Regionaal Gezondheidsprofiel Basisonderwijs Noord-Kennemerland 2006

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Regionaal Gezondheidsprofiel Basisonderwijs Noord-Kennemerland 2006"

Transcriptie

1 Regionaal Gezondheidsprofiel Basisonderwijs 2006

2 Gezondheidsprofiel basisonderwijs

3 Colofon Datum Januari 2007 Auteurs A. Venemans E. Poort M. Heemskerk Y. van der Spek GGD Postbus GH Alkmaar telefoon:

4 Voorwoord Een van de taken van de GGD is het verschaffen van inzicht in de gezondheidssituatie van de inwoners van de regio. Gegevens uit verschillende onderzoeken zijn nodig om het regionale gezondheidsbeleid goed te kunnen en en - daar waar de gezondheid bedreigd wordt - maatregelen te nemen samen met gemeenten, onderwijs en andere ketenpartners. Voor u ligt het rapport Regionaal Gezondheidsprofiel Basisonderwijs. Het is het verslag van het gezondheidsonderzoek, genaamd Vragenlijsten Schoolgezondheid Basisonderwijs (VSB), dat de GGD in 2005 en 2006 heeft uitgevoerd onder ouders en leerlingen van 52 reguliere basisscholen in. De basisscholen die nog niet hebben deelgenomen aan het onderzoek zullen dit de aankomende jaren doen. Iedere basisschool zal eens in de 4 jaar deelnemen aan het onderzoek en zal van de resultaten een schoolprofiel ontvangen. De school krijgt hiermee een goed inzicht in de gezondheidssituatie van de leerlingen en kan daarmee gericht vorm geven aan het schoolgezondheidsbeleid voor de komende vier jaar. Het onderhavige document is richtinggevend voor de GGD voor de uitvoering van gezondheidsbevordering gericht op jeugd en hun omgeving. Op basis van diverse onderzoeken van de GGD kan men aannemen dat de jeugd van Noord- Kennemerland gemiddeld gezond is. In dit rapport is echter ook een aantal onderwerpen aan het licht gekomen die beslist aandacht verdienen. Het rapport bevat hiervoor uitgebreide aanbevelingen die de GGD, de gemeenten en de overige voorzieningen voor de jeugd handvatten bieden voor nader te bepalen beleid. De aanbevelingen in deze notitie worden door de GGD verder uitgewerkt in samenwerking met de acht gemeenten en betrokken partijen. Doel hiervan is gezondheidsbedreigingen van de jeugd tegen te gaan door een gezonde leefstijl te stimuleren en een goed aansluitend hulpverleningspakket aan te bieden. De aanpak wordt beschreven in hoofdstuk 12 conclusies en aanbevelingen. De GGD doet hierbij een beroep op alle betrokken partijen om met deze gegevens samen actief aan de slag te gaan. Het onderzoeksrapport is ook te vinden op de website van de GGD (

5 INHOUDSOPGAVE 1. OPZET VAN HET ONDERZOEK BESCHRIJVING VAN DE ONDERZOEKSGROEP VOEDING BEWEGING OVERGEWICHT ZWEMVAARDIGHEID ONGELUK(JES) OP SCHOOL MONDHYGIENE ROKEN EN ALCOHOL IN GROEP 6, 7 EN PSYCHOSOCIAAL FUNCTIONEREN SAMENVATTING CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Literatuurlijst Bijlage 1 Resultaten Bijlage 2 Resultaten per gemeente... 46

6 1. OPZET VAN HET ONDERZOEK In het najaar van 2005 en in het voorjaar van 2006 is op 52 basisscholen een gezondheidsenquête uitgevoerd, ook wel Vragenlijsten Schoolgezondheid Basisonderwijs (VSB) genoemd. De VSB is een landelijk instrument dat ontwikkeld is door TNO 1. De vragenlijst kent twee versies: een versie voor groep 1 tot en met 5, in te vullen door ouders, en een versie voor groep 6 tot en met 8 die door leerlingen zelf wordt ingevuld. De lijsten zijn voor een groot deel gelijk, echter voor groep 6 tot en met 8 zijn de onderwerpen roken en alcohol toegevoegd. De lijsten bestaan uit vier onderdelen. Allereerst wordt gevraagd naar enkele algemene gegevens van de leerlingen (groep, geslacht, leeftijd en etniciteit). Daarnaast bevatten de lijsten twee hoofdthema s: leefstijl en psychosociaal functioneren. Als laatste worden lengte en gewicht nagevraagd. 1.1 VSB rapportages De VSB levert gegevens waarmee scholen, gemeenten, de GGD en andere instellingen gericht kunnen werken aan de gezondheidstoestand van basisschoolkinderen. Alle deelnemende scholen ontvangen een schoolrapport met gegevens over hun eigen leerlingen. Deze rapporten zijn vertrouwelijk en worden alleen aan de desbetreffende school verstrekt. Daarnaast worden in dit voor u liggende regiorapport de resultaten van de gehele regio weergegeven. 1.2 Deelnemende leerlingen Er hebben tot op heden 52 scholen deelgenomen aan de VSB, 20 scholen in 2005 en 32 scholen in De overige scholen in de regio zullen in de aankomende jaren aan dit onderzoek deelnemen. Het totaal aantal vragenlijsten dat is ontvangen is Van deze vragenlijsten zijn 5998 ingevuld door ouders en 3916 ingevuld door kinderen. Het responspercentage bedraagt 74% in de groepen 1-5 en 93% in de groepen Rapportage en analyses Elk hoofdstuk begint met een korte theoretische toelichting over het belang van het onderwerp. Daarna volgen de resultaten van de vragenlijsten. Deze zijn in een grafiek eerst voor de totale groep weergegeven, waarna de resultaten uitgesplitst worden naar geslacht en bouw. Met de worden de groepen 1 en 2 bedoeld, met de de groepen 3-5 en met de de groepen 6-8. Bijlage 1 bevat een overzicht van alle resultaten. Het percentage leerlingen dat niet voldoet aan de richtlijnen die gegeven worden, wordt getoond (bijvoorbeeld leerlingen die niet elke dag groente eten). Een hoog percentage betekent dus een ongunstige uitkomst. Vergelijkingen tussen gemeenten Er is nagegaan of er verschillen zijn tussen de acht gemeenten van. Alleen indien er sprake is van een verschil tussen de gemeenten, is dat in het rapport vermeld. Waar in dit rapport geen vergelijking wordt gemaakt tussen de gemeenten, is er geen verschil. Bijlage 2 bevat een totaal overzicht van de resultaten per gemeente. Vergelijkingen met de referentiegroep Tevens worden de resultaten van de regio vergeleken met de landelijke referentiegroep. Deze vergelijking geeft aan hoe de gegevens van de regio zich verhouden tot het gemiddelde van een steekproef van 27 basisscholen in Nederland. Deze referentiecijfers zijn in het najaar van 2003 via een landelijk onderzoek onder leerlingen verzameld. Bij de vergelijking tussen gegevens van en de referentiegroep moet er rekening mee worden gehouden dat de referentiegroep een iets andere samenstelling heeft. Er zijn in de referentiegroep relatief meer kinderen van allochtone afkomst dan binnen het geval is. Van Turkse en Marokkaanse kinderen is bekend dat ze minder bewegen en meer overgewicht hebben. Ook is bekend dat deze kinderen tussen de 7 en 9 jaar meer groente en fruit eten 2,3. Verder is er nog weinig onderzoek gedaan naar de verschillen in leefstijl en psychosociale problemen tussen allochtone en autochtone kinderen. 1

7 Verschillen tussen groepen De verschillen tussen de groepen die in dit profiel beschreven worden, betreffen in de meeste gevallen statistisch significante (p < 0,05) verschillen. Dit betekent dat de kans klein is (in dit geval kleiner dan 5%) dat een gevonden verschil op toeval berust. Een gunstige score vergeleken met de referentiegroep betekent niet, dat het onderwerp onbelangrijk is voor verbetering. Immers, ook landelijk kunnen leerlingen een minder gunstige score hebben waardoor bij een gunstige score voor de regio toch gekozen kan worden voor beleid ter verbetering van de situatie. 2

8 2. BESCHRIJVING VAN DE ONDERZOEKSGROEP 2.1 Achtergrondgegevens Tabel 2.1 beschrijft het aantal en en de verdeling van de leerlingen over de, en. Tabel 2.1 Beschrijving van de groepen* Referentiegroep Aantal (%) Aantal (%) Jongens 4972 (5) 2060 (51%) Meisjes 4924 (5) 1973 (49%) Allochtone leerlingen** 1259 (13%) 1049 (26%) Onderbouw (groep 1-2) 2556 (26%) 948 (24%) Middenbouw (groep 3-5) 3420 (35%) 1401 (35%) Bovenbouw (groep 6-8) 3916 (4) 1682 (42%) * De percentages tellen niet altijd op tot 10 omdat er is afgerond. ** Dit zijn leerlingen van wie ten minste één van de ouders in het buitenland is geboren 4. De verhouding tussen het aantal en in is vergelijkbaar met de verhouding tussen en in de referentiegroep. Van de leerlingen in Noord- Kennemerland is 13% van allochtone afkomst, terwijl dit in de referentiegroep 26% is. De verdeling van de leerlingen in over de, en is vergelijkbaar met de verdeling in de referentiegroep. Zowel in als in de referentiegroep zit circa een kwart van de kinderen in de, 35% zit in de en circa 4 zit in de. In is de verdeling van en over de onder-, midden- en gelijk (niet in tabel 2.1). Geconcludeerd kan worden dat de groep leerlingen in goed vergelijkbaar is met de landelijke referentiegroep wat betreft de samenstelling naar leeftijd en geslacht. Wel is er een verschil wat betreft de etnische afkomst: In hebben naar verhouding minder kinderen van allochtone afkomst meegedaan. Zoals aangegeven in het voorgaande hoofdstuk, moet hier bij de vergelijking tussen gegevens van en de referentiegroep rekening mee worden gehouden. 2.2 Gemeente waar de leerlingen op school zitten Het grootste gedeelte van de leerlingen die hebben meegedaan aan het onderzoek zit op school in de gemeente Alkmaar (31%), gevolgd door Castricum (2) en Heerhugowaard (17%). Eén procent van de leerlingen zit op school in de gemeente Schermer (148 leerlingen). 3

