatie nodig is.

4 Om het beste resultaat te bereiken wordt geadviseerd dat ouders, leerkrachten en therapeuten op dezelfde lijn zitten met betrekking tot de begeleiding van het kind. De keuzes en afwegingen in het voorlichtingsmateriaal zijn in de theoretische onderbouwing beargumenteerd en onderbouwd met (inter-) nationale literatuur en onderzoeksartikelen. In de theoretische onderbouwing heeft de projectgroep dezelfde structuur aangehouden als in de werkmap. Dit heeft zij gedaan, omdat er op deze manier één overzichtelijk geheel ontstaat.

5 INHOUDSOPGAVE STOORNISSEN DE ASPECTEN VAN HET SCHRIJVEN Schrijfhouding Papierligging Pengreep Linkshandigheid DE SCHRIJFFASEN Schrijfvoorwaarden Voorbereidend schrijven Aanvankelijk schrijven Voortgezet schrijven Overzicht van materialen per schrijffase De schrijffasen en het motorisch onhandige kind Schrijfproblemen BLOK- EN VERBONDENSCHRIFT HULPMIDDELEN Penverdikkers Zithulpmiddelen OEFENINGEN DESKUNDIGE HULP BRONNENLIJST BIJLAGEN Inleiding leerkrachten Inleiding ouders

6 STOORNISSEN

7 STOORNISSEN Schrijven is een zeer complexe motorische vaardigheid die een beroep doet op een hoog niveau van coördinatie. Motorische schrijfstoornissen komen veel voor. Cijfers in de literatuur variëren van 5 tot 25%. Uit meerdere studies is gebleken dat motorische schrijfproblemen niet samen hoeven te gaan met een algemene motorische achterstand. De problemen die kinderen met een motorische achterstand hebben, blijven vaak niet beperkt tot de motoriek, maar betreffen dikwijls ook cognitieve en sociaal-emotionele aspecten. DCD, dyslexie, ADHD en PDD-NOS komen relatief vaak voor. Deze leerstoornissen kunnen een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van het schrijven. Dit kan de problematiek van het kind met motorische schrijfproblemen nog eens extra complex maken. Hieronder volgen de definities en belangrijkste kenmerken van enkele veel voorkomende stoornissen. Developmental Coördination Disorder (DCD) DCD staat voor Developmental Coördination Disorder, in het Nederlands vertaald als stoornis in de ontwikkeling van de coördinatie van bewegingen. Dit is een verzamelnaam voor een aantal kenmerken van (licht) gestoorde motorische functies, zoals een lage spierspanning, een grote bewegingsonrust, coördinatieproblemen of problemen met fijnmotorische vaardigheden. Veel voorkomende kenmerken zijn:? Problemen met vloeiende bewegingsuitvoering; houterige motoriek? Moeite met doseren van kracht? Moeite met starten-stoppen; moeite met goed plaatsen of doorschietende bewegingen? Intensietremor: trillen bij de aanzet van een beweging? Problemen op het gebied van visuele informatie verwerking? Moeite met tijdsdruk? Moeite met statisch evenwicht (b.v. op één been staan)? Dysgrafisch (moeilijk leesbaar) handschrift en problemen met het schrijftempo

8 ADHD ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. ADHD is een stoornis waarbij het kind aandachtstekort met of zonder hyperactiviteit heeft. Bij een kind met ADHD werken de regelfuncties niet goed. Kinderen met ADHD verschillen in mate van ADHD gedrag. Ze zijn dus niet altijd en ook niet allemaal even druk, impulsief of ongeconcentreerd. Veel voorkomende kenmerken zijn:? Aandachtsproblemen? Impulsiviteit? Hyperactiviteit? Niet goed werkende regelfuncties? Secundaire problemen: problemen die een gevolg zijn van ADHD PDD-NOS PDD-NOS staat voor Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified. Bij pervasieve stoornissen hebben we te maken met problemen die doordringen in verschillende ontwikkelingsgebieden van een kind. Dat kan bij kinderen met PDD-NOS de taalontwikkeling zijn, de motorische ontwikkeling, het reageren op interne en externe prikkels, maar vooral het vermogen zich op anderen te richten en het eigen gedrag in sociale situaties goed te besturen. PDD-NOS valt onder de noemer autisme. Net zoals autisme heeft PDD-NOS ook veel verschillende uitingsvormen. De problemen uiten zich bij een kind met PDD-NOS verschillend per leeftijd. Veel voorkomende kenmerken zijn:? Afhankelijk van vaste structuur en routines, moeite met veranderingen? Problemen op het gebied van Sensorische Integratie? Moeite met (sociale) contacten? Moeite met taalontwikkeling (taalgebruik, figuurlijke woorden letterlijk nemen)? Weinig begrip en gebruik van non-verbale signalen (oogcontact, gelaatsexpressie, lichaamshouding)? Een geïsoleerde indruk maken? Onhandige, stijve motoriek

9 Dyslexie Het woord 'dyslexie' betekent, letterlijk vertaald uit het Grieks, 'niet goed kunnen lezen'. Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem. Het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau is moeilijk. Een leerstoornis die zich uit op het gebied van de taal, het spellen, het lezen en het schrijven. Veel voorkomende kenmerken zijn:? Algemeen zwak taalniveau? Heel snel of heel langzaam lezen? Woorden niet volledig lezen? Moeite met hardop lezen? Problemen met klankinformatie? Moeite met schrijven? Problemen op het gebied van spelling? Problemen op het gebied van korte termijn geheugen Voor meer informatie: Mochten er naar aanleiding van deze site nog vragen zijn, dan kunnen die gesteld worden bij de afdeling kinderrevalidatie van het Zaans Medisch Centrum.

10 DE ASPECTEN VAN HET SCHRIJVEN

11 SCHRIJFHOUDING Bij het schrijven is het van belang om een goede schrijfhouding te hebben. Een slechte schrijfhouding heeft tot gevolg dat zowel de leesbaarheid als de schrijfsnelheid onder de maat blijft. (Eerd-Smetsers van, 2003) Neem de criteria voor een goede schrijfhouding daarom regelmatig met het kind door. Tevens is het aan te raden het kind zijn eigen schrijfhouding en/of die van zijn klasgenoten te laten beoordelen en hierop te reflecteren. Door zelfreflectie leert het kind sneller en kan het de correcte schrijfhouding beter automatiseren. Criteria voor een goede schrijfhouding zijn:? het meubilair moet passend zijn bij de lengte van het kind? de voeten staan plat op de grond naast elkaar of de ene voet iets achter de andere? de knieën staan in een hoek van 90º, zodat de bovenbenen op de zitting rusten? de billen zitten achter in de stoel? de romp zit recht voor het tafelblad? een vuistafstand ruimte tussen de buik en de tafel? de ellebogen liggen net buiten de onderrand van het tafelblad? de schrijfhand steunt op de zijkant van de pink en pols? de schrijfhand bevindt zich bij rechtshandigen onder de schrijflijn, bij linkshandigen boven of op de schijflijn? de niet-schrijvende hand houdt het papier vast met ontspannen platte hand en schuift het regel voor regel omhoog? de schouderlijn is ontspannen, niet opgetrokken, maar horizontaal en evenwijdig met de tafelrand? het hoofd is licht gebogen de afstand van de ogen tot het papier is een onderarm lengte, dit wordt gemeten van vanaf de elleboog tot aan de pols Op de volgende pagina staat een afbeelding van de juiste schrijfhouding.

12 De juiste schrijfhouding Bron: Schweitzer (1998)

13 Tips voor de schrijfhouding? Mocht het kind niet met de voeten bij de grond kunnen komen, dan kan dit verholpen worden door middel van een voetenbankje.? Als de niet-schrijvende hand te weinig wordt gebruikt ter fixatie van het schrift is een speelse oplossing om bijvoorbeeld een flippo onder de linkerhand te verstoppen. Het kind kiest een flippo uit de doos. Als de juf tijdens de schrijfles er niet achter kan komen welke flippo er precies verstopt ligt onder de hand dan mag het kind de flippo houden.? De schrijfpolitie: om de beurt is er een kind schrijfpolitieagent die controleert; wie zit er goed in de klas, wie heeft zijn pen goed vast, zijn voeten op de grond etc.? Heb je tips? Wie krijgt er een beloning?? Losse materialen waarmee niet gewerkt wordt niet op tafel leggen. Kinderen leggen het papier dan in de beschikbare vrije ruimte en passen de schrijfhouding aan deze toevallige' ligging aan. Mocht er toch materiaal op de tafel zijn leg dit dan tegen de bovenrand van de tafel aan de nietvoorkeurszijde.? De schrijfhouding kan gecontroleerd worden met behulp van een liedje. Zie afbeelding op de volgende pagina. Schrijfhouding en het motorisch onhandige kind Met betrekking tot de schrijfhouding zijn de volgende punten van toepassing op een motorisch onhandig kind: De ellebogen liggen op het tafelblad. Dit zorgt voor extra stabiliteit en bevordert de ruitenwisser beweging. Aangepast meubilair:? Zweedse stoel: de heupen staan in een hoek van graden en de knieën in een hoek van graden. Dit zorgt voor zorgt voor meer opricht reactie en dit bevordert het schrijven.? Tafel met uitsparing. Dit zorgt voor meer stabiliteit. Tafelblad iets schuin zetten; fijnmotorische handelingen vinden vaak dicht bij de ogen plaats. Hoe fijner de activiteit hoe dichter het bij de ogen gehouden wordt. Door het schrijfblad een klein beetje schuin te zetten wordt voorkomen dat het kind in zijn papier kruipt. Zet het kind klem. Buik tussen tafel en stoel. Fixatie geeft extra steun. Een meegroeitafel kan uitkomst bieden voor een optimale schrijfhouding. Deze kan aangevraagd worden bij het UWV (op medische indicatie).

14 Liedje voor de juiste schrijfhouding Bron: Derwig (2003)

15 PAPIERLIGGING De papierligging is een belangrijk aspect tijdens het schrijven. Een juiste papierligging zorgt er voor dat het kind zijn tekst niet uitveegt en dat het kind zijn schrijfwerk ziet. Dit draagt bij aan een goed en leesbaar handschrift. Papierligging rechtshandigen? De rechter bovenhoek ligt midden voor het bovenlichaam.? Doordat de linkerhand het blad regelmatig naar boven beweegt, hoeft de rechterarm alleen de heen en weer gaande beweging te maken.? De linkerhand blijft op de hoogte van de schrijfregel en 'kijkt' mee. De papierligging voor linkshandige dient in spiegelbeeld van de rechtshandige uitgevoerd te worden. Voor een volledig beeld van de papierligging, zie afbeelding. Papierligging bij links- en rechtshandigen Bron: Van Eerd -Smetsers (1994) Papier ligt in een hoek van graden op tafel Tip? Geef met tape aan hoe het blad moet liggen voor het kind op de tafel. Geef dit aan een zijkant van het papier aan. Het schrift moet kunnen schuiven over de tafel.

16 PENGREEP Voor een optimaal en leesbaar handschrift is het van belang het kind een goede pengreep aan te leren. Hoewel goede schrijvers veel variatie in pengreep laten zien, blijken kinderen met schrijfproblemen meer afwijkende grepen te hebben dan kinderen zonder schrijfproblemen. (Ziviani, 1995; Cornhill & Case-Smiths, 1996) Goede en meest voorkomende pengreep Bron: Corstens- Mignot (2002) De ontwikkeling van de pengreep verloopt in drie stadia: onrijpe, overgangs- en rijpe stadia. Het rijpe stadium, is het stadium waarin een optimale pengreep wordt gehanteerd. Binnen dit stadium zijn verschillende goede grepen, de meest voorkomende is de dynamische driepuntsgreep. Dynamische driepuntsgreep: Waarbij men gedissocieerde vinger en polsbewegingen ziet en deze greep om die reden als volledig ontwikkelde greep kan worden beschouwd. Waar er in deze paragraaf over pengreep vermeld staat, wordt de dynamische driepuntsgreep bedoelt. Kinderen met motorische schrijfproblemen bevinden zich over het algemeen in het overgangsstadium, in dit stadium is de greep nog niet optimaal, maar is een goed schrift mogelijk. De statische driepuntsgreep behoort binnen het overgangsstadium. Statische driepuntsgreep: Waarbij de hand als een geheel beweegt.

