Onderwerp Voortgangsrapportage fijnstofmetingen Horst aan de Maas, november [P ]

Transcriptie

1 pvincie limburg iiiiiiiiiiiii Gemeente Horst aan de Maas De heer P.L.M. Reuten Postbus AA HRST Cluster ns kenmerk Vpl. nummer Bijlage(n) MA 24/6734 Behandeld P.M.J.A. Hermans Telefoon Faxnummer Uw kenmerk Maastricht 26 november 24 VERZNDEN 2 7 NV. 24 nderwerp Voortgangsrapportage fijnstofmetingen Horst aan de Maas, november 24. [P24-38] Geachte heer Reuten, Hierbij doen wij u de rapportage van bovengenoemd door ons uitgevoerd onderzoek toekomen. Uit de meetgegevens blijkt dat de gemiddelde P en PM2.5 ncentratie in de periode 5 november 2 tot en met november 24 de desbetreffende grenswaarden niet overschreden. ok het aantal overschrijdingsdagen voor PM wordt niet overschreden. Wij gaan ervan uit dat deze voortgangsrapportage naar tevredenheid is uitgevoerd. Mochten er nog vragen, onduidelijkheden of opmerkingen zijn, dan verzoeken wij u ntact op te nemen met bovengenoemde ntactpersoon. Gedeputeerde namens de; n Limburg mr. L.J.M. Direks clustermanager Milieuonderzoek en -Advies Bezoekadres bureau Postbus 57 Advies en nderzoek: NL-622 MA Maastricht Nieuw Eyckholt 292 A-D postbus@prvlimburg.nl 649 DJ Heerlen Tel + 3 () IBAN -nummer: Fax t 3 () NL8RAB BIC-de: PABNL2U

2 pvincie limburg Pjectnaam Voortgangsrapportage fijnstofmetingen Horst aan de Maas, november 24. Pjectnummer P24-38 Uw Kenmerk Behandeld P.M.J.A.Hermans Collegiale toets Maastricht J. Reintjens november 24 Telefoon +3 () Bijlage(n). Achtergnd en doel p verzoek van de gemeente Horst aan de Maas is in samenwerking tussen de gemeente en de Pvincie Limburg door bureau Advies en nderzoek (thans ) van de Pvincie in november 2 een meetstation opgericht voor fijnstofmetingen (PM en PM2,5). Het meetstation staat in de gemeente Horst aan de Maas op de locatie Hoogheide. De aanleiding voor dit onderzoek zijn de diverse gotschalige ontwikkelingen die de komende jaren in Horst aan de Maas en omgeving zullen plaatsvinden. Doel van deze rapportage is om inzicht te geven in de fijnstofncentraties zoals die gedurende de afgelopen periode van 5 november 2 tot en met november 24 gemeten zijn. 2. Verrichte werkzaamheden In de meetcabine gelegen aan het Hoogheide in Horst aan de Maas worden sinds 5 november 2 met de Metne BAM2 de PM en PM2,5 fijnstofncentraties gemeten. De ruwe meetresultaten (niet gekalibreerd en niet gevalideerd) kunnen 24/7 worden geraadpleegd op de website deze website is de afgelopen maanden vernieuwd, een alternatief adres voor de website is Voor het maken van deze rapportage zijn deze meetwaarden gevalideerd, met andere woorden gentleerd op de rrecte werking van de meetapparatuur, binnen de door de fabrikant en in samenwerking met het RIVM vastgestelde specificaties. Nadere uitleg ten aanzien van de kalibratie: Zoals hierboven omschreven zijn de PM en PM2,5 meetresultaten zoals die op de website vermeld worden de ruwe meetdata. Bij de Pvincie Limburg en andere meetinstituten zoals Pvincie Noord-Brabant, DR, GGD Amsterdam etc, worden op automatische wijze PM en PM2,5 gemeten met de Metne BAM 2 door de verzwakking van zogenaamde beta-straling door een bezogen filterband te bepalen. Uit onderzoek is gebleken dat dit apparaat op systematische wijze de gemeten PM stofncentraties met ongeveer 7o overschat ten opzichte van de referentiemethode(nen 234 en NTA 89). De overschatting van de gemeten PM2,5 stofncentraties is iets kleiner ten opzichte van de referentiemethode (NEN 497en NTA 89). Eupese regels bepalen dat de automatische metingen dienen te worden vergeleken met de referentiemeetmethode voor fijnstof. De referentiemethode fijnstof bestaan uit het dagelijks bemonsteren