9 Figuur 2.2 Gemeente waar de leerlingen op school zitten (%) 17% 5% 5% 31% 1 11% 1% Alkmaar Bergen Castricum Graft- De Rijp Heerhugowaard Heiloo Langedijk Schermer 2 4

10 3. VOEDING Gezonde voeding maakt deel uit van een gezonde leefstijl. Ongezonde voeding kan bijdragen aan de ontwikkeling van overgewicht en chronische aandoeningen 5,6,7. Zo hebben kinderen met overgewicht een groter risico op overgewicht op volwassen leeftijd en daardoor op latere leeftijd meer kans op sociale en lichamelijke problemen (zoals diabetes mellitus, hart- en vaatziekten en kanker). Daarnaast worden veel voedingsgewoonten in de jeugd gevormd en is het dus van belang dat leerlingen leren om gezond en met regelmaat te eten. 3.1 Ontbijt Regelmaat is van belang voor een goede voeding. Deze regelmaat begint met een ontbijt. Het overslaan van het ontbijt kan de concentratie en prestaties van leerlingen ongunstig beïnvloeden 8. Het overslaan van het ontbijt lijkt ook samen te gaan met een ongezonde leefstijl, zoals weinig bewegen en een groter gebruik van tussendoortjes, wat weer kan leiden tot overgewicht. Zo hebben kinderen die niet ontbijten een grotere kans op overgewicht dan mensen die dat wel doen. In figuur 3.1 is het percentage leerlingen weergegeven dat minder dan 5 dagen per week ontbijt 9. Figuur 3.1 Percentage leerlingen dat minder dan 5 dagen per week ontbijt 12% 1 8% 6% 4% 2% referentiegroep Van de leerlingen in ontbijt 4% minder dan 5 dagen in de week. Dit is gunstiger dan het percentage leerlingen in de referentiegroep dat minder dan 5 dagen in de week ontbijt (9%). In ontbijten vooral leerlingen in de onvoldoende (6%). Meisjes ontbijten minder goed dan (5% vs. 3%). Het verschil in ontbijtgedrag tussen leerlingen in en leerlingen in de referentiegroep kan deels verklaard worden door het verschil in het percentage kinderen van allochtone afkomst tussen beide groepen. Er blijkt namelijk een verband te bestaan tussen etniciteit van de leerlingen en ontbijtgedrag. Allochtone leerlingen hebben slechtere ontbijtgewoonten dan autochtone leerlingen. Uit aanvullende analyses blijkt dat het verschil in ontbijtgewoonten tussen en de referentiegroep deels (maar niet volledig) verklaard wordt wanneer rekening wordt gehouden met het verschil in samenstelling naar etniciteit. Van de kinderen van autochtone afkomst in slaat 3% regelmatig het ontbijt over, vergeleken met 5% van de autochtone kinderen in het referentiebestand. Voor de kinderen van allochtone afkomst betreft dit respectievelijk 1 () versus 19% (referentiegroep). In is er een verschil tussen de gemeenten onderling: leerlingen in Alkmaar hebben slechtere ontbijtgewoonten dan gemiddeld in (6% ontbijt minder dan vijf dagen per week vs. 4% gemiddeld) (zie figuur 3.2). Ook dit kan deels (maar niet volledig) verklaard worden doordat in Alkmaar meer kinderen van allochtone afkomst wonen. Kinderen in Schermer hebben de beste ontbijtgewoonten: daar ontbijt geen enkel kind minder dan vijf dagen per week. 5

11 Figuur 3.2 Percentage leerlingen dat te weinig ontbijt per gemeente 3.2 Fruit en groente Fruit en groente zijn belangrijke bronnen van vitamines, zoals vitamine C en foliumzuur, mineralen en vezels 8. Er zijn veel aanwijzingen dat het eten van voldoende fruit en groente het risico op chronische ziekten verlaagt. Zo beschermt voldoende gebruik van fruit en groente tegen diverse vormen van kanker en hart- en vaatziekten. Daarnaast zijn fruit en groente voedingsmiddelen die in verhouding tot hun volume en gewicht weinig calorieën bevatten, en toch veel voedingsstoffen leveren. Ook geven fruit en groente een verzadigd gevoel na het eten. De richtlijn is om 1-2 stuks fruit per dag te eten. Hiervan mag 1 stuk fruit vervangen worden door een glas vruchtensap 9. In figuur 3.3 wordt het percentage leerlingen aangegeven dat minder dan 1 stuk fruit per dag eet. Figuur 3.3 Percentage leerlingen dat minder dan 1 stuk fruit per dag eet 24% 2 16% 12% 8% 4% referentiegroep Van de leerlingen in eet 2 niet elke dag fruit, in de referentiegroep is dat eveneens 2. Het fruitgebruik onder is slechter dan dat van (21% eet niet iedere 6

12 dag fruit ten opzichte van 18% van de ). Er is geen verschil tussen de onder-, midden- en. In is er een verschil tussen de gemeenten onderling: leerlingen in Alkmaar en Heiloo eten meer fruit (18% respectievelijk 16% voldoet niet aan de richtlijn) terwijl leerlingen in Bergen en Graft-de Rijp minder fruit eten (23% respectievelijk 22% voldoet niet aan de richtlijn) (zie figuur 3.4). Figuur 3.4 Percentage leerlingen dat onvoldoende fruit eet per gemeente Het Voedingscentrum adviseert om elke dag 2-3 opscheplepels groente te eten 8. Hoeveelheden zijn voor leerlingen en ook voor volwassenen echter moeilijk aan te geven. Gevraagd is daarom of leerlingen elke dag groente eten 9. In figuur 3.5 wordt het percentage leerlingen weergegeven dat niet elke dag groente eet. Figuur 3.5 Percentage leerlingen dat niet elke dag groente eet referentiegroep 7

13 Het overgrote deel van de leerlingen in (68%) eet niet elke dag groente. Hiermee scoren leerlingen in slechter dan de referentiegroep (68% vs. 62%). Van de leerlingen in eten de leerlingen in de nog het meest groente (in de voldoet 65% niet aan de norm, in de 7 en in de 69%). Jongens eten minder groente dan (69% niet voldoende vs. 66%). Zoals blijkt uit figuur 3.6 is er in een verschil tussen de gemeenten onderling: leerlingen in Heiloo eten meer groente (59% doet dit niet dagelijks) terwijl leerlingen in Langedijk en Heerhugowaard minder vaak groente eten (74% respectievelijk 71% doet dit niet dagelijks). Figuur 3.6 Percentage leerlingen dat niet iedere dag groente eet per gemeente (%) 3.3 Tussendoortjes De GGD adviseert maximaal 3 tussendoortjes (koek, snoep, snacks en hartige tussendoortjes) per dag te nemen 9. Het probleem met tussendoortjes is dat deze producten vaak grote hoeveelheden vet en suiker bevatten 8. Tussendoortjes vormen daarom een risicofactor voor overgewicht en een onevenwichtig voedingspatroon. Bovendien neemt met het vergroten van het aantal snackmomenten de kans op gaatjes in het gebit toe. In figuur 3.7 wordt het percentage leerlingen weergegeven dat meer dan drie tussendoortjes per dag eet. 8

14 Figuur 3.7 Percentage leerlingen dat meer dan drie tussendoortjes per dag eet 3 25% 2 15% 1 5% referentiegroep Van de leerlingen in eet 22% meer dan 3 tussendoortjes per dag. Dit is beter dan de referentiegroep (26%). Er is geen verschil tussen en. Naarmate leerlingen ouder worden, eten ze meer tussendoortjes. Zoals blijkt uit figuur 3.8 eten leerlingen in Langedijk en Schermer vaker dan gemiddeld in de regio te veel tussendoortjes (respectievelijk 27% en 26% doet dit). Figuur 3.8 Percentage leerlingen dat teveel tussendoortjes eet per gemeente Ook veel frisdranken bevatten grote hoeveelheden suiker. Vocht verzadigt niet of nauwelijks omdat het de maag min of meer ongehinderd kan passeren. Drinken levert vaak energie zonder dat er op andere energiebronnen wordt bezuinigd. Zo vormen ook frisdranken met suiker een risicofactor voor een onevenwichtig voedingspatroon en het ontstaan van overgewicht. Daarom adviseert de GGD niet meer dan 4 dagen per week meer dan één keer per dag frisdrank met suiker te drinken 9. De vragen in de vragenlijst over het gebruik van frisdrank leverden in 2005 nogal wat onduidelijkheden op, omdat niet duidelijk was of limonade ook onder de frisdranken werd gerekend. Daarom is in de 9

15 vragenlijst van 2006 expliciet vermeld dat limonade ook onder de frisdranken gerekend moet worden. Gegevens uit 2006 zijn hierdoor niet vergelijkbaar met de gegevens uit 2005 en de referentiegroep. In figuur 3.9 is het percentage leerlingen weergegeven dat meer dan 4 dagen in de week meer dan één glas frisdrank met suiker drinkt. Hierbij zijn van alleen gegevens uit 2006 gebruikt. Figuur 3.9 Percentage leerlingen in 2006 dat meer dan 4 dagen per week meer dan één glas frisdrank met suiker drinkt 35% 3 25% 2 15% 1 5% referentiegroep In 2006 drinkt 32% van de leerlingen in meer dan 4 dagen per week meer dan één glas frisdrank met suiker. In de wordt minder frisdrank gedronken dan in de onder- en. Er is geen verschil tussen en in het frisdrankgebruik. Wanneer limonade niet wordt meegeteld als frisdrank, zoals in 2005 is gedaan, drinkt 14% van de leerlingen meer dan 4 dagen per week meer dan 1 glas per dag aan frisdrank ten opzichte van 21% in de referentiegroep. 10