17 Voorwaarden schrijfmotoriek Naast de algemene en specifieke schrijfvoorwaarden * moet het kind nog aan een aantal voorwaarden voldoen voor de dynamische driepuntsgreep (Litière, 2002)? Het moet mogelijk zijn om soepel, vlot en met weinig inspanning de schrijfactiviteit uit te voeren? De drie deelbewegingen van de schrijfbeweging moeten mogelijk zijn. - Deelbeweging 1: Buigen en strekken van de pols. Deze deelbeweging zorgt bij een rechtshandige schrijver voor een beweging van de pen van linksonder naar rechtsboven en terug. En voor een linkshandige schrijver wordt dit een beweging van rechtsonder naar linksboven en terug. - Deelbeweging 2: Buigen en strekken van vingers en duim die het potlood vasthouden. Deze deelbeweging zorgt bij een rechtshandige schrijver voor een beweging van de pen van rechtsonder naar linksboven en terug. Bij een linkshandige zien we dan een beweging van linksonder naar rechtsboven en terug. - Deelbeweging 3: Het verplaatsen van de onderarm naar buiten (rechtshandige) of binnen (linkshandige) waardoor een overstrekking (rechtshandige) of overdreven buiging van de pols (linkshandige) wordt voorkomen. Deze deelbeweging zorgt voor een beweging van de pen van links naar rechts over het blad en terug. Deze beweging wordt ook de ruitenwisserbeweging genoemd. Deze ruitenwisserbeweging glijbeweging- is zeer belangrijk voor het soepele schrijven. De ruitenwisserbeweging * De algemene en specifieke schrijfvoorwaarden waaraan een kind moet voldoen om optimaal te kunnen schrijven zijn terug te vinden in hoofdstuk De schrijffasen.

18 Verschil tussen rechts- en linkshandigen Er zijn verschillen in de pengreep van rechts- en linkshandigen. Linkshandige schrijvers duwen hun pen/potlood en rechtshandige schrijvers trekken hun pen/potlood vooruit. De hoogte waarop de pen wordt vastgehouden is tevens een verschil. Bij rechtshandigen is dit één cm vanaf de penpunt, bij linkshandigen is dit twee à drie cm vanaf de penpunt. Voor meer tips over linkshandigheid, zie paragraaf Linkshandigheid. Tips met betrekking tot de pengreep? Let er op dat de duim en wijsvinger elkaar niet raken, kinderen verliezen dan de greep op de pen.? Plak een pleister op het potlood/pen op de plaats waar het moet worden vastgehouden.? Plak bij de kinderen plakrondjes op de vingers op de plaats waar de pen vast gepakt moet worden. Als het kind de pen goed vast heeft, ziet het kind de rondjes niet of nauwelijks.? Antislip- en voorgevormde pennen zorgen ervoor dat de vingers op de juiste plaats blijven.? Er zijn speciale pennen voor linkshandigen. Voor informatie over schrijfhulpmiddelen zie hoofdstuk Hulpmiddelen. Pengreep en het motorisch onhandige kind Met betrekking tot de pengreep zijn de volgende punten van toepassing op een motorisch onhandig kind:? Een kort potloodje of wasco voor kinderen die een vier- of vijfpuntsgreep hanteren. Het korte potloodje geeft geen ruimte voor meer dan drie vingers. Motorisch onhandige kinderen hanteren over het algemeen een greep met meer dan drie vingers om meer controle te hebben op de schrijfbeweging.? Dikke, driehoekige potloden, viltstiften of wasco kunnen gebruikt worden om een optimale driepuntsgreep te stimuleren. Dit geldt voor kinderen die problemen ondervinden op het gebied van stabiliteit, controle of gevoel.? Aan de pinkzijde een klein balletje/propje/knikker vast laten houden tijdens schrijven, geeft een beter gebruik van duim en wijsvinger.? Onderlegger/ ander schrift/extra blaadjes zorgen ervoor dat het papier niet wegglijdt en het schrijven meer weerstand geeft.

19 LINKSHANDIGHEID Bij sommige kinderen komt niet duidelijk naar voren wat de voorkeurshand is, hier kunnen verschillende redenen voor gegeven worden: Kinderen kunnen ambidexter (tweehandig) zijn. Het is verstandig dat er een keuze gemaakt wordt voor rechts- of linkshandig schrijven. Kinderen kunnen schijnlinks zijn. Dit gebeurt als linkshandige ouders hun kinderen voornamelijk voorwerpen in de linkerhand aanreiken. Kinderen imiteren elkaar als ze tegenover elkaar zitten. De schrijfhouding is dan in spiegelbeeld. Kinderen kunnen motorisch onhandig zijn. Werken is met beide handen dan even moeilijk. Een mogelijke manier om te testen wat de voorkeurshand is, is de volgende: laat het kind met beide handen tegelijk een cirkel tekenen. De meeste mooie ronde cirkel geeft aan welke hand het best ontwikkeld is en als voorkeurshand gezien kan worden. Voorkeurshand is rechts Aandachtspunten Onderstaande punten komen veel voor bij linkshandige schrijvers maar zijn te beperken als de kinderen een goede begeleiding krijgen.? gehoekte schrijfhand tijdens het schrijven? krampachtige schrijfhouding en krampachtig schrijven? problemen met letterhelling? het lichaam beweegt soms mee van links naar rechts? vegen met de hand door de geschreven tekst? pijn in vingers en hand na enkele regels door krampachtig schrijven? het geheel ziet er slordig uit Veel linkshandige schrijvers worden vooral in de beginperiode te weinig begeleid. Als gevolg hiervan kiezen kinderen hun eigen weg bij het hanteren van een schrijfhouding, pengreep en papierligging die afwijkt van de normale pengreep. Dit zijn de zogenaamde over-de-top - schrijvers. Ergonomisch gezien is over-de-top schrijven niet aan te raden. Warneer deze schrijvers echter de schrijfhouding en beweging geautomatiseerd hebben, is het van belang de papierligging hierop aan te passen.

20 De schrijfhouding wordt dan gecorrigeerd. Over-de-top -schrijvers hanteren dezelfde papierligging als een rechtshandige. Op onderstaande afbeelding herken je de volgende punten van over-de-top -schrijvers:? De elleboog ligt hoger op de tafel dan bij de normale schrijfhouding voor linkshandigen.? De linker schouder is schuiner naar voren gericht en de romp bevindt zich dichter bij de tafelrand dan bij de normale schrijfhouding voor linkshandigen.? Het polsgewricht is duidelijk gebogen.? Soms ligt het papier te recht voor het kind. Dit geeft vaak problemen omdat de arm en hand dan door de geschreven tekst heen bewegen.? De over-de-top schrijvers, zoals op de afbeelding, ziet men veel. Dit hoeft geen probleem te zijn, als de schrijfbeweging maar correct is. Over-de-top -schrijvers Bron: Van Eerd-Smetsers ( 1992) Hieronder een korte uitleg van de specifieke kenmerken van de papierligging en pengreep voor linkshandigen. Papierligging? De linkerbovenhoek ligt midden voor het bovenlichaam.? Doordat de rechterhand het blad regelmatig naar boven beweegt, hoeft de linkerarm alleen heen en weer gaande bewegingen te maken. Bijvoorbeeld bij het beginnen van een nieuwe zin.? De rechterhand blijft op de hoogte van de schrijfregel en 'kijkt' mee.

21 Pengreep? De penpunt wordt vastgehouden tussen duim en wijsvinger en rust op de zijkant van het eerste kootje van de middelvinger.? De duim is terug getrokken zodat hij niet voor de letters schuift.? De hoogte waarop de pen wordt vastgehouden dus waar de wijsvinger rust is 2 a 3 centimeter van de penpunt.? De pen steunt net achter de zijkant van het derde kootje van de wijsvinger ter hoogte van de knokkel. Papierligging linkshandige Bron: Van Eerd -Smetsers (1994) Tips? Het is belangrijk het kind niet te dwingen een andere voorkeurshand aan te leren (linkshandig kind rechts te leren schrijven) mits het om motorische redenen niet anders kan. Het dwingen van het schrijven met de niet-voorkeurshand gaat tegen de motorische ontwikkeling van het desbetreffende kind in.? Het kind krijgt een (vul-)pen voor linkshandigen of een pen met een dikkere punt.? Een linkshandig kind zit links van een rechtshandig kind om het stoten van de ellebogen te voorkomen.? De schrijfhand wordt boven of op de schrijflijn gehouden.? Een andere helling van de letters moet worden toegestaan.? De leerkracht wordt aangeraden schrijfhandelingen ook met links voor te doen.? Kies schrijfmateriaal wat bij de linkshandige past. Zie hoofdstuk Hulpmiddelen.? Veel positieve bekrachtiging en steun.? Oefenvoorbeelden kunnen het best aan de rechterkant van het blad worden gezet.

22 DE SCHRIJFFASEN

23 SCHRIJFVOORWAARDEN Algemene voorwaarden? Om het schrijven optimaal te kunnen uitvoeren moet er een goede samenwerking zijn tussen de rechter- en linkerhersenhelft.? Het kind moet de gesproken taal en ruimtelijke begrippen die bij uitleg en demonstratie van schrijfletters worden gebruikt, kunnen vertalen naar zijn eigen werk. Voorbeelden: boven/onder, links/rechts, groot/klein, sla een regel over, begin vooraan, etc. (de taalbeheersing).? De zintuigen van het kind moeten goed functioneren, met name oren en ogen.? Geestelijk en emotioneel is het kind in staat om, in voortdurende wisselwerking met andere kinderen en de leerkracht, leerervaringen op te doen.? De motivatie om te leren moet aanwezig zijn of geprikkeld worden.? Het kind moet zich op zijn opdracht kunnen concentreren. Specifieke voorwaarden? Grove motoriek: een goed ontwikkelde grove motoriek heeft duidelijk invloed op de ontwikkeling van het schrijven. Mede door de grove motoriek leren kinderen hun lichaam kennen (lichaamsbesef) en worden bewegingen geautomatiseerd. Voldoende beheersing van de grove motoriek is nodig voor het handhaven van een goede schrijfhouding.? Fijne motoriek: het goed vasthouden en manipuleren van een potlood/pen en de besturing hiervan door middel van fijne bewegingen in vingers en hand vereisen een goed ontwikkelde fijne motoriek. Dit houdt in dat het kind zijn vingers afzonderlijk moet kunnen bewegen en dat het kind de duim naar de wijsvinger kan brengen om materiaal vast te kunnen pakken.? Ruimtelijke oriëntatie: een ontwikkeld richtingsgevoel is noodzakelijk om schrijfopdrachten uit te kunnen voeren. De hellingshoek, de afstand tussen woorden en regels en de schrijfrichting zijn bij het kind bekend.? Kritische waarneming: het kind moet vormen kritisch kunnen waarnemen om kleine verschillen in tekeningen en lettervormen te herkennen en te kunnen schrijven. Dit is nodig om letters die op elkaar lijken te kunnen onderscheiden.? Visueel geheugen: het vermogen om lettervormen of schrijfpatronen te onthouden en vervolgens op- of na te kunnen schrijven.