3 pvincie limburg van buitenlucht op een filter en deze filters vervolgens te wegen. Dit levert etmaalgemiddelden fijnstofncentraties op, die na enkele weken beschikbaar zijn. De automatische metingen zoals uitgevoerd met de Metne BAM 2 worden omgerekend naar het niveau van de referentiemethode. Dit pces wordt de meetkalibratie fijnstof genoemd. De kalibratiefactor over een jaar wordt achteraf, aan het einde van het jaar, definitief vastgesteld door het RIVM in samenwerking met de hierboven genoemde luchtmeetinstituten. In Horst aan de Maas zijn in de periode november 2 tot en met april 22 metingen volgens de referentiemethode uitgevoerd. De resultaten van deze metingen zijn meegenomen in de berekening van de landelijke kalibratiefactor voor 22. In 23 zijn gedurende de periode van 2 februari tot en met mei referentiemetingen uitgevoerd, waarvan de resultaten worden meegenomen bij de berekening van de landelijke kalibratiefactor voor 23. Vervolgens zijn er van 23 oktober 23 tot en met 25 november 23 referentie metingen uitgevoerd. In 24 zijn referentie metingen uitgevoerd gedurende de periode 4 januari tot en met 7 april en op juni tot en met heden. De resultaten van deze referentiemetingen zullen naar verwachting worden meegenomen bij de berekening van de landelijke kalibratiefactor voor 24. De kalibratiefactor voor de Metne BAM 2 zoals die bepaald is Kalibratiefactor PM PM2.5 2,9,96 22,92,96 23,92,96 24 * * *De kalibratiefactor wordt aan het einde van het (kalender)jaar vastgesteld. Voor 24 is in deze rapportage de kalibratiefactor van 23 gebruikt aangezien de kalibratiefactor voor 24 pas aan het einde van het jaar bepaald wordt. De niet gekalibreerde meetdata, zoals die onder andere ook in een eerdere rapportage is vermeld (voortgangsrapportage L298MH) en zoals ook aanwezig op de website, zijn voor deze rapportage met de hierboven kalibratiefactoren gekalibreerd, volgens de formule: "Gekalibreerde meetwaarde = ruwe meetwaarde * kalibratiefactor" waarna de gemiddelde ncentratie berekend is. 3. Normering De fijnstofncentraties dienen volgens EU- Richtlijn 28/5/EG te voldoen aan de toetsingscriteria die hiender vermeld zijn: PM: Grenswaarde, jaargemiddelde 4 ug/m 3 Het daggemiddelde van 5 ug/m 3 mag niet meer dan 35 keer per kalenderjaar overschreden worden. PM2.5: Streefwaarde jaargemiddelde 25 ug/m 3 (2) Grenswaarde jaargemiddelde 25 ug/m 3 (25)

4 pvincie limburg 4. Resultaten In onderstaande tabel zijn de resultaten van de tot nu toe uitgevoerde metingen aan het Hoogheide in Horst aan de Maas met de Metne BAM2 samengevat. Samenvatting van de meetresultaten locatie Hoogheide Horst aan de Maas gedurende de gehele meetperiode (5-- t/m --4): PM PM2.5 Gemiddelde ncentratie [pg/m 3 ] 22 6 maximale dagwaarde [ug/m 3 ] 3* 99* aantal daggem. ^ [ug/m 3 ] 42 nvt** aantal dagwaarden data beschikbaarheid 98 7o 97 7o Samenvatting van de meetresultaten locatie Hoogheide Horst aan de M aas gedurende het kalenderjaar: PM PM2.5 PM PM2.5 Gemiddelde ncentratie [pg/m 3 ] maximale dagwaarde [pg/m 3 ] *** 79*** aantal daggem. ^ [pg/m 3 ] 6 nvt** 3 nvt** aantal dagwaarden data beschikbaarheid 98 7o 99 7o 97 7o 96 7o Samenvatting van de meetresultaten locatie Hoogheide Horst aan de Maas gedurende het voortschrijdende jaar (2--3 t/m --4): PM PM2.5 Gemiddelde ncentratie [pg/m 3 ] 2 3 maximale dagwaarde [pg/m 3 ] aantal daggem. ^ [pg/m 3 ] nvt** aantal dagwaarden data beschikbaarheid 98 7o 98 7o Let op in de bovenstaande tabellen staan de gemiddelde ncentraties zoals berekend met de gekalibreerde meetgegevens vermeld (zie paragraaf 2). In eerdere rapportages werden de "ruwe" meetwaarden gerapporteerd. * p werd de maximale dagwaarde gemeten voor zowel PM als PM2.5 ** Voor PM2,5 is er geen wetgeving waarin het aantal dagen met een daggemiddelde gter dan 5 [pg/m 3 ] gelimiteerd wordt. *** In 23 werd op 3 maart 23, de maximale dagwaarde voor zowel PM als PM2,5 gemeten, op die dag waren de daggemiddelde PM en PM2.5 ncentraties identiek, dit betekent dat op deze dag de ncentratie van stoffractie tussen 2,5 en pm zeer laag was waardoor al het gemeten fijnstof PM2,5 fijnstof was. In de onderstaande figuren zijn de meetresultaten grafisch weergegeven: 3