16 4. BEWEGING Bewegen is gezond voor kinderen 10. Zo vermindert bewegen de kans op verschillende chronische aandoeningen op latere leeftijd (hart- en vaatziekten en osteoporose) en de kans op overgewicht 11. Ook vergroot bewegen het zelfvertrouwen van kinderen en bevordert het de grove motoriek. Daarnaast heeft beweging effect op het uithoudingsvermogen en de vetmassa. Nog veel belangrijker is dat bewegen en sporten ook echt leuk kunnen zijn, waardoor allerlei psychische, sociale en maatschappelijke problemen kunnen worden aangepakt of voorkomen 10. De Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen geldt als de richtlijn voor beweging. Voor jongeren (jonger dan 18 jaar) wordt dagelijks tenminste 60 minuten matig intensieve lichamelijke activiteit aanbevolen 12. Bovendien dient deze minimaal tweemaal per week gericht te zijn op het verbeteren en handhaven van lichamelijke fitheid. In figuur 4.1 wordt het percentage leerlingen weergegeven dat niet voldoet aan de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen. Figuur 4.1 Percentage leerlingen dat niet voldoet aan de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen 4 35% 3 25% 2 15% 1 5% referentiegroep Ruim 18% van de leerlingen in voldoet niet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. In de referentiegroep is dit 34%. De leerlingen scoren hier dus duidelijk beter dan de referentiegroep. Meisjes bewegen vaker onvoldoende dan (2 vs. 17%). Onvoldoende beweging komt minder vaak voor naarmate leerlingen ouder worden. In de beweegt 3 van de kinderen onvoldoende, in de 17% en in de 12%. In komt onvoldoende beweging vaker voor in Alkmaar (24%), Schermer (23%) en Heerhugowaard (22%) en minder vaak bij leerlingen in Castricum (14%) en Langedijk (12%), zoals blijkt uit figuur

17 Figuur 4.2 Percentage leerlingen dat te weinig beweegt per gemeente Naast beweging is gevraagd naar andere activiteiten van leerlingen zoals TV kijken en achter de computer zitten. De tijd dat leerlingen TV/DVD/video kijken en achter de computer zitten, gaat ten koste van andere activiteiten en bevordert overgewicht. Het kijken van TV/DVD/video gaat vaak gepaard met het gebruik van energierijke tussendoortjes en frisdranken, wat ook weer het risico op overgewicht vergroot 3. Meer dan 2 uur per dag TV/DVD/video kijken wordt als teveel beschouwd, evenals meer dan 2 uur per dag achter de computer zitten 13, 14. In figuur 4.3A is het percentage leerlingen weergegeven dat meer dan 2 uur per dag TV/DVD/video kijkt en figuur 4.3B bevat het percentage leerlingen dat te veel computert. Figuur 4.3 Percentage leerlingen dat twee uur of meer per dag TV/DVD/video kijkt (A) en computert (B) A 25% B 14% 2 12% 1 15% 8% 1 6% 5% 4% 2% referentiegroep referentiegroep Het percentage leerlingen in dat meer dan twee uur TV/DVD/video kijkt per dag is lager dan het percentage in de referentiegroep (1 vs. 2). Er is een verschil tussen de onder-, midden- en : de leerlingen in de overschrijden de richtlijn van maximaal 2 uur per dag vaker (14%) dan de leerlingen in de (6%) en (8%). Jongens overschrijden vaker de norm dan (11% vs. 9%). 12

18 In overschrijdt 5% van de leerlingen de richtlijn ten aanzien van computeren. Dit is vergelijkbaar met de referentiegroep (6%). Het percentage kinderen in de onder- en dat meer dan 2 uur per dag computert is respectievelijk 0,1% en 1%. In de zegt 12% van de leerlingen meer dan twee uur per dag achter de computer te zitten. Er zijn meer dan die meer dan 2 uur per dag achter de computer zitten (7% vs. 4% ). In overschrijden leerlingen in Alkmaar en Heerhugowaard vaker de richtlijnen wat betreft TV kijken en computeren terwijl leerlingen in Heiloo deze richtlijnen minder vaak overschrijden. 13

19 5. OVERGEWICHT Overgewicht verhoogt het risico op bepaalde ziekten op latere leeftijd, zoals hart- en vaatziekten en diabetes 8. Kinderen die dik zijn, worden vaker gepest en ontwikkelen vaak een negatief zelfbeeld. Steeds meer kinderen in Nederland hebben overgewicht. De Body Mass Index (BMI) is een maat voor overgewicht. De BMI wordt berekend door het lichaamsgewicht in kilogrammen te delen door het kwadraat van de lichaamslengte (lengte keer lengte, uitgedrukt in meters). De landelijke afkapwaarden voor de BMI zijn gebruikt 15. In de landelijke vragenlijst is niet gevraagd naar lengte en gewicht. Gezien het toenemende aantal kinderen met overgewicht in Nederland is de GGD geïnteresseerd in de lengte en het gewicht van de kinderen in de regio. Daarom zijn vragen met betrekking tot de lengte en het gewicht van de leerlingen toegevoegd aan de bestaande vragenlijst. Lengte en gewicht zijn in groep 1-5 nagevraagd aan de ouders en de leerlingen van groep 6-8 hebben zelf hun lengte en gewicht ingevuld. Aan de betrouwbaarheid van deze gegevens kan worden getwijfeld omdat ouders en leerlingen zelf vaak niet precies lengte en gewicht kunnen aangeven. De weergegeven percentages leerlingen met een te hoge BMI dienen dus alleen als indicatie en kunnen mogelijk afwijken van de werkelijkheid. Omdat in de landelijke vragenlijst niet gevraagd is naar lengte en gewicht kunnen de resultaten van niet vergeleken worden met de referentiegroep. Figuur 5.1 Percentage leerlingen dat overgewicht of ernstig overgewicht heeft 1 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% Van de leerlingen in heeft 7% overgewicht of ernstig overgewicht. Overgewicht komt vooral voor in de. Er wordt geen verschil gevonden tussen en. Uit landelijk onderzoek is bekend dat kinderen van allochtone afkomst vaker overgewicht hebben. Dit blijkt ook het geval te zijn in de regio : 12% van de allochtone kinderen heeft overgewicht, vergeleken met 6% van de autochtone kinderen. Op basis van landelijke gegevens lijkt het erop dat leerlingen hun gewicht onderschat hebben. Gewichtmetingen zijn noodzakelijk om tot betrouwbare gegevens te komen. Uit onderzoek in Rotterdam is ook gebleken dat van alle brugklassers die na meting door de GGD overgewicht blijken te hebben, slechts ongeveer de helft ook bij zelfrapportage als 'te dik' uit de bus komt 16. Zeer recent is een rapport verschenen van TNO waarin cijfers gepresenteerd worden van het vóórkomen van overgewicht en obesitas bij jeugdigen van 4-15 jaar in de periode De resultaten van deze studie staan gepresenteerd in de onderstaande figuur (figuur 5.2) 15

20 Figuur 5.2 Landelijke prevalentie van overgewicht (%) leeftijd Op basis van deze gegevens varieert de prevalentie van overgewicht bij kinderen van 4-12 jaar van 9%-17% bij en van 15%-25% bij. De prevalentie is het hoogst op 8-jarige leeftijd. 16

21 6. ZWEMVAARDIGHEID Het aantal verdrinkingsgevallen in Nederland is in de periode van 1950 tot 1983 sterk gedaald en heeft zich vanaf toen gestabiliseerd 18. Dit is mede het gevolg van het toen nog gebruikelijke schoolzwemmen. Schoolzwemmen wordt tegenwoordig niet meer in alle gemeenten aangeboden. Daarom is het belangrijk zicht te houden op het aantal leerlingen dat zwemles heeft of kan zwemmen. In figuur 6.1 wordt het percentage leerlingen weergegeven dat geen zwemvaardigheden heeft en ook niet naar zwemles gaat. Figuur 6.1 Percentage leerlingen dat geen zwemvaardigheden heeft en geen zwemles heeft referentiegroep In heeft 14% van de leerlingen op de basisschool geen zwemdiploma en geen zwemles vergeleken met 22% in de referentiegroep. Zoals kan worden verwacht, hebben vooral leerlingen in de (47%) nog geen zwemdiploma en geen zwemles. In de en komt dit nog voor bij respectievelijk 3% en 1% van de leerlingen. Er zijn iets meer dan die geen zwemdiploma en zwemles hebben (14% vs. 12%). Leerlingen in Alkmaar en Heerhugowaard hebben vaker geen zwemdiploma en geen zwemles (respectievelijk 17% en 16%) dan gemiddeld in de regio (14%) (zie figuur 6.2). Figuur 6.2 Percentage leerlingen met onvoldoende zwemvaardigheid per gemeente 17

22 7. ONGELUK(JES) OP SCHOOL Veiligheid in en op school is van belang. Aan ouders en leerlingen is gevraagd of het kind de afgelopen maanden op school een ongeluk(je) had waarvoor het naar huis of naar de dokter moest. In figuur 7.1 wordt het percentage leerlingen weergegeven dat een ongeluk(je) op school heeft gehad waarvoor het naar huis of naar de dokter moest. Figuur 7.1 Percentage leerlingen dat een ongeluk(je) op school heeft gehad waarvoor het naar huis of naar de dokter moest 16% 14% 12% 1 8% 6% 4% 2% referentiegroep Het percentage leerlingen dat een ongelukje heeft gehad op school waarvoor het naar de dokter of naar huis moest, is in gelijk aan de referentiegroep (8%). Leerlingen in de hebben vaker een ongeluk(je) dan leerlingen in de onder- en (14% vs. 4% en 5%). Jongens hebben vaker een ongeluk(je) gehad waarvoor ze naar huis of naar de dokter moesten dan (1 vs. 7% ). 19

23 8. MONDHYGIENE Het Ivoren Kruis adviseert twee maal per dag of vaker goed te poetsen waarbij voor leerlingen onder de 9 jaar geldt dat een ouder tenminste een keer per dag moet (na)poetsen 19. Voor de is nagegaan of leerlingen per dag twee maal nagepoetst worden 20. Bij leerlingen in de is ook nagegaan of de leerlingen twee maal per dag nagepoetst worden. Als deze leerlingen één maal per dag nagepoetst worden en één maal per dag zelf poetsen, valt dit ook binnen de norm. Voor groep 6-8 wordt de norm gehanteerd dat leerlingen zelf tenminste twee keer moeten poetsen. In figuur 8.1 wordt het percentage leerlingen afgebeeld dat niet aan deze richtlijnen voldoet. Figuur 8.1 Percentage leerlingen dat onvoldoende poetst of gepoetst wordt referentiegroep Van de leerlingen in poetst 45% onvoldoende hun tanden. In de referentiegroep poetst 48% van de leerlingen onvoldoende hun tanden. scoort hier dus iets beter dan de referentiegroep. Ruim de helft (55%) van de leerlingen in de wordt onvoldoende gepoetst, in de betreft dit 71% en in de gaat het om 16% van de leerlingen. Dit grote verschil in percentages heeft voor een groot deel te maken met de verschillende richtlijnen per leeftijdsgroep. Vooral het napoetsen (van toepassingen op de en ) van de kinderen blijkt voor problemen te zorgen. Geadviseerd wordt ten minste één keer per jaar de tandarts te bezoeken voor controle 20. Berekend is het percentage leerlingen dat minder dan één keer per jaar de tandarts bezoekt. 21