24 ? Een ontwikkelde handvoorkeur (lateralisatie): het kind heeft een duidelijke voorkeur voor de linker- of rechterhand en gebruikt deze altijd bij de schrijftaak.? Oog-handcoördinatie: de samenwerking tussen de ogen en handen.tijdens het schrijven moeten de ogen de bewegingen van de hand kunnen volgen.? Gevoel voor ritme: schrijven is een ritmische opeenvolging van tekens. Het kind moet ook tijdig kunnen stoppen met de beweging.? Automatiseren van bewegingen: het verrichten van handelingen zonder dat het kind zich hiervan bewust is.? Proprioceptie: het kind weet in welke stand/houding de gewrichten staan zonder er naar te kijken.? Kinesthesie: het bewegingsgevoel van de spieren en gewrichten. Het kind kan met de ogen dicht letters schrijven.? Kruizen van de middenlijn: het kind is in staat onbewust met zijn rechterhand naar de linkerkant van zijn werkblad te reiken om iets te pakken en vice versa.? Motorplanning: het kunnen plannen van uitvoeren van taken. Als er vragen zijn naar aanleiding van de schrijfvoorwaarden, dan kunnen die gesteld worden aan de afdeling kinderrevalidatie van het Zaans Medisch Centrum.

25 VOORBEREIDEND SCHRIJV EN Doelstellingen De algemene doelstelling van het voorbereidend schrijven is het kind voorbereiden op het methodisch leren schrijven van de letters, eventuele verbindingen (bij verbondenschrift) en cijfers. Waar schrijven staat kan ook tekenen gelezen worden. De subdoelstellingen hebben betrekking op de ontwikkeling van: (Litière, 2002; Engen van, 1997)? een goede schrijfhouding? ruimtelijke oriëntatie? de oog-handcoördinatie? de fijne motoriek, door middel van verschillende schrijfpatronen voorafgaand aan het aanvankelijk schrijven? het schrijven met de voorkeurshand? aanleren en automatiseren van voorbereidende schrijfpatronen die het aanvankelijk schrijven zo goed mogelijk inleiden Inhoud van de voorbereidende fase In de groepen 1 t/m 3 wordt gewerkt aan het voorbereidend schrijven. De schrijfbewegingen die aan het schrijven ten grondslag liggen, worden in deze fase aangeleerd. In deze schrijfbewegingen zijn verschillende schrijfpatronen te onderscheiden (zie afbeelding op de volgende pagina). Hierbij wordt er eerst uitgegaan van de spontane bewegingen tijdens het tekenen. Stimuleer kinderen om spelenderwijs schrijfpatronen te tekenen, bijvoorbeeld rook uit een pijp of golven rondom een boot. Een manier om de patronen aan te leren en te automatiseren, kan zijn: het kind eerst laten overtrekken, dan een patroon verder te laten afmaken en tot slot zelf na te laten tekenen. Schrijfpatronen kunnen als ontspannings- en inspanningsoefening worden aangeleerd. Bij de ontspanningsoefeningen gaat het meer om de beweging, terwijl bij de inspanningsoefeningen het uitsluitend om de precieze vorm gaat. (Eerd-Smetsers van, 2003) Met de inspanningsoefeningen leert het kind:? concentratie en vormherkenning? ritme en richting in het schrift? ruimtelijk inzicht en begrippen als omhoog en omlaag? symmetrische bewegingen.

26 Schrijfpatronen als ontspannings- en inspanningsoefening Bron: Van Eerd -Smetsers (2002) Deze fase is erop gericht dat kinderen een positieve ervaring opdoen met het voorbereidend schrijven en dat de fijne motoriek verder ontwikkeld wordt. Met name in het begin (groep 1 en 2) zal het kind het potlood niet op de juiste wijze hanteren, maar met de hele hand. Dit past binnen de normale ontwikkeling van een kind. Alle kinderen zijn verschillend en ontwikkelen zich dan ook op hun eigen tempo. Extra aandacht is van belang als kinderen motorisch onhandig zijn. Dit is vaak al zichtbaar in de grove motoriek. De bewegingen van de fijne motoriek zijn hierdoor des te moeilijker. Het is heel belangrijk om te kijken naar hetgeen een kind al kan en van daaruit samen verder te oefenen. Verfijning van de potloodgreep moet gestimuleerd worden, maar overvraag het kind niet. Door overvraging kan het kind gefrustreerd raken of het idee krijgen dat hij/zij faalt. Het kind kan daardoor een aversie tegen schrijven krijgen. Een andere manier om kinderen voor te bereiden op het schrijven is het arceren (Scholten & Hamerling, 2005). Bij deze beweging wordt het buigen en strekken van de drie schrijfvingers geoefend. Tevens is het een goede oefening om een regelmatige spatiëring aan te leren, die van belang is in de andere schrijffasen. Tijdens het aanvankelijk en voortgezet schrijven wordt de spatiëring van letters en daarmee de regelmatigheid van schrift een belangrijk kenmerk van een goed leesbaar handschrift.

27 Het is belangrijk om het kind van groot naar klein te laten werken. Gebruik bijvoorbeeld stoepkrijt om het schoolplein te versieren. Stoepkrijt is dik en heeft daarom een grovere greep, het schoolplein is groot en nodigt uit om grote tekeningen te maken. Een volgende stap zou kunnen zijn om grote vellen papier en dikke potloden te gebruiken. Hiervoor is een fijnere greep nodig dan bij het stoepkrijt. Laat kinderen veel ervaring opdoen met verschillende schrijfmaterialen en ondergronden. Zo werk je er naartoe dat het kind eind groep 3, begin groep 4 een goede potloodgreep heeft. Om een optimale potloodgreep te kunnen uitvoeren, is het belangrijk om de fijne motoriek verder te ontwikkelen. Dit kan gestimuleerd worden door oefeningen. Enkele voorbeelden hiervan zijn:? Papierpropjes maken: maak met één hand van een stukje papier een propje. Gebruik hierbij vooral duim en wijsvinger.? Kralen rijgen.? Knippen en plakken.? Een ketting maken van paperclips.? Prikken.? Muizentrapjes vouwen. Hoewel schrijven op deze manier afwisselend is en op speelse wijze gebeurt, blijft schrijven inspannend. Zorg voor ontspanning vóór, tijdens en na het schrijven. Dit kan door middel van zowel grof- als fijnmotorische oefeningen. (Zie hoofdstuk Oefeningen ) Extra begeleiding nodig?? Bij sommige kinderen is extra aandacht vanuit school niet voldoende en kan er hulp van buitenaf worden ingeschakeld. Dit kan bijvoorbeeld een fysiotherapeut of ergotherapeut zijn. De hulp die de fysiotherapeut kan bieden zal onder andere gericht zijn op de grove motoriek. De ergotherapeut biedt begeleiding op het gebied van de fijne motoriek. (Zie hoofdstuk Deskundige hulp ) Van voorbereidend naar aanvankelijk schrijven De fase van het voorbereidend schrijven vloeit over in het aanvankelijk schrijven. Deze start halverwege groep 3, begin groep 4. Dan wordt er een overgang gemaakt van de voorbereidende schrijfpatronen naar het aanleren van echte letters. Regelmatig wordt er teruggegrepen naar de voorbereidende schrijfpatronen. Sommige kinderen zullen al een mooie potloodgreep laten zien, terwijl anderen een potlood nog met de hele hand hanteren.

28 AANVANKELIJK SCHRIJVEN Doelstellingen De algemene doelstelling van het aanvankelijk schrijven is het aanleren van letters, eventuele verbindingen (bij verbondenschrift), leestekens en cijfers; het eigenlijke schrijven. De subdoelstellingen van deze fase zijn: (Litière, 2002; Engen van, 1997)? schrijven met een correcte schrijfhouding? schrijven met een correcte papierligging? schrijven met de voorkeurshand? schrijven met een correcte potloodgreep? trainen van de motoriek voor de letterbewegingen Inhoud van het aanvankelijk schrijven Halverwege groep 3, begin groep 4 wordt gestart met aanvankelijk schrijven. Deze fase duurt tot eind groep 4. Tijdens deze fase wordt er een overgang gemaakt van de voorbereidende schrijfpatronen naar het aanleren van de echte letters. De wijze waarop het aanbieden van de letters plaatsvindt, is afhankelijk van de schrijfmethode van de school. Tijdens deze fase leert het kind letters schrijven volgens de volgende stappen: (Litière, 2002)? benoemen van bewegingen? afmaken van letterpatronen? overtrekken van letterpatronen? naschrijven van voorbeelden? toepassen van oriëntatiepunten (bijvoorbeeld het aangeven van start- en eindpunt van een letter) In groep 3 worden de kleine letters van het alfabet, de eventuele verbindingen en de cijfers 0 t/m 9 aangeleerd. Voorwaarde bij het aanleren van cijfers is dat het kind begrip heeft van de hoeveelheid die elk cijfer symboliseert. In groep 4 komen de hoofdletters en leestekens aan de beurt zodat het kind aan het einde van groep 4 alle kleine letters, hoofdletters en leestekens beheerst. Om te kunnen schrijven is allereerst van belang dat het kind een goede schrijfhouding, papierligging en pengreep heeft. (Zie hoofdstuk De aspecten van het schrijven. ) De doelstellingen van het aanvankelijk schrijven zijn niet gebonden aan een schrijfmethode. In welke volgorde of op welke manier eraan gewerkt wordt, kan echter wel verschillend zijn. Volg hierin de lijn die uw schrijfmethode hanteert.

29 Om de aandacht van het kind te krijgen en te behouden tijdens de schrijfles, is het van belang om aan te sluiten bij de belevingswereld en ontwikkelingsniveau van het kind. Hiervoor kan de leerkracht gebruik maken van:? Visuele ondersteuning. Koppel de aan te leren letter aan een plaatje/woord dat het kind kent, aansluitend bij de belevingswereld van het kind. Voorbeeld: de b van boom. Bron: Van Engen (1997)? Verbale ondersteuning. Koppel de aan te leren letter aan een versje. Voorbeeld: Diep naar beneden gaan tot onderaan, een baard eraan en een stip bovenaan bij het aanleren van een j in blokschrift. Diep omlaag, bocht naar links, schuin omhoog en een stip erop bij het aanleren van een j in verbondenschrift.? De stoplichtmethode. Groen geeft het begin van de letter aan, oranje is het keerpunt en rood betekent het einde van de letter. Bron: Schweitzer (1998)? Nummeren van bewegingen. Dit is een manier om van het begin- naar het eindpunt van de letter te gaan. Hierbij krijgt het beginpunt nummer 1, het keerpunt nummer 2 en het eindpunt nummer 3. Om aansluiting bij de belevingswereld van het kind te houden, is het aan te bevelen om regelmatig gebruik te maken van verschillende materialen. Hierbij kan gedacht worden aan: schrijven in zand, klei, op het schoolbord, in de lucht, met wasco etc. Zo worden grove en fijne motoriek afgewisseld. Grofmotorische opdrachten zijn over het algemeen makkelijker te volbrengen dan fijnmotorische oefeningen. Dit is met name voor kinderen met motorische schrijfproblemen van belang om succeservaringen op te doen met het schrijven. Ook zorgt dit ervoor dat de schrijfles leuk blijft en het kind geïnteresseerd is/blijft. Het kind is dan te motiveren en te stimuleren. In deze fase geldt eveneens dat het belangrijk is om te kijken naar hetgeen een kind al kan en van daaruit samen verder te oefenen. Stimuleren is goed, maar overvraag het kind niet. Door overvraging kan het kind gefrustreerd raken of het idee krijgen dat hij/zij faalt. Het kind kan daardoor een aversie tegen schrijven krijgen.