5 en ) ra U) n. T ra w LD CL Q) ) LD i 2 S E Ců Ē li ** ra.2 CL CL ÎS ŨĹ [rw/bn] eiļbjļuaouoo g'ziaid ua QUAId

6 ) cn» J l (A Cfl X S2 Q. oo J s Š Ŭ) to [CLU/Bn] aiļbjļuaouoo c'ziaid UAId

7 pvincie limburg m 5. Conclusies Vergelijking van de resultaten met de eisen zoals vermeld in de eerder genoemde EU-wetgeving levert de volgende resultaten op: PM; voor metingen zoals uitgevoerd met Metne BAM2: -Grenswaarde, kalenderjaargemiddelde 4 pg/m -Gemeten gemiddelde ncentratie 22 pg/m 3 (5-- t/m --4) -Gemeten kalenderjaar gemiddelde ncentratie pg/m 3 (--2 t/m 3-2-2) -Gemeten kalenderjaar gemiddelde ncentratie pg/m 3 (--'3 t/m 3-2-3) -Gemeten voortschrijdend jaargemiddelde ncentratie 2 pg/m 3 (2--3 t/m --4) 3 -Het daggemiddelde; overschrijding van 5 pg/m 3 is toegestaan op niet meer dan 35 dagen per kalenderjaar (365 dagen). Het gemeten aantal overschrijdingen van het daggemiddelde van 5 pg/m 3 was in 22 6 dagen, in 23 was dit 3 dagen en gedurende het afgelopen jaar, de periode 2--3 t/m --4, was dit dagen. PM2,5; voor metingen zoals uitgevoerd met Metne BAM2: -Streefwaarde jaargemiddelde 25 pg/m 3 -Gemeten gemiddelde ncentratie 6 pg/m 3 (5-- t/m --4) -Gemeten kalenderjaargemiddelde ncentratie 22 6 pg/m 3 (--2 t/m 3-2-2) -Gemeten kalenderjaargemiddelde ncentratie 23 8 pg/m 3 (--3 t/m 3-2-'3) -Gemeten voortschrijdend jaargemiddelde ncentratie 3 pg/m 3 (2--'3 t/m --4) Uit de vergelijking volgt dat het gemiddelde van de fijnstofncentraties (PM en PM2,5) en het aantal overschrijdingsdagen voor PM niet overschreden worden. Bij de berekening van de jaargemiddelden is ook geen zogenaamde zeezoutrrectie toegepast. (De zeezoutrrectie voor de gemeente Horst aan de Maas zou een vermindering van pg/m 3 voor de PM gemeten gemiddelde ncentratie betekenen en een vermindering van 2 overschrijdingsdagen voor de PM daggemiddelde ncentraties.) Zonder rekening te houden met de zeezoutrrectie wordt voldaan aan de eisen zoals gesteld in de EUrichtlijn 28/5/EG. De fijnstofncentraties zijn sterk afhankelijk van de weersinvloeden; zie de diverse opmerkingen die hiever zijn gemaakt in het rapport L252MH; Fijnstof(referentie)rmetingen in de gemeente Horst aan de Maas, november 2 tot en met april 22. 6