24 Figuur 8.2 Percentage leerlingen dat minder dan één keer per jaar de tandarts bezoekt 1 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% referentiegroep Gemiddeld gaat 2% van de leerlingen in minder dan 1 keer per jaar naar de tandarts vergeleken met 9% van de leerlingen in de referentiegroep. Leerlingen in de gaan iets minder regelmatig naar de tandarts vergeleken met de en ( 3% vs. 1% en 2%). Er is geen verschil tussen en. 22

25 9. ROKEN EN ALCOHOL IN GROEP 6, 7 EN Roken Roken heeft belangrijke gevolgen voor de gezondheid op latere leeftijd en kan leiden tot longkanker, hart- en vaatziekten en vroeg overlijden 21,22,23. Als jongeren beginnen met roken is dat een belangrijke voorspeller voor roken op latere leeftijd. Een relatief klein deel van de leerlingen rookt op zo n jonge leeftijd. Omdat men toe wil naar vroege preventie is, naast feitelijk rookgedrag, ook gevraagd naar de intentie om te gaan roken. In tabel 9.1 worden de ideeën met betrekking tot het roken op latere leeftijd beschreven. Tabel 9.1 Ideeën van leerlingen in groep 6-8 over roken later (%) Welke uitspraak past het best bij jouw Referentiegroep ideeën over roken later? Ik denk dat ik nooit ga roken Ik denk dat ik de komende vijf jaar niet ga 7 7 roken Ik denk dat ik binnen vijf jaar ga roken 1 1 Ik rook wel eens en denk niet dat ik 0,4 0,4 daarmee zal stoppen Ik rook wel eens, wil daar binnen een half jaar mee stoppen 1 1 Uit tabel 9.1 blijkt dat de ideeën van leerlingen in met betrekking tot roken overeenkomen met de ideeën van leerlingen in de referentiegroep. De meeste leerlingen (91%) denken nooit te gaan roken en 7% verwacht dat in ieder geval de komende vijf jaar niet te doen. Van de leerlingen denkt 1% binnen 5 jaar te gaan roken en ruim 1% van de leerlingen rookt op dit moment wel eens (0,4% rookt wel eens en denkt daar niet mee te stoppen op korte termijn en 1% rookt en denkt daar wel mee te stoppen op korte termijn). Iets meer dan denken binnen 5 jaar te gaan roken (2% vs. 1%). 9.2 Alcohol Als kinderen voor hun 15 e beginnen met drinken, is de kans groter dat ze alcohol verslaafd raken op latere leeftijd 24. Het overmatig gebruik van alcohol heeft ernstige gevolgen voor de gezondheid en voor het sociaal functioneren en het presteren op school 25,26. Ook is overmatig alcoholgebruik schadelijk voor de ontwikkeling van de hersenen van jongeren. Alcoholgebruik op zich is echter nog geen groot probleem onder leerlingen van de basisschool. Naast feitelijk alcoholgebruik is daarom net als bij roken gekeken naar de intenties om alcohol te gaan drinken. De richtlijn voor kinderen onder de 12 jaar is om helemaal geen alcohol te drinken 2 In tabel 9.2 wordt het gebruik van alcohol in groep 6-8 weergegeven. Tabel 9.2 Gebruik van alcohol in groep 6-8 (%) Heb je wel eens een drankje met alcohol Referentiegroep gedronken? Nog nooit Een paar keer een slokje Af en toe maar niet elke week Elke week 1 1 Van de leerlingen in de van heeft 37% nog nooit alcohol gedronken en 49% heeft een paar keer een slokje alcohol gedronken. Een enkeling (1%) drinkt elke week alcohol en 13% van de leerlingen in de drinkt af en toe, maar niet elke week, alcohol houdende drank. Deze percentages zijn allemaal vergelijkbaar met die voor de referentiegroep. De in geven vaker aan dat ze af en toe (maar niet elke week) alcohol drinken dan de (18% vs. 8%). Meisjes geven vaker aan dat ze nog nooit alcohol hebben gedronken (45% vs. 3). 23

26 Het percentage leerlingen dat aangeeft af en toe alcohol te drinken is in Langedijk (19%) en Graft-De Rijp (2) hoger dan gemiddeld in de regio, terwijl dit percentage in Heiloo (6%) lager is dan gemiddeld. Figuur 9.3 Percentage jongeren dat af en toe alcohol drinkt per gemeente (%) In tabel 9.4 worden de intenties ten aanzien van alcohol drinken in de toekomst weergegeven. Tabel 9.4 Ideeën van leerlingen in groep 6-8 over alcohol drinken Welke uitspraak pas het best bij jouw (%) Referentiegroep (%) ideeën over alcohol drinken later? Ik denk dat ik nooit zal drinken Ik denk dat ik de komende vijf jaar geen 42 alcohol zal drinken 35 Ik denk dat ik binnen vijf jaar alcohol zal 21 drinken 15 Ik drink wel eens alcohol, zal niet binnen een half jaar stoppen 6 4 Ik drink wel eens, wil daar binnen 1/2 jaar mee stoppen 1 2 Leerlingen in hebben in vergelijking met de referentiegroep sterker de intentie om in de toekomst alcohol te drinken. Het percentage leerlingen dat denkt nooit te gaan drinken is lager dan in de referentiegroep (3 vs. 44%) en het percentage leerlingen dat denkt binnen 5 jaar alcohol te drinken is hoger dan in de referentiegroep (21% vs. 15%). Zes procent van de leerlingen in drinkt wel eens alcohol, en is niet van plan daar op korte termijn mee te stoppen, vergeleken met 4% van de leerlingen in de referentiegroep. Jongens in denken vaker binnen vijf jaar alcohol te gaan drinken dan in (27% vs. 16%). 24

27 10. PSYCHOSOCIAAL FUNCTIONEREN Sociale relaties en steun zijn belangrijk voor een goede ontwikkeling van een kind. Druk gedrag en een beperkt concentratievermogen beïnvloeden de schoolprestaties negatief en zijn belangrijke voorspellers van later te ontwikkelen psychosociale problematiek, uitval op school en andere risicogedragingen. Geen positief zelfbeeld, faalangst, depressieve klachten, sociale uitsluiting en eenzaamheid zijn factoren die voor een groot deel bepalen hoe de kinderen zich voelen. Dit kan invloed hebben op de schoolprestaties en vergroot de kans op psychosomatische klachten, psychische en sociale problemen op latere leeftijd. Daarom is het op jonge leeftijd belangrijk deze klachten te voorkomen en in te grijpen, omdat hierdoor de mogelijke ontwikkeling van grotere problematiek wordt voorkomen. In de figuren worden de percentages leerlingen afgebeeld die aangeven problemen te hebben op de hierboven genoemde domeinen Omgang van leerlingen met elkaar Sociale relaties In de vragenlijst is gevraagd naar het contact dat leerlingen hebben met hun medeleerlingen. In het onderstaande tekstblok wordt weergegeven door middel van welke vragen gevraagd is naar de sociale relaties tussen leerlingen. Vragen in de VSB-lijst met betrekking tot sociale relaties Heeft uw kind het gevoel dat andere kinderen op school hem/haar aardig vinden? (Heb je het gevoel dat andere kinderen op school je aardig vinden?) Vindt uw kind de andere kinderen uit zijn/haar klas aardig? (Vind je de andere kinderen uit jouw klas aardig?) Heeft uw kind goede vrienden/vriendinnen op school? (Heb je goede vrienden/vriendinnen op school?) Helpen uw kind en zijn/haar vrienden elkaar? (Helpen jij en je vrienden elkaar?) Op basis van deze vier vragen is bepaald hoeveel kinderen problemen ervaren in het kunnen aangaan en onderhouden van relaties met andere leerlingen (zie figuur 10.1). In heeft 15% van de leerlingen hier problemen mee. Dit is vergelijkbaar met de referentiegroep (16%). In zowel de als geeft 14% van de ouders aan dat hun kind hier problemen mee heeft, in de geeft 15% van de leerlingen aan hier problemen mee te ervaren. Jongens ervaren meer problemen met het aangaan van sociale relaties dan (16% vs. 13%). 25

28 Figuur 10.1 Percentage leerlingen dat problemen heeft met het aangaan van sociale relaties 2 15% 1 5% referentiegroep Gepest worden Pesten is het systematisch psychisch en/of fysiek mishandelen van leeftijdgenoten die niet goed in staat zijn zich daartegen te verdedigen 27. Met name kinderen die teruggetrokken zijn en niet beschikken over goede vrienden lopen het gevaar om het slachtoffer te worden van pesterijen. Hun afwachtendheid en gebrek aan sociale vaardigheden maakt hen onzeker en omdat zij zich niet verweren zijn zij gemakkelijk te pesten. Die pesterijen leiden tot een (nog) lager zelfbeeld en een vergrote sociale onzekerheid zodat zij gemakkelijk terechtkomen in een vicieuze cirkel van slachtofferschap. Vragen in de VSB lijst mbt gepest worden Is uw kind de afgelopen week uitgescholden op school? (Ben je de afgelopen week uitgescholden op school?) Is het de afgelopen week op school voorgekomen dat uw kind niet met andere kinderen mocht meespelen? (Is het de afgelopen week op school voorgekomen dat je niet met andere kinderen mocht meespelen?) Is uw kind de afgelopen week op school geduwd, geschopt of geslagen door andere kinderen? (Ben je de afgelopen week op school geduwd, geschopt of geslagen door andere kinderen?) Werden er de afgelopen week op school dingen van uw kind afgepakt of verstopt? (Werden er de afgelopen week op school dingen van je afgepakt of verstopt?) Is uw kind de afgelopen week op school uitgelachen? (Ben je de afgelopen week op school uitgelachen?) Op basis van bovenstaande vijf vragen is bepaald hoeveel kinderen regelmatig worden gepest (zie figuur 10.2A). In wordt 7% van de leerlingen regelmatig gepest, vergeleken met 9% van de leerlingen in de referentiegroep. Er is een toename in het percentage kinderen dat wordt gepest met de leeftijd. Gemiddeld 3% van de kinderen in de wordt gepest ten opzichte van 5% van de leerlingen in de en 11% in de. Er is nauwelijks verschil tussen en (7% vs. 6%). 26