30 Hoewel schrijven op deze manier afwisselend is en op speelse wijze gebeurt, blijft schrijven inspannend. Zorg voor ontspanning vóór, tijdens en na het schrijven. Dit kan door middel van zowel grof- als fijnmotorische oefeningen. (Zie hoofdstuk Oefeningen ) Een andere manier van ondersteuning kan zijn: muziek en/of ritme. Voor het leren schrijven lijkt dit echter geen goed middel, omdat de ritmische auditieve informatie verstorend werkt op de grafische constructies. Extra begeleiding nodig?? Bij sommige kinderen is extra aandacht vanuit school niet voldoende en kan er hulp van buitenaf worden ingeschakeld. Dit kan bijvoorbeeld een fysiotherapeut of ergotherapeut zijn. De hulp die de fysiotherapeut kan bieden zal onder andere gericht zijn op de grove motoriek. De ergotherapeut biedt begeleiding op het gebied van de fijne motoriek. (Zie hoofdstuk Deskundige hulp ) Van aanvankelijk naar voortgezet schrijven De fase van het aanvankelijk schrijven vloeit over in het voortgezet schrijven. Deze start in groep 5. Het schrijven wordt geautomatiseerd en gaat dienen als communicatiemiddel.

31 VOORTGEZET SCHRIJVEN Doelstellingen De algemene doelstelling van het voortgezet schrijven is de vervolmaking van het schrift, het sneller leren schrijven en het langzaamaan verwerven van een eigen handschrift. De subdoelstellingen van deze fase zijn: (Litière, 2002; Engen van, 1997)? schrijven met een correcte schrijfhouding, papierligging en pengreep? automatiseren van letters, cijfers, leestekens en eventuele verbindingen? schrijven zonder voorbeeld, dictaatschrijven? opvoeren van het tempo, temposchrijven? afbouw van het schrijven met hulplijnen? schrijven op een grondlijn? ontwikkeling van een eigen handschrift dat goed leesbaar en vlot geschreven wordt (bij verbondenschrift geldt dat het schrift ook hellend is en goede verbindingen heeft)? schrift gebruiken als communicatiemiddel Inhoud van het voortgezet schrijven Groep 5 t/m 8 omvat het voortgezet schrijven. In de groepen 5 en 6 wordt het schrijven geautomatiseerd aan de hand van de schrijfmethode die binnen de school gebruikt wordt. Automatisering van het schrijven vindt plaats door onder andere uit het hoofd, zonder voorbeeld te schrijven. Bijvoorbeeld door middel van een dictee of een opstel. Dit heeft als functie om een grotere woordenschat en daarbij behorend taalbegrip te ontwikkelen. Hieraan kan ook gewerkt worden aan de hand van een computer. Computer en internet zijn niet meer weg te denken uit het huidige schoolbeeld. Elektronische communicatie heeft de toekomst. Het is dan ook belangrijk om van jongs af aan te leren omgaan met een computer. Tekstverwerken kan een leuke en leerzame afwisseling zijn binnen het schrijfonderwijs, omdat kinderen ook op deze manier bezig zijn met geschreven tekst. In de groepen 7 en 8 wordt steeds meer toegewerkt naar een eigen handschrift. Aan een eigen handschrift worden de volgende eisen gesteld: (Kwast, 1999; Engen van, 1997)? Het schrift is voor anderen duidelijk leesbaar.? De letters zijn regelmatig en consequent van vorm. Bij verbondenschrift is er sprake van een regelmatige helling.? Bij verbondenschrift vertonen de onder- en bovenlussen een goede verhouding met de rompletterhoogte.? De snelheid van het schrift wordt langzaam opgevoerd tot minimaal 70 letters per minuut.? Er wordt aandacht besteed aan de lay-out en vormgeving van de geschreven tekst.

32 ? Het handschrift ziet er verzorgd uit. Dat wil zeggen dat er met de netheid, de duidelijkheid en de afwerking van het schrift rekening gehouden is.? Er is regelmatigheid in het schrift, waarbij gelet wordt op: - het schrijven op de grondlijn - de proporties van de letters - regelmatigheid van de afmeting en eventuele hellingshoek - de regelmatige afstand tussen de regels, de woorden en de letters - de bladvulling Extra begeleiding nodig?? Bij sommige kinderen is extra aandacht vanuit school niet voldoende en kan er hulp van buitenaf worden ingeschakeld. Dit kan bijvoorbeeld een fysiotherapeut of ergotherapeut zijn. De hulp die de fysiotherapeut kan bieden zal onder andere gericht zijn op de grove motoriek. De ergotherapeut biedt begeleiding op het gebied van de fijne motoriek. (Zie hoofdstuk Deskundige hulp ) Einddoelstelling schrijfonderwijs De einddoelstelling van het schrijfonderwijs is dat kinderen een vlot geschreven en duidelijk leesbaar handschrift hebben ontwikkeld en het handschrift geautomatiseerd is.

33 OVERZICHT VAN MATERIALEN PER SCHRIJFFASE FASE Voorbereidend schrijven (groep 1 t/m 3) MATERIAAL - Triple potloden (driehoekige potloden) - dikke en dunne viltstiften - wasco - stoepkrijt - dikpunters - dikke en dunne kleurpotloden - dikke en dunne verfkwasten - balpen - vingerkwasten, -krijt, -verf Aanvankelijk schrijven (groep 3 t/m 4) - Triple potloden (driehoekige potloden) - dikke en dunne viltstiften - wasco - dikke en dunne kleurpotloden - dikke en dunne verfkwasten - balpen - vulpen voor links- en rechtshandigen Voortgezet schrijven (groep 5 t/m 8) - vulpen voor links- en rechtshandigen - balpen - rollerpen - fineliner - gelpen - viltstiften - kleurpotloden Er wordt geen overzicht gegeven van mogelijk te gebruiken liniëring. Deze is namelijk afhankelijk van de schrijfmethode die op school gebruikt wordt.

34 DE SCHRIJFFASEN EN HET MOTORISCH ONHANDIGE KIND Met betrekking tot de schrijffasen zijn de volgende punten van toepassing op een motorisch onhandig kind:? Laat kinderen bij het aanleren van letters niet overtrekken. Overtrekken frustreert kinderen met onhandige motoriek alleen maar. Het mislukt altijd, omdat ze naast de lijn uitkomen of er voorbij schieten. Het is beter om zgn. regenboogletters te maken. Je schrijft steeds met een andere kleur over de letter heen. De regenboog heeft ook veel kleurtjes naast en door elkaar. Je kunt ook de letter die overgetrokken moet worden verbreden met een markeerstift.? Laat kinderen aanvankelijk veel oefenen op blanco papier. Voorwaarde is dat ze voldoende idee hebben over de lettervorm (volgorde van de halen). Het voordeel is dat wanneer ze de eigen grootte mogen instellen, meer vloeiend gaan schrijven.? Bij kinderen die groter schrijven dan nodig, gezien hun motorische mogelijkheden, geeft het schrijven tussen een onder- en bovenlijn speelruimte. Ook kan er gekozen worden voor een grijze zone waarbinnen gewerkt moet worden. Door geen gebruik te maken van hulplijnen, wordt het kind geen beperkingen opgelegd.? Laat kinderen steeds een regel overslaan. Hierdoor voorkom je regelverhaking en het bevordert de leesbaarheid. Moeten er bij het nalezen nog dingen verbeterd worden, dan is daar ook plaats voor.? Gebruik ezelsbruggetjes bij te grote wisseling van lettergrootte: - Geef de zon een kusje bij bovenlus/stok letters (aantikken tegen de bovenlijn). - Zet de letters altijd met de voeten op de grond.? Probeer het gummen zoveel mogelijk te beperken. Maak heldere afspraken over verbeteren. Gummen geeft vaak opgefrommeld papier en kinderen schrijven er dan weer doorheen. Bijvoorbeeld een streep plaatsen onder de fout en erachter de goede oplossing schrijven. Niet er doorheen strepen of door het woord schrijven. Mocht er toch iets gegumd moeten worden, gebruik dan een zogenaamde gum-pen (in de betere kantoorhandel) i.p.v. een gewone gum, deze geeft meer steun tijdens het gummen.? Kijk samen wat de leesbaarheid verbetert. Kies één item waar aan gewerkt gaat worden; niet alles tegelijk! (bijvoorbeeld hoogte van de lusletters, ruimte tussen de woorden, sluiten van de a of o etc.). Streef niet naar perfectie, wel naar verbetering. Benoem het leesbaarheidsprobleem, ook als het in verhouding minder is dan het werk van andere kinderen.? Omdat schrijven veel inspanning kost moet je zorgvuldig bekijken of al het schrijfwerk wel nodig is. Kijk naar andere werkvormen, b.v. onderstrepen, nummeren, alleen die woorden schrijven die voor de oefening belangrijk zijn. Bij kinderen met een zwakke cognitie speelt dit nog veel meer. Ze moeten dan schrijven en nadenken over het woord. Het automatiseren van de letters duurt veel langer en vaak hebben jongere kinderen ook moeite met het oproepen van het juiste letterbeeld.

35 ? Kinderen met onhandige motoriek hebben vaak tempoproblemen. Ze zijn trager en onhandiger met hun jas uit doen, spullen op bergen, spulletjes klaar leggen, enz. Dit is voor kinderen vaak frustrerend. Ook als ze hun uiterste best doen zijn ze altijd bijna als laatste klaar. Laat deze kinderen als eerste naar buiten gaan in de pauze. Hij heeft dan tijd zich nog in het spel voegen als de anderen kinderen beginnen met spelen. Hij doet er immers langer over om zijn jas aan te doen enz.? Zorg voor duidelijk onderscheid tussen instructie en werken. Instructie van de volgende opdracht en verwerking van de eerste opdracht kunnen niet tegelijkertijd. Geef deze kinderen kleinere opdrachten (qua hoeveelheid) of snelle kinderen extra leerstof. Nog beter: werk individueel. Deze kinderen gebruiken bij centrale instructie vaak het "kijken bij de buren" als compensatie techniek. Als dit een gewoonte is geworden luisteren ze nog minder naar instructie. Maak ook afspraken wat er gebeurt als het werk niet af is.? Taken die bestaan uit meerdere opeenvolgingen van handelingen kunnen problemen geven: vanaf het bord de taak lezen, informatie opzoeken in een taalboek (bijvoorbeeld de bijbehorende 'spellingsregel'), verwerken van het antwoord in een schrift. Probeer stapsgewijs te instrueren.? Zorg dat het werken aan de taak niet start voordat de benodigde materialen bij ieder kind in de klas op de tafel liggen.? Let erop dat kinderen ook toe komen aan leuke dingen. Als dat alleen maar mag als het werk af is, komen deze kinderen nooit toe aan " de krenten in de pap".? Muziek en ritme kunnen gebruikt worden om kinderen te leren zich ergens op te concentreren of om drukke kinderen rust te bieden.

36 SCHRIJFPROBLEMEN Leren schrijven kost veel tijd en is een complexe handeling. Ieder kind heeft zijn eigen leerstijl. Het ene kind zal leren schrijven door direct te doen, een ander kind heeft de behoefte om instructie te krijgen en dan te gaan oefenen. Als leerkracht is het daarom belangrijk om hier rekening mee te houden. Tijdens het leren schrijven kunnen er om verschillende redenen schrijfproblemen ontstaan. Het kan zijn dat een kind motorisch onhandig is, en om die reden niet mooier/netter kán schrijven. Motorisch onhandige kinderen zijn in hun hele doen en laten onhandig. Een kind kan ook gewoon een slordig handschrift hebben. Vaak zijn deze kinderen te herkennen aan het feit dat zij over het geheel slordig zijn; rommel op tafel, ongestructureerd gedrag. Zwakke schrijvers kunnen moeite hebben met de volgende punten: (Hagen van, 2002)? het richten van de aandacht alvorens een taak te gaan uitvoeren? het inprenten en oproepbaar hebben van bewegingsvoorstellingen? het beheersen van de vorm waarbij tegelijkertijd een beroep wordt gedaan op het beheersen van een bepaalde manier van versnellen en druk vermeerderen bij het aanleren en het maken van lettervormen? het beheersen van constantie bij het uitvoeren van (schrijf)bewegingen? het aansturen van je eigen motorisch ontwikkelingsproces? het voldoende leesbaar schrijven wanneer andere mentale processen tegelijkertijd een rol spelen? het leertempo waarin de stappen in het schrijfproces worden aangeboden? plezier en werkinzet bij het schrijven? zelf actief en constructief leren? in de klassengroep toegepaste schrijfmethode? problemen met betrekking tot de schrijfvoorwaarden (zie paragraaf Schrijfvoorwaarden ) Er kan over schrijfproblemen gesproken worden als het probleem zich structureel voordoet. Hiermee wordt bedoeld dat het probleem zich niet alleen voordoet tijdens de schrijflessen, maar ook bij het maken van ander schrijfwerk. Voor deze problemen geldt dat ze zowel bij links- als rechtshandige kinderen voor kunnen komen. (Eerd-Smetsers van, 2003; Engen van, 1997)? Problemen in de vorm (motorisch en/of visueel-ruimtelijk) - letters zijn onleesbaar doordat ze niet goed gesloten zijn, de letter o lijkt op c - letters zijn onleesbaar omdat er onderdelen weggelaten worden, de letter b lijkt op l - letters worden in spiegelschrift geschreven en zijn daardoor onleesbaar, de letter d wordt een b - letters worden omgedraaid, de b wordt een p (inversie) - letters zijn niet duidelijk omdat ze te breed of te smal zijn of rare kronkels vertonen - letters zijn hoekig

37 - letters hebben een onregelmatige schrijfrichting - letters met dichte lussen en ogen (verbondenschrift) - letters zijn op een verkeerde manier verbonden (verbondenschrift) - letters variëren in dikte, het kind oefent te veel of te weinig druk uit op de penpunt? Problemen met de beweging (motorisch) - lijnen zijn niet vloeiend: er zitten kronkels in de lijnen - het bewegingsverloop in de letters is niet correct: letters vertonen haperingen of bevingen, dat wil zeggen dat ze niet in één beweging geschreven zijn - bewegingen zijn niet genoeg verfijnd, het kind kan daardoor alleen groot schrijven - uitschietende bewegingen: een gebrek aan fijnmotorische beheersing? Problemen met de verdeling van de tekst in de ruimte (visueel-ruimtelijk) - spatie (tussenruimte) tussen de woorden is te groot of te klein - afstand tussen de letters is te groot of te klein - letters zijn niet van elkaar te onderscheiden door verkeerde verhoudingen, er is te weinig verschil tussen de romp- en stokletters, de letter a is even groot als de d - letters binnen een zin of woord wisselen sterk van grootte - lussen van de letter van de ene regel haken in de letter van een andere regel (regelverhaking bij verbondenschrift) - een naar rechts verlopende kantlijn - schommelend regelverloop? Problemen in de ergonomie (motorisch) - door een foutieve papierligging of potlood-/pengreep kan het kind krampachtig schrijven en pijn in vingers en hand krijgen - onvoldoende proprioceptieve en/of kinesthetische input of een te lage spierspanning kan krampachtig schrijven veroorzaken - de niet-schrijvende arm is passief, bijvoorbeeld arm onder het hoofd of niet op de tafel - geen duidelijke voorkeurshand, waardoor er gewisseld wordt van hand - het hoofd is te ver voorovergebogen, afstand tussen hoofd en papier is te klein - romp tegen de tafel - schouders zijn opgetrokken, asymmetrisch of gespannen Een schrijfprobleem kan ontstaan door een verkeerde schrijfhouding. Controleer dit aan de hand van de criteria uit het hoofdstuk De aspecten van het schrijven.

38 ? Overige problemen - concentratieproblemen: het kind schrijft wisselende fouten - meebewegen: hoofd, mond, tong en niet-schrijvende hand bewegen mee tijdens het schrijven - slordigheid, onnauwkeurigheid en overdreven snelheid kunnen zorgen voor vlekken - het kind is niet gemotiveerd om te schrijven, hier kunnen verschillende redenen voor zijn Linkshandige kinderen kunnen bijkomende problemen hebben bij het schrijven.? Gehoekte hand/ over-de-top -schrijven: dit wordt meestal veroorzaakt door een foutieve papierligging. Het kind legt het papier rechtop of schuin naar links zoals bij rechtshandige, en de hand ligt boven de regel met een buiging van de pols. Bron: Van Eerd -Smetsers (1992)? Problemen met de letterhelling: door een foutieve papierligging is het moeilijk om met de linkerhand een constante helling aan te houden. Tevens ziet het kind voortdurend dat de andere kinderen en de leerkracht met een helling naar rechts schrijven. Voor deze kinderen is het van belang dat de leerkracht de oefening ook linkshandig voordoet.? Vegen met de hand door de geschreven tekst: de hand ligt regelmatig op of boven de schrijfregel en als hij zich over het papier beweegt, gebeurt het regelmatig dat er door de zojuist geschreven letters heen geveegd wordt. De leerkracht moet bij linkshandige kinderen aandacht besteden aan de papierligging en pengreep. Deze is namelijk anders dan bij rechtshandige kinderen. (Zie hoofdstuk De aspecten van het schrijven. ) Het signaleren van bovenstaande kenmerken hoeft niet te betekenen dat er sprake is van een motorisch schrijfprobleem. Het is belangrijk dat er contact wordt opgenomen met de afdeling kinderrevalidatie van het Zaans Medisch Centrum. Deze deskundigen zullen aan de hand van onderzoek en observatie kunnen vaststellen of het gaat om een motorisch schrijfprobleem.

SCHRIJVEN. Doel workshop. Definitie van schrijven. Soorten schrijfproblemen. Handvatten om het schrijven te verbeteren

SCHRIJVEN. Doel workshop. Definitie van schrijven. Soorten schrijfproblemen. Handvatten om het schrijven te verbeteren SCHRIJVEN Doel workshop Soorten schrijfproblemen Handvatten om het schrijven te verbeteren Definitie van schrijven Schrijven is het op papier zetten van een boodschap Motorische vaardigheid Communicatiemiddel

Nadere informatie

Schrijfprotocol. Obs de Wezeboom. Oosteinde. Schrijfprotocol obs de Wezeboom versie; 01-08-2015 1

Schrijfprotocol. Obs de Wezeboom. Oosteinde. Schrijfprotocol obs de Wezeboom versie; 01-08-2015 1 Schrijfprotocol Obs de Wezeboom Oosteinde Schrijfprotocol obs de Wezeboom versie; 01-08-2015 1 Inleiding Voor u ligt het schrijfprotocol van obs de Wezeboom. In dit protocol worden de volgende onderdelen

Nadere informatie

Voorbereidende schrijfoefeningen gaan onvoldoende Slordig of slecht leesbaar handschrift

Voorbereidende schrijfoefeningen gaan onvoldoende Slordig of slecht leesbaar handschrift Ouderinformatiebrief: Motorische schrijfproblemen & kinderfysiotherapie Het belang van Schrijven is een manier om te communiceren en om je creatief te uiten. Daarom is belangrijk in de ontwikkeling van

Nadere informatie

9-2-2016. Het volgen en ontwikkelen van de kleine motoriek. Wat heb je met de kleine motoriek? MOTORISCHE ONTWIKKELING. Breda 2 februari 2016

9-2-2016. Het volgen en ontwikkelen van de kleine motoriek. Wat heb je met de kleine motoriek? MOTORISCHE ONTWIKKELING. Breda 2 februari 2016 MOTORISCHE ONTWIKKELING Wat heb je met de kleine motoriek? Het volgen en ontwikkelen van de kleine motoriek Breda 2 februari 2016 Hans Stroes Voorkennis? Hoe volg jij de kleinmotorische ontwikkeling? En

Nadere informatie

5.3.2.0. OMSCHRIJVING VAN HET VAKGEBIED

5.3.2.0. OMSCHRIJVING VAN HET VAKGEBIED DEELSCHOOLWERKPLAN; SCHRIJVEN INHOUDSOPGAVE; 5.3.2.0. omschrijving vakgebied 5.3.2.1. visie op schrijven 5.3.2.2. bijdrage van het leergebied aan de integrale doelen 5.3.2.3. beginsituatie 5.3.2.4. globale

Nadere informatie

Writing Readiness Inventory Tool In Context (WRITIC)

Writing Readiness Inventory Tool In Context (WRITIC) WRITIC Scoreboek jaar maand dag Naam: Datum: Groep: Geboortedatum: Therapeut: Chronologische leeftijd: 1. Kind 1.1 Interesse papier- en pentaken Hoe vaak kleur je een kleurplaat of maak je een tekening

Nadere informatie

6 een mogelijke opbouw van oefeningen

6 een mogelijke opbouw van oefeningen 6 een mogelijke opbouw van oefeningen We bieden hier een oefenpakket aan, bestaande uit oefeningen die onmiddellijk in de klas of thuis kunnen worden gemaakt. Het is absoluut niet de bedoeling om een volledige

Nadere informatie

Schrift 3290 SCHRIFT 1

Schrift 3290 SCHRIFT 1 Schrift Kinderen een leesbaar en verzorgd handschrift helpen verwerven behoort tot de opdrachten van de basisschool. Deze opdracht is echter niet eenvoudig. We merken dat de ontwikkeling tot een vloeiend

Nadere informatie

Leren schrijven 4/5 JAAR. Van puntjes tot lijn. Lijnen en versiering. Van lijn tot letter. Om thuis te doen

Leren schrijven 4/5 JAAR. Van puntjes tot lijn. Lijnen en versiering. Van lijn tot letter. Om thuis te doen K E O B F IJ R H C S MIJN Leren schrijven 4/5 JAAR Van puntjes tot lijn Lijnen en versiering Van lijn tot letter Om thuis te doen 2 Van school tot thuis Van school tot thuis Beste ouders, Leren schrijven

Nadere informatie

handschrift Structuur van het vak Het aanleren van handschrift is opgebouwd uit een drietal kernconcepten, namelijk vormgeving, materialen

handschrift Structuur van het vak Het aanleren van handschrift is opgebouwd uit een drietal kernconcepten, namelijk vormgeving, materialen handschrift Belang van het vak Het kind kan zich pas cultureel ontwikkelen als het een goede beheersing heeft van het schrift van de samenleving waarin hij opgroeit. Handschrift is een basisvaardigheid.

Nadere informatie

Oefenschrift. Naam. Klas

Oefenschrift. Naam. Klas Leren schrijven Oefenschrift Oefeningen met het vulpotlood volgend op de waskrijtstift voor een optimale bewegingsuitvoering en als voorbereiding op eerste schrijfoefeningen.. Naam Klas Leren Schrijven

Nadere informatie

Oefenschrift. 24 oefeningen met de griffix -Waskrijtstift. Eerste oefeningen met de waskrijtstift voor een optimale bewegingsuitvoering. Naam.