29 Figuur 10.2: Percentage leerlingen dat gepest wordt (A) en dat agressief gedrag vertoont (B) A 12% B 3% 1 8% 2% 6% 4% 1% 2% referentiegroep referentiegroep Leerlingen in Castricum en Graft-de Rijp worden minder vaak gepest (beide 5%) dan gemiddeld in de regio, terwijl leerlingen in Schermer vaker worden gepest dan gemiddeld (1). Figuur 10.3 Percentage leerlingen dat gepest wordt per gemeente Agressie Onder agressief gedrag wordt verstaan snel boos worden, vechten en ruzie maken. In de vragenlijst zijn een aantal vragen met betrekking tot agressie gesteld. Deze vragen staan vermeld in het onderstaande tekstblok. Vragen mbt agressie Was uw kind de afgelopen week op school snel boos? (Was je de afgelopen week op school snel boos?) Heeft uw kind de afgelopen week gevochten met andere kinderen van zijn/haar school? (Heb je de afgelopen week gevochten met andere kinderen op jouw school?) Heeft uw kind de afgelopen week ruzie gehad met andere kinderen op school? (Heb je de afgelopen week ruzie gehad met andere kinderen op school?) 27

30 Zowel in als in de referentiegroep vertoont circa 2% van de kinderen agressief gedrag. Agressief gedrag komt vooral voor in de (3% vs. 1% in de en ). Jongens vertonen iets vaker agressief gedrag dan (2% vs. 1%). In Schermer komt agressief gedrag vaker voor dan in de rest van (5% in Schermer vs. 2% gemiddeld in de regio). Uit onderzoek blijkt dat kinderen die door hun leeftijdsgenoten afgewezen en gepest worden vaker agressief of juist teruggetrokken gedrag in combinatie met weinig sociale vaardigheden vertonen 28 Ook uit het VSB onderzoek komt het bovenstaande naar voren. Van de kinderen die gepest worden vertoont 14% agressief gedrag, terwijl onder kinderen die niet worden gepest slechts bij 1% agressief gedrag voorkomt. Daarnaast heeft 41% van de kinderen die gepest worden moeite met het onderhouden van sociale relaties in vergelijking met 13% van de kinderen die niet worden gepest Concentratie en welbevinden op school Concentratie In het onderstaande tekstblok staan een aantal vragen met betrekking tot de concentratie van kinderen in de klas. Vragen mbt concentratie Vindt uw kind het moeilijk om stil te zitten? (Vind je het moeilijk om stil te zitten?) Kan uw kind op school goed de aandacht bij het werk houden? (Kun je op school goed de aandacht bij het werk houden?) Is het voor uw kind moeilijk om net zo lang te werken totdat het werk af is? (Is het voor jou moeilijk om net zo lang te werken totdat het werk af is?) Kan uw kind goed opletten als de juf of meester iets vertelt? (Kun je goed opletten als de juf of meester iets vertelt?) Op basis van deze vragen is bepaald hoeveel kinderen moeite hebben om de aandacht bij individueel en klassikaal werk te houden (zie figuur 10.4). Van de leerlingen in heeft 23% hier moeite mee. In de referentiegroep is dit een vergelijkbaar percentage (24%). Leerlingen in de hebben meer moeite hun concentratie bij het werk te houden vergeleken met leerlingen in de onder- en (25% vs. 23% en 21%). Jongens hebben meer concentratieproblemen dan (27% vs. 19%). 28

31 Figuur 10.4 Percentage leerlingen dat problemen heeft met de concentratie in de klas 3 25% 2 15% 1 5% referentiegroep Welbevinden op school In de vragenlijst is ook gekeken naar het welbevinden op school. In de onderstaande tekstbox staan de betreffende vragen vermeld. Vragen mbt welbevinden op school Had uw kind het de afgelopen week naar zijn/haar zin op school? (Had je het de afgelopen week naar je zin op school?) Ging uw kind de afgelopen week graag naar school? (Ging je de afgelopen week graag naar school?) Heeft uw kind zich de afgelopen week op school verveeld? (Heb jij je de afgelopen week op school verveeld?) Vond uw kind de afgelopen week de lessen op school leuk? (Vond je de afgelopen week de lessen op school leuk?) Op basis van deze vragen is bepaald hoeveel leerlingen het naar hun zin hebben op school en interesse in de lesstof hebben (zie figuur 10.5A). Veertien procent van de leerlingen in Noord- Kennemerland geeft aan het niet naar hun zin te hebben op school. Dit is vergelijkbaar met de referentiegroep (15%). Vooral leerlingen in de (29%) hebben het niet naar hun zin op school. Er zijn meer dan die het niet naar hun zin hebben op school (17% vs. 11%). Figuur 10.5: Percentage leerlingen dat het niet naar de zin heeft op school (A) en dat niet goed kan opschieten met de leerkracht (B) A 3 B 25% 25% % 15% 1 1 5% 5% referentiegroep referentiegroep 29

32 Figuur 10.6 Percentage leerlingen dat het niet naar de zin heeft op school per gemeente Relatie met leerkracht Aan de leerlingen is gevraagd hoe de relatie is met hun leerkracht aan de hand van de vragen vermeld in onderstaande tekstbox. Vragen mbt de relatie met de leerkracht Kan uw kind in het algemeen goed opschieten met de juffen of meesters op school? (Kun je in het algemeen goed opschieten met de juffen of meesters op school?) Kan uw kind met een juf of meester op school praten als hij/zij ergens mee zit? (Kun je met een juf of meester op school praten als je ergens mee zit?) Heeft u het gevoel dat zijn/haar juf of meester uw kind begrijpt? (Heb je het gevoel dat jouw juf of meester je begrijpt?) Op basis van deze vragen is bepaald hoeveel leerlingen geen goede relatie hebben met de leerkracht (10.5B). In betreft dit 14% van de leerlingen, hetgeen iets minder vaak is dan leerlingen in de referentiegroep (16%). Vooral in de geven leerlingen aan problemen te hebben in de relatie met de leerkrachten op school (22% vs. 3% en 6% ). Meer dan geven aan problemen te hebben in de relatie met de leerkracht (16% vs. 12%). Leerlingen in Schermer hebben het vaker niet naar hun zin op school (22% vs. 14% gemiddeld) zoals blijkt uit figuur 10.6 en hebben ook vaker problemen in de relatie met de leerkracht (21% vs. 14% gemiddeld). Leerlingen in Heiloo hebben het minder vaak niet naar de zin op school (9% vs. 14% gemiddeld) en hebben ook minder vaak problemen in de relatie met de leerkracht (9% vs. 14% gemiddeld) Zelfvertrouwen, faalangst en assertiviteit van leerlingen Zelfvertrouwen en faalangst In de vragenlijst zijn vragen opgenomen om een indruk te krijgen van het zelfvertrouwen en faalangst van kinderen. In de onderstaande tekstboxen staan de desbetreffende vragen vermeld. 30

33 Vragen mbt het zelfvertrouwen van kinderen Is uw kind tevreden met zichzelf? (Ben je tevreden met jezelf?) Is uw kind trots op zichzelf? (Ben je trots op jezelf?) Is uw kind tevreden met hoe hij/zij eruit ziet? (Ben je tevreden met hoe je eruit ziet?) Vragen met betrekking tot faalangst van kinderen Als uw kind iets gaat doen, is hij/zij dan bang dat het niet lukt? (Als je iets gaat doen, ben je dan bang dat het je niet lukt?) Maakt uw kind zich zorgen of dingen die hij/zij moet doen, wel gaan lukken? (Maak jij je zorgen of dingen die je moet doen, wel gaan lukken?) Is uw kind bang om iets verkeerds te doen? (Ben je bang om iets verkeerds te doen?) De resultaten van deze twee onderwerpen staan weergegeven in onderstaande figuren. Figuur 10.7: Percentage kinderen met onvoldoende zelfvertrouwen (A) en faalangst (B) A B % 2 15% 15% 1 1 5% 5% referentiegroep referentiegroep Zestien procent van de leerlingen in geeft aan problemen te ervaren in zelfvertrouwen en het hebben van een positief zelfbeeld (zie figuur 10.7A). In de referentiegroep is dit vergelijkbaar, namelijk 17%. Meer dan hebben te weinig zelfvertrouwen (18% vs. 13%). Ook valt op dat het percentage kinderen met te weinig zelfvertrouwen toeneemt naarmate de kinderen ouder worden (4% in, 12% in en 26% in ). In de referentiegroep wordt deze trend ook gezien. In heeft 11% van de leerlingen last van faalangst in vergelijking met 14% in de referentiegroep (zie figuur 10.7B). Leerlingen in scoren hier dus beter dan de referentiegroep. Faalangst komt meer voor naarmate kinderen ouder worden (8% in, 11% in en 13% in ). Meisjes hebben iets vaker last van faalangst dan (13% vs. 11%). Leerlingen in Graft-de Rijp hebben vaker dan gemiddeld onvoldoende zelfvertrouwen (23% vs 16% gemiddeld in de regio). Er is geen opvallend verschil tussen de gemeenten in het percentage leerlingen dat last heeft van faalangst. 31

34 Figuur 10.8 Percentage leerlingen dat weinig zelfvertrouwen heeft per gemeente Assertiviteit In de vragenlijst zijn vragen opgenomen die een indruk geven over de weerbaarheid en het voor zichzelf op kunnen komen van kinderen. De vragen staan weergegeven in de onderstaande tekstbox. Vragen mbt assertiviteit van kinderen Kan uw kind in het algemeen goed voor zichzelf opkomen? (Kun je in het algemeen goed voor jezelf opkomen?) Als uw kind iets niet wil, durft hij/zij dat dan te zeggen? (Als je iets niet wil, durf je dat dan te zeggen?) Is uw kind bang voor andere kinderen? (Ben je bang voor andere kinderen?) Durft uw kind aan andere kinderen te vragen om hem/haar te helpen als dat nodig is? (Durf je aan andere kinderen te vragen om je te helpen als dat nodig is?) Kan uw kind goed voor zichzelf zorgen? (Kun je goed voor jezelf zorgen?) Op basis van deze vragen is bepaald hoeveel kinderen niet assertief genoeg zijn (10.8). In Noord- Kennemerland betreft dit 8% van de leerlingen, vergeleken met 11% in de referentiegroep. Leerlingen uit lijken dus weerbaarder te zijn dan leerlingen uit de referentiegroep. Leerlingen in de hebben minder problemen op dit gebied dan leerlingen in de en (7% vs. 9% en 1.). Er is geen verschil tussen en. 32