Oefenschrift. 24 oefeningen met de griffix -Waskrijtstift. Eerste oefeningen met de waskrijtstift voor een optimale bewegingsuitvoering. Naam. Leren schrijven Oefenschrift Eerste oefeningen met de waskrijtstift voor een optimale bewegingsuitvoering. Naam Klas 24 oefeningen met de griffix -Waskrijtstift Leren Schrijven -systeem Succesvol leren

Nadere informatie

DEELBEWEGING 1 VAN HET SCHRIJVEN: LINKSHANDIG VERSUS RECHTSHANDIG

DEELBEWEGING 1 VAN HET SCHRIJVEN: LINKSHANDIG VERSUS RECHTSHANDIG DEELBEWEGING 1 VAN HET SCHRIJVEN: LINKSHANDIG VERSUS RECHTSHANDIG LINKSHANDIG RECHTSHANDIG DEELBEWEGING 2 VAN HET SCHRIJVEN: LINKSHANDIG VERSUS RECHTSHANDIG LINKSHANDIG RECHTSHANDIG DEELBEWEGING 3 VAN

Nadere informatie

. In een notendop. Over de auteur

. In een notendop. Over de auteur Boek : DCD-hulpgids voor leerkrachten. Achtergrond en adviezen bij de motorische coördinatiestoornis. Auteur : Eelke van Haeften 2009, Pica ISBN: 9789077671276 Bespreker : Sofie Bruyneel Datum : april

Nadere informatie

Het volgen en ontwikkelen van de kleine motoriek. Anne Frank school Utrecht 19 april Wat heb je met de kleine motoriek?

Het volgen en ontwikkelen van de kleine motoriek. Anne Frank school Utrecht 19 april Wat heb je met de kleine motoriek? MOTORISCHE ONTWIKKELING Wat heb je met de kleine motoriek? Het volgen en ontwikkelen van de kleine motoriek Anne Frank school Utrecht 19 april 2016 Hans Stroes Voorkennis? Hoe volg jij de kleinmotorische

Nadere informatie

Uit de greep van de pen.

Uit de greep van de pen. Uit de greep van de pen. Met mijn kleine fijne handjes kom ik ook in jouw wereld zien. Ik wil rekken, strekken, plooien, draaien, graaien. Met alle vingers tien. Laat me sukkelen en proberen. Geef me wat

Nadere informatie

Schrijven een complexe beweging

Schrijven een complexe beweging Schrijven een complexe beweging Margriet Vegter Marja Kolen Richard Koningstein mei 2009 obs Schuilingsoord Zuidlaren 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk Blz. Hoofdstuk 1: Aanleiding en onderzoeksvraag 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Handschrift ontwikkeling

Handschrift ontwikkeling 2.4.1 Handschrift ontwikkeling Marjolein van Buuren Anne van Wensveen Werkcollege 6 Werkcollege 6 Doelen Je kunt jouw kennis van de handschriftontwikkeling van kinderen in groep 1 t/m 3 gebruiken om deze

Nadere informatie

Versjes en liedjes bij schrijflessen

Versjes en liedjes bij schrijflessen Versjes en liedjes bij schrijflessen 1. Versjes voor algemene aandachtspunten: zit- schrijfhouding en penhantering Algemeen: Mijn voeten stevig op de grond. Tegen de leuning met mijn kont. Mijn rug is

Nadere informatie

Signalering motorische problemen bij schoolgaande kinderen met een mogelijke indicatie voor kinderfysiotherapie

Signalering motorische problemen bij schoolgaande kinderen met een mogelijke indicatie voor kinderfysiotherapie Signalering motorische problemen bij schoolgaande kinderen met een mogelijke indicatie voor kinderfysiotherapie Leeftijd Kleuter 4-5 jaar Signalen - Er is nog geen voorkeurshouding aanwezig - Kind hanteert

Nadere informatie

Zijn zithouding heeft de volgende kenmerken: - te dicht op papier - schouders/ hoofd scheef - rechterelleboog niet op tafel - zit onderuitgezakt

Zijn zithouding heeft de volgende kenmerken: - te dicht op papier - schouders/ hoofd scheef - rechterelleboog niet op tafel - zit onderuitgezakt Samenvatting Aangezien het niveau van de motorische - en schrijfvaardigheden van de kinderen in mijn stagegroep laag ligt, wil ik de kwaliteit van het handschrift verbeteren. In dit onderzoek geef ik antwoord

Nadere informatie

Schrijfmotoriek in de klas (kleuter- en lager onderwijs)

Schrijfmotoriek in de klas (kleuter- en lager onderwijs) Schrijfmotoriek in de klas (kleuter- en lager onderwijs) 1) Hoe loopt het normaal? 2) Wat kan er fout gaan? 3) Praktische tips Werkgroep grafo- en schrijfmotoriek Gratis ter beschikking op www.sig-net.be

Nadere informatie

Checklist voor motorisch onhandige kinderen, van 4 12 jaar

Checklist voor motorisch onhandige kinderen, van 4 12 jaar Checklist voor motorisch onhandige kinderen, van 4 12 jaar Deze checklist is bedoeld voor leerkrachten en intern begeleiders van basisscholen. Het doel van deze vragenlijst is om te inventariseren wat

Nadere informatie

TAALONTWIKKELING 2. Activiteiten bij leren. Inspiratie:

TAALONTWIKKELING 2. Activiteiten bij leren. Inspiratie: TAALONTWIKKELING 2 Boek: Activiteiten bij leren Inspiratie: Blz. 15 Blz. 18 Blz. 39 Taalactiviteiten bij een boek Leergebieden in samenhang (kerndoelen) linken naar Taalactiviteiten rond een boek Voor

Nadere informatie

Het schrijven begeleiden bij kinderen met DCD

Het schrijven begeleiden bij kinderen met DCD Het schrijven begeleiden bij kinderen met DCD Hilde Maréchal studente bachelor in het onderwijs: lager onderwijs, Katholieke Hogeschool Brugge Oostende Leren schrijven is niet gemakkelijk. Schrijven is

Nadere informatie

Doordat bewegen en uitvoeren van activiteiten moeilijker gaat, voelt een kind met DCD zich soms onzeker. Ook kan het activiteiten spannend vinden.

Doordat bewegen en uitvoeren van activiteiten moeilijker gaat, voelt een kind met DCD zich soms onzeker. Ook kan het activiteiten spannend vinden. Onlangs is uw kind gezien in het observatieteam en is de diagnose DCD gesteld. In deze folder leest u wat DCD is, wat de behandeling bij Libra Revalidatie & Audiologie locatie Blixembosch inhoudt en hoe

Nadere informatie

Handschrift ontwikkeling Marjolein van Buuren

Handschrift ontwikkeling Marjolein van Buuren 2.4.1 Handschrift ontwikkeling Marjolein van Buuren Hoorcollege 1 2.4.1 taal en zaakvakken Samenhang: In werkcollege 2 wordt het win-winmodel ingezet om belangrijke begrippen uit het handschriftonderwijs

Nadere informatie

Schrijven aan Sinterklaas voor het BO

Schrijven aan Sinterklaas voor het BO Schrijven aan Sinterklaas voor het BO Opdracht aan de kinderen: schrijf een creatief-brief aan Sinterklaas en win een prijs! Opdracht leerkracht: kinderen begeleiden bij fijn motorische oefeningen en het

Nadere informatie

Schrijven. cognitief. neurologisch. Onderwijskundig

Schrijven. cognitief. neurologisch. Onderwijskundig Schrijven cognitief neurologisch Onderwijskundig Ontwikkeling van het handschrift wordt door zowel cognitieve- als motorische factoren beïnvloed en uiteraard de manier waarop het handschrift (op school)

Nadere informatie

Eerstelijns ergotherapie voor schoolgaande kinderen

Eerstelijns ergotherapie voor schoolgaande kinderen Eerstelijns ergotherapie voor schoolgaande kinderen Sterk in beweging Ergotherapie voor kinderen De ontwikkeling van kinderen verloopt niet altijd vanzelfsprekend. Een kind kan problemen hebben met allerlei

Nadere informatie

Hoogbegaafde kinderen met een motorische ontwikkelingsachterstand

Hoogbegaafde kinderen met een motorische ontwikkelingsachterstand Hoogbegaafde kinderen met een motorische ontwikkelingsachterstand Oefentherapie Cesar kan uitkomst bieden Auteurs: Mignon Biesta Detti Steeman Het verschil zit hem in het aanbieden van de oefenstof De

Nadere informatie

KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven www.bazalt.

KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek 1e rapport: Datum gesprek 2e rapport: KIJK! 1-2 Bazalt Educatieve Uitgaven www.bazalt. KIJK! Lijst van: Schooljaar: Groep: Leraar: Datum gesprek : Datum gesprek : KIJK! Lijst 1. Basiskenmerken Een kind dat lekker in zijn vel zit, zal zich goed en vlot ontwikkelen. Het is van nature nieuwsgierig

Nadere informatie

Handschriftontwikkeling

Handschriftontwikkeling Handschriftontwikkeling Kennisgroep Speciaal Kennisgroep Speciaal is een samenwerkingsverband van organisaties voor speciaal (Mytyl)onderwijs gericht op het delen en ontwikkelen van kwalitatief hoogstaande

Nadere informatie

Kobe* (10 jaar) heeft ernstige dyslexie

Kobe* (10 jaar) heeft ernstige dyslexie Kobe* (10 jaar) heeft ernstige dyslexie En daarmee is de kous af? Nee, natuurlijk niet! Dyslexie is een symptoom van één of meerdere obstakels in de ontwikkeling. Het is dus geen vaststaand feit waarmee

Nadere informatie

Schrijven doe je zo! Informatiebundel voor ouders en leerkrachten

Schrijven doe je zo! Informatiebundel voor ouders en leerkrachten Schrijven doe je zo! Informatiebundel voor ouders en leerkrachten Nu uw kind leert schrijven of al volop begonnen is, is het voor u als ouder fijn te weten waar er nu allemaal op gelet moet worden en aan

Nadere informatie

Kinderen met CVI: Zij hebben vaak goede ogen en kunnen toch niet goed kijken

Kinderen met CVI: Zij hebben vaak goede ogen en kunnen toch niet goed kijken Kinderen met CVI: Zij hebben vaak goede ogen en kunnen toch niet goed kijken Hoe kunnen we CVI herkennen Hoe kunnen we hen helpen hiermee om te gaan Greet Vissenaekens Kinderen met CVI Algemene kenmerken

Nadere informatie

Oefenschema voor sclerodermie patiënten. Huiswerkoefenprogramma voor de hand en mond voor patiënten met sclerodermie

Oefenschema voor sclerodermie patiënten. Huiswerkoefenprogramma voor de hand en mond voor patiënten met sclerodermie Oefenschema voor sclerodermie patiënten Huiswerkoefenprogramma voor de hand en mond voor patiënten met sclerodermie Inleiding Veel mensen ervaren ten gevolge van sclerodermie problemen met de handfunctie

Nadere informatie

Zo wordt. tafels leren leuk!

Zo wordt. tafels leren leuk! Zo wordt tafels leren leuk! Tafels automatiseren Kinderen vinden het vaak lastig om tafels te automatiseren. Automatiseren heet ook wel inoefenen. Bij automatiseren oefent een kind om kennis of vaardigheden

Nadere informatie

Beelddenken in Beweging

Beelddenken in Beweging Beelddenken in Beweging Leren in beweging werkt effectief bij Beelddenken [ Vier krachtige oefeningen om te leren vanuit beweging en plezier! Leren in Beweging sluit aan bij het leren van Beelddenkers.

Nadere informatie

Libra Revalidatie DCD. Diagnose en behandeling bij kinderen met een coördinatieontwikkelingsstoornis

Libra Revalidatie DCD. Diagnose en behandeling bij kinderen met een coördinatieontwikkelingsstoornis Libra Revalidatie DCD Diagnose en behandeling bij kinderen met een coördinatieontwikkelingsstoornis Uw kind is gezien door de revalidatiearts en tijdens dit bezoek is met u gesproken over DCD. In deze

Nadere informatie

Handleiding Vingerspelling en Letterherkenning.

Handleiding Vingerspelling en Letterherkenning. Handleiding Vingerspelling en Letterherkenning. Inleiding. De module Vingerspelling en Letterherkenning is onderdeel van de methode AAD. Het is de eerste module, speciaal voor degenen die het Nederlands

Nadere informatie

Evenwichtsoefeningen Radboud universitair medisch centrum

Evenwichtsoefeningen Radboud universitair medisch centrum Evenwichtsoefeningen Deze folder van het Radboudumc geeft informatie over evenwichtsoefeningen binnen en buitenshuis. Met evenwichtsoefeningen bedoelen we bewegingspatronen van het hoofd, de nek en het

Nadere informatie

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest 2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof Oefeningen voor een gezond lichaam en geest De Soldaat Dit is de eerste van de vier warming up oefeningen waarbij het doel is de hartslag te verhogen

Nadere informatie

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen.

Hieronder volgt een beknopte uitleg van de begrippen die u in het rapport zult tegenkomen. Onderbouwrapport In het onderbouwrapport waarderen wij alle genoemde aspecten ten opzichte van de leeftijd. Een waardering wordt uitgedrukt in een cijfer. U kunt via de beknopte omschrijvingen in het rapport

Nadere informatie

Van derde kleuterklas naar het eerste leerjaar GBS LINT Pagina 1

Van derde kleuterklas naar het eerste leerjaar GBS LINT Pagina 1 Van derde kleuterklas naar het eerste leerjaar GBS LINT Pagina 1 Inleiding Beste ouders, De overgang van de kleuterschool naar de lagere school is niet altijd gemakkelijk. Voor velen is dit een erg grote

Nadere informatie

Spelend leren. Kleuters spelen toch alleen maar?

Spelend leren. Kleuters spelen toch alleen maar? Spelend leren Kleuters spelen toch alleen maar? Wat gaan we doen Spelenderwijs leren Spel en cognitieve ontwikkeling de appel Vragen stellen Zelf aan de slag met spelmateriaal! Spelenderwijs leren Kinderen

Nadere informatie

Inleiding. Ophalen en neerhalen (1e van 2 lessen) groep 7/8

Inleiding. Ophalen en neerhalen (1e van 2 lessen) groep 7/8 Ophalen en neerhalen (1e van 2 lessen) groep 7/8 Inleiding De methode " " is grafo-cognitief. Dit houdt in dat de vaardigheid van de kinderen wordt geoefend, in samenhang met hun letterkennis. In deze

Nadere informatie

graait naar een speeltje dat in het gezichtsveld wordt gehouden pakt speeltjes aan met beide handen en kijkt ernaar

graait naar een speeltje dat in het gezichtsveld wordt gehouden pakt speeltjes aan met beide handen en kijkt ernaar Fijne motoriek 1 Oog-handcoördinatie Baby blauw graait naar een speeltje dat in het gezichtsveld wordt gehouden pakt speeltjes aan met beide handen en kijkt ernaar kijkt naar de voetjes en pakt deze vast

Nadere informatie

Rapport Lotje H. Naam Lotje H. Geboortedatum School/Locatie Boogschutter 0-7. Schooljaar Aanmaakdatum

Rapport Lotje H. Naam Lotje H. Geboortedatum School/Locatie Boogschutter 0-7. Schooljaar Aanmaakdatum Naam Geboortedatum 2-5-2012 School/Locatie Boogschutter 0-7 Schooljaar 2017-2018 Aanmaakdatum 9-10-2017 Groep Beren 2 Leraar Lieve van W. Bazalt Basisbehoeften Basiskenmerken Een kind dat lekker in zijn

Nadere informatie

Mogen wij zien wat uw leerlingen al kunnen?

Mogen wij zien wat uw leerlingen al kunnen? Mogen wij zien wat uw leerlingen al kunnen? ÿs±c

Nadere informatie

Kinderen met dyslexie vertonen opvallende en blijvende moeilijkheden met lezen en spelling en dit vooral op vlak van:

Kinderen met dyslexie vertonen opvallende en blijvende moeilijkheden met lezen en spelling en dit vooral op vlak van: Dyslexie Kinderen met dyslexie vertonen opvallende en blijvende moeilijkheden met lezen en spelling en dit vooral op vlak van: Aandacht en concentratie. ze zijn vergeetachtig en lijken of zijn verstrooid,

Nadere informatie

Op stap naar het 1 e leerjaar Wat is schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe!

Op stap naar het 1 e leerjaar Wat is schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe! Op stap naar het 1 e leerjaar Wat is schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe! Lieven Coppens Vooraf De ontwikkeling van een kind verloopt op verschillende domeinen. Elk kind ontwikkelt op zijn eigen

Nadere informatie

Dyspraxie - DCD. DCD = Developmental Coördination Disorder

Dyspraxie - DCD. DCD = Developmental Coördination Disorder Dyspraxie - DCD DCD = Developmental Coördination Disorder DCD = ONTWIKKELINGSSTOORNIS is niet verworven, maar aanwezig vanaf de geboorte verandert voortdurend tijdens de ontwikkeling, er duiken leeftijdsgebonden

Nadere informatie

P A T I Ë N T E N I N F O R M A T I E

P A T I Ë N T E N I N F O R M A T I E Reumaoefeningen P A T I Ë N T E N I N F O R M A T I E 2 Inleiding Dit oefenboekje is u uitgereikt tijdens het reuma-revalidatieprogramma in de Ommelander Ziekenhuis Groep, locatie Delfzicht. Het dient

Nadere informatie

Op stap naar het 1 e leerjaar

Op stap naar het 1 e leerjaar Op stap naar het 1 e leerjaar Schoolrijpheid? Ook de ouders doen er toe! Zwevegem, 26 november 2009 Lieven Coppens Inleiding Uit de kindermond Ik wil niet naar het eerste leerjaar want daar mag ik niet

Nadere informatie

Mobiliserende oefeningen voor thuis

Mobiliserende oefeningen voor thuis Mobiliserende oefeningen voor thuis Oefeningen om het lichaam zo soepel mogelijk te houden Oefeningen Cervicale wervelkolom HCWK 1) Extensie: Ga rechtop zitten op een stoel en plaats de middelvingers van

Nadere informatie

Beter zien is beter leven

Beter zien is beter leven Beter zien is beter leven Wij helpen u en uw kind graag om beter te zien Oogonderzoek en visuele training bij: Lees- en leerproblemen NLD Dyslexie Hoofdpijn Vermoeide ogen Concentratieproblemen Klachten

Nadere informatie

Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken.

Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken. Enkele tips : training en opwarming Trainingen : Ga naar je trainingen! De trainer helpt mee jouw zwakkere punten te ontdekken. Geef nooit op. Het kan best even duren voor je conditie op peil is. Het belangrijkste

Nadere informatie

Naar het eerste leerjaar

Naar het eerste leerjaar Naar het eerste leerjaar Overgang eerste leerjaar We kijken eerder naar het ontwikkelingsniveau van uw kind dan naar de leeftijd en proberen het zo een stukje verder te brengen in zijn ontwikkeling. De

Nadere informatie

Om en om uitstappen. Achterste knie naar de grond duwen. Borst open en trots. Buikspieren aanspannen. Kracht zetten vanuit je voorste hak.

Om en om uitstappen. Achterste knie naar de grond duwen. Borst open en trots. Buikspieren aanspannen. Kracht zetten vanuit je voorste hak. 1. plank Let op de houding van de rug. Buikspieren en bilspieren aanspannen. Handen onder de schouders en de ellebogen uit het slot. Makkelijker maken: vanaf de knieën Moeilijker maken: voeten op een verhoging

Nadere informatie

Door: Prof. Dr. Ralph Bruder Directeur van het Instituut voor Ergonomie en Arbeidswetenschappen/ Technische Universiteit van Darmstadt

Door: Prof. Dr. Ralph Bruder Directeur van het Instituut voor Ergonomie en Arbeidswetenschappen/ Technische Universiteit van Darmstadt ERGONOMISCH RAPPORT Ergonomisch rapport STABILO EASYcolors / EASYgraph Door: Prof. Dr. Ralph Bruder Directeur van het Instituut voor Ergonomie en Arbeidswetenschappen/ Technische Universiteit van Darmstadt

Nadere informatie

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak b/d-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Stap 1

veilig leren Veilig leren lezen Artikelen - Letterkennis, aanpak b/d-probleem lezen Auteur: Susan van der Linden Stap 1 veilig leren lezen Letterkennis Aanpak b/d-probleem Auteur: Susan van der Linden De letters b en d zijn voor veel kinderen een bron van verwarring. Dit komt door hun gelijke vorm. Toch kunt u dit probleem

Nadere informatie

Schrijven doe je zo.!!

Schrijven doe je zo.!! Schrijven doe je zo.!! Theoretische onderbouwing Opdrachtgever: Zaans Medisch Centrum, afdeling kinderrevalidatie, Anita Diephuis en Ines Dragt Junioradviseurs: Kirsten de Klerk Birgit Peeterman Susanne

Nadere informatie

Pengrepen bij kinderen in groepen 2 tot en met 8

Pengrepen bij kinderen in groepen 2 tot en met 8 Pengrepen bij kinderen in groepen 2 tot en met 8 Mot research totaal pengrepen vier basisscholen jan 2010 Inleiding Doel van het onderzoek was om op enkele scholen te onderzoeken welke pengrepen door kinderen

Nadere informatie

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies Instructie Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H. 1985 3 Scoring De therapeut scoort ieder motorische vaardigheid op een schaal van o tot 6. De test moet in een rustige ruimte worden uitgevoerd. De patiënt

Nadere informatie

Klap, stamp en sla. Opmerking. Tijd: 1-5 min. Deelnemers: minimaal 2 Materiaal: niets Opstelling: kinderen vormen tweetallen. Verloop van het spel:

Klap, stamp en sla. Opmerking. Tijd: 1-5 min. Deelnemers: minimaal 2 Materiaal: niets Opstelling: kinderen vormen tweetallen. Verloop van het spel: Klap, stamp en sla Deelnemers: minimaal 2 Opstelling: kinderen vormen tweetallen : De tweetallen tellen om de beurt tot 3. Eerst zegt de één 1, daarna de ander 2 en tot slot nummer één weer 3. Hierna begin

Nadere informatie

Oefeningen ter Verbetering van je Lichaamshouding

Oefeningen ter Verbetering van je Lichaamshouding Oefeningen ter Verbetering van je Lichaamshouding Verkeerde lichaamshoudingen veroorzaken klachten. Eén van de meest voorkomende verkeerde houdingen, wordt veroorzaakt door een naar vorend hangend hoofd,

Nadere informatie

Oefeningen bij schouderklachten

Oefeningen bij schouderklachten Oefeningen bij schouderklachten Uw behandelend arts heeft u geadviseerd oefeningen te doen om uw schouderklachten te helpen verminderen. Het is, in eerste instantie, niet nodig om de oefeningen onder begeleiding

Nadere informatie

Oefenprogramma revalidatie

Oefenprogramma revalidatie Oefenprogramma revalidatie Dit oefenprogramma ontvangt u van uw revalidatiearts. Oefen dit programma bij voorkeur 2x per dag. Oefeningen moet u pijnvrij kunnen doen, en adem door! Schouder en arm oefeningen:

Nadere informatie

Zorgboekje. Kindgegevens

Zorgboekje. Kindgegevens Zorgboekje De pedagogisch medewerker vult dit boekje behorende bij het overdrachtdocument peuter kleuter in als er een zorgbehoefte bij het kind is gesignaleerd. Zij/ hij vult in wat van toepassing is

Nadere informatie

De schrijfsleutel INFORMATIEBROCHURE

De schrijfsleutel INFORMATIEBROCHURE De schrijfsleutel INFORMATIEBROCHURE 1 Voorwoord 3 2 De schrijfsleutel in het kort 4 3 Kinderen leren tegelijkertijd lezen en schrijven 6 4 Kinderen ontwikkelen een goed handschrift 7 5 Direct aan de slag