35 Figuur 10.8 Percentage kinderen die onvoldoende assertief zijn 12% 1 8% 6% 4% 2% referentiegroep 10.4 Psychische gezondheid van kinderen Met behulp van vragensets is gevraagd naar positieve emoties, depressie en lichamelijke fitheid van kinderen om een indruk te krijgen van de psychische gezondheid van kinderen. In de onderstaande paragraaf worden deze onderwerpen besproken. Positieve emoties Met behulp van de onderstaande vragenset is gevraagd naar positieve emoties van kinderen. Vragen mbt positieve emoties van kinderen Is uw kind afgelopen week vrolijk geweest? (Ben je de afgelopen week vrolijk geweest?) Heeft uw kind de afgelopen week lol gehad? (Heb je de afgelopen week lol gehad?) Heeft uw kind de afgelopen week leuke dingen gedaan? (Heb je de afgelopen week leuke dingen gedaan?) Op basis van deze vragen is bepaald hoeveel kinderen onvoldoende positieve emoties hebben (zie figuur 10.9). In betreft dit 6%. In de referentiegroep is dit percentage hoger, namelijk 1. Met name kinderen in de hebben vaak onvoldoende positieve emoties (11% in ten opzichte van 2% en 4% in respectievelijk onder- en ). Er is geen verschil tussen en. 33

36 Figuur 10.9 Percentage kinderen met weinig positieve emoties 12% 1 8% 6% 4% 2% referentiegroep Depressie Aan de hand van onderstaande vragenset is gevraagd naar de aanwezigheid van depressieve gevoelens bij de kinderen. Vragen mbt depressie Is uw kind de afgelopen week somber geweest? (Ben je de afgelopen week somber geweest?) Heeft uw kind zich de afgelopen week zorgen gemaakt? (Heb je je de afgelopen week zorgen gemaakt?) Heeft uw kind de afgelopen week het gevoel gehad dat hij/zij alles verkeerd doet? (Heb je de afgelopen week het gevoel gehad dat je alles verkeerd doet?) Heeft uw kind zich de afgelopen week rot gevoeld? (Heb je je de afgelopen week rot gevoeld?) Heeft uw kind de afgelopen week het gevoel gehad dat alles misgaat? (Heb je de afgelopen week het gevoel gehad dat alles misgaat?) In figuur wordt het percentage kinderen met depressieve gevoelens weergegeven. In Noord- Kennemerland geeft 2% van de leerlingen aan dat zij depressieve gevoelens ervaren. Dit is iets minder vaak dan de leerlingen in de referentiegroep waar 3% depressieve gevoelens heeft. In de komt dit nog nauwelijks voor (0,4%), in de bij 1% van de leerlingen en in de bij 4% van de leerlingen. Er is geen verschil tussen en. 34

37 Figuur Percentage kinderen met depressieve gevoelens 5% 4% 3% 2% 1% referentiegroep Lichamelijke fitheid In de vragenlijst zijn een aantal vragen gesteld met betrekking tot psychosomatische klachten om een indruk te krijgen van de lichamelijke fitheid van de kinderen. Deze vragen zijn weergegeven in de tekstbox. Vragen mbt lichamelijke fitheid Heeft uw kind de afgelopen week slecht geslapen? (Heb je de afgelopen week slecht geslapen?) Heeft uw kind zich de afgelopen week moe gevoeld? (Heb je je de afgelopen week moe gevoeld?) Heeft uw kind de afgelopen week hoofdpijn gehad? (Heb je de afgelopen week hoofdpijn gehad?) Heeft uw kind de afgelopen week buikpijn gehad? (Heb je de afgelopen week buikpijn gehad?) Zoals uit figuur blijkt, ervaart 5% van de leerlingen psychosomatische klachten. Dit is vergelijkbaar met referentiegroep (6%). Vooral leerlingen uit de geven aan zich lichamelijk minder fit te voelen (1 in ten opzichte van 2% in onder- en ). Meer dan ervaren psychosomatische klachten (6% vs. 4%). 35

38 Figuur Percentage kinderen dat zich lichamelijk minder fit voelt 12% 1 8% 6% 4% 2% referentiegroep 36

39 11. SAMENVATTING In het najaar van 2005 en het voorjaar van 2006 is door de GGD het project VSB (Vragenlijsten Schoolgezondheid Basisonderwijs) uitgevoerd. Op 52 scholen hebben ouders (groep 1-5) en leerlingen (groep 6-8) vragenlijsten over gezondheid en leefstijl ingevuld. De basisscholen die nog niet hebben deelgenomen aan het onderzoek zullen dit de aankomende jaren doen. Iedere basisschool ontvangt de resultaten in een schoolprofiel. Op basis van het schoolprofiel maken de scholen, ondersteund door de GGD, een preventieplan gericht op de verbetering van de gezondheid van de leerlingen. Dit regiorapport beschrijft de onderzoeksresultaten voor de gehele regio en is richtinggevend voor de GGD voor de uitvoering van gezondheidsbevordering gericht op jeugd en hun omgeving Resultaten Achtergrondkenmerken In de regio zijn in totaal 9896 vragenlijsten geanalyseerd. Van de leerlingen zat 26% in de, 35% in de en 4 in de. Er hebben evenveel als meegedaan. Het grootste percentage leerlingen dat heeft meegedaan is afkomstig uit Alkmaar (31%), gevolgd door Castricum (29%) en Heerhugowaard (17%). Van de leerlingen heeft 13% een niet-nederlandse afkomst. Voeding Gemiddeld 4% van de leerlingen ontbijt minder dan 5 dagen per week. Slecht ontbijten is vooral een probleem in de (daar slaat 6% regelmatig het ontbijt over). De groente en fruitconsumptie laat te wensen over: tweederde van de leerlingen (67%) eet niet iedere dag groente en 2 eet minder dan 1 stuk fruit per dag. Het eten van te veel tussendoortjes en het drinken van te veel frisdrank zijn risicofactoren voor het ontstaan van overgewicht en vergroten bovendien de kans op gaatjes in het gebit. Bijna een kwart (22%) van de leerlingen eet meer dan drie tussendoortjes per dag en 32% drinkt te veel frisdrank. Beweging Behalve gezond eten moeten kinderen ook genoeg bewegen. In de regio beweegt 18% van de kinderen onvoldoende, vooral leerlingen in de bewegen onvoldoende. De tijd dat leerlingen TV kijken en achter de computer zitten, gaat ten koste van lichamelijke activiteiten: 1 van de leerlingen kijkt te veel TV en 5% zit te veel achter de computer. Vooral leerlingen in de zitten te veel achter de TV en computer. Overgewicht Het resultaat van ongezonde eetgewoonten en een gebrek aan beweging, is overgewicht. Op basis van de VSB kan slechts een indicatie worden gegeven van het voorkomen van overgewicht. Uit eerder onderzoek is namelijk bekend dat de zelfrapportage van lengte en gewicht vaak leidt tot een onderschatting van het overgewicht. In is er bij 7% van de kinderen, op basis van de zelfgerapporteerde lengte en gewicht, sprake van overgewicht. Veiligheid In heeft 14% van de basisschoolleerlingen geen zwemdiploma en geen zwemles. Zoals kan worden verwacht, betreft dit vooral leerlingen in de (daar heeft 47% geen zwemdiploma en geen zwemles). Acht procent van de kinderen heeft het afgelopen jaar een ongelukje gehad op school waarvoor het naar de dokter of naar huis moest. Mondhygiëne Bij bijna de helft (45%) van de leerlingen worden de tanden onvoldoende gepoetst. Meer dan poetsen onvoldoende. Het grootste deel van de leerlingen gaat één keer per jaar of vaker naar de tandarts, maar 2% voldoet niet aan deze richtlijn. 37

Rapportage. Wat doe jij voor je gezondheid? Resultaten van een peiling op basisschool Het Mozaïek te Heeswijk-Dinther

Rapportage. Wat doe jij voor je gezondheid? Resultaten van een peiling op basisschool Het Mozaïek te Heeswijk-Dinther Rapportage Wat doe jij voor je gezondheid? Resultaten van een peiling op basisschool Het Mozaïek te Heeswijk-Dinther Oktober 27 Schoolgezondheidsprofielen Voor u ligt een verslag van de resultaten van

Nadere informatie

Resultaten Schoolkracht Basisonderwijs Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Resultaten Schoolkracht Basisonderwijs Gemeente Utrechtse Heuvelrug Resultaten Schoolkracht Basisonderwijs 2008-2009 Gemeente Utrechtse Heuvelrug Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Kenmerken onderzoekspopulatie... 3 3. Lichamelijk en psychosociaal functioneren... 4 3.1

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

JEUGDGEZONDHEIDSMONITOR BASISONDERWIJS. Vragenlijst voor kinderen van groep 6, 7 en 8

JEUGDGEZONDHEIDSMONITOR BASISONDERWIJS. Vragenlijst voor kinderen van groep 6, 7 en 8 JEUGDGEZONDHEIDSMONITOR BASISONDERWIJS Vragenlijst voor kinderen van groep 6, 7 en 8 Hoe vul je de vragenlijst in? Hoe gaat het met jou? Hoe vind je het op school? Dat zijn dingen die we graag van jou

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R VOEDING, BEWEGING EN GEWICHT K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 6 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017 Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin Resultaten evaluatie JOGG December 2017 Inleiding Achtergrond In het kader van de JOGG aanpak in de gemeente Roosendaal heeft op basisschool de Vlindertuin

Nadere informatie

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT IJsselland VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT Jongerenmonitor 2015 77% ontbijt dagelijks 10.3 jongeren School 13-14 jaar 15- jaar 76% een gezond gewicht 15% beweegt voldoende Genotmiddelen Psychosociale gezondheid

Nadere informatie

Kinderen in Noord gezond en wel?