Nadere informatie

De 11+ Een compleet warming-up programma

De 11+ Een compleet warming-up programma De 11+ Een compleet warming-up programma Deel 1 & 3 A A }6m Deel 2 B A: Hardlopen B: Jog terug B! ORGANISATIE A: Running OP HET exercise VELD B: Jog back Het parcours bestaat uit 6 paren evenwijdig geplaatste

Nadere informatie

Oefenboekje Arm-hand functie. Algemeen

Oefenboekje Arm-hand functie. Algemeen Oefenboekje Arm-hand functie Algemeen Inhoudsopgave Voorwoord... 3 Oefeningen voor pols stabiliteit... 4 Startoefeningen;... 5 Uitgangspositie; elleboog op tafel... 6 Uitgangspositie; zittend, arm langs

Nadere informatie

Gereedschap. Joop Stoeldraijer

Gereedschap. Joop Stoeldraijer Gereedschap Joop Stoeldraijer Schrijfmethodes In het vorige artikel van Gereedschap heb ik uitgebreid aandacht besteed aan Schrijf actief. Er zijn uiteraard nog veel meer schrijfmethodes te koop. Deze

Nadere informatie

bij het Overdrachtdocument peuter - kleuter

bij het Overdrachtdocument peuter - kleuter Zor gboek je bij het Overdrachtdocument peuter - kleuter Datum Ingevuld door: (naam en functie): STEDELIJK ZORGBOEKJE PEUTER- KLEUTER ROTTERDAM Zorgboekje De pedagogisch medewerker vult dit boekje behorende

Nadere informatie

Werkmap. Opdrachtgever OBS De Klim-Op te Bovenkarspel Tom Velkers en Emmy Kok. Junioradviseurs Ingrid den Haan Esther Hiele Suzan Kok

Werkmap. Opdrachtgever OBS De Klim-Op te Bovenkarspel Tom Velkers en Emmy Kok. Junioradviseurs Ingrid den Haan Esther Hiele Suzan Kok Werkmap Hoe leerkrachten tijdig eventuele schrijf- en motoriekproblematiek kunnen signaleren bij kinderen in de onderbouw en hoe zij hen adequate begeleiding kunnen bieden, zodat het kind kan blijven participeren

Nadere informatie

Vuist maken, binnekant en buitenkant arm bekloppen (losse polsen) Schedel bekloppen

Vuist maken, binnekant en buitenkant arm bekloppen (losse polsen) Schedel bekloppen Do In Staand, voeten 50cm uit elkaar. Stevig afstrijken binnenkant arm van schouder naar pols, gevolgd door buitenkant arm van pols naar schouder, zowel rechterarm als linkerarm Vuist maken, binnekant

Nadere informatie

Succes en veel plezier toegewenst!

Succes en veel plezier toegewenst! Voorwoord HOE VOER JE EEN OEFENING GOED UIT? Ten eerste door de beweging correct uit te voeren. Dat wil zeggen gecontroleerd en beheerst. Dat wil zeggen eerst de spieren opwarmen ('warming up'). Nooit

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ORIËNTATIE. Omcirkel de figuur die hetzelfde is als de linkerfiguur.

RUIMTELIJKE ORIËNTATIE. Omcirkel de figuur die hetzelfde is als de linkerfiguur. RUIMTELIJKE ORIËNTATIE Omcirkel de figuur die hetzelfde is als de linkerfiguur. RUIMTELIJKE ORIËNTATIE + OOG-HAND-COÖRDINATIE Kleur de figuur links en de figuur die identiek is. RUIMTELIJKE ORIËNTATIE

Nadere informatie

Beter zien is beter leven

Beter zien is beter leven Beter zien is beter leven Wij helpen u en uw kind graag om beter te zien. Oogonderzoek en visuele training bij: Lees- en leerproblemen NLD Dyslexie Hoofdpijn Vermoeide ogen Concentratieproblemen Klachten

Nadere informatie

BRUSHLETTERING VOOR IEDEREEN OEFENSCHRIFT

BRUSHLETTERING VOOR IEDEREEN OEFENSCHRIFT = BRUSHLETTERING VOOR IEDEREEN OEFENSCHRIFT + = + Dit oefenschrift Brushlettering voor iedereen hoort bij het gelijknamige handboek met tips en technieken over brushlettering. Maak kennis met brushpennen

Nadere informatie

Oefeningen voor reumapatiënten

Oefeningen voor reumapatiënten Oefeningen voor reumapatiënten afdeling fysiotherapie U bent bekend met reuma en heeft oefeningen gekregen voor uw ontstoken gewrichten. In deze folder staan deze oefeningen beschreven. Doel van de oefeningen

Nadere informatie

JSW JAARGANG 93, MAART 2009. Vincent van den Hoogen. Een schrijf

JSW JAARGANG 93, MAART 2009. Vincent van den Hoogen. Een schrijf Vincent van den Hoogen Een schrijf 12 Voor ieder kind Alger van Hagen instrument op maat Het gebruik van vulpennen en ander schrijfmateriaal geeft in veel schoolteams hoofdbrekens. De meningen over aanschaf

Nadere informatie

REP-band, Lenigheid, en kracht. Oefeningen met de REP-band

REP-band, Lenigheid, en kracht. Oefeningen met de REP-band Algemene oefeningen REP-band, Lenigheid, en kracht In deze folder staan algemene oefeningen. Uw fysiotherapeut neemt met u door welke oefeningen voor u geschikt zijn. Er staan drie soorten oefeningen in

Nadere informatie

De les kost minstens een half uur. Afhankelijk van je groep en je uitvoering kun je er ook twee lessen van maken.

De les kost minstens een half uur. Afhankelijk van je groep en je uitvoering kun je er ook twee lessen van maken. Les rompverhoudingen groep 6,7 Inleiding De methode " " is grafo-cognitief. Dit houdt in dat de vaardigheid van de kinderen wordt geoefend, in samenhang met hun letterkennis. In deze les is vooral de letterkennis

Nadere informatie

Statische rekoefeningen

Statische rekoefeningen Statische rekoefeningen Bovenlichaam Lage rugspieren Ga met je zitvlak op je hakken zitten. Duw je handen over de grond naar voren en buig je rug. Rek zover mogelijk uit. Kijk naar de grond. Houd deze

Nadere informatie

Overgang kleuters eerste leerjaar. Overgangsdagen

Overgang kleuters eerste leerjaar. Overgangsdagen Overgang kleuters eerste leerjaar Kleuters voorbereiden op het eerste leerjaar is een belangrijke taak van de kleuterschool. Dat begint al vanaf de eerste schooldag dat uw kleuter naar onze kleuterwerking

Nadere informatie

Aanvankelijk staan de lijnen van een baan ver uit elkaar; later komen ze dichter bijeen.

Aanvankelijk staan de lijnen van een baan ver uit elkaar; later komen ze dichter bijeen. VORMTEKENEN EERSTE KLAS 1. Voorbereidende schrijfoefeningen Alle schrijfbewegingen van grote en kleine drukletters, van kleine en hoofdletters in het lopend schrift (handschrift) analyseren en er oefeningen

Nadere informatie

Ergotherapie bij Parkinsonpatiënten ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN BIJ DE BEHANDELING

Ergotherapie bij Parkinsonpatiënten ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN BIJ DE BEHANDELING Ergotherapie bij Parkinsonpatiënten ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN BIJ DE BEHANDELING Observatie Beperkingen komen vaak voor bij volgende motorische activiteiten: Transfers Houding Reiken en grijpen Balans Stappen

Nadere informatie

Oefenprogramma revalidatie linkerzijde

Oefenprogramma revalidatie linkerzijde Oefenprogramma revalidatie linkerzijde Dit oefenprogramma ontvangt u van uw revalidatiearts. Oefen dit programma bij voorkeur 2x per dag. Oefeningen moet u pijnvrij kunnen doen, en adem door! In de oefengids

Nadere informatie

Over de arm en hand wrijven

Over de arm en hand wrijven Over de arm en hand wrijven Doel: stimuleren van aangedane hand en arm, aandacht op de arm. 1 Leg de niet-aangedane hand op de aangedane arm. Kijk naar uw arm. 2 Wrijf met hand over de arm tot aan de schouder

Nadere informatie

Linkshandigheid Uit: Schrijf Actief, Malmberg 1999

Linkshandigheid Uit: Schrijf Actief, Malmberg 1999 Linkshandigheid Uit: Schrijf Actief, Malmberg 1999 In elke groep zitten wel kinderen die links schrijven. Voor veel opvoeders is dat niet zo'n probleem. Met dezelfde stellige overtuiging waarmee men vroeger

Nadere informatie

Leuk oefenen! Veel plezier met het oefenen! Groetjes Marije

Leuk oefenen! Veel plezier met het oefenen! Groetjes Marije Leuk oefenen! Allereerst bedankt voor het downloaden van dit ebook Oefenbingo. Nu kan je kind op een leuke manier oefenen met de sommen t/m 20, spelling, tafels en het alfabet. Ik ben Marije Turel. Ik

Nadere informatie

Bal in de hoepel gooien

Bal in de hoepel gooien Bal in de hoepel gooien Ga achter de lijn staan met een bal in je handen. Gooi de bal in de eerste hoepel vervolgens in de tweede dan de derde enz, enz. De bal mag de rand van de hoepel niet raken. Je

Nadere informatie

Oefeningen bij nekklachten

Oefeningen bij nekklachten Oefeningen bij nekklachten Inleiding U bent in het het Kennemer Gasthuis geweest voor uw nekklachten. In deze folder bieden wij u tips en oefeningen betreffende nekklachten. Het is een aanvulling op de

Nadere informatie

Eenvoudige bovenbeen spieroefeningen

Eenvoudige bovenbeen spieroefeningen Oefeningen menselijk lichaam Eenvoudige bovenbeen spieroefeningen Eenvoudige oefeningen voor de bovenbeen spieren bijvoorbeeld na een operatie aan het kniegewricht of immobilisatie van het kniegewricht.

Nadere informatie

DCD Developmental Coordination Disorder

DCD Developmental Coordination Disorder DCD Developmental Coordination Disorder kinderen met een coordinatie-ontwikkelingsstoornis Renske Mooibroek 3 juni 2015 Kenmerken DCD : waar denk je aan? 2 DCD Developmental Coordination Disorder Opdrachten

Nadere informatie

Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint:

Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint: Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint: Rek/Strek oefeningen mogen nooit pijn veroorzaken. Mocht u pijn krijgen stop dan onmiddellijk met de oefening. Het is belangrijk om de rek niet

Nadere informatie

Begin en eindig de les klassikaal. Tijdens de kern van de les vouwen de leerlingen individueel hun dieren aan de hand van het werkblad.

Begin en eindig de les klassikaal. Tijdens de kern van de les vouwen de leerlingen individueel hun dieren aan de hand van het werkblad. Vissen vouwen Lesbeschrijving voor de leerkracht groep 3-4 Voorbereiding Vouw zelf elke vis en de andere zeedieren volgens de instructie op het werkblad. Zo weet u hoe de dieren gevouwen moeten worden

Nadere informatie

Papier: A4, liefst 120 g of iets meer met daarop de lijnen geprint, liefst in kleur.

Papier: A4, liefst 120 g of iets meer met daarop de lijnen geprint, liefst in kleur. Leren schrijven didactiek Luc Cielen 2016 1 LEREN SCHRIJVEN DIDACTIEK Luc Cielen Het leren schrijven wordt voorafgegaan door een lange reeks bandtekeningen (vormtekeningen) waarin alle bewegingen van het

Nadere informatie