Kinderen in Noord gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Noord gezond en wel? 1 Wat valt op in Noord? Voor Noord zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Vragenlijst Leerlingen

Vragenlijst Leerlingen Vragenlijst Leerlingen Algemene vragen 1. Ben je een jongen of een meisje? Jongen Meisje 2. In welke schoolgroep zit je? Groep 6 Groep 7 Groep 8 3. In welk land ben je geboren? Nederland Suriname Turkije

Nadere informatie

Kinderen in West gezond en wel?

Kinderen in West gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in West gezond en wel? 1 Wat valt op in West? Voor West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Schoolrapport. Amadeus Lyceum. Resultaten EURO-URHIS 2 jeugdonderzoek. Inleiding

Schoolrapport. Amadeus Lyceum. Resultaten EURO-URHIS 2 jeugdonderzoek. Inleiding Schoolrapport Resultaten EURO-URHIS 2 jeugdonderzoek Amadeus Lyceum Inleiding De GG&GD Utrecht neemt deel aan een Europees project over gezondheid in grote steden, het EURO-URHIS 2 project. In dit onderzoek

Nadere informatie

Themarapport. Voeding en bewegen

Themarapport. Voeding en bewegen Themarapport Voeding en bewegen Inleiding In het najaar van 2011 heeft de GGD Hollands Noorden de Kindermonitor 0-12 jaar uitgevoerd. Het doel van de Kindermonitor is om de gemeente, de GGD en andere belanghebbenden

Nadere informatie

V O LW A S S E N E N

V O LW A S S E N E N LICHAAMSBEWEGING EN GEWICHT V O LW A S S E N E N Volwassenen 2009 4 Volwassenenonderzoek 2009 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland West in

Nadere informatie

Kinderen in Centrum gezond en wel?

Kinderen in Centrum gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Centrum gezond en wel? 1 Wat valt op in Centrum? Voor Centrum zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van

Nadere informatie

Kinderen in Oost gezond en wel?

Kinderen in Oost gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Oost gezond en wel? 1 Wat valt op in Oost? Voor Oost zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Resultaten vragenlijst leerlingen en meten & wegen Drie scholen, nulmeting (T0) voorjaar 2017

Resultaten vragenlijst leerlingen en meten & wegen Drie scholen, nulmeting (T0) voorjaar 2017 Resultaten vragenlijst leerlingen en meten & wegen Drie scholen, nulmeting () voorjaar 2017 Inleiding In mei 2016 is in Nieuw-Lekkerland het project 'Gezond Nieuw-Lekkerland' gestart: met subsidie van

Nadere informatie

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Kinderen in Zuid gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Zuid gezond en wel? 1 Wat valt op in Zuid? Voor Zuid zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Samenvatting Jeugdmonitor Utrecht

Samenvatting Jeugdmonitor Utrecht Samenvatting Jeugdmonitor Utrecht Gezondheid en leefstijl Psychosociale gezondheid Gezin School Vrije tijd Sociaaleconomische verschillen Verschillen naar wijk Trends Beschouwing Groep 7 en 8 van het basisonderwijs,

Nadere informatie

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag.

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag. 2. Overgewicht De gevolgen van overgewicht op de kinderleeftijd zijn uiteenlopend van psychosociale problemen, zoals gepest worden, negatief zelfbeeld en depressiviteit, tot lichamelijke problemen zoals

Nadere informatie

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in ZWOLLE Een onderzoek naar het eet- en beweeggedrag van leerlingen van de 2 e klas

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Ouderenmonitor 2011. Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

Ouderenmonitor 2011. Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen Ouderenmonitor 2011 Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen De Ouderenmonitor is een onderzoek naar de lichamelijke, sociale en geestelijke

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Kernboodschappen Gezondheid Almelo Kernboodschappen Gezondheid Almelo De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Almelo epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Almelo en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen

Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen Leeswijzer Jeugdmonitor Utrecht tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. In de tabellen

Nadere informatie

Kinderen in Nieuw-West gezond en wel?

Kinderen in Nieuw-West gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Nieuw-West gezond en wel? 1 Wat valt op in Nieuw-West? Voor Nieuw-West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor

Nadere informatie

Resultaten vragenlijst leerlingen

Resultaten vragenlijst leerlingen Resultaten vragenlijst leerlingen Drie scholen, tweede meting (T1) voorjaar 2018 Inleiding In mei 2016 is in Nieuw-Lekkerland het project 'Gezond Nieuw-Lekkerland' gestart. Met subsidie van Fonds Nuts

Nadere informatie

De jeugd van tegenwoordig. Resultaten uit Gezondheidsonderzoek Jeugd 2016 Bestuurscommissie 6 juli 2017

De jeugd van tegenwoordig. Resultaten uit Gezondheidsonderzoek Jeugd 2016 Bestuurscommissie 6 juli 2017 De jeugd van tegenwoordig Resultaten uit Gezondheidsonderzoek Jeugd 2016 Bestuurscommissie 6 juli 2017 1 Inhoud Waartoe, hoe en wat? Wat kenmerkt de jeugd van tegenwoordig? Patronen voor preventie En verder

Nadere informatie

Dagelijks ontbijten en elke dag groente en fruit eten zijn gedragingen die bijdragen aan een gezonde leefstijl.

Dagelijks ontbijten en elke dag groente en fruit eten zijn gedragingen die bijdragen aan een gezonde leefstijl. De Vlieger 3 CHECKID ChecKid is een grootschalig leefstijlonderzoek onder basisschoolleerlingen in Zwolle. Het brengt (on)gezond gedrag, leefstijl en de leefomgeving van kinderen in Zwolle in kaart. ChecKid

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Rijssen-Holten epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Rijssen-Holten en de factoren

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Kernboodschappen Gezondheid Losser Kernboodschappen Gezondheid Losser De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Losser epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Losser en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Kinderen in Zuidoost gezond en wel?

Kinderen in Zuidoost gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Zuidoost gezond en wel? 1 Wat valt op in Zuidoost? Voor Zuidoost zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor

Nadere informatie

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013 Samenvatting Losser Versie 1, oktober 2013 Lage SES, bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Losser In de gemeente Losser wonen 22.552 mensen; 11.324 mannen en 11.228 vrouwen. Als we de verschillende

Nadere informatie

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Zeeuwse jongeren en alcohol In 2010 is de Zeeuwse campagne Laat ze niet (ver)zuipen! van start

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Haaksbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Haaksbergen en de factoren die hierop

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID Jeugd 2010 4 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van Noaberkracht Dinkelland Tubbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Noaberkracht

Nadere informatie

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming incijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Uitkomsten GGD-gezondheidspeiling 2016 Gezondheid van aren BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I

Nadere informatie

Factsheet nulmeting pilot-onderzoek B-Fit bij kinderen, jongeren en volwassenen

Factsheet nulmeting pilot-onderzoek B-Fit bij kinderen, jongeren en volwassenen TNO-rapport KvL/GB 2009.111 Factsheet nulmeting pilot-onderzoek B-Fit bij kinderen, jongeren en volwassenen Preventie en Zorg Wassenaarseweg 56 Postbus 2215 2301 CE Leiden www.tno.nl T +31 71 518 18 18

Nadere informatie

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011 Feitenkaart Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 010-011 In september 007 is de uitvoering van het Rotterdamse leefstijlprogramma Van Klacht naar Kracht gestart. Het doel van het programma

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Kernboodschappen Gezondheid Enschede Kernboodschappen Gezondheid Enschede De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Enschede epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Enschede en de factoren die hierop van

Nadere informatie

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen Versie 1, oktober 2013 Bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Noaberkracht Dinkelland Tubbergen In Noaberkracht Dinkelland Tubbergen wonen 47.279

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013 Samenvatting Twente Versie 2, oktober 2013 Twente varieert naar stad en platteland In Twente wonen 626.500 mensen waarvan de helft woont in één van de drie grote steden. Tot 2030 zal de Twentse bevolking

Nadere informatie

Onderzoek. Kind en Opvoeding jaar

Onderzoek. Kind en Opvoeding jaar Onderzoek Kind en Opvoeding 0-17 jaar Inhoudsopgave 1. Ontwikkeling en gezondheid 4 2. Zorgen over kind 8 3. Hulp en ondersteuning bij de opvoeding 11 4. Roken en alcohol 16 5. Sport en bewegen 18 Onderzoek

Nadere informatie

Geneeskundige en Gezondheidsdienst. Jeugdmonitor Utrecht. Tabellenboek.

Geneeskundige en Gezondheidsdienst. Jeugdmonitor Utrecht. Tabellenboek. Geneeskundige en Gezondheidsdienst Jeugdmonitor Utrecht Tabellenboek www.gggd.utrecht.nl Groep 7 en 8 van het basisonderwijs Schooljaar 2011-2012 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...3 1 Inleiding...6 2 Opzet

Nadere informatie

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID IJsselland PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID Jongerenmonitor 20 92% normaal risico op psychosociale problemen.3 jongeren School Klas 2 13-1 jaar Klas - jaar 86% goede ervaren gezondheid %* is op school gepest *van

Nadere informatie

Jeugdmonitor Utrecht. Gezondheid en leefstijl van leerlingen in het primair onderwijs. Schooljaar

Jeugdmonitor Utrecht. Gezondheid en leefstijl van leerlingen in het primair onderwijs. Schooljaar Jeugdmonitor Utrecht Gezondheid en leefstijl van leerlingen in het primair onderwijs Schooljaar 2015-2016 Jeugdmonitor Utrecht De Jeugdmonitor Utrecht is hét integrale meetinstrument over de Utrechtse

Nadere informatie

Resultaten vragenlijsten ouders en leerlingen

Resultaten vragenlijsten ouders en leerlingen Resultaten vragenlijsten ouders en leerlingen Beschrijving leerlingen Aan het onderzoek op Edith Stein hebben 150 ouders en leerlingen deelgenomen. De respons bedraagt 81% (zie tabel 1). In tabel 2 is

Nadere informatie

Jongerenmonitor : Gemeente Steenwijkerland

Jongerenmonitor : Gemeente Steenwijkerland Jongerenmonitor 2014-2015: Gemeente Voor de Jongerenmonitor 2015 zijn de data uit schooljaar 2014-2015 gebruikt die de JGZ van GGD IJsselland in klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs verzameld heeft.

Nadere informatie

Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017

Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017 Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017 Inleiding In mei 2016 is in Nieuw-Lekkerland het project 'Gezond Nieuw-Lekkerland' (GNL) gestart: met subsidie van

Nadere informatie

Beweging, voeding en. (over)gewicht

Beweging, voeding en. (over)gewicht JONGERENPEILING 2008 ZUID-HOLLAND NOORD De jongerenpeiling heeft als doel om periodiek op systematische wijze ontwikkelingen in gezondheid en gewoonten van jongeren in kaart te brengen. Dit is het eerste

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Ommen? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Ommen? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland Staphorst 961 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Deventer? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Deventer? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland Staphorst 1.392 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd

Nadere informatie

Basisschool De Tovercirkel

Basisschool De Tovercirkel Resultaten leefstijlonderzoek onder basisschoolleerlingen Overbos nulmeting (2014) en 1-meting (2015) Basisschool De Tovercirkel Uw school werkt mee aan de JOGG-aanpak in Haarlemmermeer. De JOGG-aanpak

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Hardenberg? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Hardenberg? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Steenwijkerland 1.529 inwoners deden mee Kampen Zwartewaterland Staphorst Zwolle Dalfsen Ommen Olst-Wijhe Raalte Deventer

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R ROKEN EN ALCOHOLGEBRUIK Jeugd 2010 5 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland Staphorst 1.589 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd

Nadere informatie

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Waterland Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

V O LW A S S E N E N

V O LW A S S E N E N GENOTMIDDELEN V O LW A S S E N E N Volwassenen 2009 5 Volwassenenonderzoek 2009 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland West in 2009 een schriftelijke

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Zwartewaterland 1.129 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Oldenzaal epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Oldenzaal en de factoren die hierop

Nadere informatie

Kindermonitor 2013. Gemeentelijke Factsheet. Zwolle

Kindermonitor 2013. Gemeentelijke Factsheet. Zwolle [Geef tekst op] Kindermonitor 2013 Gemeentelijke Factsheet [Geef tekst op] Kindermonitor 2013: Gemeente 420 ouders van kinderen van ½- tot twaalf jaar gaven inzicht in de gezondheid, leefstijl en opvoeding

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwartewaterland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwartewaterland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Steenwijkerland Staphorst 875 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid gedefinieerd

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Steenwijkerland 1.589 inwoners deden mee Kampen Zwartewaterland Staphorst Hardenberg Dalfsen Ommen Olst-Wijhe Raalte

Nadere informatie

Geneeskundige en Gezondheidsdienst. Jeugdmonitor Utrecht. Groep 7 en 8 van het basisonderwijs.

Geneeskundige en Gezondheidsdienst. Jeugdmonitor Utrecht. Groep 7 en 8 van het basisonderwijs. Geneeskundige en Gezondheidsdienst Jeugdmonitor Utrecht Groep 7 en 8 van het basisonderwijs www.utrecht.nl/jeugdmonitor Schooljaar 9-1 Voorwoord Met trots presenteer ik u alweer de vijfde editie van de

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Borne

Kernboodschappen Gezondheid Borne Kernboodschappen Gezondheid Borne De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Borne epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Borne en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente Kampen Zwartewaterland Staphorst 1.036 inwoners deden mee Hardenberg Gezondheid In het verleden werd gezondheid gedefinieerd

Nadere informatie

E-MOVO Hoe gezond zijn jongeren in de regio Nijmegen?

E-MOVO Hoe gezond zijn jongeren in de regio Nijmegen? E-MOVO 2011-2012 Hoe gezond zijn jongeren in de regio Nijmegen? E-MOVO (Elektronische MOnitor en VOorlichting) is een grootschalig jongerenonderzoek van de GGD en in Oost-Nederland. Dit onderzoek wordt

Nadere informatie

Geneeskundige en Gezondheidsdienst. Jeugdmonitor Utrecht. Groep 7 en 8 van het basisonderwijs. www.utrecht.nl/jeugdmonitor

Geneeskundige en Gezondheidsdienst. Jeugdmonitor Utrecht. Groep 7 en 8 van het basisonderwijs. www.utrecht.nl/jeugdmonitor Geneeskundige en Gezondheidsdienst Jeugdmonitor Utrecht Groep 7 en 8 van het basisonderwijs www.utrecht.nl/jeugdmonitor Schooljaar 9-1 Voorwoord Met trots presenteer ik u alweer de vijfde editie van de

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen gemeente 1.036 inwoners deden mee Kampen Zwartewaterland Staphorst Hardenberg Zwolle Dalfsen Ommen Olst-Wijhe Raalte Deventer

Nadere informatie

Broodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar 2003-2004 jongeren GO Jeugd 2004

Broodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar 2003-2004 jongeren GO Jeugd 2004 3. Voeding Een gezonde voeding is een van de uitgangspunten voor het goed functioneren van het lichaam. In dit gezondheidsprofiel wordt op een aantal aspecten van voeding ingegaan. Hoewel dit geen totaalbeeld

Nadere informatie

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009 Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009 Op weg naar speerpuntennotitie? Wat doen/deden we al? Welke gezondheidsproblemen

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Wierden

Kernboodschappen Gezondheid Wierden Wierden Twente Nederland Kernboodschappen Gezondheid Wierden De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Wierden epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Wierden en de factoren

Nadere informatie

VOORW OORD VOORWOORD. Omwille van de leesbaarheid staat in dit boekje steeds hij, maar je kunt hiervoor natuurlijk ook zij lezen.

VOORW OORD VOORWOORD. Omwille van de leesbaarheid staat in dit boekje steeds hij, maar je kunt hiervoor natuurlijk ook zij lezen. VOORW OORD VOORWOORD Over dit boekje Alles over gezond eten en bewegen met kinderen van 4 tot 18 jaar? Bij de titel van dit boekje vraag je je misschien af wat een kleuter te maken heeft met iemand die

Nadere informatie

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor 2015 10.163. 40% ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt.

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor 2015 10.163. 40% ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt. IJsselland GENOTMIDDELEN Jongerenmonitor 1 4% ooit alcohol gedronken.163 jongeren School Klas 13-14 jaar Klas 4 1-16 jaar 4% weleens gerookt % ooit wiet gebruikt Genotmiddelen Psychosociale gezondheid

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R THUISSITUATIE, KINDEROPVANG EN OPVOEDING K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 2 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied,

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Wageningen

Kindermonitor Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Wageningen Kindermonitor 2009 Samenvatting van een grootschalig onderzoek onder 0 tot 12 jarige kinderen uit de Gemeente Wageningen H u l p v e r l e n i n g G e l d e r l a n d M i d d e n Gezondheid niet voor álle

Nadere informatie

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en en gemeente Staphorst GGD IJsselland verzamelt jaarlijks gegevens over de gezondheid van inwoners, zo ook in 2016. Met deze

Nadere informatie

Schoolrapport. St. Gregorius College. Resultaten Jeugdmonitor Utrecht. Welbevinden. Voeding en beweging. Geneeskundige en Gezondheidsdienst

Schoolrapport. St. Gregorius College. Resultaten Jeugdmonitor Utrecht. Welbevinden. Voeding en beweging. Geneeskundige en Gezondheidsdienst In dit schoolrapport worden de resultaten van de jeugdmonitor in het schooljaar 2008-2009 van de leerlingen in de klassen 2 en 3 van uw school beschreven Schoolrapport Resultaten Jeugdmonitor Utrecht GG&GD

Nadere informatie

Gezond gewicht. Wat kunt u er zelf aan doen? altijd dichtbij. Vraag ons gerust om advies.

Gezond gewicht. Wat kunt u er zelf aan doen? altijd dichtbij. Vraag ons gerust om advies. Gezond gewicht Wat kunt u er zelf aan doen? Vraag ons gerust om advies altijd dichtbij www.alphega-apotheek.nl Gezond gewicht De meeste mensen willen graag een aantal kilo s afvallen. Maar is dat wel nodig?

Nadere informatie

RKBS Bocholtz Bocholtz. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, mei 2018

RKBS Bocholtz Bocholtz. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, mei 2018 RKBS Bocholtz Bocholtz Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs 2018 Haarlem, mei 2018 Scholen met Succes Postbus 3386 2001 DJ Haarlem www.scholenmetsucces.nl info@scholenmetsucces.nl tel: 023 534 11

Nadere informatie

Zo gezond zijn kinderen in de regio Amstelland en Diemen!

Zo gezond zijn kinderen in de regio Amstelland en Diemen! Zo gezond zijn kinderen in de regio Amstelland en Diemen! Factsheet Jeugdgezondheidsmonitor basisonderwijs 2011-2012 2 Waarom, wat en hoe? 2 Deze kinderen deden mee! 3 Lichamelijke gezondheid 4 Gewicht,

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen.

Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen. Februari 2013 Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen. In Rotterdam heeft een kwart van de basisschoolkinderen overgewicht, met alle gezondheidsrisico

Nadere informatie

Gezondheidsonderzoek Vragenlijst voor ouders/verzorgers en leerlingen

Gezondheidsonderzoek Vragenlijst voor ouders/verzorgers en leerlingen Gezondheidsonderzoek Vragenlijst voor ouders/verzorgers en leerlingen Hoe gaat het met uw kind? Op deze vragenlijst kunt u aangeven wat goed gaat en waar u vragen of zorgen over heeft. Het laatste deel

Nadere informatie

Bouwstenen nota volksgezondheid Renate Martens en Ivanka van der Veeken. Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant:

Bouwstenen nota volksgezondheid Renate Martens en Ivanka van der Veeken. Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant: Bouwstenen nota volksgezondheid 2013-2016 Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant: Renate Martens en Ivanka van der Veeken Bouwstenen Evaluatieverslag nota volksgezondheid 2008-2011 Landelijke nota gezondheidsbeleid

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand Kernboodschappen Gezondheid Twenterand De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Twenterand epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Twenterand en de factoren die hierop

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

Vragenlijst Voortgezet Onderwijs. Regio Nijmegen

Vragenlijst Voortgezet Onderwijs. Regio Nijmegen Vragenlijst Voortgezet Onderwijs Regio Nijmegen Vul de onderstaande gegevens in: Naam meisje jongen Klas Geboortedatum Vragenlijst Kruis het vakje voor het juiste antwoord aan. Het is belangrijk dat je

Nadere informatie

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die

Nadere informatie

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 64%.

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 64%. Samenvatting gezondheidsbeleving, 2015 Het Internet Panel (DIP) is in maart 2015 benaderd over het onderwerp gezondheidsbeleving. De GGD doet elke 4 onderzoek naar de gezondheid van bewoners. Dit doen

Nadere informatie